Menubediening
Frequentie kiezen, vorige zender, volgende
zender
14
Select
Menuoptie kiezen, bevestigen
15
Sleep
Sleep-timer
Afstandsbediening
16
1 ... 20
Cijfertoetsen voor het opslaan (ingedrukt
houden) / kiezen van zenders
17
Snooze
Sluimerfunctie
18
-Vol+
Volume hoger / lager
19
Alarm1
Wekfunctie wektijd 1 instellen
20
FM
Bedrijfsmodus selecteren
FM
21
DAB
Bedrijfsmodus selecteren
DAB
5
Opmerkingen over het gebruik
Opmerkingen over het gebruik
Lees alle veiligheidsinstructies zorgvuldig door
en bewaar de gebruiksaanwijzing om later te raadplegen.
Neem alle waarschuwingen en instructies in deze
gebruiksaanwijzing en op de achterkant van het apparaat
in acht.
Veiligheidsvoorschriften
Wees voorzichtig in het gebruik van de netadapter!
Het apparaat mag alleen op een netspanning van
100-240 V~, 50/60 Hz worden aangesloten. Probeer
nooit het apparaat op een andere voedingsspanning
aan te sluiten.
Gebruik alleen de meegeleverde netvoeding.
De stekker mag pas worden aangesloten, nadat de
installatie volgens de voorschriften is afgerond.
Als de voedingskabel defect is of wanneer het
apparaat andere schade vertoont, mag het niet in
gebruik worden genomen.
Trek aan de stekker wanneer u de stekker uit het
stopcontact verwijdert - trek niet aan de kabel.
Om brandgevaar en gevaar voor elektrische schokken
te voorkomen mag het apparaat niet aan regen of
vocht worden blootgesteld.
Zorg ervoor dat het apparaat niet in aanraking komt
met water of vocht.
Stel het apparaat tijdens gebruik niet op in de buurt
van een badkuip, zwembad of opspattend water.
Plaats geen houders met vloeistof, zoals
bloemenvazen, op het apparaat. Deze kunnen
omvallen en de wegstromende vloeistof kan
aanzienlijke schade resp. gevaar voor een elektrische
schok veroorzaken.
Als er een voorwerp of vloeistof in het apparaat
terecht is gekomen trekt u direct de stekker uit het
stopcontact. Laat het apparaat door gekwalificeerd
vakpersoneel controleren, voordat u het opnieuw in
gebruik neemt. Anders kunt u een elektrische schok
krijgen.
De behuizing mag niet worden geopend Anders kunt
u een elektrische schok krijgen.
Probeer nooit zelf een defect apparaat te repareren.
Neem altijd contact op met onze klantenservice.
Open nooit zelf het apparaat – dit mag alleen de
vakman doen.
Vreemde voorwerpen, zoals naalden, munten enz.,
mogen niet het binnenste van het apparaat
terechtkomen.
6
Opmerkingen over het gebruik
Raak de aansluitcontacten niet aan met metalen
voorwerpen of uw vingers. Hierdoor kan kortsluiting
ontstaan.
Er mogen geen bronnen van open vuur, zoals
brandende kaarsen, op het apparaat worden
geplaatst.
Laat nooit kinderen zonder toezicht dit apparaat
gebruiken.
Laat reparaties altijd over aan een gekwalificeerde
vakman. Anders kunt u zichzelf en anderen in gevaar
brengen.
Het apparaat blijft ook in uitgeschakelde toestand
(stand-by) met het lichtnet verbonden. Trek de stekker
uit het stopcontact wanneer u het apparaat langere
tijd niet gebruikt. Trek uitsluitend aan de stekker, niet
aan de kabel.
Beluister muziek of ander geluid niet op een hoog
volume. Dit kan blijvende gehoorschade opleveren.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
personen (incl. kinderen) met fysieke, sensorische of
verstandelijke beperkingen of een gebrek aan
ervaring en/of kennis, tenzij zij onder toezicht staan
van een voor hun veiligheid verantwoordelijke
persoon of van deze persoon instructies ontvangen
hoe zij het apparaat moeten bedienen.
Kinderen moeten onder toezicht staan om te
waarborgen dat het apparaat niet als speelgoed wordt
gebruikt.
Het is niet toegestaan om veranderingen aan het
apparaat aan te brengen.
Beschadigde apparaten resp. beschadigde
accessoires mogen niet meer worden gebruikt.
Gebruik van batterijen
Voorkom dat batterijen in handen van kinderen
terechtkomen. Kinderen kunnen batterijen in hun
mond steken en doorslikken. Dit kan ernstige
gezondheidsschade opleveren. Bewaar daarom
batterijen en de afstandsbediening op een voor kleine
kinderen onbereikbare plaats. Roep in een dergelijk
geval direct de hulp van een arts in!
Normale batterijen mogen niet worden opgeladen,
met andere middelen gereactiveerd, gedemonteerd,
verhit of in open vuur geworpen (explosiegevaar!).
Zwakker wordende batterijen moeten tijdig worden
vervangen. Maak de contacten van de batterij en het
apparaat schoon, voordat u de batterij terugplaatst.
Vervang altijd alle batterijen tegelijkertijd en gebruik
batterijen van hetzelfde type.
Bij verkeerd geplaatste batterijen bestaat
explosiegevaar!
7
Opmerkingen over het gebruik
Dit teken vindt u op batterijen met
schadelijke stoffen:
Probeer niet de batterij opnieuw te laden, te
demonteren, tot een temperatuur van meer dan 100
°C te verhitten of te verbranden.
