ESAB A6 SFE1,A6 SFE2,A6 SGE1 ,A6 SFE1C Instruction manual [nl]

Page 1
A6 S Arc Master A6 S G Master A6 S Compact 500
A6 SFE1 / A6 SFE2 / A6 SGE1/ A6 SFE1C
112101103105107109111102021110025108024042106023061104022041100020040060001
Bruksanvisning Brugsanvisning Bruksanvisning Käyttöohjeet Instruction manual Betriebsanweisung Manuel d’instructions
Gebruiksaanwijzing Instrucciones de uso Istruzioni per l’uso Manual de instruções
ПдзгЯет чсЮуещт
Instrukcja obs³ugi
Valid for serial no. 3210456 562 001 2005--09--15
Page 2
SVENSKA 3..............................................
DANSK 18................................................
NORSK 33................................................
SUOMI 48................................................
ENGLISH 63..............................................
DEUTSCH 78.............................................
FRANÇAIS 94.............................................
NEDERLANDS 109.........................................
ESPAÑOL 124..............................................
ITALIANO 140..............................................
PORTUGUÊS 155..........................................
ЕЛЛЗНЙКБ 172.............................................
POLSKI 189.................................................
Rätt till ändring av specifikationer utan avisering förbehålles. Ret til ændring af specifikationer uden varsel forbeholdes. Rett til å endre spesifikasjoner uten varsel forbeholdes. Oikeudet muutoksiin pidätetään. Rights reserved to alter specifications without notice. Änderungen vorbehalten. Sous réserve de modifications sans avis préalable. Recht op wijzigingen zonder voorafgaande mededeling voorbehouden. Reservado el derecho de cambiar las especificaciones sin previo aviso. Ci riserviamo il diritto di variare le specifiche senza preavviso. Reservamo--nos o direito de alterar as especificações sem aviso prévio.
ДйбфзсеЯфбй фп дйкбЯщмб фспрпрпЯзузт рспдйбгсбцюн ЧщсЯт рспейдпрпЯзуз.
Zastrzegamy sobie prawo do wprowadzenia zmian.
-- 2 --
Page 3
NEDERLANDS
1 RICHTLIJN 110........................................................
2 VEILIGHEID 110.......................................................
3 INLEIDING 111.........................................................
3.1 Algemeen 111................................................................
3.2 Definities 111.................................................................
3.3 Technische gegevens 112......................................................
3.4 Lasmethode 112..............................................................
3.5 Uitrusting 113.................................................................
4 INSTALLATIE 114......................................................
4.1 Algemeen 114................................................................
4.2 Montage 114.................................................................
4.3 Aansluitingen 1 14.............................................................
5 INGEBRUIKNAME 116..................................................
5.1 Algemeen 116................................................................
5.2 Beginnen 116.................................................................
5.3 Ombouw van de A6 SFE1 (UP--lassen) tot MIG/MAG--lassen 120...................
5.4 Ombouw van de A6 SFE1 / A6 SFE2 (UP--lassen) tot Twinarc 120...................
6 ONDERHOUD 121......................................................
6.1 Algemeen 121................................................................
6.2 Dagelijks 121.................................................................
6.3 Periodiek 121.................................................................
7 STORINGZOEKEN 122.................................................
8 ACCESSOIRES 123....................................................
9 BESTELLEN VAN RESERVEONDERDELEN 123..........................
SLIJTAGEONDERDELEN 204..............................................
RESERVEONDERDELENLIJST 207.........................................
TOCh
-- 1 0 9 --
Page 4
NL
1 RICHTLIJN
OVEREENKOMSTIGHEIDSVERKLARING
Esab Welding Equipment AB, 695 81 Laxå Sweden, verklaart op eigen verantwoor­delijkheid dat lasautomaat A6 SFE1 / A6 SFE2 / A6 SGE1/ A6 SFE1C van serienum­mer 740 overeenkomt met norm EN 60292 volgens richtlijn (89/392/EEG) van de Raad met toevoeging.
-- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -------­Laxå 97--11--19
Paul Karlsson Managing Director Esab Welding Equipment AB 695 81 LAXÅ SWEDEN Tel: + 46 584 81000 Fax: + 46 584 12336
2VEILIGHEID
De gebruiker van een ESAB lasuitrusting draagt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de veilig­heidsmaatregelen die van toepassing zijn voor het personeel dat met of in de buurt van de installatie werkt. De veiligheidsmaatregelen moeten voldoen aan de eisen die aan dit type lasuitrusting gesteld worden. De inhoud van deze aanbevelingen moet beschouwd worden als een aanvulling op de normale regels die van toepassing zijn voor een werkplaats.
Alle handelingen moeten uitgevoerd worden door personeel dat goed op de hoogte is van de werking van de lasuitrusting. Een verkeerd maneuver kan tot een abnormale situatie leiden waardoor de operateur gewond kan raken en de machine beschadigd kan worden.
