
ARCTIS G 8 60 50-5 i
Congélateur intégrable
Integreerbare diepvrieskast
Congelatore integrabile
Mode d’emploi et instructions de montage
Gebruiks- en montageaanwijzing
Istruzioni d’uso e montaggio
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg
http://www.aeg.hausgeraete.de
© Copyright by AEG Sous réserve de modifications
Wijzigingen voorbehouden
2223 067-32 11/05 Con riserva di modifiche

22
Le compresseur se met en marche de lui même au bout d’un
certain temps.
Ceci est normal, il ne s’agit pas
d’un dérangement.
Après modification du réglage
de température, le compresseur
ne démarre pas immédiatement.
Bruits anormaux.
L’appareil est en contact avec la
paroi ou d’autres objets.
L’appareil n’est pas d’aplomb.
Une partie de l’appareil, p. ex.
un tuyau, est en contact avec
une autre partie de l’appareil ou
la paroi à l’arrière de l’appareil
Le cas échéant, plier cette partie avec précaution pour l’éloigner.
Déplacer légèrement l’appareil.
Ajuster les pieds réglables.
Formation importante de givre
dans l’appareil, éventuellement
aussi au joint de porte.
Le joint de porte n’est pas étanche (après changement du sens
d’ouverture de la porte).
A l’aide d’un sèche-cheveux,
réchauffer avec pré-caution le
joint de porte aux endroits des
fuites (pas plus chaud qu’env.
50 °C). Remettre en même temps le joint de porte en forme à
la main de manière à ce qu’il
soit de nouveau en position
correcte.
Dérangement Cause possible Remède
Remarque: vérifiez régulièrement sur le voyant rouge de contrôle de la
température si la température de conservation est bien observée.
43
De compressor start na enige
tijd automatisch.
Dit is normaal, het betreft geen
storing.
Na het wijzigen van de temperatuurinstelling start de compressor niet direct.
Ongewone geluiden.
Apparaat komt tegen de muur
of tegen andere voorwerpen
aan.
Apparaat staat niet recht.
Een onderdeel, bijv. een leiding,
aan de achterkant van het
apparaat komt tegen een ander
onderdeel van het apparaat
aan of tegen de muur.
Dit onderdeel voorzichtig wegbuigen.
Apparaat iets wegtrekken.
Instelvoetjes bijstellen.
Tip: kontroleer regelmatig aan de hand van het rode temperatuur-kontrolelampje en de thermometer de bewaartemperatuur.
Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen
Doel, normen, richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met in-achtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt. Bij de
fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn volgens de Duitse wet op de veiligheid van toestellen (GSG), volgens de
Duitse voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koudeinstallaties (VBG 20) en volgens de bepalingen van de ver-eniging
van Duitse elektotechnici (VDE). De koudecirculatie is op dichtheid
getest.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
– 73/23/EWG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn0
– 89/336/EWG van 3.5.1989
(met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EWG) - EMC-richtlijn

