Dovre ZEN 100, ZEN 102 Installation Instructions And Operating Manual

INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN EN GEBRUIKSAANWIJZING
HOUTKACHEL
INSTALLATION INSTRUCTIONS AND OPERATING MANUAL INSTALLATION ET MODE D’EMPLOI EINBAUANLEITUNG UND GEBRAUCHSANWEISUNG INSTRUCCIONES DE INSTALACIÓN Y USO ISTRUZIONI PER L'INSTALLAZIONE E L'USO MONTERINGS- OG BRUKSANVISNING
WOOD STOVE POELE A BOIS HOLZ-FEUERSTÄTTE ESTUFA DE LEÑA STUFA A LEGNA PEISOVN
ZEN 100 ZEN 102
03.27144.000 - 5/2014
Inhoudsopgave
Inleiding 3 Prestatieverklaring 4 Veiligheid 6 Installatiecondities 6
Algemeen 6 Schoorsteen 6 Ventilatie van deruimte 7 Vloer en wanden 7 Productbeschrijving 8
Installatie 9
Algemene voorbereiding 9 Buitenluchtaansluitingvoorbereiden 10 Inbouwen in een nieuwe schouw 10
Gebruik 12
Eerste gebruik 12 Brandstof 12 Aanmaken 13 Stoken met hout 13 Regeling verbrandingslucht 14 Doven van het vuur 15 Ontassen 15 Nevel en mist 15 Eventuele problemen 15
Onderhoud 16
Schoorsteen 16 Schoonmaken en ander regelmatig onderhoud 16
Bijlage 1: Technische gegevens 18 Bijlage 2: Afmetingen 19 Bijlage 3: Afstand tot brandbaar materiaal 21 Bijlage 4: Diagnoseschema 23 Index 24
2
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden

Inleiding

Geachte gebruiker, Met de aankoopvan dit verwarmingstoestel van DOVRE heeft u gekozen vooreen kwaliteitsproduct. Dit product maakt deel uit van een nieuwe generatie energiezuinige en milieuvriendelijke ver­warmingstoestellen. Deze toestellenmaken optimaal gebruik van zowel convectiewarmte als stra­lingswarmte.
Uw DOVRE toestel is geproduceerdmet de modernste productiemiddelen. Mocht er onver­hoopt toch iets mankeren aan uw toestel, dan kunt u altijd eenberoep doen op de DOVRE service.
Het toestel mag niet gewijzigd worden; gebruik steeds originele onderdelen.
Het toestel is bedoeld voorplaatsing in een woon­ruimte. Het moet hermetisch worden aangesloten op een goed werkende schoorsteen.
Wij adviseren u het toestel te laten installeren door eenbevoegd installateur.
DOVRE kan niet aansprakelijk wordengesteld voor problemenof schade door een onjuiste instal­latie.
Bij installatie en gebruik moeten de hiernabeschre­ven veiligheidsvoorschriften in acht worden geno­men.
In deze handleiding leest u hoe u het DOVRE ver­warmingstoestel op een veilige manier installeert, gebruikt en onderhoudt. Als u aanvullende informatie of technische gegevens wilt of een installatie-pro­bleem heeft, neemt u dan eerst contact op met uw leverancier.
© 2014 DOVRE NV
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
3

Prestatieverklaring

Volgens de bouwproductenverordening 305/2011
Nr.116-CPR-2014
1. Unieke identificatiecode van het producttype:
ZEN
2. Type-, partij- of serienummer, dan wel een ander identificatiemiddel voor het bouwproduct, zoals voorgeschreven in artikel 11, lid 4:
Uniek serienummer.
3. Beoogde gebruiken van het bouwproduct, overeenkomstig de toepasselijke geharmoniseerde tech­nische specificatie, zoals door de fabrikant bepaald:
Kachel voorvaste brandstof zonder productie van warm water volgens EN 13229
4. Naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerd handelsmerk en contactadres van de fabrikant, zoals voorgeschreven in artikel 11, lid 5:
Dovre N.V., Nijverheidsstraat 18, B-2381Weelde, Belgium
5. Indien van toepassing, naam en contactadres van de gemachtigde wiens mandaat de in artikel 12, lid 2, vermelde taken bestrijkt:
-
6. Het systeem of de systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid van bouwproduct, vermeld in bijlage V:
Systeem 3
7. Indien de prestatieverklaring betrekking heeft op een bouwproduct dat onder een geharmoniseerde norm valt:
De aangestelde instantie KVBG, geregistreerd onder het nummer 2013, heeft ondersysteem 3 een typekeur uitgevoerd en heeft het testrapport nr H2014/0030 verstrekt.
8. Indien de prestatieverklaring betrekking heeft op een bouwproduct waarvoor een Europese tech­nische beoordeling is afgegeven:
-
4
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
9. Aangegeven prestatie:
De geharmoniseerde norm EN 13229:2001/A2 ;2004/AC :2007
Essentiële karakteristieken Prestaties Hout
Brandveiligheid
Vuurbestendigheid A1
Minimale afstand in mm
Afstandtot brandbaarmateriaal
Achterkant: 50 met isolatie Zijkant: 60 met isolatie
Risico van uitvallende gloeiende deeltjes Conform
Emissie van verbrandingsproducten CO: 0,09% (13%O2)
Oppervlaktetemperatuur Conform
Elektrische veiligheid -
Gemakkelijk te reinigen Conform
Maximale werkingsdruk -
Rookgastemperatuurbij nominaal vermogen 175°C
Mechachanische weerstand (gewicht dragen van schoorsteen)
Niet bepaald
Nominaal vermogen 4,75 kW
Rendement 80,1 %
10. De prestaties van het in de punten 1 en 2 omschreven product zijn conform de in punt 9 aan­gegeven prestaties.
Deze prestatieverklaring wordt verstrekt onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de in punt 4 ver­melde fabrikant:
10/02/2014 Weelde
Tom Gehem CEO
In het kader van een continue productverbetering, kunnen specificaties van het geleverde toestel afwijken van de beschrijving in deze brochure, zonder voorafgaande kennisgeving.
DOVRE N.V. Nijverheidsstraat 18 Tel : +32 (0) 1465 91 91 B-2381 Weelde Fax : +32 (0) 1465 90 09 België E-mail : info@dovre.be
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
5

