Electrolux ENN3114AOW User Manual

ENN3114AOW
NL Koel-vriescombinatie Gebruiksaanwijzing 2
FR Réfrigérateur/congélateur Notice d'utilisation 18
DE Kühl - Gefrierschrank Benutzerinformation 35

INHOUDSOPGAVE

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................... 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................... 4
3. BEDIENING........................................................................................................ 6
4. DAGELIJKS GEBRUIK.......................................................................................6
5. AANWIJZINGEN EN TIPS..................................................................................9
6. ONDERHOUD EN REINIGING........................................................................ 10
7. PROBLEEMOPLOSSING.................................................................................12
8. MONTAGE........................................................................................................14
9. GELUIDEN....................................................................................................... 15
10. TECHNISCHE GEGEVENS........................................................................... 16
WE DENKEN AAN U
Bedankt voor het kopen van een Electrolux-apparaat. U koos voor een product
dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd
ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.electrolux.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registerelectrolux.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
www.electrolux.com2

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt
door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet
worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.

1.2 Algemene veiligheid

Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
Boerderijen, personeelskeukens in winkels,
kantoren of andere werkomgevingen
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en
andere woonomgevingen
Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies;
dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde
modellen.
Gebruik geen mechanische of andere middelen om
het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen
die door de fabrikant zijn aanbevolen.
Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
NEDERLANDS 3
Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast,
tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen.
Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat
te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte
doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Bewaar geen explosieve substanties zoals
spuitbussen met drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

2.1 Montage

WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder de verpakking en de
transportbouten.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Wees altijd voorzichtig bij het
verplaatsen van het apparaat omdat
het zwaar is. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
Zorg ervoor dat rond het apparaat
lucht kan circuleren.
Bij de eerste installatie of na het
omdraaien van de deur moet u
minstens 4 uur wachten voordat u het
apparaat op de stroom aansluit.
Hierdoor kan de olie terug in de
compressor stromen.
Trek de stekker uit het stopcontact
voordat u handelingen aan het
apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien
van de deur).
Installeer het apparaat niet in de
nabijheid van radiatoren, fornuizen,
ovens of kookplaten.
Installeer het apparaat niet op een
plaats met direct zonlicht.
Gebruik dit apparaat niet in ruimtes
die te vochtig of te koud zijn, zoals
bijgebouwen, garages of wijnkelders.
Til de voorkant van het apparaat op
als u hem wilt verplaatsen, om
krassen op de vloer te voorkomen.
Het apparaat bevat een zakje
droogmiddel. Dit is geen speelgoed.
Dit is geen levensmiddel. Gooi het
onmiddellijk weg.
2.2 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
www.electrolux.com4
Gebruik altijd een correct
geïnstalleerd, schokbestendig
stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor)
niet beschadigt. Neem contact met de
erkende servicedienst of een
elektricien om de elektrische
onderdelen te wijzigen.
De stroomkabel moet lager blijven
dan het niveau van de stopcontact.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.

2.3 Gebruik

WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische
schokken.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Plaats geen elektrische apparaten
(bijv. ijsmachines) in het apparaat
tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard
door de fabrikant.
Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet
beschadigt. Het bevat isobutaan
(R600a), aardgas met een hoge
ecologische compatibiliteit. Dit gas is
ontvlambaar.
Als er schade aan het koelcircuit
optreedt, zorg er dan voor dat er zich
geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer
bevinden. Ventileer de kamer goed.
Zet geen hete items op de
kunststofonderdelen van het
apparaat.
Plaats geen koolzuurhoudende
dranken in het vriesvak. Dit zal extra
druk in de drankfles veroorzaken.
Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
Raak de compressor of condensator
niet aan. Ze zijn heet.
Zorg ervoor dat u nooit met natte of
vochtige handen items uit het vriesvak
verwijderd of aanraakt.
Vries ontdooide voedingswaren nooit
opnieuw in.
Bewaar de voedingswaren volgens de
instructies op de verpakking.

2.4 Binnenverlichting

Het type lampje gebruikt voor dit
apparaat is niet geschikt voor de
verlichting van huishoudelijke ruimten.

2.5 Onderhoud en reiniging

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade
aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde
personen mogen de eenheid
onderhouden en herladen.
Controleer regelmatig de afvoer van
het apparaat en reinig het indien
nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal
er water op de bodem van het
apparaat liggen.

