Deze handleiding bevat informatie over het gebruik van
Danfoss VLT® frequentieregelaars in toepassingen met
functionele veiligheid. De handleiding bevat informatie
over normen voor functionele veiligheid, de functie Safe
Torque O (STO) van de Danfoss VLT® frequentieregelaar
en de hieraan gerelateerde installatie en inbedrijfstelling,
en service en onderhoud voor STO.
®
De VLT
ontworpen en geschikt bevonden voor de vereisten van:
frequentieregelaar met STO-functionaliteit is
Categorie 3 volgens EN-ISO 13849-1
•
Prestatieniveau 'd' volgens EN-ISO 13849-1
•
SIL 2 volgens IEC 61508 en EN 61800-5-2
•
Klasse SIL 2 volgens EN 62061
•
1.3.2 Toepasselijke producten en
identicatie
VLT® is een gedeponeerd handelsmerk.
1.2 Aanvullende hulpmiddelen
Deze handleiding is bedoeld voor gebruikers die al bekend
zijn met VLT® frequentieregelaars en dient als aanvulling
op de handleidingen en instructies die u kunt downloaden
via drives.danfoss.com/knowledge-center/technical-documen-tation/. Lees de instructies die bij de frequentieregelaar
en/of frequentieregelaaroptie is geleverd, voordat u de
eenheid installeert, en volg de instructies voor veilige
installatie op.
1.3 Functieoverzicht
1.3.1 Inleiding
De functie Safe Torque O (STO) maakt deel uit van een
veiligheidssysteem. STO voorkomt dat de eenheid het
vermogen genereert dat nodig is om de motor te laten
draaien.
LET OP
Selecteer de juiste componenten voor het veiligheidssysteem en pas die zo toe dat het gewenste niveau van
operationele veiligheid wordt verkregen. Voordat STO in
een installatie wordt geïntegreerd en toegepast, moet u
een grondige risicoanalyse uitvoeren om te bepalen of
de functionaliteit en veiligheidscategorie van de STO
geschikt en voldoende zijn.
De VLT® frequentieregelaar is leverbaar met:
Safe Torque O (STO), zoals gedenieerd in EN-
•
IEC 61800-5-2
Stopcategorie 0, zoals gedenieerd in EN 60204-1
•
De frequentieregelaar integreert de STO-functionaliteit via
stuurklem 37.
De STO-functie is leverbaar voor de volgende typen
frequentieregelaars:
VLT® HVAC Drive FC 102
•
VLT® Refrigeration Drive FC 103
•
VLT® AQUA Drive FC 202
•
VLT® AutomationDrive FC 301 met behuizings-
•
grootte A1
VLT® AutomationDrive FC 302
•
VLT® Decentral Drive FCD 302
•
VLT® Parallel Drive Modules
•
Identicatie
Controleer aan de hand van de typecode van de
•
eenheid op het typeplaatje (zie Tabel 1.1) of de
frequentieregelaar is uitgevoerd met de STOfunctie.
Er zijn meer goedkeuringen en certiceringen beschikbaar.
Neem contact op met een Danfoss partner in uw regio.
1.4.1 Toegepaste normen en conformiteit
Voor het gebruik van de STO-functie op klem 37 is het
noodzakelijk dat de gebruiker voldoet aan alle veiligheidsbepalingen, inclusief de relevante wetten, voorschriften en
richtlijnen.
De geïntegreerde STO-functie voldoet aan de volgende
normen:
Tabel 1.2 Afkortingen met betrekking tot functionele veiligheid
Conventies
Genummerde lijsten geven procedures aan. Lijsten met opsommingstekens geven andere informatie en beschrijvingen van
afbeeldingen aan.
Cursieve tekst geeft een van de volgende zaken aan:
Kruisverwijzing.
•
Koppeling.
•
Parameternaam.
•
Voetnoot.
•
Parametergroep
•
Parameteroptie.
•
Alarmen/waarschuwingen.
