In deze handleiding worden onderstaande veiligheidssymbolen gebruikt. Deze geven essentiële informatie. Lees de beschrijvingen
nauwkeurig door.
WAARSCHUWING
Als u de informatie bij een WAARSCHUWING
negeert, kan dat leiden tot ernstig letsel of
levensbedreigende situaties.
Geeft aan dat iets verboden is.
VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING
LET OP
Als u de informatie bij LET OP negeert, kan dat leiden
tot letsel en/of schade aan eigendommen of aan het
product zelf.
Geeft aan dat dit om veiligheidsredenen moet worden
geaard.
Nederlands
Als er rook uit het apparaat komt, wanneer u
een brandlucht ruikt of als het apparaat
vreemde geluiden produceert, trek dan
onmiddellijk alle stekkers uit het stopcontact
en neem contact op met uw leverancier voor
advies.
Wanneer u probeert een defect apparaat te repareren,
kan dit leiden tot brand, elektrische schokken of schade
aan apparatuur.
Houd kleine voorwerpen en vloeistoffen weg
van het apparaat.
Kleine voorwerpen die per ongeluk door de
ventilatiesleuven in de behuizing vallen, of gemorste
vloeistof die in de behuizing terechtkomt, kunnen
brand, elektrische schokken of schade aan apparatuur
veroorzaken. Als er een voorwerp of vloeistof in de
behuizing terechtkomt, trek dan onmiddellijk de stekker
uit het stopcontact. Laat het apparaat nakijken door een
gekwalifi ceerd technicus voor u het opnieuw gebruikt.
Het apparaat moet aangesloten worden op een geaard stopcontact.
Anders kan dit brand of elektrische schokken tot gevolg hebben.
Gebruik het meegeleverde netsnoer en sluit dit
aan op een stopcontact dat standaard is voor
uw land.
Respecteer de nominale spanning van het netsnoer.
Anders kan dit brand of elektrische schokken tot gevolg
hebben.
Plaats het apparaat op een geschikte plek.
Anders kan dit brand, elektrische schokken of schade
aan het apparaat tot gevolg hebben.
• Plaats het niet buitenshuis.
• Plaats het niet in een vervoermiddel (schip, vliegtuig,
trein, auto, enz.).
• Plaats het niet in een stoffi ge of vochtige omgeving.
• Plaats het niet op een plek waar stoom het
beeldscherm rechtstreeks kan raken.
• Plaats het niet in de buurt van een verwarmings- of
bevochtigingsapparaat.
LET OP
Blokkeer de ventilatiesleuven van de behuizing
niet.
• Plaats geen voorwerpen op de ventilatiesleuven.
• Plaats het apparaat niet in een afgesloten ruimte.
• Zet het apparaat niet op zijn kop en leg het niet plat
neer.
Als u de ventilatiesleuven blokkeert, kan de lucht niet
goed doorstromen, wat kan leiden tot brand, elektrische
schokken of schade aan apparatuur.
Gebruik een stopcontact waar u gemakkelijk
bij kunt.
Zo kunt u de stekker snel uit het stopcontact halen als
dat nodig is.
De installatiehandleiding en de gebruikershandleiding
Installatiehandleiding
(deze handleiding)
Gebruikershandleiding
(• PDF-bestand op de cd-rom*)
* Adobe Reader dient te zijn geïnstalleerd.
PDF-bestanden zijn alleen beschikbaar in het Engels, Duits, Frans en Chinees.
Met basisinformatie over het aansluiten op een computer om het
beeldscherm te kunnen gebruiken.
Met informatie over beeldschermregelingen, instellingen en specifi caties.
1
Inhoud van de verpakking
Controleer of de verpakkingsdoos volgende onderdelen bevat. Indien onderdelen ontbreken of beschadigd zijn, neem dan
Nederlands
contact op met uw plaatselijke leverancier.
OPMERKING
• Bewaar de verpakkingsdoos en –materialen voor het geval u het beeldscherm in de toekomst moet verhuizen of
• Wilt u uw huidige beeldscherm vervangen door een beeldscherm van het type M1700/M1900, dan moet
u uw computer instellen op de resolutie en verticale frequentie van de M1700/M1900 zoals vermeld in de
resolutietabel (op de laatste pagina) alvorens de computer aan te sluiten.
OPMERKING
• Bij gebruik van de luidsprekers verbindt u de Stereo Mini-aansluitingskabel met de Audio-uitgang van de PC, CD-
speler enz.
• Raadpleeg de gebruikershandleiding op de cd-rom bij aansluiting van twee computers op het beeldscherm.
Controleer of beeldscherm en computer zijn uitgeschakeld.
1
Sluit het beeldscherm aan op de computer met behulp van een signaalkabel die
2
past op de aansluitingen.
Draai de schroeven van de aansluitingen goed vast na het aansluiten van de kabel.
CD-speler enz.
