Dell Vostro 360 User Manual [nl]

Page 1
Dell Vostro 360 Eigenaarhandleiding
Regelgevingsmodel: W03C Regelgevingstype: W03C001
Page 2

Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen, en waarschuwingen

OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer.
GEVAAR: EEN WAARSCHUWING duidt op een risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden.
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. © 2011 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.
Verveelvoudiging van dit document, op welke wijze dan ook, zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Merken in deze tekst: Latitude ON Core Verenigde Staten en andere landen. AMD Sempron Inc. Office Outlook
,
Atom
Microsoft
,
OptiPlex
,
Centrino
®
,
®
zijn merken of gedeponeerde merken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/ of andere landen. en in licentie is gegeven voor gebruik op schijven en spelers. Bluetooth
®
SIG, Inc., en elk gebruik van dit merk door Dell Inc. geschiedt op basis van een licentie.
Dell
,
®
AMD Athlon
, Windows
Blu-ray Disc
, het Dell-logo,
Vostro en
Celeron
ATI Radeon
,
®
MS-DOS
,
is een merk dat het eigendom vormt van de Blu-ray Disc Association (BDA)
Dell Precision
en
Wi-Fi Catcher
®
zijn merken of gedeponeerde merken van Intel Corporation in de
®
is een gedeponeerd merk en
AMD
en
®
Windows Vista
,
een gedeponeerd merk van de Wireless Ethernet Compatibility Alliance, Inc.
Overige merken en handelsnamen die mogelijk in dit document worden gebruikt kunnen verwijzen naar de rechtspersonen die aanspraak maken op het eigendom van de merken en namen van hun producten. Dell Inc. maakt geen aanspraak op het eigendom van merken en handelsnamen van derden.
,
Precision ON
zijn merken van Dell Inc.
ATI FirePro
zijn merken van Advanced Micro Devices,
®
, het logo van de startknop van Windows Vista en
Bluetooth
,
ExpressCharge
Intel
AMD Opteron
®
is een gedeponeerd merk van
®
,
Pentium
,
AMD Phenom
,
Latitude
®
,
Xeon
Wi-Fi
,
®
,
,
®
is
2011 – 10
Rev. A00
Page 3

Inhoudsopgave

Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen, en waarschuwingen.................2
Hoofdstuk 1: Aan de computer werken.....................................................7
Voordat u in de computer gaat werken.............................................................................7
Aanbevolen hulpmiddelen.................................................................................................8
Uw computer uitschakelen...............................................................................................9
Nadat u aan de computer hebt gewerkt...........................................................................9
Hoofdstuk 2: De achterplaat verwijderen...............................................11
De achterplaat plaatsen..................................................................................................12
Hoofdstuk 3: De standaard aan de achterzijde verwijderen................13
De standaard aan de achterzijde plaatsen.....................................................................14
Hoofdstuk 4: De voorvoeten verwijderen................................................15
De voorvoeten plaatsen..................................................................................................16
Hoofdstuk 5: De afdekplaat van de standaard aan de achterzijde
verwijderen..................................................................................................17
De afdekplaat van de standaard aan de achterzijde plaatsen.......................................18
Hoofdstuk 6: De I/O-afdekplaat aan de achterzijde verwijderen........19
De I/O-afdekplaat (Input/Output) aan de achterzijde verwijderen..................................20
Hoofdstuk 7: Het optische station verwijderen......................................21
Het optische station plaatsen.........................................................................................23
Hoofdstuk 8: `De geheugenmodule verwijderen....................................25
De geheugenmodule plaatsen........................................................................................27
Page 4
Hoofdstuk 9: De vaste schijf verwijderen................................................29
De vaste schijf plaatsen..................................................................................................31
Hoofdstuk 10: Het I/O-paneel verwijderen..............................................33
Het I/O-paneel plaatsen..................................................................................................33
Hoofdstuk 11: Het moederbordschild verwijderen................................35
Het moederbordschild plaatsen......................................................................................36
Hoofdstuk 12: De WLAN-kaart verwijderen............................................37
De WLAN-kaart plaatsen................................................................................................38
Hoofdstuk 13: De luidsprekers verwijderen............................................39
De luidsprekers plaatsen................................................................................................40
Hoofdstuk 14: Het middelste frame verwijderen....................................41
Het middelste frame plaatsen.........................................................................................42
Hoofdstuk 15: De TouchControl-kaart verwijderen...............................43
De TouchControl-kaart plaatsen.....................................................................................44
Hoofdstuk 16: De stroomschakelaar verwijderen..................................45
De stroomschakelaar plaatsen.......................................................................................46
Hoofdstuk 17: De knoopcelbatterij verwijderen.....................................47
De knoopcelbatterij plaatsen..........................................................................................48
Hoofdstuk 18: De ventilator van de warmteafleider verwijderen........49
De ventilator van de warmteafleider plaatsen................................................................50
Hoofdstuk 19: De convertorkaart verwijderen.......................................51
De convertorkaart plaatsen............................................................................................53
Hoofdstuk 20: De processorventilator verwijderen...............................55
De processorventilator plaatsen.....................................................................................56
Page 5
Hoofdstuk 21: De warmteafleider verwijderen.......................................59
De warmteafleider van de processor plaatsen...............................................................60
Hoofdstuk 22: De processor verwijderen................................................61
De processor plaatsen....................................................................................................62
Hoofdstuk 23: Het moederbord verwijderen...........................................63
Het moederbord plaatsen................................................................................................64
Hoofdstuk 24: De bevestigingsplaat (tempan) verwijderen.................67
De bevestigingsplaat (tempan) plaatsen.........................................................................69
Hoofdstuk 25: De afdekplaat van de luidsprekers verwijderen...........71
De afdekplaat van de luidsprekers plaatsen...................................................................72
Hoofdstuk 26: Het montagekader verwijderen.......................................73
Het montagekader plaatsen............................................................................................74
Hoofdstuk 27: De LVDS-kabel (Low-Voltage Differential
Signaling) verwijderen...............................................................................75
De LVDS-kabel (Low-Voltage Differential Signaling) plaatsen.......................................76
Hoofdstuk 28: Het beeldschermpaneel verwijderen.............................79
Het beeldschermpaneel plaatsen...................................................................................80
Hoofdstuk 29: De webcamera verwijderen.............................................83
De webcamera plaatsen.................................................................................................84
Hoofdstuk 30: De antenne verwijderen...................................................85
De antenne plaatsen.......................................................................................................87
Hoofdstuk 31: Overzicht van System Setup............................................89
System Setup openen.....................................................................................................89
System Setup-schermen.................................................................................................90
Page 6
Opties voor System Setup...............................................................................................91
Algemeen........................................................................................................................91
Advanced (Geavanceerd)...............................................................................................92
Security (Beveiliging)......................................................................................................94
Boot (Opstarten)..............................................................................................................94
Exit (Afsluiten).................................................................................................................94
Hoofdstuk 32: Diagnostische foutmeldingen..........................................95
Diagnostische pieptooncodes.........................................................................................97
Codes voor de diagnostische aan-uitledlampjes............................................................97
Hoofdstuk 33: Technische specificaties..................................................99
Hoofdstuk 34: Contact opnemen met Dell.............................................105
Contact opnemen met Dell............................................................................................105
Page 7
1

