ESAB A6 Mastertrac Instruction manual / Spare parts list (Replacement parts) [nl]

A6 Mastertrac
A6TF F1/ A6TF F1 Twin
Gebruiksaanwijzing
Valid for serial no. 940-xxx-xxxx0449 265 2009-10-05460
NEDERLANDS 4.........................................
Recht op wijzigingen zonder voorafgaande mededelingvoorbehouden.
-- 2 --
3
1 VEILIGHEID 5.......................................................
2 INLEIDING 8.........................................................
2.1 Algemeen 8................................................................
2.2 Lasmethode 8..............................................................
2.3 Definities 8.................................................................
2.4 Lassen op een horizontaal 8..................................................
2.5 Technische gegevens 9......................................................
2.6 Hoofdcomponenten A6TF F1 (OP), A6TF F1 Twin (OP) 10........................
2.7 Beschrijving van hoofdcomponenten 11.........................................
3 INSTALLATIE 12......................................................
3.1 Algemeen 12................................................................
3.2 Montage 12.................................................................
3.3 De remnaaf afstellen 12.......................................................
3.4 Aansluitingen 13.............................................................
4 GEBRUIK 14.........................................................
4.1 Algemeen 14................................................................
4.2 Laden van de lasdraad (A6TF F1/ A6TF F1 Twin) 15..............................
4.3 Vervangen van aanvoerrol (A6TF F1/ A6TF F1 Twin) 16..........................
4.4 Contactuitrustingen voor OP-lassen. 17.........................................
4.5 Bijvullen van laspoeder (OP-lassen) 18..........................................
4.6 Automatisch lasapparaat transporteren 19......................................
4.7 Ombouwen van de A6TF F1/ A6TF F1 Twin (OP-lassen) naar MIG/MAG-lassen 19...
4.8 Ombouwen van de A6TF F1 (OP-lassen) naar Twin-arc (dubbele draad) 19..........
5 ONDERHOUD 20......................................................
5.1 Algemeen 20................................................................
5.2 Dagelijks 20.................................................................
5.3 Periodiek 20.................................................................
6 STORINGZOEKEN 21.................................................
6.1 Algemeen 21................................................................
6.2 Mogelijke storingen 21........................................................
7 BESTELLEN VAN RESERVEONDERDELEN 21..........................
SLIJTAGEONDERDELEN 22..............................................
MAATSCHETS 25........................................................
RESERVEONDERDELENLIJST 27.........................................
TOCh
-- 4 --
NL
1 VEILIGHEID
De gebruiker van een ESAB lasuitrusting draagt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de veiligheidsmaatregelen die van toepassing zijn voor het personeel dat met of in de buurt van de installatie werkt. De veiligheidsm aatregelen moeten voldoen aan de eisen die aan dit type lasuitrusting gesteld worden. De inhoud van deze aanbevelingen moet beschouwd worden als een aanvulling op de normale regels die van toepassing zijn voor een werkplaats.
Alle handelingen moeten uitgevoerd worden door personeel dat goed op de hoogte is van de werking van de lasuitrusting. Een verkeerd maneuver kan tot een abnormale situatie leiden waardoor de operateur gewond kan raken en de machine beschadigd kan worden.
1. Al het personeel dat met de machine werkt, moet goed op de hoogte zijn van:
S de bediening S de plaats van de noodstop S de werking S de geldende veiligheidsvoorschriften S de lastechniek
2. De operateur moet controleren: S of er zich geen onbevoegden binnen het werkgebied van de lasuitrusting
bevinden, voor hij begint te werken.
S of er niemand op een onbeschermde plaats staat wanneer de lichtboog
wordt ontstoken.
S het werkgebied vrij van obstakels is.
3. De werkplaats moet:
S doelmatig zijn S tochtvrij zijn
4. Persoonlijke veiligheidsuitrusting S Draag altijd de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting zoals b.v.
een lasbril, onontvlambare kleding, lashandschoenen.
Opmerking! Draag geen veiligheidshandschoenen bij het vervangen van draad.
S Draag nooit loszittende kleding zoals sjaals, armbanden, ringen e.d. die
beklemd kunnen raken, of brandwonden kunnen veroorzaken.