23
Service après vente
Si le présent mode d’emploi ne contient pas le remède à un dérange-ment,
veuillez vous adresser à votre revendeur ou à notre service après vente. Les
adresses et numéros de téléphone figurent dans le cahier joint "Conditions
de garantie/Service après vente".
Préparer les pièces de rechange permet d’éviter les déplacements inuti-les
et de réduire les frais. Par conséquent, merci d’indiquer les caracté-ristiques
suivantes de votre appareil:
• Désignation du modèle
• Numéro de produit (PNC)
• Numéro de fabrication (S-No.)
Ces indications figurent sur la plaque signalétique à gauche, à l’intérieur de
l’appareil. Nous vous conseillons de noter ces indications ici afin de les avoir
rapidement à portée de la main.
Remarque : Les recours non justifiés au service après vente sont payants
même au cours de la période de garantie.
Règlements, normes, directives
L’appareil frigorifique est destiné à un usage domestique et a été fabriqué
en respect des normes s’appliquant à ce type d’appareils. La fabrication tient
en particulier compte des mesures prévues par la loi allemande sur la sécurité des appareils (GSG), le règlement préventif contre les accidents pour les
installations frigorifiques (VBG 20) et les dispositions de l’union des électrotechniciens allemands (VDE). L’étanchéité du circuit frigorifique a été contrôlée.
Cet appareil est conforme aux directives européennes suivantes :
– 73/23/CEE du 19.2.1973 - Directive sur les basses tensions
– 89/336/CEE du 3.5.1989
(y compris la directive de modification 92/31/CEE) - Directive de CEM
42
Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen
Apparaat werkt niet, geen controlelampje brandt
Apparaat is niet aangezet. Apparaat aanzetten.
Stekker zit niet in het stopcon-
tact of zit los.
Stekker in stopcontact steken.
Zekering is los of kapot.
Zekering controleren, eventueel
vernieuwen.
Stopcontact is kapot.
Storingen in het lichtnet door
Uw electrovakman laten verhelpen.
Apparaat koelt te sterk.
Temperatuur is te laag ingesteld.
Tenmperatuurregelaar tijdelijk
op een hogere stand zetten.
Klantendienst informeren.Groene lampje defect.
Groene lampje brandt niet, gele
lampje brandt bij ingeschakelde
snelvriesfunctie.
Klantendienst informeren.Gele lampje defect.
Gele lampje brandt niet bij
ingeschakelde snelvriesfunctie,
apparaat werkt.
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door
geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie tot onze
klantendienst.
De temperatuur in de vriesruimte is niet voldoende, rode
lampje brandt.
Temperatuur is niet juist ingesteld.
Zie hoofdstuk “Ingebruikname”.
Deur heeft te lang opengestaan.
Deur slechts zo lang open laten
als nodig is. Snelvriesschakelaar
gebruiken.
In de laatste 24 uur zijn grotere
hoeveelheden warme levensmiddelen opgeslagen.
Snelvriesschakelaar gebruiken.
Het apparaat staat naast een
warmtebron.
Zie hoofdstuk “Opstelplaats”.
Storing aan het apparaat
Snelvriesschakelaar aanzetten,
vrieskast gesloten houden,
klantendienst informeren.
Sterke rijpvorming in het apparaat, eventueel ook aan de deurafdichting.
Deurafdichting is lek (eventueel
na het verwisselen van de deuraanslag).
Op de ondichte plaatsen de
deurafdichting voorzichtig met
een föhn verwarmen (niet heter
dan ca. 50 °C). Tegelijkertijd de
verwarmde deurafdichting met
de hand zo in vorm trekken dat
hij weer helemaal sluit.
Klantendienst informeren.
technisch probleem
Apparaat werkt, het groene
lichtje knippert

24
Geachte klant,
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw nieuwe
koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over een
veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van het apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren voor latere naslag. Aan eventuele volgende bezitters van het apparaat doorgeven.
Deze gebruiksaanwijzing is voor meerdere, technisch vergelijkbare modellen
in diverse uitvoeringen bestemd. S.v.p. alleen op de aanwijzingen letten die
op Uw apparaat betrekking hebben.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waar-
schuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist functioneren
van het apparaat. Hier absoluut op letten.
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het prak-tisch
gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een econo-mischen
milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwijzingen
om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...". Als deze aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze klantendienst u te allen
tijde ter beschikking.
41
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die kunt oplossen zelf aan
de hand van de volgende aanwijzingen. Voer zelf geen verdere werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen niet verder
helpt.
Tips om energie te besparen
• Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of
andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstempera-tuur
werkt de compressor vaker en langer.
• Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het
apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken.
• Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten
afkoelen.
• Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
• De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
• Kontroleer de bewaartemperatuur met behulp van de thermometer.
• Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelkast leggen. De koude in
de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelkast gebruikt.
• Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de achterzijde van het toestel, schoon.
Apparaat uitzetten
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
1. Levensmiddelen uit vriesruimte nemen.
2. Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand “0”
draaien.
3. Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp. uithalen.
4. Diepvriesruimte ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk “Ontdooien
en reinigen”).
5. Deuren daarna open laten om geurvorming te voorkomen.

