Dovre 2020, 2220, 2510, 2520, 2620 Installation Instructions And Operating Manual

...
INSTALLATIEVOORSCHRIFTENEN GEBRUIKSAANWIJZING
Inzethaard
INSTALLATION INSTRUCTIONS AND OPERATING MANUAL
Fireplace insert
INSTALLATION ET MODE D’EMPLOI
Foyer encastrable
EINBAUANLEITUNG UND GEBRAUCHSANWEISUNG
INSTRUCCIONES DE INSTALACIÓN Y USO
Chimenea
ISTRUZIONI PER L'INSTALLAZIONE E L'USO
Inserto
03.27883.300 - 09/2013
2020, 2200, 2210, 2220, 2500, 2510,
2520 en 2620
2
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Inhoudsopgave
Inleiding 3
Prestatieverklaring 4
Veiligheid 9
Installatiecondities 9
Algemeen 9 Schoorsteen 9 Ventilatie van de ruimte 10 Vloer en wanden 11 Productbeschrijving 11
Installatie 13
Voorbereiding 13 Inbouwen in een bestaandeschouw 14 Inbouwen in een nieuwe schouw 15 Uitwendige kader monteren 17
Gebruik 18
Eerste gebruik 18 Brandstof 18 Aanmaken 19 Stoken met hout 20 Stoken met bruinkoolbriketten 21 Stoken met antracietkolen 21 Regeling van de verbrandingslucht 22 Doven van het vuur 22 Ontassen 22 Nevel en mist 23 Eventueleproblemen 23
Onderhoud 23
Schoorsteen 23 Schoonmaken en ander regelmatig onderhoud23
Bijlage 1: Technische gegevens 26
Bijlage 2: Aansluitschema's 28
Bijlage 3: Afmetingen 31
Bijlage 4: Afstand tot brandbaar materiaal 40
Index 42
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
3
Inleiding
Geachte gebruiker, Met de aankoop van dit verwarmingstoestel van DOVRE heeft u gekozen voor eenkwaliteitsproduct. Dit product maakt deel uit van een nieuwe generatie energiezuinige en milieuvriendelijke ver­warmingstoestellen. Deze toestellen maken optimaal gebruik van zowel convectiewarmte als stra­lingswarmte.
Uw DOVRE toestel is geproduceerdmet de modernste productiemiddelen. Mocht er onver­hoopt toch iets mankeren aanuw toestel, dan kunt u altijd een beroepdoen op de DOVRE service.
Het toestel mag niet gewijzigd worden; gebruik steeds origineleonderdelen.
Het toestel is bedoeld voor plaatsing in eenwoon­ruimte. Het moet hermetisch worden aangesloten op een goedwerkende schoorsteen.
Wij adviseren u het toestel te laten installerendoor eenbevoegd installateur.
DOVRE kan niet aansprakelijk wordengesteld wor­denvoorproblemen of schade dooreen onjuiste installatie.
Bij installatie en gebruik moeten dehiernabeschre­ven veiligheidsvoorschriften in acht worden geno­men.
In deze handleidingleest u hoe u het DOVRE ver­warmingstoestel op een veilige manierinstalleert, gebruikt en onderhoudt. Als u aanvullende informatie of technische gegevens wilt of een installatie-pro­bleem heeft, neemt u dan eerst contact op met uw leverancier.
© 2013 DOVRE NV
Prestatieverklaring
Volgens de bouwproductenverordening 305/2011
Nr. 102-CPR-2013
1. Unieke identificatiecode van het producttype:
2020S / 2200 / 2210/ 2220
2. Type-, partij- of serienummer, dan wel een ander identificatiemiddel voor het bouwproduct, zoals voorgeschreven in artikel 11, lid 4:
Uniek serienummer.
3. Beoogde gebruiken van het bouwproduct, overeenkomstig de toepasselijke geharmoniseerde tech­nische specificatie, zoals door de fabrikant bepaald:
Kachel voorvaste brandstof zonder productie van warm water volgens EN 13240.
4. Naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerd handelsmerk en contactadres van de fabrikant, zoals voorgeschreven in artikel 11, lid 5:
Dovre N.V. Nijverheidsstraat 18 2381 Weelde Belgium.
5. Indien van toepassing, naam en contactadres van de gemachtigde wiens mandaat de in artikel 12, lid 2, vermelde taken bestrijkt:
-
6. Het systeem of de systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid van bouwproduct, vermeld in bijlage V:
Systeem 3
7. Indien de prestatieverklaring betrekking heeft op een bouwproduct dat onder een geharmoniseerde norm valt:
De aangesteldeinstantie RRF, geregistreerd onderhet nummer1625, heeft onder systeem 3 een type-keur uitgevoerd en heeft het testrapport nr 2905903 verstrekt.
8. Indien de prestatieverklaring betrekking heeft op een bouwproduct waarvoor een Europese tech­nische beoordeling is afgegeven:
-
4
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
5
9. Aangegeven prestatie:
De geharmoniseerde norm EN 13240 :2001/A2 :2004/AC :2007
Essentiële karakteristieken
Prestaties Hout
Prestaties Bruinkool
Prestaties olen
Brandveiligheid
Vuurbestendigheid A1 A1 A1
Afstandtot brandbaarmateriaal (minimale afstand in mm)
Achterkant: 100 Zijkant: 100
Achterkant: 100 Zijkant: 100
Achterkant: 100 Zijkant: 100
Risico van uitvallende gloeiende deeltjes Conform Conform Conform
Emissie van verbrandingsproducten
CO: 0,10% (13%O2)
CO: 0,06% (13%O2)
CO: 0,04% (13%O2)
Oppervlaktetemperatuur Conform Conform Conform
Elektrische veiligheid - - -
Gemakkelijk te reinigen Conform Conform Conform
Maximale werkingsdruk - - -
Rookgastemperatuurbij nominaal vermogen 295°C 289°C 272°C
Mechachanise weerstand (gewicht dragen van schoorsteen)
Niet bepaald Niet bepaald Niet bepaald
Nominaal vermogen 7 kW 7 kW 8 kW
Rendement 78.3 % 75,4 % 76,4 %
10. De prestaties van het in de punten 1 en 2 omschreven product zijn conform de in punt 9 aan­gegeven prestaties.
Deze prestatieverklaring wordt verstrekt onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de in punt 4 ver­melde fabrikant:
26/08/2013 Weelde
Tom Gehem CEO
Volgens de bouwproductenverordening 305/2011
Nr. 105-CPR-2013
1. Unieke identificatiecode van het producttype:
2500 / 2510/ 2520/ 2620
2. Type-, partij- of serienummer, dan wel een ander identificatiemiddel voor het bouwproduct, zoals voorgeschreven in artikel 11, lid 4:
Uniek serienummer.
