Electrolux EK5301, EK6322B, EK6510W, EK5301W, EK6322W User Manual [nl]

Page 1
NEDERLANDS
Waarschuwingen
DEZE WAARSCHUWINGEN ZIJN OPGESTELD VOOR UW VEILIGHEID EN DE VEILIGHEID VAN DERDEN. WIJ VERZOEKEN U DEZE AANDACHTIG TE LEZEN VOORALEER HET APPARAAT TE INSTALLEREN EN TE GEBRUIKEN.
Installatie
l De installatie moet gedaan worden door bevoegde en
gekwalificeerde installateurs, volgens de normen van kracht.
l Elke eventuele modificatie aan de electrische
huisopstelling die nodig mocht zijn om de apparatuur te kunnen installeren, mag enkel gedaan worden door
bevoegd personeel.
l Het is gevaarlijk om de kenmerken van deze apparatuur
te veranderen of te willen veranderen.
l In geval van twijfel, vraag raad aan de installateur. l Vermijd de installatie van het gasfornuis in de nabijheid
van ontvlambare materialen (bvb. gordijnen, grof linnen
ecc. ...).
Veiligheid van kinderen
l Deze apparatuur is ontworpen om gebruikt te worden
door volwassenen. Opgelet dat de kinderen zich niet naderen met de bedoeling om er te spelen.
l Let op de kinderen geheel gedurende het gebruik dat
ze de oppervlakken niet aanraken en dat ze niet dicht bij de apparatuur staan tijdens het gebruik of tijdens het afkoelen.
Tijdens het gebruik
l Onstabiele of vervormde kookpannen mogen niet op de
gaspitten of op de platen gezet worden om ongelukken van omslaan of overlopen te voorkomen.
l Bewaak aandachtig het koken met olien en vetten. l De apparatuur blijft lang warm na het afzetten. l Indien de apparatuur uitgerust is met een deksel, is
diens functie om het fornuis te beschermen tegen het stof wanneer het gesloten is, en om de vetspatten op te vangen wanneer het open is.
l Gebruik het niet voor andere doeleinden. l Maak het deksel steeds schoon vooraleer het te sluiten
of weg te nemen en laat de gaspitten en/of de platen afkoelen vooraleer het deksel te sluiten.
l Controleer steeds dat de bedieningstoetsen in de
positie « in functie is.
l Plaats steeds de druippan wanneer U de gril gebruikt
of wanneer U het vlees op het grilrooster legt.
l Giet een beetje water in de druippan om het
aanbranden van de vetten te voorkomen, en zo slechte geuren te vermijden.
l Gebruik steeds keukenhandschoenen om de
gerechten uit de oven te nemen.
l De accessoires (de gril, en de druippan) worden,
vooraleer ze voor de eerste keer te gebruiken, schoongemaakt.
l Opgepast wanneer U schoonmaakproducten gebruikt
in spray : richt nooit de spray op de weerstand en de thermostatische bol.
» of « » staan, wanneer de apparatuur niet
l Indien, gedurende het inzetten of uitnemen van
gerechten uit de oven, er aanzienlijke hoeveelheden olie, saus, ecc. achteraan in de oven moesten vallen, maak dan eerst schoon vooraleer het koken te beginnen om onaangename rook en ook mogelijk branden van deze stoffen te voorkomen.
l Verzeker U ervan dat er een luchtcirculatie rond de
apparatuur is.
l Een schaarse ventilatie brengt een gebrek aan zuurstof
voort.
l Om hygienische- en veiligheidsredenen moet deze
apparatuur altijd proper gehouden worden.
l Vormingen van vetten of andere spijzen kunnen
branden veroorzaken.
l Dit product is gemaakt voor het koken van eetwaren en
mag niet gebruikt worden voor andere doeleinden.
l Voed de apparatuur met het type gas dat vermeld staat
op het kleefetiket, geplaatst nabij de tube van de aansluiting van het gas.
l De ovenwanden niet bekleden met alluminiumfolie,
vooral niet de achterste wand.
l De apparatuur is zwaar, verzet haar met voorzichtigheid. l Voor het onderhoud of de schoonmaak eerst de
apparatuur uitschakelen en laten afkoelen.
l Om de ontsteking te vergemakkelijken, steek eerst de
gaspit aan vooraleer de kookpan op het rooster te zetten. Na de gaspitten aangestoken te hebben, controleer of de vlam regelmatig is.
l Verlaag steeds de vlam of ontdoof ze, vooraleer de
kookpannen weg te nemen.
l Verzeker U ervan of de roosters van het fornuis juist
geplaatst worden (zie instructies).
l Enkel vuurvaste borden mogen in de schuif onder de
oven geplaatst worden. Er geen ontvlambare stoffen
inzetten.
Service
l Voor eventuele tussenkomst richt U zich tot een
geautoriseerde Technisch Hulpdienst om originele wisselstukken te bekomen.
Informatie m.b.t. het milieu
l Houd bij het weggooien van de verpakking rekening met
de veiligheid en het milieu.
l Als u een oud apparaat afdankt, maak het dan
onbruikbaar door het aansluitsnoer af te snijden.
Het is heel belangrijk dat dit instructieboekje, voor eender welke toekomstige raadpleging, samen met de apparatuur bewaard wordt. Indien de apparatuur verkocht moest worden, of overgedragen aan een andere persoon, verzeker U ervan, dat het boekje samen geleverd wordt, zodat de nieuwe gebruiker op de hoogte kan gesteld worden van het functioneren van het apparaat en van de relatieve waarschuwingen.
