ELECTROLUX 60300 GS2 User Manual [fr]

S40340KG18 S40360KG8
Gebruiksaanwijzing Koel-vriescombinatie Notice d'utilisation Réfrigérateur/
congélateur
Benutzerinformation Kühl - Gefrierschrank
Inhoud
2
Wij danken u voor uw keuze voor een van onze producten van hoogwaardige
kwaliteit.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
INHOUD
VEILIGHEIDSINFORMATIE 2
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen 3 Algemene veiligheid 3 Dagelijks gebruik 4 Onderhoud en reiniging 4 Installatie 5 Onderhoud 5
BEDIENING 5
Inschakelen 5 Uitschakelen 5 Temperatuurregeling 6
HET EERSTE GEBRUIK 6
De binnenkant schoonmaken 6
DAGELIJKS GEBRUIK 6
Vers voedsel invriezen 6 Het bewaren van ingevroren voedsel 7 Ontdooien 7 Verplaatsbare schappen 7 Het plaatsen van de deurschappen 8 Vriesmandjes uit de vriezer verwijderen
8
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS 8
Normale bedrijfsgeluiden 8 Tips voor energiebesparing 9
Tips voor het koelen van vers voedsel 9 Nuttige tips voor het koelen 9 Tips voor het invriezen 9 Tips voor het bewaren van ingevroren voedsel 10
ONDERHOUD EN REINIGING 10
Periodieke reiniging 10 Het ontdooien van de koelkast 11 De vriezer ontdooien 11
PROBLEMEN OPLOSSEN 12
Het lampje vervangen 13 De deur sluiten 14
TECHNISCHE GEGEVENS 14 MONTAGE 14
Opstelling 14 Plaats 15 Elektrische aansluiting 15 Afstandsstukken achterkant 15 Waterpas zetten 16 Het verwijderen van de geleiders van de schappen 16 Omkeerbaarheid van de deur 16
HET MILIEU 18
Wijzigingen voorbehouden
VEILIGHEIDSINFORMATIE
In het belang van uw veiligheid en om een correct gebruik te kunnen waarborgen is het van belang dat u, alvorens het apparaat te installeren en in gebruik te nemen, deze ge­bruiksaanwijzing, inclusief de tips en waarschuwingen, grondig doorleest. Om onnodige
Veiligheidsinformatie
vergissingen en ongevallen te voorkomen is het belangrijk ervoor te zorgen dat alle men­sen die het apparaat gebruiken, volledig bekend zijn met de werking ervan en de veilig­heidsvoorzieningen. Bewaar deze instructies en zorg ervoor dat zij bij het apparaat blij­ven als het wordt verplaatst of verkocht, zodat iedereen die het apparaat gedurende zijn hele levensduur gebruikt, naar behoren is geïnformeerd over het gebruik en de veiligheid van het apparaat. Voor de veiligheid van mensen en eigendommen dient u zich aan de voorzorgsmaatrege­len uit dit instructieboekje te houden, de fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door het niet opvolgen van de aanwijzingen veroorzaakt is.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder begrepen kinde­ren) met verminderde fysieke, zintuiglijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een dergelijke persoon instructie hebben ontvangen over het gebruik van het apparaat.
Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het bereik van kinderen. Gevaar voor verstikking.
• Als u het apparaat afdankt trek dan de stekker uit het stopcontact, snij de voedingska­bel door (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen een elektrische schok krijgen of zichzelf in het apparaat opsluiten.
• Als dit apparaat, dat voorzien is van een magnetische deursluiting, een ouder apparaat vervangt, dat voorzien is van een veerslot (slot) op de deur of het deksel, zorg er dan voor dat u het slot onbruikbaar maakt voordat u het oude apparaat weggooit. Dit voor­komt dat kinderen er in opgesloten kunnen raken.
3
Algemene veiligheid
LET OP!
Houd de ventilatie-openingen altijd vrij van obstructies.
• Dit apparaat is bedoeld voor het bewaren van levensmiddelen en/of dranken in een gewoon huishouden, zoals uitgelegd in dit instructieboekje.
• Gebruik geen mechanische hulpmiddelen of kunstgrepen om het ontdooiproces te ver­snellen.