3. Beoogde gebruiken van het bouwproduct, overeenkomstig de toepasselijke geharmoniseerde tech­nische specificatie, zoals door de fabrikant bepaald:
Kachel voorvaste brandstof zonder productie van warm water volgens EN 13240.
4. Naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerd handelsmerk en contactadres van de fabrikant, zoals voorgeschreven in artikel 11, lid 5:
Dovre N.V. Nijverheidsstraat 18 2381 Weelde Belgium.
5. Indien van toepassing, naam en contactadres van de gemachtigde wiens mandaat de in artikel 12, lid 2, vermelde taken bestrijkt:
-
6. Het systeem of de systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid van bouwproduct, vermeld in bijlage V:
Systeem 3
7. Indien de prestatieverklaring betrekking heeft op een bouwproduct dat onder een geharmoniseerde norm valt:
De aangesteldeinstantie RRF, geregistreerd onderhet nummer1625, heeft onder systeem 3 een type-keur uitgevoerd en heeft het testrapport nr 2905904 verstrekt.
8. Indien de prestatieverklaring betrekking heeft op een bouwproduct waarvoor een Europese tech­nische beoordeling is afgegeven:
-
6
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
7
9. Aangegeven prestatie:
De geharmoniseerde norm EN 13240 :2001/A2 :2004/AC :2007
Essentiële karakteristieken
Prestaties Hout
Prestaties Bruinkool
Prestaties Kolen
Brandveiligheid
Vuurbestendigheid A1 A1 A1
Afstandtot brandbaarmateriaal (minimale afstand in mm)
Achterkant: 100 Zijkant: 100
Achterkant: 100 Zijkant: 100
Achterkant: 100 Zijkant: 100
Risico van uitvallende gloeiende deeltjes Conform Conform Conform
Emissie van verbrandingsproducten
CO: 0,10% (13%O2)
CO: 0,09% (13%O2)
CO: 0,05% (13%O2)
Oppervlaktetemperatuur Conform Conform Conform
Elektrische veiligheid - - -
Gemakkelijk te reinigen Conform Conform Conform
Maximale werkingsdruk - - -
Rookgastemperatuurbij nominaal vermogen 264°C 318°C 314°C
Mechachanise weerstand (gewicht dragen van schoorsteen)
Niet bepaald Niet bepaald Niet bepaald
Nominaal vermogen 10 kW 10 kW 10 kW
Rendement 80,0 % 76,4 % 79,0 %
10. De prestaties van het in de punten 1 en 2 omschreven product zijn conform de in punt 9 aan­gegeven prestaties.
Deze prestatieverklaring wordt verstrekt onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de in punt 4 ver­melde fabrikant:
26/08/2013 Weelde
Tom Gehem CEO
In het kadervan een continue productverbetering, kunnen specificaties van het geleverde toestel afwijken van de beschrijving in deze brochure, zonder voorafgaande kennisgeving.
DOVRE N.V. Nijverheidsstraat 18 Tel : +32 (0) 14 65 91 91 B-2381 Weelde Fax : +32 (0) 1465 90 09 België E-mail : info@dovre.be
8
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
9
Veiligheid
Let op! Alle veiligheidsvoorschriften moeten strikt worden nageleefd.
Lees aandachtig de instructies voor installatie, gebruik en onderhoud die met het toestel zijn meegeleverd, voordat u het toestel in gebruik neemt.
Het toestel moet wordengeïnstalleerd over­eenkomstig de wetgevingen voorschriften van uw land.
Alle lokale bepalingenen de bepalingendie betrekking hebben op nationale en Europese normen moeten worden nageleefd bij het instal­leren van het toestel.
Laat het toestel bij voorkeur installeren door eenbevoegd installateur. Deze is op de hoogte van de geldende bepalingen en voorschriften.
Het toestel is ontworpen voorver­warmingsdoeleinden. Alle oppervlaktes, inclu­sief het glas en de aansluitbuis kunnen zeer heet worden(meer dan 100°C)! Gebruik voor de bediening een 'koude hand' of eenhit­tebestendigehandschoen.
Zorg voor voldoende afscherming als jonge kin­deren, mindervaliden en ouderen zich in de nabijheidvan het toestel bevinden.
Veiligheidsafstanden tot brandbaarmateriaal moeten strikt worden aangehouden.
Plaats geengordijnen, kleren, wasgoedof andere brandbare materialen bovenopof in de nabijheidvan het toestel.
Gebruik tijdens het gebruik van uw toestel geen licht ontvlambare of explosieve stoffen in de nabijheid van het toestel.
Voorkom schoorsteenbranddoor regelmatig de betreffendeschoorsteen te latenreinigen. Stook het toestel nooit met open deur.
Bij schoorsteenbrand: sluit de luchtinlaten van het toestel en waarschuw de brandweer.
Als het glas van het toestel is gebroken of gebarsten, moet dit glas wordenvervangen voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt.
Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte waar het toestel wordt geplaatst. Bij onvol­doendeventilatie vindt onvolledige verbranding plaats, waardoorzich giftige gassen in de ruimte kunnen verspreiden. Zie het hoofdstuk "Installatiecondities" voor meer informatie over ventilatie.
Installatiecondities
Algemeen
Het toestel moet wordenaangesloten op eengoed werkende schoorsteen.
Voor de aansluitmaten: zie de bijlage "Technische gegevens".
Informeer bij de brandweer en/of ver­zekeringsmaatschappij naar eventuele specifieke vereisten en voorschriften.
Schoorsteen
De schoorsteenis nodigvoor:
Het afvoerenvan deverbrandingsgassen door natuurlijke trek.
De warme lucht in de schoorsteen is lichter dande buitenlucht en stijgt daarom.
Het aanzuigen van lucht, nodig voor de verbranding van de brandstof in het toestel.
Een niet goed werkende schoorsteen kan tijdens het openenvan de deur rookterugslag geven. Schade
10
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
ontstaan door rookterugslag is uitgesloten van garan­tie.
Sluit niet meerdere toestellen(bijvoorbeeld ook nogeen centraleverwarmingsketel) op dezelfde schoorsteen aan, tenzij lokale of nati­onale regelgeving hierin voorziet. Zorg in ieder geval bij twee aansluitingen dat het hoog­teverschil tussen de aansluitingen minimaal 200mm bedraagt.
Vraag uw installateurom advies over de schoorsteen. Raadpleegde Europese norm EN13384 voor een juiste berekening van de schoorsteen.
