Dell Inspiron 660s User Manual [nl]

Dell Inspiron 660s
Eigenaarshandleiding
Computermodel: Inspiron 660s Wettelijk model: D06S Wettelijk type: D06S001
Opmerkingen, waarschuwingen en gevaar-kennisgevingen
N.B.: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik
van de computer.
WAARSCHUWINGEN: Een WAARSCHUWING geeft aan dat er schade aan
hardware of potentieel gegevensverlies kan optreden als de instructies niet worden opgevolgd.
GEVAAR: GEVAAR duidt op een risico op schade aan eigendommen, lichamelijk
letsel of overlijden.
____________________
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. © 2012 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.
Verveelvoudiging van dit materiaal, op welke wijze dan ook, zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Handelsmerken die in dit document worden gebruikt: Dell™, het DELL-logo en Inspiron™ zijn handelsmerken van Dell Inc.; Microsoft zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Intel Corporation in de VS en/of andere landen.
Overige handelsmerken en handelsnamen kunnen in dit document gebruikt om te verwijzen naar entiteiten die het eigendomsrecht op de merken claimen dan wel de namen van hun producten. Dell Inc. waart zich vrij van enig eigendomsbelang in handelsmerken en handelsnamen anders dan die van zichzelf.
2012 - 04 Rev. A00
®
en Intel SpeedStep® zijn gedeponeerde handelsmerken van Intel
®
, Windows® en het logo op de startknop van Windows

Inhoud

1 Voordat u begint . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Uw computer en hiermee verbonden apparaten uitschakelen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Veiligheidsinstructies
Aanbevolen hulpmiddelen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
. . . . . . . . . . . . . . . . 10
2 Nadat u binnen de computer
hebt gewerkt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
3 Technisch overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . 13
De binnenkant van uw computer . . . . . . . . . . . . 14
Onderdelen van het moederbord
. . . . . . . . . . . . 15
4 Computerkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
De computerkap verwijderen . . . . . . . . . . . . . . 17
De computerbehuizing terugplaatsen
. . . . . . . . . . 18
Inhoud 3
5 Behuizing van ventilator . . . . . . . . . . . . 19
De behuizing van de ventilator verwijderen . . . . . . 19
De behuizing van de ventilator terugplaatsen
. . . . . . 20
6 Geheugenmodule(s). . . . . . . . . . . . . . . . 23
Geheugenmodules verwijderen . . . . . . . . . . . . . 23
Geheugenmodule(s) terugplaatsen
. . . . . . . . . . . 25
7 PCI Express-kaarten . . . . . . . . . . . . . . . 29
De PCI Express-kaarten verwijderen . . . . . . . . . . 29
De PCI Express-kaarten terugplaatsen
De computer configureren na het verwijderen of installeren van een PCI-Express-kaart
. . . . . . . . . 31
. . . . . . . . 32
8 Minikaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
De minikaart verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . 33
De minikaart terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . . . 35
9 Montagekader . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
4 Inhoud
Het montagekader verwijderen . . . . . . . . . . . . . 37
Het montagekader terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . 39
10 Stationkooi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
De stationskooi verwijderen . . . . . . . . . . . . . . 41
De stationskooi terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . 43
11 Optisch station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Het optisch station verwijderen. . . . . . . . . . . . . 45
Het optische station terugplaatsen
. . . . . . . . . . . 47
12 Vaste schijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
De vaste schijf verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . 49
De vaste schijf terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . . 51
13 I/O-voorpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Het I/O-voorpaneel verwijderen. . . . . . . . . . . . . 53
Het I/O-voorpaneel terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . 55
14 Aan-uitknopmodule . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
De aan-uitknopmodule verwijderen . . . . . . . . . . 57
De aan-uitknopmodule terugplaatsen
. . . . . . . . . . 59
Inhoud 5
15 Voeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
De voeding verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
De voeding terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . . . . 63
16 Processorventilator en
warmteafleider . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
De processorventilator en warmteafleider verwijderen
De processorventilator en warmteafleider terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . . . 65
. . . . . . . . . . . . . . 67
17 Processor. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
De processor verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . 69
De processor terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . . . 70
18 Knoopbatterij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
De knoopbatterij verwijderen . . . . . . . . . . . . . . 73
De knoopbatterij terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . 74
19 Moederbord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
6 Inhoud
Het moederbord verwijderen . . . . . . . . . . . . . . 77
Het moederbord terugplaatsen
Het serviceplaatje invoeren in het BIOS
. . . . . . . . . . . . . 79
. . . . . . . . 80
20 Systeemsetup . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Systeemsetup openen
Vergeten wachtwoorden wissen
CMOS-wachtwoorden wissen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
. . . . . . . . . . . . 92
. . . . . . . . . . . . . 93
21 Het BIOS flashen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
22 Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
Inhoud 7
8 Inhoud