1. Al het personeel dat met de machine werkt, moet goed op de hoogte zijn van:
S de bediening S de plaats van de noodstop S de werking S de geldende veiligheidsvoorschriften S de lastechniek
2. De operateur moet controleren: S of er zich geen onbevoegden binnen het werkgebied van de lasuitrusting bevinden,
voor hij begint te werken.
S of er niemand op een onbeschermde plaats staat wanneer de lichtboog wordt ontsto-
ken.
3. De werkplaats moet:
S doelmatig zijn S tochtvrij zijn
4. Persoonlijke veiligheidsuitrusting S Draag altijd de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting zoals b.v. een lasbril,
onontvlambare kleding, lashandschoenen.
S Draag nooit loszittende kleding zoals sjaals, armbanden, ringen e.d. die beklemd kun-
nen raken, of brandwonden kunnen veroorzaken.
5. Algemene veiligheidsvoorschriften
S Controleer of de aangeduide retourleiders goed aangesloten zijn. S Alleen bevoegd personeel mag aan de elektrische eenheden werken. S De benodigde brandblusuitrusting moet gemakkelijk bereikbaar zijn op een duidelijk
aangegeven plaats.
S Wanneer de lasuitrusting in gebruik is, mag hij niet gesmeerd worden en mag er geen
onderhoud uitgevoerd worden.
ffa9d1ha
-- 1 1 0 --
Page 5
NL
WAARSCHUWING
DE VLAMBOOG EN HET SNIJDEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN VOOR UZELF EN VOOR ANDE­REN; DAAROM MOET U VOORZICHTIG ZIJN BIJ HET LASSEN. VOLG DE VEILIGHEIDSVOOR­SCHRIFTEN VAN UW WERKGEVER OP. ZE MOETEN GEBASEERD ZIJN OP DE WAARSCHU­WINGSTEKST VAN DE PRODUCENT.
ELEKTRISCHE SCHOK -- Kan dodelijk zijn
S Installeer en aard de lasuitrusting volgens de geldende normen. S Raak delen die onder stroom staan en elektroden niet aan met onbedekte handen of met natte
beschermuitrusting.
S Zorg dat u geïsoleerd bent van aarde en van het werkstuk. S Zorg ervoor dat u een veilige werkhouding hebt.
ROOK EN GAS -- Kunnen uw gezondheid schaden
S Zorg ervoor dat u niet met uw gezicht in de lasrook hangt. S Ververs regelmatig de lucht in de werkruimte en zorg ervoor dat de lasrook en het gas afgezo-
gen worden.
LICHTSTRALEN -- Kunnen de ogen beschadigen en de huid verbranden
S Bescherm uw ogen en uw lichaam. Gebruik een geschikte lashelm met filter en draag altijd be-
schermende kleding.
S Scherm uw werkruimte af met geschikte beschermmiddelen of gordijnen, zodat niemand an-
ders gewond kan raken.
BRANDGEVAAR
S De vonken kunnen brand veroorzaken. Zorg er daarom voor dat er geen brandgevaarlijk mate-
riaal in de buurt is.
LAWAAI -- Geluidsoverlast kan het gehoor beschadigen
S Bescherm uw oren. Gebruik gehoorbeschermers of andere gehoorbescherming. S Waarschuw omstanders voor de gevaren.
BIJ DEFECTEN -- Neem contact op met een vakman.
LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING GRONDIG DOOR VOOR U
OVERGAAT TOT INSTALLATIE EN GEBRUIK.
BESCHERM UZELF EN ANDEREN!
3 INLEIDING
3.1 Algemeen
Alle lasautomaten die in deze handleiding zijn opgenomen zijn bestemd voor UP-­resp. MIG/MAG--lassen van stompe lassen en hoeklassen.
De laskoppen van ESAB zijn van het type A6 S. Ze zijn bestemd voor gebruik in combinatie met de A2--A6 Process Controller en de ESAB lasstroombron LAF of TAF.
De positie van de laskop kan horizontaal en verticaal worden ingesteld met de liniaalglijders. De hoekbeweging wordt met de hoekglijder ingesteld.
3.2 Definities
UP--lassen De lasrups wordt afgeschermd door een poederdek. UP Heavy dut y Bij deze vorm van lassen is een hogere stroomsterkte moge-
lijk en kunnen dikkere elektr odedraden worden gebruikt.
UP Light duty Deze lasmethode is geschikt voor lagere stroomsterkten bij
gebruik van dunnere lasdraden.
ffa9d1ha
-- 1 1 1 --
Page 6
NL
MIG/MAG--lassen De lasrups wordt afgeschermd met een beschermend (edel)
gas.
Tandem--lassen Lasmethode waarbij met twee laskoppen tegelijk wordt gelast. Twinarc--lassen Lasmethode waarbij met twee lasdraden in één en dezelfde
laskop wordt gelast.