Veiligheid

Let op! Alle veiligheidsvoorschriften moeten strikt worden nageleefd.
Lees aandachtig de instructies voor installatie, gebruik enonderhoud die met het toestel zijn meegeleverd, voordat u het toestel in gebruik neemt.
Het toestel moet worden geïnstalleerd over­eenkomstig de wetgeving en voorschriften van uw land.
Alle lokale bepalingen en de bepalingen die betrekking hebbenop nationale en Europese normen moeten worden nageleefd bij het instal­leren van het toestel.
Laat het toestel bij voorkeur installerendoor eenbevoegd installateur. Deze is op de hoogte van de geldende bepalingen en voorschriften.
Zorg voor voldoende ventilatie van deruimte waar het toestel wordt geplaatst. Bij onvol­doende ventilatie vindt onvolledige verbranding plaats, waardoor zich giftige gassen in de ruimte kunnenverspreiden. Zie het hoofdstuk "Installatiecondities" voor meer informatie over ventilatie.

Installatiecondities

Algemeen

Het toestel moet worden aangesloten opeen goed werkende schoorsteen.
Voor de aansluitmaten: zie de bijlage"Technische gegevens".
Informeer bij debrandweer en/of ver­zekeringsmaatschappij naar eventuele specifieke vereisten en voorschriften.
Het toestel is ontworpen voor ver­warmingsdoeleinden. Alle oppervlaktes, inclu­sief het glas en de aansluitbuis kunnen zeer heet worden (meerdan 100°C)! Gebruik voor de bediening een 'koude hand' of een hit­tebestendigehandschoen.
Zorg voor voldoende afscherming als jonge kin­deren, mindervalidenen ouderen zich in de nabijheidvan het toestel bevinden.
Veiligheidsafstanden tot brandbaarmateriaal moeten strikt worden aangehouden.
Plaats geengordijnen, kleren, wasgoed of andere brandbare materialen bovenop of in de nabijheidvan het toestel.
Gebruik tijdens het gebruik van uw toestel geen licht ontvlambare of explosieve stoffen in de nabijheid van het toestel.
Voorkom schoorsteenbrand door regelmatig de betreffendeschoorsteen te laten reinigen. Stook het toestel nooit met open deur.
Bij schoorsteenbrand: sluit de luchtinlaten van het toestel en waarschuw de brandweer.

Schoorsteen

De schoorsteen is nodig voor:
Het afvoeren van de verbrandingsgassen door natuurlijke trek.
De warme lucht in de schoorsteen is lichter dande buitenlucht en stijgt daarom.
Het aanzuigen van lucht, nodig voor de verbranding van de brandstof in het toestel.
Een niet goed werkende schoorsteen kan tijdens het openen van de deur rookterugslag geven. Schade ont­staan door rookterugslag is uitgesloten van garantie.
Sluit niet meerdere toestellen (bijvoorbeeld ook nogeen centraleverwarmingsketel) op dezelfde schoorsteen aan, tenzij lokale of nati­onale regelgeving hierin voorziet. Zorg in ieder geval bij twee aansluitingen dat het hoog­teverschil tussen de aansluitingen minimaal 200mm bedraagt.
Vraag uw installateur om advies over de schoorsteen. Raadpleeg de Europese norm EN13384 voor een juiste berekening van de schoorsteen.
Als het glas van het toestel is gebroken of gebarsten, moet dit glas worden vervangen voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt.
6
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
De schoorsteen moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
De schoorsteen moet gemaakt zijn van vuurvast materiaal, bij voorkeur keramiek of roestvrij staal.
De schoorsteen moet luchtdicht en goedgereinigd zijn en voldoende trek garanderen.
Een trek/onderdruk van 15-20Pa tijdens nor­male belasting is ideaal.
De schoorsteen moet - vertrekkend van de uitgang van het toestel - zo verticaal mogelijk lopen. Rich­tingsveranderingen en horizontale stukken ver­storen de afvoer van verbrandingsgassen en veroorzakenmogelijk roetophoping.
De binnenmaten mogen niet te groot zijn, om te voorkomen dat de verbrandingsgassen te sterk afkoelen waardoorde trek minderwordt.
De schoorsteen moet bij voorkeur dezelfde dia­meter hebben als de aansluitkraag.

Ventilatie van de ruimte

Voor een goede verbranding heeft het toestel lucht (zuurstof) nodig. Die lucht wordt via regelbare lucht­inlatenaangevoerd vanuit deruimte waar het toestel is geplaatst.
Bij onvoldoende ventilatie vindt onvolledigever­branding plaats, waardoor zich giftige gassen in de ruimte kunnen verspreiden.
Voor de nominale diameter: zie de bijlage "Technische gegevens". Als het rookkanaal goed is geïsoleerd, kan de diameter eventueel wat groter zijn (maximaal tweemaal de sectie van de aansluitkraag).
De sectie (oppervlakte) van het rookkanaal moet constant zijn. Verwijdingen en (vooral) ver­nauwingen verstoren de afvoervan ver­brandingsgassen.
Bij toepassing van een regenkap/afvoerkap op de schoorsteen: let erop dat de kap niet de uitmonding van de schoorsteen vernauwt en dat de kap niet de afvoer van verbrandingsgassen belemmert.
De schoorsteen moet uitmonden in eenzonedie niet wordt verstoord door omliggendegebouwen, vlakbijstaande bomen of andere hindernissen.
Het schoorsteengedeelte buiten de woning moet geïsoleerd zijn.
De schoorsteen moet minimaal 4meterhoog zijn.
Als vuistregel geldt: 60cm boven de nok van het dak.
Als denok van het dak meer dan 3meteris ver­wijderdvan deschoorsteen: houd de maten aandie in de volgende figuur zijn aangegeven. A = het hoogste punt van het dak binnen een afstand van 3meter.
Een vuistregel is dat de luchttoevoer5,5cm²/kW moet zijn. Extra ventilatie is nodig:
Als het toestel in een ruimte staat die goed is geï­soleerd.
Als ermechanische ventilatie is, bv een centraal afzuigsysteem of een afzuigkapin een open keu­ken.
U kunt voor extra ventilatie zorgen door een ven­tilatierooster in de buitenmuur te laten plaatsen.
Zorg dat andere luchtverbruikende apparaten (zoals eenwasdroger, ander verwarmingstoestel of bad­kamerventilator) een eigen buitenluchtaanvoer heb­ben, of zijn uitgeschakeld wanneer u het toestel stookt.
U kunt het toestel ook aansluiten op bui­tenluchtaanvoer. Hiervooris een aansluitset meegeleverd. Extra ventilatie is dan niet nodig.

