Dji Zenmuse L1 User Manual v1.2 [nl]

ZENMUSE L1
Gebruikershandleiding
2021.09
v1.2
Zoeken naar trefwoorden
Zoek naar trefwoorden, zoals ‘accu’ en ‘installeren’, om een onderwerp te vinden. Als u Adobe Acrobat Reader gebruikt om dit document te openen, druk dan op Ctrl+F (Windows) of Command+F (Mac) om een trefwoord in te vullen en een zoekopdracht te starten.
Naar een onderwerp navigeren
Bekijk de volledige lijst van onderwerpen in de inhoudsopgave. Klik op een onderwerp om naar dat hoofdstuk te navigeren.
Dit document afdrukken
Dit document ondersteunt afdrukken met hoge resolutie.
©
2
DJI Alle rechten voorbehouden.

Het gebruik van deze handleiding

Legenda

Belangrijk Hints en tips Verwijzing

Let op

1. De L1 is een precisie-instrument. Laat de L1 NIET vallen en ga er voorzichtig mee om.
2. Indien zeer nauwkeurige puntenwolkdata vereist zijn, wordt het niet aanbevolen de L1 te gebruiken
bij slecht zicht, zoals mistig of regenachtig weer. Het kan dan voorkomen dat het waarnemingsbereik
wordt verkleind en puntenwolkruis wordt geproduceerd.
3. Raak het optische venster van de L1 NIET aan. Stof en vlekken op het optische venster kunnen de
prestaties negatief beïnvloeden. Gebruik perslucht of een natte lensdoek om het optische venster
op de juiste wijze te reinigen. Raadpleeg het gedeelte Opslag, transport en onderhoud voor meer
informatie over het reinigen van optische vensters.
4. Raak het oppervlak van de lens NIET aan met uw hand. U mag het lensoppervlak niet met scherpe
voorwerpen bekrassen. Anders kan de kwaliteit van de afbeeldingen afnemen. Maak het oppervlak
van de cameralens schoon met een zachte, droge, schone doek. Gebruik GEEN middelen met
alcohol, benzeen, verdunners of andere ontvlambare stoen of alkalische reinigingsmiddelen om de
RGB-mappingcamera of de extra zichtsensor voor hulppositionering te reinigen of te onderhouden.
5. Als u de L1 niet gebruikt, berg hem dan op in de opbergkoffer en vervang indien nodig het
droogmiddelzakje om te voorkomen dat de lenzen beslaan door overmatige luchtvochtigheid. Als de
lenzen beslaan, verdwijnt de waterdamp doorgaans nadat het apparaat een tijdje is ingeschakeld.
Het wordt aanbevolen om de L1 op te slaan in een omgeving met een relatieve luchtvochtigheid van
minder dan 40% en een temperatuur van 20°C (met een tolerantie van 5°C).
6. Plaats het product NIET in direct zonlicht, in slecht geventileerde ruimtes of in de buurt van een
warmtebron zoals een kachel.
7. Schakel het product NIET herhaaldelijk in of uit. Wacht na het uitschakelen minimaal 30 seconden
voordat u het weer inschakelt. Anders wordt de levensduur van het product beïnvloed.
8. Onder stabiele laboratoriumomstandigheden voldoet de L1 aan beschermingsklasse IP54 volgens
norm IEC60529. De beschermingsgraad is echter niet permanent en kan mettertijd afnemen.
9. Zorg ervoor dat er geen vloeistof op het oppervlak of in de poort van de gimbal zit.
10. Zorg ervoor dat de gimbal stevig aan de drone is bevestigd en dat het klepje van de microSD-
kaartsleuf goed is gesloten.
11. Zorg ervoor dat het oppervlak van de gimbal droog is voordat u het klepje van de microSD-
kaartsleuf opent.
12. Verwijder of plaats de microSD-kaart NIET tijdens het maken van een foto of video-opname.
©
DJI Alle rechten voorbehouden.
3

Inhoud

Het gebruik van deze handleiding 3
Legenda 3
Let op 3
Inhoud 4
Kenmerken van het product 5
Inleiding 5
Overzicht 5
Montage 5
Ondersteunde drone 5
Montage op de drone 5
Bediening op afstand 7
DJI Pilot App-bediening 8
Basiskenmerken 8
Weergave puntenwolkopname 9
Voorbeeld van een puntenwolkmodel 10
Verzameling van veldgegevens 11
Voorbereiding 11
Instellen van parameters voor de camera 11
Mappingmissie 11
Lineaire vluchtmissie 12
Terrein volgen 13
Handmatige vlucht 14
Beschrijving puntenwolkdata 15
Verzamelen van satellietgegevens voor het basisstation 15
Gegevensverwerking op kantoor 17
DJI Terra downloaden 17
Reconstructieprocedures 17
Beschrijving LiDAR-puntenwolk 18
Niet-repetitieve scanmethode 18
Herhalende scanpatronen 19
Onderhoud 20
Logboek exporteren 20
Firmware-update 20
Kalibratie Zenmuse L1 21
Opslag, transport en onderhoud 22
Technische gegevens 23
©
4
DJI Alle rechten voorbehouden.

Kenmerken van het product

Inleiding

De ZENMUSETM L1 integreert een LIVOXTM LiDAR-module, een zeer nauwkeurige IMU en een RGB-
mappingcamera op een 3-assige gestabiliseerde gimbal. Bij gebruik met compatibele DJI-drones en DJI
TERRATM biedt de L1 een complete oplossing die de hele dag realtime 3D-gegevens levert, die eciënt
de details van complexe structuren kan vastleggen en die zeer accurate gereconstrueerde modellen
levert.

