Dovre Vintage 50, Vintage 35, Vintage 30 Installation Instructions And Operating Manual

INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN EN GEBRUIKSAANWIJZING
HOUTKACHEL
INSTALLATION INSTRUCTIONS AND OPERATING MANUAL
WOOD STOVE
INSTALLATION ET MODE D’EMPLOI
POELE A BOIS
EINBAUANLEITUNG UND GEBRAUCHSANWEISUNG
INSTRUCCIONES DE INSTALACIÓN Y USO
ESTUFA DE LEÑA
ISTRUZIONI PER L'INSTALLAZIONE E L'USO
STUFA A LEGNA
03.27681.200 - 02/2012
Vintage 50-35-30
2
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
Inhoudsopgave
Inleiding 3
Conformiteitsverklaring 3
Veiligheid 4
Installatiecondities 4
Algemeen 4 Schoorsteen 4 Ventilatie vande ruimte 5 Vloer en wanden 6 Productbeschrijving 6
Installatie 6
Algemene voorbereiding 6 Deursluiting 8 Schoorsteenaansluitingvoorbereiden 8 Buitenluchtaansluiting voorbereiden 9 Plaatsen en aansluiten 10
Gebruik 10
Eerste gebruik 10 Brandstof 11 Aanmaken 11 Stoken met hout 12 Regeling van de verbrandingslucht 12 Doven van het vuur 13 Ontassen 13 Nevel en mist 14 Eventueleproblemen 14
Onderhoud 14
Schoorsteen 14 Schoonmaken en ander regelmatig onderhoud 14
Bijlage 1: Technische gegevens 18
Bijlage 2: Afmetingen 19
Bijlage 3: Afstand tot brandbaar materiaal 22
Bijlage 4: Diagnoseschema 25
Index 26
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
3
Inleiding
Geachte gebruiker, Met de aankoopvan dit verwarmingstoestel van DOVRE heeft u gekozen voor een kwaliteitsproduct. Dit product maakt deel uit van een nieuwe generatie energiezuinige en milieuvriendelijke verwarmingstoestellen. Deze toestellen maken optimaal gebruik van zowel convectiewarmte als stralingswarmte.
Uw DOVRE toestel is geproduceerdmet de modernste productiemiddelen. Mocht er onverhoopt toch iets mankerenaan uw toestel, dan kunt u altijd een beroepdoen op deDOVRE service.
Het toestel mag niet gewijzigd worden; gebruik steeds originele onderdelen.
Het toestel is bedoeld voor plaatsing in een woonruimte. Het moet hermetisch worden aangesloten opeen goedwerkende schoorsteen.
Wij adviserenu het toestel te lateninstalleren door eenbevoegd installateur.
DOVRE kan niet aansprakelijk wordengesteld worden voor problemen of schade door een onjuiste installatie.
Bij installatie en gebruik moeten de hierna beschreven veiligheidsvoorschriften inacht worden genomen.
In deze handleiding leest u hoeu het DOVRE verwarmingstoestel op een veilige manier installeert, gebruikt en onderhoudt. Als u aanvullendeinformatie of technische gegevens wilt of een installatie­probleem heeft, neemt u dan eerst contact op met uw leverancier.
© 2012 DOVRE NV
Conformiteitsverklaring
Notified body: 1625
Hierbij verklaart
Dovre nv, Nijverheidsstraat 18 B-2381 Weelde,
dat houtkachel Vintage 50, Vintage35 en Vintage 30 conform EN 13240 geproduceerdzijn.
Weelde19-01-2011
In het kader vaneen continue productverbetering, kunnen specificaties van het geleverdetoestel afwijken van debeschrijving in deze brochure, zonder voorafgaandekennisgeving.
DOVRE N.V. Nijverheidsstraat 18 Tel : +32 (0) 14 65 91 91 B-2381 Weelde Fax : +32 (0) 14 65 90 09 België E-mail : info@dovre.be
4
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
Veiligheid
Let op! Alle veiligheidsvoorschriften moeten strikt worden nageleefd.
Lees aandachtig de instructies voorinstallatie, gebruik en onderhoud voordat u het toestel in gebruik neemt.
Het toestel moet worden geïnstalleerd overeenkomstig de wetgeving envoorschriften van uw land.
Alle lokale bepalingen en debepalingen die betrekking hebben opnationale en Europese normen moeten worden nageleefd bij het installeren van het toestel.
Lees de instructies voorinstallatie, gebruik en onderhoud die met het toestel zijn meegeleverd.
Laat het toestel bij voorkeur installeren door eenbevoegd installateur. Deze is op de hoogte van degeldende bepalingenen voorschriften.
Het toestel is ontworpen voor verwarmingsdoeleinden. Alle oppervlaktes, inclusief het glas en de aansluitbuis kunnen zeer heet worden(meer dan 100°C)! Gebruik voor de bediening een koude hand of een hittebestendigehandschoen.
Plaats geen gordijnen, kleren, wasgoed of andere brandbare materialen bovenop of in de nabijheidvan het toestel.
Gebruik tijdens het gebruik van uw toestel geen licht ontvlambareof explosieve stoffen in de nabijheid vanhet toestel.
Voorkom schoorsteenbrand door regelmatig de betreffendeschoorsteen te laten reinigen. Stook het toestel nooit met open deur.
Bij schoorsteenbrand: sluit de luchtinlaten van het toestel en waarschuw de brandweer.