Vloer en wanden

De vloer waarop het toestel wordt geplaatst, moet vol­doende draagvermogen hebben. Voor het gewicht van het toestel: zie de bijlage "Technische gegevens".
Bescherm een brandbare vloer door middel van eenonbrandbare vloerplaat tegen warmte-uit­straling. Zie de bijlage "Afstand tot brandbaar
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
7
materiaal".
4
3
6
5
7
9
10
2
11
12
1
13
8
09-20020-304
Verwijder brandbaar materiaal zoals linoleum, tapijt, enzovoorts onder de onbrandbare vloer­plaat.
Zorg voor voldoende afstand tussen het toestel en brandbare materialen zoals houten wanden en meubels.
Ook de aansluitbuis straalt warmte uit. Zorg voor voldoende afstand of afscherming tussen de aansluitbuis enbrandbare materialen. De vuistregel voor een enkelwandige buis is eenafstand van driemaal de diameter. Als een bekledingsschelp rondde buis is aangebracht, is een afstand van eenmaal de diameter toe­laatbaar.
Een vloerkleed moet minimaal 80cm van het vuur verwijderd zijn.
Bescherm een brandbare vloer voor de kachel met behulp van een onbrandbarevloerplaat tegen eventueel uitvallende assen. De vloer­plaat moet voldoenaan nationale normen.

Productbeschrijving

Voor de afmetingen van de onbrandbare vloer­plaat: zie de bijlage "Afstand tot brandbaar materiaal".
Voor verdere eisen in verbandmet brand­veiligheid: zie de bijlage"Afstandtot brandbaar materiaal".
1. Aansluitkraag
2. Hitteschild
3. Deur
4. Stookbodem
5. Grendel
6. Luchtschuif
7. Buitenluchtaansluiting
8. Steun
9. Stelvoeten
10. Verlenging (optioneel)
12. Draadstang M8 (optioneel)
11. Muurverankering (optioneel)
8
13. Afwerkkader
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden

Installatie

09-20020-307
2
1
6
7 8
7
6
3
5
4
09-20020-308
Vuurvaste binnenplaten verwijderen

Algemene voorbereiding

Controleer het toestel onmiddellijk bij ontvangst op (transport)schadeen eventuele anderegebreken. Het toestel is aan de onderkant met schroeven op de pallet gemonteerd.
Als u (transport)schade of gebrekenhebt geconstateerd, neem het toestel dan niet in gebruik enstel de leverancier op de hoogte.
Verwijder de demontabeleonderdelen uit het toe­stel voordat u het toestel gaat installeren.
Door demontabele onderdelen te verwijderen, kunt u het toestel gemakkelijker verplaatsen en beschadiging voorkomen.
Let bij het verwijderen van demontabele onder­delen op hun oorspronkelijke positie, om ze later weer op de juiste plaats te kunnen aan­brengen.
Deur openen
Open de deur door de grendel naar voor te trekken en de deur te ontgrendelen; zie volgende figuur.
Vermiculiet binnenplaten zijn licht van gewicht en bij levering meestal okerkleurig. Zij isoleren de verbrandingskamer zodat de verbranding beter is.
Pos. Omschrijving
1 binnenplaat linksvoor 2 binnenplaat linksachter 3 binnenplaat rugzijde 4 binnenplaat rechtsvoor 5 binnenplaat rechtsachter 6 binnenplaat boven 7 vlamplaat 8 vlamplaathouder
Omdat de grendel tijdens het gebruik van het toestel heet wordt, is er eenhandschoen bij­geleverd die u kunt gebruiken ter bescherming van uw hand.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Volg onderstaande instructies om de binnenplaten te verwijderen; zie vorige figuur.
1. Verwijder eerst de binnenplaten aan de zijkant (1), (2),(4) en (5) door deze omhoog te lichten en uit het toestel te nemenvia de deuropening.
2. Verwijder de beide binnenplaten (6).
3. Verwijder de binnenplaat (3).
4. Verwijder beide vlamplaten (7) uit de vlamp­laathouder (8).
5. Verwijder de vlamplaathouder (8).
Stookbodem verwijderen
De stookbodem wordt beschermd met vuurvaste bin­nenplaten. Verwijder eerst deze binnenplaten enneem dande stookbodem uit het toestel.
9
Chamotte binnenplaten zijn bij levering oker-
5
4
3
2
1
1
3
09-20020-309
kleurig. Zij isoleren de verbrandingskamer zodat deverbranding beteris.
hulpstukken zoals bochten moet u per hulpstuk de maximale lengte (12meter) met 1meter verminderen.
Buitenluchtaansluiting via de wand of de vloer en de aansluitkraag
1. Maak een aansluitgat in de wandof vloer(raad­pleeg Bijlage 2, "Afmetingen", vooreen geschikte positie van het aansluitgat).
2. Sluit de luchtaansluitbuis hermetisch af op de muur.