2.6 Verwijdering

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deur om te voorkomen
dat kinderen en huisdieren opgesloten
raken in het apparaat.
Het koelcircuit en de
isolatiematerialen van dit apparaat
zijn ozonvriendelijk.
Het isolatieschuim bevat ontvlambare
gassen. Neem contact met uw
plaatselijke overheid voor informatie
m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
NEDERLANDS 5
Veroorzaak geen schade aan het deel
van de koeleenheid dat zich naast de
warmtewisselaar bevindt.

3. BEDIENING

3.1 Inschakelen

1. Steek dan de stekker in het
stopcontact.
2. Draai de temperatuurknop naar
rechts op een gemiddelde stand.

3.2 Uitschakelen

Draai de temperatuurknop op de stand
"O" om het apparaat uit te schakelen.

3.3 Temperatuurregelaar

De temperatuur wordt automatisch
geregeld.
1. Draai de thermostaatknop op een
lagere stand om de minimale koude
te verkrijgen.
2. Draai de thermostaatknop op een
hogere stand om de maximale koude
te verkrijgen.
Een gemiddelde instelling is
over het algemeen het
meest geschikt.
De exacte instelling moet
echter worden gekozen
rekening houdend met het
feit dat de temperatuur in het
apparaat afhankelijk is van:
de kamertemperatuur
hoe vaak de deur
geopend wordt
de hoeveelheid voedsel
die wordt bewaard
de plaats van het
apparaat
LET OP!
Als de
omgevingstemperatuur hoog
is of als het apparaat
volledig gevuld is en de
thermostaatknop op de
koudste instelling staat, kan
het apparaat continu
werken, waardoor er ijs op
de achterwand gevormd
wordt. In dat geval moet de
knop op een hogere
temperatuur gezet worden
om automatische ontdooiing
mogelijk te maken en
zodoende het
energieverbruik te beperken.

4. DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
4.1 De binnenkant
schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste
keer gebruikt, wast u de binnenkant en
de interne accessoires met lauwwarm
water en een beetje neutrale zeep om de
typische geur van een nieuw product
weg te nemen. Droog daarna grondig af.
www.electrolux.com6
LET OP!
Gebruik geen
reinigingsmiddelen,
schuurpoeders, chloor of
reinigers op oliebasis. Deze
beschadigen de afwerking.
4.2 Het plaatsen van de
deurplateaus
Om het bewaren van
voedselverpakkingen van verschillende
afmetingen mogelijk te maken, kunnen
de schappen op verschillende hoogtes
worden geplaatst.
1. Trek het plateau geleidelijk in de
richting van de pijlen totdat het los
komt.
2. Opnieuw plaatsen zoals gewenst.
Het model is voorzien van een
variabel bewaarvak dat naar de
zijkant kan worden geschoven.

4.3 Verplaatsbare legrekken

De wanden van de koelkast zijn voorzien
van een aantal glijschoenen zodat de
schappen op de gewenste plaats gezet
kunnen worden.
Verwijder de glasplaat boven
de groentelade niet om een
goede luchtcirculatie te
garanderen.

4.4 FreeStore-functie

Met de FreeStore-functie worden
etenswaren snel gekoeld en wordt de
temperatuur in het koelvak gelijkmatiger
behouden.
Schakel de FreeStore in als
de kamertemperatuur hoger
dan 25° C is.
Druk op de schakelaar (A) om de
ventilator aan te zetten. Het groene
lampje (B) gaat aan.
A
B
Onthoud dat als u het
apparaat uitschakelt u ook
de ventilator uitzet door op
knop (A) te drukken. Het
groene lampje (B) gaat uit.
4.5 Lage-
temperatuurcompartiment
Bij de modellen die zijn uitgerust met
deze voorziening kunnen verse
levensmiddelen zoals vis, vlees en
zeevruchten, etc hier het beste worden
bewaard.
Het zit in het onderste gedeelte van de
koelkast, direct boven de groentenlade.
NEDERLANDS 7
4.6 Indicatielampje voor
temperatuur
Voor de juiste bewaring van het voedsel
is de koelkast uitgerust met een
temperatuurlampje. Het symbool op de
zijkant van het apparaat duidt het
koudste deel van de koelkast aan.
Als OK wordt weergegeven (A), plaatst u
het verse voedsel in het gedeelte dat
wordt aangegeven door het symbool. Zo
niet (B) past u de temperatuurregelaar
aan naar een koudere stand en wacht u
12 uur voordat u het temperatuurlampje
weer controleert.
OK
OK
A
B
Nadat u verse
levensmiddelen in de
koelkast heeft gelegd of
nadat de deur regelmatig of
langer is open geweest, is
het normaal dat er geen OK
wordt weergegeven; wacht
minstens 12 uur voordat u
de temperatuur opnieuw
instelt.