5. Beveiliging tegen andere risico`s S Bepaalde stofdeeltjes kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. Daarom
moet er een ventilatie- en afzuigsysteem aanwezig zijn dat deze risico`s elimineert.
S Wees uiterst voorzichtig bij het vervangen van de draadhaspel, omdat het
uiteinde van de draad persoonlijk letsel kan veroorzaken.
SafeArcT NL
- 5 -
NL
6. Algemene veiligheidsvoorschriften
S Controleer of de aangeduide retourleiders goed aangesloten zijn. S Alleen bevoegd personeel mag aan de elektrische eenheden werken. S De benodigde brandblusuitrusting moet gemakkelijk bereikbaar zijn op een
duidelijk aangegeven plaats.
S Wanneer de lasuitrusting in gebruik is, mag hij niet gesmeerd worden en
mag er geen onderhoud uitgevoerd worden. Let op het volgende: S zorg dat de vrijloopkoppeling van de tandwielkast in de geblokkeerde stand
staat; S blokkeer de lasautomaat met blokken voor de wielen, als u bij de automaat
vandaan loopt om zo te voorkomen dat de automaat onbedoeld in beweging
kan komen; S controleer voorafgaand aan de laswerkzaamheden of de lasautomaat stabiel
staat; S de positie van de laskop en de draadhaspel is van invloed op het
zwaartepunt van de lasautomaat – een te hoog zwaartepunt maakt de
lasautomaat instabiel; S het verbruik van toevoerdraad en laspoeder leidt ertoe dat de
gewichtsverdeling zich wijzigt tijdens het lassen.
WAARSCHUWING!
Beknellingsgevaar! Draag geen veiligheidshandschoenen bij het vervangen van draad, draadaanvoerrollen en draadspoelen.
SafeArcT NL
- 6 -
NL
WAARSCHUWING
DE VLAMBOOG EN HET SNIJDEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN VOOR UZELF EN VOOR ANDEREN; DAAROM MOET U VOORZICHTIG ZIJN BIJ HET LASSEN. VOLG DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN UW WERKGEVER OP. ZE MOETEN GEBASEERD ZIJN OP DE WAARSCHUWINGSTEKST VAN DE PRODUCENT.
ELECTRISCHE SCHOK - Kan dodelijk zijn
S Installeer en aard de lasuitrusting volgens de geldende normen. S Raak delen die onder stroom staan en electroden niet aan met onbedekte
handen of met natte beschermuitrusting.
S Zorg ervoor dat u geïsoleerd staat van de aarde en van het werkstuk. S Zorg ervoor dat u een veilige werkhouding hebt.
ROOK EN GAS - Kunnen uw gezondheid schaden
S Zorg ervoor dat u niet met uw gezicht in de lasrook hangt. S Ververs regelmatig de lucht in de werkruimte en zorg ervoor dat de lasrook
en het gas afgezogen worden.
LICHTSTRALEN - Kunnen de ogen beschadigen en de huid verbranden
S Bescherm uw ogen en uw lichaam. Gebruik een geschikte lashelm met filter en
draag altijd beschermende kleding.
S Scherm uw werkruimte af met geschikte beschermmiddelen of gordijnen, zodat
niemand anders gewond kan raken.
BRANDGEVAAR
S De vonken kunnen brand veroorzaken. Zorg er daarom voor dat er geen
brandgevaarlijk materiaal in de buurt is.
LAWAAI - Geluidsoverlast kan het gehoor beschadigen
S Bescherm uw oren. Gebruik gehoorbeschermers of andere gehoorbescherming. S Waarschuw omstanders voor de gevaren.
BIJ DEFECTEN
S Neem contact op met een vakman.
SafeArcT NL
LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING GRONDIG DOOR VOOR U OVERGAAT TOT INSTALLATIE EN GEBRUIK.
BESCHERM UZELF EN DE ANDEREN!
- 7 -
NL
2 INLEIDING
2.1 Algemeen
De A6TF F1/ A6TF F1 Twin lasautomaat en is bedoeld voor poederdek van stompe- en hoeknaden.
De lasautomaat mag voor geen enkele andere toepassing gebruikt worden.
Ze zijn bestemd voor gebruik in combinatie met de PEK en de ESAB lasstroombron LAF of TAF.
