Rätt till ändring av specifikationer utan avisering förbehålles.
Ret til ændring af specifikationer uden varsel forbeholdes.
Rett til å endre spesifikasjoner uten varsel forbeholdes.
Oikeudet muutoksiin pidätetään.
Rights reserved to alter specifications without notice.
Änderungen vorbehalten.
Sous réserve de modifications sans avis préalable.
Recht op wijzigingen zonder voorafgaande mededeling voorbehouden.
Reservado el derecho de cambiar las especificaciones sin previo aviso.
Ci riserviamo il diritto di variare le specifiche senza preavviso.
Reservamo--nos o direito de alterar as especificações sem aviso prévio.
Esab Welding Equipment AB, 695 81 Laxå Sweden, verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat lasautomaat A2 SFE1 / A2 SGE1 van serienummer 740 overeenkomt
met norm EN 60292 volgens richtlijn (89/392/EEG) van de Raad met toevoeging.
Paul Karlsson
Managing Director
Esab Welding Equipment AB
695 81 LAXÅ
SWEDENTel: + 46 584 81000Fax: + 46 584
12336
2VEILIGHEID
De gebruiker van een ESAB--lasautomaat draagt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de veiligheidsmaatregelen die van toepassing zijn voor het personeel dat met of in de buurt van het systeem
werkt.
De inhoud van deze aanbevelingen moet beschouwd worden als een aanvulling op de normale regels
die van toepassing zijn voor een werkplaats.
Alle bediening moet uitgevoerd worden volgens de gegeven instructies, en door personeel dat goed
op de hoogte is van de werking van de lasautomaat.
Een verkeerde manoeuvre, veroorzaakt door een verkeerde handeling, of een verkeerde inschakeling
van een functiesequentie, kan tot een abnormale situatie leiden waardoor de operateur gewond kan
raken en de machine beschadigd kan worden.
1.Al het personeel dat met de machine werkt, moet goed op de hoogte zijn van:
Sde bediening
Sde plaats van de noodstop
Sde werking
Sde geldende veiligheidsvoorschriften
2.De operateur moet controleren:
Sof er zich geen onbevoegden binnen het werkgebied van de lasautomaat bevinden, voor hij
begint te werken.
Sof er niemand op een verkeerde plaats staat wanneer de wagen of de slede verplaatst wor-
den.
3.In de werkplaats:
Smogen er geen machineonderdelen, gereedschap of ander materiaal liggen die de operateur
kunnen hinderen wanneer hij zich binnen het werkgebied verplaatst.
Smoet alles zo gerangschikt zijn dat aan de eis betreffende de bereikbaarheid van de nood-
stop voldaan wordt.
4.Persoonlijke veiligheidsuitrusting
SDraag altijd de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting zoals b.v. een lasbril, onont-
vlambare kleding, lashandschoenen.
SDraag nooit loszittende kleding zoals sjaals, armbanden e.d. die beklemd kunnen raken.
5.Overig
Onderdelen die onder spanning staan, zijn normaal beveiligd tegen aanraking.
SControleer of de aangeduide retourleiders goed aangesloten zijn.
SAlleen bevoegd personeel mag aan de elektrische eenheden werken.
SDe benodigde brandblusuitrusting moet gemakkelijk bereikbaar zijn op een duidelijk aange-
geven plaats.
SWanneer de lasautomaat in gebruik is, mag hij niet gesmeerd worden en mag er geen onder-
houd uitgevoerd worden.
dha5d1ha
-- 1 0 4 --
NL
WAARSCHUWING
DE VLAMBOOG EN HET SNIJDEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN VOOR UZELF EN VOOR ANDEREN; DAAROM MOET U VOORZICHTIG ZIJN BIJ HET LASSEN. VOLG DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN UW WERKGEVER OP. ZE MOETEN GEBASEERD ZIJN OP DE WAARSCHUWINGSTEKST VAN DE PRODUCENT.
ELECTRISCHE SCHOK -- Kan dodelijk zijn
SInstalleer en aard de lasuitrusting volgens de geldende normen.
SRaak delen die onder stroom staan en elektroden niet aan met onbedekte handen of met natte
beschermuitrusting.
SZorg ervoor dat u geïsoleerd staat van de aarde en van het werkstuk.
SZorg ervoor dat u een veilige werkhouding hebt.