Aan de computer werken

Voordat u in de computer gaat werken

Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer tegen mogelijke schade te beschermen. Tenzij anders aangegeven, wordt er bij elke procedure in dit document van de volgende veronderstellingen uitgegaan:
U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd.
Een onderdeel kan worden vervangen of, indien afzonderlijk aangeschaft, worden geïnstalleerd door de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze webpagina over wet- en regelgeving op www.dell.com/ regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Een groot aantal reparaties mag alleen door een erkend servicemonteur worden uitgevoerd. U mag alleen probleemoplossing en eenvoudige reparaties uitvoeren zoals toegestaan volgens de documentatie bij uw product of zoals geïnstrueerd door het on line of telefonische team voor service en ondersteuning. Schade die het gevolg is van onderhoud dat niet door Dell is geautoriseerd, wordt niet gedekt door uw garantie. Lees de veiligheidsinstructies die bij het product zijn geleverd en leef deze na.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een aardingspolsbandje of door regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan te raken, zoals een connector aan de achterkant van de computer.
WAARSCHUWING: Ga voorzichtig met componenten en kaarten om. Raak de componenten en de contacten op kaarten niet aan. Pak kaarten vast bij de uiteinden of bij de metalen bevestigingsbeugel. Houd een component, zoals een processor, vast aan de uiteinden, niet aan de pinnen.
7
Page 8
WAARSCHUWING: Verwijder kabels door aan de stekker of aan de kabelontlastingslus te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn voorzien van een connector met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert. Trek connectors in een rechte lijn uit elkaar om te voorkomen dat connectorpinnen verbuigen. Ook moet u voordat u een kabel verbindt, controleren of beide connectors op juiste wijze zijn opgesteld en uitgelijnd.
OPMERKING: De kleur van uw computer en bepaalde onderdelen kunnen verschillen van de kleur die in dit document is afgebeeld.
Om schade aan de computer te voorkomen, moet u de volgende instructies opvolgen voordat u in de computer gaat werken.
1. Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is, om te voorkomen dat de computerkap bekrast raakt.
2. Schakel uw computer uit (zie Uw computer uitschakelen).
WAARSCHUWING: Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u eerst de connector van de netwerkkabel uit de computer verwijderen en daarna de netwerkkabel loskoppelen van het netwerkapparaat.
3. Verwijder alle stekkers van netwerkkabels uit de computer.
4. Haal de stekker van de computer en van alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.
5. Houd de aan-uitknop ingedrukt terwijl de stekker van de computer uit het stopcontact is verwijderd om het moederbord te aarden.
6. Verwijder de kap.
WAARSCHUWING: Raak onderdelen pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak van de behuizing aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak tijdens het werken aan uw computer af en toe een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen.

Aanbevolen hulpmiddelen

Bij de procedures in dit document hebt u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig:
Kleine sleufkopschroevendraaier
#0 Phillips schroevendraaier
#1 Phillips schroevendraaier
Klein plastic pennetje
8
Page 9
Een cd met het Flash BIOS-updateprogramma

Uw computer uitschakelen

WAARSCHUWING: U voorkomt gegevensverlies door alle gegevens in geopende bestanden op te slaan en de bestanden te sluiten. Sluit vervolgens alle geopende programma's voordat u de computer uitzet.
1. Sluit het besturingssysteem af:
– In Windows Vista:
Klik op Start en vervolgens op de pijl in de linkeronderhoek van het menu Start, zoals hieronder wordt getoond, en klik vervolgens op Afsluiten.
– In Windows XP:
Klik op Start Computer afsluitenAfsluiten . De computer wordt uitgezet nadat het besturingssysteem is afgesloten.
2. Controleer of alle op de computer aangesloten apparaten uitgeschakeld zijn. Houd de aan/uit-knop vier seconden ingedrukt, indien uw computer en aangesloten apparaten niet automatisch worden uitgeschakeld wanneer u het besturingssysteem afsluit.

Nadat u aan de computer hebt gewerkt

Nadat u onderdelen hebt vervangen of geplaatst, moet u controleren of u alle externe apparaten, kaarten, kabels etc. hebt aangesloten voordat u de computer inschakelt.
1. Plaats de computerkap terug.
WAARSCHUWING: Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op het netwerkapparaat en sluit u de kabel vervolgens aan op de computer.
2. Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer.
3. Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact.
4. Zet de computer aan.
5. Controleer of de computer goed functioneert door Dell Diagnostics (Dell­diagnostiek) uit te voeren.
9
Page 10
10
Page 11

De achterplaat verwijderen

2
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de schroeven waarmee de achterplaat is bevestigd.
3. Til de achterplaat van de computer.
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
4. Til de achterplaat van de computer.
11
Page 12

De achterplaat plaatsen

1. Plaats de achterplaat op het chassis.
2. Druk de achterplaat omlaag totdat deze vastklikt.
3. Plaats de schroeven terug waarmee de achterplaat aan de computer wordt bevestigd.
4. Volg de procedures in
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
12
Page 13

De standaard aan de achterzijde verwijderen

3
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de schroeven waarmee de standaard aan de achterzijde aan de computer is bevestigd.
4. Trek de standaard aan de achterzijde omhoog en verwijder hem uit het chassis.
achterplaat
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
13
Page 14

De standaard aan de achterzijde plaatsen

1. Lijn de standaard aan de achterzijde uit in het chassis en klik het vast.
2. Draai de schroeven aan waarmee de standaard aan de achterzijde aan de computer wordt bevestigd.
3. Plaats de
4. Volg de procedures in
achterplaat
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
14
Page 15

De voorvoeten verwijderen

4
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de schroeven waarmee de voorvoet is bevestigd.
4. Verwijder de linkervoorvoet.
achterplaat
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
5. Verwijder de schroeven waarmee de rechtervoorvoet is bevestigd.
15
Page 16
6. Verwijder de rechtervoorvoet.

De voorvoeten plaatsen

1. Lijn de voorvoeten uit met de onderzijde links en rechts van het chassis.
2. Draai de schroeven aan om de linker- en rechtervoorvoet te bevestigen.
3. Plaats de
4. Volg de procedures in
achterplaat
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
16
Page 17
5

De afdekplaat van de standaard aan de achterzijde verwijderen

1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de schroeven waarmee de bovenzijde en binnenzijde van de afdekplaat van de standaard aan de achterzijde is bevestigd.
5. Til de afdekplaat van de standaard aan de achterzijde omhoog en verwijder hem uit de computer.
achterplaat standaard aan de achterzijde
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
17
Page 18

De afdekplaat van de standaard aan de achterzijde plaatsen

1. Lijn de afdekplaat van de standaard aan de achterzijde uit op het chassis.
2. Draai de schroeven aan waarmee de buiten- en binnenzijde van de afdekplaat van de standaard aan de achterzijde is bevestigd.
3. Plaats de
4. Plaats de
5. Volg de procedures in
standaard aan de achterzijde achterplaat
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
.
18
Page 19

De I/O-afdekplaat aan de achterzijde verwijderen

6
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de schroeven waarmee de I/O-afdekplaat aan de achterzijde is bevestigd.
5. Wrik de I/O-afdekplaat aan de achterzijde los van het chassis en til hem omhoog.
achterplaat
standaard aan de achterzijde
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
19
Page 20

De I/O-afdekplaat (Input/Output) aan de achterzijde verwijderen

1. Lijn de I/O-afdekplaat aan de achterzijde uit op het chassis en zet deze vast.
2. Draai de schroeven aan waarmee de I/O-afdekplaat aan de achterzijde wordt bevestigd.
3. Plaats de
4. Plaats de
5. Volg de procedures in
standaard aan de achterzijde achterplaat
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
.
20
Page 21

Het optische station verwijderen

7
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Koppel de SATA-kabel los van het optische station.
4. Verwijder de schroef waarmee het optische station aan het chassis is bevestigd.
achterplaat
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
5. Schuif het optische station uit de computer.
21
Page 22
6. Verwijder de schroeven waarmee de houder van het optische station is bevestigd.
7. Verwijder de houder van de optische-stationmodule.
22
Page 23

Het optische station plaatsen

1. Plaats de houder terug op het optische station en draai de schroef vast waarmee het optische station wordt bevestigd.
2. Schuif het optische station terug in de computer.
3. Draai de schroef vast waarmee het optische station op het chassis wordt bevestigd.
4. Sluit de SATA-kabel aan op het optische station.
5. Plaats de
6. Volg de procedures in
achterplaat
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
23
Page 24
24
Page 25