20
Page 2
Inhoud
Algemene Waarschuwingen en adviezen
Waarschuwingen 20
Afmetingen van de apparaten 21
Aansteken van de tafelbranders 22
Gebruik van de oven 23
Tips voor het gebruik van de gasbranders 26
Enkele tips bij het gebruik van de oven 26
Kook-en Baktabel 28
Onderhoud 29
Wan te doen indien 31
Aanwijzingen voor de Installateur
Technische Gegevens 32
Instructies voor de installateur 33
Gasaansluiting 34
Aanpassing voor verschillende gassorten 35
Elektrische Aaansluiting 36
Afmetingen van de apparaten
Hoogte Breedte Diepte
A) 850 mm 600 mm 600 mm B) 850 mm 500 mm 600 mm
H
B
D
Over deze gebruiksaanwijzing
Onderstaande symbolen vindt u in de tekst en hebben de volgende betekenis:
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Aanwijzingen m.b.t. het gebruik
F
Adviezen en tips
Informatie m.b.t. het milieu
Dit Toestel voldoet aan de EEG-richtlijn:
 73/23 - 90/683 (lage spanning);  89/336 (elektromagnetische vereinigbaarheid);  90/396 (gasapparaat);  93/68 (algemene richtlijn);
en de daarop volgende wijzigingen.
FABRIKANT: ELECTROLUX ZANUSSI S.p.A.
Viale Bologna, 298 47100 FORLÌ (Italie)
Deze instructies gelden enkel voor de landen waarvan het identificatiesymbool is aangebracht op het titelblad van het instructieboekje en het apparaat zelf.
21
Page 3
Aansteken van de tafelbranders
Bedieningsknoppen van het kookvlak (Fig. 1)
Op het bedieningspaneel bevinden zich drukknoppen om de gasbranders van het kookvlak te bedienen. De regelknoppen voor de gasbranders kunnen in tegenwijzerzin worden gedraaid tot een symbool dat een kleine vlam voorstelt en omgekeerd ook in wijzerzin.
l er komt geen gas wrij
er komt een maximale hoeveelheid gas vrij
er komt een minimale hoeveelheid gas vrij
Aansteken van de branders
F
op het kookvlak
Aansteken van de branders:
l Druk de gewenste knop in en draai ze van rechts
naar links tot in de gewenste stand. Houdt de knop ingedrukt.
l Druk tegelijkertijd op de electronische
ontstekingsknop om een vonk te veroorzaken. Houdt de knop ingedrukt tot de vlam aangaat (er ontstaat ongeveer 1 vonk per seconde).
l Voor modellen met veiligheidsthermokoppel (fig.
2 - D) : houdt, indien de vlam brandt, de knop nog ongeveer 5 seconden ingedrukt om zo het veiligheidsthermokoppel in te schakelen. Herhaal, indien de vlam uitgaat, deze handeling maar houdt de knop nu maximum 15 seconden ingedrukt.
Bij manuele ontsteking: Houdt een lucifer bij de brander. Draai nooit aan de ovenknop alvorens u met een lucifer de ontstekingsopening nadert.
l Om de gastoevoer te stoppen draait u de knop in
wijzerzin op de stand l.
Wanneer u bij het koken vetten of olie gebruikt moet u steeds goed toekijken, want deze vetstoffen kunnen bij opwarming vuur vatten.
Fig. 1
Fig. 2
FO 2583
FO 0204
A - Branderdeksel B - Vlamverdeler C - Vonkontsteking D - Vlambeveiliging (volgens modellen)
Over Kookpotten en pannen
Denk er steeds aan dat een brede, grote pan een grote warmteoppervlakte heeft en de ingrediënten dus sneller koken dan een in een smallere, kleinere pan. Gebruik dus steeds pannen die aangepast zijn aan wat u klaarmaakt. Let in het bijzonder goed op dat de pannen niet te klein zijn voor vloeistoffen die makkelijk kunnen overkoken of dan weer niet te groot zijn voor ingrediënten die snel klaar moeten zijn. Op een bodem die niet met vet of braadjus bedekt blijft kunnen de ingrediënten makkelijk aanbranden. Voor taarten en gebak gebruikt u best vormen in staal die niet opengaan. Een vorm die opengaat laat vruchtenjus en suiker door die wanneer ze op de bodem van de oven vallen, karameliseren en moeilijk te verwijderen zijn. Vermijd ood pannen met plastic
22
Fig. 3
handgrepen in de oven te zetten; ze zouden immers de hitte niet kunnen weerstaan. Om het maximale rendement uit de branders te halen en dus ook gas te besparen, raden we u aan pannen te gebruiken waarvan de diameter gelijk is of groter dan de gebruikte brander (fig. 3) We raden u ook aan de pannen waarin u iets kookt af te dekken en wanneer het aan de kook komt, de vlam te verminderen zodat alles rustig verder kookt.
Page 4
Gebruik van de oven
F
Gasoven:
Bij electronische ontsteking:
l Duw de oven/grill keuzeknop in en draai ze van rechts
naar links tot de maximum stand ("8") en houdt de knop (fig. 4) ingedrukt.
l Druk tegelijkertijd op de electronische
ontstekingsknop om een vonk te veroorzaken. Houdt de knop ingedrukt tot de vlam aangaat (er ontstaat ongeveer 1 vonk per seconde).
l Houdt, indien de vlam brandt, de knop nog ongeveer
5 seconden ingedrukt om zo het veiligheidsthermokoppel in te schakelen.
Bij manuele ontsteking:
- opent u de ovendeur, brengt u een vlammetje tot het gat van de brander dat zich aan de rechterkant bevindt zoals aangeduid op fig. 5; duwt u de overeenstemmende knop volledig in en draait u hem in tegenwijjzerzin op de maximale stand "8" (fig. 4).
l Houdt, indien de vlam brandt, de knop nog ongeveer
5 seconden ingedrukt om zo het veiligheidsthermokoppel in te schakelen.
l Herhaal, indien de vlam uitgaat, deze handeling maar
houdt de knop nu maximum 15 seconden ingedrukt.
l Zet daarna de knop in de gewenste temperatuurstand
(zie tabel 1).
Fig. 4
Fig. 5
FO 2474
FO 1079
8
7
6
1
2
3
4
5
Om elke oververhitting tijdens het gebruik van de oven of de grill te vermijden, laat u steeds het deksel van het fornuis openstaan.
