Dell Vostro 360 User Manual [nl]

Dell Vostro 360 Eigenaarhandleiding
Regelgevingsmodel: W03C Regelgevingstype: W03C001

Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen, en waarschuwingen

OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer.
GEVAAR: EEN WAARSCHUWING duidt op een risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden.
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. © 2011 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.
Verveelvoudiging van dit document, op welke wijze dan ook, zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Merken in deze tekst: Latitude ON Core Verenigde Staten en andere landen. AMD Sempron Inc. Office Outlook
,
Atom
Microsoft
,
OptiPlex
,
Centrino
®
,
®
zijn merken of gedeponeerde merken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/ of andere landen. en in licentie is gegeven voor gebruik op schijven en spelers. Bluetooth
®
SIG, Inc., en elk gebruik van dit merk door Dell Inc. geschiedt op basis van een licentie.
Dell
,
®
AMD Athlon
, Windows
Blu-ray Disc
, het Dell-logo,
Vostro en
Celeron
ATI Radeon
,
®
MS-DOS
,
is een merk dat het eigendom vormt van de Blu-ray Disc Association (BDA)
Dell Precision
en
Wi-Fi Catcher
®
zijn merken of gedeponeerde merken van Intel Corporation in de
®
is een gedeponeerd merk en
AMD
en
®
Windows Vista
,
een gedeponeerd merk van de Wireless Ethernet Compatibility Alliance, Inc.
Overige merken en handelsnamen die mogelijk in dit document worden gebruikt kunnen verwijzen naar de rechtspersonen die aanspraak maken op het eigendom van de merken en namen van hun producten. Dell Inc. maakt geen aanspraak op het eigendom van merken en handelsnamen van derden.
,
Precision ON
zijn merken van Dell Inc.
ATI FirePro
zijn merken van Advanced Micro Devices,
®
, het logo van de startknop van Windows Vista en
Bluetooth
,
ExpressCharge
Intel
AMD Opteron
®
is een gedeponeerd merk van
®
,
Pentium
,
AMD Phenom
,
Latitude
®
,
Xeon
Wi-Fi
,
®
,
,
®
is
2011 – 10
Rev. A00