`De geheugenmodule verwijderen

8
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Wrik de afdekplaat van het geheugen los en til het uit de computer.
4. Duw de borgklemmen van de geheugenmodule naar buiten totdat de module loskomt.
achterplaat
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
5. Verwijder de geheugenmodule uit de connector op het computer.
25
Page 26
6. Duw de borgklemmen van de tweede geheugenmodule naar buiten totdat de module loskomt.
7. Verwijder de tweede geheugenmodule uit de connector op het computer.
26
Page 27

De geheugenmodule plaatsen

1. Plaats de geheugenmodule in de geheugensocket.
2. Druk de bevestigingsklemmen in om de geheugenmodule vast te klikken.
3. Plaats de
4. Volg de procedures in
achterplaat
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
27
Page 28
28
Page 29

De vaste schijf verwijderen

9
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de
5. Verwijder de schroef waarmee de vaste-schijfbracket op het chassis is bevestigd.
6. Schuif de vaste-schijfbracket uit de computer om de lipjes los te maken van het chassis.
achterplaat I/O-afdekplaat aan de achterzijde standaard aan de achterzijde
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
.
29
Page 30
7. Koppel de kabel van de vaste schijf los van de vaste schijf.
8. Til de vaste-schijfbracket uit het chassis. Verwijder de schroef waarmee de vaste­schijfbehuizing aan de vaste schijf is bevestigd.
9. Schuif de vaste schuif uit de behuizing.
30
Page 31

De vaste schijf plaatsen

1. Schuif de vaste schijf terug in de behuizing.
2. Plaats de schroeven terug waarmee de vaste schuif aan de behuizing is bevestigd.
3. Schuif de vaste-schijfbracket in het chassis om deze vast te zetten.
4. Draai de schroef vast waarmee de vaste-schijfbracket op het chassis wordt bevestigd.
5. Plaats de
6. Plaats de
7. Plaats de
8. Volg de procedures in
standaard aan de achterzijde I/O-afdekplaat aan de achterzijde achterplaat
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
.
.
31
Page 32
32
Page 33

Het I/O-paneel verwijderen

10
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de
5. Verwijder het
6. Verwijder het I/O-paneel uit het chassis.
achterplaat
standaard aan de achterzijde
I/O-afdekplaat aan de achterzijde
moederbordschild.
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.

Het I/O-paneel plaatsen

.
.
.
1. Plaats het moederbordschild op het chassis.
2. Draai de schroeven aan om het moederbordschild vast te zetten.
3. Plaats het I/O-paneel stevig op het moederbordschild.
4. Plaats de
5. Plaats de
6. Plaats de
7. Volg de procedures in
I/O-afdekplaat aan de achterzijde
standaard aan de achterzijde
achterplaat
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
.
.
33
Page 34
34
Page 35
11

Het moederbordschild verwijderen

1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de
5. Verwijder het
6. Verwijder de schroeven waarmee het moederbordschild is bevestigd.
7. Kantel het moederbordschild onder een hoek en verwijder het uit de computer.
achterplaat standaard aan de achterzijde I/O-afdekplaat aan de achterzijde
I/O-paneel
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
.
.
35
Page 36

Het moederbordschild plaatsen

1. Plaats het moederbordschild op het chassis.
2. Draai de schroeven aan om het moederbordschild vast te zetten.
3. Plaats het
4. Plaats de
5. Plaats de
6. Plaats de
7. Volg de procedures in
I/O-paneel I/O-afdekplaat aan de achterzijde standaard aan de achterzijde achterplaat
.
.
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
.
36
Page 37

De WLAN-kaart verwijderen

12
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de
5. Verwijder het
6. Koppel de antennekabels van de WLAN-kaart los.
7. Verwijder de schroef waarmee de WLAN-kaart is bevestigd en verwijder de kaart uit de computer.
achterplaat standaard aan de achterzijde I/O-afdekplaat aan de achterzijde
moederbordschild.
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
.
37
Page 38

De WLAN-kaart plaatsen

1. Schuif de WLAN-kaart in zijn sleuf.
2. Draai de schroeven aan om de WLAN-kaart te bevestigen.
3. Sluit de antennekabels volgens de kleurcode aan op de WLAN-kaart.
4. Plaats het
5. Plaats de
6. Plaats de
7. Plaats de
8. Volg de procedures in
moederbordschild I/O-afdekplaat aan de achterzijde standaard aan de achterzijde achterplaat
.
.
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
.
38
Page 39

De luidsprekers verwijderen

13
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de
5. Verwijder het
6. Maak de luidsprekerkabel los van het moederbord.
7. Verwijder de schroeven om de rechter- en linkerluidspreker vast te zetten.
achterplaat standaard aan de achterzijde I/O-afdekplaat aan de achterzijde
moederbordschild.
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
.
39
Page 40
8. Verwijder de luidsprekers uit de computer.

De luidsprekers plaatsen

1. Plaats de luidsprekers op het chassis.
2. Draai de schroeven aan om de luidsprekers vast te zetten.
3. Sluit de luidsprekerkabel aan op het moederbord.
4. Plaats het
5. Plaats de
6. Plaats de
7. Plaats de
8. Volg de procedures in
40
moederbordschild
I/O-afdekplaat aan de achterzijde
standaard aan de achterzijde
achterplaat
.
.
.
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
Page 41

Het middelste frame verwijderen

14
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de
5. Verwijder de
6. Verwijder het
7. Verwijder de schroeven waarmee het middelste frame is bevestigd.
8. Wrik het middelste frame los van het chassis.
achterplaat standaard aan de achterzijde I/O-afdekplaat aan de achterzijde voorvoet
optische station
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
.
.
.
41
Page 42
9. Verwijder het middelste frame uit de computer.

Het middelste frame plaatsen

1. Plaats het middelste frame op het chassis.
2. Klik de klemmen vast op het chassis.
3. Draai de schroeven vast waarmee het middelste frame is bevestigd.
4. Plaats het
5. Plaats de
6. Plaats de
7. Plaats de
8. Plaats de
9. Volg de procedures in
optische station
voorvoet
.
.
I/O-afdekplaat aan de achterzijde
standaard aan de achterzijde
achterplaat
.
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
.
42
Page 43
15

De TouchControl-kaart verwijderen

1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Koppel de connectorkabels los van de TouchControl-kaart.
OPMERKING: De TouchControl-kaart en de kabel maken onderdeel uit van het beeldschermpaneel.
4. Verwijder de schroeven waarmee de TouchControl-kaart wordt bevestigd.
achterplaat
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
43
Page 44
5. Til de TouchControl-kaart van het chassis.

De TouchControl-kaart plaatsen

1. Plaats de TouchControl-kaart op het chassis
2. Draai de schroeven vast waarmee de TouchControl-kaart wordt bevestigd.
3. Sluit de connectorkabels aan op de TouchControl-kaart.
4. Plaats de
5. Volg de procedures in
achterplaat
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
44
Page 45

De stroomschakelaar verwijderen

16
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de
5. Verwijder de schroef waarmee de stroomschakelaar op het chassis is bevestigd.
6. Koppel de stroomschakelaar los van het moederbord.
achterplaat
standaard aan de achterzijde
I/O-afdekplaat aan de achterzijde
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
.
45
Page 46
7. Maak de kabel los uit de klemmen op het chassis en verwijder de stroomschakelaar.

