Danfoss VLT AQUA Low Harmonic Drive Operating guide [nl]

VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
Inhoud
Inhoud
1 Hoe gebruikt u deze bedieningshandleiding
Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht 5
Symbolen 6
2 Veiligheid
Algemene waarschuwing 8
Voordat u begint met reparatiewerkzaamheden 8
Een onbedoelde start vermijden 9
Installatie Veilige stop 9
Veilige stop van de frequentieomvormer 11
IT-net 12
3 Inleiding tot de Low Harmonic Drive
Werkingsprincipe 13
IEEE 519-compliantie 14
Bestelformulier typecode 15
4 Installeren
5
7
13
17
Om te beginnen 17
Vóór de installatie 18
De installatielocatie plannen 18
De frequentieomvormer in ontvangst nemen 18
Transport en uitpakken 18
Hijsen 19
Mechanische afmetingen 21
Mechanische installatie 26
De delen van frame F monteren 28
Aansluiting stuurkabel tussen omvormer en filter 30
Klemposities – framegrootte D 31
Klemposities – framegrootte E 32
Klemposities – framegrootte F 34
Koeling en luchtcirculatie 36
Opties installeren op locatie 43
Ingangsplaatopties installeren 43
Installatie van afscherming netvoeding voor frequentieomvormers 43
Paneelopties voor framegrootte F 44
Elektrische installatie 46
Voedingsaansluitingen 46
Aansluiting netvoeding 59
Bekabeling voor voeding en besturing bij gebruik van niet-afgeschermde kabels 60
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
1
Inhoud
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
Zekeringen 61
Stuurkabelroute 64
Elektrische installatie, stuurklemmen 65
Aansluitvoorbeelden voor motorbesturing via een externe signaalgever 66
Start/Stop 66
Pulsstart/stop 66
Elektrische installatie – aanvulling 68
Elektrische installatie, stuurkabels 68
Schakelaar S201, S202 en S801 70
Uiteindelijke installatie en test 71
Extra aansluitingen 73
Mechanische rembesturing 73
Thermische motorbeveiliging 73
5 Bediening van de Low Harmonic Drive
Bedieningswijzen 75
Bediening van het grafische LCP (GLCP) 75
Tips en trucs 81
6 De Low Harmonic Drive programmeren
De frequentieomvormer programmeren 87
Het actieve filter programmeren
De Low Harmonic Drive gebruiken in NPN-modus 94
VLT AQUA Drive – beschrijving van veelgebruikte parameters 95
Hoofdmenu 95
Parameteropties 133
Standaardinstellingen 133
0-** Bediening/display 134
1-** Belasting & motor 135
2-** Remmen 135
3-** Ref./Ramp. 136
4-** Begr./waarsch. 136
75
87
94
5-** Digitaal In/Uit 137
6-** Analoog In/Uit 138
8-** Communicatie en opties 139
9-** Profibus 140
13-** Smart Logic 140
14-** Speciale functies 141
15-** Geg. omvormer 142
16-** Data-uitlezingen 143
18-** Info & uitlez. 144
20-** Omvormer met terugkoppeling 145
2
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
21-** Uitgebr. met terugk. 146
22-** Toepassingsfuncties 147
23-** Tijdgebonden functies 148
25-** Cascaderegelaar 149
26-** Analoge I/O-optie MCB 109 150
Parameteropties – filter 151
Operation/Display 0-** 151
Digital In/Out 5-** 152
Comm. and Options 8-** 152
Special Functions 14-** 153
FC Information 15-** 153
Data Readouts 16-** 154
AF-instell. 300-** 154
AF-uitlezing 301-** 155
Inhoud
7 Installatie en setup RS 485
Netwerkconfiguratie 159
Berichtframingstructuur FC-protocol 160
Voorbeelden 165
Toegang krijgen tot parameters 166
8 Algemene specificaties
9 Problemen verhelpen
Alarmen en waarschuwingen – frequentieomvormer (rechter LCP) 175
Alarmen en waarschuwingen – filter (linker LCP) 184
Trefwoordenregister
157
167
175
190
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
3
1
1 Hoe gebruikt u deze bedieningshandleiding
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
4
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
1 Hoe gebruikt u deze bedieningshandleiding
1 Hoe gebruikt u deze bedieningshandleiding
1.1.1 Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht
Deze publicatie bevat informatie die eigendom is van Danfoss. Door acceptatie en gebruik van deze handleiding stemt de gebruiker ermee in dat de
informatie in dit document enkel zal worden aangewend voor het gebruik van de apparatuur van Danfoss of apparatuur van andere leveranciers op
voorwaarde dat deze apparatuur bestemd is voor gebruik in combinatie met Danfoss-apparatuur door middel van seriële communicatie. Deze publicatie
is beschermd op basis van de auteurswetten van Denemarken en de meeste andere landen.
Danfoss kan niet garanderen dat een softwareprogramma dat is ontworpen volgens de richtlijnen in deze handleiding goed zal functioneren in iedere
fysieke, hardware- of softwareomgeving.
Hoewel DanfossDanfossde informatie in deze handleiding heeft getest en gecontroleerd, houdt dit geen verklaring of waarborg in met betrekking tot deze
documentatie, hetzij impliciet of expliciet, betreffende de juistheid, volledigheid, betrouwbaarheid of geschiktheid voor een specifiek doel.
In geen enkel geval zal Danfoss aansprakelijkheid aanvaarden voor directe, indirecte, speciale, incidentele of vervolgschade die voortvloeit uit het gebruik,
of het niet kunnen gebruiken, van informatie in deze handleiding, zelfs niet als is gewaarschuwd voor de mogelijkheid van dergelijke schade. Danfoss
kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enige kosten, met inbegrip van, maar niet beperkt tot kosten als gevolg van verlies aan winst of inkomsten,
verlies of beschadiging van apparatuur, verlies van computerprogramma's, verlies van data, de kosten om deze te vervangen, of claims van derden.
1
Danfoss behoudt zich het recht voor om deze publicatie op ieder moment te herzien en de inhoud te wijzigen zonder nadere kennisgeving of enige
verplichting om eerdere of huidige gebruikers te informeren over dergelijke aanpassingen of wijzigingen.
1.1.2
x = versienummer
yy = taalcode
Beschikbare publicaties voor de VLT
-
-
-
-
-
-
- Design Guide voor uitgangsfilters MG.90.Nx.yy
-
- Toepassingsnotitie MN.20.A1.02: Toepassing met dompelpomp
- Toepassingsnotitie MN.20.B1.02: Toepassing met master/volger
- Toepassingsnotitie MN.20.F1.02: Omvormer met terugkoppeling en slaapstand
- Instructie MI.38.Bx.yy: Installatie-instructie voor het monteren van bevestigingsbeugels voor behuizingstype A5, B1, B2, C1 en C2 IP 21, IP 55
- Instructie MI.90.Lx.yy: Analoge I/O-optie MCB 109
- Instructie MI.33.Hx.yy: Montageset voor paneeldoorvoer
®
AQUA Drive Bedieningshandleiding MG.20.Mx.yy bevat de benodigde informatie voor het installeren en in bedrijf stellen van de fre-
De VLT
quentieomvormer.
®
De VLT
AQUA Drive High Power Bedieningshandleiding MG.20.Px.yy bevat de benodigde informatie voor het installeren en in bedrijf stellen
van de HP frequentieomvormer.
®
De VLT
AQUA Drive Design Guide MG.20.Nx.yy bevat alle technische informatie over de frequentieomvormer, het ontwerpen van installaties
en mogelijke toepassingen.
®
De VLT
AQUA Drive Programmeerhandleiding MN.20.Ox.yy geeft informatie over het programmeren van de frequentieomvormer en bevat een
uitgebreide beschrijving van de parameters.
®
AQUA Drive FC 200 Profibus MG.33.Cx.yy
VLT
®
AQUA Drive FC 200 DeviceNet MG.33.Dx.yy
VLT
®
AQUA Drive FC 200 Cascaderegelaar MI.38.Cx.yy
VLT
of IP 66
®
AQUA DriveFC 200
Technische publicaties van Danfoss zijn ook online beschikbaar via
www.danfoss.com/BusinessAreas/DrivesSolutions/Documentations/Technical+Documentation.htm.
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
5
1 Hoe gebruikt u deze bedieningshandleiding
1.1.3 Softwareversie en goedkeuringen
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
1
VLT AQUA Low Harmonic Drive
Softwareversie: 1.33
Deze handleiding kan worden gebruikt voor alle VLT AQUA Low Harmonic Drive frequentieomvormers met softwareversie 1.33.
Het versienummer van de software kan worden uitgelezen via parameter 15-43 op het omvormer-LCP.
NB!
De VLT AQUA Low Harmonic Drive is uitgerust met twee verschillende LCP's: één voor de omvormer (rechts) en één voor het actieve
filter (links). Elk LCP bestuurt de eenheid waaraan het is gekoppeld en er is geen communicatie tussen de twee LCP's onderling.
1.1.4 Symbolen
In deze bedieningshandleiding gebruikte symbolen
NB!
Geeft aan dat de lezer ergens op moet letten.
Geeft een algemene waarschuwing aan.
Geeft een waarschuwing in verband met hoogspanning aan.
Geeft de standaardinstelling aan.
*
6
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
2Veiligheid
2.1.1 Opmerking in verband met veiligheid
2 Veiligheid
De spanning van de frequentieomvormer is gevaarlijk wanneer de frequentieomvormer op het net is aangesloten. Onjuiste aansluiting
van de motor, frequentieomvormer of veldbus kan de apparatuur beschadigen en lichamelijk letsel of dodelijke gevolgen met zich mee
brengen. Volg daarom de aanwijzingen in deze handleiding alsmede de lokale en nationale veiligheidsvoorschriften op.
Veiligheidsvoorschriften
1. De frequentieomvormer moet worden afgeschakeld van de netvoeding als reparatiewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd. Controleer of
de netvoeding is afgeschakeld en of er genoeg tijd is verstreken alvorens de motor- en netstekkers te verwijderen.
2. De toets [STOP/RESET] op het bedieningspaneel van de frequentieomvormer schakelt de netvoeding niet af en mag daarom niet als veilig-
heidsschakelaar worden gebruikt.
3. De apparatuur moet correct zijn geaard, de gebruiker moet beschermd zijn tegen voedingsspanning en de motor moet beveiligd zijn tegen
overbelasting overeenkomstig de geldende nationale en lokale voorschriften.
4. De aardlekstromen zijn hoger dan 3,5 mA.
5. De beveiliging tegen overbelasting van de motor is in te stellen via par. 1-90
daardwaarde) of ETR-waarsch. als deze functie gewenst is. NB de functie wordt geactiveerd bij 1,16 x nominale motorstroom en nominale
motorfrequentie. Voor de Noord-Amerikaanse markt: de ETR-functies leveren een beveiliging tegen overbelasting van de motor van klasse 20
conform NEC.
6. Verwijder in geen geval de stekkers naar de motor en netvoeding terwijl de frequentieomvormer is aangesloten op het net. Controleer of de
netvoeding is afgeschakeld en of er genoeg tijd is verstreken alvorens de motor- en netstekkers te verwijderen.
7. Denk eraan dat de frequentieomvormer meer spanningsingangen heeft dan enkel L1, L2 en L3 wanneer loadsharing (koppeling van de DC-
tussenkring) en een externe 24 V DC zijn geïnstalleerd. Controleer of alle spanningsingangen zijn afgeschakeld en de vereiste tijd is verstreken
voordat wordt begonnen met de reparatiewerkzaamheden.
Installatie op grote hoogtes
Therm. motorbeveiliging.
Stel par. 1-90 in op ETR-uitsch. (stan-
2
Installatie op grote hoogte:
bij hoogtes boven 3000 m dient u contact op te nemen met Danfoss Drives in verband met PELV.
Waarschuwing tegen onbedoelde start
1. Terwijl de frequentieomvormer op het net is aangesloten, kan de motor worden gestopt via digitale commando's, buscommando's, referenties of lokale
stop. Deze stopfuncties zijn niet toereikend als een onbedoelde start moet worden voorkomen in verband met de persoonlijke veiligheid. 2. De motor
kan starten terwijl de parameters worden gewijzigd. Activeer daarom altijd de [Stop/Reset]-toets; vervolgens kunnen de gegevens worden gewijzigd. 3.
Een gestopte motor kan starten wanneer een storing optreedt in de elektronica van de frequentieomvormer als gevolg van een tijdelijke overbelasting,
een storing in de netvoeding of een foutieve motoraansluiting.
Waarschuwing
Het aanraken van elektrische onderdelen kan fatale gevolgen hebben – zelfs nadat de apparatuur is afgeschakeld van het net.
Verzeker u er ook van dat de andere spanningsingangen, zoals de externe 24 V DC, loadsharing (koppeling van de DC-tussenkring) en de motoraansluiting
voor kinetische backup zijn afgeschakeld.
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
7
2
2 Veiligheid
2.1.2 Algemene waarschuwing
Waarschuwing
Het aanraken van elektrische onderdelen kan fatale gevolgen hebben – zelfs nadat de apparatuur is afgeschakeld van het net.
Zorg er ook voor dat de andere spanningsingangen (koppeling van de DC-tussenkring) en de motoraansluiting voor kinetische backup
zijn afgeschakeld.
Houd rekening met de onderstaande wachttijden voordat u mogelijke spanningvoerende delen van de frequentieomvormer aanraakt:
380-480 V, 160-250 kW: wacht minstens 20 minuten.
380-480 V, 315-710 kW: wacht minstens 40 minuten.
Een kortere tijd is alleen toegestaan als dit op het motortypeplaatje van de betreffende eenheid wordt aangegeven. Houd er rekening
mee dat er hoge spanningen op de DC-tussenkringen kunnen staan, zelfs wanneer alle LED's van de stuurkaart uit zijn. Op een printplaat
in zowel de omvormer als het actieve filter is een rode LED gemonteerd om de DC-busspanningen aan te geven. De rode LED zal blijven
branden totdat de DC-tussenkringspanning 50 V DC of lager is.
Lekstroom
De aardlekstroom van de frequentieomvormer is hoger dan 3,5 mA. Een versterkte aardverbinding (PE) conform IEC 61800-5-1 moet
worden gegarandeerd door middel van een PE-draad van min. 10 mm² (koper) of 16 mm² (aluminium) of een extra PE-draad – met
dezelfde kabeldoorsnede als de netbedrading – die afzonderlijk moet worden afgesloten.
Reststroomapparaat
Dit product kan gelijkstroom veroorzaken in de beschermende geleider. Wanneer een reststroomapparaat (RCD – Residual Current
Device) wordt toegepast voor extra beveiliging mag op de voedingskant van dit product alleen een RCD van het B-type (met tijdsver-
traging) worden gebruikt. Zie ook RCD Toepassingsnotitie MN.90.Gx.02.
De aarding van de frequentieomvormer en het gebruik van RCD's moeten altijd voldoen aan de nationale en lokale voorschriften.
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
2.1.3 Voordat u begint met reparatiewerkzaamheden
1. Schakel de frequentieomvormer af van het net.
2. Schakel de DC-aansluitklemmen 88 en 89 af.
3. Houd rekening met de wachttijd die in de sectie Algemene waarschuwing staat vermeld.
4. Verwijder de motorkabel.
2.1.4 Speciale omstandigheden
Elektrische klasse:
De klasseaanduiding op het motortypeplaatje van de frequentieomvormer is gebaseerd op een standaard 3-fasenetvoeding, binnen het aangegeven
spannings-, stroom- en temperatuurbereik, die gewoonlijk zal worden gebruikt voor de meeste toepassingen.
De frequentieomvormer ondersteunt ook andere, specifieke toepassingen, maar deze zijn van invloed op de elektrische klasse van de
frequentieomvormer. Speciale omstandigheden die van invloed zijn op de elektrische klasse zijn onder andere:
Eenfasetoepassingen
Toepassingen voor hoge temperaturen waarbij een reductie van de elektrische klasse noodzakelijk is
Toepassing voor scheepsinstallaties met veeleisender omgevingscondities
Raadpleeg de betreffende secties in deze handleiding en de Design Guide voor informatie over de elektrische klassen.
Installatievereisten:
De algehele elektrische veiligheid van de frequentieomvormer vereist speciale installatieoverwegingen ten aanzien van:
Zekeringen en stroomonderbrekers voor beveiliging tegen overstroom en kortsluiting
Selectie van voedingskabels (net, motor, rem, loadsharing en relais)
Netwerkconfiguratie (IT, TN, één zijde geaard enz.)
Veiligheid van poorten met lage spanning (PELV-condities)
Raadpleeg de betreffende secties in de Design Guide voor informatie over de installatievereisten.