Inbouwen in een nieuwe schouw

De installatie van de inbouwhaardbestaat uit twee onderdelen:
Pos. Omschrijving
1 binnenplaat zijkant 2 binnenplaat voor en achter 3 luchtgeleider 4 stookbodem 5 luchtopeningen
Volg onderstaande instructies om de binnenplaten en de stookbodem te verwijderen; zie vorigefiguur.
1. Verwijder de luchtgeleiders (3) aan de linker- en rechterzijde.
2. Verwijder eerst de beidebinnenplaten (1)aan de zijkanten door deze naarvoren te kantelenen uit het toestel te nemen via de deuropening..
3. Verwijder de binnenplaten (2) aan de voor- en ach­terzijde.
4. Verwijder de stookbodem (4).
Let er bij het hermonteren van destookbodem op dat de twee luchtgaten (5) naar voren wij­zen.

Buitenluchtaansluiting voorbereiden

Als het toestel wordt geplaatst in een ruimte dieonvol­doende is geventileerd, kunt u de aansluitset voorhet aanvoeren van buitenlucht op het toestel aansluiten.
De luchtaanvoerbuis heeft een diameter van 100mm. Bij toepassing van een gladde buis mag deze buis maximaal 12meter lang zijn. Bij gebruik van
De plaatsing en aansluiting van de inbouwhaard
De schouw rond de inbouwhaard opbouwen.
Inbouwhaard plaatsen en aan­sluiten
1. Zet het toestel opde juiste hoogte, vlak en water­pas.
U kunt hiervoor gebruik maken van de opti­onele potenset en muurverankering.
2. Zorg dat tussen de bestaande wanden, voorzien van de benodigde isolatie, en de achterkant van het toestel vrije afstand is.
3. Sluit het toestel hermetisch aan op deschoor­steen.
4. Controleerde trek in de schoorsteen en deafdich­ting van de aansluiting op het rook­gasafvoerkanaal door een klein hevig proefvuur te maken van krantenpapier en droogdun hout.
Wacht bij nieuw metselwerk tot het met­selwerk voldoende droogis.
5. Bij buitenluchtaansluiting: sluit deaanvoer van bui­tenlucht aan op de aansluitset die u op het toestel hebt gemonteerd.
Opbouw van de schouw
In de schouw maakt u de convectieruimte. In deze ruimte moet lucht vrij kunnen bewegen. Er moet lucht aangezogen kunnen worden voor de verbranding en
10
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
de door de inbouwhaard verwarmdelucht (de con-
A
A
B
C
09-20020-310
vectielucht) moet vrij de te verwarmen ruimte in kun­nenstromen; zie volgendefiguur.
de onderzijde van de schouw luchtinlaatroosters geplaatst zijn. De minimale luchtinlaatopening is 250cm2. Als de ruimte onvoldoende is geven­tileerd, moet u zorgen voor aanvoer van buitenlucht door middel van de meegeleverde bui­tenluchtaansluitingsset of een optionele lucht­klepset met regelknop.
Aan de bovenzijde van de schouw en vlak onder de afsluitplaat moeten luchtuitlaatroosters geplaatst zijn. De minimale luchtuitlaatopening is 500 cm2.
De inlaatroosters en deuitlaatroosters zijn opti­oneel verkrijgbaar.
Gebruik in de convectieruimte geen brandbaar materiaal en voorkom de werking van warm­tebruggen bij het gebruik van warm­tegeleidende materialen.
Volg onderstaande instructie bij de opbouw van de schouw:
1. Metsel de voet van de haard enplaats in dit met­selwerk de luchtinlaatroosters.
A convectieluchtstroom B warmtestraling C luchtaanvoer vanuit de te verwarmen ruimte
Volg bij de bouw van de schouw de volgende voorschriften voor de convectieruimte:
De bovenzijde van de convectieruimte moet lucht­dicht afgeslotenzijn met een afsluitplaat van onbrandbaaren hittebestendig materiaal.
De afsluitplaat moet waterpas liggen en minimaal 30 cm onder de rookgasopening in het plafond geplaatst zijn.
U kunt de luchtinlaatroosters aan alle kanten van de voet plaatsen.
Zorg dat de deur van de haard vrij over het pla­teau van de haard kan draaien.
2. Metsel de haard verder op tot aan de rookvang.
Zorg dat er altijd 2 mm speling blijft tussen de inbouwhaard en metselwerk om de warm­teuitzetting van de inbouwhaard op te vangen.
3. Bekleed desgewenst de binnenzijde van de con­vectieruimte met reflecterend isolatiemateriaal.
Extra bekleding van de convectieruimte voor­komt onnodigewarmteuitstraling naar moge­lijke buitenmuren en/of naast gelegen ruimtes. Het voorkomt ook aantasting van de spouw­muurisolatie.
4. Metsel de schouw verder af tot aan derook­gasopening in het plafond.
De inbouwhaard magniet het metselwerk dra­gen. Gebruik een ondersteuning zoals een draagijzer. Laat tussen de ondersteuning en het toestel minimaal 3 mm speling.
Voor de toevoer van omgevingslucht moeten aan
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
11
5. Sluit de convectieruimte af met de afsluitplaat.
Min.5cm
Min.30 cm

A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
M
O
N
09-20020-303
1
2
09-20020-305
6. Plaats onder deafsluitplaat de lucht­uitlaatroosters.
7. Maak boven de afsluitplaat een opening om even­tuele drukopbouw te voorkomen.
De volgende figuur geeft een voorbeeld van de plaat­sing van een inbouwhaard in een schouw die volgens bovenstaande instructies en voorschriften is gebouwd.
K Isolatie M Brandbare vloer N Opening ter voorkoming van drukopbouw O Aansluitbuis
Afwerkkader plaatsen
1. Plaats de vier bijgeleverde magneten (2) aan de zij­kant van het frame; zie volgende figuur.
A Schoorsteen B Afdichtstuk C Afdekplaat D Isolatie 10 cm E Onbrandbare muur min. 10cm (bv. gasbeton) F Brandbare muur G Convectieruimte H Onbrandbaar plafond I Brandbaar plafond J Uitlaat convectielucht
2. Schuif het bijgeleverde kader (1)in het frame.
Afwerking
1. Plaats alle gedemonteerde onderdelen op de juiste plaats terug in het toestel.
2. Zorg dat de nieuw gebouwde schouw voldoende droog is, voordat u gaat stoken.
Laat het toestel nooit branden zonder de vuur­vaste binnenplaten.
Het toestel is nu klaar voorgebruik.