3.3 Technische gegevens
A6 SFE1 A6 SFE1 A6 SFE2 A6 SGE1 A6 SFE1C
UP UP UP MIG/MAG UP
LD D20 HD D35 HD D35
Toegestane belasting 100%
60%
Draadafmetingen:
massieve enkele draad 1,6--4,0 mm 3,0--6,0 mm 3,0--6,0 mm 0,8--2,5 mm -- 4 ,0 m m holle draad 1,6--4,0 mm 3,0--4,0 mm -- 1,2--3,2 mm -­dubbele draad 2x1,2--2,0 mm 2x2,0--3,0mm 2x2,0--3,0mm -- --
Draadaanvoersnelheid 0,2--4,0 m/min 0,2--4,0 m/min 0,2--4,0 m/min 0,2--15 m/min 0,2--4,0 m/min Remmoment remnaaf 1,5 Nm 1,5 Nm 1,5 Nm 1,5 Nm 1,5 Nm Draadgewicht, max. 2x30 kg 2x30 kg 4x30 kg 30 kg 2x30 kg Inhoud poederhouder
(Mag niet met voorverwarmd poe­der worden gevuld)
Gewicht (excl. draad en poeder) 50 kg 50 kg 100 kg 15 kg 50 kg Zijwaartse helling, max. 25_ 25_ 25_ 25_ 25_ Instelbereik , glijder *
handgedreven motoraandrijving (kogelgelagerd)
Continue A--gewogen geluiddruk 68 dB 68 dB 68 dB 83 dB 68 dB
800 A 1000 A AC/DC
10 l 10 l 10 l -- 1l
210 mm 300 mm
1500 A
--
AC/DC
210 mm 300 mm
1500 A
--
AC/DC
210 mm 300 mm
600 A
--
AC/DC
210 mm 300 mm
1500 A
--
AC/DC
60 mm
*) N.B. Ook verkrijgbaar met een ander instelbereik.
3.4 Lasmethode
UP--lassen
Voor UP--lassen moet u altijd gebruik maken van laskop A6 SF die verkrijgbaar is in de volgende uitvoeringen.
S UP Light duty
UP light duty met één contactstuk Ø 20 mm die een belasting toelaat tot 800 A ( 100%) resp. 1000 A (60%).
S UP Heavy duty
UP heavy duty met één contactstuk Ø 35 mm die een belasting toelaat tot 1500 A.
Beide uitvoeringen kunnen worden voorzien van aanvoerrollen voor lassen met en­kele of dubbele draad (twinarc). Voor holle draad zijn er speciale geribbelde aan­voerrollen die een zekere doorvoer van de draad garanderen zonder dat deze wordt vervormd vanwege een te hoge aanvoerdruk.
Voor het werken in kleine ruimtes (kleiner dan 50 cm) is er een speciale laskop van het type A6 SFE1C die desgewenst op de Mastertrac kan worden gemonteerd.
ffa9d1ha
-- 1 1 2 --
Page 7
NL
Tandem--lassen (UP)
Gebruik voor het tandemlassen altijd laskop A6 SFE2 die op 2 lasstroombronnen en op 2 besturingskastjes A2--A6 Process Controller moet worden aangesloten.
In de tandemlaskop zitten 2 eenvoudige laskoppen (A6 SF) met ieder een contact­mondstuk. Elk contactmondstuk wordt met max. 1500 A belast.
MIG/MAG--lassen
Maak voor MIG/MAG--lassen gebruik van laskop A6 SG. Deze laskop is bestand tegen een piekbelasting van 600 A. De laskop is watergekoeld en het koelwater wordt aangesloten via slangen op de daarvoor bedoelde aansluitingen.
3.5 Uitrusting
In een complete laskop is inbegrepen een aanvoermotor (A6 VEC) voor de aanvoer van de draad en een contactuitrusting die de draad voorziet van stroom en zorgt voor een goed contact.
Contactuitrustingen zijn in verschillende uitvoeringen verkrijgbaar.
S De A6 SF wordt gebruikt voor UP --lassen. S De A6 SG wordt gebruikt voor MIG/MAG--lassen.
Voorbeeld van een A6 SFE1 en A6 SFE2 1 Richtrolleneenheid.
2 Contactuitrusting bestaande uit
contactmondstuk, contactstuk en poederbuis.
3 Hoekglijder. 4 Glijder
(aangedreven door motor of met de hand).
5 Motor met overbrenging (A6 VEC). 6 Draadtrommel. 7 Poederhouder
(soms met erop gemonteerde cycloon).
Voorbeeld van een A6 SGE1 1 Richtrolleneenheid.
2 Contactuitrusting bestaande uit contactstuk,
gasmondstuk en waterslang.
3 Hoekglijder. 4 Glijder (aangedreven door motor of met de hand). 5 Motor met overbrenging (A6 VEC). 6 Draadtrommel. 7 Richteenheid voor dunne draden (Accessoires). 8 Draadgeleider.
ffa9d1ha
-- 1 1 3 --
Page 8
NL
Voorbeeld van de A6 SFE1C die kan worden g ep laatst op een A6 Mastertrac 1 Richtrolleneenheid.