Als het glas van het toestel is gebroken of gebarsten, moet dit glas wordenvervangen voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt.
Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte waar het toestel wordt geplaatst. Bij onvoldoende ventilatie vindt onvolledige verbranding plaats, waardoor zich giftige gassen inde ruimte kunnen verspreiden. Zie het hoofdstuk "Installatiecondities" voormeer informatie overventilatie.
Installatiecondities
Algemeen
Het toestel moet worden aangesloten opeen goed werkende schoorsteen.
Voor de aansluitmaten: zie debijlage "Technische gegevens".
Informeer bij de brandweer en/of verzekeringsmaatschappij naareventuele specifieke vereisten en voorschriften.
Schoorsteen
De schoorsteen is nodig voor:
Het afvoeren van de verbrandingsgassen door natuurlijke trek.
De warme lucht in de schoorsteen is lichter dande buitenlucht enstijgt daarom omhoog.
Het aanzuigen van lucht, nodig voor de verbranding van debrandstof in het toestel.
Een niet goed werkende schoorsteen kan tijdens het openenvan de deurrookterugslag geven. Schade ontstaan door rookterugslagis uitgeslotenvan garantie.
Sluit niet meerdere toestellen(bijvoorbeeld ook nogeen centraleverwarmingsketel) op dezelfde schoorsteen aan, tenzij lokaleof nationale regelgeving hierin voorziet.
Vraag uw installateur om advies over de schoorsteen. Raadpleegde Europese norm EN13384 voor een juiste berekening vande schoorsteen.
De schoorsteen moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
De schoorsteen moet gemaakt zijn van vuurvast materiaal, bij voorkeurkeramiek of roestvrij staal.
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
5
De schoorsteen moet luchtdicht en goed gereinigd zijn en voldoende trek garanderen.
Een trek/onderdruk van 15-20Pa tijdens normale belasting is ideaal.
De schoorsteen moet - vertrekkend vande uitgang van het toestel - zo verticaal mogelijk lopen. Richtingsveranderingen en horizontalestukken verstoren deafvoervan verbrandingsgassen en veroorzakenmogelijk roetophoping.
De binnenmaten mogen niet te groot zijn, om te voorkomen dat de verbrandingsgassen te sterk afkoelen waardoor detrek minderwordt.
De schoorsteen moet bij voorkeur dezelfde diameter hebben als de aansluitkraag.
Voor de nominale diameter: zie de bijlage "Technische gegevens". Als het rookkanaal goed is geïsoleerd, kan de diameter eventueel wat groter zijn (maximaal tweemaal desectie van deaansluitkraag).
De sectie (oppervlakte) van het rookkanaal moet constant zijn. Verwijdingen en (vooral) vernauwingen verstoren de afvoer van verbrandingsgassen.
Bij toepassing van een regenkap/afvoerkap op de schoorsteen: let erop dat de kapniet de uitmonding van deschoorsteen vernauwt en dat de kap niet de afvoer van verbrandingsgassen belemmert.
De schoorsteen moet uitmonden ineen zone die niet wordt verstoord door omliggende gebouwen, vlakbijstaande bomen of anderehindernissen.
Het schoorsteengedeelte buitende woningmoet geïsoleerd zijn.
De schoorsteen moet minimaal 4meter hoog zijn.
Als vuistregel geldt: 60cm bovende nok van het dak.
Als de nok van het dak meerdan 3meter is verwijderd van de schoorsteen: houd dematen aan die in de volgende figuur zijn aangegeven. A = het hoogste punt van het dak binnen een afstand van 3meter.
Ventilatie van de ruimte
Voor een goedeverbranding heeft het toestel lucht (zuurstof) nodig. Die lucht wordt via regelbare luchtinlaten aangevoerd vanuit de ruimte waar het toestel is geplaatst.
Bij onvoldoende ventilatie vindt onvolledige verbranding plaats, waardoor zich giftige gassen inde ruimte kunnen verspreiden.
Een vuistregel is dat de luchttoevoer 5,5cm²/kW moet zijn. Extra ventilatie is nodig:
Als het toestel in een ruimte staat die goed is geïsoleerd.
Als er mechanische ventilatie is, bv een centraal afzuigsysteem of een afzuigkapin een open keuken.
U kunt voor extra ventilatie zorgendoor een ventilatierooster inde buitenmuur te laten plaatsen.
Zorg dat andere luchtverbruikende apparaten (zoals eenwasdroger, ander verwarmingstoestel of badkamerventilator) een eigen buitenluchtaanvoer hebben, of zijn uitgeschakeld wanneeru het toestel stookt.
U kunt het toestel ook aansluiten op buitenluchtaanvoer. Hiervooris een aansluitset meegeleverd. Extra ventilatie is dan niet nodig.
6
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
Vloer en wanden
De vloer waarop het toestel wordt geplaatst, moet voldoende draagvermogenhebben. Voorhet gewicht van het toestel: zie de bijlage "Technische gegevens".
Bescherm een brandbare vloer door middel van eenonbrandbare vloerplaat tegenwarmte­uitstraling. Zie de bijlage"Afstandtot brandbaar materiaal".
Verwijder brandbaar materiaal zoals linoleum, tapijt, enzovoorts onder de onbrandbare vloerplaat.
Zorg voor voldoende afstand tussen het toestel en brandbarematerialen zoals houten wanden en meubels.