Overzicht

1. Gimbalconnector
2. Panmotor
3. LiDAR-sensor
4. RGB-mappingcamera
5. Zichtsensor voor hulppositionering
6. microSD-kaartsleuf
7. Kantelmotor
8. Rolmotor

Montage

Ondersteunde drone

MATRICETM 300 RTK

Montage op de drone

1. Verwijder de gimbal-dop en lensbeschermer.
1
2
8
7
6
3
4 5
©
DJI Alle rechten voorbehouden.
5
ZENMUSE P1
Gebruikershandleiding
2. Druk op de knop op de drone die wordt gebruikt voor het losmaken van de gimbal en de camera.
Draai de gimbaldop op de drone om deze te verwijderen.
3. Lijn de witte stip op de gimbal uit met de rode stip op de drone en plaats de gimbal.
4. Draai de gimbalvergrendeling in de vergrendelde positie door de rode stippen uit te lijnen.
11
Zorg ervoor dat de gimbalconnector op de drone bij de montage correct is gepositio-
2
3
neerd. Anders kan de drone niet worden gemonteerd.
Verwijder de L1 pas na het uitschakelen van de drone.
Verwijder de L1 door op de knop op de drone te drukken om de gimbal en camera los te koppelen.
Zorg ervoor dat de klep van de microSD-kaartsleuf stevig op zijn plaats zit om te voorkomen dat stof of vocht tijdens gebruik of transport binnendringt. Als u de klep van de microSD-kaartsleuf niet goed sluit, kan de gimbalmotor tijdens het gebruik overbelast raken.
Raak om brandwonden te voorkomen de camerabehuizing tijdens het inschakelen NIET rechtstreeks aan.
Maak tijdens het transport of de opslag de gimbal los van de drone. Anders kan de levensduur van de gimbal-dempers worden verkort of kunnen deze zelfs beschadigd raken.
©
6
DJI Alle rechten voorbehouden.

Bediening op afstand

De Matrice 300 RTK-afstandsbediening wordt hieronder als voorbeeld gebruikt. Pas de kanteling
van de gimbal met de linkerdraaiknop aan en pas de pan met de rechterdraaiknop aan. Druk op de
ontspanknop of opnameknop om foto’s te maken of om video’s op te nemen. Schakel de 5D-toets in
om de EV-waarde aan te passen. De aanpasbare knop C1 kan worden gebruikt om de gimbal opnieuw
te centreren en de aanpasbare knop C2 kan worden gebruikt om te schakelen tussen het hoofd- en
hulpscherm.
1. Linkerdraaiknop
Draai om de kanteling van de gimbal aan te
passen.
2. Opnameknop
Druk om de video-opname te starten of
stoppen.
3. Sluiterknop
Druk om een foto te maken. De fotomodus
kan in DJI Pilot op enkelvoudig of interval
worden ingesteld. Tijdens video-opnames
kunnen er ook losse foto’s worden gemaakt.
4. Rechterdraaiknop
Draai om de richting (pan) van de gimbal aan
te passen.
5. 5D-knop
De standaardconfiguratie staat hieronder
vermeld. De configuratie kan in DJI Pilot
worden aangepast.
Links: EV-waarde verminderen
Rechts: EV-waarde verhogen
6. Aanpasbare C2-knop
Deze dient standaard om te schakelen tus-
sen het hoofdscherm en het hulpscherm. De
functie voor deze knop kan worden aange-
past in DJI Pilot.
7. Aanpasbare C1-knop
Deze dient standaard om de gimbal opnieuw
te centreren. De functie voor deze knop kan
worden aangepast in DJI Pilot.
1
2
6
4
3
5
7
©
DJI Alle rechten voorbehouden.
7

DJI Pilot App-bediening

In-Flight(RTK)
19:29
RTK
AF-C
ISO
Shutter
N
E
W
S
3
6
12
15
21
24
30
33
20
m/s
m
De touchinterface kan worden gebruikt voor het maken van foto's, het opnemen van video's en het
bekijken van playback. Gebruikers kunnen een vluchtmissie aanmaken om puntenwolkdata op te
nemen in DJI Pilot.

Basiskenmerken

De touch-interface kan een HD-livebeeld weergeven en biedt professionele fotograeconguraties.
1 2 3 4
55%
CAMERA
44
R
100
5.8G
1/1000EV0
56%
3.72v
3.72v
5
MENU
AE
6
12
11
SBS
LiDAR
SPD
WS 04.0
05.2
222m
130.2
ALT
VS2.5 ASL1234.5
Het is mogelijk dat de interface moet worden bijgewerkt. Zorg ervoor dat u de laatste rmware gebruikt.
1. Live HD-video
Geeft het huidige camerabeeld weer.
2. Cameratype
Geeft het huidige cameratype weer, inclusief cameraweergave, puntenwolkweergave en weergave
naast elkaar.
3. Cameraparameters
Geeft de huidige cameraparameters weer.
4. Scherpstelmodus
Tik hierop om te schakelen tussen de scherpstelstand MF, AF-C en AF-S.
5. Automatische belichtingsvergrendeling
Tik hierop om de belichtingswaarde te vergrendelen.
6. Camera-instellingen
Tik hierop om de foto- en video-instellingen in te voeren. Tik op om foto-instellingen zoals
fotostand en beeldformaat te congureren. Tik op om video-instellingen zoals videoformaat en
bestandsindeling te congureren. Tik op om de instellingen voor de puntenwolk te congureren.
Tik op om video-onderschriften, raster- en slimme LED-instellingen te configureren. De
instellingen kunnen variëren afhankelijk van de verschillende cameramodellen.
©
8
DJI Alle rechten voorbehouden.
7
8
9
10
ZENMUSE P1 Gebruikershandleiding
N
E
W
S
3
6
12
15
21
24
30
33
222m
20
m/s
m
In-Flight(RTK)
19:29
RTK
55%
7. Opnamemodus (sluiter/video-opname/Point Cloud-opname)
Tik hierop om te wisselen tussen foto-opnamestand, video-opnamestand en puntenwolk-
opnamestand.
8. Opnameknop (sluiter/video-opname/Point Cloud-opname)
Tik hierop om foto’s te maken of om het opnemen van video of puntenwolkdata te starten of te
stoppen. De sluiter- en opnameknoppen kunnen ook worden gebruikt om een foto te maken en video op te nemen.
9. Afspelen
Tik hierop om de weergavepagina te openen om een voorbeeld te bekijken van foto’s en video’s
zodra deze zijn gemaakt.
10. Parameterinstellingen
Tik hierop om ISO, sluiter, belichtingswaarden en andere parameters in te stellen.
11. Schakelen tussen camera/puntenwolk
Tik hierop om het hoofdscherm te schakelen naar de cameraweergave of puntenwolkweergave.
12. Wisselen tussen enkele/dubbele weergave
Tik hierop om het hoofdscherm te gebruiken met enkele of dubbele weergave.