Gebruik

Eerste gebruik

Wanneer u het toestel voorhet eerst gebruikt, stook het dan enkele urenflink door. Hierdoor zal de hit­tebestendigelak uitharden. Hierbij kan wel wat rook en geurhinder ontstaan. Zet eventueel in de ruimte waar het toestel staat de ramen endeuren even open.

Brandstof

Dit toestel is alleen geschikt voor het stoken van natuurlijk hout; gezaagden gekloofd en voldoende
12
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
droog.
Gebruik geen andere brandstoffen, want die kunnen leiden tot ernstige schade aan het toestel.
De volgende brandstoffen mag u niet gebruiken omdat zij het milieu vervuilen, en omdat zij het toestel en de schoorsteen sterk vervuilen waardoor schoor­steenbrand kan ontstaan:
Behandeld hout, zoals sloophout, geverfd hout, geïmpregneerd hout, verduurzaamd hout, multiplex en spaanplaat.
Kunststof, oud papier enhuishoudelijk afval.
Hout
Gebruik bij voorkeur hard loofhout zoals eik, beuk, berk en fruitbomenhout. Dit hout brandt langzaam met rustige vlammen. Naaldhout bevat meerhars, brandt sneller en geeft meer vonken.
Gebruik gedroogd hout met een vochtpercentage van maximaal 20%. Hiervoor moet het hout min­stens 2 jaar zijn gedroogd.
Zaag het hout op maat en klief het als het nog vers is. Vers hout klieft gemakkelijker en gekloven hout droogt beter. Bewaarhet hout onder een afdek waar dewind vrij spel heeft.
Gebruik geen nat hout. Nat hout geeft geen warmte omdat alle energie gaat zitten in het verdampen van vocht. Dit geeft veel rook en roetaanslag opde deur van het toestel en in deschoorsteen. De waterdamp condenseert in het toestel en kan langs naden uit het toestel lekken en zwarte vlekken op de vloergeven. De waterdamp kan ook in de schoorsteen condenseren encreosoot vormen. Creosoot is zeer brandbaar en kan schoor­steenbrand veroorzaken.
2. Stapel bovenop de houtblokken twee lagen aan­maakhoutjes kruislings opelkaar.
3. Leg eenaanmaakblokje tussen de onderste laag aanmaakhoutjes ensteek het aanmaakblokje aan volgens de instructies op de verpakking.
4. Sluit de deur van het toestel en zet de luchtschuif in de deur helemaal open.
5. Laat het aanmaakvuur flink doorbranden totdat het eengloeiend houtskoolbedis geworden. Hierna kunt u een volgende vulling doen enhet toestel gaan regelen; zie de paragraaf "Stoken met hout".

Stoken met hout

Nadat u de instructies voorhet aanmaken hebt gevolgd:
1. Open langzaam de deur van het toestel.
2. Verdeel het houtskoolbed gelijkmatig over de stookvloer.

Aanmaken

U kunt controleren of de schoorsteen voldoende trek heeft door boven devlamplaat een prop krantenpapier aante steken. Bij een koude schoorsteenis er vaak onvoldoende trek in de schoorsteen enkan errook in de kamer komen. Doorhet toestel op de hierbeschre­ven manier aan te maken, voorkomt u dit probleem.
1. Stapel twee lagen middelgrote houtblokken kruis­lings op elkaar.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
3. Stapel enkele houtblokken op het houtskoolbed.
13
Losse stapeling
3
2
1
09-20020-320
Bij een losse stapelingverbrandt het hout vlug omdat de zuurstof elk stuk hout gemakkelijk kan bereiken. Gebruik een losse stapeling als u kort wilt stoken.
Compacte stapeling

Regeling verbrandingslucht

Het toestel heeft diverse voorzieningen voor de lucht­regeling; zie volgende figuur.
De primaire lucht regelt de lucht in de stookbodem (1).
De secundaire lucht regelt de lucht voor het glas (air­wash) (2).
De secundaire lucht heeft openingen bovende stook­bodem (3) die zorgen voor de naverbranding.
Het toestel heeft één luchtregeling die zowel de pri­maire lucht als de secundaire lucht regelt. Als de lucht­regelinggeheel rechts staat is de primaire en
Bij een compacte stapeling verbrandt het hout lang­zamer omdat de zuurstof maar enkele stukken hout kan bereiken. Gebruik een compacte stapeling als u langer wilt stoken.
4. Sluit de deur van het toestel.
5. Sluit de primaire luchtinlaat en laat desecundaire luchtinlaat open staan.
Vul het toestel voor maximaal een derde.
secundaire luchtinlaat open. Naarmate deluchtschuif verder naar links wordt geduwd sluit zich de primaire luchtinlaat en daarnade secundaire luchtinlaat. Als de luchtschuif geheel gesloten is blijft een kleinelucht­opening open om de naverbrandingte verzorgen; zie volgende figuur.
14
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
09-20020-306
Stand Omschrijving
Primaire lucht open (tijdens aanmaken) Secundairelucht open (naverbranding)
Glasspoeling open
Secundairelucht open (naverbranding) Glasspoeling open
Minimale secundaire lucht open (naver­branding)
Zet de primaireluchtinlaat tijdelijk open als de lucht­toevoer via de secundaire luchtinlaat onvoldoende is of als u het vuur wilt aanwakkeren.
Regelmatig een kleine hoeveelheidhoutblokken bij­vullen is beter dan veel houtblokken tegelijk.