Aansluitingen op
de computer
Audio-uitgang
(Stereo mini-aansluiting)
Audio-uitgang
(Stereo mini-aansluiting)
Stereo mini-aansluitingskabel (meegeleverd)
Aansluitingen op
het beeldscherm
Externe lijningang
(Stereo mini-aansluiting)
Nederlands
DVI-I-aansluiting
D-sub mini
15-pinsaansluiting
D-sub
15-pinsaansluiting
Sluit het netsnoer aan op de netspanningsaansluiting achteraan op het
3
Signaalkabel FD-C39 (meegeleverd)
Digitale aansluiting
Signaalkabel MD-C87 (meegeleverd)
Analoge aansluiting
Macintosh adapter (optioneel) en
signaalkabel MD-C87 (meegeleverd)
Analoge aansluiting
DVI-D-aansluiting
15-pinsaansluiting
beeldscherm.
Hoogte en hoek van het beeldscherm aanpassen
D-sub mini
Regel hoogte en hellingshoek (horizontaal en verticaal) van het beeldscherm voor
optimale werkomstandigheden.
Bij een analoog invoersignaal voert u “automatische aanpassing” uit (zie “De
3
Attentie
• Schakel beeldscherm en computer altijd uit na gebruik.
• Voor maximale energiebesparing zet u het apparaat uit met de aan/uit-knop. Wanneer u de stekker uit
het stopcontact trekt, verbruikt het apparaat helemaal geen stroom.
De automatische aanpassingsfunctie gebruiken (alleen bij analoge invoer)
Bij analoge invoer kunt u met de functie automatische aanpassing de beeldfrequentie, fase, beeldpositie en resolutie
automatisch instellen.
Meer informatie over automatische aanpassing vindt u in de gebruikershandleiding op de cd-rom.
Het aan/uit-lampje van het beeldscherm licht blauw op en het beeld verschijnt.
Bij digitale invoer is automatische aanpassing overbodig omdat het beeld sowieso correct wordt
weergegeven.
Druk op .
1
Er verschijnt een berichtvenster.
Druk nogmaals op terwijl het bericht wordt
2
weergegeven.
Automatische aanpassing wordt geactiveerd en beeldfrequentie,
fase, beeldpositie en resolutie worden automatisch ingesteld.
Attentie
• De functie Automatische aanpassing werkt correct wanneer het beeld over het grootst mogelijke
oppervlak van het scherm van een Macintosh- of Windows-computer wordt weergegeven.
De functie werkt mogelijk niet correct wanneer het beeld slechts over een deel van het scherm wordt
weergegeven (bijvoorbeeld bij het DOS-opdrachtregelvenster) of wanneer de achtergrondkleur is
ingesteld op zwart.
• De functie Automatische aanpassing werkt mogelijk niet correct bij gebruik van bepaalde grafi sche
kaarten.
Berichtvenster
Het luidsprekervolume regelen
Druk op de of toets.
1
Het volumeregelingsvenster verschijnt.
Volumeregelingsvenster
Het luidsprekervolume kunt u verlagen met of
2
verhogen met
Druk op bij het gewenste volume.
3
Druk op of terwijl het volumeregelmenu wordt weergegeven om het geluid uit te zetten.
Druk op
Met FineContrast kunt u de meest geschikte modus voor beeldschermweergave kiezen.
Meer informatie over FineContrast vindt u in de gebruikershandleiding op de cd-rom.
FineContrast-modus
Custom (Aangepast)Hiermee stelt u de kleuren in volgens uw eigen voorkeuren.
sRGBMeest geschikt voor kleurafstemming met sRGB-compatibele randapparatuur.
Text (tekst)Meest geschikt voor tekstweergave van tekstverwerkings- of rekenbladsoftware.
Picture (afbeelding)Meest geschikt voor weergave van foto’s of stilstaande beelden.
Movie (fi lm)Meest geschikt voor weergave van bewegende beelden.
Nederlands
Druk op .
1
Het FineContrast-venster verschijnt.
Druk nogmaals op terwijl het FineContrast-
2
menu wordt weergegeven.
Bij elke druk op de toets schakelt het scherm over naar een
andere modus (zie tabel “FineContrast-modus”).
Druk op bij de gewenste modus.
3
De gekozen modus wordt opgeslagen.
De schermhelderheid regelen
Druk op of .
1
Het helderheidsaanpassingsmenu verschijnt.
Regel de helderheid met of .
2
Druk op om het scherm helderder te maken of op om
het donkerder te maken.
FineContrast-venster
Toont de huidige
modus.
Helderheidsaanpassingsvenster
Druk op bij de gewenste helderheid.
3
De ingestelde helderheid wordt opgeslagen.
Geavanceerde instellingen/aanpassingen verrichten
Geavanceerde aanpassingen voor scherm of kleur en diverse
instellingen kunnen worden verricht via het instellingenmenu.
Meer informatie over elke functie vindt u in de gebruikershandleiding
op de cd-rom.
De basisinstellingen en –aanpassingen zijn uitgevoerd. Meer informatie over
geavanceerde instelling/aanpassing vindt u in de gebruikershandleiding op de cd-rom.
Instellingenmenu
5
Probleem: geen beeld
Als het probleem blijft bestaan nadat u de onderstaande oplossingen hebt uitgeprobeerd, neem dan contact op met uw
Nederlands
plaatselijke leverancier.
1. Kijk naar het aan/uit-lampje.
Geen beeldAan/uit-lampje brandt niet.Controleer of het netsnoer goed is aangesloten.
2. Controleer het foutbericht dat gedurende 40 seconden op het scherm blijft staan.
Foutberichten verschijnen bij een verkeerd invoersignaal, ook al functioneert het beeldscherm correct.