ROOK EN GAS -- Kunnen u w gezondheid schaden
SZorg ervoor dat u niet met uw gezicht in de lasrook hangt.
SVervers regelmatig de lucht in de werkruimte en zorg ervoor dat de lasrook en het gas afgezo-
gen worden.
LICHTSTRALEN -- Kunnen de ogen beschadigen en de huid verbranden
SBescherm uw ogen en uw lichaam. Gebruik een geschikte lashelm met filter en draag altijd be-
schermende kleding.
SScherm uw werkruimte af met geschikte beschermmiddelen of gordijnen, zodat niemand an-
ders gewond kan raken.
BRANDGEVAAR
SDe vonken kunnen brand veroorzaken. Zorg er daarom voor dat er geen brandgevaarlijk mate-
riaal in de buurt is.
LAWAAI -- Geluidsoverlast kan het gehoor beschadigen
SBescherm uw oren. Gebruik gehoorbeschermers of andere gehoorbescherming.
SWaarschuw omstanders voor de gevaren.
BIJ DEFECTEN -- Neem contact op met een vakman.
LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING GRONDIG DOOR VOOR U
OVERGAAT TOT INSTALLATIE EN GEBRUIK.
BESCHERM UZELF EN DE
ANDEREN!
3INLEIDING
3.1Algemeen
Alle lasautomaten die in deze handleiding zijn opgenomen zijn bestemd voor UP-resp. MIG/MAG--lassen van stompe lassen en hoeklassen.
De laskoppen van ESAB zijn van het type A2 S. Ze zijn bestemd voor gebruik in
combinatie met de A2--A6 Process Controller en de ESAB lasstroombron LAF of
TAF.
De positie van de laskop kan horizontaal en verticaal worden ingesteld met de
liniaalglijders. De hoekbeweging wordt met de hoekglijder ingesteld.
3.2
UP--lassenDe lasrups wordt afgeschermd door een poederdek.
Definities
UP Light dutyDeze lasmethode is geschikt voor lagere stroomsterkten bij
gebruik van dunnere lasdraden.
MIG/MAG--lassenDe lasrups wordt afgeschermd met een beschermend
(edel) gas.
dha5d1ha
-- 1 0 5 --
NL
Tandem--lassenLasmethode waarbij met twee laskoppen tegelijk wordt ge-
last.
Twinarc--lassenLasmethode waarbij met twee lasdraden in één en dezelf-
de laskop wordt gelast.
3.3Technische gegevens
A2 SFE1A2 SGE1
UPMIG/MAG
LD D20
Toegestane belasting 100%800 AAC/DC600 A AC/DC
Draadafmetingen:
massieve enkele draad1,6--4,0 mm0,8--2,5 mm
holle draad1,6--4,0 mm1,2--3,2 mm
dubbele draad2x1,2--2,0 mm--
(Mag niet met voorverwarmd poeder worden gevuld)
Gewicht (excl. draad en poeder)50 kg15 kg
Zijwaartse helling, max.25_25_
Instelbereik , glijder *
handgedreven
*) N.B. Ook verkrijgbaar met een ander instelbereik.
6l--
90 mm90 mm
3.4Lasmethode
UP--lassen
Maak voor UP--lassen altijd gebruik van laskop A2 SF.
SUP Light duty
UP light duty met één contactstuk ∅ 20 mm dat een belasting toelaat tot 800 A
(100%).
Deze uitvoering kan worden voorzien van aanvoerrollen voor enkel-- en
dubbeldraadslassen (twinarc). Voor holle draden zijn speciale, geribbelde
aanvoerrollen verkrijgbaar. De geribbelde aanvoerrollen zorgen voor een
betrouwbare draadaanvoer zonder gevaar voor vervorming door een te hoge
aanvoerdruk.
MIG/MAG--lassen
Maak voor MIG/MAG--lassen gebruik van laskop A2 SG. Deze laskop is bestand
tegen een piekbelasting van 600 A.
De laskop is watergekoeld en het koelwater wordt aangesloten via slangen op de
daarvoor bedoelde aansluitingen.
dha5d1ha
-- 1 0 6 --
NL
3.5Uitrusting
In een complete laskop is inbegrepen een aanvoermotor voor de aanvoer van de
draad en een contactuitrusting die de draad voorziet van stroom en zorgt voor een
goed contact.