Vaste elektrische grill
Voor de modellen uitgerust met een gasoven, drukt u de knop in en draait hem in wijzerzin tot de eindstand
het ovenverklikkerlichtje brandt. Zet de vetvanger onder het rooster om ev. druppen van vet op de bodem van de oven te vermijden.
Voor gebruik van de grill in de gasoven is het noodzakelijk de ovendeur wat open te laten staan en de beschermingsplaat voor de bedieningsknoppen te gebruiken (fig. 6).
Fig. 6-a
FO 2124
Tabel 1: Benaderende temperaturen voor de
Fig. 6-b
FO 0375
verschillende thermostaatstanden
12345678
140°C 150°C 160°C 180°C 200°C 220°C 240°C MAX
23
Page 5
200
150
100
50
max
F
Elektrische oven (EK 6510)
Bedieningstoets (Fig. 7)
Staat toe om de meest geschikte temperatuur te kiezen en om één voor één de verwarmelementen in te schakelen.
Betekenis van de symbolen:
0 oven uitgeschakeld
ontsteking van de ovenlamp
50-max temperatuurregeling
onderste warmte-element
bovenste warmte-element
grill-element
De keuze van de temperatuur gebeurt door de toets in wijzerszin te draaien en de wijzer op de gewenste temperatuur, van 50 °C tot max, te plaatsen. De thermostaat zorgt ervoor dat de temperatuur behouden blijft. Als U wenst de verwarming te veranderen, d.w.z. meer warmte van onder of meer warmte van boven, dient U de
toets te draaien tot aan de symbolen (warm onder)
of (warm boven). In deze condities zal de temperatuur nooit hoger zijn dan
ongeveer 220°C voor en 180°C voor en zal niet geregeld worden door de thermostaat.
Voor het koken met de grill, volstaat het de toets te draaien
tot aan het symbool .
Gedurende het in functie zijn van de grill, is het noodzakelijk de oven half open te laten staan en het scherm te plaatsen ter bescherming van de toetsen (Fig. 6).
Gedurende het koken met de oven of met de grill, houdt U steeds het deksel van de apparatuur open om oververhitting te voorkomen.
Fig. 7
FO 2437
Kontrolelampje "Thermostaat" (°C)
Dit lampje brandt als één of meerdere elementen van de oven in bedrijf is (zijn). Het lampje gaat uit zodra de ingestelde temperatuur bereikt is en gaat weer aan zodra bijgewarmd wordt om de ingestelde temperatuur te handhaven.
De schakelklok (EK 6327)
Sommige modellen zijn uitgerust met een mechanische wekker (fig. 8). Hiermee kan een gewenste kooktijd ingesteld worden. Na verloop van de ingestelde tijd klinkt een geluidssignaal,
maar het koken stopt niet.
l Zet de knop van de oven in de «uit» stand. l Voor kooktqden van minder dan 15 minuten is het
aangeraden de knop eerst naar een hogere stand te draaien en nadien terug te draaien naar de gewenste tijd.
24
Fig. 8
FO 2590
20
10
30
40
80
70
60
50
Page 6
Druippan - Ovenrooster
De oven is uitgerust met een geemailleerde druippan om de sauzen bij het koken van vlees met de gril op te vangen, en met een rooster voor het koken met de grill of in een ovenschaal. Bij de modellen, uitgerust met stilstaand ovenrooster (Fig.
9), en indien U met de grill kookt, om te vermijden de oven teveel vuil te maken, raadt men aan om de druippan te plaatsen (A-Fig. 9) in de passende steunen onder het rooster (B-Fig. 9). Indien U moet koken met de druippan boven het ovenrooster, plaats deze dan zoals aangeduid in Fig.9.
Fig. 9
FO 0190
Gebruik van het draaispit (fig.
10)
Sommige modellen zijn uitgerust met een draaispit (fig. 10 -a). Gebruik dit als volgt:
- steek het vlees op de spies;
- plaats het draaispit op de steun en schuif het geheel in de oven op richel 3 (fig. 10 -b);
- duw het uiteinde van het draaispit in de opening van de aandrijfmotor (opening in de achterwand van de oven - fig. 10 - b);
- verwijder de handgreep;
- draai de ovenknop op de grillstand of voor de modellen die ermee zijn uitgerust, zet de motor aan via de schakelaar ( ) op het bedieningspaneel.
Voor alle bereidingen met de grill en het spit raden we u aan de ovendeur wat open te laten staan en de beschermingsplaat voor de knoppen te gebruiken zoals aangegeven op fig. 6.
Schakelaar van de ovenlamp (allen voor sommige modellen)
Hierme kan u de lamp van de ovenverlichting aan - en uitzetten.
Afneembar handvat
Fig. 10 - b
Draaispit
Vorken
Steun voor het draaispit
Fig. 10 - a
4
3
2
1
FO 0329
Het gebruik van de oven voor de eerste keer
Na het plaatsen van de oven ga dan als volgt te werk:
a) zet de thermostaatknop op MAX;
b) laat de oven (leeg) 45 minuten lang werken;
c) zet een raam open voor frisse lucht.
Tijdens de eerste paar minuten zal er rook met een onaangename geur onstaan, dit wordt veroorzaakt door het isolatiemateriaal en vettige restanten op het materiaal, erop gekomen tijdens de produktie. Voordat u de oven gaat gebruiken reinig dan eerst de legrekken en afdruipschaal grondig met een afwasmiddel.