8
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
2.1.5 Een onbedoelde start vermijden
Wanneer de frequentieomvormer op het net is aangesloten, kan de motor worden gestart/gestopt via digitale commando's, buscom-
mando's, referenties of via het lokale bedieningspaneel van de omvormer.
Schakel de frequentieomvormer altijd af van het net wanneer een onbedoelde start moet worden vermeden vanwege de
persoonlijke veiligheid.
Om een onbedoelde start te vermijden, dient u altijd de [Off]-toets te activeren voordat u parameters wijzigt.
Als gevolg van een elektronische fout, een tijdelijke overbelasting, een storing in de netvoeding of een verbroken motoraan-
sluiting kan een gestopte motor starten, tenzij klem 37 is uitgeschakeld.
2.1.6 Installatie Veilige stop
Volg onderstaande instructies om een installatie voor stopca-
tegorie 0 (EN 60204) uit te voeren overeenkomstig veiligheids-
categorie 3 (EN 954-1):
1. De geleiderbrug (jumper) tussen klem 37 en 24 V DC moet wor-
den verwijderd. Het is niet voldoende om de jumper door te
knippen of te breken. Verwijder hem helemaal om kortsluiting
te voorkomen. Zie de jumper in de afbeelding.
2. Sluit klem 37 aan op de 24 V DC via een kabel die is beveiligd
tegen kortsluiting. De 24 V DC-spanning moet te onderbreken
zijn via een stroomonderbreker die voldoet aan EN 954-1, ca-
tegorie 3. Als de stroomonderbreker en de frequentieomvormer
in hetzelfde installatiepaneel zijn bevestigd, kan een niet-afge-
schermde kabel worden gebruikt in plaats van een afgescherm-
de kabel.
2 Veiligheid
2
Afbeelding 2.1: Geleiderbrug (jumper) tussen klem 37 en 24
V DC
In de onderstaande afbeelding ziet u een installatie voor stopcategorie 0 (EN 60204-1) met veiligheidscategorie 3 (EN 954-1). De stroomonderbreking
wordt uitgevoerd door middel van een opendeurcontact. In de afbeelding ziet u ook de aansluiting voor een niet-veiligheidsgerelateerde hardwarematige
vrijloop.
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
9
2
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
2 Veiligheid
Afbeelding 2.2: Illustratie van de essentiële aspecten van een installatie voor stopcategorie 0 (EN 60204-1) met veiligheidscategorie 3 (EN
954-1).
handleiding
10
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
2.1.7 Veilige stop van de frequentieomvormer
2 Veiligheid
Bij versies die zijn uitgerust met ingangsklem 37 voor de functie Veilige stop kan de frequentieomvormer de veiligheidsfunctie
het koppel
De functie is ontworpen en geschikt bevonden voor de vereisten van veiligheidscategorie 3 conform EN 954-1. Deze functionaliteit wordt Veilige stop
genoemd. Voordat de Veilige stop in een installatie wordt geïntegreerd en toegepast, moet een grondige risicoanalyse worden uitgevoerd op het systeem
om te bepalen of de functionaliteit en veiligheidscategorie van de Veilige stop relevant en voldoende zijn. Om de functie Veilige stop te installeren en te
gebruiken overeenkomstig de vereisten voor veiligheidscategorie 3 conform EN 954-1 moeten de betreffende informatie en de instructies in de relevante
Design Guide in acht worden genomen! De informatie en instructies in de Bedieningshandleiding zijn niet voldoende voor een juist en veilig gebruik van
de veiligestopfunctionaliteit.
(zoals gedefinieerd in IEC 61800-5-2) of
Stopcategorie 0
(zoals gedefinieerd in EN 60204-1) uitvoeren.
Veilige uitschakeling van
2
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
11
2
2 Veiligheid
2.1.8 IT-net
IT-net
Sluit frequentieomvormers met RFI-filters niet aan op een netvoeding met een spanning van meer dan 440 V tussen fase en aarde
voor 400 V-omvormers en 760 V voor 690 V-omvormers.
Voor 400 V-omvormers met IT-net en geaarde driehoekschakeling (één zijde geaard) mag de netspanning tussen fase en aarde wel
hoger zijn dan 440 V.
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
Par. 14-50
uitgeschakeld op zowel de omvormer als het filter.
RFI-filter
kan worden gebruikt om interne RFI-condensatoren af te schakelen van het RFI-filter naar aarde. Par. 14-50
2.1.9 Verwijderingsinstructie
Apparatuur die elektrische componenten bevat mag niet als huishoudelijk afval worden afgevoerd.
Dergelijke apparatuur moet apart worden afgevoerd als elektrisch en elektronisch afval volgens de geldende
lokale voorschriften.
RFI-filter
moet zijn
12
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
3 Inleiding tot de Low Harmonic Drive
3 Inleiding tot de Low Harmonic Drive
3.1.1 Werkingsprincipe
De VLT Low Harmonic Drive is een VLT High Power frequentieomvormer met een geïntegreerd actief filter. Een actief filter is een apparaat dat de niveaus
van harmonische vervorming actief meet en een harmonische stroom in tegenfase in de lijn injecteert om een ongewenste harmonische te compenseren.
3
Afbeelding 3.1: Basislay-out voor de Low Harmonic Drive
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
13
3
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
3 Inleiding tot de Low Harmonic Drive
3.1.2 IEEE 519-compliantie
Laagharmonische frequentieomvormers zijn bedoeld om een ideale sinusvormige stroomcurve vanaf het voedingsnet te genereren, met een arbeidsfactor
van 1. In gevallen waar conventionele niet-lineaire belastingen pulsvormige stromen genereren, worden deze door de laagharmonische omvormer ge-
compenseerd via het parallelle filterpad, waardoor de belasting op het voedingsnet wordt verlaagd. De Low Harmonic Drive voldoet aan de strengste
normen ten aanzien van harmonischen en heeft een THiD van minder dan 5% bij volledige belasting voor < 3% vervorming op een gebalanceerd
driefasenet. De eenheid is ontworpen om te voldoen aan de aanbevelingen van IEEE 519 voor Isc/Il>20 voor individuele harmonischen, zowel even als
oneven. Het filterdeel van de laagharmonische omvormers kent een progressieve schakelfrequentie, wat zorgt voor een brede frequentiespreiding. Dit
resulteert vervolgens in lagere individuele harmonischenniveaus boven de 50e.
handleiding
Afbeelding 3.2: Typisch frequentiespectrum van de harmonischen en THD-waarde bij de voedingsklemmen van de omvormer
n = rangorde van de harmonischen
.....IEEE 519 (Isc/IL>20) limieten voor individuele harmonischen
14
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
3.1.3 Bestelformulier typecode
Het is mogelijk om via het bestelnummersysteem een VLT Low Harmonic Drive samen te stellen op basis van de toepassingseisen.
3 Inleiding tot de Low Harmonic Drive
3
Productgroepen
Frequentieomvormer-
serie
Vermogensklasse
Fasen
Netspanning
Behuizing
Type behuizing
Behuizingsklasse
Stuurspanning
Hardwareconfigura-
tie
RFI-filter
Rem
Display (LCP)
Coating printplaat
Netvoedingsoptie
Aanpassing A
Aanpassing B
Software, versie
Software, taal
A-opties
B-opties
C0-opties, MCO
C1-opties
Software voor C-op-
tie
D-opties
1-3
4-6
8-10
11
12
13-15
16-17
18
19
20
21
22
23
24-27
28
29-30
31-32
33-34
35
36-37
38-39
Om een VLT Low Harmonic Drive te bestellen, typt u de letter 'L' in op
positie 16 van de typecodereeks. Niet alle keuzes/opties zijn beschikbaar
voor elke type frequentieomvormer. Gebruik de Drive Configurator op
onze website om te controleren of een bepaalde versie beschikbaar is.
Zie de
Design Guide
voor meer informatie over de beschikbare opties.
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
15
4
4 Installeren
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
16
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
4Installeren
4.1 Om te beginnen
4.1.1 Installeren
Dit hoofdstuk behandelt de mechanische en elektrische installatie van en naar de voedingsklemmen en stuurklemmen.
De elektrische installatie van
opties
wordt beschreven in de relevante Bedieningshandleiding en Design Guide.
4 Installeren
4.1.2 Om te beginnen
De frequentieomvormer is zo ontworpen dat u via onderstaande stappen een snelle en EMC-correcte installatie kunt uitvoeren.
Lees de veiligheidsinstructies vóór u het toestel installeert.
Het niet opvolgen van de aanbevelingen kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Mechanische installatie
Mechanische bevestiging
Elektrische installatie
Aansluiting op het net en aarding
Motoraansluiting en kabels
Zekeringen en stroomonderbrekers
Stuurklemmen – kabels
Snelle setup
Lokaal bedieningspaneel (LCP) van frequentieomvormer
Lokaal bedieningspaneel van filter
Automatische aanpassing motorgegevens, AMA
Programmeren
4
De framegrootte hangt af van het type behuizing, het vermogensbereik
en de netspanning
Afbeelding 4.1: Schematische weergave van de basisinstal-
latie inclusief net, motor, start/stoptoets en potentiometer
voor snelheidsafstelling.
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
17
4 Installeren
4.2 Vóór de installatie
4.2.1 De installatielocatie plannen
NB!
Het is belangrijk om de installatie van de frequentieomvormer te plannen voordat de daadwerkelijke installatie plaatsvindt. Als u dit
niet doet, kan dit tijdens en na installatie extra werk met zich mee brengen.
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
4
Selecteer de beste werklocatie op basis van onderstaande punten (zie details op de volgende pagina's en de relevante Design Guides):
Omgevingstemperatuur bij bedrijf
Installatiemethode
Koeling van de eenheid
Plaatsing van de frequentieomvormer
Bekabeling
Zorg ervoor dat de voedingsbron de juiste spanning en de benodigde stroom kan leveren.
Zorg ervoor dat de nominale motorstroom lager is dan de maximale stroom vanaf de frequentieomvormer.
Als de frequentieomvormer niet is uitgerust met ingebouwde zekeringen dient u ervoor te zorgen dat de extern zekeringen de juiste nominale
waarde hebben.
4.2.2 De frequentieomvormer in ontvangst nemen
Controleer bij ontvangst van de frequentieomvormer of de verpakking onbeschadigd is en of het apparaat mogelijk beschadigd is tijdens het vervoer. Bij
constatering van beschadigingen dien u onmiddellijk contact op te nemen met het transportbedrijf om de schade te melden.
4.2.3 Transport en uitpakken
Voordat wordt begonnen met uitpakken, verdient het aanbeveling om de frequentieomvormer zo dicht mogelijk bij de uiteindelijke installatieplek te
brengen.
Verwijder de doos en laat de frequentieomvormer zo lang mogelijk op het pallet staan.
18
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
4.2.4 Hijsen
Hijs de frequentieomvormer altijd op met behulp van de aanwezige hijsogen. Maak voor eenheden met framegrootte D en E gebruik van een stang om
te voorkomen dat de hijsogen van de frequentieomvormer verbogen raken.
4 Installeren
4
Afbeelding 4.2: Aanbevolen hijsmethode, framegrootte D en E.
De hijsstang moet geschikt zijn om het gewicht van de frequentieomvormer te dragen. Zie
van de diverse framegroottes. De maximumdiameter van de stang bedraagt 2,5 cm (1 inch). De hoek tussen de bovenzijde van de
omvormer en de hijskabel moet minimaal 60° bedragen.
Mechanische afmetingen
voor het gewicht
Afbeelding 4.3: Aanbevolen hijsmethode, framegrootte F – filterdeel
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
19
4
4 Installeren
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
Afbeelding 4.4: Aanbevolen hijsmethode, framegrootte F – omvormerdeel
NB!
De plint is samen met de frequentieo mvormer verpakt, maar is tijdens het vervoer niet bevestigd aan framegrootte F. De plint is nodig
om te zorgen voor voldoende luchtstroming richting omvormer om deze goed te koelen. Framegrootte F moet op de uiteindelijke
installatieplek boven op de plint worden geplaatst. De hoek tussen de bovenzijde van de omvormer en de hijskabel moet minimaal
60° bedragen.
Behalve de afgebeelde methode hierboven is het ook toegestaan om framegrootte F te hijsen met behulp van een hijsjuk.
NB!
Framegrootte F zal worden geleverd als 2 delen. Instructies over het monteren van de delen is te vinden in de sectie
installatie.
Mechanische
20
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
4 Installeren
4
4.2.5 Mechanische afmetingen
Afbeelding 4.5: Framegrootte D11
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
21
4
4 Installeren
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
22
Afbeelding 4.6: Framegrootte E7
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
4 Installeren
4
Afbeelding 4.7: Framegrootte F17, voor- en zijaanzicht
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
23
4
4 Installeren
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
24
Afbeelding 4.8: Framegrootte F17, achteraanzicht
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
Mechanische afmetingen en nominaal vermogen
Framegrootte D11 E7
4 Installeren
130BB403.10
4
Beschermingsklasse
behuizing
Normale overbelasting nom. ver-
mogen – 110% overbelastingskop-
pel
Afmetingen voor transport Hoogte 1712 mm 1942 mm
Afmetingen omvormer Hoogte 1750 mm 2000
IP 21/54* 21/54*
NEMA Type 1 Type 1
160-250 kW bij 400 V
(380-480 V)
Breedte 1261 mm 1440 mm
Diepte 1016 mm 1016 mm
Breedte 1260 mm 1440
Diepte 380 mm 494
Maximum-
gewicht
Framegrootte F17
406 kg 646 kg
315-450 kW bij 400 V
(380-480 V)
Beschermingsklasse behui-
zing
Normale overbelasting nom. vermogen –
110% overbelastingskoppel
Afmetingen voor transport –
filterdeel/omvormerdeel
Afmetingen omvormer Hoogte 2200 mm
* Hybride IP 54 elektronica, IP 21 magnetische componenten
IP 21/54*
NEMA Type 1
500-710 kW bij 400 V
(380-480 V)
Hoogte 2324/ 2324
Breedte 2578/ 1569
Diepte 1130/ 1130
Breedte 3700 mm
Diepte 600 mm
Maximumge-
wicht
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
2000 kg
25
4
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
4 Installeren
handleiding
4.3 Mechanische installatie
De mechanische installatie van de frequentieomvormer moet zorgvuldig worden voorbereid om het juiste resultaat te verkrijgen en extra werk tijdens de
installatie te voorkomen. Begin met het bestuderen van de mechanische tekeningen aan het einde van deze instructies om vertrouwd te raken met de
vereisten ten aanzien van de benodigde ruimte.
4.3.1 Benodigd gereedschap
Om de mechanische installatie uit te voeren, hebt u het volgende gereedschap nodig:
Boor met 10 of 12 mm boortje
•Rolmaat
•Dopsleutel met de relevante metrische doppen (7-17 mm)
Verlengstukken voor dopsleutel
Metaalpons voor het maken van doorvoeren van leidingen of kabelpakkingen in IP 21/NEMA 1 en IP 54-eenheden
Hijsbalk om de eenheid op te hijsen (stang of buis met een diameter van 25 mm) met een draagvermogen van minimaal 1000 kg
Kraan of ander hijsmiddel om de frequentieomvormer op zijn plaats te zetten
Voor het installeren van framegrootte E1 in een IP 21/IP 54-behuizing is een Torx T50-sleutel nodig.
4.3.2 Algemene overwegingen
Ruimte
Zorg voor voldoende ruimte boven en onder de frequentieomvormer in verband met luchtcirculatie en toegang tot de kabels. Bovendien moet er ruimte
aan de voorzijde van de eenheid zijn om de deur van het paneel te kunnen openen.
Afbeelding 4.9: Ruimte aan voorzijde van framegrootte D11 met IP 21/IP 54 behuizing.
Afbeelding 4.10: Ruimte aan voorzijde van framegrootte E7 met IP21/IP54 behuizing.
26
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
Afbeelding 4.11: Ruimte aan voorzijde van framegrootte F17 met IP21/IP54 behuizing.
Toegang tot kabels
Zorg voor een goede toegang tot de kabels, inclusief de nodige ruimte om de kabels te kunnen buigen.
NB!
Alle kabelklemmen/schoenen moeten binnen de breedte van de stroomrail worden gemonteerd.
4 Installeren
4
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
27
4
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
4 Installeren
4.3.3 De delen van frame F monteren
Procedure om het omvormerdeel en het filterdeel van frame F te koppelen
1. Plaats de filter- en omvormerdelen dicht bij elkaar. Het filterdeel moet aan de linkerzijde van het omvormerdeel worden bevestigd.