Contactuitrustingen zijn in verschillende uitvoeringen verkrijgbaar.
SDe A2 SF wordt gebruikt voor UP--lassen.
SDe A2 SG wordt gebruikt voor MIG/MAG --lassen.
Voorbeeld van een A2 SFE1
1.Richtrolleneenheid.
2.Contactuitrusting bestaande uit
contactmondstuk, contactstuk en
poederbuis.
3.Hoekglijder.
4.Glijder
5.Aanvoermotor
6.Draadtrommel.
7.Poederhouder (soms m et erop gemonteerde
cycloon).
Voorbeeld van een A2 SGE1
1.Richtrolleneenheid.
2.Contactuitrusting bestaande uit contactstuk,
gasmondstuk en waterslang.
3.Hoekglijder.
4.Glijder
5.Aanvoermotor
6.Draadtrommel.
7.Richteenheid voor dunne draden.
8.Draadgeleider.
De aansluitingen voor UP-- resp. MIG/MAG--lassen staan aangegeven in het
systeemschema op pag. 108.
dha5d1ha
-- 1 0 7 --
NL
4INSTALLATIE
4.1Algemeen
De installatie mag alleen door bevoegd personeel worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING!
Met roterende delen loopt men het risico beklemd te raken.
Wees daarom extra voorzichtig.
4.2Montage
De lasautomaten kunnen heel eenvoudig op op rails lopende wagentjes of laskranen
worden gemonteerd met 4 bouten.
4.3Aansluitingen
1.Sluit de A2--A6 Process Controller (PEH) aan op de lasautomaat zoals
aangegeven in het aansluitschema in de servicehandleiding van de A2--A6
Process Controller (PEH).
Zie de gebruiksaanwijzing van de A2--A6 Process Controller (PEH) voor meer
informatie.
2.Sluit A2--laskoppen aan zoals aangegeven in onderstaande figuur.
POEDERBOOGLASSEN UP
SSluit de besturingskabel (7) aan tussen de lasstroombron (8) en het
besturingskastje A2--A6 Process Controller (PEH) (2).
SSluit de retourkabel (11) aan tussen de lasstroombron (8) en het werkstuk (9).
SSluit de laskabel (10) aan tussen de lasstroombron (8) en de lasautomaat (1).
SSluit de meetkabel (12) aan tussen de lasstroombron (8) en het werkstuk (9).
dha5d1ha
-- 1 0 8 --
NL
GASMETAALBOOGLASSEN MIG/MAG
SSluit de besturingskabel (7) aan tussen de lasstroombron (8) en het
besturingskastje A2--A6 Process Controller (PEH) (2).
SSluit de retourkabel (11) aan tussen de lasstroombron (8) en het werkstuk (9).
SSluit de laskabel (10) aan tussen de lasstroombron (8) en de lasautomaat (1).
SSluit de gasslang (5) aan tussen de reduceerklep (6) en de gasklep van de
lasautomaat (13).
SSluit de slangen voor het koelwater (3) aan tussen het koelaggregaat (4) en
de lasautomaat (1).
SSluit de meetkabel (12) aan tussen de lasstroombron (8) en het werkstuk
(9).
dha5d1ha
-- 1 0 9 --
NL
5INGEBRUIKNAME
5.1Algemeen
De algemene veiligheidsvoorschriften voor het gebruik van de hier beschre ven uitrusting vindt u op pagina 104. Lees deze voorschriften zorgvuldig door,
voordat u de uitrusting in gebruik neemt.
SKies draadtype en laspoeder of inert gas zodanig, dat de neerslag van de eigen
las wat analyse betreft zoveel mogelijk overeenkomt met het basismateriaal.
Kies de draadafmeting en de lasgegevens volgens de aanbevolen waarden van
de leverancier van het toegevoegde materiaal.
SEen zorgvuldige voorbewerking van de naad is noodzakelijk voor een goed
lasresultaat.
LET OP! Er mogen geen ongelijke naadopeningen in de lasnaad voorkomen.
SOm het risico van warmtebarstjes te vermijden moet de breedte van de las
groter zijn dan de indringingsdiepte.
SLas altijd een proefwerkstuk met hetzelfde type naad en dezelfde plaatdikte als
het productiewerkstuk.