Ook deaansluitbuis straalt warmte uit. Zorg voor voldoende afstand of afscherming tussen de aansluitbuis en brandbare materialen. De vuistregel voor een enkelwandige buis is eenafstand van driemaal dediameter. Als een bekledingsschelp rond de buis is aangebracht, is een afstand van eenmaal de diameter toelaatbaar.
Een vloerkleedmoet minimaal 80cm van het vuur verwijderd zijn.
Bescherm een brandbare vloer voorde kachel met behulp van een onbrandbare vloerplaat tegeneventueel uitvallende assen. De vloerplaat moet voldoen aan nationale normen.
Voor de afmetingen vande onbrandbare vloerplaat: zie de bijlage "Afstand tot brandbaar materiaal".
Voor verdereeisen in verband met brandveiligheid: zie de bijlage "Afstand tot brandbaar materiaal".
Productbeschrijving
1. Topplaat
2. Grendelknop
3. Stookbodem
4. Deur
5. Secundaire luchtschuif
6. Poot
7. Primaireluchtschuif
Installatie
Algemene voorbereiding
Controleer het toestel onmiddellijk bij ontvangst op (transport)schadeen eventuele andere gebreken. Het toestel is aan de onderkant met schroeven op de pallet gemonteerd.
Als u (transport)schade of gebreken hebt geconstateerd, neem het toestel dan niet in gebruik en stel de leverancier op de hoogte.
Verwijder dedemontabeleonderdelen (vuurvaste binnenplaten, stookrooster, topplaat, aslade) uit het toestel voordat u het toestel gaat installeren.
Door demontabele onderdelen te verwijderen, kunt u het toestel gemakkelijker verplaatsen en beschadiging voorkomen.
Let bij het verwijderen van demontabele onderdelen op hun oorspronkelijke positie, om
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
7
ze later weer op de juiste plaats te kunnen aanbrengen.
1. Opende deur; zie volgendefiguur.
2. Verwijder de vuurvaste binnenplaten; zie volgende figuur.
Gebruik devolgende tips voor het verwijderen van de binnenplaten:
a. Til vlamplaat 3 aan de voorzijde op en trek
deze 2cm naar voren.
b. Til nu devlamplaat op aan de linkerzijde en
verwijderlinker binnenplaat 1 als eerste.
c. Verwijder dan devlamplaat 3, vervolgens
binnenplaat 7, 8, 9, 2 enz.
Vermiculite binnenplaten zijn licht van gewicht en bij levering meestal okerkleurig. Zij isoleren deverbrandingskamerzodat de verbranding beter is. Gietijzeren binnenplaten beschermen de verbrandingskamer en geven warmte door aande omgeving.
Uitneembare binnendelen
1 binnenplaat zijkant links 2 binnenplaat zijkant rechts 3 vlamplaat 4 stookbodem midden 5 vuurkorf onder niet voorVintage 30 6 vuurkorf boven 7 binnenplaat achter links niet voor Vintage 30 8 binnenplaat achter midden niet voorVintage 30 9 binnenplaat achter rechts niet voor Vintage 30 10 stookbodem links niet voorVintage 30 11 stookbodem achter niet voor Vintage 30 12 stookbodem rechts niet voorVintage 30 13 ontassingsluik niet voor Vintage30
3. Verwijder de aslade. Opmerking:de Vintage 30 heeft geenaslade.
4. Monteer de stelvoetjes onder de poten, zie figuur. Bij een glad vloeroppervlak wordt aangeraden een rubber onderlegger onder de pootjes te gebruiken.
8
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
Deursluiting
Het toestel wordt geleverd met degrendelknop gemonteerd. U kunt er voor kiezen om de grendelknop als “koude hand” te gebruiken.
1. Draai moer (2) iets los en draai stelschroef (3) los tot de grendelknop vrijkomt.
2. Draai vervolgens moer (2) weer vast.
3. Monteer de grendelhouder op debodem, zie figuur.
4. Plaats de grendelknop in de grendelhouder, zie figuur.
Schoorsteenaansluiting voorbereiden
Bij het aansluiten vanhet toestel op een schoorsteen hebt u de keuze uit aansluiting aan de bovenzijde of aande achterzijde van het toestel.
Bij levering van het toestel is de aansluitingop de achterzijde open gelaten.
De uitgang dieu niet wilt gebruiken, sluit u af met het bijbehorendemeegeleverde afsluitdeksel.
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
9
Op de uitgang die u wel wilt gebruiken, monteert u de bijbehorende meegeleverde aansluitkraag.
Afdichtings- en bevestigingsmaterialenzijn meegeleverd.
Aansluiten op de achterzijde
1. Breng meegeleverd glasvezelafdichtband van 10x3mm aanop het contactvlak van de aansluitkraag.
2. Monteer de aansluitkraag met de bevestigingsmaterialen op de achterwand.
Aansluiten op de bovenzijde
1. Verwijder de topplaat.
De topplaat kan gewoonvan het toestel worden afgenomen.