Doven van het vuur

Vul geen brandstof bij en laat de kachel gewoon uit­gaan. Als een vuur wordt getemperd doorde lucht­toevoer te verminderen, komen schadelijke stoffen vrij. Laat daarom het vuur vanzelf uitbranden. Houd toezicht op het vuur totdat het goed is gedoofd. Als het vuur volledig is gedoofd kunnen alle luchtschuiven worden gesloten.

Ontassen

Na het stoken van hout blijft een relatief kleinehoe­veelheid as over. Dit asbed is een goede isolator voor de stookbodem engeeft een betere verbranding. Laat daarom gerust een dunlaagje as opde stookbodem lig­gen.
De luchttoevoerdoor de stookbodem mag echter niet worden belemmerd. Verwijder daarom regelmatig de overtollige as.
Adviezen
Stook nooit met open deur.
Stook het toestel regelmatig flink door.
Als u langdurig op lage stand stookt, kan zich in de schoorsteen een afzetting vormen van teer en creosoot. Teer en creosoot zijn zeer brandbaar. Als de afzetting van deze stoffen te groot wordt, kan bij een plotselinge hoge tem­peratuur eenschoorsteenbrand ontstaan. Door regelmatig flink doorstoken, verdwijnen even­tuele afzettingen van teer en creosoot. Daarnaast kan zich bij te laag stoken teer afzet­ten op de ruit en deur van het toestel. Bij een milde buitentemperatuur is het dus beter om het toestel een paar uur intens te laten branden, dan lange tijd laag te stoken.
Regel deluchttoevoer met de luchtschuif.
De luchtinlaat belucht niet alleen het vuur maar ook het glas, zodat het glas niet snel vervuilt.
1. Open dedeur van het toestel.
2. Schep de overtollige as uit het toestel of gebruik eenspecialeasstofzuigerom de overtollige as te verwijderen.
Gebruik altijd een asstofzuiger; het gebruik van eengewone stofzuigerzonder speciale aan­passing kan de gewone stofzuiger ernstig beschadigen.
3. Sluit de deur van het toestel.

Nevel en mist

Nevel en mist belemmerende afvoer van rookgassen door de schoorsteen. Rook kan neerslaan en stank­overlast geven. Als het niet echt nodig is, kunt u bij nevel en mist beter niet stoken.

Eventuele problemen

Raadpleeg de bijlage "Diagnoseschema" om even­tuele problemenbij het gebruik van het toestel op te lossen.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
15

Onderhoud

vertonen, maar dat heeft geen nadelig effect op hunwerking.
Volg de onderhoudsinstructies in dit hoofdstuk om het toestel in goede staat te houden.

Schoorsteen

In veel landen bent u wettelijk verplicht de schoor­steen te laten controleren en onderhouden.
Aan het begin van het stookseizoen: laat de schoor­steen vegen door eenerkend schoorsteenveger.
Tijdens het stookseizoen en nadat de schoorsteen lange tijd niet is gebruikt: laat de schoorsteen con­troleren op roet.
Na afloop van het stookseizoen: sluit de schoor­steen af met een prop krantenpapier.

Schoonmaken en ander regelmatig onderhoud

Maak het toestel niet schoonwanneerhet nog warm is.
Maak debuitenkant van het toestel schoon met eendroge niet pluizende doek.
Na afloop van het stookseizoen kunt u de binnenkant van het toestel goed schoonmaken:
Verwijder eventueel eerst de vuurvaste bin­nenplaten. Zie het hoofdstuk "Installatie" voor instructies voor het verwijderenen aanbrengen van binnenplaten.
Maak eventueel de luchtaanvoerkanalen schoon.
Verwijder de vlamplaat bovenin het toestel en maak deze schoon.
Vuurvaste binnenplaten controleren
Gietijzeren binnenplatengaan lang mee als u regelmatig as verwijdert die zich mogelijk erachter ophoopt. Als opgehoopte as achter eengietijzeren plaat niet wordt verwijderd, kan de plaat de warmte niet meer afgeven aan de omgeving en kan de plaat vervormen of scheu­ren.
Laat het toestel nooit branden zonder de vuur­vaste binnenplaten.
Glas schoonmaken
Goed schoongemaakt glas neemt minder snel vuil op. Ga als volgt te werk:
1. Verwijder stof en loszittend roet met een droge doek.
2. Maak het glas schoon met kachelruitenreiniger: a. Breng kachelruitenreiniger aan op een keu-
kenspons, wrijf het gehele glasoppervlak in en laat even inwerken.
b. Verwijder het vuil met een vochtige doek of
keukenpapier.
3. Maak het glas nogmaals schoon met eengewoon glasreinigingsproduct.
4. Wrijf het glas schoon met een droge doek of keu­kenpapier.
Gebruik geen schurende of bijtende producten om het glas schoon te maken.
Gebruik schoonmaakhandschoenen om uw han­dente beschermen.
Als het glas van het toestel is gebroken of gebarsten, moet dit glas worden vervangen voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt.
De vuurvaste binnenplaten zijn verbruiksonderdelen die aan slijtage onderhevig zijn. Vermiculiet bin­nenplaten zijn kwetsbaar. Stoot niet met houtblokken tegen de binnenplaten. Controleer de binnenplaten regelmatig en vervang ze indien nodig.
Zie het hoofdstuk "Installatie" voor instructies voor het verwijderen en aanbrengen van binnenplaten.
De isolerende vermiculiet of chamotte bin­nenplaten kunnen haarscheurengaan
16
Voorkom dat kachelruitreiniger tussen het glas en degietijzeren deur loopt.
Smeren
Hoewel gietijzer enigszins zelfsmerend is, moet u bewegende delen toch regelmatig smeren.
Smeerde bewegende delen (zoals gelei­dersystemen, scharnierpennen, grendels en lucht­schuiven) met hittevast vet dat verkrijgbaar is bij de vakhandel.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Afwerklaag bijwerken
Kleine lakbeschadigingen kunt u bijwerkenmet een spuitbus speciaal hittebestendige lak die verkrijgbaar is bij uw leverancier.
Afdichting controleren
Controleer of het afdichtingskoordvan dedeur nog goed afsluit. Afdichtkoordverslijt en moet tijdig wor­denvervangen.
Controleer het toestel op luchtlekken. Kit eventuele kieren dicht met kachelkit.
Laat de kit goed uitharden voordat u het toestel aanmaakt, anders blaast het vocht in de kit op en ontstaat opnieuw een lek.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
17