Weergave puntenwolkopname

13 14 15
56%
3.72v
3.72v
SBS
44
R
5.8G
CAMERA
LiDAR
SPD
WS 04.0
05.2
130.2
ALT
VS2.5 ASL1234.5
13. Knop voor IMU-kalibratie
Tik hierop om een IMU-kalibratie uit te voeren om het inertie navigatiesysteem van de LiDAR te
kalibreren en de nauwkeurigheid van de reconstructie te verhogen. Tik op STOP om een IMU-
kalibratie te stoppen. IMU-kalibratie moet zowel aan het begin als aan het einde van een vlucht
worden uitgevoerd. Zorg ervoor dat er geen obstakels zijn binnen een straal van 30 m van de begin-
en eindpunten.
14. Kleurenpalet
Tik hierop om een rendermodus te kiezen, waaronder reectie, hoogte, afstand, en RGB.
©
DJI Alle rechten voorbehouden.
MENU
22:02
16
9
ZENMUSE P1
Gebruikershandleiding
15. Model voorbeeldknop
Raadpleeg het onderdeel Voorbeeld van puntenwolkmodel voor meer informatie.
16. Pauzeknop
Tik hierop om de opname van puntenwolk te pauzeren en tik nogmaals om te hervatten.

Voorbeeld van een puntenwolkmodel

Tik hierop om het huidige puntenwolkmodel vanuit verschillende perspectieven te bekijken.
17 18 19
Preview
NW 330°
T
N
E
20
S
W
17. Gebruik één vinger om het puntenwolkmodel te slepen en gebruik twee vingers om te draaien of in
of uit te zoomen op het puntenwolkmodel.
18. Tik op om het puntenwolkmodel onder de drone te bekijken.
19. Tik op en het puntenwolkmodel wordt opnieuw gecentreerd en in- of uitgezoomd om het hele model weer te geven.
20. Tik hierop om het puntenwolkmodel vanaf de bovenkant, het noorden, het oosten, het zuiden of het
westen te bekijken.
©
10
DJI Alle rechten voorbehouden.

Verzameling van veldgegevens

Distance
Estimated Time
Waypoints
Photos
Areas
Zenmuse L1 LiDAR Mapping
Point Cloud Density
283 points/㎡
Calibration Flight
GSD
Relative to Takeoff Point (ALT)
300
Flight Route Altitude(ft)
4921
40
In-Flight(RTK)
19:29
RTK
12
R
2.4G
80% 100%
26.1v
26.1v
Gebruikers kunnen een vluchtmissie aanmaken om puntenwolkdata in DJI Pilot op te nemen en de geregistreerde gegevens in DJI Terra importeren voor zeer nauwkeurige modelreconstructie.

Voorbereiding

1. Zorg ervoor dat de L1 correct op de drone is geïnstalleerd en dat de drone en de afstandsbediening na het inschakelen worden gekoppeld.
2. Ga naar de cameraweergave in DJI Pilot, selecteer , vervolgens RTK, kies het RTK-servicetype en controleer of de status van RTK-positionering en -richting beide FIX (VAST) weergeven. Raadpleeg het gedeelte Verzamelen van satellietgegevens voor het basisstation voor meer informatie over gegevensverwerking als het videosignaal van het netwerk of de afstandsbediening slecht is.
3. Het wordt aanbevolen om de L1 na het inschakelen 3 tot 5 minuten op te warmen voordat u gegevens opneemt. Wacht tot in de app een prompt verschijnt waarin staat dat het laadvermogen INS IMU opgewarmd is.

Instellen van parameters voor de camera

1. Ga naar de cameraweergave in DJI Pilot en selecteer
2. Selecteer om de cameraparameters aan te passen aan de omgeving. Zorg ervoor dat de foto goed belicht is.

Mappingmissie

Ga naar het scherm vluchtmissie in DJI Pilot, selecteer Create a Route (Route aanmaken) en kies
vervolgens om een mappingmissie te kiezen.
1. Tik en sleep op de kaart om het gebied dat wordt gescand aan te passen.
CAMERA
.
S
224.8m
224.8m 245.8m
6277 fs 26 m 49 s
245.8m
697
55549.0
42
2. Bewerk de parameters voor een LiDAR-mappingmissie of fotogrammetrie-missie.
A. Een LiDAR-mappingmissie:
a. Selecteer Zenmuse L1 en vervolgens LiDAR-mapping.
b. Stel de advanced settings (geavanceerde instellingen), payload settings (instellingen
laadvermogen) en andere parameters in. Het wordt aanbevolen om de Side Overlap (zijdelingse overlap) (LiDAR) op 50% of hoger in te stellen, de Scanning Mode (scanmodus)
Mapping1
Altitude Mode
©
DJI Alle rechten voorbehouden.
8.19cm/pixel
H20 T
11
ZENMUSE P1
Distance
Estimated Time
Waypoints
Photos
Areas
Linear Flight Mission1
Zenmuse L1 LiDAR Mapping
Point Cloud Density
283 points/㎡
Single Route
Equal Left/Right Extensions
GSD
10.00cm/pixel
150
Left Extension Length (ft)
In-Flight(RTK)
19:29
RTK
12
R
2.4G
80% 100%
26.1v
26.1v
Gebruikershandleiding
op Repetitive (Herhalen), de altitude (hoogte) op 50 - 100 m, de ight speed (vliegsnelheid)
op 8 - 12 m/s, en de IMU-kalibratie in te schakelen.
B. Fotogrammetrie-missie:
a. Selecteer Zenmuse L1 en vervolgens Fotogrammetrie.
b. Stel de advanced settings (geavanceerde instellingen), payload settings (instellingen
laadvermogen) en andere parameters in. Het wordt aanbevolen om Dewarping (vervormingscorrectie) uit te schakelen en Forward Overlap (voorwaartse overlapping; zichtbaar) en Side Overlap (zijdelingse overlapping; zichtbaar) als standaard parameters in te stellen.
3. Selecteer om de vluchtmissie op te slaan en selecteer om de vluchtmissie te uploaden en uit te voeren.
4. Schakel de drone uit nadat de missie is voltooid en verwijder de microSD-kaart uit de L1. Sluit hem aan op een computer en controleer de puntenwolkdata, foto’s en andere bestanden in de DCIM-map.