2. Open de deur van het gelijkrichterdeel en verwijder de afschermingskap van de stroomrails.
130BB435.10
handleiding
3. Breng de bijgevoegde pakking aan op het aangegeven kastoppervlak.
Pakking aanbrengen op dit oppervlak
Afschermingskap stroomrails
130BB436.10
28
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
4. Open de deuren op de LCL-zijde van het filter, meest rechtse kast, en verwijder de aangegeven afschermingen.
130BB437.10
Te verwijderen afschermingen
4 Installeren
4
5. Verwijder de aangegeven inductormodule.
130BB438.10
6. Nadat de inductormodule is verwijderd, kunnen de filter- en omvormerdelen aan elkaar worden bevestigd. Hiervoor hebt u vier hoekbeugels en
zes zijbeugels nodig. Deze zijn samen met de benodigde schroeven bijgevoegd in een zak. Nadat de interne beugels zijn gemonteerd, moet u
de twee bovenste L-vormige beugels monteren; deze dienen als laadpunten voor het verplaatsen van het geheel.
7. Wanneer alle beugels zijn gemonteerd, kan de inductormodule weer in elkaar worden gezet op de eerdere locatie.
8. Bevestig nu de drie hoofdrails, als set bij de omvormer geleverd, vanaf het filterdeel naar het gelijkrichterdeel.
Deze inductormodule verwijderen
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
29
4 Installeren
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
130BB439.10
4
9. Wanneer de hoofdrails zijn aangesloten, moet u de onderste afdekkingen op zowel het LCL- als het gelijkrichterdeel opnieuw monteren.
10. Tussen het filterdeel en het omvormerdeel moet een stuurkabelaansluiting worden gemaakt. Deze bestaat uit twee stekkers die in elkaar steken
in de buurt van het bovenste schap van de LCL-kast. Zie onderstaande beschrijving.
11. De deuren kunnen nu worden gesloten en vergrendeld. De frequentieomvormer is bedrijfsklaar.
Stroomrails naar gelijkrichterdeel van de omvormer
4.3.4 Aansluiting stuurkabel tussen omvormer en filter
Om ervoor te zorgen dat het filter start op het moment dat de omvormer start, worden de stuurkaarten van de verschillende delen met elkaar verbonden.
Voor frame D en E geldt dat deze aansluitingen en de bijbehorende programmering van de omvormer al in de fabriek zijn gerealiseerd. Na montage van
de twee delen van frame F moeten de volgende aansluitingen worden gemaakt.
1. Sluit klem 20 op de filterstuurkaart aan op klem 20 van de omvormerstuurkaart. Zie de sectie
aansluiten van de stuurkabels.
2. Sluit klem 18 op het filter aan op klem 29 op de omvormer.
3. Stel Par. 502
over het gebruik van het LCP.
4. Stel par. 5-31
5. Druk de [Auto on]-toets op het filter-LCP in.
Terminal 29 Mode
Klem 29 dig. uitgang
op het omvormer-LCP in op
in op
Actief
[5].
Uitgang
[1]. Zie de sectie
Bediening van de Low Harmonic Drive
Elektrische installatie
voor informatie over het
voor informatie
30
NB!
Voor frame D en E is deze procedure niet nodig bij ontvangst van de eenheid. Als de eenheid echter wordt teruggezet op de fabrieks-
instellingen moet de eenheid opnieuw worden geprogrammeerd zoals hierboven beschreven.
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
4.3.5 Klemposities – framegrootte D
Houd rekening met onderstaande klemposities bij het plannen van de toegang tot de kabels.
4 Installeren
Afgebeelde deel
4
Afbeelding 4.12: Klemposities D6 – filter
Afbeelding 4.13: Klemposities D6 – omvormer
Afgebeelde deel
Houd er rekening meer dat de voedingskabels zwaar en moeilijk te buigen zijn. Bedenk wat de beste positie voor de frequentieomvormer is met het oog
op een eenvoudige installatie van de kabels.
NB!
Framegrootte D is leverbaar met standaard ingangsklemmen of werkschakelaar.
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
31
4
4 Installeren
4.3.6 Klemposities – framegrootte E
Houd rekening met onderstaande klemposities bij het plannen van de toegang tot de kabels.
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
Afgebeelde deel
Afbeelding 4.14: Klemposities E3 – filter
Afgebeelde deel
Afbeelding 4.15: Klemposities E6 – omvormer
Houd er rekening meer dat de voedingskabels zwaar en moeilijk te buigen zijn. Bedenk wat de beste positie voor de frequentieomvormer is met het oog
op een eenvoudige installatie van de kabels.
32
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
Elke klem biedt ruimte voor 4 kabels met kabelschoen of gebruik van een standaard klemaansluiting. Aarde moet worden aangesloten op het relevante
aansluitpunt in de omvormer.
4 Installeren
4
Afbeelding 4.16: Klem in detail
NB!
Voedingsaansluitingen kunnen gemaakt worden naar positie A of B
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
33
4
4 Installeren
4.3.7 Klemposities – framegrootte F
Klemposities – filter
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
Afbeelding 4.17: Klemposities – filter (zijaanzicht links, vooraanzicht en zijaanzicht rechts). De doorvoer-
plaat bevindt zich op 42 mm onder niveau '.0'.
1) Aardingsstrip
Afgebeelde deel
34
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
Klemposities – gelijkrichter
4 Installeren
4
Afbeelding 4.18: Klemposities – gelijkrichter (zijaanzicht links, vooraanzicht en zijaanzicht rechts). De
doorvoerplaat bevindt zich op 42 mm onder niveau '.0'.
1) Loadsharingklem (-)
2) Aardingsstrip
3) Loadsharingklem (+)
Afgebeelde deel
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
35
4
4 Installeren
Klemposities – inverter
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
Afbeelding 4.19: Klemposities – inverterkast – (vooraanzicht, zijaanzicht links en rechts). De doorvoerplaat
bevindt zich op 42 mm onder niveau '.0'.
1) Aardingsstrip
2) Motorklemmen
3) Remklemmen:
Afgebeelde deel
4.3.8 Koeling en luchtcirculatie
Koeling
Koeling kan worden gerealiseerd op diverse manieren: met behulp van koelleidingen aan onder- en bovenzijde van de eenheid, met behulp van lucht-
aanvoer en -uitvoer aan de achterzijde van de eenheid of via een combinatie van de koelmogelijkheden.
Koeling achterzijde
De lucht van het backchannel kan ook via de achterzijde van een Rittal TS8-behuizing worden aan- en afgevoerd. Dit biedt een oplossing voor gevallen
waarbij het uitlaatkanaal achterin lucht van buiten kan binnenlaten en de warmteverliezen naar buiten kan afvoeren, zodat er binnen minder aircondi-
tioning nodig is.
NB!
Voor deze behuizing zijn een of meer deurventilatoren nodig om de warmteverliezen af te voeren die niet via het backchannel van de
frequentieomvormer gaan, evenals extra verliezen afkomstig van andere componenten die in de behuizing zijn geïnstalleerd. De totaal
benodigde luchtstroming moet worden berekend om de juiste ventilatoren te kunnen selecteren. Sommige fabrikanten van behuizingen
bieden software voor het uitvoeren van deze berekeningen (bijv. Rittal Therm-software).
36
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
Luchtcirculatie
Er moet worden gezorgd voor de nodige luchtcirculatie over het koellichaam. Hieronder wordt de luchtstroomsnelheid aangegeven.
4 Installeren
Beschermingsklasse behuizing
IP 21/NEMA 1
IP 54/NEMA 12
IP 21/NEMA 1 F17
Tabel 4.1: Luchtstroom over koellichaam
NB!
Voor het omvormerdeel zal de ventilator in de volgende gevallen werken:
1. AMA
2. DC-houd
3. Voormagn
4. DC-rem
5. 60% van nominale stroom is overschreden
6. Specifieke temperatuur koellichaam overschreden (afhankelijk van omvormervermogen)
7. Specifieke omgevingstemperatuur voedingskaart overschreden (afhankelijk van omvormervermogen)
8. Specifieke omgevingstemperatuur stuurkaart overschreden
Wanneer de ventilator is gestart, zal deze minimaal 10 minuten actief zijn.
Framegrootte
D11
E7 P315
E7 P355-P450
Luchtstroming bij deurventila-
tor(en)/ventilator aan boven-
zijde
Totale luchtstroming van meerdere
ventilatoren
510 m3/u. (300 cfm) 2295 m3/u. (1350 cfm)
3
/u. (400 cfm) 2635 m3/u. (1550 cfm)
680 m
680 m3/u. (400 cfm) 2975 m3/u. (1750 cfm)
3
4900 m
/u. (2884 cfm) 6895 m3/u. (4060 cfm)
Ventilator(en) van koellichaam
Totale luchtstroming van meerdere
ventilatoren
4
NB!
Voor het actieve filter zal de ventilator in de volgende gevallen werken:
1. AF actief
2. AF niet actief, maar de netstroom overschrijdt de limiet (afhankelijk van het omvormervermogen)
3. Specifieke temperatuur koellichaam overschreden (afhankelijk van omvormervermogen)
4. Specifieke omgevingstemperatuur voedingskaart overschreden (afhankelijk van omvormervermogen)
5. Specifieke omgevingstemperatuur stuurkaart overschreden
Wanneer de ventilator is gestart, zal deze minimaal 10 minuten actief zijn.
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
37
4
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
4 Installeren
Externe kanalen
Wanneer meer luchtkanalen worden toegevoegd aan de buitenkant van de behuizing moet de drukval in het kanaal worden berekend. Gebruik onder-
staande schema's om de frequentieomvormer te reduceren op basis van de drukval.
Afbeelding 4.20: Reductie framegrootte D t.o.v. drukverandering
3
Luchtdoorstroming omvormer: 765 m
/u. (450 cfm)
handleiding
Afbeelding 4.21: Reductie framegrootte E t.o.v. drukverandering (kleine ventilator), P315
3
Luchtdoorstroming omvormer: 1105 m
Afbeelding 4.22: Reductie framegrootte E t.o.v. drukverandering (grote ventilator), P355-P450
Luchtdoorstroming omvormer: 1445 m
/u. (650 cfm)
3
/u. (850 cfm)
38
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
Afbeelding 4.23: Reductie framegrootte F t.o.v. drukverandering
3
Luchtdoorstroming omvormer: 985 m
/u. (580 cfm)
4 Installeren
4
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
39
4
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
4 Installeren
4.3.9 Pakking/leidingdoorvoer – IP 21 (NEMA 1) en IP 54 (NEMA 12)
Kabels moeten vanaf de onderzijde door de doorvoerplaat worden gevoerd en worden aangesloten. Verwijder de plaat en bekijk waar de doorvoer voor
de kabelpakkingen of leidingen moet komen. Maak de gaten in het aangegeven gebied op de tekening.
NB!
De doorvoerplaat moet worden bevestigd aan de frequentieomvormer om te voldoen aan de aangegeven beschermingsklasse en om
te zorgen voor voldoende koeling van de eenheid. Als de doorvoerplaat niet is gemonteerd, kan de frequentieomvormer worden uit-
geschakeld (trip) bij alarm 69, Temp. voed.krt
handleiding
Afbeelding 4.24: Voorbeeld van juiste installatie van de doorvoerplaat.
Framegrootte D11
Framegrootte E7
Kabeldoorvoer gezien vanaf de onderzijde van de frequentieomvormer
1) Aansluiting netkabel
2) Aansluiting motorkabels
40
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
Framegrootte F17
4 Installeren
4
F17: Kabeldoorvoer gezien vanaf de onderzijde van de frequentieomvormer
1) Aansluiting netkabel
2) Aansluiting motorkabels
Afbeelding 4.25: De bodemplaat bevestigen, E7
De bodemplaat van frame E kan zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde van de behuizing worden gemonteerd, wat zorgt voor flexibiliteit tijdens
het installatieproces. Wanneer de plaat aan de buitenzijde wordt gemonteerd, kunnen de kabelpakkingen en kabels namelijk worden bevestigd voordat
de frequentieomvormer op de voet wordt geplaatst.
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
41
4 Installeren
4.3.10 Installatie IP 21-spatscherm (framegrootte D)
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
4
Om te voldoen aan beschermingsklasse IP 21 moet een afzon-
derlijk spatscherm worden geïnstalleerd op onderstaande wij-
ze:
Verwijder de twee schroeven aan de voorzijde.
Plaats het spatscherm en plaats de schroeven terug.
Draai de schroeven vast met een aanhaalmoment van 5,6 Nm
(50 in.-lb).
NB!
Op zowel het filter als het omvormerdeel is een spat-
scherm vereist.
Afbeelding 4.26: Installatie spatscherm
42
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
4.4 Opties installeren op locatie
4.4.1 Ingangsplaatopties installeren
Deze sectie gaat over de veldmontage van ingangsoptiesets die verkrijgbaar zijn voor alle frequentieomvormers met frame D en E.
Probeer niet om RFI-filters van ingangplaten te halen. RFI-filters kunnen beschadigd raken als zij van de ingangplaat worden verwijderd.
NB!
In gevallen waar RFI-filters beschikbaar zijn, zijn twee verschillende typen RFI-filter mogelijk, afhankelijk van de combinatie van de
ingangplaten en de onderlinge verwisselbaarheid van de RFI-filters. In sommige gevallen zijn de veldmontagesets gelijk voor alle
spanningen.
4 Installeren
4
380-480 V
380-500 V
D11 176F8443 176F8441 176F8445 176F8449 176F8447
E7 FC 102/202: 315 kW
FC 302: 250 kW
FC 102/202: 355-450 kW
FC 302: 315-400 kW
NB!
Zie instructieblad 175R5795 voor meer informatie.
Zekeringen Afschakelzekerin-
gen
176F0253 176F0255 176F0257 176F0258 176F0260
176F0254 176F0256 176F0257 176F0259 176F0262
RFI RFI-zekeringen RFI-afschakelze-
keringen
4.4.2 Installatie van afscherming netvoeding voor frequentieomvormers
De afscherming van de netvoeding geldt voor de installatie van framegrootte D en E en voldoet aan de vereisten van BG-4.
Bestelnummers:
Frame D: 176F0799
Frame E: 176F1851
NB!
Voor meer informatie: zie instructieblad 175R5923
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
43
4
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
4 Installeren
handleiding
4.5 Paneelopties voor framegrootte F
Verwarmingstoestellen en thermostaat
In de kast van frequentieomvormers met framegrootte F bevinden zich verwarmingstoestellen met automatische thermostaat die de vochtigheid in de
behuizing tegengaan, en zo de levensduur van de omvormercomponenten in een vochtige omgeving verlengen. Bij gebruik van de standaardinstellingen
van de thermostaat schakelen de verwarmingstoestellen in bij 10 °C (50 °F) en schakelen ze uit bij 15,6 °C (60 °F).
Kastverlichting met stopcontact
Verlichting in de kast van frequentieomvormers met framegrootte F biedt beter zicht tijdens service en onderhoud. De behuizing van de verlichting is
tevens voorzien van een stopcontact voor een tijdelijke stroomvoorziening voor gereedschap of andere apparatuur, leverbaar voor twee spanningen:
230 V, 50 Hz, 2,5 A, CE/ENEC
120 V, 60 Hz, 5 A, UL/cUL
Setup transformatoraftakking
Als kastverlichting & stopcontact en/of verwarmingstoestellen & thermostaat zijn geïnstalleerd, moet transformator T1 worden afgetakt om voor de juiste
ingangsspanning te zorgen. Een 380-480/500 V-380-480 V-frequentieomvormer zal aanvankelijk worden aangesloten op de 525 V-aftakking, terwijl een
525-690 V-frequentieomvormer wordt aangesloten op de 690 V-aftakking, om ervoor te zorgen dat er geen overspanning kan optreden bij aanvullende
apparatuur wanneer de aftakking niet wordt gewijzigd voordat de spanning wordt ingeschakeld. Zie onderstaande tabel voor het maken van de juiste
aftakking bij klem T1 in de gelijkrichterkast. Zie de afbeelding van de gelijkrichter in de sectie
Voedingsaansluitingen
voor de juiste locatie in de omvormer.
Bereik ingangsspanning Te selecteren aftakking
380-440 V 400V
441-490 V 460V
NAMUR-klemmen
NAMUR is een internationale organisatie van gebruikers van automatiseringstechniek in de procesindustrie, en met name de chemische en farmaceutische
industrie in Duitsland. Het selecteren van deze optie maakt het mogelijk om de klemmen in te delen en te markeren volgens de specificaties van de
NAMUR-standaard voor de in- en uitgangsklemmen van omvormers. Hiervoor is een MCB 112 PTC-thermistorkaart en een MCB 113 uitgebreide relaiskaart
nodig.
