Rätt till ändring av specifikationer utan avisering förbehålles.
Ret til ændring af specifikationer uden varsel forbeholdes.
Rett til å endre spesifikasjoner uten varsel forbeholdes.
Oikeudet muutoksiin pidätetään.
Rights reserved to alter specifications without notice.
Änderungen vorbehalten.
Sous réserve de modifications sans avis préalable.
Recht op wijzigingen zonder voorafgaande mededeling voorbehouden.
Reservado el derecho de cambiar las especificaciones sin previo aviso.
Ci riserviamo il diritto di variare le specifiche senza preavviso.
Reservamo--nos o direito de alterar as especificações sem aviso prévio.
Esab Welding Equipment AB, S--695 81 Laxå Zweden, verklaart geheel onder eigen
verantwoordelijkheid dat lastoorts A2 SGF1 van het serienummer 930 in overeen stemming is met norm EN 60292 en EN 60204 conform de bepalingen in richtlijn
(89/392/EEG) met annex (93/68/EEG).
Johnny Sundin
Design Manager, Div Engineering
Esab Welding Equipment AB
695 81 LAXÅ
SWEDENTel: + 46 584 81000Fax: + 46 584 411721
2VEILIGHEID
De gebruiker van een ESAB--lasautomaat draagt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de
veiligheidsmaatregelen die van toepassing zijn voor het personeel dat met of in de buurt van het
systeem werkt.
De inhoud van deze aanbevelingen moet beschouwd worden als een aanvulling op de normale regels
die van toepassing zijn voor een werkplaats.
Alle bediening moet uitgevoerd worden volgens de gegeven instructies, en door personeel dat goed
op de hoogte is van de werking van de lasautomaat.
Een verkeerde manoeuvre, veroorzaakt door een verkeerde handeling, of een verkeerde inschakeling
van een functiesequentie, kan tot een abnormale situatie leiden waardoor de operateur gewond kan
raken en de machine beschadigd kan worden.
1.Al het personeel dat met de machine werkt, moet goed op de hoogte zijn van:
Sde bediening
Sde plaats van de noodstop
Sde werking
Sde geldende veiligheidsvoorschriften
2.De operateur moet controleren:
Sof er zich geen onbevoegden binnen het werkgebied van de lasautomaat bevinden, voor hij
begint te werken.
Sof er niemand op een verkeerde plaats staat wanneer de wagen of de slede verplaatst wor-
den.
3.In de werkplaats:
Smogen er geen machineonderdelen, gereedschap of ander materiaal liggen die de operateur
kunnen hinderen wanneer hij zich binnen het werkgebied verplaatst.
Smoet alles zo gerangschikt zijn dat aan de eis betreffende de bereikbaarheid van de nood-
stop voldaan wordt.
4.Persoonlijke veiligheidsuitrusting
SDraag altijd de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting zoals b.v. een lasbril, onont-
vlambare kleding, lashandschoenen.
SDraag nooit loszittende kleding zoals sjaals, armbanden e.d. die beklemd kunnen raken.
5.Overig
Onderdelen die onder spanning staan, zijn normaal beveiligd tegen aanraking.
SControleer of de aangeduide retourleiders goed aangesloten zijn.
SAlleen bevoegd personeel mag aan de elektrische eenheden werken.
SDe benodigde brandblusuitrusting moet gemakkelijk bereikbaar zijn op een duidelijk aange-
geven plaats.
SWanneer de lasautomaat in gebruik is, mag hij niet gesmeerd worden en mag er geen onder-
houd uitgevoerd worden.
fha8safh
-- 11 0 --
NL
WAARSCHUWING
DE VLAMBOOG EN HET SNIJDEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN VOOR UZELF
EN VOOR ANDEREN; DAAROM MOET U VOORZICHTIG ZIJN BIJ HET LASSEN.
VOLG DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN UW WERKGEVER OP. ZE
MOETEN GEBASEERD ZIJN OP DE WAARSCHUWINGSTEKST VAN DE
PRODUCENT.
ELECTRISCHE SCHOK -- Kan dodelijk zijn
SInstalleer en aard de lasuitrusting volgens de geldende normen.
SRaak delen die onder stroom staan en electroden niet aan met onbedekte
handen of met natte beschermuitrusting.
SZorg ervoor dat u geïsoleerd staat van de aarde en van het werkstuk.
SZorg ervoor dat u een veilige werkhouding hebt.
ROOK EN GAS -- Kunnen uw gezondheid schaden
SZorg ervoor dat u niet met uw gezicht in de lasrook hangt.
SVervers r egelmatig de lucht in de werkruimte en zorg ervoor dat de lasrook
en het gas afgezogen worden.
