Assessment of compliance of the product with the
requirements relating to EMC was based on the
following standards:
EN 301 489-1/-3:V1.4.1 (2002-08)
The requirements relating to Electrical Safety was based
on the following standards:
EN 600950-1:2001
The requirements relating RF was based on the
following standard:
EN 300 220-1 :V1.3.1 (2000-09)
EN 300 220-3:V1.1.1 (2000-09)
DECLARATION DE CONFORMITE
SociétéROOS ELECTRONICS
Adresse/VilleBroekakkerweg 15, 5126 BD of
Boite postale 115, 5126 ZJ GILZE
PaysPays-Bas
Déclarons que le produit :
DescriptionSysteme d'alarme
Référence produitHA68, SA68P, SA68R, SA68M
Marque de commercialisation ELRO
Est certifié conforme aux exigences définies dans la
Directive du Conseil d'approximation des Etats Membres
suivante :
L'évaluation de conformité du produit par rapport aux
exigences de Compatibilité Electro Magnétique a été
effectuée sur la base des normes suivantes :
EN 301 489-1/-3:V1.4.1
Les exigences Electriques surette ont été vérifiées par
rapport a la norme suivante
EN 60950-1 :2001
Les exigences radio ont été vérifiées par rapport à la
norme suivante :
EN 300 220-1 :V1.3.1 (2000-09)
EN 300 220-3: V1.1.1 (2000-09)
ArtikelbeschreibungAlarm system
Artikel-Nr.:HA68, SA68P, SA68R, SA68M
Markenname:ELRO
Hiermit bestätigen wir, um die Anforderungen aus den
Richtlinien des Rates über die Annäherung der
Mitgliedsstaaten zu befolgen, die Anerkennung
folgender Richtlinien:
Die Bewertung des Produktes bezüglich der Anforderung
bezüglich EMC basiert auf den folgenden Standards:
EN 301 489-1/-3:V1.4.1
Die Anforderungen bezuglich Elektrisch Sicherheit
basiert auf den folgenden Standards:
EN 60950-1:2001
Die Anforderungen bezüglich RF basiert auf den
folgenden Standards:
EN 300 220-1 :V1.3.1 (2000-09)
EN 300 220-3:V1.1.1 (2000-09)
Authorized representative: Mr. Ad Netten
Date: 06.09.2005
NLNL
INHOUD SET
Het Alarmsysteem moet de volgende onderdelen bevatten:
3.6v grootte 1/2AA
Lithiumbatterij (voor
PIR Detector en
Magneet Contact )
3V CR2032 Lithium
cel (voor
afstandsbediening
BELANGRIJK
Controleer of alle voorwerpen die hierboven vernoemd worden in het pakket
zitten.
SA68P
Draadloze PIR-detector
SA68M
Draadloos Magneet
Contact
HA68 Bedieningspaneel
SA68R
Afstandsbediening
NLNL
-1--64-
INTRODUCTIE EN OVERZICHT
MEERDERE GEBRUIKERS (USERS)
Het systeem kan door 5 gebruikers bediend worden en wordt door een
hoofdgebruiker(Admin) geconfigureerd. Hierdoor kan het Event-log van het
systeem bijhouden welke gebruiker het systeem in- en uitschakelt. Elke
gebruiker heeft een verschillend Password(pincode). Bovendien kan de
mogelijkheid tot stemopname in 4 seconden de naam van de gebruiker opslaan;
deze kan dan toegepast worden met de Latch-key mogelijkheid.
Enkel de hoofdgebruiker heeft toegang tot de programmeerfuncties en enkel
deze persoon is in staat het systeem configureren.
Opmerking: Elke systeemgebeurtenis wordt opgeslagen.
INSCHAKELEN SYSTEEM (SYSTEM ARMING)
Het systeem heeft een Arm-modus en twee Partial Arm-modi. Arm schakelt alle
zones in; de Partial Arm-modi schakelen enkel de zones in die ingegeven werden
voor die bepaalde inschakelmodus.
Bijvoorbeeld:
Het systeem kan zodanig geconfigureerd worden dat 's nachts de Partial Arm 1
enkel zones inschakelt, die de onderste verdieping en bijgebouwen. Zo kan je op
de bovenste verdieping vrij rondlopen zonder het alarm te laten aangaan.
Overdag als het gebouw bewoond is, schakelt Partial Arm 2 enkel de zones die
de bijgebouwen beschermen. Maar als de woning leeg is, kan de Arm-modus
alle zones inschakelen om het hele huis te beschermen (d.w.z. bovenste en
onderste verdiepingen en bijgebouwen).