De schoorsteenmoet aan de volgende voorwaarden voldoen:
De schoorsteenmoet gemaakt zijn van vuurvast materiaal, bij voorkeur keramiek of roestvrij staal.
De schoorsteenmoet luchtdicht en goed gereinigd zijn en voldoende trek garanderen.
Een trek/onderdruk van 15-20Pa tijdens nor­male belasting is ideaal.
De schoorsteenmoet - vertrekkend van de uitgang van het toestel - zo verticaal mogelijk lopen. Rich­tingsveranderingen en horizontale stukken ver­storen de afvoer van verbrandingsgassen en veroorzakenmogelijk roetophoping.
De binnenmaten mogen niet te groot zijn, om te voorkomen dat de verbrandingsgassen te sterk afkoelen waardoorde trek minder wordt.
De schoorsteenmoet bij voorkeur dezelfde dia­meter hebben als de aansluitkraag.
Voor de nominale diameter: zie de bijlage "Technische gegevens". Als het rookkanaal goed is geïsoleerd, kan de diametereventueel wat groterzijn (maximaal tweemaal de sectie van de aansluitkraag).
De sectie (oppervlakte) van het rookkanaal moet constant zijn. Verwijdingen en (vooral)ver­nauwingenverstoren de afvoer van ver­brandingsgassen.
Bij toepassing van een regenkap/afvoerkap op de schoorsteen: let eropdat de kap niet de uitmonding van de schoorsteen vernauwt en dat de kap niet de afvoer van verbrandingsgassen belemmert.
De schoorsteenmoet uitmonden in een zonedie niet wordt verstoord door omliggendegebouwen, vlakbijstaande bomen of andere hindernissen.
Het schoorsteengedeelte buiten de woning moet geïsoleerd zijn.
De schoorsteenmoet minimaal 4meter hoog zijn.
Als vuistregel geldt: 60cm boven de nok van het dak.
Als de nok van het dak meer dan 3meter is ver­wijderdvan deschoorsteen: houd dematen aandie in de volgende figuur zijn aangegeven. A = het hoogste punt van het dak binnen een afstand van 3meter.
Ventilatie van de ruimte
Voor een goede verbrandingheeft het toestel lucht (zuurstof) nodig. Die lucht wordt via regelbarelucht­inlatenaangevoerd vanuit de ruimte waarhet toestel is geplaatst.
Bij onvoldoende ventilatie vindt onvolledige ver­branding plaats, waardoor zich giftige gassen
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
11
in de ruimte kunnen verspreiden.
Een vuistregel is dat de luchttoevoer 5,5cm²/kW moet zijn. Extra ventilatie is nodig:
Als het toestel in een ruimte staat die goed is geï­soleerd.
Als er mechanische ventilatie is, bv een centraal afzuigsysteem of een afzuigkap in een open keu­ken.
U kunt voor extra ventilatie zorgen door een ven­tilatierooster in de buitenmuur te laten plaatsen.
Zorg dat andere luchtverbruikende apparaten (zoals eenwasdroger, ander verwarmingstoestel of bad­kamerventilator) eeneigen buitenluchtaanvoer heb­ben, of zijn uitgeschakeld wanneer u het toestel stookt.
Vloer en wanden
De vloer waarop het toestel wordt geplaatst, moet vol­doendedraagvermogen hebben. Voor het gewicht van het toestel: zie de bijlage "Technische gegevens".
In de vloeronderhet toestel en in de wanden rond het toestel mogen zich geen elektrische leidingenbevinden.
Onder het toestel moeten alle brandbare mate­rialen verwijderd zijn of beschermd zijn met minimaal 6 cm betonplaat.
Brandbare wandengrenzend aan het toestel moeten beschermd worden met minimaal 10 cm stenen wand en 5 cm isolatie.
Bescherm niet-brandbare wanden grenzend aanhet toestel met minimaal 2,5 cm isolatie ter voorkoming van scheurvorming.
Bescherm een brandbare vloerdoor middel van eenonbrandbare vloerplaat tegen warmte-uit­straling en eventueel uitvallende assen. Zie de bijlage "Afstand tot brandbaar materiaal".
Zorg voor voldoende afstandtussen het toestel en brandbare materialen zoals meubels.
Zorg voor voldoende ventilatie rondom brand­bare materialenzoals een sierbalk. Zie bijlage "Afstand tot brandbaar materiaal".
Een vloerkleed moet minimaal 80cm van het vuur verwijderdzijn.
Plaats geenbrandbare materialen binnen 50cm van de eventueleconvectie-uit­laatopeningen.
Productbeschrijving
8
7
1
2
5
6
3
09-20020-183
12
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
1. Secundaireluchtschuif
2. Deur
3. Uitwendig sierkader
4. Schudstang
5. Primaire luchtschuif
6. Grendel
7. Vuurkorf
8. Vuurvaste binnenplaten
Kenmerken van het toestel
Het toestel wordt geleverd met eenlosse hand­greep voor het openen van dedeur, de zoge­naamde "koudehand".
Het toestel wordt geleverd met eentweede losse handgreep voor het verwijderen van de aslade, de zogenaamde "koude hand"; zie volgende figuur.
De draairichtingvan dedeur kan gewijzigd worden. Het toestel wordt geleverd met eenrechts­draaiende deur. Vooreen linksdraaiende deur is eenoptioneel verkrijgbare grendelstang nodig. De instructies voor het wijzigen van de draairichting worden met deze grendelstang meegeleverd.
De draairichtingvan dedeur kan gewijzigd worden. Het toestel wordt geleverd met eenlinksdraaiende deur. Voor een rechtsdraaiendedeur is een opti­oneel verkrijgbare grendelstang nodig. De instruc­ties voor het wijzigen van dedraairichting worden
met deze grendelstangmeegeleverd.
Het toestel wordt geleverd met eenaansluitset voor de buitenluchttoevoer.
Het toestel is niet geschikt voor continu gebruik.
De inzethaard heeft een geïntegreerd con­vectiesysteem. Bij de inbouw van het toestel hoeft er dus geenafzonderlijke convectieruimte gebouwd te worden en de toepassing van lucht­inlaatroosters en luchtuitlaatroosters ten behoeve van de convectie is overbodig.
De ruimte tussen degietijzeren haard en de sta­len convectiekast doet dienst als con­vectieruimte. Onderaanhet toestel wordt de omgevingslucht aangezogen. De lucht wordt om de haard geleid waarde lucht verwarmd wordt. Vervolgens verlaat de verwarmde lucht aande voorzijde de convectieruimte doorde luchtopening aande bovenzijde van de haard.