25
Page 7
Tips voor het gebruik van de gasbranders
Begin het koken steeds met een volledige vlam door de regelknop op 
naar wens. De vlam is aan de buitenzijde veel warmer dan binnenin (de kern). Daarom moeten de punten van de vlammen de bodem van de pan aanraken. De vlammen die buiten de oppervlakte van de pan komen zijn een verspilling van gas en energie. In tegenstelling tot elektrische kookvlakken is het onnodig dat de pannen een vlakke bodem hebben. Pannen met een dunne wand zullen de warmte dan weer sneller doorgeven naar de inhoud dan pannen met een dikkere wand. En omdat warmte niet gelijkmatig over de bodem wordt verspreid kunnen de ingrediënten lokaal oververhit geraken. Indien u pannen met een dunne bodem gebruikt, is het
 te zetten. Stel nadien de vlammen in
nodig de inhoud vaak (om) te roeren. Een dikkere bodem vermindert het risico op lokaal aanbranden omdat op de bodem een voldoende thermische compensatie ontstaat. We raden u aan pannen te gebruiken met een gepaste grootte. Brede en lage pannen zijn geschikter dan smalle en hoge pannen want ze zorgen voor een snelle opwarming. Men versnelt het koken niet door kleine pannetjes op een grotere brander te zetten. Men verspilt er enkel gas door. U gebruikt de branders op de juiste manier wanneer u kleine pannen op de kleine brander zet en grote op de grote brander. Met een gesloten, afgedekte pan vermijdt u ook de verspilling van warmte.
Enkele tips bij het gebruik van de oven
Tips bij het gebruik van de oven
Het bakken van taarten
De oven minstens 10 minuten vóór her gebruik voorverwarmen, behalve indien het gerecht het anders vereist. Open de ovendeur niet wanneer u gerechten klaarmaakt die moeten rijzen (by, gistdeeg, soufflés) De aanvoer van koudere lucht zou het gistingsproces stoppen. Om de evolutie von het bakken van de taart te controleren, steekt u een tandenstoker in het deeg. Indien hij er droog uitkomt is de taart voldoende gebakken. Wacht om dit te doen tot minstens 3/4 van de voorziene, voorgeschreven baktijd is verstreken. Houd er over het algemeen ook rekening mee dat: een gerecht dat aan de buitenkant voldoende gebakken is maar onvoldoende binnenin, een langere baktijd noding had maar wel aan een lagere temperatuur. En omgekeerd zal een droog gerecht een kortere baktijd nodig hebben maar wel aan een hogere temperatuur.
Het braden en bakken van vlees
Vlees dat u in de oven wil braden moet minstens 1 kg wegen. Zo vermijdt u dat het te droog wordt. Indien u gebraad wenst met een prachtig kleurtje, gebruik dan weinig vetstoffen. Indien u mager vlees braadt, gebruik dan wat olie en wat boter. Boter of olie zijn overbodig indien het vlees bovenop een stukje zwoerd of vet heeft. Indien het gebraad dat stukje vet op de zijkant heeft, legt u beter die kant naar boven zodat wanneer het vet
smelt het nodige vet over het lagere deel zal verspreiden. Rood vlees neemt u beter 1 uur vóór het braden uit de koelkast, zo niet zal het bruuske temperatuurverschil het vlees taaier maken. Gebraad, zeker rood vlees, moet niet gezouten worden bij de aanvang van het braden omdat het zout het vocht en het bloed uit het vlees zou halen en het vlees dus zal verhinderen een smakelijk braadkleurtje te krijgen. We raden u aan het gebraad te zouten buiten de oven, even na verloop van de helft van da baktijd. Leg gebraad steeds in een schotel met een lage rand. Een schotel met een hoge rand legt een scherm rond het vlees en verhindert de goede verspreiding en verdeling van de warmte. Vlees kan gebakken worden in ovenvaste schotels of rechtstreeks op het rooster waaronder u de vetvanger plaatst. De ingrediënten van het braadvocht voegt u enkel onmiddellijk aan de schotel wanneer de baktijd kort is, zo niet wacht u tot het laatste half uur van de baktijd. Rood, bloedend vlees begint u te bakken met een con­stante hitte om vorvolgens de temperatuur te verminderen om het binnenste van het vlees te braden. De temperatuur van het braden van wit vlees kan gematigd blijven van het begin tot het einde. Het verloop van het braden kan u nagaan door met een vork op het vlees te drukken. Indien het vlees niet meteen meegeeft is het licht doorbakken (à point). Op het einde van het braden raden we u aan een kwartier te wachten vooraleer het te versnijden. Zo verliest het niet teveel vocht. U kan de dienborden warm houden in de oven. U moet die wel op de minimale temperatuur houden.
26
Page 8
Het bakken van vis
Vis van kleine omvang bakt u van het begin tot het einde aan een hoge temperatuur. Bij middelgrote vis begint u met een hoge temperatuur om zo langzaam de temperatuur te verminderen. Grote vis bakt u van het begin tot het einde aan een gematigde temperatuur. U kan het verloop van het bakken controleren door voorzichtig met een mes of een vork een stukje van de buik op te heffen; het vlees moet gelijkmatig wit en ondoorschijnend zijn. Dit geldt uiteraard niet voor zalm, forel en gelijkaardige soorten.
Volg in elk geval steeds de aanwijzingen van de recepten.
Bakken met de grill
Met de grill kan u vooral rood vlees stukken (maar niet te groot) vlees van verschillende grootte bakken; gevogelte snijdt u best in twee en drukt u plat en verder zijn ook vis, bepaalde groenten (by, courgettes, aubergines, tomaat, enz.), en vlees-, vis- of zeevruchtenbrochetten geschikt voor de grill. Vlees en vis voor de grill oliet u vooraf in en legt u op het rooster; zout het vlees op het einde van het braden; vis daarentegen zout u best aan de binnenkant vóór het bakken; het rooster plaatst u naar wens zo dicht mogelijk of zo ver mogelijk van het grillelement om het bakken te doseren zodat het oppervlak niet verbrandt en het binnenste gedeelte niet rauw blijft. Giet telkens 1 of 2 glazen water op de vetvanger om rookvorming te vermijden door het druppen van jus en vet op de warme plaat. U kan de grill ook gebruiken om te gratineren, brood te toasten of knapperig te maken en bepaalde vruchten zoals bananen, halve pompelmoezen, stukken ananas, appels, enz. te grillen. Dit fruit mag u echter niet te dicht bij het grillelement plaatsen.