4.7 Vochtigheidsregeling

De glasplaat omvat een constructie met
inkepingen (afstelbaar door middel van
een schuifhendel), waarmee u het
vochtgehalte in de groentelade(s) kunt
regelen.
Wanneer de ventilatieopeningen
gesloten zijn:
wordt het natuurlijke vochtgehalte van
het voedsel in de fruit- en groentelades
langer behouden.
Als de ventilatieopeningen geopend zijn:
heeft meer luchtcirculatie een lagere
luchtvochtigheidsgehalte tot gevolg in de
fruit- en groentelades.

4.8 Vers voedsel invriezen

Het vriesvak is geschikt voor het
invriezen van vers voedsel en om
diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren.
Om vers voedsel in te vriezen, moet de
gemiddelde instelling veranderd worden.
Om het invriezen sneller te laten
verlopen, moet u de thermostaatknop
echter op een hogere stand instellen om
de maximale kou te verkrijgen.
In deze conditie komt de
temperatuur in het
koelkastgedeelte mogelijk
onder de 0°C. Als dit het
geval is, stelt u de
thermostaatknop weer in op
een warmere instelling.
Plaats het verse in te vriezen voedsel in
het bovenste vak.
De maximale hoeveelheid voedsel die in
24 uur ingevroren kan worden, staat
vermeld op het typeplaatje, een etiket
dat zich aan de binnenkant van het
apparaat bevindt.
Het invriesproces duurt 24 uur: voeg
tijdens deze periode geen ander voedsel
toe om in te vriezen.
4.9 Het bewaren van
ingevroren voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na
een periode dat het niet gebruikt is
inschakelt, dient u het apparaat minstens
2 uur op een hoge instelling te laten
werken voordat u er producten in plaatst.
www.electrolux.com8
In het geval van onbedoelde
ontdooiing, bijvoorbeeld als
de stroom langer is
uitgevallen dan de duur die
op de kaart met technische
kenmerken onder "maximale
bewaartijd bij stroomuitval" is
vermeld, moet het ontdooide
voedsel snel geconsumeerd
worden of onmiddellijk
bereid worden en dan weer
worden ingevroren (nadat
het afgekoeld is).

4.10 Ontdooien

Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt
u, voordat het gebruikt wordt, in het
koelvak of op kamertemperatuur laten
ontdooien, afhankelijk van de
hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks
vanuit de vriezer gekookt worden als ze
nog bevroren zijn: in dat geval zal de
bereiding iets langer duren.

4.11 Het maken van ijsblokjes

Dit apparaat is uitgerust met een of meer
bladen voor het maken van ijsblokjes
Gebruik geen metalen
instrumenten om de laden
uit de vriezer te halen
1. Vul de bakjes met water.
2. Zet de ijsbakjes in het vriesvak.

5. AANWIJZINGEN EN TIPS

5.1 Normale bedrijfsgeluiden:

De volgende geluiden zijn normaal
tijdens de werking:
Een zacht gorgelend en borrelend
geluid als het koelmiddel door
leidingen wordt gepompt.
Een zoemend en kloppend geluid van
de compressor als het koelmiddel
wordt rondgepompt.
Een plotseling krakend geluid uit de
binnenkant van het apparaat
veroorzaakt door thermische uitzetting
(een natuurlijk en ongevaarlijk
natuurkundig fenomeen).
Een zacht klikkend geluid van de
thermostaat als de compressor aan of
uit gaat.

5.2 Tips voor energiebesparing

De deur niet vaker openen of open
laten staan dan strikt noodzakelijk.
5.3 Tips voor het koelen van
vers voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
zet geen warm voedsel of
verdampende vloeistoffen in de
koelkast
dek het voedsel af of verpak het, in
het bijzonder als het een sterke geur
heeft
plaats het voedsel zodanig dat de
lucht er vrijelijk omheen kan circuleren

5.4 Tips voor het koelen

Nuttige tips:
Vlees (alle soorten): in plastic zakken
verpakken en op het glazen schap
leggen, boven de groentelade.
Bewaar vlees maximaal 1-2 dagen.
Gekookte etenswaren, koude
gerechten: bedekken en op een
schap leggen.
Fruit en groeten: goed wassen en in
een speciale lade leggen. Bananen,
aardappelen, uien en knoflook
moeten als deze niet verpakt zijn niet
in de koelkast worden bewaard.
Boter en kaas: in speciale luchtdichte
bakjes leggen of in aluminiumfolie of
plastic zakjes wikkelen om zoveel
mogelijk lucht uit te sluiten.
Flessen: afsluiten met een dop en in
de deur plaatsen of (indien
beschikbaar) in het flessenrek.