• Gebruik geen andere elektrische apparaten (bijvoorbeeld ijsmachines) in koelkasten, ten­zij ze voor dit doel goedgekeurd zijn door de fabrikant.
• Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
• Het koelmiddel isobutaan (R600a) bevindt zich in het koelcircuit van het apparaat, dit is een natuurlijk gas dat weliswaar milieuvriendelijk is, maar ook uiterst ontvlambaar.
Controleer of de onderdelen van het koelcircuit tijdens transport en installatie van het apparaat niet beschadigd zijn geraakt.
Indien het koelcircuit beschadigd is: – open vuur en ontstekingsbronnen vermijden – de ruimte waar het apparaat zich bevindt grondig ventileren
• Het is gevaarlijk om wijzigingen aan te brengen in de specificaties of dit product op enigerlei wijze te modificeren. Een beschadigd netsnoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken.
Veiligheidsinformatie
4
WAARSCHUWING!
Alle elektrische onderdelen (netsnoer, stekker, compressor) mogen uitsluitend vervangen worden door een erkende onderhoudsdienst of gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
1. Het netsnoer mag niet verlengd worden.
2. Verzeker u ervan dat de stekker niet platgedrukt of beschadigd wordt door de ach-
terkant van het apparaat. Een platgedrukte of beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken.
3. Verzeker u ervan dat u de stekker van het apparaat kunt bereiken.
4. Trek niet aan het snoer.
5. Als de stekker los zit, steek hem dan niet in het stopcontact. Dan bestaat er een
risico op een elektrische schok of brand.
6.
U mag het apparaat niet gebruiken zonder de afdekking van het lampje. binnenverlichting.
• Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het apparaat verplaatst.
• Haal geen artikelen uit het vriesvak en raak ze niet aan als uw handen vochtig/nat zijn, dit kan uw huid beschadigen of vrieswonden veroorzaken.
• Stel het apparaat niet langdurig bloot aan direct zonlicht.
Gloeilampjes
2)
gebruikt voor dit apparaat is een speciaal lampje voor huishoudelijke
apparaten. De lampjes zijn niet geschikt voor de verlichting van ruimtes.
Dagelijks gebruik
• Zet geen hete potten op de kunststof onderdelen in het apparaat.
• Bewaar geen brandbare gassen of vloeistoffen in het apparaat, deze kunnen ontploffen.
Zet geen levensmiddelen direct tegen de luchtopening in de achterwand.
• Diepgevroren voedsel mag niet opnieuw worden ingevroren als het eenmaal ontdooid is.
• Bewaar voorverpakte diepvriesproducten volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
• U dient zich strikt te houden aan de aanbevelingen van de fabrikant van het apparaat met betrekking tot het bewaren van voedsel. Raadpleeg de betreffende aanwijzingen.
• Leg geen koolzuurhoudende of mousserende dranken in de vriezer, deze veroorzaken druk op de fles die daardoor kan ontploffen, dit kan schade toebrengen aan het apparaat.
• IJslollies kunnen vrieswonden veroorzaken als ze rechtstreeks vanuit het apparaat ge­consumeerd worden.
3)
1)
voor de
Onderhoud en reiniging
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhouds­handelingen verricht.
• Maak het apparaat niet schoon met metalen voorwerpen.
• Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs van het apparaat te krabben. Gebruik een kunststof schraper.
• Controleer de afvoer in de koelkast regelmatig op dooiwater. Maak de afvoer, indien nodig, schoon. Als de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen.
1) Als er een afdekking voor het lampje is voorzien
2) Als er is voorzien in een lamp
3) Als het apparaat vorstvrij is
Bediening
Installatie
Voor de aansluiting van elektriciteit dienen de instructies in de desbetreffende paragra­fen nauwgezet te worden opgevolgd.
• Pak het apparaat uit en controleer of er beschadigingen zijn. Sluit het apparaat niet aan als het beschadigd is. Meld mogelijke beschadigingen onmiddellijk bij de winkel waar u het apparaat gekocht heeft. Gooi in dat geval de verpakking niet weg.
• Wij adviseren u om 4 uur te wachten voordat u het apparaat aansluit, dan kan de olie terugvloeien in de compressor.