2 Contactuitrusting bestaande uit contactmondstuk, contactstuk en poederbuis. 3 Glijder (aangedreven door motor). 4 Motor met overbrenging (A6 VEC). 5 Poederhouder (1 l).
De aansluitingen voor UP-- resp. MIG/MAG--lassen staan aangegeven in het systeemschema op pag. 115.
4 INSTALLATIE
4.1 Algemeen
De installatie mag alleen door bevoegd personeel worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING!
Met roterende delen loopt men het risico beklemd te raken. Wees daarom extra voorzichtig.
4.2 Montage
De lasautomaten kunnen heel eenvoudig op op rails lopende wagentjes of laskranen worden gemonteerd met 4 bouten (M10x40).
4.3 Aansluitingen
1. Sluit de A2--A6 Process Controller (PEH) aan op de lasautomaat zoals aangegeven in het aansluitschema in de servicehandleiding van de A2--A6 Process Controller (PEH).
Zie de gebruiksaanwijzing van de A2--A6 Process Controller (PEH) voor meer informatie.
ffa9d1ha
-- 1 1 4 --
Page 9
NL
2. Sluit A6--laskoppen aan zoals aangegeven in onderstaande figuur.
POEDERBOOGLASSEN UP
S Sluit de besturingskabel (7) aan tussen de lasstroombron (8) en het
besturingskastje A2--A6 Process Controller (PEH) (2).
S Sluit de r etourkabel (11) aan tussen de lasstroombron (8) en het werkstuk (9). S Sluit de laskabel (10) aan tussen de lasstroombron (8) en de lasautomaat (1). S Sluit de m eetkabel (12) aan tussen de lasstroombron (8) en het werkstuk (9).
GASMETAALBOOGLASSEN MIG/MAG
S Sluit de besturingskabel (7) aan tussen de lasstroombron (8) en het
besturingskastje A2--A6 Process Controller (PEH) (2).
S Sluit de r etourkabel (11) aan tussen de lasstroombron (8) en het werkstuk (9). S Sluit de laskabel (10) aan tussen de lasstroombron (8) en de lasautomaat (1). S Sluit de gasslang (5) aan tussen de reduceerklep (6) en de gasklep van de
lasautomaat (13).
S Sluit de slangen voor het koelwater (3) aan tussen het koelaggregaat (4) en
de lasautomaat (1).
S Sluit de m eetkabel (12) aan tussen de lasstroombron (8) en het werkstuk
(9).
ffa9d1ha
-- 1 1 5 --
Page 10
NL
5 INGEBRUIKNAME
5.1 Algemeen
De algemene veiligheidsvoorschriften voor h et gebruik van de hier beschre­ven uitrusting vindt u op pagina 110. Lees deze voorschriften zorgvuldig door, voordat u de uitrusting in gebruik neemt.
S Kies draadtype en laspoeder of inert gas zodanig, dat de neerslag van de eigen
las wat analyse betreft zoveel mogelijk overeenkomt met het basismateriaal. Kies de draadafmeting en de lasgegevens volgens de aanbevolen waarden van de leverancier van het toegevoegde materiaal.
S Een zorgvuldige voorbewerking van de naad is noodzakelijk voor een goed
lasresultaat. LET OP! Er mogen geen ongelijke naadopeningen in de lasnaad voorkomen.
S Om het risico van warmtebarstjes te vermijden moet de breedte van de las
groter zijn dan de indringingsdiepte.
S Las altijd een proefwerkstuk met hetzelfde type naad en dezelfde plaatdikte als
het productiewerkstuk.
S Zie de gebruiksaanwijzing van de A2--A6 Process Controller (PEH) voor de
besturing en instelling van de lasautomaat en de lasstroombron.
S Voor vervanging van slijtende onderdelen, zie de tabel op pag. 204.
5.2 Beginnen
Laden van de lasdraad.
S Demonteer de draadtrommel (1) van de
remnaaf (2) en maak de zijkant (3) los.
S Plaats de draadspoel op de draadtrommel (1). S Knip de hechtdraden rond de draadspoel af. S Monteer de zijkant (3). S Monteer de draadtrommel (1) op de remnaaf (2).
Let erop dat de positie van de transporteur (4) juist is.
N.B. De max. hellingshoek van de draadbobine is 25°. Bij een te sterke helling ontstaat er slijtage aan het borgmechanisme van de remnaaf en glijdt de draadbobine van de remnaaf.
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de draadbobine van de remnaaf glijdt;
S
Vergrendel de bobine met behulp van de rode knop, volgens de instructie die naast de remnaaf staat.
ffa9d1ha
-- 1 1 6 --
Page 11
NL
S Controleer of de aanvoerrol (1) en de contactklauwen
resp. de contactmondstukken (3) de juiste afmetingen hebben voor de gekozen draadafmeting.