Het toestel is uitgerust met twee extra aan­sluitingenom convectiewarmte te transporteren naar andere ruimtes.
Het toestel is uitgerust met twee ingebouwde ven­tilatoren die deconvectie bevorderen. De draai­snelheid van deventilatoren is regelbaar door een toerenregelaar. Deze toerenregelaar is mee­geleverd. De ventilator en toerenregelaar worden aangesloten op het elektriciteitsnet; zie de para­graaf "Ventilator aansluitenop het elek­triciteitsnet".
De ventilator werkt thermostatisch, dat houdt in dat de ventilator pas in werking treedt als de inzethaard voldoende warm is en dat de ventilator uitschakelt als de inzet­haard voldoende is afgekoeld.
Het toestel kan geleverd worden met een uitwendig kaderwaaru een sierkader op kunt bevestigen.Het sierkader is optioneel leverbaar.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
13
Installatie
Voorbereiding
Controleer het toestel onmiddellijk bij ontvangst op (transport)schadeen eventuele gebreken.
Als u (transport)schade of gebrekenhebt geconstateerd, neem het toestel dan niet in gebruik en stel de leverancier op de hoogte.
Verwijder de demontabele onderdelen (vuurvaste binnenplaten, stookbodem, vuurkorf, asluik en aslade) uit het toestel voordat u het toestel gaat installeren.
Door de demontabele onderdelen te ver­wijderen, kunt u het toestel gemakkelijker ver­plaatsen en beschadiging voorkomen.
Let bij het verwijderenvan demontabele onder­delen op hun oorspronkelijke positie, om ze later weer op dejuiste plaats te kunnen aan­brengen.
1. Open de deur van het toestel.
2. Verwijder de vuurvaste binnenplaten.
Gietijzeren binnenplatenbeschermen de ver­brandingskameren gevenwarmte dooraan de omgeving.
Handgreep monteren
Het toestel wordt geleverd met eenlosse handgreep, de zogenaamde"koude hand".
De vorm van de koude hand is afhankelijk van de uit­voeringsvorm van het toestel.
Bevestig met bijgeleverde schroef M8x50het houten handvat aanhet verloopstuk; zie volgende figuur.
09-20015.088
Voor het openen van de deur zie volgende figuur.
09-20020-182
Draairichting van de deur wijzigen
Desgewenst kan de draairichting van de deurgewij­zigd worden. Het toestel wordt geleverd met een rechtsdraaiendedeur. Volg onderstaande instructies.
1. Schroef de grendel van de deur.
2. Schroef de sluitnok van de deur uit de stijl.
3. Trek de scharnierpennen uit de scharnieren.
Zorg ervoor dat u de deur voldoende onder­steunt; zonder scharnierpennen kan de deur onverwachts los komen van het toestel.
4. Verwijder de deurvan het toestel.
5. Neem de sluitringen van de scharniernok en plaats deze aan deandere zijde van het toestel.
6. Positioneer de deur boven descharniernokken en plaats de scharnierpennen in de scharnieren.
14
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
7. Schroef de grendel aan de andere zijde van de deur.
8. Schroef de sluitnok aan de andere zijde van de deur.
Opmerking: Voor het bijstellen van de deursluiting zie het hoofdstuk "Onderhoud".
Ventilator aansluiten op het elektriciteitsnet
De inzethaard wordt geleverd met twee ingebouwde ventilatoren enmet een losse toerenregelaar. Daar­naast is het toestel uitgerust met een thermo-switch die deventilator in- enuitschakelt bij eenvast inge­stelde temperatuur.
Deze onderdelenmoeten ophet elektriciteitsnet aan­gesloten worden volgens een van de onderstaande aansluitschema's.
Het aansluitschema is modelspecifiek.
Laat de aansluiting uitvoeren door een des­kundiginstallateur.
De inzethaard is voorzienvan een drie-aderig snoer.
De inzethaard moet van het elektriciteitsnet gescheiden zijn door middel van eendub­belpoligeschakelaar.
Zorg voor een goedeaarding van deinzet­haard.
Zie bijlage 2 vooruitgebreide aansluitschema's.
Inbouwen in een bestaande schouw
Voor het inbouwen van de haard in een bestaande schouw volgt u onderstaande instructies:
1. Zet het toestel op de juiste hoogte, vlak en water­pas.
Houd deelektrische kabel van het toestel vrij.
2. Als u een uitwendig kader op het toestel gaat plaat­sen moet u de meegeleverde klemplaten aan de zij­kanten van het toestel bevestigen zonder de schroeven helemaal vast te draaien. Het uit­wendigkader klemt namelijk tussen het toestel en de klemplaten; zie volgende figuur.
3. Sluit de basis van de schoorsteen af met een onbrandbaarmateriaal.
4. Maak een opening in de basis ten behoeve van de afvoerbuis met diameter 150 mm.
5. Centreer deopening in debasis met de aan­sluitkraag op de haard.
6. Plaats de afvoerbuis in de opening. Zorg ervoor dat de buis naar benedengetrokken kan worden zodat hij op de aansluitkraag past. Gebruik bij­voorbeeld eenbuis met regelbare lengte.
Bij gebruik van RVS-flexibele buis: schroef de buis aanhet meegeleverde aansluitstuk, plaats het aansluitstuk in de aansluitkraag enfixeer het aansluitstuk door detwee lipjes naar buiten te buigen.
De volgende figuur geeft een voorbeeld van deplaat­sing van een inbouwhaard in een schouw die volgens
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
15
bovenstaande instructies en voorschriften is gebouwd.
A Bestaande haard
B Ventilatieruimte (minimaal 15mm)
C Bestaandrookkanaal
D Vuurvast materiaal of een verbindingstuk
E Opening ter voorkomingvan drukopbouw
Inbouwen in een nieuwe schouw
De installatie van de inbouwhaard bestaat uit twee onderdelen:
De plaatsing en aansluitingvan de inbouwhaard
De schouw rondde inbouwhaard opbouwen.
Inbouwhaard plaatsen en aansluiten
1. Zet het toestel op de juiste hoogte, vlak en water­pas.
2. Als u een uitwendig kader op het toestel gaat plaat­sen moet u de meegeleverde klemplaten aan de zij­kanten van het toestel bevestigen zonder de schroeven helemaal vast te draaien. Het uit­wendigkader klemt namelijk tussen het toestel en de klemplaten; zie volgende figuur.
3. Zorg dat tussen de bestaande wanden, voorzien van de benodigdeisolatie (zie het hoofdstuk "Installatiecondities"), en de achterkant van het toestel minimaal 15 mm vrije convectieruimte is.