• Rond het apparaat dient adequate luchtcirculatie te zijn, anders kan dit tot oververhit­ting leiden. Om voldoende ventilatie te verkrijgen de instructies met betrekking tot de installatie opvolgen.
• De achterkant dient zo mogelijk tegen een muur geplaatst te worden, teneinde te voor­komen dat hete onderdelen (compressor, condensator) aangeraakt kunnen worden en brandwonden veroorzaken.
• Het apparaat mag niet vlakbij radiatoren of kooktoestellen geplaatst worden.
• Verzeker u ervan dat de stekker bereikbaar is nadat het apparaat geïnstalleerd is.
Sluit het apparaat alleen aan op een drinkwaterleiding.
4)
Onderhoud
• Alle elektrotechnische werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van on­derhoud aan het apparaat, dienen uitgevoerd te worden door een gekwalificeerd elek­tricien of competent persoon.
• Dit product mag alleen worden onderhouden door een erkend onderhoudscentrum en er dient alleen gebruik te worden gemaakt van originele reserveonderdelen.
5
Bescherming van het milieu
Dit apparaat bevat geen gassen die de ozonlaag kunnen beschadigen, niet in het koelcir­cuit en evenmin in de isolatiematerialen. Het apparaat mag niet worden weggegooid bij het normale huishoudelijke afval. Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen: het appa­raat moet weggegooid worden conform de van toepassing zijnde regels die u bij de loka­le overheidsinstanties kunt verkrijgen. Voorkom beschadiging aan de koeleenheid, vooral aan de achterkant bij de warmtewisselaar. De materialen die gebruikt zijn voor dit appa­raat en die voorzien zijn van het symbool
zijn recyclebaar.
BEDIENING
Inschakelen
Steek de stekker in het stopcontact. Draai de thermostaatknop op een gemiddelde stand.
Uitschakelen
Draai de thermostaatknop op de stand "O" om het apparaat uit te schakelen.
4) Indien er een wateraansluiting voorzien is
Het eerste gebruik
6
Temperatuurregeling
De temperatuur wordt automatisch geregeld. Ga als volgt te werk om het apparaat in werking te stellen:
• draai de thermostaatknop op een lagere stand om de minimale koude te verkrijgen.
• draai de thermostaatknop op een hogere stand om de maximale koude te verkrijgen.
Een gemiddelde instelling is over het algemeen het meest geschikt.
De exacte instelling moet echter gekozen worden rekening houdend met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
• de omgevingstemperatuur
• hoe vaak de deur geopend wordt
• de hoeveelheid voedsel die bewaard wordt
• plaatsing van het apparaat.
Als de omgevingstemperatuur hoog is of als het apparaat volledig gevuld is en de ther­mostaatknop op de koudste instelling staat, kan het apparaat continu werken waardoor er ijs op de achterwand gevormd wordt. In dat geval moet de knop op een hogere tempe­ratuur gezet worden om automatische ontdooiing mogelijk te maken en zodoende het energieverbruik te beperken.
HET EERSTE GEBRUIK
De binnenkant schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
Gebruik geen oplosmiddelen of schuurpoeders. Deze beschadigen de lak.
DAGELIJKS GEBRUIK
Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en voor het voor een lange periode bewaren van ingevroren en diepgevroren voedsel. Om vers voedsel in te vriezen moet de gemiddelde instelling veranderd worden. Om het invriezen sneller te laten verlopen moet u de thermostaatknop echter op een ho­gere stand instellen om de maximale koude te kunnen verkrijgen.
In deze omstandigheden kan de temperatuur in de koelkast tot onder de 0°C dalen. Als dat gebeurt de thermostaatknop op een warmere stand instellen.
Zet het verse voedsel dat u in wilt vriezen op het bovenste vak.
Dagelijks gebruik
Het bewaren van ingevroren voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is inschakelt, het apparaat minstens 2 uur op een hoge instelling laten werken voordat u er producten in plaatst.
In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder "tijdsduur" is vermeld, moet het ontdooide voedsel snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is).
Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is. Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog be­vroren zijn: in dat geval zal de bereiding iets langer duren.
Verplaatsbare schappen
De wanden van de koelkast zijn voorzien van een aantal geleiders zodat de schappen op de gewen­ste plaats gezet kunnen worden.