Reststroomapparaat (RCD)
Gebruik de kernbalansmethode om aardsluitstromen te bewaken in geaarde systemen en geaarde systemen met een hoge weerstand (TN- en TT-
systemen in IEC-terminologie). Er is een waarschuwingsinstelpunt (50% van alarminstelpunt) en een alarminstelpunt. Bij elk instelpunt hoort een SPDT-
alarmrelais voor extern gebruik. Hiervoor is een extern 'venstertype' stroomtransformator nodig (te leveren en te installeren door de klant).
Geïntegreerd in het veiligestopcircuit van de omvormer
IEC 60755 Type B apparaatbewaking AC, pulserende DC-, en zuivere DC-aardsluitstromen
Niveau-indicatie van aardsluitstroom door middel van LED-balkje (10-100% van het instelpunt)
•Foutgeheugen
TEST/RESET-knop
Isolatieweerstandsmonitor (IRM)
Bewaakt de isolatieweerstand in ongeaarde systemen (IT-systemen in IEC-terminologie) tussen de systeemfasegeleiders en aarde. Er is een ohms waar-
schuwingsinstelpunt en een alarminstelpunt voor het isolatieniveau. Bij elk instelpunt hoort een SPDT-alarmrelais voor extern gebruik. NB Op elk ongeaard
(IT-) systeem kan slechts één isolatieweerstandsmonitor worden aangesloten.
Geïntegreerd in het veiligestopcircuit van de omvormer
LCD-display voor de ohmse waarde van de isolatieweerstand
•Foutgeheugen
INFO-, TEST-, en RESET-knoppen
IEC noodstop met Pilz veiligheidsrelais
Bevat onder meer een redundante 4-draads noodstopdrukknop, die is gemonteerd aan de voorzijde van de behuizing, en een Pilz relais dat de knop, en
daarmee ook het veiligestopcircuit van de omvormer en de netschakelaar in de optiekast, bewaakt.
Handmatige motorstarters
Zorg voor driefasespanning voor elektrische ventilatoren die vaak vereist zijn voor grotere motoren. De spanning voor de starters wordt geleverd via de
belastingzijde van een aanwezige contactgever, stroomonderbreker of werkschakelaar. De spanning is beveiligd met een zekering vóór elke motorstarter,
en is uitgeschakeld wanneer de spanning naar de omvormer is uitgeschakeld. Maximaal twee starters zijn toegestaan (slechts één als een op 30 A
afgezekerd circuit is besteld). Geïntegreerd in het veiligestopcircuit van de omvormer.
44
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
De eenheid biedt de volgende functies:
Bedieningsschakelaar (aan/uit)
Kortsluit- en overbelastingsbeveiliging met testfunctie
Handmatige resetfunctie
Op 30 A afgezekerde voedingsklemmen
Driefasespanning die overeenkomt met de inkomende netspanning voor het aansluiten van ondersteunende apparatuur van de klant
Niet beschikbaar wanneer twee handmatige motorstarters zijn geselecteerd
Klemmen zijn uitgeschakeld wanneer de ingangsspanning naar de omvormer is uitgeschakeld
Spanning voor de klemmen met zekering wordt geleverd via de belastingzijde van een aanwezige contactgever, stroomonderbreker of werk-
schakelaar.
24 V DC-voeding
5 A, 120 W, 24 V DC
Beveiligd tegen overstroom aan de uitgang, overbelasting, kortsluiting en overtemperatuur
Voor het leveren van spanning voor ondersteunende apparatuur van de klant, zoals PCL I/O, contactgevers, temperatuurvoelers, indicatielampjes
en/of andere elektronische hardware.
Diagnostiek door middel van onder meer een droog DC OK-contact, een groen DC OK-indicatielampje en een rood overbelasting-indicatielampje
Externe temperatuurbewaking
Bedoeld voor het bewaken van de temperatuur van externe systeemcomponenten, zoals de motorwikkelingen en/of lagers. Inclusief acht universele
ingangsmodules plus twee specifieke thermistoringangsmodules. Alle tien modules zijn geïntegreerd in het veiligestopcircuit van de omvormer en kunnen
worden bewaakt via een veldbusnetwerk (hiervoor is het nodig om een afzonderlijke module/buskoppeling aan te schaffen).
Universele ingangen (8)
Signaaltypen:
RTD-ingangen (inclusief Pt100), 3-draads of 4-draads
Thermokoppel
Analoge stroom of analoge spanning
Extra functies:
Eén universele uitgang, te configureren voor analoge spanning of analoge stroom
•Twee uitgangsrelais (NO)
Dubbellijns LC-display en LED-diagnostiek
Detectie van gebroken sensordraden, kortsluiting en onjuiste polariteit
Interfacesetup-software
Specifieke thermistoringangen (2)
Kenmerken:
Elke module kan maximaal zes thermistors in serie bewaken
Foutdiagnostiek voor draadbreuk of kortsluiting van de sensordraden
•ATEX/UL/CSA-certificering
Indien nodig kan in een derde thermistoruitgang worden voorzien door middel van de PTC-thermistoroptiekaart, MCB 112.
4 Installeren
4
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
45
4
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
4 Installeren
handleiding
4.6 Elektrische installatie
4.6.1 Voedingsaansluitingen
Bekabeling en zekeringen
NB!
Kabels algemeen
Alle kabels moeten voldoen aan de nationale en lokale voorschriften ten aanzien van kabeldoorsneden en omgevingstemperatuur. Voor
UL-toepassingen zijn 75 °C koperen geleiders vereist. Voor frequentieomvormers in niet-UL-toepassingen kunnen 75 en 90 °C koperen
geleiders worden gebruikt.
De voedingskabels moeten worden aangesloten zoals in onderstaand schema is aangegeven. De dwarsdoorsnede van de kabels moet worden gekozen
in overeenstemming met de nominale stroom en lokale voorschriften. Zie de sectie
Voor bescherming van de frequentieomvormer moeten de aanbevolen zekeringen worden gebruikt, tenzij de eenheid is uitgerust met ingebouwde ze-
keringen. De aanbevolen zekeringen zijn te vinden in de tabellen in de sectie
overeenstemming met lokale voorschriften.
Specificaties
Zekeringen
voor meer informatie.
. Zorg er altijd voor dat de juiste zekeringen worden gebruikt in
De netvoeding is aangesloten op de netschakelaar als deze aanwezig is.
NB!
Gebruik afgeschermde/gewapende kabels om te voldoen aan de EMC-emissienormen. Raadpleeg de sectie
en besturing
kabel.
Zie de sectie
Kabelafscherming
Vermijd montage met een afscherming met gedraaide uiteinden (pigtails). Dit kan het afschermende effect bij hoge frequenties verstoren. Als het nood-
zakelijk is de afscherming te onderbreken om een motorisolator of motorrelais te installeren, moet de afscherming worden voortgezet met de laagst
mogelijke HF-impedantie.
Sluit de afscherming van de motorkabel aan op de ontkoppelingsplaat van de frequentieomvormer en de metalen behuizing van de motor.
Gebruik voor aansluitingen op de afscherming een zo groot mogelijk oppervlak (kabelklem). Dit kan worden gedaan met behulp van de bijgeleverde
installatiemiddelen in de frequentieomvormer.
Kabellengte en dwarsdoorsnede:
De frequentieomvormer is getest met een bepaalde kabellengte conform de EMC-normen. Houd de motorkabel zo kort mogelijk om interferentie en
lekstroom te beperken.
Algemene specificaties
bij gebruik van niet-afgeschermde kabels
voor de juiste dwarsdoorsnede en lengte van de motorkabel.
wanneer gebruik wordt gemaakt van een niet-afgeschermde/niet-gewapende
Bekabeling voor voeding
46
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
Schakelfrequentie:
als frequentieomvormers in combinatie met sinusfilters worden gebruikt om de akoestische ruis van een motor te beperken, moet de schakelfrequentie
worden ingesteld in overeenstemming met de instructies in Par. 14-01
Switching Frequency
.
4 Installeren
Klemnr. 96 97 98 99
U1 V1 W1
U1 V1 W1
1) Aardverbinding (veiligheidsaarde)
U V W
W2 U2 V2 6 draden uit motor
NB!
Bij motoren zonder fase-isolatiemateriaal of andere
versterkte isolatie die geschikt is voor gebruik met
voedingsspanning (zoals een frequentieomvormer)
moet een sinusfilter worden aangebracht op de uit-
gang van de frequentieomvormer.
1)
Motorspanning 0-100% van netspanning.
PE
1)
PE
1)
PE
3 draden uit motor
Driehoekschakeling
Sterschakeling U2, V2, W2
U2, V2 en W2 moeten afzonderlijk onderling worden verbonden.
4
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
47
4
4 Installeren
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
Afbeelding 4.27: Framegrootte D11
1) RFI 5) Loadsharingoptie
2) Lijn -DC +DC
R S T 88 89
L1 L2 L3 6) AUX ventilator
3) Remoptie 100 101 102 103
-R +R L1 L2 L1 L2
81 82 7) Temperatuurschakelaar
4) Motor 106 104 105
U V W 8) AUX relais
96 97 98 01 02 03
T1 T2 T3 04 05 06
9) Ventilator/SMPS-zekering
48
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
4 Installeren
4
Afbeelding 4.28: Positie van aardklemmen (omvormerdeel)
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
49
4
4 Installeren
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
Afbeelding 4.29: Framegrootte E7
1) RFI 5) Loadsharingoptie
2) Lijn -DC +DC
RS T 8889
L1 L2 L3 6) AUX ventilator
3) Remoptie 100 101 102 103
-R +R L1 L2 L1 L2
81 82 7) Temperatuurschakelaar
4) Motor 106 104 105
U V W 8) AUX relais
96 97 98 01 02 03
T1 T2 T3 04 05 06
9) Ventilator/SMPS-zekering
50
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
4 Installeren
4
Afbeelding 4.30: Actief filter, framegrootte F17
1) Lijn 2) Stroomrails naar gelijkrichterdeel van de omvormer
R S T 3) Zekeringblok
L1 L2 L3
Afgebeelde deel
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
51
4
4 Installeren
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
Afbeelding 4.31: Gelijkrichterkast, framegrootte F17
Afgebeelde deel
52
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
1) 24 V DC, 5 A 5) Loadsharing
T1 aftakkingen uitgang -DC +DC
Temperatuurschakelaar 88 89
106 104 105 6) Zekeringen stuurtransformator (2 of 4 stuks). Zie zekeringtabellen voor onderdeelnum-
mers.
2) Handmatige motorstarters 7) SMPS-zekering. Zie zekeringtabellen voor onderdeelnummers.
3) 30 A voedingsklemmen met zekering 8) Zekeringen handmatige motorregelaar (3 of 6 stuks). Zie zekeringtabellen voor onder-
deelnummers.
4) Aansluitpunt naar filter 9) Lijnzekeringen, frame F1 F2 (3 stuks). Zie zekeringtabellen voor onderdeelnummers.
R S T 10) 30 A afgezekerde voedingszekeringen
L1 L2 L3
4 Installeren
4
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
53
4
4 Installeren
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
Afbeelding 4.32: Inverterkast, framegrootte F17
Afgebeelde deel
54
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
1) Externe temperatuurbewaking 6) Motor
2) AUX relais U V W
01 02 03 96 97 98
04 05 06 T1 T2 T3
3) NAMUR 7) NAMUR-zekering. Zie zekeringtabellen voor onderdeelnummers.
4) AUX ventilator 8) Ventilatorzekeringen. Zie zekeringtabellen voor onderdeelnummers.
100 101 102 103 9) SMPS-zekeringen. Zie zekeringtabellen voor onderdeelnummers.
L1 L2 L1 L2
5) Rem
-R +R
81 82
4.6.2 Aarding
Om elektromagnetische compatibiliteit (EMC) te realiseren, dienen onderstaande basisprincipes in acht te worden genomen bij het
installeren van een frequentieomvormer.
Veiligheidsaarding: denk eraan dat de frequentieomvormer een hoge lekstroom heeft en om veiligheidsredenen op degelijke wijze geaard moet
worden. Volg de lokale veiligheidsvoorschriften op.
Hoogspanningsaarding: houd de verbindingskabels zo kort mogelijk.
Sluit de verschillende aardingssystemen aan met de laagst mogelijke geleiderweerstand. De laagste geleiderweerstand wordt verkregen door de geleider
zo kort mogelijk te houden en een zo groot mogelijk oppervlak te gebruiken.
De metalen kasten van de verschillende systemen zijn gemonteerd op de achterplaat van de kast met de laagste mogelijke impedantie. Hiermee worden
verschillende HF-spanningen op de afzonderlijke systemen vermeden en wordt het risico van interferentie in de verbindingskabels tussen de systemen
voorkomen. Zo wordt interferentie geminimaliseerd.
Voor een zo laag mogelijke HF-impedantie moeten de bevestigingsbouten van het systeem als HF-aansluitpunt op de achterplaat worden gebruikt.
Verwijder eventuele isolerende verf of soortgelijk materiaal van de bevestigingspunten.
4 Installeren
4
4.6.3 Extra beveiliging (RCD)
Als extra beveiliging kunnen aardlekschakelaars of (meervoudige) aarding worden toegepast, op voorwaarde dat de installatie voldoet aan de lokale
veiligheidsvoorschriften.
Een aardingsfout kan in de ontladingsstroom een gelijkstroomcomponent veroorzaken.
Bij gebruik van aardlekschakelaars moeten deze voldoen aan de lokale voorschriften. De relais dienen geschikt te zijn om 3-fasen apparatuur met een
bruggelijkrichter en een korte ontladingsstroom bij het inschakelen te beschermen.
Speciale omstandigheden
Zie ook
in de Design Guide.
4.6.4 RFI-schakelaar:
Netvoeding geïsoleerd van aarde
Als de frequentieomvormer stroom ontvangt via een geïsoleerde netbron (IT-net, driehoekschakeling (zwevend of één zijde geaard)) of TT/TN-S met
één zijde geaard, wordt aanbevolen de RFI-schakelaar uit te schakelen (Uit)
filter. Zie IEC 364-3 voor meer informatie. Als optimale EMC-prestaties nodig zijn, parallelle motoren zijn aangesloten of de motorkabel langer is dan 25
m wordt aanbevolen om Par. 14-50
1) Niet beschikbaar voor 525-600/690 V-frequentieomvormers met framegrootte D, E en F.
In de uitstand worden de interne RFI-capaciteiten (filtercondensatoren) tussen het chassis en de tussenkring uitgeschakeld om beschadiging van de
tussenkring te voorkomen en de aardcapaciteitsstromen te reduceren (volgens IEC 61800-3).
Zie ook de toepassingsnotitie
kan worden gebruikt (IEC 61557-8).
RFI Filter
in te stellen op
VLT on IT mains, MN.90.CX.02
Aan
.
Het is belangrijk om isolatiebewaking toe te passen die samen met vermogenselektronica
1)
via Par. 14-50
RFI Filter
op de omvormer en Par. 14-50
RFI Filter
op het
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
55
4
4 Installeren
4.6.5 Koppel
Bij het vastdraaien van elektrische aansluitingen is het heel belangrijk om
dit te doen met het juiste aanhaalmoment. Een te laag of te hoog aan-
haalmoment zal resulteren in een slechte elektrische aansluiting. Gebruik
een momentsleutel om te zorgen voor het juiste koppel.
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
Afbeelding 4.33: Gebruik altijd een momentsleutel om de
bouten vast te draaien.
Framegrootte Klem Koppel Boutmaat
D Net
Motor
Loadsharing
Rem
E Net
Motor
Loadsharing
Rem 8,5-20,5 Nm M8
F Net
Motor
Loadsharing
Rem
Regen
Tabel 4.2: Aanhaalmoment voor klemmen
19-40 Nm M10
8,5-20,5 Nm M8
19-40 Nm M10
19-40 Nm M10
19-40 Nm
8,5-20,5 Nm
8,5-20,5 Nm
M10
M8
M8
4.6.6 Afgeschermde kabels
Het is belangrijk dat afgeschermde en gewapende kabels op de juiste wijze zijn aangesloten om te zorgen voor een hoge EMC-immuniteit en een lage
emissie.
De aansluitingen kunnen worden gemaakt met behulp van kabelpakkingen of -klemmen:
EMC-kabelpakkingen: standaard verkrijgbare kabelpakkingen kunnen worden gebruikt voor een optimale EMC-aansluiting.
EMC-kabelklemmen: de frequentieomvormer wordt geleverd inclusief kabelklemmen om een eenvoudige aansluiting mogelijk te maken.