4. De inbouwhaard mag niet het metselwerk dragen. Gebruik desgewenst een ondersteuning zoals een draagijzer. Laat tussen de ondersteuning en het toestel minimaal 3 mm speling.
4. Sluit het toestel hermetisch aan opde schoor­steen.
5. Controleer de trek in de schoorsteen en de afdich­ting van de aansluiting op het rook­gasafvoerkanaal door een klein hevig proefvuur te maken van krantenpapier en droog dunhout.
16
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wacht bij nieuw metselwerk tot het met­selwerk voldoendedroogis.
Convectielucht aftappen
Het toestel is uitgerust met twee extra aansluitingen om convectiewarmte te transporteren naar andere ruimtes. In deze ruimtes dienen luchtuitlaatroosters aanwezig te zijn. Als u van deze functie gebruik wilt maken gaat u als volgt te werk:
1. Verwijder de twee drukplaten bovenop de con­vectiekast door deze met een hamer los te tikken.
2. Monteer detwee meegeleverde aansluitkragen met diameter 125 mm op deontstane openingen met de meegeleverde M8x16 schroeven en M8 bouten.
3. Sluit hierop flexibele buis met diameter 125 mm aanen voer deze naar de gewenste ruimtes.
4. Sluit de flexibele slang aan op deuitlaatroosters in de ruimtes.
Opbouw van de nieuwe schouw
In de schouw maakt u de convectieruimte. In deze ruimte moet lucht vrij kunnen bewegen. Er moet lucht aangezogen kunnen worden voor de verbranding en de door de inbouwhaard verwarmde lucht (decon­vectielucht) moet vrij de te verwarmen ruimte in kun­nenstromen; zie volgende figuur.
Volg bij de bouw van de schouw de volgende voorschriften:
De bovenzijde van de schouw moet luchtdicht afge­sloten zijn met een afsluitplaat van onbrandbaar en hittebestendig materiaal.
De afsluitplaat moet waterpas liggen en minimaal 30 cm onder de rookgasopening in het plafond geplaatst zijn.
Desgewenst kunt u aan de bovenzijdevan de schouw en vlak onder deafsluitplaat een extra luchtuitlaatrooster plaatsen.
Gebruik in de inbouwruimte geen brandbaar materiaal envoorkom de werkingvan warm­tebruggen bij het gebruik van warm­tegeleidende materialen.
Volg onderstaande instructie bij de opbouw van de schouw:
1. Metsel de voet van dehaard.
Zorg dat de deurvan dehaard vrij over het pla­teau van de haard kan draaien.
2. Metsel de haard verder optot aan de rookvang.
Zorg dat er altijd 2 mm speling blijft tussen de inbouwhaard en metselwerk om de warm­teuitzetting van de inbouwhaardop te vangen.
3. Bekleeddesgewenst de binnenzijde van de schouw met reflecterend isolatiemateriaal.
Extra bekleding van deinbouwruimte voorkomt onnodige warmteuitstraling naar mogelijke bui­tenmurenen/of naast gelegen ruimtes. Het voorkomt ook aantasting van de spouw­muurisolatie.
4. Metsel de schouw verder af tot aan de rook­gasopening in het plafond.
De inbouwhaard mag niet het metselwerk dra­gen. Gebruik een ondersteuning zoals een draagijzer. Laat tussen de ondersteuning en het toestel minimaal 3 mm speling.
5. Sluit de inbouwruimte af met de afsluitplaat.
6. Plaats onder deafsluitplaat een luchtrooster in ver­band met de ventilatie van het toestel.
7. Maak boven de afsluitplaat een opening om even­tuele drukopbouw te voorkomen.
De volgende figuur geeft een voorbeeld van deplaat­sing van een inbouwhaard in een schouw die volgens bovenstaande instructies en voorschriften is gebouwd.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
17
A
B
C
D
E
F
G
H I
J
K
L M
09.20015.057
P
N
O
A Schoorsteen
B Vuurvast materiaal of een verbindingstuk
C Afdekplaat
D Isolatiemateriaal (minimaal 5 cm)
E Onbrandbare muur
F Brandbare muur
G Ventilatieruimte (minimaal 15 mm)
H Onbrandbaar plafond
I Brandbaar plafond
J Convectieluchtopening
K Isolatie (optioneel)
L Onbrandbare bodem
M Brandbare bodem
N Openingtegen drukopbouw
O Aansluitbuis
P Convectielucht andere ruimte
Uitwendige kader monteren
Het toestel kan geleverd worden met een bijbehorend driezijdig of vierzijdig uitwendig kader. Optioneel is ook een sierkader leverbaar dat aan het uitwendig kaderwordt bevestigd.
1. Monteer het uitwendig kader door de zijdes met twee schroevenaan elkaar te verbinden; zie vol­gende figuur.
2. Monteer het sierkaderdoor de zijdes van het sier­kadermet behulpvan het verbindingselement te koppelen en vervolgens te fixeren door de twee schroeven (A) van het verbindingselement aan te draaien; zie volgendefiguur.
3. Centreer het sierkaderten opzichte van het uit­wendigkader; zie volgende figuur.
18
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
4. Plaats aan elke zijde drie ondersteuningsplaatjes tussen het sierkader enhet uitwendig kader; zie volgende figuur.
5. Bevestig het (samengestelde) kader op het toestel door de bevestigingslippen aan de verticale zijdes van het kader, tussen het toestel en deklemplaten te schuiven; zie volgende figuur.
Afwerking
1. Plaats alle gedemonteerdeonderdelen op de juiste plaats terug in het toestel.
2. Zorg dat de nieuw gebouwde schouw voldoende droog is, voordat u gaat stoken.
Laat het toestel nooit branden zonder de vuur­vaste binnenplaten.
Het toestel is nu klaar voor gebruik.
Gebruik
Eerste gebruik
Wanneer u het toestel voorhet eerst gebruikt, stook het dan enkeleuren flink door. Hierdoor zal de hit­tebestendigelak uitharden. Hierbij kan wel wat rook en geurhinder ontstaan. Zet eventueel in de ruimte waar het toestel staat de ramenen deureneven open.
Brandstof
Het toestel is geschikt voorhet stoken van natuurlijk hout (gezaagd en gekloofd en voldoende droog), voor het stoken van bruinkoolbriketten en voorhet stoken van antracietkolen.
Gebruik geen andere brandstoffen, want die kunnen leiden tot ernstige schade aan het toestel.