De baktijd
De baktijden varieren uitraard naargelang de ingrediënten, hun homogeniteit en hun omvang. We raden u aan de eerste baksels goed te observeren en de resultaten ervan te noteren. Op basis van deze gegevens kunt u deze of andere gerechten (opnieux) klaarmarken. We geven in de volgende tabel enkele richtinggevende baktijden en temperaturen voor de oven en de grill. Um eigen ervaring zal u vervolgens toelaten ev. variaties op de aangegeven waarden aan te brengen.
Veel succes en veel kookgenot!
4 3 2 1
Fig. 11 FO 0019
27
Page 9
Kook-en Baktabel
Temperatuur
Type gerecht
Taarten in bakvormen met deeg op basis
van geklopt eiwit
Gemarmerd deeg 175 2 2 60-70 Driekoningenbrood 175 3 2 60-70 Aardappeltaart 175 3 2 35-40
Kruimeldeeg
Basisvorm voor garnering 200 3 2 15-20 Ricotta-taart 200 2 1 35-40 Confituurtaart 200 2 1 35-40
Taarten in bakvorm met gistdeeg
Brioche 200 2 2 35-40
Gebakjes
Zanddeeg 170 3 2 10-15 Soezen 200 3 2 30-40 Schuimgebak 140 3 2 120
Lasagnes 225 2 2 40-50 Vlees (baktijd per cm. dikte)
Gebraad met lange baktijd 175 2 2 12-15 Gebraad met korte baktijd 200 2 2 10-12 Gehakballen 200 2 2 30-40
Gevogelte
Ente 1-1/2 - 2 kg 200 2 2 120-180 Gans 3 kg 200 2 2 150-210 Gebraden kip 200 2 2 60-90 Kalkoen 5 kg 175 2 2 240zirca
Wild
Haas 200 2 2 60-90 Bout van ree 200 2 2 90-150 Bout van hert 175 2 2 90-180
Groenten
Groententerrine 200 2 2 40-45
Vis
Harder 200 2 2 40-50
Pizza 240 2 1 20-25
Grill
Varkensrib 3 3 15-20 Worsten 3 3 20-25 Gebraden kip 2 2 60-70 Kalfsgebraad aan t spit 0,6 kg 70-80 Kip aan t spit 60-90
°C*
Gasfornuis
Niveau**
Elektrofornuis
Baktijd in
minuten
*Tabel 1: Benaderende temperaturen voor de verschillende thermostaatstanden
12345678
140°C 150°C 160°C 180°C 200°C 220°C 240°C MAX
** De telling van het niveau vertrekt van het niveau helemaal onderaan (fig. 11), de bodem van de oven en de vetvanger
niet meegerekend.
28
Page 10
Onderhoud
Voor elk onderhoud schakelt U eerst het apparaat uit.
Onderhoud van het fornuis
De druppels saus, sap, fruitsap, ecc. moeten zo vlug mogelijk verwijderd worden met een vochtig doek. Zo niet, zouden ze op de lange duur het blinken van het email doen verdwijnen. Om lichte strepen te doen verdwijnen in het email, gebruikt U een gewoon licht schuurmiddel in poedervorm. Gebruik geen staalwol of messen om incrustatie te verwijderen. Voor de dagelijkse schoonmaak gebruikt U water met reinigingsmiddel of n van de talrijke producten in de handel. Was de geemailleerde roosters met water en reinigingsmiddel; U kan ze ook in afwasmachine plaatsen. Verwijder het bovenste gedeelte van de gaspit en de gasontstekers en was ze heel nauwkeurig met warm water en reinigingsmiddel. Droog ze goed vooraleer ze terug te plaatsen. Verzeker U ervan dat ze bovendien juist op hun plaats staan. De gaspit kan gepoetst worden met staalwol of een licht schuurmiddel in poedervorm. De ovendeur wast U enkel met warm water en vermijdt U het gebruik van ruwe doeken of schuurmiddelen.
Onderhoud van de oven
Na gebruik maakt U de oven heel nauwkeurig schoon en dit wanneer hij nog een beetje warm is. Inderdaad, op dat moment kan U gemakkelijk de vet- of andere resten en het fruitsap verwijderen. Gebruik warm water met reinigingsmiddel, ofwel een van de sprays die in de handel verkrijgbaar zijn. Volg hiervoor de aanwijzingen van de producent. Richt de spray niet op de delen in glansstaal, U zou ze kunnen beschadigen. De accessoires van de oven (grilrooster, druippan, ecc.) maakt U met warm water en reinigingsmiddel schoon. Eventuele incrustaties verwijdert U met en licht schuurmiddel in poedervorm.
Laat geregeld de kraantjes van de gasregeling smeren door gekwalificeerd personeel. Als men eem afwijking in het functioneren noteert, is het noodzakelijk de keuken te laten controleren door gekwalificeerd personeel.
Vervanging van de ovenlamp
Het apparaat uitschakelen. Schroef de lamp (fig. 12) los en vervang haar door een andere, geschikt voor hoge temperaturen (300°C) en met de volgende kenmerken : - Spanning: 230 V (50Hz); Vermogen: 15W; - Aansluiting: E14
Fig. 12
FO 0424
Schoonmaak van de ovendeur:
Om de ovendeur volledig te kunnen schoonmaken, is het aan te raden de deur te demonteren. U gaat als volgt te werk (Fig. 13): open volledig de deur. De twee hefboompjes van de ara van de scharnier 180° draaien; de deur bijna dicht doen tot een hoek van engeveer 30°, optillen en uit de voorkant halen. De deur door de hierboven beschreven handelingen te volgen in tegenovergestelde volgorde.
Bedek nooit de ovenwanden of de ovenbodem met aluminiumfolie om de grasspatten op te vangen. U zou een opeenstapeling van warmte voortbrengen dat het resultaat van het bereiden negatief beinvloedt en U zou het email kunnen beschadigen.
Verscheidene controles
Controleer geregeld de status van behoud van de flexibele tube van de gasverbinding en laat hem vervangen door bevoegd personeel wanneer hij nauwelijks een afwijking vertoond. We raden een jaarlijkse vervanging aan.