De stroomschakelaar plaatsen

1. Plaats de stroomschakelaar op het chassis.
2. Sluit de kabel van de stroomschakelaar aan op het moederbord en leid de kabels door de klemmen op het chassis.
3. Draai de schroef aan waarmee de stroomschakelaar op het chassis wordt bevestigd.
4. Plaats de
5. Plaats de
6. Plaats de
7. Volg de procedures in
I/O-afdekplaat aan de achterzijde standaard aan de achterzijde achterplaat
.
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
.
46
Page 47

De knoopcelbatterij verwijderen

17
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de
5. Verwijder het
6. Wrik de lipjes open waarmee de knoopcelbatterij aan het moederbord is bevestigd.
7. Verwijder de knoopcelbatterij uit de socket.
achterplaat standaard aan de achterzijde I/O-afdekplaat aan de achterzijde
moederbordschild.
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
.
47
Page 48

De knoopcelbatterij plaatsen

1. Plaats de knoopcelbatterij in de sleuf.
2. Plaats het
3. Plaats de
4. Plaats de
5. Plaats de
6. Volg de procedures in
moederbordschild I/O-afdekplaat aan de achterzijde standaard aan de achterzijde achterplaat
.
.
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
.
48
Page 49
18

De ventilator van de warmteafleider verwijderen

1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de
5. Verwijder het
6. Verwijder de schroeven waarmee de ventilator aan het chassis is bevestigd.
7. Verwijder de kabel van de ventilator uit het moederbord.
achterplaat standaard aan de achterzijde I/O-afdekplaat aan de achterzijde
moederbordschild.
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
.
49
Page 50
8. Verwijder de ventilator van de warmteafleider uit de computer.

De ventilator van de warmteafleider plaatsen

1. Plaats de ventilator van de warmteafleider op het chassis.
2. Draai de schroeven vast waarmee de ventilator van de warmteafleider aan het chassis wordt bevestigd.
3. Steek de connector van de ventilator van de warmteafleider in de socket op het moederbord.
4. Plaats het
5. Plaats de
6. Plaats de
7. Plaats de
8. Volg de procedures in
moederbordschild
.
I/O-afdekplaat aan de achterzijde
standaard aan de achterzijde
achterplaat
.
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
.
50
Page 51

De convertorkaart verwijderen

19
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de
5. Verwijder de
6. Verwijder het
7. Koppel de stroomkabel los van het moederbord.
8. Verwijder de witte kabel uit de connector op de convertorkaart.
achterplaat standaard aan de achterzijde I/O-afdekplaat aan de achterzijde kap van de standaard aan de achterzijde
moederbordschild.
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
.
.
51
Page 52
9. Verwijder de schroeven waarmee de convertorkaart is bevestigd.
10. Til de convertorkaart omhoog en verwijder deze uit de computer.
52
Page 53

De convertorkaart plaatsen

1. Plaats de schroeven om de convertorkaart vast te zetten.
2. Steek de witte kabel in de connector op de convertorkaart.
3. Plaats het
4. Plaats de
5. Plaats de
6. Plaats de
7. Plaats de
8. Volg de procedures in
moederbordschild
.
kap van de standaard aan de achterzijde I/O-afdekplaat aan de achterzijde standaard aan de achterzijde achterplaat
.
.
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
.
53
Page 54
54
Page 55
20

De processorventilator verwijderen

1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de
5. Verwijder de
6. Verwijder het
7. Koppel de kabel van de processorventilator los.
8. Verwijder de schroeven waarmee de processorventilator aan het chassis is bevestigd.
achterplaat standaard aan de achterzijde I/O-afdekplaat aan de achterzijde kap van de standaard aan de achterzijde
moederbordschild.
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
.
.
55
Page 56
9. Verwijder de tape waarmee de processorventilator op de warmteafleider is bevestigd en verwijder de processorventilator uit het systeem.

De processorventilator plaatsen

1. Plaats de schroeven waarmee de processorventilator aan het chassis is bevestigd.
2. Maak de tape vast waarmee de processorventilator wordt vastgezet op de warmteafleider.
3. Steek de connector van de processorventilator in het moederbord.
4. Plaats het
5. Plaats de
6. Plaats de
7. Plaats de
8. Plaats de
moederbordschild
.
kap van de standaard aan de achterzijde
I/O-afdekplaat aan de achterzijde
standaard aan de achterzijde
achterplaat
.
.
.
.
56
Page 57
9. Volg de procedures in
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
57
Page 58
58
Page 59

De warmteafleider verwijderen

21
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de
5. Verwijder de
6. Verwijder het
7. Verwijder de
8. Verwijder de schroef waarmee de warmteafleider op het chassis is bevestigd en verwijder de schroeven waarmee de warmteafleider aan het moederbord is bevestigd.
9. Verwijder de warmteafleider uit de computer.
achterplaat standaard aan de achterzijde I/O-afdekplaat aan de achterzijde kap van de standaard aan de achterzijde
moederbordschild.
processorventilator
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
.
.
.
59
Page 60

De warmteafleider van de processor plaatsen

1. Plaats de warmteafleider van de processor in het chassis.
2. Draai de schroeven aan waarmee de warmteafleider van de processor aan het moederbord wordt bevestigd; draai bovendien de schroef aan waarmee de warmteafleider aan het chassis wordt bevestigd.
3. Plaats de
4. Plaats het
5. Plaats de
6. Plaats de
7. Plaats de
8. Plaats de
9. Volg de procedures in
processorventilator
moederbordschild
.
.
kap van de standaard aan de achterzijde I/O-afdekplaat aan de achterzijde standaard aan de achterzijde achterplaat
.
.
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
.
60
Page 61

De processor verwijderen

22
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de
5. Verwijder de
6. Verwijder het
7. Verwijder de
8. Verwijder de
9. Druk de ontgrendeling omlaag en vervolgens naar buiten om het los te maken van het retentiehaakje waarmee het is bevestigd.
achterplaat standaard aan de achterzijde I/O-afdekplaat aan de achterzijde kap van de standaard aan de achterzijde
moederbordschild. processorventilator warmteafleider van de processor
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
.
.
.
.
10. Til de processorkap omhoog en verwijder de processor uit de socket. Plaats deze in een antistatische verpakking.
61
Page 62

De processor plaatsen

1. Plaats de processor in de processorsocket. Zorg ervoor dat de processor op juiste wijze is aangebracht.
2. Doe de processorkap dicht.
3. Druk de ontgrendeling omlaag en vervolgens naar binnen om hem vast te zetten met het retentiehaakje.
4. Plaats de
5. Plaats de
6. Plaats het
7. Plaats de
8. Plaats de
9. Plaats de
10. Plaats de
11. Volg de procedures in
warmteafleider van de processor processorventilator
moederbordschild
.
.
.
kap van de standaard aan de achterzijde I/O-afdekplaat aan de achterzijde standaard aan de achterzijde achterplaat
.
.
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
.
62
Page 63

Het moederbord verwijderen

23
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de
5. Verwijder de
6. Verwijder het
7. Verwijder de
8. Verwijder de
9. Verwijder de
10. Verwijder de
11. Verwijder de
12. Verwijder de
13. Koppel alle kabels los van het moederbord.
achterplaat
standaard aan de achterzijde
I/O-afdekplaat aan de achterzijde
kap van de standaard aan de achterzijde
moederbordschild.
processorventilator
warmteafleider van de processor
geheugenmodule
WLAN-kaart
knoopcelbatterij
processor
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
14. Verwijder de schroeven waarmee het moederbord aan het chassis is bevestigd.
63
Page 64
15. Til het moederbord uit en verwijder hem uit de computer.