7
Nuttige aanwijzingen en tips
8
Het plaatsen van de deurschappen
Om het bewaren van voedselpakketten van verschillende afmetingen mogelijk te ma­ken, kunnen de schappen op verschillende hoogtes geplaatst worden. Om deze aanpassingen uit te voeren, gaat u als volgt te werk: trek het schap geleidelijk in de richting van de pijlen totdat het los komt en plaats op een andere gewenste hoogte terug.
Vriesmandjes uit de vriezer verwijderen
De vriesmandjes hebben een limietstop om te voorkomen dat ze per ongeluk verschuiven of val­len. Trek om het mandje uit de vriezer te halen, hem naar u toe en als het niet verder kan, verwij­dert u het mandje door de voorkant naar boven te kantelen. Bij het terugzetten tilt u de voorkant van het mandje een beetje op en schuift u hem gekan­teld in de vriezer. Zodra het mandje over de eind­punten heen is, kunt u hem terug op zijn plaats schuiven.
2
1
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
Normale bedrijfsgeluiden
• U kunt een zwak gorgelend en borrelend geluid horen wanneer het koelmiddel door leidingen wordt gepompt. Dat is normaal.
• Als de compressor aan staat, wordt het koelmiddel rondgepompt en dan zult u een zoemend en kloppend geluid van de compressor horen. Dat is normaal.
• De thermische uitzetting kan een plotseling krakend geluid veroorzaken. Dit is een na­tuurlijk, niet gevaarlijk fysisch verschijnsel. Dat is normaal.
Nuttige aanwijzingen en tips
• Als de compressor in- of uitgeschakeld wordt, zult u een zacht "klikje" van de thermo­staat horen. Dat is normaal.
Tips voor energiebesparing
• De deur niet vaker openen of open laten staan dan strikt noodzakelijk.
• Als de omgevingstemperatuur hoog is, de thermostaatknop op een lage temperatuur staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de compressor continu aan staan waar­door er ijs op de verdamper ontstaat. Als dit gebeurt, zet u de thermostaatknop naar een warmere instelling om de koelkast automatisch te laten ontdooien en zo elektrici­teitsverbruik te besparen.
Tips voor het koelen van vers voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
• Zet geen warm voedsel of verdampende vloeistoffen in de koelkast
• dek het voedsel af of verpak het, in het bijzonder als het een sterke geur heeft
• plaats het voedsel zodanig dat de lucht er vrijelijk omheen kan circuleren
Nuttige tips voor het koelen
Nuttige tips: Vlees (alle soorten) in plastic zakken verpakken en op het glazen schap leggen, boven de groentelade. Bewaar het, voor de veiligheid, slechts een of maximaal twee dagen op deze manier. Gekookt voedsel, koude schotels, enz.: deze moeten afgedekt worden en mogen op wille­keurig welk schap gezet worden. Fruit en groente: deze moeten zorgvuldig schoongemaakt worden en in de speciaal daar­voor bedoelde lade(n) geplaatst worden. Boter en kaas: dit moet in speciale luchtdichte bakjes gelegd of in aluminiumfolie of plas­tic zakjes gewikkeld worden om zoveel mogelijk lucht buiten te sluiten. Melkflessen: deze moeten een afdekdop hebben en opgeslagen worden in het flessenrek in de deur. Bananen, aardappelen, uien en knoflook, indien niet verpakt, mogen niet in de koelkast bewaard worden.
9
Tips voor het invriezen
Om u te helpen om het beste van het invriesproces te maken, volgen hier een paar be­langrijke tips:
• de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden. is vermeld op het typeplaatje;
• het invriesproces duurt 24 uur. Voeg gedurende deze periode niet meer in te vriezen voedsel toe;
• vries alleen vers en grondig schoongemaakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in;
• bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan het snel en volledig worden ingevro­ren en zo kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig heeft;
• wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn;
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel, om te voor­komen dat dit laatste warm wordt;
Onderhoud en reiniging
10
• smalle pakjes zijn makkelijker op te bergen dan dikke; zout maakt voedsel minder lang houdbaar;
• water bevriest, als dit rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de huid vastvriezen;
• het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al bewaard is;
Tips voor het bewaren van ingevroren voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, dient u:
• er zich van te verzekeren dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschikte wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen;
• ervoor te zorgen dat de ingevroren levensmiddelen zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer gebracht worden;
• de deur niet vaker te openen of open te laten staan dan strikt noodzakelijk.
