De drukgestuurde waterregelventielen worden
gebruikt in koelsystemen met watergekoelde
condensors om een constante condensatiedruk
te handhaven bij wisselende belastingen.
De waterregelventielen kunnen worden
toegepast met de gebruikelijke koelmiddelen,
op voorwaarde dat het werkbereik van de
regelventielen niet wordt overschreden. De WVS
kan worden gebruikt voor R717 (ammoniak).
Het WVFM waterregelventiel van Danfoss bestaat
uit een ventielhuis en een balg. Op de balg zit
een plaatje dat het type ventiel, werkbereik en de
maximaal toegestane werkdruk aangeeft.
Het plaatje geeft tevens de maximaal toegestane
werkdruk aan de waterzijde aan, vermeld als PN
10 conform IEC 534-4.
Onder op het ventiel is aangegeven in welke
richting de instelspindel moet worden gedraaid
voor een grotere of kleinere hoeveelheid water.
Het WVFX waterregelventiel bestaat uit een
ventielhuis met instelgedeelte aan de ene kant
en een balg aan de andere kant.
Op de balg zit een plaatje dat het type ventiel,
werkbereik en de maximaal toegestane werkdruk
aangeeft.
Alle vermelde drukken gelden voor de
condensorzijde. Op de ene zijde van het
ventielhuis is PN 16 (nom. druk) ingegoten en
bijv. DN 15 (nom. diameter) en kvs 1.9 (capaciteit
van het ventiel in m3/u bij een drukval van 1 bar).
Ag0_0001
Ag0_0002
Waterregel-
ventielen
Ag0_0003
Op de andere zijde van het ventielhuis zijn RA en
DA ingegoten.
RA staat voor reverse acting (tegengesteld
werken) en DA staat voor direct acting
(rechtstreeks werken).
Wanneer de WVFX als condensordrukregelaar
wordt gebruikt, moet de balg altijd het dichtst bij
de DA-markering zijn gemonteerd.
WVFM en WVFX worden in de waterleiding
gemonteerd, gewoonlijk vóór de condensor, met
een stroming in de richting van de pijl.
Het wordt aanbevolen om altijd een FV lter
vóór het waterregelventiel te monteren om te
voorkomen dat er vuil in de bewegende delen
van het ventiel komt.
Om te voorkomen dat trillingen op de balg
worden overgebracht, moet de balg via een
capillair worden aangesloten op de persleiding
na de olieafscheider.
Het capillair wordt op de bovenzijde van de
persleiding aangesloten om teruglopen van olie
en eventueel vuil te voorkomen.
Waterregelventielen van het type WFVM en
WVFX 32-40 worden gewoonlijk met de balg naar
boven gemonteerd.
Ag0_0005
Instelling
Waterregelventielen van het type WVFX 1025 kunnen in elke gewenste stand worden
gemonteerd.
Stel WVFM en WVFX waterregelventielen zodanig
in dat de gewenste condensatiedruk wordt
bereikt. Door de instelspindel rechtsom te draaien
krijgt u een lagere druk, door linksom te draaien
krijgt u een hogere druk.
Voor een grove instelling kunnen de
schaalaanduidingen 1-5 worden gebruikt.
Schaalaanduiding 1 komt ongeveer overeen met
2 bar en schaalaanduiding 5 met 17 bar.
Let erop dat het instelbereik wordt aangegeven
voor een ventiel dat net gaat openen.
Om het ventiel volledig te openen, moet de
condensatiedruk 3 bar stijgen.
Het wordt aangeraden om op de waterregelventielen preventief onderhoud uit te voeren,
omdat vuil (slib) zich kan ophopen rond de
bewegende delen van de ventielen.
Tijdens een preventief-onderhoudsbeurt kunt
u de waterregelventielen doorspoelen, om
verontreinigingen weg te spoelen maar ook om
te ’voelen’ of de reactie van een ventiel trager is
geworden.
Ag0_0009
Doorspoelen van een WVFM waterregelventiel
gaat het gemakkelijkst met behulp van 2
schroevendraaiers die onder de instelschroef
gestoken worden.
Zo kan de schroef omhoog gewrikt worden,
waardoor de waterstroming groter wordt.
Ag0_0010
WVFX waterregelventielen kunnen op
vergelijkbare wijze worden doorgespoeld met
behulp van 2 schroevendraaiers die in de sleuven
aan weerszijden van het instelgedeelte (de
veerbehuizing) en onder de veerschotel worden
gestoken.
Gebruik de schroevendraaiers als hefboom en
duw ze omlaag in de richting van de leiding om
een grotere waterstroming te verkrijgen.
Wanneer een waterregelventiel niet goed
functioneert of wanneer lekkage optreedt boven
de klepzitting moet het ventiel gedemonteerd en
gereinigd worden.
Voordat het ventiel wordt gedemonteerd, moet
altijd de druk uit de balg worden afgelaten, d.w.z.
dat deze moet worden losgekoppeld van het
koelsysteem.
Voordat u het ventiel demonteert, draait u
de stelveer volledig rechtsom naar de laagste
drukinstelling. De O-ring en achtergebleven
afdichtingen moeten na demontage altijd
worden vervangen.