LICHTSTRALEN -- Kunnen de ogen beschadigen en de huid verbranden
SBescherm uw ogen en uw lichaam. Gebruik een geschikte lashelm met filter en
draag altijd beschermende kleding.
SScherm uw werkruimte af met geschikte beschermmiddelen of gordijnen, zodat
niemand anders gewond kan raken.
BRANDGEVAAR
SDe vonken kunnen brand veroorzaken. Zorg er daarom voor dat er geen
brandgevaarlijk materiaal in de buurt is.
LAWAAI -- Geluidsoverlast kan het gehoor beschadigen
SBescherm uw oren. Gebruik gehoorbeschermers of andere gehoorbescherming.
SWaarschuw omstanders voor de gevaren.
BIJ DEFECTEN
SNeem contact op m et een vakman.
fha8safh
LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING GRONDIG DOOR
VOOR U OVERGAAT TOT INSTALLATIE EN GEBRUIK.
BESCHERM UZELF EN DE ANDEREN!
-- 11 1 --
NL
3INLEIDING
3.1Algemeen
De lastoorts A2 SGF1 is bestemd voor het MIG/MAG--lassen van stompe naden en
hoeknaden.
De A2 SGF1 is bestemd voor gebruik in combinatie met de besturingsmodule
A2--A6 Process Controller en de lasstroombron LAF van ESAB.
U kunt de lastoorts met schuifsleden over de horizontale en verticale as verzetten.
De hoekbeweging kunt u traploos instellen met de hoekslede.
Met de draaiende bevestiging kunt u een stekende (vooruitlassen) of slepende hoek
(achteruitlassen) inste llen.
3.2Technische gegevens
A2 SGF1
Typ gas:Mengsel/ArCO
Toegelaten belasting, intermittentie 100 %:600 A DC650 A DC
Bij het MIG/MAG--lassen wordt de lasnaad door beschermgas beschermt.
De lastoorts wordt met water gekoeld dat via slangen de verschillende aansluitingen
binnenkomt.
fha8d1ha
-- 11 2 --
NL
3.4Uitrusting
Een complete lastoorts bestaat uit een transportmotor voor de toevoer van de
lasdraad en een contactelement dat de draad van stroom voorziet.
Voorbeeld van een A2 SGF1 met handbediende, lineaire sleden:
1.Draadtoevoereenheid met
vierwielaandrijving
2.Contactelement bestaande
uit een gasmondstuk, een
contactmondstuk en een
koelwaterslang
3.Hoekslede
4.Lineaire slede (met handbediening)
5.Transportmotor
6.Draadhaspel
7.Draadgeleider
8.Draaibare bevestiging
Voo rbeeld van een A2 SGF1 met lineaire sledes met motoraandrijving:
1.Draadtoevoereenheid met
vierwielaandrijving
2.Contactelement bestaande uit een
gasmondstuk, een contactmondstuk en
een koelwaterslang
3.Hoekslede
4.Lineaire slede (met motoraandrijving)
5.Transportmotor
6.Draadhaspel
7.Draadgeleider
8.Draaibare bevestiging
Het bedradingsschema voor MIG/MAG--lassen staat aangeven in het
systeemschema op pagina 115.
fha8d1ha
-- 11 3 --
NL
4INSTALLATIE
4.1Algemeen
De installatie dient door een bevoegd persoon te worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING!
Met roterende delen loopt men het risico beklemd te raken.
Wees daarom extra voorzichtig.
4.2Montage
U kunt de lastoorts met 4 bouten (M12) eenvoudig op een railwagen of op een
laskraan monteren.
Zorg ervoor dat de schroef niet tot op de bodem van de isolator gaat die een
schroefdraaddiepte heeft van 14 mm.
Voor (de)montage van de A6 sleden, zie de gebruikershandleiding 443 394 xxx.
Dit veiligheidsteken is geplaatst aan de buitenkant van de vertikale glijder.
fha8i1ha
-- 11 4 --
NL
4.3Aansluitingen
1.Laat de aansluiting van de A2--A6 Process Controller aan bevoegd personeel
over.
2.Zie de gebruikershandleiding 0443 403 xxx voor de aansluiting van de A6 GMD.
3.Zie de gebruikershandleiding 0443 403 xxx voor de aansluiting van de A6 PAK.
4.Sluit de lastoorts als volgt aan.
SSluit de stuurkabel (7) aan tussen de lasstroombron (8) en de
besturingsmodule A2--A6 Process Controller (2).
SSluit de terugvoerkabel (massadraad) (11) aan tussen de lasstroombron (8)
en het werkstuk (9).
