Delonghi DD230P Instruction manuals [nl]

ENKELE OPMERKINGEN OVER VOCHTIGHEID
Lucht bevat altijd een zekere hoeveelheid water, in de vorm van waterdamp. Hierdoor wordt de voch­tigheidsgraad van een omgeving bepaald.
De hoeveelheid waterdamp bevat in de lucht is groter naarmate de temperatuur van de lucht toe­neemt. Dat is de reden waarom, zodra de tempe­ratuur in huis daalt, de waterdamp bevat in de lucht wordt omgezet in condens dat verschijnt op alle koude oppervlakken zoals ruiten, muren, enz. De luchtontvochtiger is een huishoudelijk appa­raat dat het teveel aan vocht aan de lucht onttrekt,
terwijl het door condens aangerichte schade voorkomt. Deskundigen hebben vastgesteld dat de ideale omstandigheden voor onze gezondheid en onze leefomgeving worden bereikt tussen 40% en 60% relatieve vochtigheid. Bij zeer lage tempe­raturen is het raadzaam de omgeving op z’n minst iets te verwarmen. Dit zal de ontvochtigingscapa­citeit van het apparaat in aanzienlijke mate doen toenemen.
Alleen op die manier kan het condensvocht aan­wezig op de ruiten en andere koude oppervlakken verdampen en door de luchtontvochtiger worden opgevangen. De door de ontvochtiger afgegeven lucht is meestal 1° C warmer dan de omgeving­stemperatuur.
BESCHRIJVING/ACCESSOIRES
1. Bedieningspaneel
2. Inspectieopening waterniveau
3. Condensreservoir
4. Handgrepen voor optillen
5. Luchtinlaatrooster
6. Luchtfilter
7. Luchtuitlaatrooster
8. Condensafvoerslang, aan te brengen in de achterkant van het apparaat
9. Condensafvoerslang pomp, aan te brengen in de voorkant van het apparaat.
10. Aansluiting voor pomp (eerst de dop verwij­deren)
11. Wielen
4
5
6
7
4
1
8
9
2
11
3
10
26
fig. 4
fig. 3
NL
INSTALLATIE
Zet het apparaat in het vertrek dat ontvochtigd moet worden. Er moet vóór de luchtontvochtiger een vrije ruimte van minstens 50 cm worden gela­ten, om de afvoer van lucht niet te belemmeren. Voor een goede ventilatie moet aan de achterkant van het apparaat minstens 5 à 10 cm vrije ruimte worden gelaten. De afvoer van het condenswater kan op drie manieren gebeuren:
A) Afvoer in het reservoir
Het condenswater kan rechtstreeks in het reser­voir opgevangen worden. Het reservoir is makkelijk te verwijderen (fig. 1).
fig. 1
Wanneer het reservoir vol is, dit verwijderen en legen in een wasbak of badkuip. Breng het reser­voir hierna weer correct aan. OPMERKING: het reservoir moet correct aange­bracht worden. Als u een intermitterend geluid hoort, betekent dit dat het reservoir niet goed geplaatst is.
B) Continu-afvoer naar buiten
Als u het apparaat lange tijd wilt laten werken zon-
2
1
3) Controleer of de slang nooit boven de hoogte va n he t t uitje komt (fig. 5). In teg en gestel d ge va l blijft het water in het reservo ir; contr o­lee r tev ens of de slang niet geknikt of ver stopt is.
NO
NO
fig. 5
JA
Nota bene: bewaar het rubberen dopje om
tuitje af te sluiten als er geen continu-afvoer is
het vereist.
C) Continu-afvoer met pomp (alleen bij sommige modellen)
Het exclusieve systeem voor continu-afvoer van condens maakt gebruik van een slang (9) waar­mee de condensafvoer tot een maximum hoogte­verschil van 4 m mogelijk is. Sluit, om het water met de pomp af te voeren, de bijgeleverde slang (9) aan op de aansluiting aan de onderkant van het apparaat (fig. 6). Selecteer de ontvochtigingsfunctie en druk op de pomp-toets.
fig. 2
der dat u de mogelijkheid hebt het reservoir perio­diek te ledigen, raden wij u aan een continue afvoer te gebruiken.
1) Draai de beschermdop 1 linksom los en ver­wijder het rubberen dopje van het tuitje 2 (fig.
2).
2) Steek de beschermdop 1 volledig in de con­densafvoerslang (8) (fig. 3) en schroef de beschermdop volledig op het tuitje (fig. 4).
1 PUSH
Opmerking: Als de afvoerslang ontbreekt en de pomp geactiveerd is, knippert het opschrift PUMP. Om het probleem te verhelpen:
Plaats de slang op de juiste manier;
Verwijder de stekker uit het stopcontact en
27
breng hem weer in.
2
fig. 6
Toets voor afname vochtigheid
ON/Standby toets
Schakelt het apparaat in en uit.
Ventilatietoets
Voor de keuze van de snelheid van de ventilator (MIN/MAX).