2.2 Lasmethode
2.2.1 OP-lassen S OP Light duty
OP light duty met één contactstuk 20 mm dat een belasting toelaat tot 800 A (100%).
S OP Heavy duty
OP heavy duty met één contactstuk Ø 35 mm die een belasting toelaat tot 1500 A.
Deze uitvoering kan worden voorzien van aanvoerrollen voor enkel- en dubbeldraadslassen (twin-arc). Voor holle draden zijn speciale, geribbelde aanvoerrollen verkrijgbaar. De geribbelde aanvoerrollen zorgen voor een betrouwbare draadtoevoer zonder gevaar voor vervorming door een te hoge aanvoerdruk.
2.3 Definities
OP-lassen De lasrups wordt afgeschermd door een poederdek. OP Light duty Deze lasmethode is geschikt voor lagere stroomsterkten bij
gebruik van dunnere lasdraden.
OP Heavy duty Bij deze vorm van lassen is een hogere stroomsterkte
mogelijk en kunnen dikkere elektrodedraden worden gebruikt.
Twinarc-lassen Lasmethode waarbij met twee lasdraden in één en
dezelfde laskop wordt gelast.
2.4 Lassen op een horizontaal
De lasautomaten zijn in ontworpen voor laswerkzaamheden in het horizontale vlak.
A6TF F1/ A6TF F1 Twin is niet te gebruiken voor laswerkzaamheden op een hellend vlak.
hfa8d1ha
- 8 -
NL
2.5 Technische gegevens
A6TF F1 A6TF F1 Twin
Aansluitspanning 42 V AC 42 V AC Toegelaten belasting, intermittentie 100 %: 1500 A 1500 A Draaddimensies:
massieve enkele draad gevulde draad massieve dubbele draad
Draadtoevoersnelheid, maximum 4m/min 4m/min Remkoppel van de remnaaf 1,5 Nm 1,5 Nm Rijsnelheid 0,1-2,0 m/min 0,1-2,0 m/min Draadgewicht, maximum 30 kg 30 kg Inhoud poederreservoir (Mag niet gevuld worden met
voorverwarmd poeder)
Gewicht (excl. draad en poeder) 110kg 140kg Veiligheidsnorm IP10 IP10 EMC Classificatie Klasse A Klasse A
3,0-6,0 mm 3,0-4,0 mm 2x2,0-3,0 mm
10 l 10 l
3,0-6,0 mm 3,0-4,0 mm 2x2,0-3,0 mm
hfa8d1ha
- 9 -
NL
2.6 Hoofdcomponenten A6TF F1 (OP), A6TF F1 Twin (OP)
1. Wagen
2. Houder
3. Draadtoevoereenheid
4. Handbediend slede
5. Contactstuk
6. Motor met overbrenging (A6 VEC)
7. Poederhouder
Zie pagina 11 voor een beschrijving van de hoofdcomponenten.
8. Poederbuis
9. Poedermondstuk
10. Draadgeleider
hfa8d1ha
- 10 -
NL
2.7 Beschrijving van hoofdcomponenten
2.7.1 Wagen
De wagen is vierwielaangedreven. U kunt de wagen blokkeren met de blokkeerhendel (1).
2.7.2 Houder
Op de houder monteert u onder meer de bedieningskast, de draadtoevoereenheid en het poederreservoir.
2.7.3 Draadtoevoereenheid
De eenheid geleidt en voert de lasdraad in de het contactstuk.
2.7.4 Handbediend slede
U kunt de horizontale en verticale stand van de laskop instellen met de lineaire sleden. U kunt de hellingshoek traploos instellen met de ronde slede.
2.7.5 Contactstuk
Stuurt de lasstroom naar de draad tijdens het lassen.
2.7.6 Motor met overbrenging (A6 VEC)
De motor regelt de toevoer van lasdraad. Kijk in gebruiksaanwijzing 0443 393 xxx, voor meer informatie over de A6 VEC.
2.7.7 Poederhouder/ Poederbuis/ Poedermondstuk
Het poeder wordt in de vultrechter aangebracht en vervolgens naar het werkstuk gevoerd door de poederbuis en poedermondstuk.
Met de poederklep op de vultrechter wordt geregeld hoeveel poeder er vrijkomt. Zie “Bijvullen van laspoeder” op pagina 18.
hfa8d1ha
- 11 -
NL
3 INSTALLATIE
3.1 Algemeen
De installatie dient door een bevoegd persoon te worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING!