Voordat u begint

Uw computer en hiermee verbonden apparaten uitschakelen

WAARSCHUWINGEN: U voorkomt gegevensverlies door alle geopende
bestanden op te slaan en de bestanden te sluiten. Sluit vervolgens alle geopende programma's voordat u de computer uitzet.
1
Sla alle geopende bestanden op en sluit deze, en sluit alle geopende programma's af.
2
Klik op
Microsoft Windows wordt afgesloten en vervolgens wordt de computer uitgeschakeld.
3
Verwijder de stekker van de computer en alle daarop aangesloten apparaten uit het stopcontact.
4
Koppel alle telefoonkabels, netwerkkabels en aangesloten apparaten los van uw computer.
5
Houd de aan-uitknop ongeveer 5 seconden ingedrukt nadat de stekker van de computer uit het stopcontact is verwijderd, om het moederbord te aarden.
Start
en vervolgens op
N.B.: Wanneer u een ander besturingssysteem gebruikt, raadpleegt
u de documentatie van uw besturingssysteem voor instructies voor het afsluiten hiervan.
Afsluiten
.

Veiligheidsinstructies

Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw persoonlijke veiligheid te garanderen en de computer en werkomgeving te beschermen tegen mogelijke schade.
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over de wet- en regelgeving op dell.com/regulatory_compliance.
Voordat u begint 9
GEVAAR: Koppel alle voedingsbronnen los voordat u de computerbehuizing
of -panelen opent. Zodra u klaar bent met de werkzaamheden binnen de computer, plaatst u de behuizing en alle panelen en schroeven terug voordat weer aansluit op de voedingsbron.
WAARSCHUWINGEN: Zorg ervoor dat het werkoppervlak plat en schoon
is om schade aan de computer te voorkomen.
WAARSCHUWINGEN: Pak de componenten en kaarten bij de rand vast en kom
niet aan pinnetjes en contactpunten om beschadigingen te voorkomen.
u de computer
WAARSCHUWINGEN: Alleen opgeleide onderhoudsmonteurs zijn bevoegd
om de computerkap te verwijderen en met de componenten in de computer te werken. Raadpleeg de veiligheidinstructies voor volledige informatie over voorzorgsmaatregelen, werken in de computer en bescherming tegen elektrostatische ontlading.
WAARSCHUWINGEN: Raak onderdelen pas aan nadat u zich hebt geaard door
een ongeverfd metalen oppervlak van de behuizing aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak tijdens het werken aan uw computer af en toe een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen.
WAARSCHUWINGEN: Verwijder kabels door aan de stekker of het treklipje
te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels hebben connectoren met vergrendelingslipjes of duimschroeven die u moet ontgrendelen voordat u de kabel loskoppelt. Houd kabels bij het loskoppelen uitgelijnd om te voorkomen dat connectorpinnetjes verbuigen. Zorg er bij het aansluiten van kabels voor dat de connectoren en poorten de juiste richting hebben en correct zijn uitgelijnd.
WAARSCHUWINGEN: Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet
u eerst de stekker van de netwerkkabel uit de computer verwijderen en de stekker van de netwerkkabel uit het netwerkcontact verwijderen.

Aanbevolen hulpmiddelen

Voor de procedures in dit document hebt u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig:
Kleine platte schroevendraaier
Kruiskopschroevendraaier
Plastic pennetje
Flash BIOS uitvoerbaar updateprogramma beschikbaar via
10 Voordat u begint
support.dell.com
Nadat u binnen de computer hebt
Nadat u de vervangingsprocedures hebt voltooid, gaat u als volgt te werk:
Plaats alle schroeven terug en zorg ervoor dat er geen losse schroeven
Sluit alle externe apparaten, kabels, kaarten en eventuele andere
Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact.
Zet de computer aan.
gewerkt
in uw computer achterblijven.
onderdelen die u hebt verwijderd weer aan voordat u met uw computer aan de slag gaat.
WAARSCHUWINGEN: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten, en controleren of er geen losse schroeven in de computer zijn achtergebleven. Doet u dit niet, dan loopt u het risico dat de computer beschadigd raakt.