2. Verwijder het sierdeksel (12)uit de topplaat.
3. Verwijder het afsluitdeksel (10) uit de binnentopplaat.
4. Breng afdichtband van 10 x 3 mm aan ophet contactvlak van de aansluitkraag.
5. Monteer de aansluitkraag met de bevestigingsmaterialen op de binnentopplaat.
6. Monteer het afsluitdeksel met de bevestigingsmaterialen op de achterwand.
Buitenluchtaansluiting voorbereiden
Als het toestel wordt geplaatst in een ruimte die onvoldoende is geventileerd, kunt u de meegeleverde aansluitset voor het aanvoeren van buitenlucht op het toestel monteren. Sommigevan de bestaande luchtinlaten op het toestel moet u dan afsluiten met meegeleverd afdekmateriaal.
De luchtaanvoerbuis heeft een diameter van 100mm. Bij toepassing van een gladde buis mag deze buis maximaal 12 meter lang zijn. Bij gebruik van hulpstukken zoals bochten moet u perhulpstuk de maximale lengte (12 meter) met 1 meter verminderen.
Buitenluchtaansluiting via de vloer
1. Maak een aansluitgat in de vloer(raadpleeg Bijlage 2, Afmetingen, voor de juiste positie van het aansluitgat).
10
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
2. Sluit de luchtaanvoerbuis hermetisch af op de vloer.
3. Monteer de aansluitkraag op de bodemplaat en sluit de achterwandaf met het afdekplaatje.
Het afdekplaatje is nr. 3 inde tekening.
Buitenluchtaansluiting via de achterkant van het toestel
1. Maak een aansluitgat in de wand(raadpleeg Bijlage 2, Afmetingen, voor de juiste positie van het aansluitgat).
2. Sluit de luchtaansluitbuis hermetischaf op de muur.
3. Monteer de aansluitkraag op de achterwand en sluit de opening in de bodemplaat af met het afdekplaatje.
Het afdekplaatje is nr. 4 inde tekening.
Plaatsen en aansluiten
1. Zet het toestel opde juiste plaats, vlak en waterpas.
2. Sluit het toestel hermetisch aanop de schoorsteen.
3. Bij buitenluchtaansluiting: sluit de aanvoervan buitenlucht aan opde aansluitset die u op het toestel hebt gemonteerd.
4. Plaats alle gedemonteerdeonderdelen op dejuiste plaats terug in het toestel.
Laat het toestel nooit branden zonder de vuurvaste binnenplaten.
Het toestel is nu klaar voor gebruik.
Gebruik
Eerste gebruik
Wanneer uhet toestel voor het eerst gebruikt, stook het dan enkele urenflink door. Hierdoor zal de hittebestendigelak uitharden. Hierbij kan wel wat rook en geurhinder ontstaan. Zet eventueel in de ruimte waar het toestel staat de ramen en deuren even open.
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
11
Brandstof
Dit toestel is alleen geschikt voor het stoken van natuurlijk hout; gezaagd en gekloofd envoldoende droog.
Gebruik geen andere brandstoffen, want die kunnen leiden tot ernstige schadeaan het toestel.
De volgende brandstoffen mag u niet gebruiken omdat zij het milieu vervuilen, en omdat zij het toestel ende schoorsteen sterk vervuilen waardoor schoorsteenbrand kan ontstaan:
Behandeld hout, zoals sloophout, geverfd hout, geïmpregneerd hout, verduurzaamd hout, multiplex en spaanplaat.
Kunststof, oud papieren huishoudelijk afval.
Hout
Gebruik bij voorkeur hard loofhout zoals eik, beuk, berk en fruitbomenhout. Dit hout brandt langzaam met rustige vlammen. Naaldhout bevat meer hars, brandt sneller en geeft meervonken.
Gebruik gedroogd hout met een vochtpercentage van maximaal 20%. Hiervoor moet het hout minstens 2 jaar zijn gedroogd.
Zaaghet hout op maat en klief het als het nogvers is. Vers hout klieft gemakkelijker en gekloven hout droogt beter. Bewaar het hout onder een afdek waar de wind vrij spel heeft.
Gebruik geen nat hout. Nat hout geeft geen warmte omdat alle energie gaat zitten in het verdampen van vocht. Dit geeft veel rook en roetaanslag op de deur van het toestel en in de schoorsteen. De waterdamp condenseert in het toestel en kan langs naden uit het toestel lekken en zwarte vlekken op de vloer geven. De waterdamp kan ook in de schoorsteen condenserenen creosoot vormen. Creosoot is zeer brandbaar en kan schoorsteenbrand veroorzaken.
Aanmaken
U kunt controlerenof de schoorsteen voldoende trek heeft door boven devlamplaat een prop krantenpapier aante steken. Bij eenkoude schoorsteen is ervaak onvoldoende trek in de schoorsteen en kan er rook in de kamer komen. Door het toestel op de hier beschreven manieraan te maken, voorkomt u dit probleem.
1. Stapel twee lagen middelgrote houtblokken kruislings opelkaar.
2. Stapel bovenopde houtblokken twee lagen aanmaakhoutjes kruislings op elkaar.
3. Leg een aanmaakblokje tussen de onderste laag aanmaakhoutjes ensteek het aanmaakblokje aan volgens de instructies op de verpakking.
4. Sluit de deur vanhet toestel en zet deprimaire luchtinlaat en de secundaireluchtinlaat van het toestel open; zie volgendefiguur.
5. Laat het aanmaakvuur flink doorbranden totdat het eengloeiend houtskoolbed is geworden. Hierna kunt u een volgende vullingdoen en het toestel gaan regelen; zie deparagraaf "Stoken met hout".