Bijlage 1: Technische gegevens

Model ZEN
Nominaal vermogen 4,75 kW
Schoorsteenaansluiting(diameter) 150mm
Gewicht 100-115 kg
Aanbevolenbrandstof Hout
Kenmerk brandstof, max. lengte 30 cm
Massadebiet van rookgassen 5,1 g/s
Rookgastemperatuurgemeten in de meetsectie 198 °C
Temperatuur gemeten aan de uitgang van het toestel 247°C
Minimum trek 12 Pa
CO-emissie (13%O2) 0,09 %
NOx-emissie (13% O2) 111mg/Nm³
CnHm-emissie (13%O2) 238mg/Nm³
Stofemissie 293mg/Nm³
Stofemissie volgens NS3058-NS3059 4,76 g/kg
Rendement 80,1 %
18
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden

Bijlage 2: Afmetingen

520
415
100
765
460
395
175- 225
Max. 735
35
200
305
150
340
580
500
A
09-20020-311
ZEN 100
A Optioneleverlenging
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
19
ZEN 102
09-20020-312
415
520
765
100
460
175 -225
Max. 735
395 200
305 35 35
580
375
500
150
A
A Optioneleverlenging
20
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden

Bijlage 3: Afstand tot brandbaar materiaal

09-20020-301
ZEN 100 - Minimale afstanden in millimeters
Brandbaar materiaal
Onbrandbaar materiaal 100 mm
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
21
ZEN 102 - Minimale afstanden in millimeters
09-20020-302
09-20020-321
Brandbaar materiaal
Onbrandbaar materiaal 100 mm
Afmetingen onbrandbare vloerplaat in centimeters
Minimale afmetingen onbrandbare vloerplaat
V > H + 30 > 60 S > H + 20 > 40
22
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden

Bijlage 4: Diagnoseschema

Probleem
Hout wil niet doorbranden
Geeft onvoldoende warmte
Rookterugslag tijdens het bijvullen
Toestel brandt te hevig, niet goed regelbaar
Aanslag op het glas
mogelijke oorzaak mogelijke oplossing
Een koudeschoorsteen creëert vaakonvoldoende trek. Volg de
Onvoldoende trek
Hout te vochtig Gebruik hout met maximaal20% vocht.
instructiesvoor het aanmaken in het hoofdstuk"Gebruik"; open een raam.
Afmetingen hout te groot
Stapeling hout niet correct
Werking van de schoorsteen onvol­doende
Uitmonding vande schoorsteen niet cor­rect
Instelling vande luchtinlaten niet correct Open de luchtinlaten volledig.
Aansluiting van het toestelmet de schoor­steen niet correct
Onderdruk in de ruimte waar het toestel isgeplaatst
Onvoldoende toevoer van verselucht
Ongunstigeweersomstandig­heden? Inversie (omgekeerde lucht­stroom in de schoorsteen door hoge bui­tentemperatuur), extreme windsnelheden
Gebruik kleine stukjes aanmaakhout. Gebruikgekloven houtblokken met een omtrek vanmaximaal 30 cm.
Stapel het hout zodanig dat er voldoende lucht tussende hout­blokken kan stromen (losse stapeling, zie "Stoken met hout").
Controleer of de schoorsteen aan de voorwaarden voldoet: mini­maal 4 meter hoog, juistediameter, goed geïsoleerd, gladde bin­nenzijde,niet te veel bochten, geen obstructies in de schoorsteen (vogelnest, te veel roetafzetting), hermetisch dicht (geen kieren).
Voldoende hoog boven het dakvlak, geen obstructies in de nabij­heid.
Aansluiting moet hermetischdicht zijn.
Zet afzuigsystemen uit.
Zorg voor voldoende luchttoevoer, maak desnoods gebruik van de buitenluchtaansluiting.
Bijinversieis gebruik van het toestelaf te raden. Plaats desnoods een trekkende kap op de schoorsteen.
Tocht inde woonkamer
Vlammen raken het glas
Toestel lekt lucht Controleer de afdichtingen vande deur en de naden van het toestel.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Voorkom tocht in de woonkamer; plaats het toestel niet in de nabij­heid van een deur of verwarmingsluchtkanalen.
Zorg dat het hout niet te dicht tegen het glasligt. Schuif de primaire luchtinlaat verder dicht.
23