Nadat u binnen de computer hebt gewerkt 11

12 Nadat u binnen de computer hebt gewerkt

Technisch overzicht

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen
"Voordat u begint" op pagina 9. Raadpleeg voor meer informatie over
in veiligheidsrichtlijnen onze website over de wet- en regelgeving op dell.com/regulatory_compliance.
Technisch overzicht 13

De binnenkant van uw computer

3
2
1
4
5
6
7
1 vaste schijf 2 montagekader
3 stationkooi 4 optisch station
5 behuizing van ventilator 6 PCI-Express x16-kaart
processorventilator en warmteafleider
7
8 voeding
14 Technisch overzicht

Onderdelen van het moederbord

1
18 17
16
2
3
4
6
5
8
7
9
10
15
14
1213
Technisch overzicht 15
11
1 connector aan-uitknop (LEDH1) 2 batterijsocket (BT1)
3 SATA-aansluiting (SATA1) 4 wachtwoordresetjumper (PWDCL1)
5 sleuf voor de PCI-Express x16-kaart
(SLOT2)
7 sleuf voor de PCI-Express x1-kaart
(SLOT1)
9 connector voor de geheugenmodule
(DIMM1)
11 connector voor de geheugenmodule
(DIMM2)
13 aansluiting voor de
processorventilator (FNCPU1)
15 USB-connector op het voorpaneel
(USBF1)
17 connector voor het SATA-station
(SATA 0)
6 sleuf voor de minikaart (MINI1)
8 audioaansluiting op het voorpaneel
(F_AUDIO1)
10 processorsocket
12 voedingsconnector (ATX1)
14 primaire voedingsconnector (ATX2)
16 USB-connector op het voorpaneel
(USBF2)
18 CMOS-resetjumper (CMOS1)
16 Technisch overzicht

Computerkap

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen
"Voordat u begint" op pagina 9. Raadpleeg voor meer informatie over
in veiligheidsrichtlijnen onze website over de wet- en regelgeving op dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWINGEN: Zorg ervoor dat er minimaal 30 cm (1 ft.) ruimte op het
bureaublad aanwezig is om de computer te ondersteunen wanneer de achterplaat is verwijderd.

De computerkap verwijderen

N.B.:
Zorg ervoor dat u het hangslot uit de beugel verwijdert (indien van toepassing).
1
Leg de computer op zijn zijde met de computerkap naar boven gericht.
2
Verwijder met een schroevendraaier de schroeven waarmee de computerkap aan het chassis is bevestigd.
3
Maak de computerkap los door deze naar de voorkant van de computer te schuiven.
4
Licht de kap op en zet deze weg op een veilige plaats.
Computerkap 17
1
2
1 computerkap 2 schroeven (2)

De computerbehuizing terugplaatsen

1
Sluit alle kabels aan en haal ze uit de weg.
2
Controleer of er geen gereedschap of extra onderdelen in de computer achterblijven.
3
Lijn de lipjes aan de onderzijde van de computerkap uit met de sleuven langs de zijkant van het chassis
4
Druk de computerkap naar beneden en schuif hem in de richting van de voorzijde van de computer.
5
Plaats de schroeven terug waarmee de computerkap aan het chassis is bevestigd.
6
Zet de computer weer rechtop neer.
7
Volg de instructies in "Nadat u binnen de computer hebt gewerkt" op pagina 11.
18 Computerkap

Behuizing van ventilator

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen
"Voordat u begint" op pagina 9. Raadpleeg voor meer informatie over
in veiligheidsrichtlijnen onze website over de wet- en regelgeving op dell.com/regulatory_compliance.

De behuizing van de ventilator verwijderen

Vereisten vooraf
1
Verwijder de computerkap. Zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17.
Behuizing van de ventilator 19
Procedure
1
Druk de behuizing van de ventilator in en licht deze op om de lipjes los te maken waarmee de behuizing van de ventilator op de processorventilator en de warmteafleider is bevestigd.
2
1
1 processorventilator en warmteafleider 2 behuizing van ventilator
2
Licht de behuizing van de ventilator op en zet deze weg op een veilige plaats.

De behuizing van de ventilator terugplaatsen

Procedure
1
Plaats de behuizing van de ventilator over de processorventilator en wartmeafleider.
2
Druk voorzichtig op de behuizing van de ventilator totdat de lipjes op de behuizing van de ventilator vastklikken.
20 Behuizing van de ventilator
Vereisten achteraf
1
Zet de computerkap terug. Zie "De computerbehuizing terugplaatsen" op pagina 18.
2
Volg de instructies in "Nadat u binnen de computer hebt gewerkt" op pagina 11.
Behuizing van de ventilator 21
22 Behuizing van de ventilator

Geheugenmodule(s)

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen
"Voordat u begint" op pagina 9. Raadpleeg voor meer informatie over
in veiligheidsrichtlijnen onze website over de wet- en regelgeving op dell.com/regulatory_compliance.