5.5 Tips voor het invriezen

Om u te helpen het voedsel zo goed
mogelijk in te vriezen, volgen hier een
paar belangrijke tips:
NEDERLANDS 9
de maximale hoeveelheid voedsel die
in 24 uur ingevroren kan worden,
staat vermeld op het typeplaatje;
het invriesproces duurt 24 uur.
Tijdens deze periode moet er geen
ander in te vriezen voedsel worden
toegevoegd;
vries alleen vers en grondig
schoongemaakte levensmiddelen van
uitstekende kwaliteit in;
bereid het voedsel in kleine porties
voor, zo kan het snel en volledig
worden ingevroren en zo kunt u later
alleen die hoeveelheid laten
ontdooien die u nodig heeft;
wikkel het voedsel in aluminiumfolie of
plastic en zorg ervoor dat de pakjes
luchtdicht zijn;
leg vers, nog niet ingevroren voedsel
niet tegen het al ingevroren voedsel,
om te voorkomen dat dit laatste warm
wordt;
mager voedsel kan beter worden
ingevroren dan vet voedsel. Zout
zorgt dat het voedsel in de vriezer
minder lang goed blijft;
water bevriest, als dit rechtstreeks uit
het vriesvak geconsumeerd wordt,
kan het aan de huid vastvriezen;
het is aan te bevelen de invriesdatum
op elk pakje te vermelden, dan kunt u
zien hoe lang het al bewaard is.
5.6 Tips voor het bewaren van
ingevroren voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat
te verkrijgen, dient u
verzeker u ervan dat de commercieel
ingevroren levensmiddelen op
geschikte wijze door de
detailhandelaar werden opgeslagen;
zorg ervoor dat de ingevroren
levensmiddelen zo snel mogelijk van
de winkel naar uw vriezer gebracht
worden;
de deur niet vaker te openen of open
te laten staan dan strikt noodzakelijk;
als voedsel eenmaal ontdooid is,
bederft het snel en kan het niet
opnieuw worden ingevroren;
bewaar het voedsel niet langer dan de
door de fabrikant aangegeven
bewaarperiode.

6. ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.

6.1 Algemene waarschuwingen

LET OP!
Voordat u welke
onderhoudshandeling dan
ook verricht, de stekker uit
het stopcontact trekken.
Dit apparaat bevat
koolwaterstoffen in de
koeleenheid. Onderhoud en
hervullen mag alleen
uitgevoerd worden door
bevoegde technici.
De toebehoren en
onderdelen van het apparaat
zijn niet geschikt om in een
afwasmachine gewassen te
worden.

6.2 Periodieke reiniging

LET OP!
Trek niet aan leidingen en/of
kabels aan de binnenkant
van de kast en verplaats of
beschadig ze niet.
LET OP!
Zorg ervoor dat u het
koelsysteem niet beschadigt.
www.electrolux.com10
LET OP!
Til de voorkant van de
koelkast op als u hem wilt
verplaatsen, om krassen op
de vloer te voorkomen.
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de
accessoires schoon met lauw water
en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen
regelmatig en wrijf ze schoon om u
ervan te verzekeren dat ze schoon
en vrij van restjes zijn.
3. Spoel ze af en maak ze grondig
droog.
4. Maak indien toegankelijk de
condensor en de compressor aan de
achterkant van het apparaat schoon
met een borstel.
Deze handeling zal de prestatie van
het apparaat verbeteren en het
elektriciteitsverbruik besparen.
6.3 Het ontdooien van de
koelkast
Rijp wordt elke keer als de
compressormotor tijdens normale
werking stopt, automatisch van de
verdamper van het koelvak verwijderd.
Het dooiwater loopt via een gootje in een
speciale opvangbak aan de achterkant
van het apparaat, boven de
compressormotor, waar het verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van
het dooiwater in het midden van het
koelvak regelmatig schoon te maken om
te voorkomen dat het water overloopt en
op het voedsel in de koelkast gaat
druppelen.