ZONES
Het systeem bevat 32 draadloze Alarmzones voor de indeling van de
systeemdetectors. Deze worden gebruikt om de verschillende gebieden van het
huis onafhankelijk te controleren. Bovenop de standaard indringersbescherming
kan elke zone geconfigureerd worden om in een van de vier volgende modi te
werken:
- Medical Help-modus biedt 24 uur controle van alle paniekknoppen in het
systeem
- 24-hour Intruder-modus biedt 24u. bescherming tegen indringers voor
gebieden/zones waar voortdurende controle vereist is (bv. Wapenkasten).
-Fire-modus biedt 24u. controle van Brand/Rookdetectors die tot het
systeem behoren.
- Intruder-modus zorgt ervoor dat een zone gecontroleerd wordt als het
systeem is ingeschakeld. Als een detector in een testzone aangaat, wordt dit
opgenomen in het Event-log en klinkt het alarm.
Panic modus biedt 24u. controle van een noodgeval. Activatie van een
NLNL
-63--2-
BATTERIJEN
Vooraleer je het batterijdeksel verwijdert op een toestel zorg ervoor dat het
system in Testmodus staat om een Alarm te voorkomen.
De specificaties voor de vervanging van batterijen gaat als volgt
Opmerking: Oplaadbare batterijen mogen absoluut niet gebruikt worden.
Op het einde van hun nuttig leven moeten de batterijen weggegooid worden via
een geschikt Recycleercentrum. Gooi ze niet weg in je normale huishoudelijke
vuilbak. VERBRAND ZE NIET.
De herlaadbare batterijen bevatten zwavelzuur - PROBEER DE BEHUIZING NIET
TE OPENEN.
paniekknop start onmiddellijk een Volledige Alarmtoestand.
Bovendien is er de mogelijkheid 4 zones met vast circuit aan te sluiten op het
Bedieningspaneel. Elke zone is volledig configureerbaar met dezelfde kenmerken
als de draadloze zones (1-32).
IN/UIT-SCHAKELVERTRAGING (EXIT/ENTRY DELAY)
Als het systeem ingeschakeld is met het Exit Delay aan, kan geen enkel
alarmsignaal van een detector in een actieve zone een alarm starten totdat het
Exit Delay verstreken is. Dit zorgt ervoor dat het systeem ingeschakeld kan
worden van binnenin het huis; bovendien krijgt de gebruiker tijd om het huis te
verlaten zonder het alarm te laten aangaan. Als het Exit Delay uitgeschakeld
wordt, dan kunnen detectors in actieve zones onmiddellijk alarm slaan van zodra
het systeem zich begint in te schakelen.
Het systeem Exit Delay kan geconfigureerd worden voor 10 tot 250 seconden of
kan volledig uitgeschakeld worden.
Als een detector in een zone met zijn Entry Delay ingeschakeld aangaat, dan
ontstaat er geen alarmtoestand totdat het Entry Delay verstreken is. Dit geeft
de gebruiker tijd om het huis terug in te gaan en het systeem uit te schakelen
vooraleer een alarmtoestand optreedt. In het algemeen worden enkel de zones
met de hoofdtoegang van het huis geconfigureerd met een Entry Delay. De
resterende zones worden geconfigureerd met hun Entry Delay uitgeschakeld,
zodat ze onmiddellijk een alarm kunnen starten als een detector in een zone
aangaat.
Het Entry Delay voor elke zone kan geconfigureerd worden voor 10 tot 250
seconden of kan volledig uitgeschakeld worden.
SNELLE INSTELLING (QUICK SET)
Het systeem kan volledig ingeschakeld worden in 5 seconden via de
mogelijkheid snelle instelling, die het geprogrammeerde Exit Delay uitschakelt
Dit is handig om het systeem 's nachts in te stellen als de waarschuwingsbiep
van het Exit delay stil gezet wordt na een paar seconden.
ZONEBLOKKERING (ZONE LOCKOUT)
Als een detector in een actieve zone aangaat en het systeem ingeschakeld is,
treedt een alarmtoestand op. Nadat de geprogrammeerde alarmduur verstreken
is, stopt het alarm. Als een enkele zone meer dan drie keer een alarmtoestand
begint, wordt die zone 'Geblokkeerd' en zullen verdere alarmsignalen uit die
zone genegeerd worden totdat het system uitgeschakeld wordt.