Geheugenmodules verwijderen

Vereisten vooraf
1
Verwijder de computerkap. Zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17.
2
Verwijder de behuizing van de ventilator. Zie "De behuizing van de ventilator verwijderen" op pagina 19.
Geheugenmodule(s) 23
Procedure
GEVAAR: De geheugenmodule(s) kunnen erg heet worden tijdens normaal
gebruik. Laat de geheugenmodule(s) afkoelen voordat u deze aanraakt.
1
Zoek de sockets voor de geheugenmodule(s) op het moederbord. Zie "Onderdelen van het moederbord" op pagina 15.
2
Druk de borgklemmen aan de uiteinden van de geheugenmoduleconnector naar buiten.
3
Pak de geheugenmodule vast en trek deze omhoog.
Als de module moeilijk te verwijderen is, beweegt u hem voorzichtig heen en weer om hem los te maken van de connector.
3
2
1
1 geheugenmoduleconnector 2 geheugenmodule
3 borgklemmen (2)
24 Geheugenmodule(s)

Geheugenmodule(s) terugplaatsen

WAARSCHUWINGEN: Als de geheugenmodule niet op juiste wijze wordt
geïnstalleerd, wordt de computer mogelijk niet opgestart.
WAARSCHUWINGEN: Als u de oorspronkelijke geheugenmodule(s) uit de
computer verwijdert tijdens een geheugenupgrade, dient u deze apart te houden van eventuele nieuwe geheugenmodules die u mogelijk bezit, zelfs als u de
nieuwe module(s) van Dell hebt gekocht. Combineer een originele geheugenmodule,
indien mogelijk, niet met een nieuwe geheugenmodule. Anders start uw computer mogelijk niet goed op.
Procedure
1
Druk de borgklemmen aan de uiteinden van de geheugenmoduleconnector naar buiten.
2
Lijn de inkeping in de rand van de geheugenmodule uit met het lipje in de geheugenmoduleconnector.
5
4
3
2
1
1 uitsparingen (2) 2 geheugenmoduleconnector
3 lipje 4 inkeping
5 geheugenmodule
Geheugenmodule(s) 25
WAARSCHUWINGEN: Druk de geheugenmodule met gelijkmatige druk aan
de uiteinden recht naar beneden in de connector om schade aan de module te voorkomen.
3
Druk de geheugenmodule in de geheugenmoduleconnector totdat de module vastklikt.
Wanneer u de geheugenmodule juist plaatst, klikken de borgklemmen in de uitsparingen aan de uiteinden van de module.
3
2
1
1 borgklem (vastgeklikt) 2 geheugenmoduleconnector
3 geheugenmodule
26 Geheugenmodule(s)
Vereisten achteraf
1
Plaats de behuizing van de ventilator terug. Zie "De behuizing van de ventilator terugplaatsen" op pagina 20 .
2
Zet de computerkap terug. Zie "De computerbehuizing terugplaatsen" op pagina 18.
3
Volg de instructies in "Nadat u binnen de computer hebt gewerkt" op pagina 11.
4
Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens aan.
Druk op <F1> om verder te gaan als de melding dat de geheugencapaciteit is gewijzigd, wordt weergegeven.
Meld u aan bij de computer. Als u wilt controleren of het geheugen correct is geïnstalleerd, klikt u op de knop Controleer de vermelde hoeveelheid geheugen (RAM).
Start→ Configuratiescherm→ Systeem
.
Geheugenmodule(s) 27
28 Geheugenmodule(s)

PCI Express-kaarten

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over de wet- en regelgeving op dell.com/regulatory_compliance.

De PCI Express-kaarten verwijderen

Vereisten vooraf
1
Verwijder de computerkap. Zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17.
2
Verwijder de behuizing van de ventilator. Zie "De behuizing van de ventilator verwijderen" op pagina 19.
PCI-Express-kaarten 29
Procedure
1
Verwijder eventueel op de kaart aangesloten kabels.
2
Verwijder de schroef waarmee de kaart aan het chassis is bevestigd. PCI-Express x1-kaart: pak
los van de connector.
PCI-Express x16-kaart: druk op de bevestigingsklem, pak de kaart bij
de bovenste hoeken vast en trek de kaart voorzichtig uit de connector.
1
2
3
de kaart bij de bovenhoeken vast en haal hem
4
1 beveiligingslipje 2 PCI-Express x16-kaart
3 connector op de PCI-Express x16-kaart 4 schroef
Plaats een bracket in de lege kaartsleufopening als u de kaart permanent
3
verwijdert.
N.B.: Het plaatsen van brackets voor lege kaartsleufopeningen is nodig in verband
met het FCC-certificaat van de computer. De brackets houden ook stof en vuil tegen.
30 PCI-Express-kaarten
Loading...
+ 68 hidden pages