• Als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het snel en kan het niet opnieuw worden in­gevroren.
• Bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaarperiode.
ONDERHOUD EN REINIGING
LET OP!
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact trekken.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen; onderhoud en herladen mag al­leen uitgevoerd worden door bevoegde technici.
Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt:
• maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep.
• controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon zijn en vrij van restjes zijn.
• spoel ze af en maak ze grondig droog.
Trek niet aan leidingen en/of kabels aan de binnenkant van de kast en verplaats of bescha­dig ze niet. Gebruik nooit schoonmaakmiddelen, schuurpoeders, erg geparfumeerde reinigingsproduc­ten en waspolijstmiddelen om de binnenkant schoon te maken, aangezien deze het op­pervlak beschadigen en een sterke geur achterlaten.
Maak de condensor (zwart rooster) en de compressor op de achterkant van het apparaat schoon met een borstel of stofzuiger. Deze handeling zal de prestatie van het apparaat verbeteren en het elektriciteitsverbruik besparen.
Zorg ervoor dat u het koelsysteem niet beschadigt.
Veel normaal verkrijgbare keukenreinigers bevatten chemicaliën die de kunststoffen die in dit apparaat gebruikt zijn kunnen aantasten/beschadigen. Daarom wordt het aanbevo-
Onderhoud en reiniging
len de buitenkant van dit apparaat alleen schoon te maken met warm water met een beetje afwasmiddel. Steek, na het schoonmaken van het apparaat, de stekker weer in het stopcontact.
Het ontdooien van de koelkast
Rijp wordt elke keer als de compressormotor tijdens normale werking stopt, automatisch van de verdamper van het koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt via een gootje in een speciale opvangbak aan de achterkant van het apparaat, boven de compressormotor, waar het verdampt. Het is belangrijk om het afvoergaatje van het dooiwater in het midden van het koelvak regel­matig schoon te maken, om te voorkomen dat het water overloopt en op het voedsel in de koel­kast gaat druppelen. Gebruik daarvoor de specia­le reiniger, die al in het afvoergaatje zit.
11
De vriezer ontdooien
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op de schappen van de vriezer en rond het bovenste vak. Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft. Volg onderstaande aanwijzingen om de rijp te verwijderen:
• trek de stekker uit het stopcontact of schakel het apparaat uit
• verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het in een paar lagen krantenpapier en leg het op een koele plaats
• verwijder de vriesladen
• breng isolatiemateriaal aan rond de lades, bijv. dikke doeken of kranten.
Het ontdooien kan versneld worden door kom­men met heet water (niet kokend) in de vriezer te zetten.
• Maak het afvoerkanaal aan de onderkant van het apparaat uit de ruststand los, duw het vol­gens de afbeelding naar beneden en plaats het in de onderste vrieslade zodat u het water kunt opvangen
• Schraap het ijs voorzichtig los als dit begint te ontdooien. Gebruik een houten of kunststof schraper
• Als al het ijs is gesmolten, maak het vak droog en schoon en plaats het afvoerkanaal weer terug op zijn plek.
Problemen oplossen
12
• Zet de koelkast aan en leg de ingevroren levensmiddelen terug.
Wij adviseren u het apparaat enkele uren op de hoogste stand van de thermo­staat te laten werken zodat de bewaartemperatuur zo snel mogelijk bereikt wordt.
Gebruik nooit scherpe metalen voorwerpen om de rijp van de verdamper te krabben, de­ze zou beschadigd kunnen raken. Gebruik geen mechanische of kunstmatige middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aan­bevolen. Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien van de ingevroren levensmidde­len, kan de veilige bewaartijd verkorten.
PROBLEMEN OPLOSSEN
LET OP!
Voordat u storingen opspoort, de stekker uit het stopcontact trekken. Het opsporen van storingen die niet in deze handleiding vermeld zijn, dient te worden verricht door een gekwalificeerd technicus of deskundig persoon.