56
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
4.6.7 Motorkabel
De motor moet zijn aangesloten op de klemmen U/T1/96, V/T2/97, W/T3/98, die zich uiterst rechts op de eenheid bevinden. Aarde op klem 99. Alle
typen driefasige asynchrone standaardmotoren kunnen door een frequentieomvormer worden aangestuurd. De fabrieksinstelling zorgt voor kloksgewijze
draaiing als de uitgang van de frequentieomvormer als volgt is aangesloten:
Klemnr. Functie
96, 97, 98, 99 Netvoeding U/T1, V/T2, W/T3
Aarde
4 Installeren
• Klem U/T1/96 aangesloten op U-fase
• Klem V/T2/97 aangesloten op V-fase
• Klem W/T3/98 aangesloten op W-fase
4
De draairichting kan worden gewijzigd door de twee fasen van de motorkabel te verwisselen of door de instelling in Par. 4-10
De draairichting van de motor kan gecontroleerd worden via Par. 1-28
weergegeven.
Vereisten voor Frame F
Gebruik altijd 2, 4, 6 of 8 (een veelvoud van 2; 1 kabel niet toegestaan) motorfasekabels om te zorgen voor een gelijk aantal aangesloten draden op de
klemmen van de beide invertermodules. De kabels tussen de klemmen van de invertermodules en het eerste gemeenschappelijke punt van een fase
moeten even lang zijn met een tolerantie van 10%. De motorklemmen zijn het aanbevolen gemeenschappelijke punt.
Vereisten aansluitdoos voor uitgangen: De lengte (minimaal 2,5 m) en het aantal kabels vanaf elke invertermodule naar de gemeenschappelijke
klem in de aansluitdoos moet gelijk zijn.
NB!
Als voor een gemodificeerde toepassing een ongelijk aantal draden per fase vereist is, dient u contact op te nemen met de fabriek in
verband met de vereisten en documentatie. U kunt echter ook gebruikmaken van de optie voor de boven/onderingangszijde van de
kast; zie instructie 177R0097.
Controle draair. motor
en het volgen van de stappen die op het display worden
Motor Speed Direction
.
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
57
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
4 Installeren
4.6.8 Bekabeling remweerstandOmvormers met in de fabriek geïnstalleerde remchopperop­tie
(alleen standaard als de letter B aanwezig is op positie 18 van de typecode).
De aansluitkabel naar de remweerstand moet worden afgeschermd en de max. kabellengte van de frequentieomvormer naar de DC-lamel bedraagt 25
meter.
Klemnr. Functie
81, 82 Remweerstandklemmen
handleiding
4
De aansluitkabel naar de remweerstand moet afgeschermd zijn. Sluit de afscherming met behulp van kabelklemmen aan op de geleidende achterwand
van de frequentieomvormer en op de metalen kast van de remweerstand.
Pas de doorsnede van de remweerstandbekabeling aan het remkoppel aan. Zie de reminstructies MI.90.Fx.yy en MI.50.Sx.yy voor meer informatie over
een veilige installatie.
Houd er rekening mee dat er spanningen tot 790 V DC op de klemmen kunnen komen te staan, afhankelijk van de voedingsspanning.
Eisen voor framegrootte F
De remweerstand(en) moet(en) worden aangesloten op de remklemmen in alle invertermodules.
4.6.9 Temperatuurschakelaar remweerstand
Framegrootte D/E/F
Koppel: 0,5-0,6 Nm
Schroefmaat: M3
Deze ingang kan worden gebruikt om de temperatuur van een extern aangesloten remweerstand te bewaken. Als de verbinding tussen 104 en 106 wordt
verwijderd, zal de frequentieomvormer uitschakelen (trip) en waarschuwing/alarm 27
Er moet een KLIXON-schakelaar (verbreekcontact) worden geïnstalleerd, in serie met de bestaande aansluiting op 106 of 104. Elke aansluiting naar deze
klem moet door middel van dubbele isolatie zijn gescheiden van hoogspanning om te blijven voldoen aan PELV.
Verbreekcontact (NC): 104-106 (in de fabriek geïnstalleerde jumper)
Rem IGBT
genereren.
Klemnr. Functie
106, 104, 105 Temperatuurschakelaar remweerstand.
Als de temperatuur van de remweerstand te hoog
wordt en de thermische schakelaar uitvalt, zal de fre-
quentieomvormer stoppen met remmen. De motor zal
gaan vrijlopen.
58
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
4.6.10 Loadsharing
Klemnr. Functie
88, 89 Loadsharing
De aansluitkabel moet worden afgeschermd en de max. kabellengte van de frequentieomvormer naar de DC-lamel bedraagt 25 meter.
Loadsharing maakt de verbinding van DC-tussenkringen van verschillende frequentieomvormers mogelijk.
Houd er rekening mee dat er spanningen tot 1099 V DC op de klemmen kunnen komen te staan.
Voor loadsharing is extra apparatuur nodig en moeten veiligheidsmaatregelen worden getroffen. Zie de instructies voor loadsharing
MI.50.Nx.yy voor meer informatie.
Houd er rekening mee dat de werkschakelaar de frequentieomvormer niet mag isoleren vanwege de DC-tussenkringaansluiting.
4 Installeren
4
4.6.11 Aansluiting netvoeding
De netvoeding moet zijn aangesloten op de klemmen 91, 92 en 93, die zich uiterst links op de eenheid bevinden. Aarde moet worden verbonden met de
klem rechts van klem 93.
Klemnr. Functie
91, 92, 93
94
NB!
Controleer het motortypeplaatje om u ervan te verzekeren dat de voedingsspanning van de frequentieomvormer overeenkomt met de
voedingsspanning van uw installatie.
Zorg ervoor dat de voeding de juiste stroom kan leveren aan de frequentieomvormer.
Als de eenheid niet is uitgerust met ingebouwde zekeringen dient u ervoor te zorgen dat de relevante zekeringen de juiste stroomwaarde hebben.
Netvoeding R/L1, S/L2, T/L3
Aarde
4.6.12 Externe ventilatorvoeding
Framegrootte D-E-F
Er kan gebruik worden gemaakt van een externe voeding in gevallen waarbij de DC-voeding wordt gebruikt voor de frequentieomvormer of wanneer de
ventilator onafhankelijk van de voeding moet kunnen werken. De externe voeding wordt aangesloten op de voedingskaart.
Klemnr. Functie
100, 101
102, 103
De connector op de voedingskaart is bedoeld voor de aansluiting van lijnspanning voor de koelventilatoren. De ventilatoren worden vanaf de fabriek
geleverd met een aansluiting voor voeding vanaf een gemeenschappelijke AC-lijn (jumpers tussen 100-102 en 101-103). Als een externe voeding nodig
is, moeten de jumpers worden verwijderd en moet de voeding worden aangesloten tussen klem 100 en 101. Als beveiliging moet een zekering van 5 A
worden gebruikt. In UL-toepassingen moet een zekering van het type Littelfuse KLK-5 of vergelijkbaar worden gebruikt.
Extra voeding S, T
Interne voeding S, T
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
59
4
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
4 Installeren
4.6.13 Bekabeling voor voeding en besturing bij gebruik van niet-afgeschermde kabels
Geïnduceerde spanning!
Houd de motorkabels van meerdere omvormers van elkaar gescheiden. Geïnduceerde spanning van de uitgangskabels van motoren
die bij elkaar zijn geplaatst, kunnen de condensatoren van de apparatuur van spanning voorzien, zelfs wanneer de apparatuur is
afgeschakeld en vergrendeld (lockout). Wanneer u de uitgangskabels niet van elkaar gescheiden houdt, kan dit leiden tot ernstig of
dodelijk letsel.
Plaats de bekabeling voor het ingangsvermogen, de motor en de besturing in drie afzonderlijke metalen leidingen of kabelgoten om
hoogfrequente ruis tegen te gaan. Wanneer de voedingskabels, motorkabels en stuurkabels niet op deze wijze worden geïsoleerd, kan
dit resulteren in lagere prestaties van de regelaar en aanverwante apparatuur.
Omdat er hoogfrequente elektrische pulsen door de voedingskabels lopen, is het belangrijk om de kabels voor het ingangsvermogen en de motor in
afzonderlijke leidingen te plaatsen. Wanneer de kabels voor het ingangsvermogen in dezelfde leiding worden geplaatst als de motorkabels kunnen deze
pulsen elektrische ruis terugkoppelen naar het elektriciteitsnet van het gebouw. Stuurkabels moeten altijd worden gescheiden van hoogspanningskabels.
Wanneer geen gebruik wordt gemaakt van afgeschermde/gewapende kabels moeten er minstens drie afzonderlijke leidingen op de paneeloptie worden
aangesloten (zie onderstaande afbeelding).
handleiding
Voedingskabels naar de behuizing
Voedingskabels van de behuizing naar de motor
Stuurkabels
60
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
4.6.14 Zekeringen
Aftakcircuitbeveiliging
Om de installatie tegen elektrische gevaren en brand te beveiligen, moeten alle aftakcircuits in een installatie en in schakelaars, machines, enz. zijn
voorzien van een beveiliging tegen kortsluiting en overstroom volgens de nationale/internationale voorschriften.
Kortsluitbeveiliging:
De frequentieomvormer moet worden beveiligd tegen kortsluiting om elektrische gevaren of brand te voorkomen. Danfoss raadt het gebruik van onder-
staande zekeringen aan om onderhoudspersoneel en apparatuur te beschermen in geval van een interne storing in de omvormer. De frequentieomvormer
biedt een algehele beveiliging tegen kortsluiting in de motoruitgang.
Overstroombeveiliging
Zorg voor een overbelastingsbeveiliging om brand door oververhitting van de kabels in de installatie te voorkomen. De frequentieomvormer is voorzien
van een interne overstroombeveiliging die kan worden gebruikt voor bovenstroomse overbelastingsbeveiliging (met uitzondering van UL-toepassingen).
Zie Par. F-43
stroombeveiliging moet altijd worden uitgevoerd overeenkomstig de nationale voorschriften.
Geen UL-conformiteit
Gebruik voor toepassingen zonder UL/cUL bij voorkeur de volgende zekeringen om te voldoen aan EN 50178.
P160-P250 380-480 V type gG P315-P450 380-480 V type gR
Current Limit
. Bovendien kunnen zekeringen of stroomonderbrekers worden toegepast als overstroombeveiliging in de installatie. Over-
4 Installeren
4
Conform UL
380-480 V, framegrootte D, E en F
Onderstaande zekeringen zijn geschikt voor gebruik in een circuit dat maximaal 100.000 Arms (symmetrisch) en 240 V, 480 V, 500 V of 600 V kan leveren,
afhankelijk van de nominale spanning van de omvormer. Met de juiste zekeringen bedraagt de nominale kortsluitstroom (SCCR – Short Circuit Current
Rating) 100.000 Arms.
Maat/
type
P160 FWH-
P200 FWH-
P250 FWH-
Tabel 4.3: Framegrootte D, lijnzekeringen, 380-480 V
Maat/type Bussmann PN* Klasse Ferraz Shawmut SIBA P315 170M4017 700 A, 700 V 6.9URD31D08A0700 20 610 32.700 P355 170M6013 900 A, 700 V 6.9URD33D08A0900 20 630 32.900 P400 170M6013 900 A, 700 V 6.9URD33D08A0900 20 630 32.900 P450 170M6013 900 A, 700 V 6.9URD33D08A0900 20 630 32.900
Tabel 4.4: Framegrootte E, lijnzekeringen, 380-480 V
Maat/type Bussmann PN* Klasse SIBA Interne Bussmann-optie P500 170M7081 1600 A, 700 V 20 695 32.1600 170M7082 P560 170M7081 1600 A, 700 V 20 695 32.1600 170M7082 P630 170M7082 2000 A, 700 V 20 695 32.2000 170M7082 P710 170M7082 2000 A, 700 V 20 695 32.2000 170M7082
Bussmann
E1958
JFHR2**
400
500
600
Bussmann
E4273
T/JDDZ**
JJS­400 JJS­500 JJS­600
SIBA
E180276
JFHR2
2061032.40 L50S-400 A50-P400 NOS-
2061032.50 L50S-500 A50-P500 NOS-
2062032.63 L50S-600 A50-P600 NOS-
Littelfuse
E71611
JFHR2**
Ferraz
Shawmut
E60314
JFHR2**
Bussmann
E4274
H/JDDZ**
400
500
600
Bussmann
E125085
JFHR2*
170M4012 170M4016
170M4014 170M4016
170M4016 170M4016
Interne
optie
Bussmann
Tabel 4.5: Framegrootte F, lijnzekeringen, 380-480 V
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
61
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
4 Installeren
Maat/type Bussmann PN* Klasse SIBA P500 170M8611 1100 A, 1000 V 20 781 32.1000 P560 170M8611 1100 A, 1000 V 20 781 32.1000 P630 170M6467 1400 A, 700 V 20 681 32.1400 P710 170M6467 1400 A, 700 V 20 681 32.1400
Tabel 4.6: Framegrootte F, zekeringen DC-tussenkring invertermodule, 380-480 V
* De aangegeven 170M-zekeringen van Bussmann maken gebruik van de visuele indicatie -/80; voor extern gebruik mogen deze zekeringen worden
vervangen door vergelijkbare zekeringen met indicatoren van het type -TN/80 Type T, -/110 of TN/110 Type T.
** Elk vermelde type UL-zekering vanaf 500 V met bijbehorend stroomniveau mag worden gebruikt om te voldoen aan de UL-vereisten.
Extra zekeringen
handleiding
4
Framegrootte Bussmann PN* Klasse
D, E en F KTK-4 4 A, 600 V
Tabel 4.7: SMPS-zekering
Grootte/Type Bussmann PN* Littelfuse Klasse
P160-P315, 380-480 V KTK-4 4 A, 600 V
P355-P710, 380-480 V KLK-15 15 A, 600 V
Tabel 4.8: Ventilatorzekeringen
Grootte/Type Bussmann PN* Klasse Alternatieve zekeringen
P500-P710, 380-480 V 2,5-4,0 A LPJ-6 SP of SPI 6 A, 600 V Elke vermelde klasse J met
dubbel element, tijdsvertra-
ging, 6 A
P500-P710, 380-480 V 4,0-6,3 A LPJ-10 SP of SPI 10 A, 600 V Elke vermelde klasse J met
dubbel element, tijdsvertra-
ging, 10 A
P500-P710, 380-480 V 6,3-10 A LPJ-15 SP of SPI 15 A, 600 V Elke vermelde klasse J met
dubbel element, tijdsvertra-
ging, 15 A
P500-P710, 380-480 V 10-16 A LPJ-25 SP of SPI 25 A, 600 V Elke vermelde klasse J met
dubbel element, tijdsvertra-
ging, 25 A
Tabel 4.9: Zekeringen handmatige motorregelaar
Framegrootte Bussmann PN* Klasse Alternatieve zekeringen
F LPJ-30 SP of SPI 30 A, 600 V Elke vermelde klasse J met dubbel
Tabel 4.10: Op 30 A afgezekerde voedingsklemmen
Framegrootte Bussmann PN* Klasse Alternatieve zekeringen
D LP-CC-8/10 0,8 A, 600 V Elke vermelde klasse CC, 0,8 A
E LP-CC-1 1/2 1,5 A, 600 V Elke vermelde klasse CC, 1,5 A
F LPJ-6 SP of SPI 6 A, 600 V Elke vermelde klasse J met dubbel
Tabel 4.11: Zekering stuurtransformator
Framegrootte Bussmann PN* Klasse
F GMC-800MA 800 mA, 250 V
Tabel 4.12: NAMUR-zekering
element, tijdsvertraging, 30 A
element, tijdsvertraging, 6 A
62
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
Framegrootte Bussmann PN* Klasse Alternatieve zekeringen
F LP-CC-6 6 A, 600 V Elke vermelde klasse CC, 6 A
Tabel 4.13: Veiligheidsrelaisspoelzekering met Pilz relais
4.6.15 Werkschakelaars – framegrootte D, E en F
Framegrootte Vermogen & spanning Type
D P160-P250 380-480 V OT400U12-91
E P315 380-480 V ABB OETL-NF600A
E P355-P450 380-480 V ABB OETL-NF800A
F P500 380-480 V Merlin Gerin NPJF36000S12AAYP
F P560-P710 380-480 V Merlin Gerin NRK36000S20AAYP
4.6.16 Stroomonderbrekers voor frame F
4 Installeren
4
Framegrootte Vermogen & spanning Type
F P500 380-480 V Merlin Gerin NPJF36120U31AABSCYP
F P560-P710 380-480 V Merlin Gerin NRJF36200U31AABSCYP
4.6.17 Contactgevers netvoeding voor frame F
Framegrootte Vermogen & spanning Type
F P500-P560 380-480 V Eaton XTCE650N22A
F P 630-P710 380-480 V Eaton XTCEC14P22B
4.6.18 Motorisolatie
Voor motorkabels de maximale kabellengte zoals aangegeven in de ta-
bellen in de Algemene specificaties worden de volgende motorisolatie-
waarden aangeraden, omdat de piekspanning twee keer zo hoog kan
worden als de DC-tussenkringspanning of 2,8 keer zo hoog als de net-
spanning, vanwege transmissielijneffecten in de motorkabel. Wanneer de
motor een lagere isolatiewaarde heeft, wordt aangeraden om gebruik te
maken van een dU/dt- of sinusfilter.