S Trek het uiteinde van de draad te voorschijn door de
richtrolleneenheid (2). Bij draden met een diameter groter dan 2 mm: maak 0,5 m van de draad recht en voer deze handmatig door de richtrolleneenheid.
S Plaats het draadeinde in het spoor van de aanvoerrol (1). S Stel de draaddruk tegen de aanvoerrol in m et knop (7).
N.B. Niet harder aanspannen dan nodig is voor een zekere aanvoer.
S Drukbout (8) mag niet worden gedemonteerd (betreft
UP Heavy duty).
S Transporteer de draad 30 mm door op op het
besturingskastje A2--A6 Process Controller te drukken.
S Richt de draad door bij te stellen met knop (6).
Voor dunne draad kan een speciale richteenheid voor dunne draad (4) worden gebruikt voor zowel enkele als dubbele draden.
UP
MIG/MAG
Let erop dat de richteenheid goed staat ingesteld zodat de draad recht door de contactklauwen resp. het contactmondstuk naar buiten komt.
Gebruik altijd stuurbuis (5) voor een zekere aanvoer van dunne draad (1,6--2,5 mm).
Gebruik bij MIG/MAG--lassen met een draadafmeting < 1,6 mm een stuurspiraal, die in de stuurbuis (5) wordt geplaatst.
Vervangen van aanvoerrol
S Enkele draad
S Maak de knoppen (3) en (4) los. S Maak de handknop (2) los. S Vervang de aanvoerrol (1). Deze zijn gemerkt met de
resp. draadafmetingen.
S Dubbele draad (Twin arc)
S Vervang de aanvoerrol (1) met dubbel spoor op dezelfde manier
als bij de enkele draad.
S LET OP! Vervang ook de drukrol (5). De speciale bolvormige drukrol voor
dubbele draad vervangt de standaard drukrol voor enkele draad.
S Monteer de drukrol met een speciale astap (best. nr. 0146 253 001).
S Holle draad (voor geribbelde rollen)
S Vervang de aanvoerrol (1) en de drukr ol (5) paarsgewijs voor de resp.
draadafmetingen. N.B. Voor de drukrol is een speciale astap nodig (best. nr. 0212 901 101).
S Haal de drukbouten (4) met gematigde druk aan, zodat de holle draad niet
wordt vervormd.
ffa9d1ha
-- 1 1 7 --
Page 12
NL
Contactuitrustingen voor UP--lassen. S Voor enkele draad 3,0 -- 4,0 mm. Light d uty (D20)
Gebruik de richtrolleneenheid (3), het contactstuk (1) D 20 met het contactmondstuk (2) (M12--schroefdraad).
S Haal het contactmondstuk (2) met een sleutel aan om
een goed contact te verkrijgen.
S Voor enkele draad 1,6 -- 2,5 mm UP. Light duty (D20)
Gebruik de richtrolleneenheid (3), het contactstuk (1) D 20 met het contactmondstuk (2) (M12 --schroefdraad) en een aparte richteenheid voor dunne draad (4) met stuurbuis (6).
S Monteer de beugel (7) met de stuurbuis (6) in het
M12--gat in de richtrolleneenheid (3). De stuurbuis (6) moet de onderkant van het contactmondstuk (2) raken.
S Kort de stuurbuis evt. in zodat de aanvoerrol (5) vrij kan
lopen.
S Monteer de richteenheid voor dunne draad (4) op de
bovenkant van de beugel voor de richtrolleneenheid (3).
S Voor enkele draad 3,0 -- 6,0 mm. Heavy duty (D35)
Gebruik de richtrolleneenheid (3), het contactstuk (1) D35 met de contactklauwen (2).
S Monteer de ene contactklauw met de meegeleverde
M5--bouten in het vaste contactstuk (a).
S Monteer de andere contactklauw in de losse helft van
het gedeelde contactstuk (b) onder de bout (8) en haal stijf aan, zodat een goed contact wordt verkregen tussen de contactklauwen en de draad.
S Voor holle draad 1,6 mm -- 4,0 mm (D20 en D35)
(Accessoires).
Als er contactklauwen (D35) worden gebruikt, moet de druk boven de contactklauwen met gematigde kracht worden aangehaald, zodat de holle draad niet wordt vervormd. Let erop dat er een goede contactovergang naar de holle draden wordt verkregen.
S Instelling van de draad bij tandemlassen.
S De afstand tussen de eerste en de tweede draad mag niet zo groot zijn dat
de slak al tussen de draden kan stollen.
S Let erop dat er tussen de eerste en de tweede draad een goede poederbe-
kleding zit.
ffa9d1ha
-- 1 1 8 --
Page 13
NL
S Voor dubbele draad 2 x 2,0 -- 3,0 Heavy Twin (D35) (Accessoires).
Gebruik de richtrolleneenheid (3), het contactstuk (1) D35 met de contactklauwen (2).
S Monteer de ene contactklauw met de meegeleverde
M5--bouten in het vaste contactstuk (a).