De volgende brandstoffen mag u niet gebruiken omdat zij het milieu vervuilen, en omdat zij het toestel en de schoorsteen sterk vervuilen waardoor schoor­steenbrand kan ontstaan:
Behandeld hout, zoals sloophout, geverfd hout, geïmpregneerd hout, verduurzaamdhout, multiplex en spaanplaat.
Kunststof, oud papieren huishoudelijk afval.
Hout
Gebruik bij voorkeur hardloofhout zoals eik, beuk, berk en fruitbomenhout. Dit hout brandt langzaam met rustige vlammen. Naaldhout bevat meer hars, brandt sneller en geeft meer vonken.
Gebruik gedroogdhout met een vochtpercentage van maximaal 20%. Hiervoor moet het hout min­stens 2 jaar zijn gedroogd.
Zaaghet hout op maat en klief het als het nog vers is. Vers hout klieft gemakkelijker en gekloven hout droogt beter. Bewaar het hout onder een afdek waar de wind vrij spel heeft.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
19
Gebruik geen nat hout. Nat hout geeft geen warmte omdat alle energie gaat zitten in het verdampen van vocht. Dit geeft veel rook en roetaanslagop de deur van het toestel en in de schoorsteen. De waterdamp condenseert in het toestel en kan langs naden uit het toestel lekken en zwarte vlekken op de vloergeven. De waterdamp kan ook in de schoorsteen condenseren en creosoot vormen. Creosoot is zeer brandbaar en kan schoor­steenbrand veroorzaken.
Bruinkoolbriketten
Bruinkoolbriketten hebben ongeveer dezelfdebrand­eigenschappen als hout.
Zorg voor een goed houtskoolbed voordat u bruin­koolbriketten gaat stoken.
Volg voorhet aanmaken van dehaard de instruc­ties in de paragraaf "Aanmaken".
Antracietkolen
Antracietkolen worden ingedeeld in categorieën op grond van kenmerken, soms bij wet bepaald, zoals het percentage vluchtige stoffen. Het asgehalte van antracietkolen ligt tussen de 3% en 13%. Hoe lager het asgehalte hoe hogerde stookwaarde en hoe min­dervaak u hoeft te ontassen.
Gebruik bij voorkeur categorieA antracietkolen met eenlaag asgehalte.
Gebruik het aanbevolen formaat 12/22of 20/30.
Volg voorhet aanmaken van dehaard de instruc­ties in de paragraaf "Aanmaken".
Aanmaken
U kunt controleren of de schoorsteen voldoende trek heeft door boven devlamplaat een prop krantenpapier aante steken. Bij een koude schoorsteen is er vaak onvoldoende trek in de schoorsteen en kan er rook in de kamer komen. Doorhet toestel op de hier beschre­ven manier aan te maken, voorkomt u dit probleem.
1. Stapel twee lagen middelgrote houtblokken kruis­lings op elkaar.
2. Stapel bovenop de houtblokken twee lagenaan­maakhoutjes kruislings op elkaar.
3. Legeen aanmaakblokje tussen de onderste laag aanmaakhoutjes en steek het aanmaakblokje aan volgens de instructies op de verpakking.
4. Sluit de deur van het toestel en zet de primaire luchtinlaat en de secundaire luchtinlaat van het toe­stel open; zie volgende figuur.
5. Laat het aanmaakvuurflink doorbranden totdat het eengloeiend houtskoolbed is geworden. Hierna kunt u eenvolgendevulling doen enhet toestel gaan regelen; zie de paragraaf "Stoken met hout".
Bediening van de luchtschuiven
Het toestel heeft twee luchtschuiven. De primaire luchtschuif zit onderaan in dedeur en regelt de lucht onder het rooster. Boven de deur bevindt zich de secundaire luchtschuif die de lucht regelt voor het glas (air-wash systeem).
De luchtschuif kan worden bediend met de koude hand. De vorm van de koude hand is afhankelijk van de uitvoeringsvorm van het toestel.
Voor de open- en dichtpositie van de luchtschuif, zie de volgende afbeeldingen.
20
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
09-20020-181
09-20020-180
l = Dicht
o
= Open
Stoken met hout
Nadat u de instructies voor het aanmaken hebt gevolgd:
1. Open langzaam de deur van het toestel.
2. Verdeel het houtskoolbed gelijkmatig over de stookvloer.
3. Stapel enkele houtblokken op het houtskoolbed.
Losse stapeling
Bij een losse stapeling verbrandt het hout vlug omdat de zuurstof elk stuk hout gemakkelijk kan bereiken. Gebruik een losse stapeling als u kort wilt stoken.
Compacte stapeling
Bij een compacte stapeling verbrandt het hout lang­zamer omdat de zuurstof maar enkele stukken hout kan bereiken. Gebruik een compacte stapelingals u langer wilt stoken.
4. Sluit de deur van het toestel.
5. Sluit de primaireluchtinlaat en laat de secundaire luchtinlaat openstaan.
Vul het toestel voor maximaal een derde.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
21
Stoken met bruinkoolbriketten
Bruinkoolbriketten branden opnagenoeg dezelfde manier als hout. Zorg met behulp van de primairelucht­inlaat voor voldoende luchttoevoer onder het vuur. Zie verder de paragraaf "Stoken met hout".
Het brandenvan bruinkoolbriketten geeft veel as. Ver­wijder deovertollig as regelmatig. Zie de paragraaf "Ontassen" voor instructies.
Voor de eigenschappen enhet gebruik van de bruinkoolbriketten: raadpleeguw leverancier van de bruinkoolbriketten of zie de verpakking van de bruinkoolbriketten.
Nadat u de instructies voor het aanmaken hebt gevolgd:
1. Open langzaam de deur van het toestel.
2. Verdeel het houtskoolbed gelijkmatig over de stookvloer.
3. Legde bruinkoolbriketten ophet houtskoolbed.
4. Sluit de deur.
Stoken met antracietkolen
Gebruik een kolenkorf om de antracietkolen in te bewa­ren; zie volgendefiguur. De kolenmof is optioneel ver­krijgbaar.
Sluit bij het stoken van antracietkolen altijd de secundaire luchtschuif.
Zet het stookrooster open door deschudstang naar voren te trekken.
Nadat u de instructies voor het aanmaken hebt gevolgd:
1. Zet de primaire luchtschuif volledig open.
2. Open langzaam de deur van het toestel.
3. Verdeel het houtskoolbed gelijkmatig over de stookvloer.
4. Verspreid een schep kolen op het houtskoolbeden wacht met de volgende schep tot de kolen gaan gloeien.
5. Voegnu meer kolen toe.
Let op dat u het vuur niet dooft doorin een keer te veel kolen toe te voegen.
U heeft de maximale bijvulling bereikt als de gloed van de vorige vulling nog net zichtbaar is.