Gooi lege batterijen direct weg. Vervang batterijen
alleen door batterijen van hetzelfde type en hetzelfde
modelnummer.
Voorzichtig!
Stel batterijen niet bloot aan extreme
omstandigheden. Plaats batterijen niet op
verwarmingselementen en stel batterijen niet bloot
aan direct zonlicht!
Leeggelopen of beschadigde batterijen kunnen bij
contact met de huid brandwonden veroorzaken.
Gebruik voor dergelijke gevallen geschikte
veiligheidshandschoenen. Maak het batterijvak
schoon met een droge doek.
Belangrijke instructie voor de afvoer:
Batterijen kunnen giftige stoffen bevatten die schade aan
het milieu toebrengen
Op batterijen is de Europese Richtlijn 2006/66/EG van
toepassing. Ze mogen niet met het normale huisvuil
worden afgevoerd.
Informeer u over de lokale voorschriften voor
gescheiden afvoer van batterijen, omdat door een
correcte afvoer mens en milieu tegen eventuele
schadelijke gevolgen worden beschermd.
8
Beoogd gebruik
Het apparaat is bedoeld voor de ontvangst van FM/DABradiozenders.
Het apparaat is ontwikkeld voor privégebruik en is niet
geschikt voor commerciële doeleinden.
Plaatsing van het apparaat
Plaats het apparaat op een stevige, veilige en
horizontale ondergrond. Zorg voor voldoende
ventilatie.
Plaats het apparaat niet op zachte oppervlakken,
zoals tapijt, dekens of in de buurt van gordijnen of
wandbekleding. Hierdoor kunnen de
ventilatieopeningen worden afgedekt. De
noodzakelijke luchtcirculatie kan daardoor worden
onderbroken. Dit kan mogelijk brand in het apparaat
veroorzaken.
De ventilatieopeningen in de achterkant en de
zijkanten moeten altijd vrij blijven. Deze mogen niet
worden afgedekt door gordijnen, dekens of
tijdschriften.
Plaats het apparaat niet in de buurt van
warmtebronnen, zoals radiatoren. Zet hem niet in
direct zonlicht of in een ruimte met extreem veel stof.
Opmerkingen over het gebruik
Het apparaat mag niet worden opgesteld in een
ruimte met een hoge luchtvochtigheid, zoals een
keuken of sauna, omdat het apparaat door condens
beschadigd kan worden. Het apparaat is ontwikkeld
voor gebruik in droge omgevingen en een gematigd
klimaat en mag niet aan druppend of spattend water
worden blootgesteld.
Houd er rekening mee dat de voetjes van het
apparaat mogelijk gekleurde afdrukken op bepaalde
meubeloppervlakken kunnen achterlaten. Breng een
bescherming aan tussen uw meubels en het apparaat.
Gebruik het apparaat uitsluitend in verticale positie.
Niet buitenshuis gebruiken!
Houd het apparaat en de schijven uit de buurt van
apparaten die sterke magnetische velden genereren.
Zet geen zware voorwerpen op het apparaat.
Als u het apparaat van een koude naar een warme
omgeving overbrengt, kan er aan de binnenkant
condensatie ontstaan. Wacht in dat geval ongeveer
een uur voordat u het apparaat in gebruik neemt.
Leg het netsnoer zodanig neer dat er niemand over
kan vallen.
Controleer of het netsnoer resp. de stekker altijd goed
bereikbaar is, zodat u het apparaat snel van de
stroomvoorziening kunt loskoppelen!
Het stopcontact moet zich zo dicht mogelijk bij het
apparaat bevinden.
Steek de stekker voor een goede aansluiting altijd zo
ver mogelijk in het stopcontact.
Gebruik een geschikt, goed toegankelijk stopcontact
en sluit hier zo min mogelijk verdeeldozen op aan!
Pak de stekker niet vast met natte handen, hierbij
bestaat gevaar voor een elektrische schok!
Trek bij storingen of rook- en geurvorming direct de
stekker uit het stopcontact!
Trek bij onweer de stekker uit het stopcontact.
Wanneer u het apparaat gedurende langere tijd niet
gebruikt, bijv. wanneer u op reis gaat, trekt u de
stekker uit het stopcontact.
Wanneer u het apparaat gedurende langere tijd niet
wilt gebruiken, verwijdert u alle batterijen uit het
apparaat omdat deze kunnen gaan lekken en het
apparaat kunnen beschadigen.
Een te hoog geluidsniveau, in het bijzonder bij
hoofdtelefoons, kan gehoorschade veroorzaken.
9
Beschrijving van het apparaat
Stel het apparaat niet op in de directe omgeving van
apparaten die sterke magnetische velden opwekken
(bijv. motoren, luidsprekers, transformatoren).
Afstandsbediening:
Wanneer u het apparaat gedurende langere tijd niet
wilt gebruiken, verwijdert u alle batterijen uit het
apparaat omdat deze kunnen gaan lekken en het
apparaat kunnen beschadigen.
Beschrijving van het apparaat
Omvang van de levering
Controleer of alle hieronder beschreven accessoires zijn
meegeleverd:
Het apparaat is een DAB+/FM-ontvanger met
timerfuncties. U kunt er digitale radio mee ontvangen en
hem aansluiten op uw bestaande stereo-installatie.