25
Inhoud
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
Zorg voor een goede ventilatie rond het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . .30
Nismaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
Aanwijzingen voor de geintegreerde inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Bedienings- en kontroleinrichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Akoestisch temperatuursignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Open deur waarschuwing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Invriezen en diepgevroren opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Symbolen bewaarde producten/ Diepvrieskalender . . . . . . . . . . . . .38
Het maken van ijsblokjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39
Ontdooien en reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39
Apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Wat te doen als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43
40
daar een schaaltje of teiltje onder.
Tip: Om het ontdooien te versnellen een pan met heet water in het apparaat
zetten en de deur sluiten. Afgevallen stukken ijs voordat ze volledig ontdooien verwijderen.
5. Na het ontdooien de vriesruimte plus het interieur grondig schoonmaken.
Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het electrici-teitsnet
aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoonmaken het
apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of schakel c.q. draai de
zekering er uit.
• Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er kan
vocht in de electrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken! Hete
damp kan kunstoffen onderdelen beschadigen.
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik geno-men
wordt.
Let op!
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof onderdelen aantasten, bijv.
– Sap van citroen– of sinaasappelschillen;
–boterzuur;
– Schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonder-delen.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
5. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken. Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
6. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
7. Als alles droog is, schakel op snelvriezen. Laat de vriezer tenminste 2 uur leeg
vriezen. Daarna de levensmiddelen terug in de vriezer plaatsen en het apparaat weer in bedrijf nemen.

26
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende
veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
Reglementaire toepassing
• Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt
voor het invriezen en diepgevroren bewaren van levensmiddelen en voor
het maken van ijs. Als het apparaat voor andere doeleinden gebruikt
wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen voor eventuele
schaden.
• Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aanbrengen
is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Als het koelapparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor
diepgevroren bewaren en invriezen van levensmiddelen gebruikt wordt,
s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik
genomen wordt
• Controleer het koelapparaat op transportschaden. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de leverancier.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutan
(R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar
is.
• Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat geen
onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
– open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;
– het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsdelen (bijv. foliën, piepschuim) kunnen voor kinderen gevaarlijk zijn. Stikgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weghouden!
• Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit het
stopcontact trekken, stroomkabel doorknippen, eventueel aanwezige
39
Ontdooien en reinigen
Als het apparaat aanstaat en als de deur geopend wordt, slaat vocht in het
interieur, in het bijzonder op de verdamper, als rijp neer. Deze rijp van tijd tot
tijd met de bijgevoegde plastic schraper verwijderen. In geen geval hiervoor
harde of spitse voorwerpen gebruiken.
Het apparaat dient in ieder geval ontdooid te worden als de rijplaag ca. 4 mm
dik is: echter minimaal eenmaal per jaar. Een geschikt moment voor het ontdooien is als het apparaat leeg is of als er nog maar weinig artikelen in liggen.
Elke temperatuurstijging vermindert de houdbaarheid van de diepvriesprodukten. Schakel daarom ca. 12 uur van te voren het toestel op snelfriezen, om een koudereserve in de diepvriesprodukten te scheppen.
Waarschuwing!
• Geen electrische verwarmingsapparaten en andere mechanische of kunstmatige hulpmiddelen gebruiken om het ontdooien te versnellen.
• Geen ontdooisprays gebruiken, deze kunnen gevaarlijk voor de gezondheid
zijn en/of stoffen bevatten die plastic aantasten.
Voorzichtig! Niet met natte handen aan bevroren artikelen komen. De handen kunnen daaraan vastvriezen.
1. Bevroren artikelen er uitnemen, in
meerdere lagen krantenpapier wik
kelen en op een koele plaats leggen.
2. Apparaat uitzetten en de stekker uit
het stopcontact halen of de zekering
uitschakelen c.q. er uitdraaien.
3. Alle laden, behalve de onderste, er uit
halen.
4. Steek de kunststofschraper in de opening onder de vries-ruimte en plaats
Het maken van ijsblokjes
1. IJsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in de vriesruimte plaatsen en laten
bevriezen.
2. Om de ijsblokjes los te maken het ijsbakje omdraaien of kort onder stromend
water houden.
Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met spitse of
scherpe voorwerpen losmaken. Gebruik de bijgevoegde ijsschraper.