S Monteer de andere contactklauw in de losse helft van
het gedeelde contactstuk (b) onder de bout (8) en haal stijf aan, zodat een goed contact wordt verkregen tussen de contactklauwen en de draad.
S Voor dubbele draad 2 x 1,2 -- 2,0 mm, Light Twin (D35) (Accessoires).
Gebruik de richtrolleneenheid (3), het contactstuk (1) D35 met de twinadapter (9) en 2 contactmondstukken (2) (M6--schroefdraad) en een aparte richteenheid voor dunne draad (4) met twee stuurbuizen (6). Gebruik voor dubbele draad < 1,6 mm een stuurspiraal die in elke stuurbuis afzonderlijk wordt geplaatst.
S Monteer de twinadapter (9) voor de M6--contact-
mondstukken (2) met de M 5--bout in het vaste deel van het gedeelde contactstuk (1).
S Monteer de beugel (7) met de stuurbuizen (6) in het
M12--gat van de standaard richtrolleneenheid (3). De stuurbuizen m oeten de onderkant van de twinadapter (9) voor het contactmondstuk (2) raken.
S Haal de contactmondstukken (2) met een sleutel aan,
zodat er een goed contact wordt verkregen.
S Kort de stuurbuis (6) evt. in zodat de aanvoerrol (5) vrij
loopt.
S Instelling van de draad bij Twinarc--lassen:
S Stel de draden in de naad op een optimaal lasresultaat in door het
contactstuk te draaien. De beide draden kunnen zodanig worden gedraaid dat ze na elkaar zijn geplaatst op één lijn met d e naad of in een willekeurige positie tot 90_ haaks op de naad, d.w.z. met één draad aan elke zijde van de naad.
ffa9d1ha
-- 1 1 9 --
Page 14
NL
Contactuitrustingen voor MIG/MAG--lassen. S Voor enkele draad 1,6 -- 2,5 mm (D35)
Gebruik de richtrolleneenheid (3), het contactstuk (1) D35 met het contactmondstuk (2) (M10--schroefdraad).
S Haal het contactmondstuk (2) met een sleutel aan, zodat
er een goed contact wordt verkregen.
S Monteer de beugel (7) met de stuurbuis (6) in het M12--gat
in de standaard richtrolleneenheid (3). De stuurbuis (6) moet de onderkant van het contactmondstuk (2) raken.
S Kort de stuurbuis (6) evt. in zodat de aanvoerrol (5) vrij
loopt.
S Voor enkele draad < 1,6 mm (D35)
Gebruik de richtrolleneenheid (3), het contactstuk (1) D35 met het contactmondstuk (2) (M12--schroefdraad), de richteenheid voor dunne draad (4) met de stuurbuis (6) en een stuurspiraal die in de stuurbuis (6) wordt geplaatst.
S Monteer de beugel (7) met de stuurbuis (6) in het
M12--gat in de standaard richtrolleneenheid (3). De stuurbuis (6) moet de onderkant van het contactmondstuk (2) raken.
S Kort de stuurbuis evt. in zodat de aanvoerrol (5) vrij
loopt.
S Monteer de richteenheid voor dunne draad (4) aan de
bovenkant van de beugel voor de richtrolleneenheid (3).
S Sluit het koelwater en het gas aan (MIG/MAG--lassen).
Bijvullen van laspoeder (UP--lassen)
S Sluit de poederklep van de poederhouder. S Maak eventueel de cycloon van de poederzuiger los. S Vul de houder met laspoeder. N.B. Het laspoeder moet droog zijn. Vermijd
zoveel mogelijk het gebruik van agglomererend laspoeder buitenshuis en in vochtige omgevingen.
S Plaats de poederslang zodanig dat de poederslang niet dubbelvouwt. S Stel de hoogte van het poedermondstuk boven de las zodanig in, dat een goede
poederhoeveelheid wordt verkregen. De poederbekleding moet zo dik zijn, dat de vlamboog niet doorslaat.
5.3 Ombouw van de A6 SFE1 (UP--lassen) tot MIG/MAG--lassen
Monteren volgens bijgeleverde gebruiksaanwijzing voor de ombouwset.
5.4 Ombouw van de A6 SFE1 / A6 SFE2 (UP--lassen) tot Twinarc
Monteren volgens bijgeleverde gebruiksaanwijzing voor de ombouwset.
ffa9d1ha
-- 1 2 0 --
Page 15
NL
6 ONDERHOUD
6.1 Algemeen
BELANGRIJK! Schakel de netspanning uit, voordat u onderhoud pleegt.
Voor het onderhoud van de bedieningsdoos A2--A6 Process Controller (PEH), zie gebruiksaanwijzing.
6.2 Dagelijks
S Zorg dat de bewegende delen van de lasautomaat vrij blijven van laspoeder en
stof.