Het moederbord plaatsen

1. Lijn het moederbord uit op het chassis en plaats het op het chassis.
2. Plaats de schroeven waarmee het moederbord aan het chassis wordt bevestigd.
3. Sluit de kabels op het moederbord aan.
4. Plaats de
5. Plaats de
6. Plaats de
7. Plaats de
8. Plaats de
9. Plaats de
10. Plaats het
processor knoopcelbatterij WLAN-kaart geheugenmodule
.
.
.
.
warmteafleider van de processor processorventilator
moederbordschild
.
.
.
64
Page 65
11. Plaats de
12. Plaats de
13. Plaats de
14. Plaats de
15. Volg de procedures in
kap van de standaard aan de achterzijde I/O-afdekplaat aan de achterzijde standaard aan de achterzijde achterplaat
.
.
.
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
65
Page 66
66
Page 67

De bevestigingsplaat (tempan) verwijderen

24
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de
5. Verwijder de
6. Verwijder het
7. Plaats de
8. Verwijder het
9. Verwijder het
10. Verwijder de
11. Verwijder de
12. Verwijder het
13. Verwijder de
14. Verwijder de
15. Verwijder de
16. Verwijder het
achterplaat
standaard aan de achterzijde
kap van de standaard aan de achterzijde
I/O-afdekplaat aan de achterzijde
middelste frame
vaste-schijfbehuizing en de vaste schijf
optische station
moederbordschild.
processorventilator
warmteafleider van de processor
moederbord.
luidsprekers
convertorkaart
stroomschakelaar
bedieningspaneel
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
.
.
terug.
.
.
.
.
.
.
.
.
17. Verwijder de zwarte schroefjes waarmee de bevestigingsplaat (tempan) aan het chassis is bevestigd.
67
Page 68
18. Verwijder de zilveren schroefjes waarmee de bevestigingsplaat (tempan) aan het chassis is bevestigd.
19. Maak de kabels los uit de klemmen op het chassis.
68
Page 69
20. Schuif de bevestigingsplaat (tempan) uit het chassis en verwijder hem.

De bevestigingsplaat (tempan) plaatsen

1. Plaats de bevestigingsplaat (tempan) op het chassis.
2. Leid de kabels terug naar hun plaats en zorg ervoor dat zij in de klemmen op het chassis vastzitten.
3. Draai de zilveren en zwarte schroefjes aan waarmee de bevestigingsplaat aan het chassis wordt bevestigd.
4. Plaats het
5. Plaats de
6. Plaats de
7. Plaats de
8. Plaats het
bedieningspaneel
stroomschakelaar
convertorkaart
luidsprekers
moederbord
.
.
.
.
.
69
Page 70
9. Plaats de
10. Plaats de
11. Plaats het
12. Plaats het
13. Plaats de
14. Plaats het
15. Plaats de
16. Plaats de
17. Plaats de
18. Plaats de
19. Volg de procedures in
warmteafleider van de processor processorventilator
moederbordschild optische station
vaste-schijfbehuizing en de vaste schijf.
middelste frame I/O-afdekplaat aan de achterzijde kap van de standaard aan de achterzijde standaard aan de achterzijde achterplaat
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
70
Page 71
25

De afdekplaat van de luidsprekers verwijderen

1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de
5. Verwijder de
6. Verwijder de
7. Verwijder het
8. Verwijder het
9. Verwijder de
10. Verwijder de schroeven waarmee de afdekplaat van de luidsprekers aan het chassis is bevestigd.
achterplaat
standaard aan de achterzijde
kap van de standaard aan de achterzijde
I/O-afdekplaat aan de achterzijde
voorvoet
middelste frame
optische station
luidsprekers
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
.
.
.
.
.
.
11. Wrik de afdekplaat van de luidsprekers los van het chassis en verwijder hem.
71
Page 72

De afdekplaat van de luidsprekers plaatsen

1. Plaats de afdekplaat van de luidsprekers op het chassis.
2. Draai de schroeven vast waarmee de afdekplaat van de luidsprekers aan het chassis wordt bevestigd.
3. Plaats de
4. Plaats het
5. Plaats het
6. Plaats de
7. Plaats de
8. Plaats de
9. Plaats de
10. Volg de procedures in
luidsprekers
optische station middelste frame
voorvoet
.
.
.
.
I/O-afdekplaat aan de achterzijde standaard aan de achterzijde achterplaat
.
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
.
72
Page 73

Het montagekader verwijderen

26
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de
5. Verwijder de
6. Verwijder het
7. Verwijder het
8. Plaats de
9. Verwijder het
10. Verwijder de
11. Verwijder de
12. Verwijder het
13. Verwijder de
14. Verwijder de
15. Verwijder de
16. Verwijder de schroeven (aangeduid met een pijl) waarmee het montagekader aan het beeldschermpaneel is bevestigd.
achterplaat standaard aan de achterzijde I/O-afdekplaat aan de achterzijde kap van de standaard aan de achterzijde
middelste frame moederbordschild.
vaste-schijfbehuizing en de vaste schijf
optische station processorventilator warmteafleider van de processor
moederbord. bevestigingsplaat (tempan) luidsprekers afdekplaat van de luidsprekers
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
.
.
terug.
.
.
.
.
.
.
.
17. Til het chassis van het montagekader.
73
Page 74

Het montagekader plaatsen

1. Plaats het montagekader op het chassis.
2. Houd het geheel bij elkaar.
3. Draai de schroeven aan waarmee het montagekader aan het beeldschermpaneel wordt bevestigd.
4. Plaats de
5. Plaats de
6. Plaats de
7. Plaats het
8. Plaats de
9. Plaats de
10. Plaats het
11. Plaats de
12. Plaats het
13. Plaats het
14. Plaats de
15. Plaats de
16. Plaats de
17. Plaats de
18. Volg de procedures in
afdekplaat van de luidsprekers
luidsprekers
.
bevestigingsplaat (tempan)
moederbord
.
warmteafleider van de processor
processorventilator
optische station
.
.
.
.
.
vaste-schijfbehuizing en de vaste schijf.
moederbordschild
middelste frame
.
.
kap van de standaard aan de achterzijde
I/O-afdekplaat aan de achterzijde
standaard aan de achterzijde
achterplaat
.
.
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
.
74
Page 75
27

De LVDS-kabel (Low-Voltage Differential Signaling) verwijderen

1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de
5. Verwijder de
6. Verwijder het
7. Verwijder het
8. Plaats de
9. Verwijder het
10. Verwijder de
11. Verwijder de
12. Verwijder het
13. Verwijder de
14. Wrik de voorzijde van het beeldschermpaneel omhoog op een zachte ondergrond zodat de aanraakcamera's niet op de tafel liggen.
achterplaat
standaard aan de achterzijde
I/O-afdekplaat aan de achterzijde
kap van de standaard aan de achterzijde
middelste frame
moederbordschild.
vaste-schijfbehuizing en de vaste schijf
optische station
processorventilator
warmteafleider van de processor
moederbord.
bevestigingsplaat (tempan)
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
.
.
terug.
.
.
.
.
.
15. Trek de plastic tape los waarmee de connector is bevestigd.
75
Page 76
16. Koppel de LVDS-kabel uit de connector en verwijder deze uit de computer.