Opmerking: Het kenmerk Zone Lockout kan uitgeschakeld worden indien
gewenst.
EVENT-LOG
Het Bedieningspaneel bevat een geheugen dat de laatste 50
systeemgebeurtenissen kan opslaan. Dit geeft de gebruiker de kans te zien
-3--62-
NLNL
welke gebruiker het systeem heeft ingeschakeld of uitgeschakeld en waar en
wanneer een alarm is opgetreden. De tijd, datum en details worden voor elke
systeemgebeurtenis opgeslagen.
BEL (CHIME)
Bel is een mogelijkheid van lage veiligheid die je gebruikt als het systeem in
Standby-modus staat. Als de Chime-functie AAN is en een detector in een zone
met ingeschakelde Chime-functie aangaat, produceert de interne luidspreker een
waarschuwingstoon. De Chime-functie wordt typisch gebruikt voor een
waarschuwing dat een deur geopend werd of een bepaald gebied betreden werd.
TELEFOONKIEZER MET INGESPROKEN BOODSCHAP (VOICE DIALER)
Als de Voice Dialer ingeschakeld is en er een alarmtoestand optreedt, belt het
systeem voor hulp d.m.v. opgenomen alarmboodschappen; het kan bellen naar
6 telefoonnummers.
PIR-DETECTORS
Onder lage batterij-omstandigheden flikkert de LED achter de detectorlens
wanneer hij beweging waarneemt. Dit duidt aan dat de batterij vervangen moet
worden.
Onder normale batterij-omstandigheden licht de LED niet op tenzij de PIRdetector in Looptestmodus staat.
MAGNEET CONTACTEN
Onder lage batterij-omstandigheden, als de Detector geactiveerd is, licht de
verzendings-LED ongeveer 1s op als de deur/het venster geopend wordt.
Onder normale batterij-omstandigheden licht de LED niet op als de Detector
bediend wordt (tenzij de Detector in Testmodus staat met het batterijdeksel
verwijderd).
Als een alarmtoestand ontstaat, belt de Voice Dialer (indien ingeschakeld) naar
het eerste ingeprogrammeerde nummer en speelt hij de opgenomen
alarmboodschappen af gedurende de geconfigureerde Playtime(Speelduur). De
ontvanger moet de boodschap bevestigen door op de knop op hun telefoon
te drukken. Als het gesprek niet beantwoord wordt of als een erkenning niet
ontvangen wordt, belt de kiezer het volgende actieve nummer. De kiezer blijft
naar elk nummer om beurten bellen totdat alle nummers in de reeks opgebeld
werden volgens het ingestelde aantal keer of totdat de reeks gewist/erkend
wordt door de ontvanger.
DIGITALE KIEZER (DIGITAL DIALER)
Als alternatief voor de Voicedialer kan het systeem geconfigureerd worden om te
bellen met een centrale meldkamer.
TELEFONISCHE TOEGANGSCONTROLE (LATCH KEY)
Als het systeem uitgeschakeld wordt, belt de Latch Key mogelijkheid, indien
ingeschakeld, het eerste telefoonnummer met Latch Key op en speelt die de
gebruikersboodschap af (die opgenomen werd onder gebruikersinstelling)
gedurende de ingestelde Playtime. De ontvanger moet de boodschap bevestigen
door op te drukken op het telefoontoetsenbord. Als het gesprek niet
beantwoord wordt of als de bevestiging niet ontvangen wordt, wordt het tweede
Latch Key-nummer opgebeld. De kiezer blijft naar elk nummer om beurt bellen
totdat alle nummers in de reeks opgebeld werden volgens het ingestelde aantal
keer of totdat de reeks bevestigt wordt door de ontvanger.
Bijvoorbeeld, de Latch Key-mogelijkheid is nuttig om ouders te verwittigen dat
een kind thuisgekomen is van school en dat het kind het systeem heeft
uitgeschakeld.
ONDERHOUD
Je Alarmsysteem vereist weinig onderhoud. Maar een paar eenvoudige taken
zorgen voor een voortdurende betrouwbaarheid en werking.
BEDIENINGSPANEEL
De heroplaadbare accu’s hebben een gewone levensduur van 3-4 jaar en
hebben geen onderhoud nodig tijdens deze periode. Zij moeten wel opgeladen
blijven. De batterijen worden beschadigd als ze een lange tijd bewaard worden
in een onopgeladen toestand.