Inhoudsopgave

Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen, en waarschuwingen.................2
Hoofdstuk 1: Aan de computer werken.....................................................7
Voordat u in de computer gaat werken.............................................................................7
Aanbevolen hulpmiddelen.................................................................................................8
Uw computer uitschakelen...............................................................................................9
Nadat u aan de computer hebt gewerkt...........................................................................9
Hoofdstuk 2: De achterplaat verwijderen...............................................11
De achterplaat plaatsen..................................................................................................12
Hoofdstuk 3: De standaard aan de achterzijde verwijderen................13
De standaard aan de achterzijde plaatsen.....................................................................14
Hoofdstuk 4: De voorvoeten verwijderen................................................15
De voorvoeten plaatsen..................................................................................................16
Hoofdstuk 5: De afdekplaat van de standaard aan de achterzijde
verwijderen..................................................................................................17
De afdekplaat van de standaard aan de achterzijde plaatsen.......................................18
Hoofdstuk 6: De I/O-afdekplaat aan de achterzijde verwijderen........19
De I/O-afdekplaat (Input/Output) aan de achterzijde verwijderen..................................20
Hoofdstuk 7: Het optische station verwijderen......................................21
Het optische station plaatsen.........................................................................................23
Hoofdstuk 8: `De geheugenmodule verwijderen....................................25
De geheugenmodule plaatsen........................................................................................27
Hoofdstuk 9: De vaste schijf verwijderen................................................29
De vaste schijf plaatsen..................................................................................................31
Hoofdstuk 10: Het I/O-paneel verwijderen..............................................33
Het I/O-paneel plaatsen..................................................................................................33
Hoofdstuk 11: Het moederbordschild verwijderen................................35
Het moederbordschild plaatsen......................................................................................36
Hoofdstuk 12: De WLAN-kaart verwijderen............................................37
De WLAN-kaart plaatsen................................................................................................38
Hoofdstuk 13: De luidsprekers verwijderen............................................39
De luidsprekers plaatsen................................................................................................40
Hoofdstuk 14: Het middelste frame verwijderen....................................41
Het middelste frame plaatsen.........................................................................................42
Hoofdstuk 15: De TouchControl-kaart verwijderen...............................43
De TouchControl-kaart plaatsen.....................................................................................44
Hoofdstuk 16: De stroomschakelaar verwijderen..................................45
De stroomschakelaar plaatsen.......................................................................................46
Hoofdstuk 17: De knoopcelbatterij verwijderen.....................................47
De knoopcelbatterij plaatsen..........................................................................................48
Hoofdstuk 18: De ventilator van de warmteafleider verwijderen........49
De ventilator van de warmteafleider plaatsen................................................................50
Hoofdstuk 19: De convertorkaart verwijderen.......................................51
De convertorkaart plaatsen............................................................................................53
Hoofdstuk 20: De processorventilator verwijderen...............................55
De processorventilator plaatsen.....................................................................................56
Hoofdstuk 21: De warmteafleider verwijderen.......................................59
De warmteafleider van de processor plaatsen...............................................................60
Hoofdstuk 22: De processor verwijderen................................................61
De processor plaatsen....................................................................................................62
Hoofdstuk 23: Het moederbord verwijderen...........................................63
Het moederbord plaatsen................................................................................................64
Hoofdstuk 24: De bevestigingsplaat (tempan) verwijderen.................67
De bevestigingsplaat (tempan) plaatsen.........................................................................69
Hoofdstuk 25: De afdekplaat van de luidsprekers verwijderen...........71
De afdekplaat van de luidsprekers plaatsen...................................................................72
Hoofdstuk 26: Het montagekader verwijderen.......................................73
Het montagekader plaatsen............................................................................................74
Hoofdstuk 27: De LVDS-kabel (Low-Voltage Differential
Signaling) verwijderen...............................................................................75
De LVDS-kabel (Low-Voltage Differential Signaling) plaatsen.......................................76
Hoofdstuk 28: Het beeldschermpaneel verwijderen.............................79
Het beeldschermpaneel plaatsen...................................................................................80
Hoofdstuk 29: De webcamera verwijderen.............................................83
De webcamera plaatsen.................................................................................................84
Hoofdstuk 30: De antenne verwijderen...................................................85
De antenne plaatsen.......................................................................................................87
Hoofdstuk 31: Overzicht van System Setup............................................89
System Setup openen.....................................................................................................89
System Setup-schermen.................................................................................................90
Opties voor System Setup...............................................................................................91
Algemeen........................................................................................................................91
Advanced (Geavanceerd)...............................................................................................92
Security (Beveiliging)......................................................................................................94
Boot (Opstarten)..............................................................................................................94
Exit (Afsluiten).................................................................................................................94
Hoofdstuk 32: Diagnostische foutmeldingen..........................................95
Diagnostische pieptooncodes.........................................................................................97
Codes voor de diagnostische aan-uitledlampjes............................................................97
Hoofdstuk 33: Technische specificaties..................................................99
Hoofdstuk 34: Contact opnemen met Dell.............................................105
Contact opnemen met Dell............................................................................................105
1

