Booglassen en snijden kunnen gevaarlijk zijn voor uzelf en anderen. Neem
voorzorgsmaatregelen als u gaat lassen en snijden. Vraag uw werkgever naar de
veiligheidsmaatregelen. Deze moeten gebaseerd zijn op de gegevens van de
fabrikant.
ELEKTRISCHE SCHOK - Kan dodelijk zijn
•Installeer en aard de eenheid volgens de geldende standaarden
•Raak de elektrische onderdelen of elektroden niet aan met uw blote handen,
natte handschoenen of natte kleding
•Zorg dat u geïsoleerd van het werkstuk en aarde werkt
•Zorg voor een veilige werkhouding
ROOK EN GASSEN - Kunnen een gevaar opleveren voor uw gezondheid
•Houd uw hoofd uit de gevaarlijke lasrook
•Gebruik ventilatie en/of afzuiging bij de lasboog om gassen en rook uit uw
inademingsgebied en werkgebied af te voeren
BOOGSTRALEN - Kunnen de ogen beschadigen en de huid verbranden
•Bescherm uw ogen en lichaam. Gebruik het juiste lasscherm en de juiste
filterlens en draag beschermende kleding
•Bescherm omstanders m.b.v. schermen of lasgordijnen.
BRANDGEVAAR
•Vonken (spatten) kunnen brand veroorzaken. Zorg daarom dat er geen
brandbare materialen in de buurt zijn
LAWAAI - Te veel geluid kan uw gehoor beschadigen.
•Bescherm uw oren. Draag oorbeschermers of andere gehoorbescherming.
Bescherm uw oren. Draag oorbeschermers of andere gehoorbescherming
•Waarschuw omstanders voor de gevaren
STORING - Neem bij storingen contact op met een deskundige monteur.
Lees de instructiehandleiding vóór installatie of gebruik goed door.
BESCHERM UZELF EN ANDEREN!
De gebruikers van ESAB-apparatuur zijn er uiteindelijk verantwoordelijk voor erop toe te zien
dat iedereen die met of in de nabijheid van de apparatuur werkt, alle toepasselijke
veiligheidsmaatregelen in acht neemt. Deze veiligheidsmaatregelen moeten voldoen aan de
eisen die voor dit type apparatuur gelden. De volgende aanbevelingen moeten in acht
worden genomen naast de standaardvoorschriften die op de werkplek van kracht zijn.
Alle werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door daartoe getraind personeel dat goed
bekend is met de werking van de apparatuur. Onjuiste bediening van de apparatuur kan
leiden tot gevaarlijke situaties die letsel voor de gebruiker en schade aan de apparatuur tot
gevolg kunnen hebben.
1.Iedereen die de apparatuur gebruikt, moet bekend zijn met:
○ de werking ervan
○ de plaats van de noodstopknoppen
○ de werking ervan
○ de toepasselijke veiligheidsmaatregelen
○ het las- en snijproces of ander doelmatig gebruik van de apparatuur
2.De gebruiker moet ervoor zorgen dat:
○ er zich geen onbevoegde personen ophouden binnen het werkbereik van de
apparatuur wanneer deze wordt ingeschakeld
○ niemand onbeschermd is wanneer de lasboog wordt ontstoken of er met
werkzaamheden wordt begonnen
3.De werkplek moet:
○ geschikt zijn voor het beoogde doel
○ tochtvrij zijn
4.Persoonlijke beschermingsmiddelen:
○ Draag altijd de aanbevolen persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals een
De OPC-fluxopvangeenheid is bedoeld voor gebruik op stilstaande en transporteerbare
laseenheden, waar een kleine, compacte fluxopvangeenheid nodig is.
Maximaal toegestane luchtdruk: 6 kp/cm
2
Luchtverbruik bij verschillende drukken:
kp/cm²456
l/min175225250
Rubberen onderdelen in de fluxopvangeenheid zijn bestand tegen temperaturen die
optreden bij het gebruik van voorverwarmde flux van maximaal 220°C en
werkstuktemperaturen van maximaal 350°C.
LET OP!
Er moet een metalen fluxtrechter worden gebruikt.
Gegevens over de aanzuigcapaciteit vindt u in het hoofdstuk "ONDERHOUD" van deze
handleiding.
De OPC-fluxopvangeenheid bestaat uit:
1.Ejecteur, aangedreven door
perslucht.
De zijde van de ejecteur die wordt
aangesloten op de cycloon is
uitgerust met een flens.
Aan de andere kant van de
ejecteur zijn aansluitingen
aangebracht voor de zuigslang en
de persluchtslang van 1/4 inch.
2.Zuigslang, verbindt de
opvangeenheid met de zuigmond.
3.Zuigmond, beschikbaar in vier
uitvoeringen:
○ voor normale stomplassen
○ voor grotere stomplassen
○ voor hoeklassen, links
○ voor hoeklassen, rechts
4.Steun voor mondstuk, houdt het
mondstuk van de
fluxopvangeenheid op zijn plaats
boven de las.
5.Fluxtrechter, optionele
accessoires.
6.Cycloon, om de opgevangen flux
te scheiden van de lucht en deze
terug te voeren naar de
fluxtrechter. Aangebracht boven
de fluxtrechter.
1.Zorg ervoor dat de apparatuur correct is gemonteerd en dat alle slangen zijn
aangesloten.
2.Controleer of de fluxkraan is gesloten.
3.Vul de fluxtrechter met flux.
4.Open de fluxkraan, zodat de flux via het toevoermondstuk naar de lasnaad loopt.
5.Begin te lassen en start tegelijkertijd de aanzuigeenheid. Ongebruikte flux wordt
opgezogen door de zuigmond en de slang naar de cycloon, waar de flux van de slak
wordt gescheiden. De flux valt door de zeef in de fluxtrechter, terwijl de stoffige lucht
door de filterzak wordt gereinigd voordat deze wordt afgevoerd.
6.De maattekening is te vinden in het hoofdstuk "MAATTEKENING" van deze
handleiding.
1.Controleer of de rubberen voering van de cycloon onbeschadigd is en vervang deze
indien nodig.
2.Controleer of alle pakkingen en verbindingen goed afdichten.
3.Vervang de filterzak wanneer de zuigcapaciteit ontoereikend is, of na ongeveer 3-5
bedrijfsuren. De prestaties kunnen worden verbeterd door de filterzak tussen
vervanging uit te schudden.
*1 Luchtdruk (bar)
*2 Lassnelheid (m/min)
*3 Fluxgebied (mm)
*4 H=Hoogte in m
Op een zuighoogte van 0,8 m wordt de lassnelheid niet beïnvloed door het type flux.
Reserveonderdelen kunnen worden besteld via uw dichtstbijzijnde ESAB-dealer, zie
esab.com. Vermeld bij het bestellen altijd het type product, het serienummer, de
productaanduidingen en bestelnummers die u in de lijst met reserveonderdelen vindt. Dit
versnelt het verzenden en garandeert een juiste levering.
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd door een ervaren
persoon en elektrische werkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een
geschoolde elektricien. Gebruik uitsluitend aanbevolen reserveonderdelen.