DETECTORS EN AFSTANDSBEDIENING
De Detectors vereisen weinig onderhoud. De batterijen moeten een keer per
jaar gecontroleerd worden of als een lage batterij-status aangegeven wordt.
BELANGRIJK: Als je, voor welke reden ook, het systeem volledig moet
uitzetten (bv. voor een verhuis), zet dan eerst het system in Testmodus vóór je
het deksel van het Bedieningspaneel verwijdert en de stroomtoevoer en
reservebatterijen afkoppelt.
Afstandbedieningen1 x 3V CR2032 Lithiumcellen
Magneet Contacten1 x 3.6V 1/2 AA Grootte Lithiumcellen
PIR-detectors1 x 3.6V 1/2 AA Grootte Lithiumcellen
NLNL
CONTROLE OP AFSTAND (REMOTE SYSTEM CONTROL)
Het is mogelijk naar het systeem te bellen via de aangesloten telefoonlijn om de
systeemstatus op te vragen en basiscontrole te hebben over het systeem (bv.
Het systeem in- en uitschakelen). Je kan ook de microfoon activeren op het
-61--4-
Druk op om mee te luisteren via de microfoon van het
Bedieningspaneel.
Druk op om het meeluisteren te stoppen.
Opmerking: Meeluisteren wordt automatisch geannuleerd na 5 minuten als het
niet manueel geannuleerd wordt.
Druk op om de systeemstatus op te vragen. Een boodschap met de
laatste status wordt afgespeeld.
Druk op om de batterijstatus te tonen.
Druk op om de controle op afstand te beëindigen en de lijn
Bedieningspaneel op te hangen.
CONTROLEREN BATTERIJ
Alle systeemtoestellen controleren constant hun batterijtoestand. Het Bedieningspaneel controleert ook de batterijtoestand van alle PIR- en Magnetische
detectors. Als het batterijniveau van een toestel onder aanvaard-bare niveaus
daalt, wordt de indicatie lage batterij geactiveerd. Bovendien, als een PIR- of
Magnetische Contactdetector een lage batterijstatus heeft, wordt het opgeslagen
door het Bedieningspaneel en wordt een boodschap opgenomen in het Eventlogboek.
7
#
8
9
#
Bedieningspaneel om mee te luisteren naar wat er gebeurt in de beschermde
zone.
SABOTAGE BESCHERMING (TAMPER PROTECTION)
Alle systeemtoestellen (behalve de afstandbedieningen) bevatten een Tamper
Protection. Deze beschermt je tegen onbevoegde pogingen om te knoeien met
het toestel. Elke poging om de batterijdeksels te verwijderen van een toestel
(behalve de afstandsbediening) of om de solarsirene of het bedieningspaneel
van de muur te verwijderen, veroorzaakt een alarmtoestand (tenzij het system
in test- of programmeermodi staat); zelfs als het systeem uitgeschakeld is.
STOORDETECTIE (JAMMING PROTECTION)
Alle pogingen tot illegale storing van het radiokanaal dat je alarmsysteem
gebruikt, worden gedetecteerd door een speciale Jamming Protection functie in
het Bedieningspaneel. Als de funktie ingeschakeld is en het radiokanaal constant
gestoord wordt gedurende 30 seconden, stuurt de sirene een reeks korte bieps
als voor-alarm gedurende 3 seconden indien het systeem ingeschakeld staat. Als
de storing nog 10 seconden of meer voortgaat, treed een volledige
alarmtoestand op. Als het systeem bovendien voor meer dan 10 seconden in
een interval van 5 minuten gestoord wordt, veroorzaakt dit ook een Volledige
Alarmtoestand.
De stoordetectie zit onafhankelijk in het bedieningspaneel en de solarsirene
In geval dat de wisselstroomadaptor losgekoppeld wordt van het Bedieningspaneel, kan het Bedieningspaneel 2 dagen normal werken (onder standbymodus) door de oplaadbare back-up accu’s te gebruiken.
Opmerking: Vooraleer je het batterijdeksel van een toestel verwijdert om de
batterij te vervangen, zorg ervoor dat het systeem in de Testmodus staat. Dit
voorkomt het opstarten van een Volledige Alarmtoestand.
De lage batterij-aanduiding voor elk systeemonderdeel gaat als volgt:
BEDIENINGSPANEEL
Tijdens een stroomonderbreking wordt het Bedieningspaneel gevoed door back-
up accu’s. Onder normale batterij-omstandigheden flikkert de Stroom-LED op
het panel op intervals van 1s. Onder lage batterijomstandigheden, als de
stemkiezermodus ingesteld staat, wordt een vooropgenomen boodschap een
keer per uur afgespeeld. Als het in de digitale kiezermodus staat, wordt
onmiddellijk een radiosignaal uitgezonden naar het centrale controlestation en
wordt dit herhaald na 4 uur.