Voorwaarde: de installatie moet over een audio-ingang
beschikken. Op die manier kunt u ook via bestaande
installaties van digitale-radio-ontvangst genieten.
Digitale radio levert een nieuwe digitale beleving met
een kristalheldere weergave zonder ruisen of kraken.
U kunt maximaal 20 vooraf ingestelde DAB/FM-
zenders opslaan.
Het apparaat is uitgerust met een tijd- en
datumweergave.
Het apparaat is voorzien van twee wekfuncties en een
inslaapfunctie.
U kunt kiezen of u met DAB-geluid, FM-geluid of de
zoemer wilt worden gewekt.
Het apparaat beschikt over stereo audio-uitgang.
Het apparaat is heel makkelijk met de
afstandsbediening te bedienen.
10
Hoe u het apparaat voor gebruik voorbereidt
Hoe u het apparaat voor gebruik
voorbereidt
Let op
Schakel alle onderdelen van de stereo-installatie uit
voordat u het apparaat erop aansluit, en trek eerst al hun
stekkers uit het stopcontact. Anders kunt u het apparaat
beschadigen.
Audio-aansluiting op een stereo-installatie of
actieve luidsprekers
Verbind de LINE OUT-uitgang (3) (3,5 mm jackplug)
van het apparaat met bijv. de ingang AUDIO IN van
een stereo-installatie. Gebruik hiervoor de
meegeleverde aansluitkabel.
Stekkernetvoeding aansluiten
Sluit het apparaat met de meegeleverde
stekkernetvoeding aan op het stroomnet.
Voor de stroomvoorziening moet eerst de kabel van
de netvoeding in de bus (4) (DC 6V) op de
achterkant van het apparaat worden gestoken, en
steek daarna de stekker in het stopcontact.
Controleer of de bedrijfsspanning van de netvoeding
overeenstemt met de lokale netspanning, voordat u
de stekker in het stopcontact steekt.
Na de eerste keer aansluiten op het stroomnet verschijnt
het bericht „Welcome to Digitalradio“.
Opmerking:
Gebruik alleen de meegeleverde netvoeding.
Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u het
apparaat niet gebruikt. Trek aan de stekker en niet aan de
kabel. Trek bij onweer de stekker uit het stopcontact.
Wanneer u het apparaat gedurende langere tijd niet
gebruikt, bijv. wanneer u op reis gaat, trekt u de stekker uit
het stopcontact.
De warmte die tijdens gebruik ontstaat moet door
voldoende luchtcirculatie worden afgevoerd. Daarom mag
het apparaat niet worden afgedekt of in een gesloten kast
worden geplaatst. Houd rondom het apparaat ten minste
10 cm vrije ruimte aan.
11
Hoe u het apparaat voor gebruik voorbereidt
Hoe u de antenneontvangst verbetert
Het aantal en de kwaliteit van de te ontvangen zenders
hangt af van de omstandigheden op de locatie. Met de
meegeleverde DAB/FM-draadantenne kan een
uitstekende ontvangst worden bereikt.
Sluit de antenne aan op de aansluiting ANTENNA (5).
Tips voor het verbeteren van de ontvangst:
Het is vaak belangrijk om de DAB-antenne heel precies te
richten, vooral aan de randen van het DABontvangstgebied. Via het internet kunt u op
'www.digitalradio.nl' zien welke zenders u kunt ontvangen.
Start de eerste zoekactie bij voorkeur in de buurt van
een raam.
Trek de antenne helemaal uit, en draai zo nodig de
antenne in verschillende richtingen. Bij voldoende
ontvangst kunt u de antenne weer wat innemen.
Bij zeer slecht weer kan de DAB-ontvangst slechter
worden.
Opmerking:
Gebruik de signaalsterktemeter, zie pag. 18, om de
optimale antennerichting te bepalen en om de beste
opstellocatie te vinden.
Hoe u de batterijen plaatst
Schuif het deksel open van het batterijenvak op de
achterkant van de afstandsbediening.
Plaats twee AAA-batterijen van
1,5 V op de aangegeven manier
in het batterijenvak. Batterijen
zijn meegeleverd.
Sluit het deksel van het
batterijenvak en controleer of het
deksel goed vastklikt.
Zwakker wordende batterijen
moeten tijdig worden vervangen.
Vervang altijd beide batterijen tegelijkertijd en gebruik
batterijen van hetzelfde type.
Lekkende batterijen kunnen schade aan de
afstandsbediening toebrengen. Verwijder de batterijen
wanneer u het apparaat langere tijd niet gebruikt.
12
Belangrijke instructie voor de afvoer:
Batterijen kunnen giftige stoffen bevatten die schade aan
het milieu toebrengen.
Voer de batterijen daarom absoluut af volgens de
geldende wettelijke voorschriften. Werp de batterijen
in geen geval weg met het huishoudelijk afval.
Opmerking:
Wanneer de afstandsbediening langere tijd niet wordt
gebruikt, wordt aangeraden om de batterijen te
verwijderen. De afstandsbediening kan anders door
lekkage van de batterij beschadigd raken.
Wanneer het bereik van de afstandsbediening afneemt,
moet de batterij worden vervangen.
Hoe u het apparaat voor gebruik voorbereidt
13
Hoe u het apparaat voor gebruik voorbereidt
Scanfunctie..
.
Hoe u algemene apparaatfuncties bedient
De instellingen kunnen zowel met de toetsen op het
apparaat als met de afstandsbediening worden veranderd.
Hier beschrijven we hoe u het apparaat met de
afstandsbediening bedient.