SZie de gebruiksaanwijzing van de A2--A6 Process Controller (PEH) voor de
besturing en instelling van de lasautomaat en de lasstroombron.
SVoor vervanging van slijtende onderdelen, zie de tabel op pag. 178.
5.2Beginnen
Laden van de lasdraad.
SDemonteer de draadtrommel ( 1) van de
remnaaf (2) en maak de zijkant (3) los.
SPlaats de draadspoel op de draadtrommel (1).
SKnip de hechtdraden rond de draadspoel af.
SMonteer de zijkant (3).
SMonteer de draadtrommel (1) op de remnaaf (2).
Let erop dat de positie van de transporteur (4)
juist is.
N.B. De max. hellingshoek van de draadbobine is 25°.
Bij een te sterke helling o ntstaat er slijtage aan het
borgmechanisme van de remnaaf en glijdt de draadbobine van
de remnaaf.
BELANGRIJK!
Om te voorkomen dat de draadbobine van de remnaaf
glijdt; Vergrendel de bobine met behulp van de rode knop,
volgens de instructie die naast de remnaaf
dha5d1ha
staat.
-- 11 0 --
NL
UPMIG/MAG
SControleer of de aanvoerrol (1) en de contactklauwen resp. de contactmondstuk-
ken (3) de juiste afmetingen hebben voor de gekozen draadafmeting.
STrek het uiteinde van de draad te voorschijn door de richtrolleneenheid (2). Bij
draden met een diameter groter dan 2 mm: maak 0,5 m van de draad recht en
voer deze handmatig door de richtrolleneenheid.
SPlaats het draadeinde in het spoor van de aanvoerrol (1).
SStel de draaddruk tegen de aanvoerrol in met knop (7). N.B. Niet harder
aanspannen dan nodig is voor een zekere aanvoer.
SVoer de draad 30 mm dan door op
op het besturingskastje A2--A6 Process
Controller te drukken.
SRicht de draad door bij te stellen met knop (6).
Voor dunne draad kan een speciale richteenheid voor dunne draad (4) worden
gebruikt voor zowel enkele als dubbele draden.
Let erop dat de richteenheid goed staat ingesteld zodat de draad recht door de
contactklauwen resp. het contactmondstuk naar buiten komt.
Gebruik altijd stuurbuis (5) voor een zekere aanvoer van dunne draad
(1,6--2,5 mm).
Gebruik bij MIG/MAG--lassen met een draadafmeting < 1,6 mm een stuurspiraal,
die in de stuurbuis (5) wordt geplaatst.
dha5d1ha
-- 11 1 --
NL
Vervangen van aanvoerrol
SEnkele draad
SMaak de knoppen (3) en (4) los.
SMaak de handknop (2) los.
SVervang de aanvoerrol (1). Deze zijn gemerkt met de
resp. draadafmetingen.
SDubbele draad (Twin arc)
SVervang de aanvoerrol (1) met dubbel spoor op dezelfde manier
als bij de enkele draad.
SLET OP! Vervang ook de drukrol (5). De speciale bolvormige drukrol voor
dubbele draad vervangt de standaard drukrol voor enkele draad.
SMonteer de drukrol met een speciale astap (best. nr. 0146 253 001).
SHolle draad (voor geribbelde rollen)
SVervang de aanvoerrol (1) en de drukrol (5) paarsgewijs voor de resp.
draadafmetingen. N.B. Voor de drukrol is een speciale astap nodig
(best. nr. 0212 901 101).
SHaal de drukbouten (4) met gematigde druk aan, zodat de holle draad niet
wordt vervormd.
Contactuitrustingen voor UP--lassen.
SVoor enkele draad 3,0 -- 4,0 mm. Light du t y (D20)
Gebruik de richtrolleneenheid (3), het contactstuk (1) D 20
met het contactmondstuk (2) (M12--schroefdraad).
SHaal het contactmondstuk (2) met een sleutel aan om
een goed contact te verkrijgen.
SVoo r enkele draad 1,6 -- 2,5 mm UP. Light dut y ( D20)
Gebruik de richtrolleneenheid (3), het contactstuk (1) D 20 met
het contactmondstuk (2) (M12--schroefdraad) en een aparte
richteenheid voor dunne draad (4) m et stuurbuis (6).