AFSTANDSBEDIENING
Als de Afstandsbediening gebruikt wordt onder lage batterij-omstandigheden,
flikkert de verzendings/LED nadat de knop losgelaten werd. Onder normale
batterijomstandigheden gaat de LED uit als de knop losgelaten wordt.
Het circuit van de Jamming Protection is ontworpen om permanent te scannen
naar stoorsignalen. Maar het is mogelijk dat het andere storing van lokale radio
ontvangt, die legaal of illegaal op dezelfde frequentie werken. Als je de Jamming
Protection wil gebruiken, raden we aan dat het systeem minstens 2 weken
gecontroleerd wordt vóór je de Jamming Protection functie constant
ingeschakeld laat.
BATTERIJCONTROLE (BATTERY MONITORING)
Naast de Batterij Leeg aanduidingen in elk toestel geeft het Bedieningspaneel
ook een Batterij leeg-status aan binnen een Pir Detector of Magneet Contact op
het systeem aan via het Event-log.
NLNL
-5--60-
JE DRAADLOOS ALARMSYSTEEM PLANNEN EN UITBREIDEN
Het volgende voorbeeld hieronder toont een typisch gebouw dat de voorgestelde
posities toepast voor het Bedieningspaneel, PIR en Magnetische Detectors voor
optimale veiligheid. Gebruik deze gids voor je installatie samen met de
aanbevelingen in deze handleiding om je alarmsysteem tegen te plaatsen.
Magneet
Contact
PIR-detector
PIR-detector
Afstandsbediening
Woonkamer
LCD
Bedieningspaneel
Achterdeur
KEUKEN
HAL
Magneet
Contact
EETKAMER
PIRdetector
SCHUUR
PIRdetector
CONTROLE OP AFSTAND
Als de mogelijkheid Controle op Afstand is ingeschakeld, beantwoordt het
Bedieningspaneel het gesprek na het ingestelde aantal ringtonen. Het biept drie
keer op de telefoonlijn voor een Gebruikerspincode die moet ingegeven worden
met de telefoontoetsen.
Een geldige Gebruikerspincode wordt erkend met een lange biep. Een verkeerde
code wordt erkend met twee korte bieps.
Als de Gebruikerspincode niet binnen de 30s ingegeven wordt of drie keer
verkeerd ingetoets wordt, zal het Bedieningspaneel automatisch ophangen.
Door de knop in te drukken op het toetsenbord binnen de 30 seconden,
#
hangt het Bedieningspaneel automatisch op.
Gebruik met een Extern Antwoordapparaat:
Als de Controle op Afstand gebruikt wordt samen met een extern antwoordapparaat.
Het nummer van 'ringtoon één gesprek' voor het Bedieningspaneel moet groter
zijn dan dat van het Externe Antwoordapparaat. Anders neemt het
Bedieningspaneel het gesprek op vóór het Antwoordapparaat.
Om in de mogelijkheid Controle op Afstand te raken, beschikt het Bedieningspaneel over een kenmerk 'inbel dubbel gesprek' waardoor het Bedieningspaneel
het telefoongesprek beantwoordt vóór het Externe Antwoordapparaat tussenkomt. De procedure 'inbel dubbel gesprek' gaat als volgt:
1.Bel het systeem op en hang op na twee ringtonen.
2.Bel het systeem terug binnen maximum 28s (minimum 14s). Het systeem
neemt op na 1 ringtoon.
3.Geef de Gebruikerspincode zoals gewoonlijk.
Begane GrondGARAGE
PIR-detector
Vooraleer je je Alarmsysteem probeert te installeren, is het belangrijk dat je de
veiligheidsvereisten bestudeert en je installatie zorgvuldig plant.
Het alarmsysteem kan uitgebreid worden om een grotere bescherming te
bieden. Dit doe je door bijkomende PIR-detectors en Magneet Contacten te
plaatsen voor zover nodig is.
De volgende functies kunnen toegepast worden via de afstandsbediening. Het
systeem erkent elk signaal met een enkele lange biep.
Druk opom INSCHAKELEN te starten.
Druk opom Selectief inschakelen 1 te starten.