Nominale netspanning Motorisolatie
UN 420 V Standaard ULL = 1300 V
420 V < U
500 V Versterkte ULL = 1600 V
N
4.6.19 Motorlagerstromen
Over het algemeen geldt dat motoren met een nominaal vermogen vanaf 110 kW die worden gebruikt in combinatie met frequentieomvormers met
variabel toerental bij voorkeur moeten zijn uitgerust met NDE (Non-Drive End) geïsoleerde lagers om circulerende lagerstromen als gevolg van de fysieke
maat van de motor te voorkomen. Om de DE (Drive End) lager- en asstromen tot een minimum te beperken, is een juiste aarding van de omvormer,
motor, aangedreven machine en motor voor de aangedreven machine vereist. Hoewel uitval als gevolg van lage lagerstromen weinig voorkomt en van
veel verschillende factoren afhankelijk is, worden voor een veilige werking de volgende beperkingsstrategieën aanbevolen.
Standaard beperkingsstrategieën:
1. Gebruik een geïsoleerde lager
2. Hanteer zeer strikte installatieprocedures
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
63
4
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
4 Installeren
Zorg ervoor dat de motor en belastingsmotor zijn uitgelijnd.
Volg de EMC-installatierichtlijnen strikt op
Versterk de PE zodat de hoogfrequentimpedantie in de PE lager is dan in de ingangvoedingskabels.
Zorg voor een goede hoogfrequentaansluiting tussen de motor en de frequentieomvormer, bijvoorbeeld door middel van een afgeschermde
kabel met een 360°-aansluiting in de motor en de frequentieomvormer.
Zorg ervoor dat de impedantie van de frequentieomvormer naar de gebouwaarde lager is dan de aardingsimpedantie van de machine. Het
volgende kan lastig zijn voor pompen: maak een directe aardverbinding tussen de motor en belastingsmotor.
3. Breng een geleidend smeermiddel aan.
4. Probeer ervoor te zorgen dat de lijnspanning is gebalanceerd ten opzichte van de aarde. Dit kan lastig zijn bij IT-, TT- en TN-CS-systemen of
systemen met één zijde geaard.
5. Gebruik een geïsoleerde lager zoals aanbevolen door de motorfabrikant (opmerking: dergelijke motoren van gerenommeerde fabrikanten zullen
hier gewoonlijk standaard mee zijn uitgerust).
Indien gewenst en na overleg met Danfoss:
6. Verlaag de IGBT-schakelfrequentie.
7. Pas de golfvorm van de inverter aan: 60° AVM vs SFAVM.
8. Installeer een aardingssysteem voor de as of gebruik een isolatiekoppeling tussen motor en belasting.
9. Gebruik de minimale snelheidsinstelling, indien mogelijk.
10. Gebruik een dU/dt-filter of sinusfilter.
handleiding
4.6.20 Stuurkabelroute
Bind alle stuurkabels vast aan de speciale stuurkabelroute zoals aangegeven in de afbeelding. Vergeet niet om de afscherming op de juiste wijze aan te
sluiten om te zorgen voor optimale elektrische immuniteit.
Aansluiting veldbus
Er moeten aansluitingen worden gemaakt naar alle relevante opties op de stuurkaart. Zie de relevante veldbusinstructies voor meer informatie. De kabel
moet in het beschikbare pad in de frequentieomvormer worden geplaatst en samen met de andere stuurkabels worden vastgezet (zie afbeeldingen).
Kabelroute voor stuurkaart, D11 Kabelroute voor stuurkaart, E7
4.6.21 Toegang tot stuurklemmen
Alle klemmen naar de stuurkabels bevinden zich onder het LCP (bij zowel het filter als de omvormer). Ze zijn te bereiken via de deur van de eenheid.
64
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
4.6.22 Elektrische installatie, stuurklemmen
Om de kabel op de klem aan te sluiten:
1. Verwijder de isolatie over 9-10 mm.
2.
Steek een schroevendraaier
3. Steek de kabel in het naastgelegen ronde gat.
4. Verwijder de schroevendraaier. De kabel is nu gemonteerd in de klem.
Om de kabel van de klem te verwijderen:
1.
Steek een schroevendraaier
2. Trek de kabel los.
1) Max. 0,4 x 2,5 mm
1)
in het vierkante gat.
1)
in het vierkante gat.
4 Installeren
4
1.
2.
3.
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
65
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
4 Installeren
4.7 Aansluitvoorbeelden voor motorbesturing via een externe signaal­gever
NB!
niet
Onderstaande voorbeelden hebben enkel betrekking op de stuurkaart van de omvormer (rechter LCP) dus
van het filter.
handleiding
4
4.7.1 Start/Stop
Klem 18 = Par. 5-10
Klem 27 = Par. 5-12
daard
Vrijloop geïnv.
Klem 37 = Veilige stop
Terminal 18 Digital Input
Terminal 27 Digital Input
)
4.7.2 Pulsstart/stop
Klem 18 = Par. 5-10
Klem 27= Par. 5-12
Terminal 18 Digital Input
Terminal 27 Digital Input
[8]
[0]
[9]
[6]
Stop geïnv.
Start
Pulsstart
Niet in bedrijf
(Stan-
Klem 37 = Veilige stop
66
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
4.7.3 Snelheid omh./omlaag
Klem 29/32 = Snelheid omh./omlaag:
Klem 18 = Par. 5-10
daard)
Klem 27 = Par. 5-12
[19]
Klem 29 = Par. 5-13
[21]
Klem 32 = Par. 5-14
[22]
NB Klem 29 is alleen beschikbaar in de FC x02 (x = serieaanduiding).
Terminal 18 Digital Input
Terminal 27 Digital Input
Terminal 29 Digital Input
Terminal 32 Digital Input
Start [9] (stan-
Ref. vasthouden
Snelh. omhoog
Snelh. omlaag
4 Installeren
4
4.7.4 Potentiometerreferentie
Spanningsreferentie via een potentiometer:
Referentiebron 1 = [1]
Klem 53, lage spanning = 0 Volt
Klem 53, hoge spanning = 10 Volt
Klem 53 lage ref./terugkopp. waarde = 0 tpm
Klem 53, hoge ref./terugkopp. waarde = 1500 tpm
Schakelaar S201 = UIT (U)
Analoge ingang 53
(standaard)
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
67
4
4 Installeren
4.8 Elektrische installatie – aanvulling
4.8.1 Elektrische installatie, stuurkabels
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
Afbeelding 4.34: Schema met alle elektrische klemmen zonder opties.
1: aansluiting naar filter
Klem 37 moet worden gebruikt als ingang voor Veilige stop. Zie de sectie
over de installatie van de functie Veilige stop. Zie tevens de sectie Veilige stop en Installatie veilige stop.
Bij zeer lange stuurkabels en analoge signalen kunnen, in uitzonderlijke gevallen en afhankelijk van de installatie, aardlussen van 50/60 Hz voorkomen
als gevolg van ruis via de netvoedingskabels.
In dat geval kan het nodig zijn om de afscherming te doorbreken of een condensator van 100 nF te plaatsen tussen de afscherming en het chassis.
De digitale en analoge in- en uitgangen moeten afzonderlijk worden aangesloten op de stuurkaarten van de eenheid (zowel filter als omvormer, klem
20, 55, 39) om te voorkomen dat aardstromen van deze groepen andere groepen beïnvloeden. Het inschakelen van de digitale ingang kan bijvoorbeeld
het analoge ingangssignaal verstoren.
68
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Installatie Veilige stop
in de relevante Design Guide voor instructies
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
Ingangspolariteit van stuurklemmen
NB!
Gebruik afgeschermde/gewapende kabels om te voldoen aan de EMC-emissienormen. Raadpleeg de sectie
en besturing
kabel. Bij gebruik van niet-afgeschermde stuurkabels raden we aan om gebruik te maken van kabels met ferrietkernen om de EMC-
prestaties te verbeteren.
bij gebruik van niet-afgeschermde kabels
4 Installeren
4
Bekabeling voor voeding
wanneer gebruik wordt gemaakt van een niet-afgeschermde/niet-gewapende
Sluit de draden aan zoals aangegeven in de Bedieningshandleiding voor de frequentieomvormer. Vergeet niet om de afscherming op de juiste wijze aan
te sluiten om te zorgen voor optimale elektrische immuniteit.
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
69
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
4 Installeren
4.8.2 Schakelaar S201, S202 en S801
De schakelaars S201 (A53) en S202 (A54) worden gebruikt om een stroom- (0-20 mA) of spanningsconfiguratie (-10 tot 10 V) van respectievelijk analoge
ingangsklem 53 en 54 te selecteren.
Schakelaar S801 (BUS TER.) kan worden gebruikt om de RS 485-poort (klem 68 en 69) af te sluiten.
handleiding
4
Zie de tekening
Standaardinstelling:
Schema met alle elektrische klemmen
S201 (A53) = uit (spanningsingang)
S202 (A54) = uit (spanningsingang)
S801 (busafsluiting) = uit
NB!
Zorg er bij het wijzigen van de functie van S201, S202 of S801 voor dat u hierbij niet te veel kracht gebruikt. Het wordt aanbevolen
om de LCP-bevestiging (frame) te verwijderen wanneer u de schakelaars wilt bedienen. Bedien de schakelaars niet terwijl er spanning
staat op de frequentieomvormer.
in
Elektrische installatie
.
70
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
4.9 Uiteindelijke installatie en test
Volg onderstaande stappen om de setup te testen en te controleren of de frequentieomvormer operationeel is.
Stap 1. Kijk waar het motortypeplaatje zich bevindt.
NB!
De motor kan op twee manieren zijn aangesloten, nl. ster (Y) of driehoek (Δ). Deze informatie vindt u in de gegevens op het typepla-
tje van de motor.
4 Installeren
4
Stap 2. Voer de gegevens op het typeplaatje van de meter in deze
parameterlijst in.
Om toegang te krijgen tot deze lijst drukt u eerst op de toets [Quick Me-
nu] en selecteert u vervolgens Q2
Stap 3. Activeer de Automatische aanpassing motorgegevens
(AMA)
Het uitvoeren van een AMA waarborgt optimale prestaties. De AMA meet de waarden uit het schema dat hoort bij het motormodel.
1. Sluit klem 37 aan op de klem 12 (als klem 37 beschikbaar is).
2. Sluit klem 27 aan op klem 12 of stel Par. E-03
3. Activeer de AMA Par. P-04
4. Selecteer een volledige of een beperkte AMA. Als er een sinusfilter is gemonteerd, dient u enkel een beperkte AMA uit te voeren of het sinusfilter
tijdelijk te verwijderen tijdens de AMA-procedure.
5. Druk op de [OK]-toets. Op het display verschijnt 'Druk op [Hand on] om te starten'.
6. Druk op de [Hand on]-toets. Een balkje geeft de voortgang van de AMA aan.
AMA onderbreken tijdens de procedure
1. Druk op de [Off]-toets – de frequentieomvormer komt in de alarmmodus terecht en op het display wordt aangegeven dat de AMA is beëindigd
door de gebruiker.
Snelle setup
Auto Tune
.
Terminal 27 Digital Input
.
1. Par. P-07 Par. P-02
2. Par. F-05
3. Par. F-04
4. Par. P-03
5. Par. P-06
in op Niet in bedrijf (Par. E-03
Motor Power [kW] Motor Power [HP] Motor Rated Voltage Base Frequency Motor Current Base Speed
Terminal 27 Digital Input
[0]).
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
71
4
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
4 Installeren
AMA voltooid
1. Het display toont de melding 'Druk op [OK] om AMA te voltooien'.
2. Druk op de [OK]-toets om de AMA-procedure te verlaten.
AMA mislukt
1. De frequentieomvormer komt terecht in de alarmmodus. In het hoofdstuk
gegeven.
2. 'Rapportwaarde' in de [Alarm log] toont de laatste meting die door de AMA is uitgevoerd voordat de frequentieomvormer in de alarmmodus
terechtkwam. Aan de hand van dit nummer en de beschrijving van het alarm kunt u het probleem oplossen. Vergeet niet om dit nummer en de
alarmbeschrijving te vermelden als u contact opneemt met Danfoss voor assistentie.
NB!
Het mislukken van een AMA wordt vaak veroorzaakt doordat de gegevens van het motortypeplaatje niet goed worden overgenomen
of omdat er een te groot verschil bestaat tussen het motorvermogen en het vermogen van de frequentieomvormer.
Stap 4. Stel de snelheidsbegrenzing en de aan/uitlooptijd in.
Waarschuwingen en alarmen
wordt een beschrijving van het alarm
handleiding
Par. F-52
Par. F-53
Tabel 4.14: Stel de gewenste begrenzingen voor de snelheid en de aan-
en uitlooptijd in.
Par. F-18
Low Limit [Hz]
Par. F-17
High Limit [Hz]
Par. F-07
Par. F-08
Minimum Reference
Maximum Reference
Motor Speed Low Limit [RPM]
Motor Speed High Limit [RPM]
Accel Time 1
Decel Time 1
of Par. F-16
of Par. F-15
Motor Speed
Motor Speed
72
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
4.10 Extra aansluitingen
4.10.1 Mechanische rembesturing
Bij hijs-/dalingtoepassingen moet een elektromechanische rem bediend kunnen worden.
De rem wordt bediend met behulp van een relaisuitgang of een digitale uitgang (klem 27 en 29).
De uitgang moet gesloten blijven (spanningsvrij) gedurende de periode dat de frequentieomvormer de motor niet kan 'ondersteunen', bijvoor-
beeld wanneer de belasting te groot is.
Selecteer
De rem wordt vrijgegeven als de motorstroom hoger is dan de ingestelde waarde in Par. B-20
De rem wordt ingeschakeld wanneer de uitgangsfrequentie lager is dan de ingestelde waarde in Par. B-21
Par. B-22
Als de frequentieomvormer zich in de alarmmodus of een overspanningssituatie bevindt, wordt de mechanische rem onmiddellijk ingeschakeld.
4.10.2 Parallelle aansluiting van motoren
De frequentieomvormer kan een aantal parallel aangesloten motoren be-
sturen. Het totale stroomverbruik van de motoren mag niet groter zijn
dan de nominale uitgangsstroom I
Mech. rembest.
Activate Brake Speed [Hz]
[32] in par. 5-4* voor toepassingen met een elektromechanische rem.
van de frequentieomvormer.
M,N
Release Brake Current
, en alleen als de frequentieomvormer een stopcommando uitvoert.
.
Activate Brake Speed [RPM]
4 Installeren
4
of
NB!
Een installatie waarbij kabels worden aangesloten op
een gezamenlijke verbinding zoals aangegeven in on-
derstaande afbeelding wordt alleen aanbevolen bij ge-
bruik van korte kabels.
NB!
Als motoren parallel zijn aangesloten, kan
Automatic Motor Adaptation (AMA)
Par. 1-29
den gebruikt.
NB!
In systemen met parallel aangesloten motoren kan het
thermo-elektronische relais (ETR) van de frequentie-
omvormer niet worden gebruikt als motorbeveiliging
voor de afzonderlijke motoren. Daarom zijn er extra
motorbeveiligingen nodig, zoals thermistoren in iedere
motor of aparte thermische relais (stroomonderbre-
kers zijn niet geschikt als beveiliging).
Als de motorvermogens sterk verschillen, kunnen er bij de start en bij lage toerentallen problemen optreden. Dit komt omdat de relatief hoge ohmse
weerstand in de stator van kleine motoren een hogere spanning vereist bij de start en bij lage toerentallen.
niet wor-
4.10.3 Thermische motorbeveiliging
Het thermo-elektronische relais in de frequentieomvormer heeft UL-goedkeuring voor enkelvoudige motorbeveiliging wanneer Par. 1-90
Protection
Thermische motorbeveiliging kan ook worden gerealiseerd met behulp van de PTC-thermistoroptiekaart, MCB 112. Deze kaart is ATEX-gecertificeerd voor
het beveiligen van motoren in explosieve omgevingen, Zone 1/21 en Zone 2/22. Zie de Design Guide voor meer informatie.
is ingesteld op
ETR--
uitsch. en Par. 1-24
Motor Current
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
is ingesteld op de nominale motorstroom (zie motortypeplaatje).