Lineaire vluchtmissie

1. Ga naar het scherm vluchtmissie in DJI Pilot, selecteer Route aanmaken en kies vervolgens om een lineaire vluchtmissie te kiezen.
2. Tik en sleep op de kaart om het gebied dat wordt gescand aan te passen.
330.8m
460.8m
Flight Band Flight Route
H20 T
6277 fs 12 m 49 s
S
430.8m230.8m
197
55549.0
32
3. Bewerk de parameters voor een LiDAR-mappingmissie of fotogrammetrie-missie.
A. LiDAR-mappingmissie:
a. Selecteer Zenmuse L1 en vervolgens LiDAR-mapping.
b. Stel de geavanceerde instellingen, het laadvermogen, ight band (de vliegband), ight route
(de vliegroute) en andere parameters in. Het wordt aanbevolen om de hoogte in te stellen op 50-100 m, de vliegsnelheid op 8-12 m/s en de lengte van de extensie aanpassen om het gebied dat gescant moet worden te bestrijken.
B. Fotogrammetrie-missie:
a. Selecteer Zenmuse L1 en vervolgens Fotogrammetrie.
b. Stel de advanced settings (geavanceerde instellingen), payload settings (instellingen
laadvermogen) en andere parameters in. Het wordt aanbevolen om Dewarping (vervormingscorrectie) uit te schakelen en Forward Overlap (voorwaartse overlapping; zichtbaar) en Side Overlap (zijdelingse overlapping; zichtbaar) als standaard parameters in te stellen.
4. Selecteer om de vluchtmissie op te slaan en selecteer om de vluchtmissie te uploaden en uit te voeren.
©
12
DJI Alle rechten voorbehouden.
ZENMUSE P1 Gebruikershandleiding
100
500
25
19:29
GPS
12
2.4G
80% 100%
26.1v
26.1v
160
180
200
100
120
5. Schakel de drone uit nadat de missie is voltooid en verwijder de microSD-kaart uit de L1. Sluit hem aan op een computer en controleer de puntenwolkdata, foto’s en andere bestanden in de DCIM-map.

Terrein volgen

Om een precieze Terrain Follow-vlucht uit te voeren, schakelt u Terrain Follow in mappingmissie in en importeert u het DSM-bestand inclusief de hoogte-informatie.
Bestanden voorbereiden
De DSM-bestanden van het meetgebied kunnen op de volgende twee manieren worden verkregen:
A. Verzamel de 2D-gegevens van het mappinggebied en voer een 2D-reconstructie uit via DJI Terra
door Fruit Tree te selecteren. Er wordt een .tif-bestand gegenereerd dat naar de microSD-kaart van de afstandsbediening kan worden geïmporteerd.
B. Download de terreinmappinggegevens van een geobrowser en importeer deze op de microSD-
kaart van de afstandsbediening.
Zorg ervoor dat het DSM-bestand een systeembestand met geograsche coördinaten is en geen systeembestand met geprojecteerde coördinaten. Anders wordt het geïmporteerde
bestand mogelijk niet herkend. Het strekt tot aanbeveling om de resolutie van het geïmporteerde bestand niet meer dan 10 meter te laten bedragen.
Bestanden importeren
245.8m
224.8m 245.8m
S
224.8m
140
6277 m 41 m 49 s 102 697
55549.0
1. Schakel Terrain Follow (terrein volgen) in mappingmissie in.
2. Tik op DSM-bestand selecteren. Tik op +, selecteer en importeer het bestand uit de microSD-kaart van de afstandsbediening en wacht tot het bestand is geïmporteerd.
3. De geïmporteerde bestanden worden in de lijst weergegeven.
Een vluchtroute plannen
1. Schakel, in Mappingmissie, Terrain Follow (terrein volgen) in en selecteer een bestand op het scherm DSM-bestand selecteren.
2. Bewerk de parameters in Mappingmissie:
A. Stel de hoogte voor terrein volgen in.
©
DJI Alle rechten voorbehouden.
13
ZENMUSE P1
N
E
W
S
3
6
12
15
21
24
30
33
222m
20
m/s
m
19:29
RTK
R
12
2.4G
55% 56%
3.72v
3.72v
Gebruikershandleiding
B. Stel de opstijgsnelheid, routesnelheid en actie na voltooiing in. C. Stel in Geavanceerde instellingen de Side Overlap (zijdelingse overlapping - LiDAR), Course
Angle (richtingshoek), Margin (marge) en Photo mode (fotomodus) in.
D. Stel in de Payload Settings (Instellingen laadvermogen) de Return Mode (retourmodus), Sampling
Rate (bemonsteringssnelheid), Scanning Mode (scanmodus) en RGB-Coloring in.
3. Selecteer om de opdracht op te slaan en selecteer om de vluchtopdracht te uploaden en uit
te voeren.
4. Schakel de drone uit nadat de missie is voltooid en verwijder de microSD-kaart uit de L1. Sluit de
microSD-kaart aan op een computer en controleer de puntenwolkdata, foto’s en andere bestanden
in de DCIM-map.

Handmatige vlucht

1. Vlieg met de drone naar een geschikte hoogte. Het wordt aanbevolen dat het doel 5 tot 100 meter
van de L1 verwijderd is en een IMU-kalibratie uit te voeren. Tik op aanwijzingen om de kalibratie te voltooien. Schakel obstakeldetectie in en zorg ervoor dat het gebied
dat rood gearceerd is op de kaart vrij is van obstakels om zo de vliegveiligheid te waarborgen.
2. Vlieg met de drone naar het doel dat u wilt opnemen en gebruik de cameraweergave om de gimbal
aan te passen aan een geschikte hoek voor het vastleggen van puntenwolkdata. Tik op
de puntenwolkweergave te openen. Tik op om puntenwolkopname te starten.
LiDAR
CAMERA
en en volg de
MENU
LiDAR
om
SBS
CAMERA
SPD
05.2
WS 04.0
©
14
DJI Alle rechten voorbehouden.
130.2
ALT
VS2.5 ASL1234.5
ZENMUSE P1 Gebruikershandleiding
3. Voer de vluchtmissie uit om puntenwolkdata op te nemen. Tik op om het puntenwolkmodel te bekijken dat tijdens de vlucht in realtime is geregistreerd.
4. Ga terug naar de puntenwolkweergave en tik op om de opname te voltooien.
5. Het wordt aanbevolen om een andere IMU-kalibratie uit te voeren na het vastleggen van de puntenwolkdata.
6. Schakel de drone uit nadat de missie is voltooid en verwijder de microSD-kaart uit de L1. Sluit hem aan op een computer en controleer de puntenwolkdata, foto’s en andere bestanden in de DCIM-map.