S Controleer of het contactmondstuk en alle elektrische leidingen zijn aangesloten. S Controleer of alle schroefverbindingen aangehaald zijn en of de besturing en de
aandrijfrollen niet versleten of beschadigd zijn.
S Controleer het remkoppel van de remnaaf. Het mag niet zo klein zijn dat de
draadtrommel blijft roteren, wanneer de draadtoevoer stopt en het mag niet zo groot zijn dat de toevoerrollen slippen. De richtwaarde voor het remkoppel van een draadtrommel van 30 kg is 1,5 Nm.
Remkoppel bijstellen:
S Zet de vergrendelknop (2) in
vergrendelde stand.
S Duw een schroevendraaier in
de veren van de naaf.
S Als u de veer (1) rechtsom draait,
wordt een lager remkoppel verkregen.
N.B. Draai evenveel aan alle veren.
6.3 Periodiek
S Controleer elk kwartaal de koolborstels van de draadmotor, vervang ze wanneer
ze verslete n zijn tot 6 mm.
S Controleer de schuiven, smeer ze indien ze klemmen. S Controleer de draadbesturing, de aandrijfrollen en het contactmondstuk van de
draad aanvoereenheid. Vervang versleten of beschadigde componenten (zie onderdelenlijst op blz. 207).
ffa9d1ha
-- 1 2 1 --
Page 16
NL
7 STORINGZOEKEN
Uitrusting S Gebruiksaanwijzing bedieningsbox A2--A6 Process Controller
(PEH).
S Gebruiksaanwijzing motor met overbrenging A6 VEC
best.nr. 0443 393.
Controleer S of de lasstroombron is ingesteld op de juiste netspanning
S of alle 3 fasen spanning hebben (fasevolgorde niet belangrijk) S of de lasleidingen en hun aansluitingen niet beschadigd zijn S of de bedieningselementen in de gewenste positie staan S of de netspanning uitgeschakeld is voordat u begint te repareren
MOGELIJKE STORINGEN
1. Symptoom De ampère-- en voltwaarden vertonen grote variaties op het display.
Oorzaak 1.1 Contactbekken of contactmondstuk versleten of verkeerde
afmeting.
Maatregel Vervang de contactbekken of het contactmondstuk. Oorzaak 1.2 De druk op de toevoerrollen is onvoldoende.
Maatregel Verhoog de druk op de toevoerrollen.
2. Symptoom De draadtoevoer is ongelijkmatig.
Oorzaak 2.1 De druk op de toevoerrollen is verkeerd ingesteld. Maatregel Wijzig de druk op de toevoerrollen.
Oorzaak 2.2 Verkeerde afmeting van de toevoerrollen. Maatregel Vervang de toevoerrollen.
Oorzaak 2.3 De gleuven in de toevoerrollen zijn versleten. Maatregel Vervang de toevoerrollen.
3. Symptoom De lasleidingen raken oververhit.
Oorzaak 3.1 Slechte elektrische aansluitingen. Maatregel Maak alle elektrische aansluitingen schoon en haal deze aan.
Oorzaak 3.2 De lasleidingen hebben een te kleine afmeting. Maatregel Vergroot de leidingdimensie of gebruik parallelle leidingen.
ffa9d1ha
-- 1 2 2 --
Page 17
NL
8 ACCESSOIRES
Handgedreven glijder 0154 465 xxx.................................................
Motorgedreven glijder 0334 333 xxx................................................
Hoekglijder 0671 171 580..........................................................
Contactuitrusting voor dubbele draad 2x1,2 -- 2x2,0 Light duty 0333 852 881............
Contactuitrusting voor dubbele draad 2x2,0 -- 2x2,5--3,0 Heavy duty 0417 959 881.......
Richtrolleneenheid voor enkele draad 0332 565 880...................................
Ombouwset A6 SFE1 voor MIG/MAG--lassen 0334 299 890...........................
Ombouwset A6 SFE1/A6 SFE2 voor Twin met richteenheid voor
dunne draden (Light duty) 0334 291 888............................................
Ombouwset A6 SFE1/A6 SFE2 voor Twin (Heavy duty) 0334 291 889...................
Controlelampje (D20) 0153 143 885.................................................
Adapter M6/M10 0147 333 001.....................................................
9 BESTELLEN VAN RESERVEONDERDELEN
Reserveonderdelen zijn te bestellen via de dichtstbijzijnde ESAB--vertegenwoordiger, zie de laatste pagina van dit boek. Geef bij bestelling altijd het machinetype, het se­rienummer en de aanduiding plus het onderdelennr. aan die staan aangegeven in de lijst met reserveonderdelen op pag. 207. Dit vergemakkelijkt het uitvoeren van de bestelling en garandeert een correcte lever­ing.