Hoe u het apparaat inschakelt
Met de toets POWER (6) resp. (7) op de
afstandsbediening kunt u het apparaat inschakelen en
weer op stand-by zetten.
Opmerking:
Bij de eerste keer inschakelen staat het apparaat in de
DAB-modus. Het apparaat zoekt automatisch naar
zenders. Tijdens de zoekactie toont de display informatie
over de voortgang.
Na afloop van het zoeken wordt het aantal gevonden
digitale radiozenders weergegeven en wordt de eerste
zender in de alfanumerieke volgorde ingeschakeld. Datum
en tijd worden automatisch ingesteld via het DAB-signaal.
Opmerking:
Als er geen zenders zijn gevonden, kon er geen signaal
worden ontvangen.
Wijzig de locatie van het apparaat en zoek opnieuw
naar zenders.
Start de zoekfunctie opnieuw.
Controleer evt. de signaalsterkte.
Hoe u het apparaat met de afstandsbediening
bedient
Met behulp van de infrarood afstandsbediening kunt u de
belangrijkste functies comfortabel vanuit uw stoel regelen.
Bij de bediening van het apparaat met de
afstandsbediening, moet u de onderstaande punten in acht
nemen:
Richt de afstandsbediening op de IR-ontvanger (2) op
de voorkant van het apparaat.
Er moet een zichtverbinding zijn tussen de zender en
de ontvanger.
Wanneer het bereik van de afstandsbediening
afneemt, moet de batterij worden vervangen.
Het maximale bereik bedraagt ca. 5 meter recht voor het
apparaat.
14
Hoe u het apparaat voor gebruik voorbereidt
Hoe u de bron instelt
Druk enkele keren op de toets (20) resp. (21) op de
afstandsbediening om de gewenste bron in te
schakelen:
DAB: digitale radio
FM: FM-radio
Hoe u het volume instelt
Stel de geluidssterkte in met de toetsen -Vol+ (18), of
via het aangesloten apparaat. Het ingestelde volume
wordt op de display weergegeven.
Hoe u het geluid uitschakelt (mute)
De geluidsweergave kan met een druk op de toets
(11) worden uitgeschakeld. Op de display verschijnt
"Geluid uit".
Door opnieuw op de toets (11) te drukken wordt
het geluid weer ingeschakeld.
Hoe u het apparaat uitschakelt
Met de toets POWER (6) resp. (7) op de
afstandsbediening kunt u het apparaat inschakelen en
weer op stand-by zetten.
15
De DAB-functie
De DAB-functie
Wat is DAB+
DAB+ is een nieuw digitaal formaat waarmee u een
kristalhelder geluid zonder ruis kunt horen.
Anders dan bij traditionele analoge radiozenders worden
bij DAB meerdere zenders op één frequentie uitgezonden.
Dit wordt Ensemble of Multiplex genoemd. Een Ensemble
bestaat uit het radiostation en meerdere
servicecomponenten of dataservices, die individueel door
de radiostations worden uitgezonden. Informatie op bijv.
www.digitalradio.nl of www.digitalradio.be.
Datacompressie
Digitale radio profiteert van bepaalde eigenschappen van
het menselijk gehoor. Het menselijk oor neemt tonen die
onder een bepaald minimumniveau liggen niet waar. Data
die zich onder zogenaamde rustgehoordrempel bevinden,
kunnen dus uitgefilterd worden. Dit is mogelijk omdat in
een digitale datastroom bij elke informatie-eenheid ook de
bijbehorende relatieve geluidssterkte voor andere
eenheden is opgeslagen. In een geluidssignaal worden
bovendien op een bepaald geluidsniveau, de zachtere
aandelen door de luidere overstemd. Alle geluidsinformatie
in een muziekstuk die onder de zogenaamde
maskeerdrempel valt, kan uit het uitgezonden signaal
worden weggefilterd. Hierdoor wordt de te verzenden
gegevensstroom beperkt zonder dat het geluidsverschil
voor de luisteraar waarneembaar is (HE AAC v2 -
verwerking als aanvullende codering voor DAB+).
Audiostream
Audiostreams zijn bij de digitale radio continue
datastromen, die MPEG 1 audio layer 2 frames bevatten
en zodoende akoestische informatie weergeven. Hierdoor
kunnen gewone radioprogramma's worden uitgezonden en
aan de ontvangerzijde worden beluisterd. Digitale radio
biedt niet alleen radiogeluid met een uitstekende
geluidskwaliteit maar ook extra informatie. Dit kan
informatie over het huidige programma (bijv. DLS titel,
artiest) of onafhankelijk daarvan zijn (bijv.
nieuwsberichten, weer, verkeer of tips).
DAB radio-ontvangst
Servicekeuze en zoeken
Het apparaat start bij inschakelen automatisch met zoeken
naar zenders. Als er geen zender ontvangen wordt,
verschijnt "Not available" op de display. Dat betekent dat
er of geen ontvangst of alleen heel zwakke ontvangst
mogelijk is. Verplaats in dat geval de radio.
16
De DAB-functie
Hoe u een zoekactie uitvoert
De automatische zoekactie "Volledige zoekactie" scant
alle DAB Band III-kanalen en vindt hierdoor alle zenders
die in het ontvangstgebied worden uitgezonden.
Voor ontvangst van digitale radiostations (DAB-
modus) moet de antenne (5) worden gericht zoals op
pag. 12 is beschreven.