Beschrijving puntenwolkdata

A. De vastgelegde puntenwolkdata worden opgeslagen op de microSD-kaart. De opslag-directory is
microSD: DCIM/DJI_YYYYMMDDHHMM_NO. _XXX (XXX kan door de gebruiker worden bewerkt).
B. De map bevat niet alleen foto’s die tijdens de vlucht zijn genomen, maar ook bestanden met het
achtervoegsel CLC, CLI, CMI, IMU, LDR, RTB, RTK, RTL en RTS.
Chinese tekens kunnen niet worden gebruikt om de naam van een van de bestanden te wijzigen.

Verzamelen van satellietgegevens voor het basisstation

Als het als het videosignaal van het mobiele netwerk of de afstandsbediening slecht is, gebruikt u de RTCM-gegevens van het D-RTK 2 Mobile Station of een RTK-basisstation van een andere fabrikant om de L1 te helpen bij het nabewerken van gegevens. Volg de onderstaande stappen:
1. Controleer de plaatselijke bedrijfstijd uit de map met puntenwolkdata die op de microSD-kaart is opgeslagen.
2. Zoek naar .DAT RTCM-bestanden met dezelfde tijdstempel als de opgeslagen bestanden van het D-RTK 2 Mobile Station of RTK-basisstation van derden en volg de onderstaande stappen:
A. Als u het D-RTK 2 Mobile Station gebruikt, kopieert u het .DAT-bestand met dezelfde tijdstempel
in de map rtcmraw naar de map van het bestand met de puntenwolkdata.
B. Bij gebruik van een RTK-basisstation van derden worden .oem/.ubx/.obs/.rtcm-bestanden
ondersteund. Geef het bestand dezelfde naam als het .RTB-bestand in de bestandsdirectory voor puntenwolkdata, door het naamformaat in de onderstaande tabel te volgen en kopieer het hernoemde bestand naar de map van het bestand met puntenwolkgegevens. DJI Terra geeft prioriteit aan bestanden in de volgende volgorde: .oem > .ubx > .obs > .rtcm.
©
DJI Alle rechten voorbehouden.
15
ZENMUSE P1
Gebruikershandleiding
Soort protocol Protocolversie Berichttype Formaat naam
OEM OEM4, OEM6 BEREIK DJI_YYYYMMDDHHMM_XXX.oem
UBX -- RAWX DJI_JJJJMMDDUUMM_XXX.ubx
RINEX v2.1x, v3.0x -- DJI_YYYYMMDDHHMM_XXX.obs
v3.0
RTCM
v3.20
Let op: het RTCM-bestand dat in het D-RTK 2 Mobile Station is opgeslagen, gebruikt het
1003, 1004, 1012, 1014
MSM4, MSM5, MSM6, MSM7
DJI_YYYYMMDDHHMM_XXX.rtcm
tijdformaat UTC.
Bij gebruik van het D-RTK 2 Mobile Station kunnen gebruikers ook direct alle gegevensbe-
standen van het basisstation van die dag kopiëren en DJI Terra zal deze automatisch samen-
voegen.
Volg bij het instellen van een RTK-basisstation van derden de stappen om de coördinaten van
de oorsprong voor het RTK-basisstation in te stellen (met het Renix-formaat dat als voorbeeld
wordt gebruikt):
1. Plaats het RTK-basisstation op een punt met bekende coördinaten en leg de XYZ-
coördinaten vast in ECEF-formaat (gebruik indien nodig software van derden voor het
converteren van het formaat).
2. Gebruik Notepad om het Renix-bestand met het O.-bestand te openen en wijzig de
coördinaten van ‘APPROX POSITION XYZ’ van het O.-bestand naar de coördinaten die zijn
opgenomen in stap 1.
Lees de gebruikershandleiding van het D-RTK 2 Mobile Station voor meer informatie.
16
©
DJI Alle rechten voorbehouden.

Gegevensverwerking op kantoor

Gebruikers kunnen de opgenomen puntenwolkdata in DJI Terra importeren voor een zeer nauwkeurige
modelreconstructie. Lees de gebruikershandleiding van de DJI Terra voor meer informatie.

DJI Terra downloaden

DJI Terra is vereist voor gegevensverwerking. Lees de DJI Terra-gebruikershandleiding voor meer
informatie over het congureren en gebruiken van reconstructie in DJI Terra.
Ga naar https://www.dji.com/dji-terra/downloads om DJI Terra te downloaden en te installeren.

Reconstructieprocedures

Volg de onderstaande stappen om puntenwolkdata in DJI Terra te reconstrueren.
1. Start DJI Terra, selecteer New Mission (Nieuwe missie), maak een bewerkingsmissie in de
puntenwolk aan en sla deze op.
2. Selecteer op de pagina voor het bewerken van de missie en importeer de map van de microSD­kaart. De map zal een naam krijgen die overeenkomt met het tijdstip waarop de puntenwolkdata
werden opgenomen. De map bevat bestanden met het achtervoegsel CLC, CLI, CMI, IMU, LDR,
RTB, RTK, RTL en RTS.
3. Configureer de instellingen voor de dichtheid van de puntenwolk en en de output van het
coördinatensysteem.
4. Klik hierop om de reconstructie te starten en wacht tot deze is voltooid.
5. Op de reconstructiepagina kan de huidige opdrachtmap geopend worden met de toetscombinatie
‘Ctrl+Alt+F’ om het bestand te vinden en het resultaat van de reconstructie te controleren.
6. Lees de DJI Terra-gebruikershandleiding voor meer informatie over het verwerken van gegevens,
zoals het optimaliseren van de nauwkeurigheid van puntenwolkdata.
©
DJI Alle rechten voorbehouden.
17

Beschrijving LiDAR-puntenwolk

Azimuth/ deg
Azimuth/ deg
Azimuth/ deg
Zenith/ deg
Azimuth/ deg
Zenith/ deg
De L1 beschikt over twee scanmethoden voor de puntenwolk. Gebruikers kunnen kiezen tussen niet­repetitieve en repetitieve scanmethoden.
A. De niet-repetitieve scanmethode is de unieke LiDAR-technologie van de L1. Het biedt een bijna
cirkelvormig gezichtsveld met een scandichtheid die in het centrum van het gezichtsveld compacter is dan eromheen, wat resulteert in een vollediger puntenwolkmodel.
B. De repetitieve scanmethode biedt een vlak gezichtsveld die vergelijkbaar is met traditionele
mechanische scanmethoden. Het kan uniformere en preciezere scanresultaten verkrijgen in vergelijking met traditionele mechanische scanmethoden.