Motor Thermal
73
5
5 Bediening van de Low Harmonic Drive
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
74
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
5 Bediening van de Low Harmonic Drive
5.1 Bedieningswijzen
5.1.1 Bedieningswijzen
De Low Harmonic Drive kan op twee manieren worden bediend:
1. Grafisch lokaal bedieningspaneel (GLCP)
2. RS 485 seriële communicatie of USB, beide voor pc-aansluiting
5.1.2 Bediening van het grafische LCP (GLCP)
5 Bediening van de Low Harmonic Drive
De Low Harm onic Drive is uitgerus t met twee LCP's: één vo or het omvormerdeel (rechts) en één voor het actieve-filterdeel (links). Het LCP voor het filter
werkt op dezelfde manier als dat voor de frequentieomvormer. Elk LCP bestuurt de eenheid waaraan het is gekoppeld en er is geen communicatie tussen
de twee LCP's onderling.
NB!
Het actieve filter moet in de automodus staan, d.w.z. dat de [Auto on]-toets op het filter-LCP moet zijn ingedrukt.
Onderstaande instructies gelden voor het GLCP (LCP 102).
De functies van het GLCP zijn verdeeld in vier groepen:
1. Grafisch display met statusregels.
2. Menutoetsen en indicatielampjes (LED's) – parameters wijzigen en schakelen tussen displayfuncties.
3. Navigatietoetsen en indicatielampjes (LED's).
4. Bedieningstoetsen en indicatielampjes (LED's)
Grafisch display:
Het LCD-display is voorzien van achtergrondverlichting en maximaal 6 alfanumerieke regels. Alle gegevens worden weergegeven op het LCP dat in de
[Status]-modus maximaal vijf bedrijfsvariabelen kan weergeven. Onderstaande afbeelding toont een voorbeeld van het omvormer-LCP. Het filter-LCP
ziet er exact hetzelfde uit maar toont informatie die betrekking heeft op de werking van het filter.
5
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
75
5
5 Bediening van de Low Harmonic Drive
Displayregels:
a. Statusregel: statusmeldingen met pictogrammen en afbeel-
dingen.
b. Regel 1-2: regels met bedieningsinformatie over gegevens die
door de gebruiker zijn gedefinieerd of geselecteerd. Er kan
maximaal één nieuwe regel worden toegevoegd via de toets
[Status].
c. Statusregel: statusmelding met tekst.
Het display bestaat uit 3 delen:
Bovenste gedeelte (a)
toont de status in de statusmodus of maximaal 2 variabelen in een andere
modus en in geval van een alarm/waarschuwing.
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
Het nummer van de actieve setup (geselecteerd als Actieve setup in par. 0-10) wordt weergegeven. Bij het programmeren van een andere setup dan de
Actieve setup zal het nummer van de setup die wordt geprogrammeerd aan de rechterkant tussen haakjes worden weergegeven.
Middelste gedeelte (b)
toont maximaal 5 variabelen met bijbehorende eenheid, ongeacht de status. In geval van een alarm/waarschuwing wordt de waarschuwing weergegeven
in plaats van de variabelen.
Schakelen tussen de drie verschillende statusuitlezingen is mogelijk door op de [Status]-toets te drukken.
In elk statusscherm worden de bedrijfsvariabelen met een andere opmaak weergegeven – zie hierna.
Aan elk van de bedrijfsvariabelen kunnen diverse metingen worden gekoppeld. De te tonen waarden/metingen kunnen worden gedefinieerd via par.
0-20, 0-21, 0-22, 0-23 en 0-24. Via [Quick Menu], Q3
meters.
Elke uitleesparameter voor een waarde/meting die is geselecteerd in par. 0-20 tot 0-24 wordt gekenmerkt door een eigen schaal en een aantal cijfers
achter een eventueel decimaalteken. Bij grotere numerieke waarden worden minder cijfers weergegeven achter het decimaalteken.
Voorbeeld: Uitlezing stroom
5,25 A; 15,2 A 105 A.
Statusdisplay I
Deze uitleesstatus is standaard actief na een start of initialisatie.
Gebruik [Info] voor informatie over de waarde/meting die is gekoppeld
aan de weergegeven bedrijfsvariabelen (1.1, 1.2, 1.3, 2 en 3).
Zie de bedrijfsvariabelen die worden weergegeven in het afgebeelde
scherm. 1.1, 1.2 en 1.3 staan klein weergegeven. 2 en 3 zijn groter weer-
gegeven.
Functiesetups
, Q3-1
Alg. instellingen
en Q3-13
Displayinstellingen
krijgt u toegang tot deze para-
76
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
Statusdisplay II
Zie de bedrijfsvariabelen (1.1, 1.2, 1.3 en 2) die worden weergegeven in
het afgebeelde scherm.
In het voorbeeld zijn Snelheid, Motorstroom, Motorvermogen en Fre-
quentie als variabelen geselecteerd in de eerste en tweede regel.
1.1, 1.2 en 1.3 zijn klein weergegeven. 2 is groot weergegeven.
Statusdisplay III
In deze uitleesstatus worden de gebeurtenis en de actie van de Smart
Logic Control weergegeven. Zie de sectie
informatie.
Smart Logic Control
voor meer
5 Bediening van de Low Harmonic Drive
5
NB!
Statusdisplay III is niet beschikbaar op het filter-LCP.
Onderste gedeelte
toont altijd de status van de frequentieomvormer in de statusmodus.
Aanpassing contrast display
Druk op [Status] en [] om het display donkerder te maken.
Druk op [Status] en [] om het display helderder te maken.
Indicatielampjes (LED's):
Als bepaalde drempelwaarden worden overschreden, gaan de alarm- en/of waarschuwings-LED's branden. Er verschijnen tevens een status- en een
alarmtekst op het bedieningspaneel.
De On-LED gaat branden wanneer de frequentieomvormer spanning van een netvoeding, DC-aansluitklem of externe 24 V-voeding krijgt. Tegelijkertijd
is de achtergrondverlichting aan.
Groene LED/On: geeft aan dat de besturingssectie werkt.
Gele LED/Warn.: geeft een waarschuwing aan.
Knipperende rode LED/Alarm: geeft een alarm aan.
On
Wam.
Alarm
0 1
. 4 4 0 P B 0 3 1
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
77
5
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
5 Bediening van de Low Harmonic Drive
Toetsen op het GLCP
Menutoetsen
De menutoetsen zijn ingedeeld op functie. De toetsen onder het display
en de indicatielampjes dienen voor het instellen van de parameters en
het selecteren van de displayweergave tijdens normaal bedrijf.
[Status]
geeft de status weer van de frequentieomvormer (en/of de motor) dan wel het filter. Op het omvormer-LCP zijn via de [Status]-toets 3 verschillende
uitlezingen te selecteren:
5-regelige uitlezing, 4-regelige uitlezing of Smart Logic Control.
Smart Logic Control is niet beschikbaar voor het filter.
[Status] dient om de displaymodus te selecteren of om naar de displaymodus terug te schakelen vanuit de modi Snelmenu, Hoofdmenu of Alarm. De
toets [Status] dient tevens om te schakelen tussen de enkele en dubbele uitleesmodi.
[Quick Menu]
maakt een snelle setup van de frequentieomvormer of het filter mogelijk. Hiermee kunnen de meestgebruikte functies worden geprogram-
meerd.
Via [Quick Menu] hebt u toegang tot de volgende onderdelen:
- Q1: Persoonlijk menu
-Q2: Snelle setup
- Q3: Functiesetups (alleen omvormer-LCP)
-Q5: Gemaakte wijz.
- Q6: Logdata
Functiesetups biedt een snelle en eenvoudige toegang tot alle parameters die nodig zijn voor de meeste water- en afvalwatertoepassingen, inclusief
toepassingen met een variabel koppel, constant koppel, pompen, doseerpompen, bronpompen, boosterpompen, mixerpompen, luchtventilatoren en
andere pomp- en ventilatortoepassingen. Daarnaast bevat het parameters om te bepalen welke variabelen op het LCP moeten worden getoond, para-
meters voor vooraf in te stellen snelheden, schaling van analoge referenties, één- of multi-zonetoepassingen met terugkoppeling en speciale functies
met betrekking tot water- en afvalwatertoepassingen.
handleiding
Omdat het actieve filter een integraal onderdeel is van de Low Harmonic Drive hoeft er maar weinig te worden geprogrammeerd. Het filter-LCP wordt
hoofdzakelijk gebruikt om informatie weer te geven over de werking van het filter, zoals totale harmonische vervorming (THD) van spanning of stroom,
gecorrigeerde stroom, geïnjecteerde stroom of cos ϕ en de werkelijke arbeidsfactor.
De parameters van het Snelmenu zijn direct toegankelijk, tenzij er via par. 0-60, 0-61, 0-65 of 0-66 een wachtwoord is ingesteld.
Het is mogelijk om direct te schakelen tussen Snelmenu en Hoofdmenu.
[Main Menu]
dient om alle parameters te programmeren.
De parameters van het hoofdmenu zijn direct toegankelijk, tenzij via er par. 0-60, 0-61, 0-65 of 0-66 een wachtwoord is ingesteld. Voor de meeste
watertoepassingen is het niet nodig om parameters te selecteren via het hoofdmenu. Het Snelmenu, de Snelle setup en de Functiesetups bieden de
snelste en eenvoudigste manier om toegang te krijgen tot de benodigde specifieke parameters.
Het is mogelijk om direct te schakelen tussen Hoofdmenu en Snelmenu.
De parametersnelkoppeling kan worden uitgevoerd door de
directe toegang tot elke mogelijke parameter.
[Alarm log]
toont een overzicht van de laatste vijf alarmmeldingen (genummerd A1-A5). U kunt aanvullende gegevens over een alarm krijgen door via de pijltjes-
toetsen naar het alarmnummer te gaan en op [OK] te drukken. Er wordt informatie weergegeven over de toestand van uw frequentieomvormer of filter
net voordat de alarmmodus werd ingeschakeld.
[Back]
brengt u een stap of laag terug in de navigatiestructuur.
[Cancel]
annuleert uw laatste wijziging of commando, zolang het display niet is
gewijzigd.
[Main Menu]-toets gedurende 3 seconden in te drukken. De parametersnelkoppeling geeft
[Info]
geeft informatie over een commando, parameter of functie in elk mogelijk
scherm. Met [Info] kunt u zo nodig uitgebreide informatie weergeven.
Verlaat de infomodus door op [Info], [Back] of [Cancel] te drukken.
78
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
Navigatietoetsen
Gebruik de vier pijltjestoetsen om te bewegen tussen de verschillende
opties in
[Quick Menu], [Main Menu]
toetsen om de cursor te verplaatsen.
[OK]
dient om een parameter te selecteren die wordt gemarkeerd door de
cursor en om de wijziging van een parameter te bevestigen.
en
[Alarm log]
. Gebruik de
5 Bediening van de Low Harmonic Drive
5
Bedieningstoetsen
voor lokale bediening bevinden zich onder aan het bedieningspaneel.
[Hand on]
maakt het mogelijk om de frequentieomvormer via het GLCP te besturen. Via [Hand on] wordt ook de motor gestart, waarna het mogelijk is om de
referentie voor de motorsnelheid via de pijltjestoetsen in te stellen. De toets kan worden ingesteld op
on]-toets op LCP
De volgende stuursignalen zullen actief blijven wanneer [Hand on] wordt geactiveerd:
[Hand on] – [Off] – [Auto on]
Reset
Vrijloop geïnverteerd (motor loopt vrij tot stop)
•Omkeren
Setupselectie lsb – Setupselectie msb
Stopcommando via seriële communicatie
•Snelle stop
•DC-rem
.
NB!
Externe stopsignalen die via stuursignalen of een seriële bus worden geactiveerd, zullen een 'start'-commando via het LCP onderdruk-
ken.
Ingesch
. [1] of
Uitgesch
. [0] via par. 0-40
[Hand
[Off]
stopt de aangesloten motor (indien ingedrukt op het omvormer-LCP) of het filter (indien ingedrukt op het filter-LCP). De toets kan worden ingesteld op
Ingesch
. [1] of
Uitgesch
. [0] via parameter 0-41
motor worden gestopt door de netvoeding af te schakelen.
[Off]-toets op LCP
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
. Als er geen externe stopfunctie is geselecteerd en de toets [Off] inactief is, kan de
79
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
5 Bediening van de Low Harmonic Drive
[Auto on]
maakt het mogelijk om de frequentieomvormer te sturen via stuurklemmen en/of seriële communicatie. Als een startsignaal naar de stuurklemmen en/
of de bus wordt gestuurd, start de frequentieomvormer. De toets kan worden ingesteld op
.
LCP
NB!
[Auto on] moet worden ingedrukt op het filter-LCP.
NB!
Een actief HAND-OFF-AUTO-signaal via de digitale ingangen heeft een hogere prioriteit dan de bedieningstoetsen [Hand on] – [Auto
on].
Ingesch
. [1] of
Uitgesch
. [0] via par. 0-42
[Auto on]-toets op
handleiding
5
[Reset]
dient om de frequentieomvormer of het filter na een alarm (trip) te resetten. De toets kan worden ingesteld op
[Reset]-toets op LCP
De parametersnelkoppeling
kan worden uitgevoerd door de [Main Menu]-toets gedurende 3 seconden in te drukken. De parametersnelkoppeling geeft directe toegang tot elke
mogelijke parameter.
.
Ingesch
. [1] of
Uitgesch
. [0] via par. 0-43
5.1.3 Gegevens wijzigen
1. Druk op de toets [Quick Menu] of [Main Menu].
2.
Gebruik de toetsen [
3. Druk op de [OK]-toets.
4.
Gebruik de toetsen [
5. Druk op de [OK]-toets.
6.
Gebruik de toetsen [
een getal gaan. De plaats van de cursor geeft aan welk cijfer is geselecteerd voor wijziging. Met de toets [
] verlaagt u de waarde.
toets [
7. Druk op de toets [Cancel] om de wijziging ongedaan te maken of druk op de toets [OK] om de wijziging te bevestigen en de nieuwe instelling
op te slaan.
] en [▼] om de parametergroep te vinden die u wilt wijzigen.
] en [▼] om de parameter te vinden die u wilt wijzigen.
] en [▼] om de juiste parameterinstelling te selecteren. Met behulp van de pijltjestoetsen kunt u ook naar een cijfer binnen
] verhoogt u de waarde en met de
5.1.4 Een tekstwaarde wijzigen
Als de geselecteerde parameter een tekstwaarde heeft, is de tekstwaarde
te wijzigen via de navigatietoetsen omhoog/omlaag.
De toets omhoog verhoogt de waarde en de toets omlaag verlaagt de
waarde. Plaats de cursor op de waarde die u wilt opslaan en druk op [OK].
80
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Afbeelding 5.1: Displayvoorbeeld
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
5.1.5 Een groep numerieke gegevenswaarden wijzigen
Als de gekozen parameter een numerieke gegevenswaarde vertegen-
woordigt, kunt u de gekozen gegevenswaarde wijzigen met behulp van
de navigatietoetsen [] [] en [
en [] om de cursor horizontaal te verplaatsen.
Gebruik de navigatietoetsen omhoog/omlaag om de gegevenswaarde te
wijzigen. De toets omhoog verhoogt de waarde en de toets omlaag ver-
laagt de waarde. Plaats de cursor op de waarde die u wilt opslaan en druk
op [OK].
] [▼]. Gebruik de navigatietoetsen ◄]
5 Bediening van de Low Harmonic Drive
Afbeelding 5.2: Displayvoorbeeld
5
Afbeelding 5.3: Displayvoorbeeld
5.1.6 Gegevenswaarde wijzigen, stapsgewijs
Bepaalde parameters zijn stapsgewijs of oneindig variabel te wijzigen. Dit geldt voor Par. 1-20
Par. 1-23
Dit betekent dat de parameters niet alleen als een groep van numerieke gegevenswaarden maar ook als oneindig variabele numerieke gegevenswaarden
kunnen worden ingesteld.
Motorfrequentie
.
Motorverm. [kW]
, Par. 1-22
Motorspanning
en
5.1.7 Geïndexeerde parameters uitlezen en programmeren
Parameters worden geïndexeerd wanneer ze in een roterende stapel worden geplaatst.
Par. 15-30
gebruik de navigatietoetsen omhoog/omlaag om door de geïndexeerde waarden te schuiven.