27
snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor wordt
voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten raken (stikgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht komen.
• Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke appara-
ten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor de nodige toezicht
en laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Bij dagelijks gebruik
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door
de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-gen van aanstekers etc. in het koelapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen als de
inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg noit
limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in het vriesvak. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol percentage kan in het vriesvak gelegd worden.
• Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de mond
steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken.
• Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen kunnen
daaraan vastvriezen.
• Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers etc.) in het
koelapparaat gebruiken.
• Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit het
stopcontact trekken of de zekering in de woning uitschakelen c.q. er uit
draaien.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit aan
het snoer.
Bij storing
• Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiks-aanwij-
zing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwijzingen
niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat werken.
• Koelapparaten mogen alleen dooor geschoold personeel gerepareerd wor-
den. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ont-staan.
Wend u zich bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze klantendienst.
38
• Als u de maximale invrieskapaciteit wilt benutten, moet u 24 uur van te
voren (bij kleinere hoeveelheden 4 tot 6 uur) de snelinvriesschakelaar
inschakelen.
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De handen kunnen daaraan vast vriezen.
1. De verpakte levensmiddelen in de laden leggen. De in te vriezen levensmiddelen in de bovenste korv van het apparaat plaatsen. Niet bevroren
artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds bevroren waren omdat
anders de bevroren artikelen ontdooien kunnen.
2. Wilt U de max. hoeveelheid invriezen,dan dient u de snelvriesschakelaar in
te schakelen. Als de snelvriesfunctie niet handmatig wordt gestopt, schakelt
het apparaat deze functie na 52 uur uit. Het gele lampje gaat uit.
3. Diepvriesartikelen het liefst naar soort apart in de laden leggen.
Symbolen bewaarde producten/Diepvrieskalender
• De symbolen op de laden geven de diverse soorten diepvriesproducten
aan.
• De getallen geven voor iedere
soort diepvriesproduct de
opslagtijd in maanden aan. Of de
hoogste of de laagste waarde van
de aangegeven opslagtijd geldt,
hangt af van de kwaliteit van de
levensmiddelen en de behandeling voorafgaand aan het invriezen. Voor levensmiddelen met
een hoog vetgehalte geldt altijd
de laagste waarde.

28
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder gevaar
weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden!
De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden en
worden als volgt gekarakteriseerd:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken binnenin.
>PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe FCKWvrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer bij
het oud-papier gedaan worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te
worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan vervanging
toe is - ook voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken
voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer doorknippen,
eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapot-maken. Hierdoor
wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de achterkant, mag niet beschadigd worden.
• Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit
product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk negatieve gevolgen
voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het
recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de
gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht..
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het transport beschermd.
• Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
37
Invriezenen en diepgevroren opslaan
In uw diepvrieskast kunt u diepvriesprodukten bewaren en verse
levensmiddelen zelf invriezen.
Attentie!
• Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de vriesruimte –18 °C of lager te zijn.
• Let op het op het typebordje aangegeven vriesvermogen. Het vries-vermogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur ingevroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen achter elkaar
ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoeveelheid aangegeven op het typebordje. De kwaliteit is beter, als de levensmiddelen
snel tot in de kern bevriezen.
• Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte leidt
tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
• Bij het bewaren van kantenklare diepvriesprodukten dient u zich beslist
aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
• Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (bereiden
tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen.
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door
de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-gen van aanstekers etc. in het vriesapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als
de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg
noot limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol percentage kan in de
vriesruimte gelegd worden.
Attentie: kontroleert u regelmatig aan de hand van het rode temperatuurkontrole-lampje (E) en de thermometer of de bewaartemperatuur laag
genoeg is.
Koude-accu
In één van de laden van de vriesruimte bevindt zich twee koude-accus.
Als de stroom uitvalt of bij een storing aan het apparaat verlengt de kou-
de-accu de tijd tot de diepvriesartikelen te warm worden met meerdere
uren.
De koude-accu kunt dit echter alleen optimaal doen als ze in de bovenste
la vooraan boven op de diepvriesartikelen gelegd wordt. De koude-accu kan
tijdelijk ook als koelelement voor koeltassen gebruikt worden.