Niet-repetitieve scanmethode

Typische puntenwolkpatronen
Voor de niet-repetitieve scanmethode heeft de L1 een verticaal gezichtsveld van 77,2° en een horizontaal gezichtsveld van 70,4°. De onderstaande afbeelding toont de typische puntwolkpatronen van de L1 na 0,1 s, 0,2 s, 0,5 s en 1 s.
A. Binnen een straal van 10° van het midden van het gezichtsveld, kan de dichtheid van de puntwolk
de traditionele 32-lijns LiDAR-sensoren binnen 0,1 s evenaren.
B. Binnen een straal van 10° van het midden van het gezichtsveld kan de dichtheid van de puntwolk
de traditionele 64-lijns LiDAR-sensoren binnen 0,2 s evenaren. De dichtheid van de puntwolk in de rest van het gezichtsveld is in dezelfde tijd vergelijkbaar met traditionele 32-lijns LiDAR-sensoren.
C. Na verloop van tijd neemt de dichtheid van de puntwolk en de dekking binnen het gezichtsveld
aanzienlijk toe en wordt meer gedetailleerde informatie over de omgeving onthuld.
130
120
110
100
90
80
Zenith/graden
Zenith/ deg
70
60
50
-40-30 -20-10 010203040
©
18
130
120
110
100
90
80
Zenith/ deg
Zenith/graden
70
60
50
-40-30 -20-10 010203040
DJI Alle rechten voorbehouden.
130
120
110
100
90
80
Zenith/graden
70
60
50
-40-30 -20-10 010203040
Azimuth/gradenAzimuth/gradenAzimuth/graden
130
120
110
100
90
80
Zenith/graden
70
60
50
-40-30 -20-10 010203040
Azimuth/graden
ZENMUSE P1 Gebruikershandleiding
04
)%( egarevoC VOF
1
100
Integration time (s)
Dekking van het gezichtsveld
De onderstaande afbeelding toont de dekking van het gezichtsveld van de L1 in vergelijking met non-L1
LiDAR-sensoren die traditionele mechanische scanmethoden gebruiken.
A. Wanneer de integratietijd minder dan
0,3 s is, is de 70% dekking van het
gezichtsveld van de L1 iets beter dan
een 64-lijns LiDAR-sensor.
B. Naarmate de integratietijd toeneemt,
neemt echter de dekking van het
gezichtsveld van de L1 aanzienlijk toe.
Na 0,8 s worden bijna alle gebieden
verlicht door laserstralen wanneer de
dekking van het gezichtsveld de 100%
nadert.
90
80
70
60
50
Dekking van het gezichtsveld (in %)
40
30
20
10
0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.7 0.8 0.9
Integratietijd (s)
The L1
64 Lines
32 Lines
16 Lines

Herhalende scanpatronen

Voor de repetitieve scanmethode van L1 wordt het scannen ongeveer elke 0,1 s herhaald, is het
horizontale gezichtsveld 70,4°, is het verticale gezichtsveld 4,5° en is de verticale hoekresolutie iets
beter dan traditionele 32-lijns LiDAR-sensoren.
130
120
110
100
90
Zenith/graden
Zenith/ deg
80
70
60
Blinde hoek op korte afstand: de L1 LiDAR-sensor kan niet precies objecten detecteren die zich
op minder dan 1 meter afstand bevinden. De puntenwolkdata kunnen op verschillende wijzen
50
-40-30 -20-10 010203
Azimuth/ deg
Azimuth/graden
0
worden vervormd wanneer het doelobject zich binnen een bereik van 1 tot 3 meter bevindt.
De nauwkeurigheid van het bereik van L1 LiDAR is 2 cm, getest in een omgeving met
een temperatuur van 25°C, met een doelobject met een reflectiviteit van 80% en op 20 meter afstand van de L1. De werkelijke omgeving kan verschillen van de testomgeving. De weergegeven afbeelding is alleen ter referentie.
©
DJI Alle rechten voorbehouden.
19

Onderhoud

Logboek exporteren

Ga naar de cameraweergave in DJI Pilot, selecteer en Export Zenmuse P1 Log om het
cameralogboek naar de microSD-kaart van de L1 te exporteren.

Firmware-update

DJI Pilot gebruiken
1. Zorg ervoor dat de L1 stevig op de drone is gemonteerd, dat er een goede verbinding is tussen de
drone en de afstandsbediening en andere DJI-apparaten die met de drone worden gebruikt en dat
alle apparaten zijn ingeschakeld.
2. Ga naar HMS in DJI Pilot, selecteer Firmware Update (rmware-update), dan Zenmuse L1 en volg
de instructies op het scherm om de rmware bij te werken. Kies Update All (Alles bijwerken) om alle
beschikbare toestellen tegelijk bij te werken.
Gebruik van de microSD-kaart
1. Zorg ervoor dat de L1 stevig op de drone is gemonteerd en dat de drone is uitgeschakeld.
Controleer of er voldoende vrije ruimte is op de microSD-kaart en of de Intelligent Flight-batterijen
volledig zijn opgeladen.
2. Raadpleeg de Zenmuse L1-productpagina op de ociële DJI-website en ga naar Downloads.
3. Download de laatste rmware.
4. Na het downloaden kopieert u het rmware-bestand naar de hoofdmap van de microSD-kaart.
5. Plaats de microSD-kaart in de microSD-kaartsleuf van de L1.
6. Zet de drone aan. De gimbal en de camera voeren een automatische controle uit en worden
automatisch bijgewerkt. De gimbal piept om de status van de rmware-update aan te geven.
7. Start het apparaat opnieuw op nadat de rmware-update is voltooid.
Alarm updatestatus
Alarm Beschrijvingen
1 korte pieptoon Firmware-update gedetecteerd. Voorbereiden om te updaten
4 korte pieptonen Updaten van rmware. Onderbreek de update niet
1 lange pieptoon gevolgd door 2 korte
pieptonen
Ononderbroken lange pieptoon
Zorg ervoor dat er slechts één rmware-updatebestand op de microSD-kaart staat.
Schakel de drone niet uit en maak de gimbal en camera niet los tijdens het bijwerken van de
firmware. Het wordt aanbevolen om het firmware-updatebestand op de microSD-kaart te
verwijderen zodra de rmware is bijgewerkt.
©
20
DJI Alle rechten voorbehouden.
Firmware-update succesvol
Firmware-update mislukt. Probeer het opnieuw en neem contact
op met DJI Support als het probleem aanhoudt
ZENMUSE P1 Gebruikershandleiding