SMonteer de beugel (7) met de stuurbuis (6) in het
M12--gat in de richtrolleneenheid (3). De stuurbuis (6)
moet de onderkant van het contactmondstuk (2) raken.
SKort de stuurbuis evt. in zodat de aanvoerrol (5) vrij kan
lopen.
SMonteer de richteenheid voor dunne draad (4) op de
bovenkant van de beugel voor de richtrolleneenheid (3).
dha5d1ha
-- 11 2 --
NL
SVoor dubbele draad 2 x 1,2 -- 2,0 mm, Light Twin (D35) (Accessoires).
Gebruik de richtrolleneenheid (3), het contactstuk (1) D35
met de twinadapter (9) en 2 contactmondstukken (2)
(M6--schroefdraad) en een aparte richteenheid voor dunne
draad (4) met twee stuurbuizen (6). Gebruik voor dubbele
draad < 1,6 mm een stuurspiraal die in elke stuurbuis
afzonderlijk wordt geplaatst.
SMonteer de twinadapter (9) voor de M6--contact-
mondstukken (2) met de M5--bout in het vaste deel van
het gedeelde contactstuk (1).
SMonteer de beugel (7) met de stuurbuizen (6) in het
M12--gat van de standaard richtrolleneenheid (3). De
stuurbuizen moeten de onderkant van de twinadapter (9)
voor het contactmondstuk (2) raken.
SHaal de contactmondstukken (2) met een sleutel aan,
zodat er een goed contact wordt verkregen.
SKort de stuurbuis (6) evt. in zodat de aanvoerrol (5) vrij loopt.
SInstelling van de draad bij Twinarc--lassen:
SStel de draden in de naad op een optimaal lasresultaat in door het
contactstuk te draaien. De beide draden kunnen zodanig worden
gedraaid dat ze na elkaar zijn geplaatst op één lijn met de naad of in een
willekeurige positie to t 90_haaks op de naad, d.w.z. met één draad aan
elke zijde van de naad.
Contactuitrustingen voor MIG/MAG--lassen.
SVoor enkele draad 1,6 -- 2,5 mm (D35)
Gebruik de richtrolleneenheid (3), het contactstuk (1) D35
met het contactmondstuk (2) (M10--schroefdraad).
SHaal het contactmondstuk (2) met een sleutel aan, zodat
er een goed contact wordt verkregen.
SMonteer de beugel (7) met de stuurbuis (6) in het
M12--gat in de standaard richtrolleneenheid (3). De
stuurbuis (6) moet de onderkant van het contactmondstuk (2) raken.
SKort de stuurbuis (6) evt. in zodat de aanvoerrol (5)
vrij loopt.
dha5d1ha
-- 11 3 --
NL
SVoor enkele draad < 1,6 mm (D35)
Gebruik de richtrolleneenheid (3), het contactstuk (1) D35
met het contactmondstuk (2) (M12--schroefdraad), de
richteenheid voor dunne draad (4) m et de stuurbuis (6) en
een stuurspiraal die in de stuurbuis (6) wordt geplaatst.
SMonteer de beugel (7) met de stuurbuis (6) in het
M12--gat in de standaard richtrolleneenheid (3). De
stuurbuis (6) moet de onderkant van het contactmondstuk (2) raken.
SKort de stuurbuis evt. in zodat de aanvoerrol (5) vrij
loopt.
SMonteer de richteenheid voor dunne draad (4) aan de
bovenkant van de beugel voor de richtrolleneenheid (3).
SSluit het koelwater en het gas aan (MIG/MAG--lassen).
Bijvullen van laspoeder (UP--lassen)
SSluit de poederklep van de poederhouder.
SMaak eventueel de cycloon van de poederzuiger los.
SVul de houder met laspoeder. N.B.! De laspoeder moet droog zijn. Vermijd
zoveel mogelijk het gebruik van agglomererend laspoeder buitenshuis en in
vochtige omgevingen.
SPlaats de poederslang zodanig dat de poederslang niet dubbelvouwt.
SStel de hoogte van het poedermondstuk boven de las zodanig in, dat een goede
poederhoeveelheid wordt verkregen. De poederbekleding moet zo hoog zijn, dat
de vlamboog niet doorslaat.