29
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik.
Het apparaat daarom
– niet aan directe straling van de zon blootstellen;
– niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaatsen;
– alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur ove-
reenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ont-worpen.
De klimaatcategorieën staan op het merk- en type-aanduidingsplaatje dat
zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke klimaatcategorie behoort:
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-sen,
aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
– tot elektrische kachels 3 cm;
– tot olie- en kolenkachels 30 cm.
Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isolatieplaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen.
Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat staat, is een
afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat zich geen condens
vormt aan de buitenkant van de apparaten.
"Montage rechtstreeks onder een kookplaat is niet toegestaan. De temperaturen van de kookplaat, die op sommige plaatsen hoog zijn, kunnen het
apparaat beschadigen. IIndien een kookplaat in de buurt van het apparaat
geïnstalleerd wordt, dienen de betreffende montage- en veiligheidsvoorschriften in acht genomen te worden. Gezien de veelzijdigheid van de
mogelijke installatievoorwaarden is het onmogelijk hier gedetailleerde
informatie te verschaffen. Men dient te voorkomen dat de ijskast warm
wordt, door een geschikte afstand van de warmtebron aan te houden en
door middel van het gebruik van een geschikte isolatieplaat. Bovendien
dient een correcte ventilatie van het apparaat gegarandeerd te worden."
Klimaatcategorie voor een omgevingstemperatuur van
SN +10 tot +32 °C
N +16 tot +32 °C
ST +18 tot +38 °C
T +18 tot +43 °C
36
In gebruik nemen en temperatuurregeling
• Steek de steker in de wandkontaktdoos.
• Draai de temperatuurregelaar (B) in de richting van "O"; er is gedurende
slechts 2 sec. een geluidssignaal te horen.
• Het groene lampje (A) gaat branden. Het apparaat is ingeschakeld.
• Het rode lampje (E) knippert en het geluidssignaal gaat af.
• Reset het geluidssignaal door op knop (D) te drukken. Het rode lampje
knippert voortdurend.
• Schakel de snelvriesknop (D) nogmaals in. Het gele controlelampje (C) gaat
branden.
• Pas als het rode lampje (E) niet meer brandt, schakelt u de snelvriesschakelaar (D) uit, het gele lampje (C) gaat uit.
Stand „1“ betekent: hoogste, warmste binnentemperatuur.
Stand „4“ betekent: laagste, koudste binnentemperatuur. Bij het instellen
van de juiste stand dient u er rekening mee te houden dat de temperatuur
in het apparaat afhankelijk is van:
- de kamertemperatuur;
- de frequentie waarmee de deuren geopend worden;
- de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
- de plaats van het apparaat.portes;
Akoestisch temperatuursignaal
Uw diepvriezer is voorzien van een hoorbaar temperatuuralarm, een
geluidssignaal dat afgaat, terwijl het rode controlelampje knippert, waarschuwt u dat de opslagtemperatuur in uw diepvriezer te hoog of te warm
is. Het geluidssignaal gaat af tot op knop (D) wordt gedrukt.
Attentie: als u de snelvriesschakelaar inschakelt of de temperatuurregelaar
verstelt, kan het voorkomen dat het koelaggregaat van uw diepvrieskast
niet onmidddellijk, maar pas na enige tijd begint te werken. In dit geval is
er geen sprake van een storing.
“Open deur” waarschuwing
De waarschuwingstoon klinkt als de deur langer dan 80 seconden
open blijft staan.
• Het akoestisch alarm gaat uit, zodra de deur gesloten wordt.