Kalibratie Zenmuse L1

Grote kalibratiefouten kunnen leiden tot problemen zoals gelaagde puntenwolken en onnauwkeurige
kleurweergave. Selecteer om Zenmuse L1 te kalibreren. De L1-rmware moet versie 03.00.01.00 of
hoger zijn.
De interne en externe parameters van de L1 opnieuw kalibreren
1. Kalibratiegegevens verzamelen
Zorg ervoor dat er een gevel van een gebouw in het meetgebied is. Gebruik Mapping om een route van
ongeveer 5 minuten te maken, en schakel IMU Calibration, Elevation Optimization (hoogteoptimalisatie), RGB Coloring, Single return (Enkele retour) en Repetitive scanning in, en stel de side overlap (zijdelingse overlapping) in op 50%. Voer vervolgens de vlucht uit om de gegevens te verzamelen.
2. DJI Terra gebruiken om kalibratiebestand te exporteren
Gebruik DJI Terra (v3.1.0 of hoger) om een verwerkingstaak voor de LiDAR-puntenwolk te maken,
importeer de kalibratiegegevens die zijn verzameld in stap 1 en selecteer de scenario's als ‘Zenmuse L1-kalibratie’. Klik op ‘Export Calibration File’ (Kalibratiebestand exporteren) nadat de verwerkingstaak
is voltooid. Het gegenereerde kalibratiebestand is het .tar-bestand in de projectmap lidars/terra_L1_cali.
Het wordt aanbevolen om te controleren of de puntenwolk problemen heeft, zoals gelaagde
puntenwolken en onnauwkeurige kleurweergave. Ga naar stap 3 indien dat niet het heval is. Voer anders stap 1 en 2 opnieuw uit.
3. De L1 kalibreren
Kopieer het kalibratiebestand naar de hoofddirectory van de microSD-kaart, plaats de microSD-
kaart die gekalibreerd moet worden in de L1, installeer de L1 op de M300 RTK en schakel de drone in en wacht ongeveer 5 minuten om de kalibratie te voltooien.
4. Het resultaat controleren
Nadat de kalibratie is voltooid, verwijdert u de microSD-kaart uit de L1. Sluit het aan op een
computer en controleer het logbestand met .txt-formaat. Als alles wordt weergegeven, is de kalibratie geslaagd. Gebruikers kunnen ook de puntenwolkdata registreren om te controleren of de tijdparameter van het .CLI-bestand wordt bijgewerkt.
De interne en externe parameters van L1 herstellen naar de standaardinstellingen
Als de resultaten van de kalibratie van de Zenmuse L1 niet bevredigend zijn, kan de gebruiker ook de interne en externe parameters van de L1 herstellen naar de standaardinstellingen door de onderstaande stappen te volgen.
1. Maak een nieuw .txt-tekstbestand aan en geef het de naam reset_cali_user. Open het bestand en
noteer het SN-serienummer van de L1 die gereset moet worden, met het formaat ‘SN-nummer:
XXXXXXXXXXXXXX’ (zoek het SN-serienummer op in het .CLI-bestand of bekijk de informatie over de versie van het apparaat in de app).
©
DJI Alle rechten voorbehouden.
21
ZENMUSE P1
2. Kopieer het .txt-tekstbestand naar de hoofddirectory van de microSD-kaart, plaats de microSD-
kaart in de L1 die gekalibreerd moet worden, installeer de L1 op de M300 RTK en schakel de drone
in. Wacht ongeveer 5 minuten om de kalibratie te voltooien.
3. Leg de puntenwolkdata vast en verwijder de microSD-kaart uit de L1. Sluit het aan op een
computer en controleer het logbestand met .txt-formaat. Als alles wordt weergegeven, is de reset
geslaagd. Gebruikers kunnen ook controleren of de tijdparameter van het .CLI-bestand is hersteld
naar de fabriekstijd.
Gebruikershandleiding

Opslag, transport en onderhoud

Opslag
Het opslagtemperatuurbereik voor de L1 LiDAR ligt tussen -40° en 85°C. Bewaar de L1 LiDAR-
sensoren in een droge en stofvrije omgeving.
1. Zorg ervoor dat de L1 LiDAR-sensoren niet worden blootgesteld aan omgevingen met giftige of
corrosieve gassen of materialen.
2. Laat de L1 LiDAR-sensoren NIET vallen en wees voorzichtig bij het opbergen of uit de opslag halen.
Transport
1. Plaats de L1 vóór transport in een geschikte transportdoos en zorg ervoor dat deze goed wordt
vastgezet. Zorg ervoor dat u schuim in de transportdoos plaatst en dat de doos schoon en droog
is.
2. Laat de L1 NIET vallen en wees voorzichtig als u hem draagt.
Onderhoud
1. Onder normale omstandigheden is het enige onderhoud dat nodig is voor de L1 het reinigen van
het optische venster van de LiDAR-sensor. Stof en vlekken op het optische venster kunnen de
prestaties van de LiDAR-sensor negatief beïnvloeden. Zorg ervoor dat u het optische venster
regelmatig reinigt om te voorkomen dat dit gebeurt.
2. Controleer eerst het oppervlak van het optische venster om te zien of reiniging noodzakelijk is. Als
het nodig is om het te reinigen, volg dan de onderstaande stappen:
A. Gebruik perslucht of lucht uit een spuitbus. Veeg een stog optisch venster NIET af, omdat dit
alleen maar meer schade veroorzaakt. Reinig het optische venster met perslucht of lucht uit
een spuitbus voordat u het optische venster schoonveegt. Het is niet nodig om een doekje te
gebruiken als er na aoop geen zichtbare vlekken op het optische venster te zien zijn.
B. Veeg de vlekken af: Veeg NIET af met een droge lensdoek, omdat die krassen maakt op het
oppervlak van het optische venster. Gebruik een nat lensdoekje. Veeg langzaam om het vuil te
verwijderen in plaats van het opnieuw te verspreiden over het oppervlak van het optische venster.
Als het optische venster nog vuil is, kan een milde zeepoplossing worden gebruikt om het venster
voorzichtig te schoon te maken. Herhaal stap B om alle resterende zeepresten te verwijderen.
©
22
DJI Alle rechten voorbehouden.