Fig. 13
FO 0967
29
Page 11
Schoonmaak van het deksel:
Om het deksel gemakkelijker te kunnen schoonmaken, opent U het en demonteert U het volledig (zie fig. 14). Nadien herplaatst U het, door het in de passende gaten te duwen.
Reiniging van de oven met glazuuremailbekleding
Principe
De wanden van de oven gemaakt van glanzend, glad glazuuremail. De reiniging gebeurt manueel.
Regelmatig onderhoud
Denk eraan om na iedere vleesbereiding de wanden van de oven schoon te maken met een spons en een reinigingsmiddelomeventuelevetspattenteverwijderen; op die manier produceert de oven minder rook bij de volgende bereidingen en blijft uw oven langer zuiver. Overkookresten op de bodemplaat kunnen gemakkelqk verwijderd worden door de bodemplaat uit de oven te nemen.
Periodiek onderhoud
Gebruik speciaal hiervoor in de handel zijnde producten.
Reiniging van de oven met katalytische emailbekleding
(allen voor sommige modellen)
Principe
Catamytische wanden zijn in staat om voedsel-en vetspatten grotendeels te neutraliseren wanner de oventemperatuur zich boven de 220°C bevindt.
Om het reinigingsproces te vergemakkelijken is het aan te raden om de oven gedurende 1 à 2 uren per week, zonder voedsel, in werking te stellen boven deze temperatuur.
Praktische hints en tips:
Het manueel reinigen van de catalytische wanden is
af te raden.
Deze wanden worden onherroepelijk beschadigd bij
gebruik van spuitbussen, met zeep geimpregneerd staalwol, of eender welke vorm van reinigingsmiddellen.
Na een onbepaalde tijd kan een zekere verkleuring
van de wanden optreden. Dit zal de catalytische werking van de wanden niet beinvloeden.
 Eenmaal de wanden verzadigd zijn stopt het
catalyse-reinigingsproces. Dit heeft echter geen enkele invoeld op het verder goed funktioneren van het toestel.
 Volgt de onderstaande tips om de vorming van
vetspatten in de oven tot een minimum te herleiden.
Fig. 14
FO 0418
Onderhoud
Bij bereidingen die veel vetspatten veroorzaken (gevogelte, grillades...) zijn de duur en temperatuur niet altijd voldoende om alle vetresten op te lossen. Plaats, in dit geval, na het koken, de thermostaatknop op de maximum stand en laat de oven gedurende 45 minuten leeg en zonder toebehoren verwarmen. Zet nadien de keuzeknop 5
minuten in de grillstand / . Start U deze behandeling vanaf een koude oven dan duurt
de reiniging 60 minuten.
Spuit geen reinigingsmiddelen op de katalytische ovenwanden.
Tjdens de reiniging worde de ovendeur veel warmer dan normaal. Houd jonge kinderen buieen de directe omgeving van de oven. Gebruik geen tafelbranders eiidens de reiniging van de oven.
De bodem is vervaardigd uit blinkend glad glazuuremail en moet met de hand gereinigd worden. Ingeval van overkoken op de bodemplaat kan deze uit de oven genomen worden zodat ze gemakkelijker gereinigd kan worden met behulp van een spons en een zacht poetsmiddel.
30
Page 12
Wan te doen indien
Indien het toestel niet naar behoren werkt, kijkt u, voordat u de Servicedienst belt, best de volgende punten na:
l De gasaanvoer lijkt abnormaal:
l Er is een gaslucht waarneembaar
l De oven warmt niet op
l Te lange kooktijden
l Er komt rook uit de oven
l Het ovenlicht werk niet
Vergewis u ervan of:
- de gaten van de vlamverdeler van de brander(s) niet verstopt zitten;
- wanneer de gas uit een fles komt, de gasfles niet leeg is;
- de drukregelaar werkt;
- de kraan van de gasfles volledig open staat.
Vergewis u ervan of:
- er geen kraan is blijven open staan
- de voedingsbuis goed gedlaatst werd en in goede
staat verkeert; denk eraan dat die minstens éénmaal per jaar moet vervangen worden.
Zoek nooit naar een gaslek met een brandende lucifer. gebruik schuim of zeepwater.
Vergewis u ervan of de ovenknop wel degelijk aan staat.
Controleer of de gekozen temperatuur overeenstemt met de voeding/het gerecht dat u klaarmaakt.
We raden u aan de oven te reinigen telkens u hem gebruikt hebt. Tijdens het braden van vlees vormen zich vetspatten; wanneer deze niet verwijderd worden, zullen ze rook en geuren veroorzaken tijdens volgende bakbeurten. Zie daarover het stuk over het schoonmaken van de oven.
Wellicht is het lampje zelf stuk. Hoe u het moet vervangen, kijkt u na in de paragraaf daarover. Indien na deze controles het fornuis nog steeds niet werkt, wendt u zich best tot het dichtstbijgelegen Servicecentrum en houd alle gegevens over het toestel bij de hand: model en identificatienummer.
Onderhoud - Technische bijstand
Om de goede werking en optimale veiligheid te waarborgen is het noodzakelijk regelmatig de gasregelkranen te smeren. Dit onderhoud moet als volgt gebeuren: neem de drukknoppen af en verwijder de plaat eronder nadat u de schroef hebt losgedraaid. Schroef beide schroeven aan de stang van de kraan los. Verwijder de kegel en maak hem zorgvuldig schoon. breng ten slotte een dunne laag onoplosbaar smeermiddel met koolwaterstoffen geschikt voor gaskranen, aan. Kijk erop toe dat een overdaad van smeermiddel de gaten waardoor het gas wordt aangevoerd niet verstopt. Monteer alles opnieuw zeer oplettend.