Na afloop van het zoeken wordt de eerste zender in de
alfabetische volgorde weergegeven.
Om een volledige zoekactie uit te voeren, drukt u op
de toets Scan.
Op de display verschijnt "Scanfunctie". De zoekactie
begint; in de display verschijnt de voortgangsbalk.
Druk na afloop op ▲ ▼ (13) en Select (14) om een
zender te kiezen.
Alternatief: Druk op de toets Menu (8) en kies met ▲
▼ (13) > Volledige zoekactie. Bevestig dit door op
Select (14) te drukken.
Opmerking:
De radio keert circa 10 seconden nadat er geen toets
meer is ingedrukt automatisch naar de vorige zender
terug. Controleer de antenne wanneer er geen zenders
worden gevonden. Wijzig zo nodig de opstellingsplaats.
Controleer of er in uw gebied digitale radiostations
uitzenden.
Zender selecteren
U kunt de gevonden zenders op het apparaat testen.
Druk hiervoor op ▲ ▼ (13).
Om een zender te selecteren, drukt u op de toets
Select (14).
Hoe u DAB-zenders opslaat
Het programmageheugen kan maximaal 20 stations in het
DAB-bereik opslaan.
Opmerking:
De opgeslagen zenders blijven ook bij stroomuitval
bewaard.
De gewenste zender instellen.
Druk op een van de cijfertoetsen 1 ... 20 en houd deze
ingedrukt.
Op de display verschijnt "Progr. nr. opgeslagen".
Verdere zenders opslaan: procedure herhalen.
Selecteren van de geprogrammeerde stations
De gewenste cijfertoets 1 ... 20 indrukken.
Wanneer u geen zender op het geselecteerde
geheugenplaats heeft opgeslagen, verschijnt "Programma
leeg".
Wissen van een opgeslagen
programmaplaats
Sla een nieuwe zender op in de betreffende
geheugenplaats.
17
De DAB-functie
Signaalsterkte
Minimumsignaalsterkte
Het signaalniveau weergeven
Druk op de toets Info (10). De signaalsterkte wordt
weergegeven:
De lengte van de balk toont de actuele signaalsterkte.
Zenders waarvan de signaalsterkte onder het vereiste
minimumniveau ligt, zenden een onvoldoende sterk
signaal uit.
Door meermaals op de Info-toets (10) te drukken,
bladert u door verschillende soorten informatie, zoals
programmatype, naam van ensemble / multiplex,
frequentie, signaalfoutfrequentie, audiobitrate,
programmaformaat, datum, DLS.
Dynamic Label Plus
Als de aanbieder het ondersteunt, kunt u met Dynamic
Label Plus op ieder gewenst moment bijvoorbeeld de
naam van het huidige programma of de titel en de artiest
opvragen.
Hoe u de dynamische compressie DRC
instelt
Het compressieniveau compenseert dynamische
schommelingen en hierdoor optredende variaties in het
volume.
Druk op de toets Menu (8) en kies met ▲ ▼ (13)
> DRC.
Bevestig dit door op Select (14) te drukken.
Selecteer met ▲ ▼ (13) het compressieniveau:
DRC hoog - hoge compressie
DRC laag - lage compressie
DRC uit - compressie uitgeschakeld
Bevestig dit door op Select (14) te drukken.
Hoe u inactieve stations wist
U kunt niet meer actieve zendstations uit de lijst met
stations verwijderen.
Druk op de toets Menu (8) en kies met ▲ ▼ (13)
> Inactieve zenders.
Bevestig dit door op Select (14) te drukken.
Kies met ▲ ▼ (13) > Ja en bevestig dit door op
Select (14) te drukken.
18
Menubediening
STEREO
SW-versie
Menubediening
Opmerking:
Menu sluiten: Druk nogmaals op de toets Menu 8, of wacht
circa 10 seconden.
Hoe u het apparaat terugzet naar de
fabrieksinstellingen
Wanneer u de opstellocatie van het apparaat wijzigt, bijv.
na een verhuizing, kunt u mogelijk de eerder opgeslagen
DAB-zenders niet meer ontvangen. Door de
fabrieksinstellingen te herstellen kunt u alle opgeslagen
zenders wissen en gelijktijdig opnieuw naar zenders
zoeken.
Druk op de toets Menu (8) en kies met ▲ ▼ (13) >
Fabrieksinstellingen.
Bevestig dit door op Select (14) te drukken.
U wordt gevraagd om een bevestiging.
Kies met ▲ ▼ (13) > Ja en bevestig door op Select
(14) te drukken.
Opmerking:
alle eerder opgeslagen zenders worden gewist.
Na het resetten voert het apparaat opnieuw een volledige
zoekactie uit.
Hoe u de softwareversie weergeeft
Druk op de toets Menu (8) en kies met ▲ ▼ (13) >
SW-versie.
Bevestig dit door op Select (14) te drukken. De
softwareversie wordt weergegeven.
Druk op de toets Menu (8) om terug te gaan.
De displayverlichting instellen
U kunt de helderheid van de display instellen voor
tijdens bedrijf en tijdens stand-by.
Druk op de toets Menu (8) en kies met ▲ ▼ (13) >
Verlichting. Bevestig dit door op Select (14) te
drukken.
Selecteer bij > Power on met ▲ ▼ (13) het gewenste
helderheidsniveau: hoog, middel of laag. Bevestig dit
door op Select (14) te drukken.