De LVDS-kabel (Low-Voltage Differential Signaling) plaatsen

1. Sluit de LVDS-kabel aan op de connector.
2. Bevestig de plastic tape waarmee de LVDS-kabel aan het chassis wordt bevestigd.
3. Plaats de
4. Plaats het
5. Plaats de
6. Plaats de
7. Plaats het
8. Plaats de
9. Plaats het
bevestigingsplaat (tempan)
moederbord warmteafleider van de processor processorventilator
optische station vaste-schijfbehuizing en de vaste schijf.
moederbordschild
.
.
.
.
.
.
76
Page 77
10. Plaats het
11. Plaats de
12. Plaats de
13. Plaats de
14. Plaats de
15. Volg de procedures in
middelste frame kap van de standaard aan de achterzijde I/O-afdekplaat aan de achterzijde standaard aan de achterzijde achterplaat
.
.
.
.
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
77
Page 78
78
Page 79
28

Het beeldschermpaneel verwijderen

OPMERKING: De TouchControl-kaart en de kabel maken onderdeel uit van het beeldschermpaneel.
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de
5. Verwijder de
6. Verwijder het
7. Verwijder het
8. Plaats de
9. Verwijder het
10. Verwijder de
11. Verwijder de
12. Verwijder het
13. Verwijder de
14. Verwijder de
15. Verwijder het
16. Verwijder de
achterplaat
standaard aan de achterzijde
I/O-afdekplaat aan de achterzijde
kap van de standaard aan de achterzijde
middelste frame
moederbordschild.
vaste-schijfbehuizing en de vaste schijf
optische station
processorventilator
warmteafleider van de processor
moederbord.
luidsprekers
afdekplaat van de luidsprekers
montagekader
LVDS-kabel
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
.
.
terug.
.
.
.
.
.
.
.
.
17. Verwijder de
18. Verwijder de schroeven van beide zijden en verwijder de beeldschermbrackets.
bevestigingsplaat (tempan)
.
79
Page 80

Het beeldschermpaneel plaatsen

OPMERKING: Verwijder bij het terugplaatsen van het beeldschermpaneel de beeldschermbrackets van het oude beeldschermpaneel en plaats deze op het nieuwe beeldschermpaneel.
1. Plaats de schroeven voor beide rails waarop het beeldschermpaneel is aangesloten.
2. Bevestig het montagekader en de LVDS-kabel weer op het beeldschermpaneel.
3. Plaats de
4. Plaats de
5. Plaats het
6. Plaats de
7. Plaats de
8. Plaats het
9. Plaats de
10. Plaats de
11. Plaats het
12. Plaats de
13. Plaats het
14. Plaats het
15. Plaats de
16. Plaats de
17. Plaats de
18. Plaats de
bevestigingsplaat (tempan) LVDS-kabel
montagekader
.
.
afdekplaat van de luidsprekers luidsprekers
moederbord
.
.
warmteafleider van de processor processorventilator
optische station
.
.
.
.
.
vaste-schijfbehuizing en de vaste schijf.
moederbordschild middelste frame
.
.
kap van de standaard aan de achterzijde I/O-afdekplaat aan de achterzijde standaard aan de achterzijde achterplaat
.
.
.
.
80
Page 81
19. Volg de procedures in
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
81
Page 82
82
Page 83

De webcamera verwijderen

29
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de
5. Verwijder de
6. Verwijder het
7. Verwijder het
8. Plaats de
9. Verwijder het
10. Verwijder de
11. Verwijder de
12. Verwijder het
13. Verwijder de
14. Verwijder de
15. Verwijder het
16. Verwijder de
17. Verwijder de schroeven waarmee de webcamera zijn bevestigd.
achterplaat standaard aan de achterzijde I/O-afdekplaat aan de achterzijde kap van de standaard aan de achterzijde
middelste frame moederbordschild.
vaste-schijfbehuizing en de vaste schijf
optische station processorventilator warmteafleider van de processor
moederbord. luidsprekers afdekplaat van de luidsprekers
montagekader bevestigingsplaat (tempan)
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
.
.
terug.
.
.
.
.
.
.
.
.
18. Verwijder de webcamera en de bijbehorende kabel\.
83
Page 84

De webcamera plaatsen

1. Plaats de webcamera op het chassis.
2. Draai de schroeven aan waarmee de webcamera op het chassis wordt bevestigd.
3. Sluit de kabel van de webcamera na plaatsing aan op het moederbord.
4. Plaats de
5. Plaats het
6. Plaats de
7. Plaats de
8. Plaats het
9. Plaats de
10. Plaats de
11. Plaats het
12. Plaats de
13. Plaats het
14. Plaats het
15. Plaats de
16. Plaats de
17. Plaats de
18. Plaats de
19. Volg de procedures in
bevestigingsplaat (tempan)
montagekader
.
afdekplaat van de luidsprekers
luidsprekers
moederbord
.
.
warmteafleider van de processor
processorventilator
optische station
.
.
.
.
.
vaste-schijfbehuizing en de vaste schijf.
moederbordschild
middelste frame
.
.
kap van de standaard aan de achterzijde
I/O-afdekplaat aan de achterzijde
standaard aan de achterzijde
achterplaat
.
.
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
.
84
Page 85

De antenne verwijderen

30
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de
5. Verwijder de
6. Verwijder het
7. Verwijder het
8. Plaats de
9. Verwijder het
10. Verwijder de
11. Verwijder de
12. Verwijder het
13. Verwijder de
14. Verwijder de
15. Verwijder de
16. Verwijder de kabels uit de klemmen op het chassis.
achterplaat
standaard aan de achterzijde
I/O-afdekplaat aan de achterzijde
kap van de standaard aan de achterzijde
middelste frame
moederbordschild.
vaste-schijfbehuizing en de vaste schijf
optische station
processorventilator
warmteafleider van de processor
moederbord.
luidsprekers
afdekplaat van de luidsprekers
bevestigingsplaat (tempan)
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
terug.
17. Verwijder de aluminiumtape waarmee de antennes zijn bevestigd.
85
Page 86
18. Verwijder de schroeven waarmee elke antenne is bevestigd.
19. Til de antennes met de bijbehorende kabels omhoog.
86
Page 87

De antenne plaatsen

1. Plaats beide antennes op het chassis.
2. Plaats de schroeven om beide antennes vast te zetten.
3. Plak de tape op beide antennes.
4. Leid de kabels door de klemmen op het chassis.
5. Plaats de
6. Plaats de
7. Plaats de
8. Plaats het
9. Plaats de
10. Plaats de
11. Plaats het
12. Plaats de
13. Plaats het
14. Plaats het
15. Plaats de
16. Plaats de
17. Plaats de
18. Plaats de
19. Volg de procedures in
bevestigingsplaat (tempan) afdekplaat van de luidsprekers luidsprekers
moederbord
.
.
warmteafleider van de processor processorventilator
optische station
.
.
.
.
.
vaste-schijfbehuizing en de vaste schijf.
moederbordschild middelste frame
.
.
kap van de standaard aan de achterzijde I/O-afdekplaat aan de achterzijde standaard aan de achterzijde achterplaat
.
.
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
.
87
Page 88
88
Page 89
31

Overzicht van System Setup

Met System Setup (Systeem-setup) kunt u:
de systeemconfiguratie wijzigen nadat u hardware hebt toegevoegd, gewijzigd of verwijderd
het instellen of wijzigen van een door de gebruiker te selecteren optie, zoals een wachtwoord
de huidige hoeveelheid geheugen lezen of het geïnstalleerde type vaste schijf instellen.
Voordat u System Setup gebruikt, is het verstandig de informatie op het System Setup­scherm te noteren zodat u deze later ter referentie kunt gebruiken.
WAARSCHUWING: U mag de instellingen voor dit programma alleen wijzigen als u een ervaren computergebruiker bent. Uw computer kan incorrect werken als u bepaalde wijzigingen aanbrengt.