Aan de computer werken

Voordat u in de computer gaat werken

Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer tegen mogelijke schade te beschermen. Tenzij anders aangegeven, wordt er bij elke procedure in dit document van de volgende veronderstellingen uitgegaan:
U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd.
Een onderdeel kan worden vervangen of, indien afzonderlijk aangeschaft, worden geïnstalleerd door de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze webpagina over wet- en regelgeving op www.dell.com/ regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Een groot aantal reparaties mag alleen door een erkend servicemonteur worden uitgevoerd. U mag alleen probleemoplossing en eenvoudige reparaties uitvoeren zoals toegestaan volgens de documentatie bij uw product of zoals geïnstrueerd door het on line of telefonische team voor service en ondersteuning. Schade die het gevolg is van onderhoud dat niet door Dell is geautoriseerd, wordt niet gedekt door uw garantie. Lees de veiligheidsinstructies die bij het product zijn geleverd en leef deze na.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een aardingspolsbandje of door regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan te raken, zoals een connector aan de achterkant van de computer.
WAARSCHUWING: Ga voorzichtig met componenten en kaarten om. Raak de componenten en de contacten op kaarten niet aan. Pak kaarten vast bij de uiteinden of bij de metalen bevestigingsbeugel. Houd een component, zoals een processor, vast aan de uiteinden, niet aan de pinnen.
7
WAARSCHUWING: Verwijder kabels door aan de stekker of aan de kabelontlastingslus te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn voorzien van een connector met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert. Trek connectors in een rechte lijn uit elkaar om te voorkomen dat connectorpinnen verbuigen. Ook moet u voordat u een kabel verbindt, controleren of beide connectors op juiste wijze zijn opgesteld en uitgelijnd.
OPMERKING: De kleur van uw computer en bepaalde onderdelen kunnen verschillen van de kleur die in dit document is afgebeeld.
Om schade aan de computer te voorkomen, moet u de volgende instructies opvolgen voordat u in de computer gaat werken.
1. Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is, om te voorkomen dat de computerkap bekrast raakt.
2. Schakel uw computer uit (zie Uw computer uitschakelen).
WAARSCHUWING: Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u eerst de connector van de netwerkkabel uit de computer verwijderen en daarna de netwerkkabel loskoppelen van het netwerkapparaat.
3. Verwijder alle stekkers van netwerkkabels uit de computer.
4. Haal de stekker van de computer en van alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.
5. Houd de aan-uitknop ingedrukt terwijl de stekker van de computer uit het stopcontact is verwijderd om het moederbord te aarden.
6. Verwijder de kap.
WAARSCHUWING: Raak onderdelen pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak van de behuizing aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak tijdens het werken aan uw computer af en toe een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen.

Aanbevolen hulpmiddelen

Bij de procedures in dit document hebt u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig:
Kleine sleufkopschroevendraaier
#0 Phillips schroevendraaier
#1 Phillips schroevendraaier
Klein plastic pennetje
8
Een cd met het Flash BIOS-updateprogramma

Uw computer uitschakelen

WAARSCHUWING: U voorkomt gegevensverlies door alle gegevens in geopende bestanden op te slaan en de bestanden te sluiten. Sluit vervolgens alle geopende programma's voordat u de computer uitzet.
1. Sluit het besturingssysteem af:
– In Windows Vista:
Klik op Start en vervolgens op de pijl in de linkeronderhoek van het menu Start, zoals hieronder wordt getoond, en klik vervolgens op Afsluiten.
– In Windows XP:
Klik op Start Computer afsluitenAfsluiten . De computer wordt uitgezet nadat het besturingssysteem is afgesloten.
2. Controleer of alle op de computer aangesloten apparaten uitgeschakeld zijn. Houd de aan/uit-knop vier seconden ingedrukt, indien uw computer en aangesloten apparaten niet automatisch worden uitgeschakeld wanneer u het besturingssysteem afsluit.

Nadat u aan de computer hebt gewerkt

Nadat u onderdelen hebt vervangen of geplaatst, moet u controleren of u alle externe apparaten, kaarten, kabels etc. hebt aangesloten voordat u de computer inschakelt.
1. Plaats de computerkap terug.
WAARSCHUWING: Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op het netwerkapparaat en sluit u de kabel vervolgens aan op de computer.
2. Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer.
3. Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact.
4. Zet de computer aan.
5. Controleer of de computer goed functioneert door Dell Diagnostics (Dell­diagnostiek) uit te voeren.
9
10

De achterplaat verwijderen

2
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de schroeven waarmee de achterplaat is bevestigd.
3. Til de achterplaat van de computer.
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
4. Til de achterplaat van de computer.
11

De achterplaat plaatsen

1. Plaats de achterplaat op het chassis.
2. Druk de achterplaat omlaag totdat deze vastklikt.
3. Plaats de schroeven terug waarmee de achterplaat aan de computer wordt bevestigd.
4. Volg de procedures in
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
12

De standaard aan de achterzijde verwijderen

3
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de schroeven waarmee de standaard aan de achterzijde aan de computer is bevestigd.
4. Trek de standaard aan de achterzijde omhoog en verwijder hem uit het chassis.
achterplaat
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
13

De standaard aan de achterzijde plaatsen

1. Lijn de standaard aan de achterzijde uit in het chassis en klik het vast.
2. Draai de schroeven aan waarmee de standaard aan de achterzijde aan de computer wordt bevestigd.
3. Plaats de
4. Volg de procedures in
achterplaat
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
14

De voorvoeten verwijderen

4
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de schroeven waarmee de voorvoet is bevestigd.
4. Verwijder de linkervoorvoet.
achterplaat
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
5. Verwijder de schroeven waarmee de rechtervoorvoet is bevestigd.
15
6. Verwijder de rechtervoorvoet.