12
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
Primaire luchtschuif
Secundaireluchtschuif
Stoken met hout
Nadat u de instructies voorhet aanmaken hebt gevolgd:
1. Openlangzaam de deur van het toestel.
2. Verdeel het houtskoolbed gelijkmatig over de stookvloer.
3. Stapel enkele houtblokken op het houtskoolbed.
Losse stapeling
Bij een losse stapeling verbrandt het hout vlug omdat de zuurstof elk stuk hout gemakkelijk kan bereiken. Gebruik een losse stapeling als u kort wilt stoken.
Compacte stapeling
Bij een compacte stapeling verbrandt het hout langzamer omdat de zuurstof maar enkele stukken hout kan bereiken. Gebruik een compacte stapeling als u langerwilt stoken.
4. Sluit de deur vanhet toestel.
5. Sluit de primaireluchtinlaat en laat de secundaire luchtinlaat open staan.
Vul het toestel voor maximaal een derde.
Regeling van de verbrandingslucht
Het toestel heeft diverse voorzieningen voor de luchtregeling (zie figuur).
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
13
De primaire luchtschuif regelt de lucht onder het rooster (1).
De secundaire luchtschuif regelt de lucht voor het glas en de luchtgaatjes in de achterwand (2).
De vlamplaat heeft permanente luchtopeningen(3) die zorgen voor denaverbranding.
Adviezen
Stook nooit met open deur.
Stook het toestel regelmatig flink door.
Als u langdurig oplage stand stookt, kan zich in deschoorsteen een afzetting vormen van teer en creosoot. Teer encreosoot zijn zeer brandbaar. Als de afzetting van deze stoffen te groot wordt, kan bij eenplotselinge hoge temperatuur een schoorsteenbrand ontstaan. Door regelmatig flink doorstoken, verdwijnen eventuele afzettingen van teer en creosoot. Daarnaast kan zich bij te laag stoken teer afzetten opde ruit endeur van het toestel. Bij een milde buitentemperatuur is het dus beterom het toestel een paaruur intens te laten branden, danlange tijd laag te stoken.
Regel de luchttoevoer met de secundaire luchtinlaat.
De secundaire luchtinlaat belucht niet alleen het vuur maar ook het glas, zodat het glas niet snel vervuilt.
Zet de primaireluchtinlaat tijdelijk open als de luchttoevoer via desecundaire luchtinlaat onvoldoende is of als u het vuur wilt aanwakkeren.
Regelmatig een kleine hoeveelheid houtblokken bijvullen is beter dan veel houtblokken tegelijk.
Doven van het vuur
Vul geen brandstof bij en laat de kachel gewoon uitgaan. Als een vuur wordt getemperd door de luchttoevoer te verminderen, komen schadelijke stoffen vrij. Laat daarom het vuur vanzelf uitbranden. Houd toezicht op het vuur totdat het goed is gedoofd. Als het vuur volledig is gedoofd kunnen alle luchtschuiven wordengesloten.
Ontassen
Na het stoken vanhout blijft een relatief kleine hoeveelheid as over. Dit asbed is een goedeisolator voor de stookbodem en geeft een betere verbranding. Laat daarom gerust een dun laagjeas op de stookbodem liggen.
De luchttoevoer door de stookbodem mag echter niet worden belemmerd en er magzich geen as ophopen achter een gietijzeren binnenplaat. Verwijder daarom regelmatig de overtolligeas.
14
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
1. Opende deur van het toestel.
2. Gebruik het trekschepje om het ontassingsluik in de stookbodem te openen (1).
3. Schuif de overtollige as met het trekschepje (2) door het ontassingsluik in de aslade eronder.
4. Sluit het ontassingsluikje.
5. Verwijder de aslade(3) met behulp van de bijgeleverde handschoen en leeg de aslade.
6. Plaats de aslade terug en sluit de deurvan het toestel.
Opmerking: De Vintage 30 heeft geen aslade. Verwijder deassen met behulp vaneen schepje of gebruik een “ash-cleansysteem” op de stofzuiger.
Nevel en mist
Nevel en mist belemmeren de afvoer vanrookgassen door deschoorsteen. Rook kan neerslaanen stankoverlast geven. Als het niet echt nodigis, kunt u bij nevel en mist beter niet stoken.
Eventuele problemen
Raadpleegde bijlage "Diagnoseschema" om eventuele problemenbij het gebruik van het toestel op te lossen.
Onderhoud
Volg de onderhoudsinstructies in dit hoofdstuk om het toestel in goede staat te houden.
Schoorsteen
In veel landenbent u wettelijk verplicht de schoorsteen te laten controleren en onderhouden.
Aan het begin van het stookseizoen: laat de schoorsteen vegen door een erkend schoorsteenveger.
Tijdens het stookseizoen en nadat de schoorsteen lange tijd niet is gebruikt: laat de schoorsteen controleren oproet.
Na afloopvan het stookseizoen: sluit de schoorsteen af met een propkrantenpapier.
Schoonmaken en ander regelmatig onderhoud
Maak het toestel niet schoon wanneerhet nog warm is.
Maak debuitenkant van het toestel schoon met eendrogeniet pluizende doek.
Na afloopvan het stookseizoen kunt u de binnenkant van het toestel goed schoonmaken:
Verwijder eventueel eerst de vuurvaste binnenplaten. Zie het hoofdstuk "Installatie" voor instructies voor het verwijderenen aanbrengen van binnenplaten.