System Setup openen

1. Zet de computer aan of start deze opnieuw op.
2. Wacht tot de F2-prompt wordt weergegeven wanneer het blauwe DELL-logo wordt weergegeven.
3. Druk onmiddellijk op <F2> als de F2-prompt verschijnt.
OPMERKING: De F2-prompt duidt erop dat het toetsenbord is geïnitialiseerd. Deze prompt kan zeer snel verschijnen. Wees dus op het verschijnen ervan beducht en druk op <F2>. Als u te vroeg op <F2> drukt, wordt deze toetsaanslag niet geregistreerd.
4. Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven, moet u blijven wachten tot het bureaublad van Microsoft Windows wordt weergegeven. Daarna sluit u de computer af en probeert u het opnieuw.
89
Page 90

System Setup-schermen

Menu : verschijnt boven aan het venster System Setup. Dit veld biedt een menu met System Setup-opties. Druk op < Pijl naar links > en < Pijl naar rechts > om te bladeren. Wanneer een van de Menuopties wordt geseelcteerd, dan geeft de lijst Options (Opties) de opties weer die de geïnstalleerde hardware op uw computer aangeven.
Options List (Optieslijst): verschijnt links in het venster System Setup. Het veld bevat functies die de configuratie van uw computer definiëren, inclusief geïnstalleerde hardware, energiebesparing en beveiligingsfuncties. Schuif omhoog en omlaag in de lijst met de pijlen omhoog en omlaag. Wanneer een optie is geselecteerd, geeft het veld Options (Opties) de huidige en beschikbare instellingen van de optie weer.
Key Functions (Toetsfuncties): dit veld wordt weergegeven onder het Options Field (Optieveld) en bevat de toetsen en hun functies in het actieve veld van het systeemsetupprogramma.
Veld Options (Opties): verschijnt rechts van de lijst Options (Opties) en bevat informatie over elke optie in de lijst Options (Opties). In dit veld kunt u informatie bekijken over uw computer en wijzigingen maken op de huidige instellingen. Druk op < Enter> om wijzigingen aan te brengen op de huidige instellingen. Druk op <ESC> om terug te keren naar de Options List (Optieslijst).
OPMERKING: Niet alle instellingen die in het optieveld worden weergegeven, kunnen worden gewijzigd.
Help: verschijnt rechts in het venster System Setup en bevat Help-informatie over de optie die is geselecteerd in de lijst Options (Opties).
Gebruik de onderstaande toetsen om door de System Setup-schermen te bladeren:
Toetsaanslag Actie
< F2 > Geeft informatie weer over een willekeurig
geselecteerd item in System Setup.
< Esc > Huidige weergave afsluiten of de huidige
weergave naar de Exit page
90
Page 91
Toetsaanslag Actie
(Afsluitpagina) in System Setup (Systeem­setup) te schakelen.
< Pijl omhoog > of < Pijl omlaag > Selecteer een item dat u wilt weergeven.
< Pijl-omhoog > of < Pijl-omlaag > Selecteer een menu om weer te geven.
– of + Wijzig de bestaande itemwaarde.
< Enter > Selecteer het submenu of voer de
opdracht uit.
< F9 > Laad de standaardinstelling.
< F10 > Slaat de huidige configuratie op en sluit
System Setup af.

Opties voor System Setup

Algemeen

Op het hoofdtabblad worden de primaire hardwarefuncties op de computer weergegeven. In het onderstaande tabel wordt de functie van elke optie gedefinieerd.
Systeeminformatie Geeft het modelnummer van de computer
weer.
BIOS Version (BIOS-versie) Geeft de BIOS-revisie weer.
System Date (Systeemdatum) Stelt de datum op de interne agenda van
de computer opnieuw in.
System Time (Systeemtijd) Stelt de tijd van de interne klok van de
computer opnieuw in.
Service Tag (Serviceplaatje) Hier wordt het serviceplaatje van uw
computer weergegeven.
Asset Tag (Inventaristag) Hier wordt de inventaristag van uw
computer weergegeven.
Processorgegevens
Processor Type (Processortype) Hier wordt het type processor
weergegeven.
91
Page 92
L2 Cache Size (Grootte L2­cachegeheugen)
Hier wordt de capaciteit van het L2­cachegeheugen van de processor weergegeven.
L3 Cache Size (Grootte L3­cachegeheugen)
Geheugengegevens
Memory Installed (Geïnstalleerd geheugen)
Memory Speed (Geheugensnelheid) Hier wordt de geheugensnelheid
Memory Technology (Geheugentechnologie)
Device Information (Apparaatgegevens)
SATA 0 Geeft het modelnummer en de capaciteit
SATA 1 Geeft het modelnummer en de capaciteit
Hier wordt de capaciteit van het L3­cachegeheugen van de processor weergegeven.
Hier wordt de totale geheugencapaciteit van de computer weergegeven.
weergegeven.
Hier wordt het type en de technologie weergegeven.
van de vaste schijf weer.
van de vaste schijf weer.

Advanced (Geavanceerd)

Op het tabblad Advanced (Geavanceerd) kunt u verschillende functies instellen die van invloed zijn op de prestaties van uw computer. In het onderstaande tabel wordt de functie van elke optie en de standaardwaarde hiervan gedefinieerd.
CPU Configuration (Processorconfiguratie)
Multi Core Support (Ondersteuning van meerdere kernen)
Limit CPUID Value (CPUID­waarde beperken)
CPU XD Support (CPU XD­ondersteuning)
92
Hier wordt het aantal actieve kernen weergegeven.
Hiermee wordt de functie Limit CPUID Value (CPUID­waarde beperken) in- of uitgeschakeld.
Hiermee wordt de CPU XD­functie in- of uitgeschakeld.
Standaard: All (Alles)
Standaard: Enabled (Ingeschakeld)
Standaard: Enabled (Ingeschakeld)
Page 93
CPU Configuration (Processorconfiguratie)
Intel Virtualization Technology (Intel­virtualisatietechnologie)
Intel SpeedStep Schakel de Intel
System Configuration (Systeemconfiguratie)
Onboard Audio Controller (Geïntegreerde audiocontroller)
Onboard LAN Controller (Geïntegreerde LAN­controller)
Onboard LAN Boot ROM (Geïntegreerde LAN­opstart-ROM)
SATA Mode (SATA-modus) Hiermee kunt u de SATA-
USB Controller (USB­controller)
Schakel de Intel­virtualisatiefunctie in of uit.
SpeedStep-functie in of uit.
Hiermee wordt de geïntegreerde audiocontroller in- of uitgeschakeld.
Hiermee wordt de geïntegreerde LAN­controller in- of uitgeschakeld.
Hiermee wordt de geïntegreerde LAN-opstart­ROM in- of uitgeschakeld.
bewerkingsmodus kiezen.
Hiermee wordt de USB­controller in- of uitgeschakeld.
Standaard: Enabled (Ingeschakeld)
Standaard: Enabled (Ingeschakeld)
Standaard: Enabled (Ingeschakeld)
Standaard: Enabled (Ingeschakeld)
Standaard: Disabled (Uitgeschakeld)
Standaard: AHCI
Standaard: Enabled (Ingeschakeld)
DVMT/FIXED Memory (DVMT/FIXED-geheugen)
Power Management (Energiebeheer)
AC Recovery (Voedingsherstel)
Remote Wake Up (Activeren op afstand)
Toont de hoeveelheid DVMT/FIXED-geheugen in de computer.
Hiermee kan de computer de stroomuitval herstellen.
Hiermee kan de computer op afstand worden ingeschakeld.
Standaard: Power Off (Uitschakelen)
Standaard: Enabled (Ingeschakeld)
93
Page 94
Power Management (Energiebeheer)
Auto Power On (Automatisch inschakelen)
POST behaviour (POST-gedrag)
Numlock Key (Numlock­toets)
Keyboard Error Report (Foutenrapport toetsenbord)
Hiermee wordt automatisch inschakelen van de computer in- of uitgeschakeld.
Hiermee wordt het NumLock-statuslampje tijdens de POST in- of uitgeschakeld.
Hiermee wordt in- of uitgeschakeld dat het foutenrapport voor het toetsenbord tijdens de POST wordt weergegeven.
Standaard: Disabled (Uitgeschakeld)
Standaard: On (Aan)
Standaard: Enabled (Ingeschakeld)

Security (Beveiliging)

Op het tabblad wordt de beveiligingsstatus weergegeven en hiermee kunt u de beveiligingsfuncties van de computer beheren.
Admin Password Status (Status beheerderswachtwoord)
Hiermee wordt aangegeven of een beheerderswachtwoord is toegekend.
Set Admin Password (Beheerderswachtwoord instellen)
HDD Protection (HDD-beveiliging) Hiermee kunt u een wachtwoord voor de
Hiermee kunt u een beheerderswachtwoord instellen.
vaste schijf instellen.