Bij de werking van het apparaat zijn bepaalde geluiden te horen die heel normaal zijn (compressor- en circulatiegeluid). Dit betekent niet dat er sprake is van een defect of een probleem, maar een normale werking van het apparaat.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat maakt la­waai.
De compressor werkt continu.
De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'. De deur is te vaak open gedaan. Laat de deur niet langer open
De temperatuur van het pro-
De kamertemperatuur is te
Er loopt water over de achterkant van de koel­kast.
Er loopt water in de koel­kast.
Producten verhinderen het wa-
Het apparaat wordt niet goed ondersteund.
De thermostaatknop staat mis­schien niet goed.
duct is te hoog.
hoog. Tijdens het automatische ont-
dooiproces ontdooit de rijp te­gen de achterwand.
De waterafvoer is verstopt. Maak de waterafvoer schoon.
ter om in de wateropvangbak te lopen.
Controleer of het apparaat sta­biel staat (alle vier de voetjes moeten op de vloer staan).
Stel een hogere temperatuur in.
staan dan noodzakelijk. Laat het product afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het opbergt.
Verlaag de kamertemperatuur.
Dit is normaal.
Zorg ervoor dat de producten de achterwand niet raken.
Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er loopt water over de vloer.
Er is te veel rijp en ijs.
De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'. De thermostaatknop staat mis-
De temperatuur in het apparaat is te laag.
De temperatuur in het apparaat is te hoog.
De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'. De temperatuur van het pro-
Er zijn veel producten tegelijk
De temperatuur in de koelkast is te hoog.
De temperatuur in het vriesvak is te hoog.
Het apparaat werkt niet.
De stekker zit niet goed in het
Het apparaat krijgt geen
Het lampje werkt niet.
Het lampje is stuk. Zie 'Het lampje vervangen'.
De dooiwaterafvoer loopt niet in de verdamperbak boven de compressor.
De producten zijn niet op de juiste wijze verpakt.
schien niet goed. De thermostaatknop staat mis-
schien niet goed. De thermostaatknop staat mis-
schien niet goed.
duct is te hoog.
opgeborgen. Er is geen koude luchtcirculatie
in het apparaat. Producten liggen te dicht op elk-
aar. Het apparaat is uitgeschakeld. Schakel het apparaat in.
stopcontact.
stroom. Er staat geen spanning op het stopcontact.
Het lampje staat in stand-by. Sluit en open de deur.
Maak de dooiwaterafvoer vast op de verdamperbak.
Pak de producten beter in.
Stel een hogere temperatuur in.
Stel een hogere temperatuur in.
Stel een lagere temperatuur in.
Laat het product afkoelen tot ka­mertemperatuur voordat u het opbergt.
Berg minder producten tegelijk op.
Zorg ervoor dat er koude lucht­circulatie in het apparaat is.
Berg de producten zodanig op dat er koude lucht kan circuleren.
Steek de stekker goed in het stop­contact.
Sluit een ander elektrisch appa­raat aan op het stopcontact. Neem contact op met een gekwa­lificeerd elektricien.
13
Als het apparaat nog steeds niet naar behoren werkt na uitvoeren van de bovenstaande controles, neem dan contact op met een onderhoudsdienst.
Het lampje vervangen
1. Schakel de wasautomaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
2. Druk het beweegbare deel in om de af-
dekking van het lampje te haken (1).
3. Haal de afdekking van het lampje (2).
1
2
Technische gegevens
14
4. Vervang de lamp met een lamp van hetzelfde voltage die specifiek is ontworpen voor
huishoudelijke apparaten.
5. Plaats de afdekking van het lampje terug.
6. Het apparaat aansluiten.
7. Open de deur. Controleer of het lampje gaat branden.
De deur sluiten
1. Maak de afdichtingen van de deur schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg "Montage".
3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact met de service-
afdeling.
TECHNISCHE GEGEVENS
S60300KG S60340KG
Afmeting Hoogte 1540 mm 1750 mm Breedte 595 mm 595 mm Diepte 648 mm 648 mm Tijdsduur 20 h 20 h
De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de linker binnenkant in het appa­raat en op het energielabel.