Maak eventueel de luchtaanvoerkanalen schoon. Verwijder hiervoor de topplaat. De topplaat ligt los op het toestel.
Verwijder eventueel de vlamplaat boven in het toestel en maak deze schoon.
Vuurvaste binnenplaten controleren
De vuurvaste binnenplaten zijn verbruiksonderdelen die aan slijtageonderhevig zijn. Controleer de binnenplaten regelmatig en vervangze indien nodig.
Zie het hoofdstuk "Installatie" voor instructies voor het verwijderen enaanbrengen van binnenplaten.
De isolerende vermiculite binnenplaten kunnen haarscheurengaan vertonen, maar dat heeft geen nadelig effect op hun werking.
Gietijzeren binnenplaten gaan lang mee als u regelmatig as verwijdert die zich mogelijk erachter ophoopt. Als opgehoopte as achter eengietijzeren plaat niet wordt verwijderd, kan de plaat dewarmte niet meer afgeven aan de omgeving en kan de plaat vervormen of scheuren.
Laat het toestel nooit branden zonder de vuurvaste binnenplaten.
Glas schoonmaken
Goed schoongemaakt glas neemt minder snel vuil op. Ga als volgt te werk:
1. Verwijder stof en loszittende roet met een droge doek.
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
15
2. Maak het glas schoon met kachelruitenreiniger: a. Breng kachelruitenreinigeraan opeen
keukenspons, wrijf het gehele glasoppervlak in en laat even inwerken.
b. Verwijder het vuil met een vochtige doek of
keukenpapier.
3. Maak het glas nogmaals schoon met een gewoon glasreinigingsproduct.
4. Wrijf het glas schoon met een droge doek of keukenpapier.
Gebruik geen schurendeof bijtende producten om het glas schoon te maken.
Gebruik schoonmaakhandschoenen om uw handente beschermen.
Als het glas van het toestel is gebroken of gebarsten, moet dit glas wordenvervangen voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt.
Voorkom dat kachelruitreiniger tussen het glas en de gietijzeren deur loopt.
Onderhoud geëmailleerde kachel
Reinig het toestel nooit als het nog warm is. Het reinigenvan het geëmailleerde oppervlak van de kachel kunt u het beste doen met zachte groene zeep en lauw water. Gebruik zo min mogelijk water, wrijf het oppervlak goed droog en voorkom roestvorming. Gebruik nooit staalwol of een ander schuurmiddel. Zet nooit een waterketel direct op een geëmailleerde kachel; gebruik een onderzetter en voorkom beschadigingen.
Smeren
Hoewel gietijzer enigszins zelfsmerend is, moet u bewegende delen toch regelmatig smeren.
Smeerde bewegende delen(zoals scharnierpennen, grendels enluchtschuiven) met hittevast vet dat verkrijgbaaris bij de vakhandel.
Nastellen van de deursluiting
1. Draai dezeskantige moer (1) iets los.
2. Draai sluitnok (2) met behulp van een schroevendraaier in of uit.
3. Draai deborgmoerweer aan.
Nastellen van het scharnier
1. Draai deschroeven (2) en (3) iets los.
2. Draai stelschroef (1) inals de deur omhoog moet en uit als de deur omlaag moet.
3. Draai deschroeven (2) en (3) weer stevig vast.
16
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
Demonteren van de glasruit
1. Draai alleen aan de bovenzijde de 2xM5-moertjes los.
2. Kantel de ruit naarvoren en til de ruit uit de onderste bevestigingslippen.
Voor het terugplaatsen:
1. Plaats de glasruit samen met de twee glasbevestigingen.
2. Draai de2xM5-moertjes vast.
Afwerklaag bijwerken
Kleine lakbeschadigingenkunt u bijwerken met een spuitbus speciaal hittebestendige lak dieverkrijgbaar is bij uw leverancier.
Emaillebeschadigingen kunt u bijwerkenmet een speciale hittebestendige lak die verkrijgbaar is bij uw leverancier.
Afdichting controleren
Controleer of het afdichtingskoord van de deur nog goed afsluit. Afdichtkoord verslijt en moet tijdig worden vervangen.
Controleer het toestel op luchtlekken. Kit eventuele kierendicht met kachelkit.
Laat de kit goed uitharden voordat u het toestel aanmaakt, anders blaast het vocht in dekit op en ontstaat opnieuw een lek.