Druk opom Selectief inschakelen 2 te starten.
Druk opom het systeem UIT TE SCHAKELEN.
Druk opom de SIRENE AF.te zetten
1
2
3
4
5
.
Druk opom de SIRENE AAN.te zetten
6
-59--6-
NLNL
MUTE
De Mute faciliteit kan alleen bediend worden met het systeem in Uitsch modus
Druk om de Mute facillieit te bewegen tussen AAN enUIT.
AFSTANDSBEDIENING
OPMERKING: Als Mute aanstaat, wordt er geen stemgids gemaakt tijdens
bediening. Als mute UIT is, is de stemgids aktief. Maar, als 'LIJN STATUS' LED
oplicht wanneer Mute UIT is, is er geen stemgids verkrijgbaar.
TEL. TOEGANGS CONTROLE TOETS
Druk voor toegang naar de Tel ToegangsControle toets voor snelle
programmering.
BEL
De Bel-mogelijkheid kan enkel bediend worden met het systeem in
Uitschakelmodus.
Druk op om de bel-mogelijkheid te wisselen tussen AAN en AF.
Opmerking: Als de Bel AAN staat en het systeem is ingeschakeld, dan blijft de
Bel AAN als het systeem uitgeschakeld wordt.
EVENT-LOGBOEK
Het Event-logboek slaat de laatste 50 gebeurtenissen op i.v.m. Inschakelen,
Uitschakelen, Alarm en Lage batterij van detector. Het Event-logboek onthoudt
de tijd, dag en details van elke gebeurtenis. Als het systeem uitgeschakeld
wordt, flikkert de LED 'ALARM GEHEUGEN' en biept het paneel elke 10s. Dit
geeft aan dat er een alarm was. Om de LED te verwijderen en het gebiep te
stoppen, moet je in het event-logboek gaan of druk op om het flikkeren
van LED ‘ALARM GEHEUGEN' en het gebiep te stoppen.
Om in het Event-logboek te raken (met het systeem Uitgeschakeld), druk op:
.
Het Event-logboek start automatisch met het doorlopen en het tonen van de
datums vanaf de recentste gebeurtenis. De dag voor elke gebeurtenis wordt
getoond op twee schermen; elk scherm wordt 5 seconden getoond vóór het
verdergaat naar het volgende scherm en de volgende gebeurtenis.
Gebruik de knoppen om het event-logboek manueel te doorlopen naar
de gewenste positie indien nodig.
Druk op om terug te keren naar Uitschakelen
DETECTIE TELEFOONLIJN
Als je de stemkiezer instelt en de LED 'LIJNSTATUS' flikkert, betekent dit dat de
telefoonlijn-verbinding slecht is of dat het telefoonnetwerk niet werkt.
Controleer de telefoonlijn en test ze opnieuw.
Als je de digitale kiezer instelt en de LED 'LIJNSTATUS' flikkert, betekent dit dat
er twee oorzaken zijn voor een fout. De ene is een slechte telefoonlijn verbinding of een telefoonnetwerk dat niet werkt. De andere foutsoorzaak komt door
het centrale beheersstation. Raadpleeg het centrale beheersstation voor hulp.
B
C
D
A
E
G
I
H
F
VoorkantAchterkant
A LED-indicatorFRing sleutelbos
B InschakelenG Batterijdeksel
C Gedeeltelijk inschakelenH Negatieve polariteit
D UitschakelenIPositieve polariteit
E Paniekknop
De afstandsbediening wordt gebruikt om het systeem in te schakelen,
gedeeltelijk in te schakelen en uit te schakelen.
De afstandsbediening heeft ook een Paniekknop. Als de Paniekknop wordt
geactiveerd, dan start onmiddellijk een Volledige Alarmtoestand; ook al is het
systeem ingeschakeld of uitgeschakeld (tenzij het systeem in Testmodus of
Programma modus staat).
In de afstandsbediening zit een CR2032 type Lithiumcel die onder normale
omstandigheden een gewone levensduur heeft van één jaar. Onder normale
batterij-omstandigheden licht de LED op de afstandsbediening enkel op als een
knop wordt ingedrukt. Onder lage batterij-omstandigheden licht de LED echter
elke keer op nadat dat de knop ingedrukt wordt. Als dit gebeurt, moeten de
batterijen zo vlug mogelijk vervangen worden.
DE AFSTANDSBEDIENING INSTELLEN
1. Verwijder het deksel aan de achterkant door het schroefje op de achterkant
van de afstandsbediening los te draaien.