•
Alle afmetingen op tekeningen worden zowel in metrische als imperiale eenheden (tussen haakjes) weergegeven,
bijvoorbeeld: mm (in).
Een asterisk (*) geeft de standaardinstelling van een parameter aan.
In dit document worden de volgende symbolen gebruikt:
WAARSCHUWING
Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die kan
leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
VOORZICHTIG
Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die kan
leiden tot licht of matig letsel. Kan tevens worden
gebruikt om te waarschuwen tegen onveilige werkpraktijken.
LET OP
Geeft belangrijke informatie aan, waaronder situaties die
kunnen leiden tot schade aan apparatuur of
eigendommen.
2.2 Gekwaliceerd personeel
Montage, installatie, programmering, inbedrijfstelling,
onderhoud en buitenbedrijfstelling van de producten
mogen uitsluitend worden uitgevoerd door hiervoor
gekwaliceerde personen. Gekwaliceerde personen
Zijn gekwaliceerde elektrotechnici of personen
•
die door gekwaliceerde elektrotechnici zijn
opgeleid en over de juiste kennis en ervaring
beschikken om de apparatuur, systemen,
installatie en machines te bedienen volgens de
algemene normen en richtlijnen voor veiligheidssystemen.
Zijn bekend met de basisvoorschriften ten
•
aanzien van veiligheid, gezondheid en ongevallenpreventie.
Hebben de veiligheidsrichtlijnen in deze
•
handleiding en de instructies in de bedieningshandleiding van de frequentieregelaar
doorgelezen en begrepen.
Beschikken over een gedegen kennis van de
•
algemene en
de specieke toepassing.
Gebruikers van elektrische aandrijvingen (veiligheidsgerelateerd) (PDS(SR)) zijn verantwoordelijk voor:
Een gevaren- en risicoanalyse van de toepassing.
•
Het identiceren van de vereiste veiligheids-
•
functies en het toewijzen van SIL of PLr aan elk
van deze functies.
specieke normen die gelden voor
Overige subsystemen en de geldigheid van de
•
signalen en commando's.
het ontwerpen van geschikte veiligheidssystemen
•
(hardware, software, parameterinstelling enz.).
Beschermende maatregelen
Installatie en inbedrijfstelling van veiligheids-
•
systemen mogen uitsluitend worden uitgevoerd
door gekwaliceerd en bekwaam personeel.
Installeer de frequentieregelaar volgens IEC 60529
•
in een IP 54-behuizing of een vergelijkbare
omgeving. Voor speciale toepassingen kan een
hogere IP-klasse noodzakelijk zijn.
Zorg dat de kabel tussen de veiligheidsoptie en
•
de externe beveiliging is beveiligd tegen
kortsluiting volgens ISO 13849-2 tabel D.4. Als
externe krachten invloed uitoefenen op de
motoras (bv. hangende lasten) moeten er extra
maatregelen worden getroen (bv. een veiligheidshoudrem) om gevaren te elimineren.
2.3 Veiligheidsmaatregelen
Raadpleeg voor de algemene veiligheidsmaatregelen het
hoofdstuk Veiligheid in de relevante bedieningshandleiding.
VOORZICHTIG
Voer na de installatie van STO een inbedrijfstellingstest
uit zoals gespeciceerd in hoofdstuk 4.5 Inbedrijfstel-lingstest STO-functie. Na de eerste inbedrijfstelling en na
elke wijziging aan de veiligheidsvoorziening moet een
inbedrijfstellingstest met succes worden afgerond.
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR ERNSTIG OF DODELIJK LETSEL
Als externe krachten invloed uitoefenen op de motor, bv.
in geval van een verticale as (hangende lasten), en een
ongewenste beweging, bv. veroorzaakt door de zwaartekracht, gevaar kan opleveren, moet de motor worden
uitgerust met extra voorzieningen voor valbeveiliging.
Installeer bijvoorbeeld extra mechanische remmen.