ffa9d1ha
-- 1 2 3 --
Page 18
ESAB subsidiaries and representative offices
Europe
AUSTRIA
ESAB Ges.m.b.H Vienna--Liesing Tel: +43 1 888 25 11 Fax: +43 1 888 25 11 85
BELGIUM
S.A. ESAB N.V . Brussels Tel: +32 2 745 11 00 Fax: +32 2 745 11 28
THE CZECH REPUBLIC
ESAB VAMBERK s.r.o. Prague Tel: +420 2 819 40 885 Fax: +420 2 819 40 120
DENMARK
Aktieselskabet ESAB Copenhagen--Valby Tel:+4536300111 Fax:+4536304003
FINLAND
ESAB Oy Helsinki Tel: +358 9 547 761 Fax: +358 9 547 77 71
FRANCE
ESAB France S.A. Cergy Pontoise Tel:+33130755500 Fax:+33130755524
GERMANY
ESAB GmbH Solingen Tel: +49 212 298 0 Fax: +49 212 298 218
GREAT BRITAIN
ESAB Group (UK) Ltd Waltham Cross Tel: +44 1992 76 85 15 Fax: +44 1992 71 58 03
ESAB Automation Ltd Andover Tel: +44 1264 33 22 33 Fax: +44 1264 33 20 74
HUNGARY
ESAB Kft Budapest Tel:+3612044182 Fax:+3612044186
ITALY
ESAB Saldatura S.p.A. Mesero (Mi) Tel:+3902979681 Fax:+390297289181
THE NETHERLANDS
ESAB Nederland B.V. Utrecht Tel: +31 30 2485 377 Fax: +31 30 2485 260
NORWA Y
AS ESAB Larvik Tel:+4733121000 Fax:+4733115203
POLAND
ESAB Sp.zo.o. Katowice Tel: +48 32 351 11 00 Fax: +48 32 351 11 20
PORTUGAL
ESAB Lda Lisbon Tel: +351 8 310 960 Fax: +351 1 859 1277
SLOVAKIA
ESAB Slovakia s.r.o. Bratislava Tel:+421744882426 Fax:+421744888741
SPAIN
ESAB Ibérica S.A. Alcalá de Henares (MADRID) Tel: +34 91 878 3600 Fax: +34 91 802 3461
SWEDEN
ESAB Sverige AB Gothenburg Tel:+4631509500 Fax:+4631509222
ESAB International AB Gothenburg Tel:+4631509000 Fax:+4631509360
SWITZERLAND
ESAB AG Dietikon Tel: +41 1 741 25 25 Fax: +41 1 740 30 55
North and South America
ARGENTINA
CONARCO Buenos Aires Tel: +54 11 4 753 4039 Fax: +54 11 4 753 6313
BRAZIL
ESAB S.A. Contagem--MG Tel: +55 31 2191 4333 Fax: +55 31 2191 4440
CANADA
ESAB Group Canada Inc. Missisauga, Ontario Tel: +1 905 670 02 20 Fax: +1 905 670 48 79
MEXICO
ESAB Mexico S.A. Monterrey Tel: +52 8 350 5959 Fax: +52 8 350 7554
USA
ESAB Welding & Cutting Products Florence, SC Tel: +1 843 669 44 11 Fax: +1 843 664 57 48
Asia/Pacific
CHINA
Shanghai ESAB A/P Shanghai Tel: +86 21 5308 9922 Fax: +86 21 6566 6622
INDIA
ESAB India Ltd Calcutta Tel: +91 33 478 45 17 Fax: +91 33 468 18 80
INDONESIA
P.T. ESABindo Pratama Jakarta Tel: +62 21 460 0188 Fax: +62 21 461 2929
JAPAN
ESAB Japan Tokyo Tel: +81 3 5296 7371 Fax: +81 3 5296 8080
MALAYSIA
ESAB (Malaysia) Snd Bhd Shah Alam Selangor Tel: +60 3 5511 3615 Fax: +60 3 5512 3552
SINGAPORE
ESAB Asia/Pacific Pte Ltd Singapore Tel: +65 6861 43 22 Fax: +65 6861 31 95
SOUTH KOREA
ESAB SeAH Corporation Kyungnam Tel: +82 55 269 8170 Fax: +82 55 289 8864
UNITED ARAB EMIRATES
ESAB Middle East FZE Dubai Tel: +971 4 887 21 11 Fax: +971 4 887 22 63
Representative offices
BULGARIA
ESAB Representative Office Sofia Tel/Fax: +359 2 974 42 88
EGYPT
ESAB Egypt Dokki--Cairo Tel: +20 2 390 96 69 Fax: +20 2 393 32 13
ROMANIA
ESAB Representative Office Bucharest Tel/Fax: +40 1 322 36 74
RUSSIA--CIS
ESAB Representative Office Moscow Tel:+70959379820 Fax: +7 095 937 95 80
ESAB Representative Office St Petersburg Tel:+78123254362 Fax: +7 812 325 66 85
Distributors
For addresses and phone numbers to our distributors in other countries, please visit our home page
www.esab.com
ESAB AB SE--695 81 LAXÅ SWEDEN Phone +46 584 81 000
www.esab.com
041227
Loading...