ORIGINELE WISSELSTUKKEN
Voordat dit produkt onze fabriek en ateliers verliet, werd het grondig getest en afgesteld door bevoegd en gespecialiseerd personeel zodat we u een toestel met de best mogelijke werking kunnen afleveren. Elke herstelling of afstelling die vervolgens nodig zou zijn moet met de grootste zorg en oplettendheid worden uitgevoerd. Daarom raden we u aan zich te wenden tot uw Zanussi­verdeler waar u het toestel kocht of tot het dichtstbijgelegen Servicecentrum. Hou dan steeds het type van het toestel en het identificatienummer bij de hand. De originele wisselstukken, erkend door de fabrikant en met het onderstaande merk
worden uitsluitend door onze Technische diensten en Erkende verkooppunten van wisselstukken verkocht.
31
Page 13
Technische Gegevens
Gasoven
Grill-element 1800 W
Ovenverlichting 15 W
Braadspit (met uitzondering van de mod) 4 W
Aansluitwaarde oven: 1819 W
Lichtnetspanning (50 Hz) 230 V
Elektrische Oven
Grill-element 1800 W
Onderelement 1200 W
Bovenelement 1000 W
Onder- en boven-element (1000 + 800 W) 2200 W
Ovenverlichting 15 W
Braadspit 4 W
Aansluitwaarde oven: 2219 W
Lichtnetspanning (50 Hz) 230 V
Kookplat
Deksel: geëmailleerd
Hulp brander 1 kW
Half-snelle branders 2 kW
Snelle brander 3 kW
Electronische ontsteking van de kooktafelbranders: volgens modellen
Veiligheidsthermokoppel: volgens modellen
Afmetingen van de apparaten
Hoogte 850 mm
Breedte: EK 5301 500 mm
EK 6322 - EK 6327 - EK 6510 600 mm
Diepte 600 mm
Apparaat klasse 1 en klasse 2 sub-klasse 1
CATEGORIE: II 2E+3+
In de fabriek getest apparaat om met het volgend soort
gas te werken: G20-25 / 20-25 mbar
Inspuitstukken
BRANDER
Kleinbrander
Normaalbrander
Sterkbrander
Oven
Maximale
calorisch
debiet
kW
1
2
Aardgas
3
Gas LPG : 2,8
3
Minimale
calorisch
debiet
kW
0,33
0,45
0,65
1,00
AARDGAS
Richtpunt
1/100
70
96
119
116
G20
20
mbar
0,095
0,190
0,286
0,286
m3/h
G25
25
mbar
0,111
0,221
0,332
0,332
Richtpunt
1/100
50
71
86
82
GAS LPG
g/h
G 30 G 31
72,5
145
203
218
71,5
143
200
214
32
Page 14
Instructies voor de installateur
De volgende instructies relatief aan de installatie en het regelen moeten uitgevoerd worden door gekwalificeerd personeel. Het apparaat moet correct en conform met de normen en de wetten van kracht, worden geinstalleerd.
Om het even welke tussenkomst moet worden gedaan bij een uitgeschakeld apparaat. De constructiefirma wijst elke verantwoordelijkheid af voor eventuele schade voortkomend uit een installatie die niet conform is aan de geldende normen.
Plaats van installatie
Voor een goed functioneren van het apparaat, is het noodzakelijk dat er in de kamer de nodige lucht voor de gasverbranding kan toestromen op een natuurlijke wijze. (De installateur moet de nationale normen van kracht volgen.) De toevoer van lucht moet rechtstreeks vanuit openingen komen die niet van binnen, noch van buiten, verstopt mogen worden. De hierna volgende instructies zijn bestemd voor de erkende installateur. De installatie en onderhoud van het toestel moeten worden uitgevoetd door een bevoegde installateur overeenkomstig de geltende voorschriften en de regels van de kunst, met name: NBND 51003. Voor de toestellen aangesloten op het lichtnet: NBN normen. Wij kunnen geen verantwoordelijkheid aanvaarden voor ongevallen of incidenten veroorzaakt door een defecte of onbestaande aarding.
Uitlaat van de verbrandingsstoffen
De gasfornuizen moeten de verbrandingsstoffen uitlaten, conform aan de nationale normen van kracht.
Plaatsing
Dit is een type X toetsel. Het werd ontworpen om te plaatsen tussen twee meubelstukken waarvan de hoogte die van de kookplat niet overschrijdt (EN 60 335-2-6).
Nivellering
De fornuizen zijn uitgerust met afstelbare pootjes die zich zowel voorals achteraan de sokkel bevinden. U kan die pooties regelen (fig. 15) om de hoogte van het fornuis bij te stellen naar de nevenstaande kasten en voor een waterpasstelling van de vloeistof in de pannen op het fornuis.
Fig. 15
FO 0063
33
Page 15
Gasaansluiting
De gasaansluiting moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de nationaal geldende normen. Het toestel werd vóór het de fabriek verliet, getest en afgesteld voor het soort gas dat aangeduid staat op het identificatieplaatje achteraan op het fornuis, naast de aansluiting. Vergewis u ervan dat het gebruikte en voorhanden zijnde gas overeenstemt met het soort gas op het plaatie.
Gasverbinding (fig.16)
LPG: de rubber-houder C gebruiken Aardgas: de verbinding A gebruiken
Steeds de pakking B invoegen (fig.17). Daarna overgaan tot de verbinding volgens de gegeven instrukties. (Zie de overeenkostige paragraaf).
Aaansluiting met een vaste buis of een metalen en soepele slang
Om veiliger te zijn raden we aan de aansluiting uit te voeren met vaste buizen (bv. in koper) of met soepele buizen in inoxstaal zodat het toestel niet beschadigd raakt. De aansluiting aan de gasmond voor deze toestellen is Gc 1/2.
Fig. 16
JA
Aaansluiting met soepele, niet­metalen buis
Wanneer u voor de aansluiting een soepele niet-metalen buis of slang gebruikt, moet u bij de controel van de staat van de slang vooral op de volgende punten letten:
- de slang vertoont geen plooien, versmallingen, brandsporen; zowel aan de beide uiteinden als over de volledige lengte;
- het materiaal is niet hard geworden en is dus nog steeds even soepel en buigzaam;
- de verbindings- en sluitingsringen (als er zijn) zijn niet geroest;
- de geldigheidsdatum (als er een is) niet verstreken is.