Met roterende delen loopt men het risico beklemd te raken. Wees daarom extra voorzichtig.
3.2 Montage
3.2.1 Draadtrommel (Accessoires)
Monteer de draadtrommel (1) op de remnaaf (2).
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de draadbobine van de remnaaf glijdt;
S
Vergrendel de bobine met behulp van de rode knop, volgens de instructie die naast de remnaaf staat.
3.3 De remnaaf afstellen
De naaf is al afgesteld bij aflevering, maar indien deze bijgesteld moet worden, volgt u onderstaande instructies. .Stel de remnaaf zo in dat de draad een beetje slap hangt als de draadtoevoer stopt.
S Remmoment aanpassen:
S Draai de rode hendel in de positie ”gesloten”. S Steek een schroevendraaier in de veren van de remnaaf.
Draai de veren rechtsom om het remmoment te verkleinen. Draai de veren linksom om het remmoment te vergroten. N.B.: Draai beide veren even ver door.
hfa8i1ha
- 12 -
NL
3.4 Aansluitingen
3.4.1 Algemeen
S Laat de aansluiting van de PEK aan bevoegd personeel over. Zie de
gebruikershandleiding 0460 948 xxx, 0460 949 xxx, 0459 839 036.
S Zie de gebruikershandleiding 0460 671 xxx, voor de aansluiting van de A6 GMH. S Zie de gebruikershandleiding 0460 670 xxx, voor de aansluiting van de A6 PAV.
3.4.2 Lasautomaat A6TF F1/ A6 TF F1 Twin (Poederbooglassen, OP)
1. Sluit de bedieningskabel (5) aan tussen de lasstroombron (3) en bedieningsbox PEK (2).
2. Sluit de retourleiding (6) aan tussen de lasstroombron (3) en het werkstuk (4).
3. Sluit de laskabel (7) aan tussen de lasstroombron (3) en de lasautomaat (1).
4. Sluit de meetleiding (8) aan tussen de lasstroombron (3) en het werkstuk (4).
hfa8i1ha
- 13 -
NL
4 GEBRUIK
4.1 Algemeen
Waarschuwing:
Hebt u de veiligheidsvoorschriften doorgenomen en deze begrepen?
Bedien de machine alleen wanneer dat het geval is!
De algemene veiligheidsvoorschriften voor het gebruik van de hier beschre­ven uitrusting vindt u op pagina 5. Lees deze voorschriften zorgvuldig door, voordat u de uitrusting in gebruik neemt.
Retourleiding
Alvorens te gaan lassen controleren of de retourleiding is aangesloten. Zie pagina 13
hfa8o1ha
- 14 -
NL
4.2 Laden van de lasdraad (A6TF F1/ A6TF F1 Twin)
1. Monteer de draadtrommel volgens de instructies op pagina 12.
2. Controleer of de aanvoerrol (1) en de contactwangen resp. de contactmondstuk­ken (3) de juiste afmetingen hebben voor de gekozen draadafmeting.
3. Voor A6TF F1 Twin: S Voer de draad door de draadgeleider (8).
4. Bij het lassen met fijne draad: S Voer de draad door de fijne draadtoevoereenheid ( 6).
Zorg ervoor dat de richteenheid correct is afgesteld zodat de draad recht uit de klembek of de contacttip (3)komt.
5. Trek het uiteinde van de draad te voorschijn door de Draadtoevoereenheid (2). S Bij draden met een diameter groter dan 2 mm: maak 0,5 m van de draad
recht en voer deze handmatig door de draadtoevoereenheid.
6. Plaats het draadeinde in het spoor van de aanvoerrol (1).
7. Stel de draaddruk tegen de aanvoerrol in met knop (4). S N.B. Niet harder aanspannen dan nodig is voor een zekere aanvoer.
8. Voer de draad tot 30 mm onder de contacttip door te drukken op op de regelkast PEK.
9. Richt de draad door bij te stellen met knop (5).
S Gebruik altijd stuurbuis (7) voor een zekere aanvoer van dunne draad
(1,6-2,5 mm).
hfa8o1ha
- 15 -
Loading...
+ 35 hidden pages