Selecteer bij > Standby de gewenste helderheid voor
de stand-bystand, zoals hierboven beschreven.
19
Menubediening
DAB-modus
DLS: doorlopende tekst met extra informatie die de
zenders beschikbaar kunnen stellen
Signaalsterkte
Programmatype
Ensemble/Multiplex (groepsnaam)
Frequentie, kanaal
Signaalfoutfrequentie
Bitrate in kbps
Geluidsformaat
Tijd
Datum
FM-modus
RDS-radiotekst (indien beschikbaar)
PTY - programmatype, frequentie
Frequentie
Mono/stereo
Tijd, datum
Hoe u de taal instelt
Druk op de toets Menu (8) en kies met ▲ ▼ (13) >
Taal.
Bevestig dit door op Select (14) te drukken.
Kies met ▲ ▼ (13) de taal en bevestig dit door op
Select (14) te drukken.
Hoe u de displayweergaven oproept
Door het indrukken van de toets Info (10) kan de volgende
informatie worden weergegeven:
20
De FM-modus
No RadioText
De FM-modus
Hoe u de radiomodus inschakelt
Druk op de toets FM (20) om over te schakelen naar
FM.
Opmerking:
Bij de eerste keer inschakelen word de frequentie 87,5
MHz ingesteld.
Wanneer u al een zender heeft ingesteld of opgeslagen,
wordt de als laatste ingestelde zender weergegeven.
Bij RDS-zenders verschijnt de zendernaam.
Opmerking:
Draai aan de antenne (5) voor een betere ontvangst.
FM-ontvangst met RDS-informatie
RDS is een service die aanvullende zenderinformatie
meestuurt met FM-zenders. Omroepen kunnen via RDS
bijvoorbeeld de zendernaam of het programmatype
meesturen. Deze informatie wordt via de display
weergegeven.
zender in te stellen. De display geeft de frequentie
weer in stappen van 0,05 MHz.
Automatische zenderkeuze
Druk op Scan (8) om het automatisch zoeken naar
zenders te starten. Op de display loopt de
zenderfrequentie op.
Wanneer er een FM-zender met een voldoende sterk
signaal wordt gevonden, stopt de zoekactie en wordt de
zender weergegeven. Wanneer er een RDS-zender wordt
ontvangen, verschijnt de zendernaam en evt. de
radiotekst.
21
De FM-modus
Opmerking:
Zwakkere zenders kunt u handmatig selecteren.
U kunt in het menu > Zoekinstellingen instellen of de
automatische zoekfunctie alleen sterke zenders vindt
(Alleen sterke zenders) of naar alle zenders zoekt (Alle
zenders).
Mono/stereo instellen
Druk op de toets Menu (8) en kies met ▲ ▼ (13) >
Geluidsinstellingen.
Bevestig dit door op Select (14) te drukken.
Druk herhaaldelijk op ▲ ▼ (13) om te kiezen tussen
"Stereo waar mogelijk" en "Uitsluitend mono".
Bevestig dit door op Select (14) te drukken.
Hoe u FM-zenders opslaat
Het programmageheugen kan maximaal 20 stations in het
FM-bereik opslaan.
Opmerking:
De opgeslagen zenders blijven ook bij stroomuitval
bewaard.
De gewenste zender instellen.
Druk op een van de cijfertoetsen 1 ... 20 en houd deze
ingedrukt.
Op de display verschijnt "Progr. nr. opgeslagen".
Verdere zenders opslaan: procedure herhalen.
Selecteren van de geprogrammeerde stations
De gewenste cijfertoets 1 ... 20 indrukken.
Wanneer u geen zender op het geselecteerde
geheugenplaats heeft opgeslagen, verschijnt "Programma
leeg".
Wissen van een opgeslagen
programmaplaats
Sla een nieuwe zender op in de betreffende
geheugenplaats.
22
Hoe u de tijd en wektijd instelt
STEREO
Wekker 1 instell.
Hoe u de tijd en wektijd instelt
Als u de wekfunctie wilt gebruiken, moet u de
aangesloten versterker of het aangesloten
weergaveapparaat ingeschakeld laten.
De wekfunctie kan pas worden gebruikt wanneer de juiste
tijd is ingesteld. Als de stroom is uitgevallen, moet u de tijd
opnieuw instellen.
De tijd wordt automatisch ingesteld via het DAB-signaal.
Schakel met de toets DAB (21) om naar DAB.
Stel een DAB+ radiozender in en wacht enige tijd.
Wanneer u geen signaal ontvangt, schakelt u over
Tijd en datum handmatig instellen
Druk op de toets Menu (8) en kies met ▲ ▼ (13) >
Bevestig dit door op Select (14) te drukken.
Kies met ▲ ▼ (13) > Tijd/Datum instellen en
Stel met ▲ ▼ (13) de uren en daarna de minuten in.
Aanwijzingen
naar een andere zender of controleert u de
signaalsterkte (zie pag. 18).
Tijd.
bevestig dit door op Select (14) te drukken.
Bevestig dit telkens door op Select (14) te drukken.
Stel de datum bij > Datum instellen op de
beschreven wijze in.
Stel via > Autom. update in van welke bron de tijd en
de datum automatisch worden overgenomen.
Opmerking:
Het apparaat staat bij levering ingesteld op > Update alles
in het menu > Autom. update. Nadat u een DAB-zender
heeft ingesteld, worden datum en tijd automatisch
bijgewerkt. Hetzelfde geldt voor FM (met RDS).