Technische gegevens

Algemeen
Productnaam ZENMUSE L1
Afmetingen 152×110×169 mm
Gewicht
Vermogen Typisch: 30 W; max.: 60 W
IP-classicatie IP54
Ondersteunde drone Matrice 300 RTK
Bedrijfstemperatuurbereik -20 tot 50°C
Opslagtemperatuurbereik -20 tot 60°C
Systeemprestaties
Detectiebereik 450 m bij 80% reectie, 0 klx
Aantal punten Enkele retour: max. 240.000 pts/s
Systeemnauwkeurigheid (RMS 1σ)* Horizontaal: 10 cm bij 50 m
Realtime kleurcodering voor puntenwolk Reectie, hoogte, afstand, RGB
LiDAR
Golengte laser 905 nm
Straaldivergentie 0.03° (Horizontaal) × 0.28° (Verticaal)
Nauwkeurigheid bereik (RMS 1σ)** 3 cm bij 100 m
Maximaal aantal ondersteunde retourneringen
Scanmodi Niet-herhalend scanpatroon, herhalend scanpatroon
Gezichtsveld Niet-herhalend scanpatroon: 70,4° (horizontaal) × 77,2° (verticaal)
Laserveiligheid Klasse 1 (IEC 60825-1:2014) (oogveiligheid)
Inertienavigatiesysteem
Updatefrequentie IMU 200 Hz
Bereik versnellingsmeter ±8 g
Bereik hoeksnelheidsmeter ±2000 dps
Slingernauwkeurigheid (RMS 1σ)* In realtime: 0,3°, nabewerking: 0,15°
Pitch/Roll-nauwkeurigheid (RMS 1σ)* In realtime: 0,05°, nabewerking: 0,025°
Zichtsensor voor hulppositionering
Resolutie 1280 × 960
Gezichtsveld 95°
RGB-mappingcamera
Grootte sensor 1 in
Eectieve pixels 20 MP
930±10 g
0° tot 50°C (bij gebruik van RGB-mappingcamera)
190 m bij 10% reectie, 100 klx
Meervoudige retour: max. 480.000 pts/s
Verticaal: 5 cm bij 50 m
3
Herhalend scanpatroon: 70,4° (horizontaal) x 4,5° (verticaal)
©
DJI Alle rechten voorbehouden.
23
ZENMUSE P1
Gebruikershandleiding
Fotogrootte 5472×3078 (16:9), 4864×3648 (4:3), 5472×3648 (3:2)
Brandpuntsafstand 8,8/24 mm (equivalent)
Sluitertijd
Mechanische sluitertijd: 1/2000-8 sec. Elektronische sluiter: 1/8000-8 sec.
ISO Video: 100-3200 (auto); 100-6400 (handmatig)
Foto: 100-3200 (auto), 100-12800 (handmatig)
Diafragmabereik f/2.8 - f/11
Ondersteund bestandssysteem FAT (≤32 GB); exFAT (>32 GB)
Bestandsindeling foto JPEG
Bestandsindeling video MOV, MP4
Videoresolutie H.264, 4K: 3840×2160 30 p
Gimbal
Gestabiliseerd systeem 3-assig (kantelen, rollen, pannen)
Bereik hoektrilling ±0,01°
Monteren Afneembare DJI SKYPORT
Bestuurbaar bereik Tilt: -120° tot +30°, Pan: ±320°
Bedrijfsmodi Volgen/Vrij/Opnieuw centreren
Gegevensopslag
Opslag ruwe data Foto-/IMU-/puntwolk-/GNSS-/kalibratiebestanden
Ondersteunde SD-kaarten microSD: Sequentiële schrijfsnelheid 50 MB/s of hoger en UHS-I
snelheidsgraad 3 of hoger; max. capaciteit: 256 GB
Aanbevolen microSD-kaarten*** SanDisk Extreme 128 GB UHS-I snelheidsklasse 3
SanDisk Extreme 64 GB UHS-I snelheidsklasse 3 SanDisk Extreme 32 GB UHS-I snelheidsklasse 3 SanDisk Extreme 16 GB UHS-I snelheidsklasse 3 Lexar 1066x 128 GB U3 Samsung EVO Plus 128 GB
Software voor nabewerking
Ondersteunde software DJI Terra
Gegevensindeling
DJI Terra ondersteunt het exporteren van puntenwolkmodellen met standaardformaatpunten: Indeling puntenwolk: PNTS/LAS/PLY/PCD/S3MB
* De nauwkeurigheid werd gemeten onder de volgende omstandigheden in een DJI laboratoriumomgeving: na een
opwarmperiode van 5 minuten, met gebruik van Mapping Mission met IMU-kalibratie, ingeschakeld in DJI Pilot, en met de RTK in FIX (VAST)-status. De relatieve hoogte was ingesteld op 50 m, vliegsnelheid op 10 m/s, gimbalkanteling op -90°, en elk recht stuk van de vliegroute was minder dan 1000 m. DJI Terra werd gebruikt voor de nabewerking.
** Gemeten in een omgeving van 25°C met een target van 80% reectie op een afstand van 100 meter. De resultaten kunnen
variëren afhankelijk van de testomstandigheden.
*** De aanbevolen microSD-kaarten kunnen in de toekomst worden bijgewerkt. Bezoek de ociële website van DJI voor de
laatste informatie.
24
©
DJI Alle rechten voorbehouden.
WE ARE HERE FOR YOU
Contact DJI SUPPORT
via Facebook Messenger
De inhoud van dit document kan gewijzigd worden.
Download de nieuwste versie vanaf
https://www.dji.com/zenmuse-l1
Verstuur voor eventuele vragen over dit document een e-mail naar
DocSupport@dji.com.
ZENMUSE is een handelsmerk van DJI. Copyright © 2021 DJI Alle rechten voorbehouden.
Loading...