Temperatuurmetertoets
Zorgt voor de momentane weergave van de tem­peratuur die het apparaat in het vertrek meet. Als deze toets één maal wordt bediend, geeft het display de temperatuur in °F weer. Als deze toets twee maal wordt bediend, geeft het display de temperatuur in °C weer. Na enkele seconden keert het display terug naar de weergave van het in het vertrek gemeten vochtigheidsniveau. Opmerking: de verrichte en weergegeven metin­gen zijn slechts van indicatieve aard.
Toetsen afname/toename
Zorgen voor het instellen van de gewenste vochti­gheidsgraad in het vertrek, door deze met stappen van 5% te verhogen of te verlagen. Met deze toetsen kan ook de timer ingesteld wor­den. Van 0-10 varieert de tijd 30 minuten en van 10-24 varieert de tijd 1 uur.
Pomptoets (alleen bij sommige modellen)
Wanneer de pomptoets wordt bediend, gaat het opschrift “PUMP” branden. Als het opschrift “PUMP” knippert, betekent dit dat de pomp niet correct werkt.
Timertoets
Zorgt voor instelling van de timerfunctie waarmee de in- en uitschakeling van het apparaat uitgesteld kan worden.
Display
Betekenis van de symbolen die op het display kunnen verschijnen:
-- --
Betekenis van de symbolen die op het dis-
play kunnen verschijnen:
Reservoiralarm
Als dit symbool knippert, betekent dit dat het reservoir vol is, afwezig is of verkeerd geplaatst is.
Dit alarm houdt aan zolang het reservoir niet cor­rect geplaatst wordt.
Ontdooi-alarm
Bij een omgevingstemperatuur lager dan 15°C, voert het apparaat veelvuldig ontdooiingcycli uit. Tijdens het ontdooien brandt dit symbool en het gaat uit wanneer het ontdooien beëindigd is. Dit symbool gaat tevens branden wanneer het appa­raat een pauze van circa 3 minuten na een nieuwe start maakt.
BEDIENINGSPANEEL
Display
Toets voor toename vochtigheid
Pomptoets
Timertoets
ON/Standby toets
Ventilatie­toets
Toets omge­vingstempe­ratuur
Toets voor afname vochtigheid
28
SELECTIE VAN DE BEDRIJFSWIJZE
1) Sluit het apparaat aan op een stopcontact.
2) Op het display verschijnt “
-- --
“ om aan te geven dat het apparaat in standby staat en dus gereed is om te werken. Als het opschrift “ ” verschijnt, moet het reservoir geledigd of correct geplaatst wor­den.
3) Druk op de ON/Standby toets .
Bedrijfswijze Ontvochtiging
Het display geeft links de in het vertrek gemeten vochtigheidsgraad aan (bijv.:
63), terwijl rechts
de gewenste vochtigheidsgraad (bijv.:
55 ).
Druk op de toets “+” of “-“ om de gewenste voch­tigheid te kiezen (30% komt overeen met een droge omgeving, 80% met een vochtige omge­ving). Druk op de toets “ “ om de snelheid van de ventilator te kiezen (MIN/MAX). Bij selectie van MAX, zal de ontvochtiger met het maximale ontvochtigingsvermogen werken. Bij selectie van MIN, zal de ontvochtiger met een lager vermogen werken, maar ook de geluidspro­ductie zal lager zijn. Druk op de toets als u de in het vertrek geme­ten temperatuur wilt weergeven. Links op het display wordt achter elkaar eerst de temperatuur in °F en vervolgens in °C weergege­ven. Na enkele seconden keert het display terug naar weergave van de in het vertrek gemeten vochtigheidsgraad. Wanneer het apparaat het ingestelde vochtigheid­sniveau bereikt, zal de compressor stoppen terwijl de ventilator op de minimumsnelheid blijft wer­ken. Zodra de vochtigheidsgraad boven de gewen­ste waarde stijgt, begint het apparaat automatisch weer te ontvochtigen.
Functie continu-ontvochtiging
Druk, om de functie continu-ontvochtiging in te stellen, op de toets - totdat het display "- -" weer­geeft. Deze functie is geschikt voor bijzonder vochtige vertrekken of om de was snel te drogen. Bij deze functie werkt het apparaat continu, ongeacht de in het vertrek gemeten vochtigheidsgraad.
TIMERFUNCTIE
Het programmeren van de uitgestel­de start:
1) Druk, met het apparaat in standby, op de toets . Rechts op het display worden het
symbool en het aantal uren waarna het apparaat gestart moet worden getoond.
2) Stel met de + en - toetsen het aantal gewenste
uren in (0,5÷24h). Wacht enkele seconden totdat de programmering is opgeslagen. Het symbool en de resterende tijd wor­den nu weergegeven.
3) Zodra de ingestelde tijd verstreken is, begint
het apparaat te werken.
Het programmeren van de uitgestel­de uitschakeling:
1) Druk, terwijl het apparaat ingeschakeld is, op
de toets . Rechts op het display worden het symbool en het aantal uren waarna het apparaat uitgeschakeld zal worden getoond.