30
Zorg voor een goede ventilatie rond het apparaat
Om veiligheidsredenen moet de
ventilatie zodanig zijn als in Figur
aangegeven.
Attentie: zorg ervoor dat de
ventilatie openingen tijdens
gebruik niet worden afgedekt.
Nismaten
Hoogte 600mm
Breedte 550 mm
Diepte 560 mm
Deurdraairichting
Het deurscharnier kan van rechts (stand waarin hij wordt afgeleverd) naar
links gewisseld worden als dat voor de opstelplaats nodig is.
Waarschuwing! Bij het wisselen van de deurschnarnieren mag het apparaat
niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker uit het stopcontact halen.
35
Bedienings- en kontroleinrichting
A. Lichtnetcontrolelampje (groen)
B. Temperatuurregelaar
C. Aanwijzing voor snel invriezen (geel)
D. Snelinvriesschakelaar / reset geluidssignaal
E. Waarschuwingslampje (rood)r
De bedienings- en kontrole-inrichting omvat:
Het groene controlelampje (A), dat gaat branden als de temperatuurregelaar op een genummerde stand wordt gezet, dat de koelkast automatisch
inschakelt via een controlesysteem. Er is gedurende slechts 2 sec. een
geluidssignaal te horen.
Met de temperatuurregelaar (B) kan de energiezuinigste bewaartemperatuur traploos worden ingesteld.
De optimale bewaartemperatuur is -18°C. Op de thermometer kunt u de
temperatuur kontroleren.
Snelvriesschakelaar (D) met geel kontrolelampje (C).Het gele lampje
brandt als de schakelaar (D) is ingeschakeld. Het aggregaat werkt dan kontinu.
Het rood lampje (C) knippert als:
– bij in gebruik nemen van het toestel, als de bewaartemperatuur nog niet
bereikt is
– als de temperatuur niet laag genoeg meer is (storing)
– als grote hoeveelheden nog in te vriezen levensmiddelen in de kast wor-
den gelegd
– als de deur van het toestel te lang open staat.
Voor ingebruikname
• Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor het
eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”).
50 mm
min.
200 cm
D567
2
min.
2
200 cm

31
Zet de apparatuur in de ruimte en
zet deze net zover in de richting
van de binnenwand tot de
bedekkende rand (1) tegen de
ombouw aanstaat en verzeker u
ervan dat de onderste scharnier
in één lijn staat met de wand van
het meubel (2).
Aanwijzingen voor de geïntegreerde inbouw
De tochtstrip volgens de tekening op het apparaat aanbrengen.
Bevestig het apparaat aan de nis
met de vier meegeleverde schroeven.
34
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleerde beschermcontactdoos vereist.
De contactdoos moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de steker altijd uit
de contactdoos kan worden getrokken.
De elektrische zekering dient minstens 10 Ampère te zijn.
Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegan-kelijk
is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat het
apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering, beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm).
• Voor ingebruikneming op het merk– en type–aanduidingsplaatje van het
apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort over-eenkomen
met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te
staan.
Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V~ 50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz)
Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
Afdekking (Hd) op geleider (Hb)
vastklikken.
Plaats het ijzer opnieuw op de
geleider en bevestig het met de
bijgeleverde schroeven.
Voor het rechtstellen van de
kastdeur kunt u gebruik maken
van de langwerpige gaten.
Tenslotte dient u te controleren
of de deur van het apparaat
goed sluit.
PR168
Hb
PR167/1
Hb
Hd

Onderdelen Ha, Hb, Hc, Hd scheiden zoals u in de tekening ziet.
Geleider (Ha) tegen de binnenkant van de kastdeur aan de
boven- en onderkant houden
volgens de tekening en de plaats
van de buitenste gaten aangeven. Nadat u de gaten geboord
heeft de geleider met de bijgeleverde schroeven vastzetten.
32
Breng de afdichtstopsels (C-D) in
de gaten in de deklijsten aan.
Bevestig het ventilatierooster (B).
Breng, onder lichte druk, het dekseltje (E) aan.
33
Afdekking (Hc) op geleider (Ha)
vastklikken.
De deur van het apparaat en die
van de kast met een hoek van
ongeveer 90° openen. IJzer (Hb)
in geleider (Ha) aanbrengen. De
deuren samen vasthouden en de
gaten aangeven zoals in de tekening.
Verwijder de haken en zet met de
spijker (K) een teken op 8 mm van
de buitenste rand van de deur.
C
D
E
B
ca. 50 mm
ca. 50 mm
90°
90°
2
1
m
m
2
1
m
m