SSluit de lasstroomkabel (10) aan tussen de lasstroombron (8) e n de lastoorts
(1).
SSluit de beschermgasslang (5) aan tussen de reduceerklep (6) en de
gasklep op de lastoorts (13).
SSluit de koelwaterslangen (3) aan tussen het koelaggregaat (4) en de
lastoorts (1).
SSluit de meetkabel (12) aan tussen de lasstroombron (8) en het werkstuk (9).
fha8i1ha
-- 11 5 --
NL
5GEBRUIK
5.1Algemeen
De algemene veiligheidsvoorschriften voo r het gebruik van de hier beschreven uitrusting vindt u op pagina 110. Lees deze voorschriften zorgvuldig door,
voordat u de uitrusting in gebruik neemt.
SKies het draadtype en het beschermgas zo dat het lasmateriaal qua
samenstelling zoveel mogelijk overeenkomt met het basisma ter iaal waarvan het
werkstuk gemaakt is. Bepaal de draadafmetingen en de lasparameters aan de
hand van de aanbevelingen van de leverancier.
SVoor de beste lasresultaten moet u de naad zorgvuldig voorbewerken.
OPGELET! Voorkom variaties in de breedte van de lasnaad.
SOm hittescheurtjes te voorkomen moet de breedte van de las groter zijn dan de
penetratiediepte.
SLas altijd eerst aan een proefwerkstuk met hetzelfde naadtype en dezelfde
plaatdikte als het productiewerkstuk.
SZie de gebruikershandleiding van de A2--A6 Process Controller voor de
bediening en instelling van de lastoorts en de lasstroombron.
SVoor informatie over het vervangen van onderdelen die onderhevig zijn aan
slijtage, zie de tabel op pagina 124.
5.2Ingebruikname
N.B. Een lastoorts in de MIG --uitvoering wordt zonder draadhaspel geleverd.
Draadhaspel monteren
SMonteer de draadhaspel (1) op de
remnaaf (2).
Zorg dat de meenemer in de juiste
stand (3) staat.
N.B. De max. hellingshoek van de draadbobine is 25°.
Bij een te sterke helling ontstaat er slijtage aan het
borgmechanisme van de remnaaf en glijdt de dr aadbobine van
de remnaaf.
BELANGRIJK!
Om te voorkomen dat de draadbobine van de remnaaf
glijdt; Vergrendel de bobine met behulp van de rode knop,
volgens de instructie die naast de remnaaf staat.
fha8o1ha
-- 11 6 --
NL
SGa na of de transportrollen (1 en 4) en het contactmondstuk (7) qua afmetingen
zijn afgestemd op de gekozen draadafmetingen.
N.B.
Op de achterzijde van de transportrollen staat de diameter (D) van de groef
aangegeven waarvoor de rollen bestemd zijn.
SNeen de druksensor (10) los en klap de drukarmen (11) omhoog.
STrek het uiteinde van de draad via de draadgeleidenippel (12) te voorschijn.
SBreng het uiteinde van de draad in de groef van de transportrol (1) aan en haal
de lasdraad door het tussenmondstuk (3) heen.
SBreng de lasdraad in de groef van de twee transportrol (4) aan en steek de
draad in het uitlaatmondstuk (9).
SKlap de drukarmen ( 11) omlaag en stel de draaddruk op de transportrollen (1 en
4) in door aan de druksensor (10) te draaien.
Het is belangrijk dat de druk niet te hoog is.
SRol een stuk lasdraad ter lengte van 30 mm af door een druk op de bijbehorende
de knopop de besturingsmodule A2--A6 Process Controller.
fha8o1ha
-- 11 7 --
NL
Transportrollen vervangen
SNeem de druksensor (10) los.
SKlap de drukarmen ( 11) omhoog
SDraai de bevestigingsschroeven (2) van de transportrollen vast.
SVervang de transportrollen.
SStel de draaddruk op de nieuwe transportrollen af.
fha8o1ha
-- 11 8 --
NL
Contactelement voor MIG/MAG--lassen
Maak gebruik van de draadtoevoereenheid (5), het contactelement D35 (6) en het
contactmondstuk (7). Kies aan de hand van het draadtype een draadgeleider met de
juiste afmetingen, zie de gebruikershandleiding dat bij het contactelement MTW 600
(0449 006 XXX) hoort.
SDraai het contactelement (6) met een inbusschroef (8) vast.
SDraai het contactmondstuk stevig aan om een goed contact te verkrijgen.
fha8o1ha
-- 11 9 --
NL
6ONDERHOUD
6.1Algemeen
N.B.