De slang moet als volgt geplaatst worden:
- mag niet onder spanning of gedraaid zijn;
- mag niet in aanraking komen met scherpe voorwerpen of met scherpe randen;
- het moet makkelijk zijn om de staat van de slang te controleren.
Indien zich toch één van bovenvermelde dingen voordoet (of meerdere tegelijk) moet u da slang niet laten herstellen maar volledig vervangen.
Fig. 17
SOEPELE RUBBEREN SLANG
ELEKTRISCHE KABEL
NEEN
SOEPELE RUBBEREN SLANG
ELEKTRISCHE KABEL
FO 0163
BELANGRIJK: Wanneer de installatie voltooid is, gaat u de goede vastheid van de verbindingen na met schuim of zeepwater maar NOOIT met een vlammetje.
34
Page 16
Aanpassing voor verschillende gassorten
Om het fornuis aan een verschillend soort gas aan te passen dan dat waarvoor het vooraf geregeld is, de opeenvolgende handelingen verrichten.
Vervanging en regeling van de sproeiers van de kookplaat
1. Vervanging van de sproeiers:
 De roosters wegnemen.  De deksels en de kronen van de branders afnemen.  Met een sleutel van 7 de sproeiers losschroeven en
wegnemen (fig.18) en deze vervangen door diegenen die geschikt zijn voor het te gebruiken gas (zie tabel
"Technische Gegevens"). De onderdelen weer monteren door de beschreven handelen knop de tegenovergestelde manier te verrichten.
Deze branders hebben geen primaire luchtregeling nodig.
2. Minimum regeling branders van de kookplaat
Om het minimum te regelen, een vlam aansteken, de knop op de minimim positie brengen, de knop wegnemen (fig.19) en dan:
- in geval van transformatie van aardgas noor LPG gas,
het by-pass schroofje van de kranen goed
vastschroeven;
- in geval van transformatie van LPG gas noor aardgas,
het by-pass schroofje ongeveer 1/4 draai losschroeven,
totdat men een kleine regelmatige vlam verkrijgt. De onderdelen weer monteren door de beschreven handelen knop de tegenovergestelde manier te verrichten. Aan het einde controleren dat de brander niet uit gaat door de knop snel van de maximum naar de minimum positie te draaien.
Fig. 18
Fig. 19
FO 0392
FO 0068
Ovenbrander gasoven
1. Vervanging sproeier ovenbrander
Om de sproeier van de oven te vervangen, de bodem van de oven er uit halen, de schroef 1 losdraaien (fig.20) en de brander er uit nemen. Met een sleutel van 7 de sproeier onder in de oven losschroeven, er uit halen en vervangen met diegene die voorzien is (zie "Technische Gegevens"); daarna de brander weer monteren door de beschreven handelingen op de tegenovergestelde manier uit te voeren.
2. Regeling van het minimum van de ovenbrander.
Nadat men de oven ongeveer 10 minuten op de maximum temperatuur met de deur dicht heeft laten werken, de knop van de thermostaat op de minimum positie draaien. Om bij het by-pass schroofje te komen en het minimum te regelen moet men op de volgende manier te werk gaan:
- de knoppen demonteren;
- der voorkant demonteren;
- in geval van transformatie van aardgas noor LPG gas,
het by-pass schroofje van de thermostaat of van de
ovenkraan (fig. 21) goed vast schroeven;
- in geval van transormatie van LPG gas noor aardgas
het by-pass schroofje ongeveer + draai los schroeven,
totdat men een kleine regelmatige vlam bereikt.
Fig. 20 FO 1072
Fig. 21
- Aan het einde controleren dat de brander niet uit gaat door de kraan snel van de maximum naar de minimum positie te draaien.
Alle onderdelen weer monteren door de beschreven handelingen op de tegenovergestelde manier te volgen.
De ovenbrander heeft geen primaire luchtregeling nodig.
FO 1061
35
Page 17
Elektrische Aaansluiting
Het toestel is geschikt voor een aansluiting op een spanning van 230 V monofase. De elektrische aansluiting moet gebeuren volgens de geldende normen en schikkingen voorzien in de wetgeving. Ga vóór het aansluiten na of:
- de hoofdzekering en de installatie van het huis de lading van het toestel aankunnen (zie het identificatieplaatje achteraan)
- de voedingsinstallatie uitgerust is met een doeltreffende aarding volgens de geldende normen en schikkingen voorzien in de wetgeving.
- het stopcontact en de bipolaire schakelaar makkelijk bereikbaar zijn wanneer het fornuis is uitgerust en verbindt het met een gepaste stekker.
Ons toestel is voorzien van een soepele kabel met stekker voor aansluiting op een stopcontact 230V - 50 Hz. Het toestel moet rechtstreeks op het net wenst verbonden zijn, moet u tussen het toestel en het net een bipolaire schakelaar zetten met min. 3 mm opening tussen de contacten, aangepast aan de lading en voldoend aan de geldende normen. De geel/groene aarding mag niet onderbroken worden door de schakelaar. De fasedraad - kastanjekleur (komend van de klem L van het fornuisbord) moet altijd verbonden zijn met de fase van het voedingsnet. De voedingskabel moet altijd zo geplaatst worden dat hij over de hele lengte nooit een temperatuur kan bereiken die 50°C hoger is dan de kamertemperatuur.
Vervangen van de stroomkabel
Indien u de voedingskabel vervangt, gebruik dan draad van het type H07 RN-F, H05 RN-F, H05 RR-F, H05 VV­F, H05 V2V2-F (T90), H05 BB-F met een sectie aangepast aan de lading. U moet er bovendien voor zorgen dat de kleine geel/groene aarding ongeveer 2 cm langer is dan de fase en neutrale draden (fig. 22). Na de aansluiting gaat u de opwarming na door de elementen ongeveer 3 minuten aan te zetten.
De fabrikant wijst alle verantwoordelijdheid af indien de preventienormen niet werden gerespecteerd.
Fig. 22
Neutraal
Fase
Aarde (geel-groen)
FO 0073
36
Loading...