2) Stel met de + en - toetsen het aantal gewenste
uren in (0,5÷24h). Wacht enkele seconden totdat de programmering is opgeslagen. Het symbool en de resterende tijd worden nu weergegeven.
3) Zodra de ingestelde tijd verstreken is, schakelt
het apparaat uit.
De timerfunctie wijzigen of uitscha­kelen:
Voor het wijzigen van de timerinstellingen: druk een maal op de timertoets en bedien de + en ­toetsen. Voor het uitschakelen van de timerfunc­tie: druk twee maal op de timertoets.
Opmerking: bij inschakeling of als de stroomtoe­voer weer wordt hersteld, start het apparaat met de werkwijze die vóór uitschakeling was ingesteld.
NL
29
REINIGING EN ONDERHOUD
Haal de stekker uit het stopcontact alvorens een reinigings- of onderhoudsbeurt uit te voeren. Gebruik om veiligheidsredenen geen stromend water om de luchtontvochtiger schoon te maken.
Reiniging van de buitenkant
Maak de buitenkant schoon met een iets vochtige doek en droog af met een droge doek.
Gebruik voor het reinigen geen benzine, alco­hol of oplosmiddelen.
Spuit geen insecticide of een gelijksoortig product op het apparaat. Het plastic zou hier­door kunnen vervormen.
Reiniging van het luchtfilter
Wanneer het filter vuil is, wordt de luchtcirculatie bemoeilijkt en vermindert de efficiëntie van de luchtontvochtiger. Daarom is het een goede gewoonte het filter gere­geld schoon te maken. De regelmaat van deze handeling moet op de omgeving en de werkingsduur worden afgestemd. In geval van constant/geregeld gebruik, is het raadzaam het filter wekelijks schoon te maken.
Verwijder het filter door het benedenwaarts weg te trekken (fig.7).
Gebruik een stofzuiger om stof op het filter te verwijderen. Als het filter zeer vuil is, kan het goed afgespoeld worden met lauw water. De temperatuur van het water mag niet meer dan 40°C bedragen. Na het reinigen moet het filter goed gedroogd worden alvorens het weer aan te brengen.
Als het apparaat langere tijd niet gebruikt wordt
Haal de stekker uit het stopcontact en maak het reservoir leeg.
Maak het filter schoon en plaats het terug.
Bedek het apparaat met een plastic zak, om het te beschermen tegen stof.
TECHNISCHE GEGEVENS
Netspanning Zie gegevensplaatje
Vermogensverbruik “ Max. vermogensverbruik “ Ontdooi-inrichting Ja Vochtigheidsmeter Ja Vochtigheidsmeter 2 Luchtfilter Ja Werkingslimieten: Temperatuur (5°C - 32°C) relatieve vochtigheid 30-90%
VERWIJDERING
Het apparaat niet met het normale hui­svuil vernietigen maar inleveren bij een officieel centrum voor gescheiden vui­linzameling.
fig. 7
30
WANNEER IETS NIET WERKT
Voer de volgende controles uit alvorens de erkende Technische Servicedienst te bellen die in uw zone werk­zaam is.
PROBLEEM OORZAAK REMEDIES
Het filter is verstopt.
De temperatuur of de vochti­gheid in het vertrek zijn te laag.
Het vertrek is te groot voor de ontvochtigingscapaciteit van het apparaat.
In het vertrek bevinden zich te veel vochtbronnen (kokende pannen, enz.).
De vochtigheidswaarde is te hoog ingesteld.
Reinig het filter.
Het is normaal dat het appa­raat onder bepaalde omstan­digheden niet ontvochtigt (in sommige gevallen is het raad­zaam de te ontvochtigen ruim­te te verwarmen).
Verlaag de ingestelde vochti­gheidswaarde.
De veiligheidsvoorziening van het apparaat heeft op correcte wijze ingegrepen
Wacht tot 3 minuten verstre­ken zijn.
Het reservoir ontbreekt.
Het reservoir is vol.
Het reservoir is verkeerd geplaatst.
De temperatuur in het vertrek is te laag.
Een van de sensoren van het apparaat is defect of de vochti­gheid in het vertrek is te hoog of te laag om correct gemeten te kunnen worden.
Breng het reservoir weer aan.
Ledig het reservoir.
Plaats het reservoir correct.
Verhoog de omgevingstempe­ratuur. Controleer of het apparaat weer werkt als het verplaatst wordt naar een vertrek met een voch­tigheidsgraad die binnen de werkingslimieten vermeld in de paragraaf “Technische kenmer­ken” ligt. Als het probleem aan­houdt, neem dan contact op met het servicecentrum.
Het apparaat werkt in de functie ontvochtiging maar vermindert niet de vochtigheid
Het apparaat werkt niet gedurende circa 3 minuten na een nieuwe start en het display toont
Op het display verschijnt “ ”
Op het display verschijnt “ ”
Op het display verschijnt “E2”/”E3
NL
31
Loading...