Als u zelf reparaties aan de machine uitvoert om eventuele storingen te verhelpen,
wijst ESAB alle verantwoordelijkheid af en kunt u geen aanspraken maken op
schadevergoeding of u beroepen op de garantie.
N.B. Bij alle onderhoudswerkzaamheden moet u de netspanning hebben
uitgeschakeld.
Voor het onderhoud aan de besturingsmodule A2--A6 Process Controller, zie de
gebruikershandleiding 0443 745 XXX.
6.2Dagelijks onderhoud
SHoud de bewegende onderdelen van de lastoorts schoon.
SControleer of alle contactmondstukken, alle elektrische bedrading en de slangen
zijn aangesloten.
SControleer of alle boutverbindingen goed vastzitten en ga na of de geleiding en
de transportrollen van de lasdraad soms slijtage of schade vertonen.
SControlleer het remkoppel van de remnaaf. Het mag niet zo klein zijn dat de
draadtrommel blijft roteren wanneer de draadtoevoer stopt en het mag niet zo
groot zijn dat de toevoerrollen slippen. De richtwaarde voor het remkoppel van
een draadtrommel van 30 kg is 1,5 Nm.
Remkoppel bijstellen:
SZet de vergrendelknopf (2) in
vergrendel de stand.
SDuw een schroeven draaier
in de 2 veren van de naaf.
SAls u de veer (1) rechtsom draait,
wordt een lager remkoppel verkregen.
SAls u de veer linksom draait, wordt een grotere remkoppel verkregen.
N.B. Draai evenveel aan alle veren.
fha8m1ha
-- 1 2 0 --
NL
6.3Periodiek onderhoud
SControleer het gasmondstuk en ontdoe het regelmatig van lasspatten.
SControleer de sleden en smeer deze, als ze mochten klemmen.
SControleer de draadgeleiding van de draadtoevoereenheid, de transportrollen en
het contactmondstuk. Vervang versleten of beschadigde onderdelen (zie
reserveonderdelen op pagina 191).
SBlaas de draadgeleider regelmatig schoon en reinig het gasmondstuk.
SMaak de onderdelen van het toevoermechanisme die onderhevig zijn aan slijta-
ge regelmatig schoon en vervang ze van tijd tot tijd om een feilloze draadtoevoer
te garanderen.
Let erop dat een te grote voorspanning aanleiding kan geven tot abnormale slijtage van de drukrol, de transportrol en de draadgeleider.
fha8m1ha
-- 1 2 1 --
NL
7STORINGZOEKEN
UitrustingSGebruiksaanwijzing voor de besturingsmodule A2-- A6 Process
Controller.
Zorg datSde lasstroombron is ingesteld op de juiste netspanning
Salle 3 fasen spanning voeren (fasevolgorde van geen betekenis)
Sde lasbedrading en de bijbehorende aansluitingen intact zijn
Sde bedieningselementen in de gewenste stand staan
Sde netspanning is uitgeschakeld, voo rdat u met reparatie -
werkzaamheden begint.
MOGELIJKE STORINGEN
1. SymptomHet amperage en het voltage op het display schommelt sterk
Oorzaak 1.1Het contactmondstuk is versleten of het heeft de verkeerde
afmetingen.
MaatregelVervang het contactmondstuk.
Oorzaak 1.2Verstopt gasmondstuk.
MaatregelVerwijder eventuele lasspatten.
2. SymptomDe draadtoevoer is onregelmatig
Oorzaak 2.1De druk op de transportrollen is verkeerd ingesteld.
MaatregelCorrigeer de druk.
Oorzaak 2.2De transportrollen hebben de verkeerde afmetingen.
MaatregelVervang de transportrollen.
Oorzaak 2.3De groeven in de transportrollen zijn versleten.
MaatregelVervang de transportrollen.
3. SymptomDe lasstroomkabels raken oververhit
Oorzaak 3.1Slechte elektrische aansluitingen.
MaatregelMaak alle elektrische aansluitingen schoon en trek ze stevig vast.
Oorzaak 3.2De lasstroomkabels die u gebruikt zijn niet grof genoeg.
MaatregelVervang de lasstroomkabels door grovere draden of sluit nieuwe
Reserveonderdelen zijn te bestellen via de dichtstbijzijnde ESAB--vertegenwoordiger,
zie de laatste pagina van dit boek. Geef bij bestelling altijd het machinetype, het serienummer en de aanduiding plus het onderdelennr. aan die staan aangegeven in de
lijst met reserveonderdelen op pag. 191.
Dit vergemakkelijkt het uitvoeren van de bestelling en garandeert een correcte levering.