U kunt de tijdweergave met de optie > 12/24 u.
instellen wijzigen. U kunt de datumweergave met de optie >
Datumformaat inst. instellen.
Hoe u de wektijd instelt
Druk op de toets Alarm1 (19).
Wekker 1 instell. en het weksymbool knipperen op
de display.
Druk op Select 14 om de instelmodus voor Wekker 1
te activeren. Om Wekker 2 in te stellen, drukt u
nogmaals op de toets Alarm2 (12).
Schakel de wekfunctie in door met ▲ ▼ (13) naar >
23
Hoe u de tijd en wektijd instelt
Wekker aan te gaan en dit met Select (14) te
bevestigen.
Stel met ▲ ▼ (13) de wektijd in (uren, minuten).
Bevestig dit telkens door op Select (14) te drukken.
Stel de alarmduur in (Duur) in stappen van 15, 30, 45,
60, 90 minuten.
Bevestig dit door op Select (14) te drukken.
Stel met ▲ ▼ (13) de bron in bij Bron. U kunt tussen
DAB,
FM,
en Zoemer kiezen.
Kiest u hierbij voor DAB of FM, dan kunt u "Laatste
zender" of een opgeslagen programmaplaats instellen
om mee wakker te worden.
Bevestig dit door op Select (14) te drukken.
U kunt nu kiezen of u
dagelijks,
eenmalig,
in het weekend of
doordeweeks
wilt worden gewekt.
Bevestig dit door op Select (14) te drukken.
OPMERKING:
Heeft u Eenmalig geselecteerd, dan kunt u de datum
instellen waarop u gewekt wilt worden.
Stel met ▲ ▼ (13) het gewenste wekvolume in en
bevestig dit door op Select (14) te drukken.
> Wekker opgeslagen wordt weergegeven. De
instelling is opgeslagen.
De ingestelde wekfunctie wordt met het symbool op
de display weergegeven.
Zet het apparaat op stand-by.
Aanwijzingen
Als u de wekfunctie wilt gebruiken, moet u de
aangesloten versterker of het aangesloten
weergaveapparaat ingeschakeld laten.
Wanneer de ingestelde wektijd wordt bereikt, schakelt het
apparaat met de geselecteerde bron en het ingestelde
volume in.
Opmerking:
Bij een stroomuitval of als per ongeluk de stekker uit het
stopcontact is getrokken, werkt de wekker niet.
Controleer de tijd.
24
Hoe u de tijd en wektijd instelt
Wekker na alarm uitschakelen
Druk op de toets (7) om de wekker volledig uit te
schakelen.
Druk op de toets Snooze 17 om de sluimerfunctie te
activeren. Door nogmaals op de toets Snooze (17) te
drukken, verlengt u de sluimertijd van 5 naar 10
minuten.
Opmerking:
De wekfunctie schakelt het apparaat de daarop volgende
dag op de ingestelde werktijd weer in. Op de display blijft
het weksymbool aanwezig.
Wekker uitschakelen
Druk op de toets Alarm1 (19).
Wekker 1 instell. en het weksymbool knipperen op
de display.
Druk op Select 14 om de instelmodus voor Wekker 1
te activeren. Om Wekker 2 in te stellen, drukt u op de
toets Alarm2 (12).
Schakel de wekfunctie uit door met ▲ ▼ (13) naar >
Wekker uit te gaan en dit met Select (14) te
bevestigen.
Bevestig de overige meldingen door telkens op de
toets Select (14) te drukken, tot Wekker opgeslagen
wordt weergegeven. Het weksymbool verdwijnt.
Hoe u de Sleep-functie gebruikt
U kunt stapsgewijs de tijdsduur instellen (in de volgorde
UIT, 15, 30, 45, 60 en 90 minuten) waarna het apparaat
vanuit elke bedrijfsmodus zichzelf naar stand-by schakelt.
Druk enkele keren op de toets Sleep (15). Het Sleep-
symbool verschijnt op de display.
Resterende tijd controleren:
Druk hiervoor enkele keren op de toets Sleep (15), op
de display wordt de resterende weergaveduur
aangeduid.
25
Hoe u het apparaat reinigt
Hoe u het apparaat reinigt
Elektrische schokken!
Om het risico van elektrische schokken te vermijden mag
u het apparaat niet met een natte doek of onder stromend
water reinigen. Trek voor het reinigen altijd eerst de
stekker uit het stopcontact.
LET OP!
Gebruik nooit een schuurspons, schuurpoeder of
oplosmiddelen als alcohol of benzine.
Reinig de behuizing met een zachte, met water
bevochtigde doek. Gebruik geen oplosmiddelen, spiritus,
thinner o.i.d. want dat kan het oppervlak van het apparaat
beschadigen.
Scherm:
Reinig de display met een zachte katoenen doek.
De katoenen doek eventueel bevochtigen met een
klein beetje niet-alkalische, verdunde zeepoplossing
op water- of alcoholbasis.
Gebruik geen van de volgende stoffen:
zout water, insecticide, chloorhoudende of zure
oplosmiddelen (ammonia), schuurmiddel.
Wrijf zacht met de katoenen doek over het oppervlak
totdat dit volledig droog is.
26
Hoe u storingen verhelpt
Symptoom
Mogelijke oorzaak/oplossing
Het apparaat kan niet
worden ingeschakeld.
Het apparaat wordt niet van stroom
voorzien.
Steek de stekker op de juiste manier
in het stopcontact.