2. Plaats de batterij en zorg ervoor dat het +ve uiteinde vanuit de PCB naar
boven gericht is.
NLNL
-7--58-
Batterij
BEDIENINGSPANEEL
3. Plaats het deksel terug en draai het schroefje vast.
4. Om te communiceren met het Bedieningspaneel
moet het Bedieningspaneel de ID-code van de
afstandsbediening leren. Als je op de knop op
de afstandsbediening drukt, zendt die onmiddellijk
de ID-code naar het Bedienings-paneel. Het
bedieningspaneel moet wel in de modus User
Setup (Gebruikersinstellingen) staan.
Afstandsbediening:
Druk op de knop 'UITSCHAKELEN', .
Bedieningspaneel:
Gebruikerspincode
Als het systeem uitgeschakeld staat en de LED 'ALARM GEHEUGEN' flikkert en
het paneel biept om de zoveel seconden, dan heeft er zich een alarmtoestand
voorgedaan. Gebruik het Event-logboek om na te gaan wat er gebeurd is;
noteer waar het alarm was om de oorzaak van het alarm beter te kunnen
traceren.
HET BEDIENINGSPANEEL PLAATSEN
Als je een geschikte plaats zoekt voor het Bedieningspaneel, moet je de
volgende punten in acht nemen.
1. Het Bedieningspaneel moet zo geplaatst worden dat het niet zichtbaar is
voor potentiële indringers en dat het op een veilige plaats staat. Het moet
wel gemakkelijk bereikbaar zijn om het systeem te gebruiken.
2. Het Bedieningspaneel moet geplaatst worden op een stevig, plat oppervlak
opdat de achterste sabotageschakelaar op het Bedieningspaneel ingedrukt is
als het paneel geplaatst is. Het Bedieningspaneel moet geplaatst worden op
een handige hoogte tussen 1,5 en 2m en in een positie waar je het elke dag
kan zien.
Opmerking: Als er kleine kinderen wonen in het huis, moet je er extra op
letten dat de eenheden uit hun bereik worden gehouden.
3. Het is aangeraden het Bedieningspaneel zo te plaatsen dat de Uit/In schakeltoon (die wordt uitgezonden door het Bedieningspaneel) buitenshuis gehoord
kan worden.
4. Het Bedieningspaneel moet geplaatst worden binnen een beschermde zone.
Zo kan een indringer niet aan het Bedieningspaneel zonder een beschermde
deur te openen of zonder door een zone te lopen die beschermd wordt door
een PIR-detector als het systeem ingeschakeld is.
5. Het Bedieningspaneel moet geplaatst worden in de buurt van een
stopcontact.
6. Als de toepassing telefoonbasis gebruikt zal worden, dan moet het Paneel
aangesloten worden op een handig telefoonpunt.
LCD-Bedieningspaneel Toetsenbord en Overzicht LED’S
Opmerking: Het is aangeraden de draad voor telefoonverbinding niet verder
te rekken dan 5m vóór je hem aansluit op het hoofd- of hulpstopcontact van
een telefoon.
SNELLE INSTELLING
Om de functie snelle instelling te bedienen en het systeem volledig in te
schakelen in 5s met overschrijving van het geprogrammeerde Uitstel
Buitengaan, druk op:
Gebruikerspincode
PANIEKALARM
Een Volledige Alarmtoestand kan onmiddellijk opgestart worden op elk moment
(of het systeem nu in- of uitgeschakeld is) in geval van dreiging of gevaar. Dit
doe je door een Paniekknop te activeren op de Afstandsbediening of op het
Bedieningspaneel.
Afstandsbediening:
Schuif de Paniekknop naar boven.
Bedieningspaneel:
Druk op en hou de knop ongeveer drie seconden ingedrukt. Het alarm blijft
aan tijdens de duur van het alarm totdat het systeem zich automatisch reset of
totdat het systeem uitgeschakeld wordt.
Sabotage
Als het batterijdeksel van een toestel verwijderd wordt of als de Sirene of het
Bedieningspaneel verwijderd worden van de muur, dan start een Volledige
Alarmtoestand; zelfs als het systeem uitgeschakeld staat. De alarmtoestand
blijft aan tijdens de duur van het alarm totdat het systeem zich automatisch
reset of totdat het systeem uitgeschakeld wordt. De LED 'ALARM GEHEUGEN' op
het Bedieningspaneel biept om de zoveel seconden om aan te duiden dat een
alarm is voorgevallen.