Index

A
Aanmaakhout 23 Aanmaakvuur 13 Aansluiten
afmetingen 19 Aansluitenop buitenluchtaanvoer 10 Aansteken 13 Afdichtingskoord van deur 17 Afmetingen 19 Afsluitplaat
convectieruimte 11 Afwerkkader 12 Afwerklaag, onderhoud 17 As verwijderen 15
B
Beluchtingvan het vuur 15 Bijvullen van brandstof 15
rookterugslag 23 Binnenplaten
chamotte 10
vermiculite 9
verwijderen 9 Binnenplaten, vuurvaste 9 Brandbaar materiaal
afstand tot 21 Brandstof
benodigde hoeveelheid 15
bijvullen 14-15
geschikte 12
hout 13
ongeschikte 13 Brandveiligheid
afstand tot brandbaar materiaal 21
meubels 7
vloer 7
wanden 7 Buitenluchtaansluiting 10 Buitenluchtaanvoer 7, 10
aansluiting op 10
C
Chamotte
vuurvast 10
Convectieruimte
afsluitplaat 11 voorschriften 11
Creosoot 15
D
Demontabele onderdelen 9 Deur
afdichtingskoord 17
Deur openen
grendel 9
handschoen 9 Draagvermogen van vloer 7 Drogen van hout 13
G
Geschikte brandstof 12 Gewicht 18 Glas
aanslag 23
schoonmaken 16
H
Hout 13
bewaren 13
drogen 13
geschikte soort 13
nat 13
wil niet doorbranden 23 Houtblokken stapelen 14
K
Kachelruitenreiniger 16 Kap op de schoorsteen 7 Kieren in toestel 17
L
Lak 12 Luchtinlaatrooster
eisen 11
plaatsing 11 Luchtlek 17 Luchtregeling 14 Luchttoevoer regelen 15 Luchtuitlaatrooster
eisen 11
plaatsing 11
24
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
M
Magneet 12 Mist, niet stoken 15 Muren
brandveiligheid 7
N
Naaldhout 13 Nat hout 13 Nevel, niet stoken 15 Nominaal vermogen 15, 18
O
Onderdelen, demontabele 9 Onderhoud
afdichting 17 glas schoonmaken 16 schoorsteen 16 smeren 16 toestel schoonmaken 16
vuurvaste binnenplaten 16 Ongeschikte brandstof 13 Ontassen 15 Opslagvan hout 13
Schoorsteen
aansluitdiameter 18 aansluiting op 10 hoogte 7 onderhoud 16
voorwaarden 7 Schoorsteenbrand voorkomen 15 Schoorsteenkap 7 Smeren 16 Stof-emissie 18 Stoken 13
brandstof bijvullen 13, 15
onvoldoende warmte 15, 23
toestel brandt te hevig 23
toestel niet goed regelbaar 23 Stookbodem 9 Stookbodemn
verwijderen 9
T
Teer 15 Temperatuur 18 Trek 18
U
P
Plaatsen
afmetingen 19
Problemen oplossen 15, 23
R
Rendement 5, 18 Rook
bij eerste gebruik 12
Rookgas
massedebiet 18
temperatuur 5, 18 Rookterugslag 6, 23 Ruiten
aanslag 23
schoonmaken 16
S
Schade 9 Schoonmaken
glas 16
toestel 16
Uitgaan van vuur 15
V
Vegen van schoorsteen 16 Ventilatie 7
buitenluchtaanvoer aansluiten 10
vuistregel 7 Ventilatierooster 7 Verbrandingsluchtregeling 14 Vermiculite
vuurvast 9 Verwijderen
as 15
binnenplaten 9
stookbodem 9 Vet voor smering 16 Vloeren
brandveiligheid 7
draagvermogen 7 Vloerkleed 7 Vulhoogte van toestel 14 Vuur
aanmaken 13
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
25
doven 15
Vuurvaste binnenplaten
onderhoud 16 waarschuwing 12
W
Waarschuwing
brandbare materialen 6 glas gebroken of gebarsten 6, 16 heet oppervlak 6 kachelruitreiniger 16 schoorsteenbrand 6, 13, 15 ventilatie 6-7 verzekeringsvoorwaarden 6 voorschriften 6 vuurvaste binnenplaten 12
Wanden
brandveiligheid 7 Warmte, onvoldoende 15, 23 Weersomstandigheden, niet stoken 15
26
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Table of contents
Introduction 3 Performance declaration 4 Safety 6 Installation requirements 6
General 6 Flue 6 Room ventilation 7 Floor and walls 8 Product description 8
Installation 9
General preparation 9 Prepareconnection to outside air 10 Building into a new hearth 10
Use 12
First use 12 Fuel 13 Lighting 13 Burning wood 13 Controlling combustion air 14 Extinguishingthe fire 15 Removing ash 15 Fog and mist 15 Resolving problems 15
Maintenance 16
Flue 16 Cleaning andother regularly maintenance 16
Appendix 1: Technical data 18 Appendix 2: Dimensions 19 Appendix 3: Distance from combustible
material 21 Appendix 4: Diagnosis diagram 23 Index 24
2
Subjectto change because of technicalimprovements

Introduction

Dear user, By purchasing this heating appliance from DOVRE you have selected a quality product. This product is part of a new generationof energy-efficient and envir­onmentally-friendly heating appliances. These appli­ances make optimum use of convection heat as well as thermal radiation (radiant heat).
Your DOVRE appliance has been manufactured with state-of-the-art production equipment. In the unlikely event of a malfunction, you can always rely on DOVRE for support and service.
The appliance shouldnot be modified; please always use original parts.
The appliance is intended for use in a living room. It must be hermetically connected to a properly work­ing flue.
We advise you have the appliance installed by an authorized and competent installer.
DOVRE cannot be held liable for any problems or damage resulting from incorrect installation.
Observe the following safety regulations when installing and using the appliance.
In this manual, you can readhow the DOVRE heating appliance can be installed, used and maintained safely. Should you require additional information or technical data, or should you experience an install­ation problem, please first contact your supplier.
© 2014 DOVRE NV
Subjectto change because of technicalimprovements
3

Performance declaration

In accordance with construction products regulation 305/2011
No.116-CPR-2014
1. Unique identification code of the following product type:
ZEN
2. Type, batch or serial number or other form of identification for the construction product, as pre­scribed in article 11, subsection 4:
Uniqueserial number.
3. Intended use for the construction product, in accordance with the applicable harmonised technical specification, as specified by the producer:
Stove for solid fuel without production of warm water in accordance with EN 13229
4. Name, registered trade name or registered trademark and contact address of the producer, as pre­scribed in article 11, subsection 5:
Dovre N.V., Nijverheidsstraat 18, B-2381Weelde, Belgium
5. If applicable, name and contact address for the authorised whose mandate covers the tasks spe­cified in article 12, subsection 2:
-
6. The system or systems for the assessment and verification of the performance durability of the con­struction product, specified in appendix V:
System 3
7. If the performance declaration concerns a construction product for which a harmonised norm is issued:
The appointed KVBG agency, registered under number 2013, has performed a type test under system 3 and has issued the test report no. H2014/0030.
8. If the performance declaration concerns a construction product for which a European technical assessment is issued:
-
4
Subjectto change because of technicalimprovements
Loading...
+ 153 hidden pages