Er is geen geluid hoorbaar.
Verhoog het volume. Schakel het
weergaveapparaat in, of verhoog
hiervan de volume-instelling. Mogelijk
is de verkeerde bron geselecteerd.
De display wordt niet
ingeschakeld.
Apparaat met POWER uitschakelen
en weer opnieuw inschakelen.
Symptoom
Mogelijke oorzaak/oplossing
Er is een storende ruis hoorbaar.
In de buurt van het apparaat
zendt een mobiele telefoon of
een ander apparaat storende
radiogolven uit.
Verwijder de mobiele telefoon of
het storende apparaat uit de
omgeving van het apparaat.
Er doen zich andere
bedieningsstoringen, luide
geluiden of een displaystoring
voor.
Er is een storing in elektronische
componenten van het apparaat.
Trek de stekker uit het
stopcontact. Wacht circa 10
seconden voordat u het apparaat
weer aansluit op de
stroomvoorziening. Sluit het
apparaat opnieuw aan of plaats
de batterijen terug.
Als het apparaat niet correct werkt, raadpleeg dan de
onderstaande tabellen.
Als u de storing ook na de beschreven controles niet kunt
verhelpen, neem dan contact op met de fabrikant.
Problemen met het apparaat
Hoe u storingen verhelpt
27
Hoe u storingen verhelpt
Symptoom
Mogelijke oorzaak/oplossing
Er worden geen
radiozenders
ontvangen.
Draai de antenne rond. Laat het apparaat een
zenderzoekactie uitvoeren.
Er wordt geen DABsignaal ontvangen.
Controleer of in uw regio DAB-zenders
uitzenden. Richt de antenne opnieuw.
Andere apparaten, bijv. een televisie, storen
de ontvangst.
Plaats het apparaat verder van deze
apparaten af.
Het geluid is zwak of
van slechte kwaliteit.
Probeer andere zenders te ontvangen
Symptoom
Mogelijke oorzaak/oplossing
De afstandsbediening
werkt niet.
Batterijen verkeerd geplaatst of zwak.
Controleer de richting (polariteit) waarin de
batterijen zijn geplaatst, of vervang ze.
IR-verbinding onderbroken.
Verwijder eventueel obstakels tussen de
afstandsbediening en het apparaat.
De afstand is te groot.
De maximale afstand tot het apparaat
bedraagt ca. 6 meter.
Problemen met de radio
Problemen met de afstandsbediening
28
Technische specificaties
Afmetingen apparaat
(breedte x diepte x hoogte)
130 x 42 x 97 mm
Gewicht compleet:
± 0,2 kg
Spanning:
Netvoeding:
Ingang 100-240 V~, 50/60 Hz
Uitgang: DC 6 V, 500 mA
Stand-bystroomverbruik
< 0,5 W
Omgevingsomstandigheden:
+5 tot +35 °C.
5% tot 90% relatieve luchtvochtigheid
(niet-condenserend)
Radio:
Ontvangstfrequenties:
FM 87,5-108 MHz
DAB+ 174-240 MHz
Antenne:
DAB/FM-draadantenne
Batterij afstandsbediening
2 x AAA, 1,5 V
(meegeleverd)
Voorkeurzenders
FM en DAB elk 20 geheugenplaatsen
LINE OUT-aansluiting:
3,5 mm jackplug
Technische specificaties
Technische wijzigingen en vergissingen voorbehouden. De
afmetingen zijn bij benadering gegeven.
Richtlijnen en normen: Dit product voldoet aan de
Laagspanningsrichtlijn (2006/95/EG),
de ErP-richtlijn 2009/125/EG,
de EMV-richtlijn (2004/108/EG) en de CEmarkeringsrichtlijn.
29
Afvoerinstructies
Dit apparaat voldoet aan de richtlijn 2002/96/EU voor
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
(WEEE).
Dit product mag aan het einde van zijn levensduur niet
bij het normale huishoudelijk afval worden afgevoerd
maar moet op een inzamelpunt voor de recycling van
elektrische en elektronische apparatuur worden
ingeleverd. Het symbool op het product, de
gebruiksaanwijzing of de verpakking wijst op deze
bepaling. De gebruikte materialen kunnen volgens de
markeringen worden hergebruikt. Door hergebruik,
recycling of andere vormen van afvoer van oude
apparaten en batterijen levert u een belangrijke
bijdrage aan de bescherming van ons milieu.
Uw nieuwe apparaat werd op weg naar u door zijn
verpakking beschermd. Alle gebruikte materialen zijn
milieuvriendelijk en herbruikbaar. Help ons door de
verpakking milieuvriendelijk af te voeren. De geldende
afvoerprocedures kunt u opvragen bij uw leverancier of
gemeente.
Verstikkingsgevaar!
Laat verpakkingen en verpakkingsdelen niet in handen van
kinderen komen.
Gevaar voor verstikking door folie en andere
verpakkingsmaterialen.
30
Het apparaat afvoeren
Oude apparaten zijn geen waardeloos afval. Door een
milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle grondstoffen
worden hergebruikt. Informeer bij uw gemeente naar de
mogelijkheden van een milieuvriendelijke en deskundige
afvoer van uw apparaat. Vóór afvoer van het apparaat
moeten de batterijen worden verwijderd.
Levensgevaar!
Trek bij afgedankte apparaten altijd eerst de stekker uit het
stopcontact. Netsnoer afsnijden en samen met de stekker
afvoeren.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.