Opmerking: De mogelijkheid tot Sabotagebescherming op de Sirene werkt
onafhankelijk. Als de Sabotage op de Sirene wordt geactiveerd, verschijnt dit
niet op het Bedieningspaneel.
NLNL
-57--8-
INSCHAKELEN
Het system kan ingesteld worden in INSCHAKELMODUS via de Afstandsbediening of het Bedieningspaneel als volgt:
7. Plaats het Bedieningspaneel zeker op 1m van grote metalen objecten, (bv.
spiegels, radiators, enz.), omdat dit het radiobereik van het Bedieningspaneel
kan beïnvloeden.
Afstandsbediening:
Druk op de knop 'INSCHAKELEN'
Bedieningspaneel:
Druk op de knop Inschakelen, gevolgd door de Gebruikerspincode en de knop
Enter
Gebruikerspincode
Door te drukken op wordt het geprogrammeerde Uitstel buitengaan
overschreven tot 5 seconden.
GEDEELTELIJK INSCHAKELEN 1
Het systeem kan ingesteld worden in SELECTIEVE INSCHAKELMODUS 1 via de
Afstandsbediening of het Bedieningspaneel als volgt:
Afstandsbediening:
Druk op de knop 'SELECTIEF INSCHAKELEN'
Bedieningspaneel:
Gebruikerspincode
Door te drukken op wordt de geprogrammeerde Inschakel Vertraging
overschreven tot 5 seconden.
HET BEDIENINGSPANEEL OPSTELLEN
1. Draai de twee vastgezette vijsjes bovenaan het paneel los en open het deksel.
Het deksel hangt vast aan de onderste rand.
2. Maak de twee back-up accu’s van het paneel los en verwijder ze.
3. Hou het Bedieningspaneel in positie op de muur en duid de posities aan van
de vier montagegaten. Verwijder het panel en boor vier 5mm gaten en steek
de muurpluggen van 25mm erin.
BELANGRIJK: Boor de montage gaten niet als het Bedieningspaneel in
positie is; het vrijkomende stof en trillingen kunnen de interne onderdelen van
het bedieningspaneel beschadigen en de garantie ongeldig maken.
4. Steek twee schroeven van 18mm No.4 bijna helemaal in de bovenste gaten en
hang het Bedieningspaneel over deze schroeven via de twee sleutelgatgleuven
in de bovenste hoeken van de behuizing.
5. Leg de kabel vanuit de adapter aan langs de rechter achterzijde van
het Bedieningspaneel; verbind de stekker met het gelijkstroom-stopcontact in
het paneel. Zorg ervoor dat de kabel niet vastzit tussen het paneel en de
muur.
6. Maak het Paneel vast aan de muur met twee schroeven van 18mm No. 4 in de
lagere twee Montagegaten in het paneel en draai de hogere schroeven vast
totdat die de behuizing juist vasthouden. Draai de schroeven niet te vast,
omdat dit de behuizing kan beschadigen en/of vervormen.
GEDEELTELIJK INSCHAKELEN 2
Het systeem kan ingesteld worden in SELECTIEVE INSCHAKELMODUS 2 via de
Afstandsbediening of het Bedieningspaneel als volgt:
Afstandsbediening:
Druk twee keer op de knop 'SELECTIEF INSCHAKELEN'.
Bedieningspaneel:
Gebruikerspincode
Door te drukken op wordt de geprogrammeerde Inschakel Vertraging
overschreven tot 5 seconden.
UITSCHAKELEN
Het system kan ingesteld worden in UITSCHAKELMODUS via de Afstands-
7. Zorg ervoor dat de Jumpers 'Reset' en de 'Sirene sabotagedetectie op vaste
circuits' in de OFF-positie staan.
8. Verbind Accudraden met de back-up accu’s en plaats deze terug.
Batterij 1 (boven):Rode draad naar +V batterij-uiteinde
Blauwe draad naar -V batterijuiteinde
Batterij 2 (onder):Blauwe draad naar +V batterijuiteinde
Zwarte draad naar -V batterijuiteinde
Belangrijk: Wees voorzichtig als je accudraden aansluit op de accu’s,
aangezien een verkeerde aansluiting de accu’s of het Bedieningspaneel kan
beschadigen.
Opmerking: De stroom-LED kan oplichten om aan te duiden dat het
apparaat werkt vanuit de back-up accu’s en dat de hoofdstroom niet
aanwezig is.
-9--56-
NLNL
Loading...
+ 23 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.