De voorvoeten plaatsen

1. Lijn de voorvoeten uit met de onderzijde links en rechts van het chassis.
2. Draai de schroeven aan om de linker- en rechtervoorvoet te bevestigen.
3. Plaats de
4. Volg de procedures in
achterplaat
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
16
5

De afdekplaat van de standaard aan de achterzijde verwijderen

1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de schroeven waarmee de bovenzijde en binnenzijde van de afdekplaat van de standaard aan de achterzijde is bevestigd.
5. Til de afdekplaat van de standaard aan de achterzijde omhoog en verwijder hem uit de computer.
achterplaat standaard aan de achterzijde
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
17

De afdekplaat van de standaard aan de achterzijde plaatsen

1. Lijn de afdekplaat van de standaard aan de achterzijde uit op het chassis.
2. Draai de schroeven aan waarmee de buiten- en binnenzijde van de afdekplaat van de standaard aan de achterzijde is bevestigd.
3. Plaats de
4. Plaats de
5. Volg de procedures in
standaard aan de achterzijde achterplaat
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
.
18

De I/O-afdekplaat aan de achterzijde verwijderen

6
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de schroeven waarmee de I/O-afdekplaat aan de achterzijde is bevestigd.
5. Wrik de I/O-afdekplaat aan de achterzijde los van het chassis en til hem omhoog.
achterplaat
standaard aan de achterzijde
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
19

De I/O-afdekplaat (Input/Output) aan de achterzijde verwijderen

1. Lijn de I/O-afdekplaat aan de achterzijde uit op het chassis en zet deze vast.
2. Draai de schroeven aan waarmee de I/O-afdekplaat aan de achterzijde wordt bevestigd.
3. Plaats de
4. Plaats de
5. Volg de procedures in
standaard aan de achterzijde achterplaat
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
.
20

Het optische station verwijderen

7
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Koppel de SATA-kabel los van het optische station.
4. Verwijder de schroef waarmee het optische station aan het chassis is bevestigd.
achterplaat
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
5. Schuif het optische station uit de computer.
21
6. Verwijder de schroeven waarmee de houder van het optische station is bevestigd.
7. Verwijder de houder van de optische-stationmodule.
22

Het optische station plaatsen

1. Plaats de houder terug op het optische station en draai de schroef vast waarmee het optische station wordt bevestigd.
2. Schuif het optische station terug in de computer.
3. Draai de schroef vast waarmee het optische station op het chassis wordt bevestigd.
4. Sluit de SATA-kabel aan op het optische station.
5. Plaats de
6. Volg de procedures in
achterplaat
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
23
24

`De geheugenmodule verwijderen

8
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Wrik de afdekplaat van het geheugen los en til het uit de computer.
4. Duw de borgklemmen van de geheugenmodule naar buiten totdat de module loskomt.
achterplaat
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
5. Verwijder de geheugenmodule uit de connector op het computer.
25
6. Duw de borgklemmen van de tweede geheugenmodule naar buiten totdat de module loskomt.
7. Verwijder de tweede geheugenmodule uit de connector op het computer.
26

De geheugenmodule plaatsen

1. Plaats de geheugenmodule in de geheugensocket.
2. Druk de bevestigingsklemmen in om de geheugenmodule vast te klikken.
3. Plaats de
4. Volg de procedures in
achterplaat
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
27
28

De vaste schijf verwijderen

9
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder de
4. Verwijder de
5. Verwijder de schroef waarmee de vaste-schijfbracket op het chassis is bevestigd.
6. Schuif de vaste-schijfbracket uit de computer om de lipjes los te maken van het chassis.
achterplaat I/O-afdekplaat aan de achterzijde standaard aan de achterzijde
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
.
.
.
.
29
7. Koppel de kabel van de vaste schijf los van de vaste schijf.
8. Til de vaste-schijfbracket uit het chassis. Verwijder de schroef waarmee de vaste­schijfbehuizing aan de vaste schijf is bevestigd.
9. Schuif de vaste schuif uit de behuizing.
30
Loading...
+ 75 hidden pages