Boot (Opstarten)

Met het tabblad Boot (Opstarten) kunt u de opstartvolgorde wijzigen.

Exit (Afsluiten)

Met deze sectie kunt u standaardinstellingen opslaan, weggooien en laden voordat u afsluit via System Setup.
94
Page 95
32

Diagnostische foutmeldingen

ls er een probleem of fout op de computer optreedt, kan er een systeemmelding worden weergegeven om u te helpen met het vaststellen van de oorzaak en de actie die u moet ondernemen om het probleem te verhelpen. Als het door u ontvangen bericht niet in de volgende voorbeelden wordt vermeld, raadpleegt u de documentatie bij het besturingssysteem of het programma dat werd uitgevoerd toen het bericht verscheen.
Diagnostische foutmeldingen Beschrijving
Alert! Previous attempts at booting this system have failed at checkpoint [nnnn]. For help in resolving this problem, please note this checkpoint and contact Dell Technical Support (Waarschuwing! Eerdere pogingen om deze computer op te starten zijn mislukt bij controlepunt [nnnn]. Noteer dit controlepunt en neem contact op met de ondersteuningsafdeling van Dell om dit probleem op te lossen).
System fan failed (Storing in de ventilator) Possible fan failure (Mogelijke storing in
CPU fan failure (Defecte processorventilator)
Hard-disk drive failure (Fout in vaste­schijfstation)
Hard-disk drive read failure (Fout bij het lezen van de vaste schijf)
Keyboard failure (Toetsenbordfout) Het toetsenbord functioneert niet of de
De computer is er drie keer achtereen niet in geslaagd om de opstartprocedure uit te voeren vanwege dezelfde fout.
de ventilator)
CPU fan has failed (Processorventilator is defect)
Mogelijk is er tijdens de POST een fout opgetreden met de vaste schijf.
Mogelijk is er tijdens de opstarttest van de vaste schijf een fout opgetreden met de vaste schijf.
kabel zit los. Vervang het toetsenbord als het opnieuw aansluiten van de kabel het probleem niet oplost.
95
Page 96
Diagnostische foutmeldingen Beschrijving
RTC is gereset, standaard BIOS-setup is geladen. Druk op F1 om door te gaan en op F2 om het setuphulpprogramma uit te voeren.
No boot device available (Geen opstartbron beschikbaar)
No timer tick interrupt (Geen timertikonderbreking)
USB over current error (USB gebruikt te veel stroom)
RTC-jumper mogelijk onjuist ingesteld.
Als de vaste schijf geen opstartpartitie bevat, is de kabel van de vaste schijf losgeraakt of is er geen opstartapparaat.
Als de vaste schijf als opstartapparaat is ingesteld, moet u controleren of alle kabels op de juiste wijze zijn aangesloten en of het station op de juiste wijze is geïnstalleerd en als opstartapparaat is gepartitioneerd.
Open de system setup en controleer of de opstartvolgorde juist is.
Mogelijk is een chip op het moederbord of het moederbord zelf defect.
Koppel het USB-apparaat los. Het USB­apparaat heeft voor een optimale werking meer stroom nodig. Sluit het USB­apparaat middels een externe stroombron aan of sluit, als het apparaat twee USB­kabels heeft, beide kabels aan.
CAUTION - Hard Drive SELF MONITORING SYSTEM has reported that a parameter has exceeded its normal operating range. Dell recommends that you back up your data regularly. A parameter out of range may or may not indicate a potential hard drive problem (LET OP - Het ZELFCONTROLEREND SYSTEEM van de vaste schijf heeft aangegeven dat een van de parameters het normale gebruiksbereik heeft overschreden. Dell raadt u aan regelmatig een reservekopie van uw
96
S.M.A.R.T error, possible hard disk drive failure (S.M.A.R.T-fout, mogelijke vaste­schijffout).
Page 97
Diagnostische foutmeldingen Beschrijving
gegevens te maken. Als een parameter buiten het bereik ligt, kan dit duiden op een mogelijk probleem met de vaste schijf.)

Diagnostische pieptooncodes

Bij POST met drie pieptonen hoort geen knipperend oranje aan-uitledlampje. Bij alle overige pieptooncodes hoort een continu wit aan-uitledlampje. Raadpleeg de onderstaande tabel voor elk scenario.
PieptoonBeschrijving Foutdekking
1 BIOS ROM-checksum bezig of mislukt.
BIOS-chip
2 Geen RAM gedetecteerd Geheugenfout
3 Chipsetfout (North and South Bridge
Chipset, DMA/IMR/Timer Error voor Intel platform); Chipsetfout
Fout bij testen van tijdklok
Gate A20 failure (Fout in poort A20)
Fout in Super I/O-chip.
Fout bij testen toetsenbordcontroller.
4 RAM-lees-/schrijffout Geheugenfout
5 RTC-stroomuitval CMOS-batterijstoring
6 Fout tijdens test van video-BIOS Videokaartfout
7 Processorfout Processor
Moederbordstoring, omvat BIOS­beschadiging of ROM-fout
Moederbordfout

Codes voor de diagnostische aan-uitledlampjes

Aan/Uit-LED Energiestatus
OFF (UIT) Uitgeschakeld of het systeem heeft een S4- (slaapstand) of S5-
(Uitgeschakeld) energiestatus. Led is uit.
97
Page 98
Aan/Uit-LED Energiestatus
Continu wit De computer staat in de Aan-stand..
Continu oranje Het moederbord kan de initialisatie niet starten. Mogelijk is er
een probleem met het moederbord, het geheugen, de processor of de voeding.
Knipperend oranje lampje
Het moederbord kan de initialisatie niet starten of heeft een S3­energiestatus (slaapstand). Er is een probleem met de voeding, mogelijk is er apparaatfout opgetreden of is een apparaat incorrect geïnstalleerd.
98
Page 99

Technische specificaties

OPMERKING: Aanbiedingen kunnen per regio verschillen. De volgende specificaties zijn alleen de specificaties die wettelijk verplicht moeten worden meegeleverd bij de computer. Voor meer informatie over de configuratie van uw computer klikt u op Start Help en ondersteuning en selecteert u de optie om informatie over uw computer weer te geven.
Systeeminformatie
Chipset van systeem Intel H61 Express Chipset
DMA-kanalen Maximaal 8 MB (afhankelijk van
processortype)
Interrupt-niveaus ACPI IRQ 0-31
BIOS-chip (NVRAM) 32 MB
Processor
33
Type
Cachetotaal Maximaal 8 MB (afhankelijk van
Geheugen
Snelheid DDR3 met 1333 MHz
Connector twee SO-DIMM-sleuven
Capaciteit 1 GB, 2 GB en 4 GB
Minimumgeheugen 2 GB
Maximumgeheugen 8 GB
Intel Core i3/i5/i7 serie
Intel Pentium Dual-Core
processortype)
99
Page 100
Video
Type videokaart:
Geïntegreerd Intel HD/HD 2000/HD 3000 Graphics
(afhankelijk van processortype)
Los NVIDIA GeForce GT 525M
Videogeheugen:
Geïntegreerd maximaal 384 MB gedeeld videogeheugen
Los max. 1 GB
Beeldscherm
Type 23 inch HD WLED
Afmetingen
Hoogte 312,50 mm
Breedte 533,70 mm
Diagonaal 584,20 mm
Maximale resolutie 1920 x 1080
Werkingshoek CR > 10
Horizontale gezichtshoek 170 °
Verticale gezichtshoek 160 °
Pixelpitch: 0,27 mm x 0,27 mm
Audio (Geluidskaart)
Geïntegreerd HD-audio met SRS
Camera
Camera en microfoon HD-webcam met ingebouwde digitale
microfoon
Communicatie
Netwerkadapter 10/100/1000 Mbps Ethernet-LAN
100
Loading...