6.4 De vriezer ontdooien

LET OP!
Gebruik nooit scherpe
metalen hulpmiddelen om de
rijp van de verdamper te
krabben, deze zou
beschadigd kunnen raken.
Gebruik geen mechanische
of andere middelen om het
ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die
door de fabrikant zijn
aanbevolen. Een
temperatuurstijging tijdens
het ontdooien van de
ingevroren levensmiddelen,
kan de veilige bewaartijd
verkorten.
Stel ongeveer 12 uur
voordat u gaat ontdooien
een lagere temperatuur in
om voldoende koudereserve
op te bouwen voor de
onderbreking tijdens de
werking.
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd
vormen op de schappen van de vriezer
en rond het bovenste vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag
een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt
heeft.
1. Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel,
wikkel het in een paar lagen
krantenpapier en leg het op een
koele plaats.
WAARSCHUWING!
Raak diepvriesproducten
nooit aan met natte
handen. Uw handen
kunnen dan aan de
producten vastvriezen.
3. Laat de deur open staan en steek de
kunststof schraper in de daarvoor
bedoelde opening in het midden van
de bodem, plaats er een opvangbak
onder om het dooiwater op te
vangen.
NEDERLANDS 11
Om het ontdooiproces te versnellen
kunt u een bak warm water in het
vriesvak zetten. Verwijder bovendien
stukken ijs die afbreken voordat het
ontdooien voltooid is.
4. Na afloop van het ontdooien de
binnenkant grondig droog maken en
de schraper bewaren voor
toekomstig gebruik.
5. Zet het apparaat aan.
Wacht minstens 3 uur voordat het
voedsel terug wordt geplaatst in het
diepvriesvak.
6.5 Periodes dat het apparaat
niet gebruikt wordt
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen als het apparaat
gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel.
3. Ontdooi het apparaat en toebehoren
(indien nodig) en maak alles schoon.
4. Maak het apparaat en alle
toebehoren schoon.
5. Laat de deur/deuren open staan om
onaangename luchtjes te
voorkomen.
WAARSCHUWING!
Als u uw apparaat
ingeschakeld wilt laten,
vraag dan iemand om het zo
nu en dan te controleren, om
te voorkomen dat het
bewaarde voedsel bederft,
als de stroom uitvalt.

7. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.

7.1 Wat moet u doen als…

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitge‐
schakeld.
Zet het apparaat aan.
De stekker zit niet goed
in het stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Er staat geen spanning
op het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch
apparaat op het stopcontact
aan. Neem contact op met
een gekwalificeerd elektri‐
cien.
Het apparaat maakt la‐
waai.
Het apparaat is niet ste‐
vig en stabiel geplaatst.
Controleer of het apparaat
stabiel staat.
Het lampje werkt niet. Het lampje staat in de
stand-by stand.
Sluit en open de deur.
www.electrolux.com12
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het lampje is stuk. Zie 'Het lampje vervangen'.
De compressor werkt con‐
tinu.
De temperatuur is goed
ingesteld.
Zie 'Bediening'.
Er worden veel produc‐
ten tegelijk geplaatst.
Wacht een paar uur en con‐
troleer dan nogmaals de
temperatuur.
De omgevingstempera‐
tuur is te hoog.
Zie het typeplaatje voor de
klimaatklasse.
Het voedsel dat in het
apparaat werd geplaatst,
was te warm.
Laat voedsel afkoelen tot ka‐
mertemperatuur voordat u
het bewaart.
De deur is niet goed ge‐
sloten.
Zie 'De deur sluiten'.
De dop van de wateraf‐
voer bevindt zich niet op
de juiste plaats.
Plaats de dop voor de water‐
afvoer op de juiste manier.
De producten zijn niet op
de juiste wijze verpakt.
Pak de producten beter in.
De temperatuur is goed
ingesteld.
Zie 'Bediening'.
Er loopt water in de koel‐
kast.
De waterafvoer is ver‐
stopt.
Reinig de waterafvoer.
Producten verhinderen
dat het water in de water‐
opvangbak loopt.
Zorg ervoor dat de produc‐
ten de achterwand niet ra‐
ken.
Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is
niet aangesloten op de
verdamperbak boven de
compressor.
Maak de dooiwaterafvoer
vast op de verdamperbak.
De temperatuur in het ap‐
paraat is te laag/hoog.
De temperatuurknop is
niet goed ingesteld.
Stel een hogere/lagere tem‐
peratuur in.
De deur is niet goed ge‐
sloten.
Zie 'De deur sluiten'.
De temperatuur van het
voedsel is te hoog.
Laat het voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u
het conserveert.
Er worden veel produc‐
ten tegelijk bewaard.
Conserveer minder produc‐
ten tegelijk.
De dikte van de rijp is
meer dan 4-5 mm.
Ontdooi het apparaat.
NEDERLANDS 13
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De deur is te vaak geo‐
pend.
Open de deur alleen als het
nodig is.
Er is geen koude luchtcir‐
culatie in het apparaat
aanwezig.
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het appa‐
raat aanwezig is.
Bel, wanneer het advies niet
tot resultaten leidt, de
dichtstbijzijnde
klantenservice voor dit merk.