Wisselstukken Vintage 50
Pos. Artikelnr. Omschrijving Aantal
1 03.77393.000 binnenplaat zijkant links 1 2 03.77394.000 binnenplaat zijkant
rechts
1
3 03.77395.000 vlamplaat 1 4 03.66534.000 stookbodem midden 1 5 03.77405.000 vuurkorf onder 1 6 03.77406.000 vuurkorf boven 1 7 03.77396.000 binnenplaat achter links 1 8 03.77392.000 binnenplaat achter
midden
1
9 03.77397.000 binnenplaat achter
rechts
1
10 03.56328.000 stookbodem links 1 11 03.56329.000 stookbodem achter 1 12 03.56327.000 stookbodem rechts 1 13 03.05407.000 ontassingsluik 1
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
17
Wisselstukken Vintage 35
Pos. Omschrijving Omschrijving Aantal
1 03.77393.000 binnenplaat zijkant links 1 2 03.77394.000 binnenplaat zijkant
rechts
1
3 03.77500.000 vlamplaat 1 4 03.66534.000 stookbodem midden 1 5 03.77410.000 vuurkorf onder 1 6 03.77408.000 vuurkorf boven 1 7 03.77501.000 binnenplaat achter links 1 8 03.77399.000 binnenplaat achter
midden
1
9 03.77502.000 binnenplaat achter rechts 1 10 03.56330.000 stookbodem links 1 11 03.56329.000 stookbodem achter 1 12 03.56331.000 stookbodem rechts 1 13 03.05407.000 ontassingsluik 1
Wisselstukken Vintage 30
Pos. Omschrijving Omschrijving Aantal
1 03.77393.000 binnenplaat zijkant links 1 2 03.77394.000 binnenplaat zijkant
rechts
1
3 03.77398.000 vlamplaat 1 4 03.66535.000 stookbodem 1 5 03.77409.000 vuurkorf onder 1 6 03.77407.000 vuurkorf boven 1
Bijlage 1: Technische gegevens
Model Vintage 50 Vintage 35 Vintage 30
Nominaal vermogen 9 kW 7 kW 5kW
Schoorsteenaansluiting(diameter) 150mm 150mm 150mm
Gewicht +/- 155 kg +/- 125 kg +/- 95 kg
Aanbevolenbrandstof Hout Hout Hout
Kenmerk brandstof, max. lengte 50 cm 35 cm 30 cm
Massadebiet van rookgassen 6,4 g/s 4,9 g/s 4,2 g/s
Rookgastemperatuurgemeten in de meetsectie 232°C 251 °C 244 °C
Temperatuur gemeten aan de uitgang van het toestel
328°C 298 °C 305 °C
Minimum trek 12 Pa 12 Pa 12 Pa
CO-emissie (13%O2) 0,10 % 0,05 % 0,05 %
NOx-emissie (13% O2) 112mg/Nm³ 84 mg/Nm³ 127 mg/Nm³
CnHm-emissie (13%O2) 96 mg/Nm³ 82 mg/Nm³ 48mg/Nm³
Stofemissie 27,1 mg/Nm³
16,4 mg/Nm³
6,0 mg/Nm³
Stofemissie volgens NS3058-NS3059 4,94 gr/kg 4,99 gr/kg 1,38 gr/kg
Rendement 84,2 % 83 % 80,4 %
18
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
19
Bijlage 2: Afmetingen
Vintage 50
Vintage 35
20
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
21
Vintage 30
Bijlage 3: Afstand tot brandbaar materiaal
Vintage 50 - Minimale afstanden:
* Hitteschild
Brandbaar materiaal
Onbrandbaarmateriaal 100 mm
22
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
23
Vintage 35 - Minimale afstanden:
* Hitteschild
Brandbaar materiaal
Onbrandbaarmateriaal 100 mm
Vintage 30 - Minimale afstanden:
* Hitteschild
Brandbaar materiaal
Onbrandbaarmateriaal 100 mm
24
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
25
Bijlage 4: Diagnoseschema
Probleem
Hout wil niet doorbranden
Geeft onvoldoende warmte
Rookterugslag tijdens het bijvullen
Toestel brandt te hevig, niet goed regelbaar
Aanslag op het glas
mogelijke oorzaak mogelijke oplossing
Onvoldoende trek
Een koude schoorsteen creëert vaak onvoldoende trek. Volg de instructiesvoor hetaanmaken inhet hoofdstuk"Gebruik"; open een raam.
Hout te vochtig Gebruik hout met maximaal 20% vocht.
Afmetingen houtte groot
Gebruik kleine stukjes aanmaakhout. Gebruik gekloven houtblokken met eenomtrek van maximaal30 cm.
Stapeling hout niet correct
Stapel het hout zodanig dat er voldoende lucht tussen de houtblokken kan stromen (losse stapeling, zie "Stokenmet hout").
Werking van de schoorsteen onvoldoende
Controleer ofde schoorsteen aan de voorwaarden voldoet: minimaal4 meter hoog, juiste diameter, goedgeïsoleerd, gladde binnenzijde, niet teveel bochten, geen obstructies in de schoorsteen (vogelnest, te veelroetafzetting), hermetisch dicht (geen kieren).
Uitmonding van deschoorsteen niet correct
Voldoende hoog bovenhet dakvlak,geen obstructiesin de nabijheid.
Instelling van deluchtinlaten nietcorrect Opende luchtinlaten volledig.
Aansluiting van het toestelmet de schoorsteen niet correct
Aansluiting moet hermetischdicht zijn.
Onderdruk in deruimte waar het toestel isgeplaatst
Zet afzuigsystemen uit.
Onvoldoende toevoer van verse lucht
Zorg voor voldoende luchttoevoer, maakdesnoods gebruikvan de buitenluchtaansluiting.
Ongunstigeweersomstandig­heden? Inversie(omgekeerde luchtstroom in de schoorsteen door hoge buitentemperatuur), extreme windsnelheden
Bijinversieis gebruik van het toestel afte raden. Plaats desnoods een trekkendekap opde schoorsteen.
Tocht in dewoonkamer
Voorkom tochtin de woonkamer; plaats het toestelniet in de nabijheidvan eendeur of verwarmingsluchtkanalen.
Vlammen raken hetglas
Zorg dathet hout niet te dicht tegenhet glasligt.Schuif de primaire luchtinlaat verder dicht.