5.3Ombouw van de A2 SFE1 (UP--lassen) tot MIG/MAG--lassen
SMonteren volgens bijgeleverde gebruiksaanwijzing voor de ombouwset.
5.4Ombouw van de A2 SFE1 (UP--lassen) tot Twinarc
SMonteren volgens bijgeleverde gebruiksaanwijzing voor de ombouwset.
dha5d1ha
-- 11 4 --
NL
6ONDERHOUD
6.1Algemeen
BELANGRIJK! Schakel de netspanning uit, voordat u onderhoud pleegt.
Voor het onderhoud van de bedieningsdoos A2--A6 Process Controller (PEH), zie
gebruiksaanwijzing.
6.2Dagelijks
SZorg dat de bewegende delen van de lasautomaat vrij blijven van laspoeder en
stof.
SControleer of het contactmondstuk en alle elektrische leidingen aangesloten zijn.
SControleer of alle schroefverbindingen aangehaald zijn en of de besturing en de
aandrijfrollen niet versleten of beschadigd zijn.
SControleer het remkoppel van de remnaaf. Het mag niet zo klein zijn dat de
draadtrommel blijft roteren wanneer de draadtoevoer stopt en het mag niet zo
groot zijn dat de toevoerrollen slippen. De richtwaarde voor het remkoppel van
een draadtrommel van 30 kg is 1,5 Nm.
Remkoppel bijstellen:
SZet de vergrendelknop (2) in
vergrendelde stand.
SDuw een schroevendraaier in
deveren van de naaf.
SAls u de veer (1) rechtsom draait,
wordt een lager remkoppel verkregen.
N.B. Draai evenveel aan alle veren.
6.3Periodiek
SControleer elk kwartaal de koolborstels van de draadmotor, vervang ze wanneer
ze versleten zijn tot 6 mm.
SControleer de schuiven, smeer indien ze klemmen.
SControleer de draadbesturing, de aandrijfrollen en het contactmondstuk van de
draad--aanvoereenheid. Vervang versleten of beschadigde componenten. (zie
onderdelenlijst op blz. 179).
dha5d1ha
-- 11 5 --
NL
7STORINGZOEKEN
UitrustingSGebruiksaanwijzing besturingskastje A2--A6 Process Controller
(PEH).
Controleer Sof de lasstroombron is ingesteld op de juiste netspanning
Sof alle 3 fasen spanning hebben (fasevolgorde niet belangrijk)
Sof de lasleidingen en hun aansluitingen niet beschadigd zijn
Sof de bedieningselementen in de gewenste positie staan
Sof de netspanning uitgeschakeld is voordat u begint te repareren
MOGELIJKE STORINGEN
1. SymptoomDe ampère-- en voltwaarden vertonen grote variaties op het
display.
Oorzaak 1.1Contactbekken of contactmondstuk versleten of verkeerde
afmeting.
MaatregelVervang de contactbekken of het contactmondstuk.
Oorzaak 1.2De druk op de toevoerrollen is onvoldoende.
MaatregelVerhoog de druk op de toevoerrollen.
2. SymptoomDe draadtoevoer is ongelijkmatig.
Oorzaak 2.1De druk op de toevoerrollen is verkeerd ingesteld.
MaatregelWijzig de druk op de toevoerrollen.
Oorzaak 2.2Verkeerde afmeting van de toevoerrollen.
MaatregelVervang de toevoerrollen.
Oorzaak 2.3De gleuven in de toevoerrollen zijn versleten.
MaatregelVervang de toevoerrollen.
3. SymptoomDe lasleidingen raken oververhit.
Oorzaak 3.1Slechte elektrische aansluitingen.
MaatregelMaak alle elektrische aansluitingen schoon en haal deze aan.
Oorzaak 3.2De lasleidingen hebben een te kleine afmeting.
MaatregelVergroot de leidingdimensie of gebruik parallelle leidingen.
Reserveonderdelen zijn te bestellen via de dichtstbijzijnde ESAB--vertegenwoordiger,
zie de laatste pagina van dit boek. Geef bij bestelling altijd het machinetype, het serienummer en de aanduiding plus het onderdelennr. aan die staan aangegeven in de
lijst met reserveonderdelen op pag. 179.
Dit vergemakkelijkt het uitvoeren van de bestelling en garandeert een correcte levering.
dha5d1ha
-- 11 7 --
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.