6. Sluit de deur.
7. Laat de kolen 20 tot 30 minutenminuten goed door­branden en regel deluchttoevoer met de primaire luchtschuif.
8. Gebruik de schudstang om het rooster te schud­dentot er gloeiende deeltje in deasla vallen.
9. Zet de primaire luchtschuif helemaal open.
10. Vul opnieuw kolen bij tot de maximale vulling.
Let op dat het rooster open staat door de schudstangnaar voren te trekken.
11. Zet na enkel minuten de primaireluchtschuif in de gewenste positie.
Als de vuurkorf of het schudrooster rood begin­nente gloeien, bent u te hardaan het stoken. Het schudrooster en/of de vuurkorf kunnen daardoor vervormen.
22
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Regeling van de verbrandingslucht
Het toestel heeft diverse voorzieningen voor de lucht­regeling.
De primaire luchtschuif regelt de lucht onderhet roos­ter.
De secundaire luchtschuif regelt de lucht voorhet glas (air-wash).
Adviezen
Stook nooit met open deur.
Stook het toestel regelmatig flink door.
Als u langdurig op lagestand stookt, kan zich in de schoorsteen een afzetting vormen van teer en creosoot. Teer encreosoot zijn zeer brandbaar. Als de afzetting van deze stoffen te groot wordt, kan bij eenplotselinge hoge tem­peratuur eenschoorsteenbrand ontstaan. Door regelmatig flink doorstoken, verdwijnen even­tuele afzettingen van teeren creosoot. Daarnaast kan zich bij te laag stoken teer afzet­ten op de ruit en deur van het toestel. Bij een mildebuitentemperatuuris het dus beterom het toestel een paaruur intens te laten branden, dan lange tijd laag te stoken.
Regel deluchttoevoer met de secundaire lucht­inlaat.
De secundaire luchtinlaat belucht niet alleen het vuur maar ook het glas, zodat het glas niet snel vervuilt.
Zet de primaire luchtinlaat tijdelijk open als de lucht­toevoer via de secundaireluchtinlaat onvoldoende is of als u het vuur wilt aanwakkeren.
Regelmatig eenkleine hoeveelheid houtblokken bij­vullen is beterdan veel houtblokken tegelijk.
Regelmatig eenkleine hoeveelheid bruin­koolbriketten of antracietkolen toevoegen is beter danveel bruinkoolbriketten of antracietkolen tege­lijk.
Doven van het vuur
Vul geen brandstof bij en laat de kachel gewoon uit­gaan. Als een vuur wordt getemperddoor de lucht­toevoer te verminderen, komen schadelijke stoffen vrij. Laat daarom het vuur vanzelf uitbranden. Houd toezicht op het vuurtotdat het goed is gedoofd. Als het vuur volledig is gedoofd kunnen alle luchtschuiven worden gesloten.
Ontassen
Na het stoken van hout blijft een relatief kleine hoe­veelheid as over. Dit asbed is een goedeisolator voor de stookbodem en geeft een betere verbranding. Laat daarom gerust een dunlaagje as op de stookbodem lig­gen.
Na het stoken van bruinkoolbriketten en antra­cietkolen blijft er relatief veel as over. Verwijder regel­matig de overtollige as.
De as mag nooit de onderkant van het rooster raken. Het rooster raakt dan oververhit en beschadigd.
De luchttoevoerdoor de stookbodem mag echterniet worden belemmerd ener mag zich geen as ophopen achter een binnenplaat. Verwijder daarom regelmatig de overtollige as.
1. Open de deur van het toestel.
2. Gebruik de schudstang om de overtollige as via het rooster in de asla te laten vallen.
3. Verwijder de aslade met behulpvan debij­geleverde koudehand en leegde aslade; zie de volgende twee figuren.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
23
4. Plaats de aslade terug en sluit de deur van het toe­stel.
Nevel en mist
Nevel en mist belemmerende afvoer van rookgassen door de schoorsteen. Rook kan neerslaanen stank­overlast geven. Als het niet echt nodig is, kunt u bij nevel enmist beter niet stoken.
Eventuele problemen
Raadpleegde bijlage "Diagnoseschema" om even­tuele problemenbij het gebruik van het toestel op te lossen.
Onderhoud
Volg deonderhoudsinstructies in dit hoofdstuk om het toestel in goede staat te houden.
Schoorsteen
In veel landen bent u wettelijk verplicht de schoor­steen te laten controleren en onderhouden.
Aan het begin van het stookseizoen: laat de schoor­steen vegen door een erkend schoorsteenveger.
Tijdens het stookseizoen en nadat de schoorsteen lange tijd niet is gebruikt: laat de schoorsteen con­troleren op roet.
Na afloop van het stookseizoen: sluit de schoor­steen af met eenprop krantenpapier.
Schoonmaken en ander regelmatig onderhoud
Maak het toestel niet schoonwanneer het nog warm is.
Maak de buitenkant van het toestel schoon met eendrogeniet pluizende doek.
Na afloop van het stookseizoenkunt u de binnenkant van het toestel goed schoonmaken:
Verwijder eventueel eerst de vuurvaste bin­nenplaten. Zie het hoofdstuk "Installatie" voor instructies voor het verwijderen en aanbrengenvan binnenplaten.
Maak eventueel de luchtaanvoerkanalen schoon.
Verwijder de vlamplaat boven in het toestel en maak deze schoon.
Vuurvaste binnenplaten controleren
De vuurvaste binnenplatenzijn verbruiksonderdelen die aan slijtage onderhevig zijn. Vermiculite bin­nenplaten zijn kwetsbaar. Stoot niet met houtblokken tegende binnenplaten. Controleerde binnenplaten regelmatig en vervang ze indien nodig.
Zie het hoofdstuk "Installatie" voor instructies voor het verwijderenen aanbrengen van binnenplaten.
De isolerende vermiculite of chamotte bin­nenplaten kunnen haarscheuren gaan ver­tonen, maar dat heeft geen nadelig effect op hunwerking.
24
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Gietijzeren binnenplatengaan lang meeals u regelmatig as verwijdert die zich mogelijk erachter ophoopt. Als opgehoopte as achter eengietijzeren plaat niet wordt verwijderd, kan de plaat de warmte niet meerafgeven aan de omgeving enkan deplaat vervormen of scheu­ren.
Laat het toestel nooit branden zonder de vuur­vaste binnenplaten.
Klep en vlamplaat demonteren
Zowel de klep als de vlamplaat zijn demontabel. Om de vlamplaat te demonteren moet eerst de klep ende klepstang worden verwijderd.