MONTAGE
WAARSCHUWING!
Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werking van het apparaat eerst de "veiligheids­informatie" aandachtig door, alvorens het apparaat te installeren.
Opstelling
Installeer dit apparaat op een plaats waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van het apparaat:
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10°C tot + 32°C N +16°C tot + 32°C ST +16°C tot + 38°C T +16°C tot + 43°C
Montage
Plaats
Het apparaat moet ver van hittebronnen, zoals radiatoren, boilers, direct zonlicht enz., vandaan worden geïnstalleerd. Zorg er voor dat lucht vrij kan circuleren aan de achterkant van het keuken­kastje. Als het apparaat onder een muur met een afdakje wordt geplaatst, moet de minimale af­stand tussen de bovenkant van het keukenkastje en de muur ten minste 100 mm bedragen om de beste prestatie te garanderen Voor de beste pres­tatie dient u het apparaat echter niet onder een afdakje te zetten. De afstelbare voetjes aan de on­derkant van het apparaat garanderen een nauw­keurig horizontale uitlijning.
WAARSCHUWING!
Het moet mogelijk zijn het apparaat van de hoofdstroomtoevoer af te halen; de stekker moet daarom na installatie gemakkelijk toegankelijk zijn.
mm
min
100
A
mm
20
B
Elektrische aansluiting
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje over­eenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. Het apparaat moet geaard zijn. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels, raadpleeg hiervoor een gekwali­ficeerd elektricien. De fabrikant neemt geen verantwoordelijkheid op zich als de bovenstaande veiligheids­maatregelen niet worden nageleefd. Dit apparaat voldoet aan de EU. richtlijnen.
15
Afstandsstukken achterkant
In het zakje met de handleiding zitten twee afstandhouders die gemonteerd moeten wor­den zoals te zien is in de afbeelding.
Draai de schroeven los, plaats het afstandsstuk onder de kop van de schroef en draai de schroe­ven weer vast.
2
1
3
Montage
16
Waterpas zetten
Zorg er voor dat, wanneer u het apparaat plaatst, het waterpas staat. Deze stand kan be­reikt worden met de twee afstelbare voetjes die aan de voorkant en onderkant van het apparaat bevestigd zijn.
Het verwijderen van de geleiders van de schappen
Uw apparaat is voorzien van borgklemmen voor de schappen die het mogelijk maken de schap­pen vast te zetten tijdens transport. Om deze te verwijderen gaat u als volgt te werk:
1. Trek de schaphouders in de richting van de pijl (A).
2. Til het schap aan de achterkant op en duw het naar voren tot het vrij komt (B).
3. Verwijder de borgklemmen (C).
A
B
C
Omkeerbaarheid van de deur
WAARSCHUWING!
Voordat werkzaamheden worden uitgevoerd, moet u zich ervan verzekeren dat de stek­ker uit het stopcontact is getrokken.
Om de volgende handelingen uit te voeren, raden we aan dat dit wordt gedaan met de hulp van een tweede persoon die de deuren van het apparaat stevig vasthoudt tijdens de werkzaamheden.
1. Open de deuren. Schroef het middelste
scharnier (m2) los. Verwijder het kunst­stof afstandsstuk (m1).
2. Verwijder de afstandshouders (m6) en
verplaats ze naar de andere kant van het scharnier (m5).
3. Verwijder de deuren.
4. Verwijder de linker pen van het deksel
van het middelste scharnier (m3, m4) en monteer ze op de andere kant.
5. Monteer de pen van het middelste
scharnier (m5) in het linker gat van de onderste deur.
6. Verwijder, met behulp van een gereed-
schap, het deksel (b1). Schroef het on­derste scharnier (b2) en het afstands­stuk (b3) los en monteer ze aan de an­dere kant.
7. Zet het deksel (b1) terug op de andere
kant.
m3
m1
m5
Montage
m2
m6
m4
b1
17
8. Verwijder de pluggen (t1) aan de boven-
kant van beide deuren en verplaats ze naar de andere kant.
9. Zet de onderste deur terug op het on-
derste scharnier (b2).
10. Breng het middelste scharnier (m2) aan
in de linker opening van de onderste deur.
b2
b3
1
Loading...
+ 39 hidden pages