Toestel lekt lucht Controleer deafdichtingen van de deur en de naden van het toestel.
Index
A
Aanmaakhout 25 Aanmaakvuur 11 Aansluiten
afmetingen 19 Aansluitenop buitenluchtaanvoer 9 Aansluitenop schoorsteen 8
aanbovenzijde 9 Aansluitkraag schoorsteenaansluiting 9 Aansteken 11 Afdichtingskoord van deur 16 Afmetingen 19 As verwijderen 13 Aslade
openen 14
B
Beluchtingvan het vuur 13 Bijvullen van brandstof 13
rookterugslag 25 Binnenplaten, vuurvaste
verwijderen 7 Brandbaar materiaal
afstand tot 22 Brandstof
benodigde hoeveelheid 14
bijvullen 12-13
geschikte 11
ongeschikte 11 Brandveiligheid
afstand tot brandbaar materiaal 22
meubels 6
vloer 6
wanden 6 Buitenluchtaanvoer 5, 9
aansluiting op 10
C
Creosoot 13
D
Demontabele onderdelen 6 Deur
afdichtingskoord 16
openen 7 Draagvermogenvan vloer 6
Drogen van hout 11
G
Geschikte brandstof 11 Gewicht 18 Gietijzeren binnenplaten 7 Glas
aanslag 25 schoonmaken 14
H
Hout 11
bewaren 11 drogen 11 geschikte soort 11 nat 11 wil niet doorbranden 25
Houtblokken stapelen 12
K
Kachelruitenreiniger 14 Kap op de schoorsteen 5 Kieren in toestel 16
L
Lak 10 Luchtinlaten 11 Luchtlek 16 Luchtregeling 12 Luchttoevoer regelen 13
M
Mist, niet stoken 14 Muren
brandveiligheid 6
N
Naaldhout 11 Nat hout 11 Nevel, niet stoken 14 Nominaal vermogen 14, 18
O
Onderdelen, demontabele 6 Onderhoud
afdichting 16 glas schoonmaken 14 schoorsteen 14
26
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
27
smeren 15
toestel schoonmaken 14
vuurvaste binnenplaten 14 Ongeschikte brandstof 11 Ontassen 13 Ontassingsluik 14 Openen
aslade 14
deur 7
ontassingsluik 14 Opslagvan hout 11
P
Plaatsen
afmetingen 19 Primaire luchtinlaat 11 Problemenoplossen 14, 25
R
Rendement 18 Rook
bij eerste gebruik 10 Rookgas
massedebiet 18
temperatuur 18 Rookterugslag 4, 25 Ruiten
aanslag 25
schoonmaken 14
S
Schade 6 Schoonmaken
glas 14
toestel 14 Schoorsteen
aansluitdiameter 18
aansluiting op 10
aansluiting voorbereiden 8
hoogte 5
onderhoud 14
voorwaarden 4 Schoorsteenaansluiting
bovenzijde 9 Schoorsteenbrand voorkomen 13 Schoorsteenkap 5 Secundaireluchtinlaat 11 Smeren 15
Sokkel
afdekplaat 10 Stof-emissie 18 Stoken 12
brandstof bijvullen 12-13
onvoldoende warmte 14, 25
toestel brandt te hevig 25
toestel niet goed regelbaar 25
T
Teer 13 Temperatuur 18 Trek 18 Trekschepje voorontassing 14
U
Uitgaan vanvuur 13
V
Vegen van schoorsteen 14 Ventilatie 5
buitenluchtaanvoeraansluiten 9
vuistregel 5 Ventilatierooster 5 Verbrandingsluchtregeling 12 Vermiculite binnenplaten 7 Verwijderen
as 13
vuurvaste binnenplaten 7 Vet voor smering 15 Vloeren
brandveiligheid 6
draagvermogen 6 Vloerkleed 6 Vulhoogte vantoestel 12 Vuur
aanmaken 11
doven 13 Vuurvaste binnenplaten
onderhoud 14
verwijderen 7
waarschuwing 10
W
Waarschuwing
brandbare materialen 4
glas gebroken of gebarsten 4, 15
heet oppervlak 4
kachelruitreiniger 15 schoorsteenbrand 4, 11, 13 ventilatie 4-5 verzekeringsvoorwaarden 4 voorschriften 4 vuurvaste binnenplaten 10
Wanden
brandveiligheid 6 Warmte, onvoldoende 14, 25 Weersomstandigheden, niet stoken 14
28
Wijzigingen op grond vantechnischeverbeteringen voorbehouden
Table of contents
Introduction 3
Declaration of conformity 3
Safety 4
Installation requirements 4
General 4
Flue or chimney 4
Ventilationof the area 5
Floorand walls 6
Product description 6
Installation 6
General preparation 6
Door lock 8
Preparing the connection to chimney 8
Preparing the connection to the outside air 9
Installing and connecting 10
Use 10
First use 10
Fuel 11
Lighting 11
Burning wood 12
Controlling the air 13
Extinguishingthe fire 13
Removing ashes 13
Fog and mist 14
Solving problems 14
Maintenance 14
Chimney 14
Cleaning and other regular maintenance
activities 14
Appendix 1: Technical data 19
Appendix 2: Measurements 20
Appendix 3: Distance from combustible material 23
Appendix 4: Diagnostic diagram 26
Index 27
2
Subjectto change because oftechnicalimprovements
Loading...
+ 140 hidden pages