1. Open de deur van het toestel.
2. Til de gesloten klep iets op en schuif hem boven de vlamplaat zodat beide vrij zijn.
3. Verwijder de klep en de klepstanguit het toestel.
4. Schroef het steunplaatje los door de de moerM8 los te draaien. Het steunplaatje bevindt zich in het midden tegen de topplaat van het toestel.
5. Til de vlamplaat aan de voorkant op, trek de vlamp­laat naar voren en neem de vlamplaat uit het toe­stel.
Opmerking: Volg voor demontagevan deklep ende vlamplaat, voorhet in gebruik nemen van het toestel, bovenstaande instructies in omgekeerde volgorde.
Glas schoonmaken
Goed schoongemaakt glas neemt minder snel vuil op. Ga als volgt te werk:
1. Verwijder stof en loszittend roet met een droge doek.
2. Maak het glas schoon met kachelruitenreiniger: a. Breng kachelruitenreiniger aan op een keu-
kenspons, wrijf het gehele glasoppervlak in en laat even inwerken.
b. Verwijder het vuil met een vochtige doek of
keukenpapier.
3. Maak het glas nogmaals schoon met een gewoon glasreinigingsproduct.
4. Wrijf het glas schoon met een droge doek of keu­kenpapier.
Gebruik geen schurende of bijtende producten om het glas schoonte maken.
Gebruik schoonmaakhandschoenen om uw han­dente beschermen.
Als het glas van het toestel is gebroken of gebarsten, moet dit glas wordenvervangen voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt.
Voorkom dat kachelruitreinigertussen het glas en degietijzeren deur loopt.
Smeren
Hoewel gietijzer enigszins zelfsmerend is, moet u bewegende delen toch regelmatig smeren.
Smeerde bewegende delen (zoals gelei­dersystemen, scharnierpennen, grendels en lucht­schuiven) met hittevast vet dat verkrijgbaar is bij de vakhandel.
Afwerklaag bijwerken
Kleine lakbeschadigingenkunt u bijwerken met een spuitbus speciaal hittebestendige lak die verkrijgbaar is bij uw leverancier.
Afdichting controleren
Controleer of het afdichtingskoord van de deur nog goed afsluit. Afdichtkoord verslijt en moet tijdig wor­denvervangen.
Controleer het toestel op luchtlekken. Kit eventuele kierendicht met kachelkit.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
25
Laat de kit goed uitharden voordat u het toestel aanmaakt, anders blaast het vocht in de kit op en ontstaat opnieuw een lek.
Deur bijstellen
Controleer of de deur goedsluit en stel zonodigde scharnierstijl bij; zie volgende figuur.
1. Open de deur van het toestel; de scharnierstijl is nu zichtbaar en toegankelijk.
2. Draai de twee bevestigingsbouten van de schar­nierstijl iets los. De bevestigingsboutenbevinden zich aan de binnenzijde van de haard.
3. Verschuif de scharnierstijl in de gewenste positie.
4. Gebruik de stelschroeven om de scharnierstijl in de breedte van het toestel te positioneren.
5. Draai de twee bevestigingsbouten vast en con­troleer de sluiting van de deur.
Bijlage 1: Technische gegevens
Model 2200 / 2210 / 2220 / 2020
Model 2200 2210 2220 2020
Nominaal vermogen 8 kW 8 kW 8 kW 7 kW
Schoorsteenaansluiting(diameter) 150mm 150mm 150mm 150mm
Gewicht 140kg 175 kg 150kg 130 kg
Aanbevolenbrandstof Hout Hout Hout Hout
Kenmerk brandstof, max. lengte hout 50 cm 50 cm 50 cm 40 cm
Elektrische aansluiting 230V, 50 Hz, 0,5 A
Brandstof Hout Bruinkoolbriketten Antracietkolen
Massadebiet van rookgassen 7,7 g/s 8,9 g/s 7,8 g/s
Temperatuurstijging gemeten in demeet­sectie
295K 289 K 272K
Temperatuur gemeten aan deuitgang van het toestel
340°C - -
Minimum trek 14 Pa 14 Pa 14 Pa
CO-emissie (13%O2) 0,10 % 0,06% 0,04 %
NOx-emissie (13% O2) 106mg/Nm³ - -
CnHm-emissie (13%O2) 51 mg/Nm³ - -
Stofemissie 31 mg/Nm³ - -
Rendement 78,3 % 75,4 % 76,4 %
26
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
27
Model 2500 / 2510 / 2520 / 2620
Model 2500 2510 2520 2620
Nominaal vermogen 10 kW 10 kW 10 kW 10 kW
Schoorsteenaansluiting(diameter) 150mm 150mm 150mm 150mm
Gewicht 150kg 180 kg 160kg 160 kg
Aanbevolenbrandstof Hout Hout Hout Hout
Kenmerk brandstof, max. lengte hout 50 cm 50 cm 50 cm 50 cm
Elektrische aansluiting 230V, 50 Hz, 0,5 A
Brandstof Hout Bruinkoolbriketten Antracietkolen
Massadebiet van rookgassen 9,2 g/s 9,7 g/s 8,1 g/s
Temperatuurstijging gemeten in demeet­sectie
264K 318 K 314K
Temperatuur gemeten aan deuitgang van het toestel
320°C - -
Minimum trek 14 Pa 14 Pa 14 Pa
CO-emissie (13%O2) 0,10 % 0,09% 0,05 %
NOx-emissie (13% O2) 52 mg/Nm³ - -
CnHm-emissie (13%O2) 21 mg/Nm³ - -
Stofemissie 16 mg/Nm³ - -
Rendement 80,0 % 76,4% 79,0 %
Bijlage 2: Aansluitschema's
De in de schema's voorkomende aanduidingen hebben de volgende betekenis:
T1 thermo-switch
V1 ventilator
V2 ventilator
L1 lamp
R1 weerstand
S1 2-standenschakelaar
Model 2020
V1 V2
230 V
T1
MNML
1 2 3 4 5 6

/
/
1
28
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
29
Model 2220, model 2520 en model 2620
V1 V2
L1
L2
N
230 V
MNM
L
1
2 345 6
T1

Model 2210 en model 2510
L2
L1
230 V
MNM
654
32
1
T1
N
V1 V2
P
2
L1

L
Model 2200 en model 2500
V1
V2
L1
230 V
N
L2
S1
R1

A1
A3A2
B5 B6
B4
De modellen 2200 en 2500 zijn uitgevoerd met een tweestandenschakelaar om de snelheid te regelen, er is geen thermostaatfunctie aanwezig.
30
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Loading...
+ 223 hidden pages