7.2 Het lampje vervangen

Het apparaat is uitgerust met
een LED-binnenlampje dat
een lange levensduur heeft.
LET OP!
Trek de stekker uit het
stopcontact.
1. Verwijder de schroef van de
afdekking van het lampje.
2. Verwijder de afdekking van het
lampje (raadpleeg de afbeelding).
3. Vervang het kapotte lampje door een
nieuw lampje met identiek vermogen
en vorm dat specifiek bedoeld is voor
huishoudelijke apparaten. Het
maximale vermogen wordt getoond
op de afdekking van het lampje.
4. Plaats de afdekking van het lampje
terug.
5. Draai de schroef van de afdekking
van het lampje vast.
6. Steek de stekker in het stopcontact.
7. Open de deur.
Controleer of het lampje gaat branden.

7.3 De deur sluiten

1. Maak de afdichtingen van de deur
schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af.
Raadpleeg de montageaanwijzingen.
3. Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op
met de erkende servicedienst.

8. MONTAGE

8.1 Locatie

Raadpleeg de montage-
instructies voor de installatie.
Installeer, om de beste prestatie te
garanderen, het apparaat van
hittebronnen vandaan, zoals radiatoren,
boilers, direct zonlicht enz. Zorg er voor
dat lucht vrij aan de achterkant van het
apparaat kan circuleren.

8.2 Plaatsing

Installeer het apparaat op een droge,
goed geventileerde plaats binnen waar
de omgevingstemperatuur overeenkomt
met de klimaatklasse die vermeld is op
het typeplaatje van het apparaat.
www.electrolux.com14
Kli‐
maat‐
klasse
Omgevingstemperatuur
SN +10°C tot + 32°C
N +16°C tot + 32°C
ST +16°C tot + 38°C
T +16°C tot + 43°C
Bij bepaalde modeltypes
kunnen er functionele
problemen ontstaan als deze
temperaturen niet worden
gerespecteerd. De juiste
werking van het apparaat
kan enkel gegarandeerd
worden als het opgegeven
temperatuurbereik wordt
gerespecteerd. Als u twijfels
hebt over waar het apparaat
te installeren, raadpleeg dan
de verkoper, de
klantenservice of de
dichstsbijzijnde erkende
servicedienst.
8.3 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
Zorg er vóór het aansluiten voor dat
het voltage en de frequentie op het
typeplaatje overeenkomen met de
stroomtoevoer in uw huis.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact. De netsnoerstekker is
voorzien van een contact voor dit doel
Als het stopcontact niet geaard is,
sluit het apparaat dan aan op een
afzonderlijk aardepunt, in
overeenstemming met de geldende
regels, raadpleeg hiervoor een
gekwalificeerd elektricien
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als bovenstaande
veiligheidsvoorschriften niet
opgevolgd worden.
Dit apparaat voldoet aan de EEG-
richtlijnen.

8.4 Ventilatievereisten

De luchtcirculatie achter het apparaat
moet voldoende zijn.
5 cm
min.
200 cm
2
min.
200 cm
2
LET OP!
Raadpleeg de montage-
instructies voor de installatie.

9. GELUIDEN

Tijdens normaal gebruik hoort u geluiden (compressor, koelmiddelcirculatie).
BRRR!
HISSS!
CLICK!
BLUBB!
CRACK!
SSSRR
R!
OK
NEDERLANDS 15
CLICK!
CLICK!
SSSRRR!
SSSRRR!
BRRR!
BRRR!
HISSS!
HISSS!
BLUBB!
BLUBB!
CRACK!CRACK!

10. TECHNISCHE GEGEVENS

10.1 Technische gegevens

Afmetingen van de inbouw
In hoogte mm 1850
Breedte mm 560
Diepte mm 560
www.electrolux.com16
Loading...
+ 36 hidden pages