Gebruik Par. 3-10
Selecteer de parameter, druk op [OK] en gebruik de navigatietoetsen omhoog/omlaag om door de geïndexeerde waarden te schuiven. Wijzig de waarde
van de parameter door de geïndexeerde waarde te selecteren en op de toets [OK] te drukken. Wijzig de waarde via de toetsen omhoog/omlaag. Druk
op [OK] om de nieuwe instelling op te slaan. Druk op [Cancel] om te annuleren. Druk op [Back] om de parameter te verlaten.
Foutlog: foutcode
Ingestelde ref.
tot Par. 15-32
als een ander voorbeeld:
Foutlog: tijd
bevatten een foutlog die kan worden uitgelezen. Selecteer een parameter, druk op [OK] en
5.1.8 Tips en trucs
* Voor de meeste water- en afvalwatertoepassingen kunt u met behulp van Snelmenu, Snelle setup en Functiesetups op een-
voudige en snelle wijze toegang krijgen tot alle benodigde specifieke parameters.
* Voer, indien mogelijk, altijd een AMA uit om te zorgen voor de beste asprestaties.
* Het contrast van het display kan worden aangepast via [Status] en [] voor een donkerder display of via [Status] en [] voor
een helderder display.
* Via [Quick Menus] en
* Houd de [Main Menu]-toets 3 seconden ingedrukt om naar elke mogelijke parameter te gaan.
* Voor servicedoeleinden wordt het aanbevolen om alle parameters te kopiëren naar het LCP; zie par. 0-50 voor meer informatie
Tabel 5.1: Tips en trucs
Gemaakte wijz.
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
kunt u alle parameterinstellingen bekijken die afwijken van de fabrieksinstellingen.
81
5
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
5 Bediening van de Low Harmonic Drive
5.1.9 Snel overzetten van parameterinstellingen via GLCP
Wanneer de setup van een frequentieomvormer voltooid is, kunt u de parameterinstellingen het beste in het GLCP of met behulp van de MCT 10 setup-
software op een pc opslaan.
Stop de motor vóór u een van deze handelingen uitvoert
Gegevensopslag in LCP:
1. Ga naar Par. 0-50
2. Druk op de [OK]-toets.
3. Selecteer 'Alles naar LCP'.
4. Druk op de [OK]-toets.
Alle parameterinstellingen worden nu opgeslagen in het GLCP, wat wordt aangegeven via de voortgangsbalk. Druk op [OK] als 100% is bereikt.
U kunt het GLCP nu aansluiten op een andere frequentieomvormer en de parameterinstellingen naar die frequentieomvormer kopiëren.
LCP kopiëren
handleiding
Gegevensoverdracht van LCP naar frequentieomvormer:
1. Ga naar Par. 0-50
2. Druk op de [OK]-toets.
3. Selecteer 'Alles vanaf LCP'.
4. Druk op de [OK]-toets.
De parameterinstellingen die in het GLCP zijn opgeslagen worden nu gekopieerd naar de frequentieomvormer, wat wordt aangegeven in de voortgangs-
balk. Druk op [OK] als 100% is bereikt.
LCP kopiëren
5.1.10 Standaardinstellingen herstellen door middel van initialisatie
De standaardinstellingen van de frequentieomvormer kunnen op twee manieren worden hersteld: Aanbevolen initialisatie en handmatige initialisatie.
Houd er rekening mee dat deze verschillende resultaten opleveren, zoals hieronder beschreven.
Aanbevolen initialisatie (via Par. 14-22
1. Selecteer Par. 14-22
2. Druk op [OK].
3. Selecteer 'Initialisatie' (voor NLCP: selecteer '2').
4. Druk op [OK].
5. Schakel de spanning naar de eenheid af en wacht tot het display
uit gaat.
6. Sluit de voeding weer aan, waarna de frequentieomvormer is
gereset. Het kan enkele seconden duren voordat de eenheid
voor de eerste keer opstart.
7. Druk op [Reset].
Bedrijfsmodus
Bedrijfsmodus
)
Par. 14-22
Par. 14-50
Par. O-30
Par. O-31
Par. 8-32
Par. 8-35
Par. O-36
Par. 8-37
Par. 15-00
Par. 15-20
Par. 15-30
Bedrijfsmodus
RFI-filter Protocol Address
FC-poort baudsnelh. Min. responsvertr.
Max Response Delay
Max. tss.tekenvertr.
Bedrijfsuren
Hist. log: event
Foutlog: foutcode
initialiseert alles, behalve:
tot Par. 15-05
tot Par. 15-22
x Overspann.
tot Par. 15-32
Hist. log: tijd
Foutlog: tijd
82
NB!
De parameters die in Par. 0-25
Persoonlijk menu
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
zijn opgeslagen, blijven gehandhaafd bij het herstellen van de fabrieksinstellingen.
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
Handmatige initialisatie
NB!
Bij het uitvoeren van een handmatige initialisatiehandmatig herstel worden ook de instellingen voor seriële communicatie, RFI-filter en
foutlog gereset.
Verwijdert de ingestelde parameters in Par. 0-25
Persoonlijk menu
5 Bediening van de Low Harmonic Drive
.
1. Schakel de netvoeding af en wacht totdat het display is uit-
geschakeld.
2a. Druk tegelijkertijd op [Status] – [Main Menu] – [OK] terwijl
het grafische LCP (GLCP) wordt ingeschakeld.
2b. Druk op [Menu] terwijl het numerieke display (LCP 101)
wordt ingeschakeld.
3. Laat de toetsen na 5 seconden los.
4. De frequentieomvormer is nu ingesteld volgens de standaard-
instellingen.
5.1.11 RS 485-busaansluiting
Zowel het filterdeel als het omvormerdeel kunnen samen met andere be-
lastingen worden aangesloten op een regelaar (of master) via de stan-
daard RS 485-interface. Klem 68 wordt aangesloten op het P-signaal (TX
+, RX+), terwijl klem 69 wordt aangesloten op het N-signaal (TX-, RX-).
Maak altijd gebruik van parallelle aansluitingen voor de Low Harmonic
Drive om ervoor te zorgen dat zowel het filterdeel als het omvormerdeel
zijn aangesloten.
Met deze parameter wordt alles geïnitialiseerd behalve:
Par. 15-00
Par. 15-03
Par. 15-04
Par. 15-05
Bedrijfsuren Inschakelingen x Overtemp. x Overspann.
Afbeelding 5.4: Aansluitvoorbeeld.
5
Om mogelijke vereffeningsstromen in de afscherming te vermijden, moet de kabelafscherming worden geaard via klem 61, die via een RC-koppeling met
het frame is verbonden.
Busafsluiting
De RS 485-bus moet aan beide uiteinden worden afgesloten met een weerstandsnetwerk. Als de omvormer het eerste of laatste toestel in de RS 485-
lus is, moet schakelaar S801 op de stuurkaart in de aan-positie (ON) worden gezet.
Zie de sectie
Schakelaar S201, S202 en S801
voor meer informatie.
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
83
5
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
5 Bediening van de Low Harmonic Drive
5.1.12 Een pc aansluiten op de frequentieomvormer
Installeer de MCT 10 setup-software om de frequentieomvormer (en het filterdeel) vanaf een pc te besturen of te programmeren.
De pc wordt aangesloten via een standaard (host/apparaat) USB-kabel of via de RS 485-interface, zoals weergegeven in de Design Guide, in de sectie
Installeren van diverse aansluitingen
NB!
De USB-aansluiting is galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV) en andere hoogspanningsklemmen. De USB-aansluiting is
verbonden met de aardverbinding van de frequentieomvormer. Sluit alleen geïsoleerde laptops aan op de USB-connector van de fre-
quentieomvormer.
in het hoofdstuk
Installeren
.
handleiding
Afbeelding 5.5: Zie de sectie
Stuurklemmen
voor informatie over het aansluiten van de stuurklemmen.
5.1.13 Hulpprogramma's voor de pc
MCT 10 setup-software voor de pc
De Low Harmonic Drive is uitgerust met twee seriële-communicatiepoorten. Danfoss levert een hulpprogramma voor de pc voor communicatie tussen pc
en frequentieomvormer, de MCT 10 setup-software. Zie de sectie
De MCT 10 setup-software
MCT 10 is een eenvoudig te gebruiken interactief programma voor het instellen van parameters in onze frequentieomvormers. De software is te down-
loaden via de Danfosswebsite
De MCT 10 setup-software is nuttig voor:
Het offline plannen van een communicatienetwerk; MCT 10 bevat een complete database van frequentieomvormers
Het online in bedrijf stellen van frequentieomvormers.
Het opslaan van de instellingen voor alle frequentieomvormers.
Het vervangen van een frequentieomvormer in een netwerk
Eenvoudige en nauwkeurige documentatie van de instellingen van de frequentieomvormer na de inbedrijfstelling
Het uitbreiden van een bestaand netwerk.
Frequentieomvormers die in de toekomst worden ontwikkeld, worden ondersteund.
http://www.
Danfoss
.com/BusinessAreas/DrivesSolutions/Softwaredownload/DDPC+Software+Program.htm
Beschikbare publicaties
voor meer informatie over dit hulpmiddel.
.
MCT 10 setup-software ondersteunt Profibus DP V1 via een Master klasse 2-aansluiting. Hiermee kunnen parameters in een frequentieomvormer online
worden gelezen en geschreven via het Profibus-netwerk. Hierdoor is geen extra communicatienetwerk meer nodig.
84
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
Instellingen van de frequentieomvormer opslaan:
1. Sluit een pc via een USB-poort aan op de eenheid. (NB Sluit alleen een van het net geïsoleerde pc aan op de USB-poort. Anders kan de apparatuur
beschadigd raken.)
2. Start de MCT 10 setup-software.
3. Selecteer 'Read from drive'.
4. Selecteer 'Save as'.
Alle parameters zijn nu opgeslagen in de pc.
Instellingen van de frequentieomvormer inlezen:
1. Sluit de pc via een USB-poort aan op de frequentieomvormer.
2. Start de MCT 10 setup-software.
3. Selecteer 'Open' – de opgeslagen bestanden worden getoond.
4. Open het relevante bestand.
5. Selecteer 'Write to drive'
Alle parameterinstellingen zijn nu overgezet naar de frequentieomvormer.
5 Bediening van de Low Harmonic Drive
5
Voor de MCT 10 setup-software is een aparte handleiding verkrijgbaar
Softwaremodules voor MCT 10 setup-software
De volgende modules zijn in het softwarepakket opgenomen:
MCT 10 setup-software
Parameters instellen
Kopiëren van en naar frequentieomvormers
Vastleggen en afdrukken van parameterinstellingen, inclusief schema's
Uitgebr. gebruikersinterface
Schema voor preventief onderhoud
Klokinstellingen
Setup voor programmering van tijdgebonden acties
Smart Logic Controller
Bestelnummer:
Bij bestelling van de cd met MCT 10 setup-software verzoeken we u bestelnummer 130B1000 te gebruiken.
MCT 10 is ook te downloaden via de Danfoss-website:
WWW.DANFOSS.COM, Business Area: Motion Controls
: MG.10.Rx.yy
.
.
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
85
6
6 De Low Harmonic Drive programmeren
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
86
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
6 De Low Harmonic Drive programmeren
6 De Low Harmonic Drive programmeren
6.1 De frequentieomvormer programmeren
6.1.1 Parametersetup
Overzicht van parametergroepen
Groep Titel Functie 0- Bediening/display Parameters die betrekking hebben op de basisfuncties van de frequentieomvormer, de
1- Belasting & motor Parametergroep voor motorinstellingen. 2- Remmen Parametergroep voor het instellen van remfuncties in de frequentieomvormer. 3- Ref./Ramp. Parameters voor het gebruiken van referenties, het instellen van begrenzingen en het
4- Begr./waarsch. Parametergroep voor het configureren van begrenzingen en waarschuwingen. 5- Digitaal In/Uit Parametergroep voor het configureren van de digitale in- en uitgangen. 6- Analoog In/Uit Parametergroep voor het configureren van de analoge in- en uitgangen. 8- Comm. en opties Parametergroep voor het configureren van communicatie en opties. 9- Profibus Parametergroep voor Profibus-specifieke parameters. 10- DeviceNet Parametergroep voor DeviceNet-specifieke parameters. 13- Smart Logic Parametergroep voor Smart Logic Control. 14- Speciale functies Parametergroep voor het configureren van speciale functies van de frequentieomvormer. 15- Geg. omvormer Parametergroep met informatie over de frequentieomvormer, zoals bedrijfsgegevens,
16- Data-uitlezingen Parametergroep voor data-uitlezing, bijv. actuele referenties, spanning, regeling, alar-
18- Info & uitlez. Deze parametergroep bevat de laatste 10 logboeken voor preventief onderhoud. 20- Omvormer met terugkoppeling Deze parametergroep wordt gebruikt voor het configureren van de PID-regelaar voor
21- Uitgebr. met terugkoppeling Parameters voor het configureren van de drie PID-regelaars voor uitgebreide terugkop-
22- Toepassingsfuncties Deze parameters bewaken de watertoepassingen. 23- Tijdgebonden functies Deze parameters zijn voor acties die dagelijks of wekelijks moeten worden uitgevoerd,
25- Cascaderegelaarfuncties Parameters voor het configureren van de standaard cascaderegelaar voor het sequentieel
26- Anal. I/O-optie MCB 109 Parameters voor het configureren van de analoge I/O-optie MCB 109. 27- Uitgebreide cascaderegeling Parameters voor het configureren van de uitgebreide cascaderegelaar. 29- Watertoepassingsfuncties Parameters voor het instellen van waterspecifieke functies. 31- Bypass-optie Parameters voor het configureren van de bypassoptie.
functie van de LCP-toetsen en de configuratie van het LCP-display.
configureren van de reactie van de frequentieomvormer op wijzigingen.
hardwareconfiguratie en softwareversies.
men, waarschuwingen en statuswoorden.
terugkoppeling die de uitgangsfrequentie van de eenheid regelt.
peling.
bijv. verschillende referenties voor werking binnen bedrijfstijd/buiten bedrijfstijd.
regelen van meerdere pompen.
6
Tabel 6.1: Parametergroepen
Parameterbeschrijvingen en -keuzes worden op het displaygedeelte van het grafisch (GLCP) of numeriek (NLCP) display weergegeven. (Zie sectie 5 voor
meer informatie.) U kunt toegang krijgen tot de parameters door op de toets [Quick Menus] of [Main Menu] op het bedieningspaneel te drukken. Het
snelmenu wordt voornamelijk gebruikt om de eenheid de eerste keer bedrijfsklaar te maken door programmering van de parameters die nodig zijn om
de eenheid op te starten. Het hoofdmenu biedt toegang tot alle parameters om de eenheid voor een specifieke toepassing te programmeren.
Alle digitale en analoge in- en uitgangsklemmen zijn multifunctioneel. Alle klemmen zijn in de fabriek standaard ingesteld op functies die geschikt zijn
voor de meeste watertoepassingen. Als er echter andere speciale functies nodig zijn, moeten deze worden geprogrammeerd via parametergroep 5 of 6.
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
87
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
6 De Low Harmonic Drive programmeren
6.1.2 Modus Snelmenu
Het GLCP biedt toegang tot alle parameters die worden vermeld onder het Snelmenu. Om parameters in te stellen via de toets [Quick Menu]:
Als u op [Quick Menu] drukt, wordt een overzicht weergegeven van de functies in het snelmenu.
Efficiënte parametersetup voor watertoepassingen
Via [Quick Menu] kunnen de parameters voor de meeste water- en afvalwatertoepassingen op eenvoudige wijze worden ingesteld.
De beste manier om parameters via [Quick Menu] in te stellen, is als volgt:
1. Selecteer Snelle setup om de basisinstellingen voor de motor, aan/uitlooptijden, en dergelijke in te stellen.
2. Selecteer Functiesetups om de gewenste functionaliteit van de frequentieomvormer in te stellen – voor zover dit niet al is gebeurd via de
instellingen in Snelle setup.
3. Selecteer
Het wordt aangeraden om de setup in de aangegeven volgorde uit te voeren.
Alg. instellingen, Inst. geen terugk.
of
Inst. Met terugk
.
handleiding
6
Afbeelding 6.1: Overzicht snelmenu
Als
Niet in bedrijf
Als
Vrijloop geïnv.
NB!
Zie onderstaande sectie
is geselecteerd voor klem 27 is er voor klem 27 geen aansluiting naar +24 V nodig om starten mogelijk te maken.
(standaard fabrieksinstelling) is geselecteerd voor klem 27 is een aansluiting naar +24 V nodig om starten mogelijk te maken.
Veelgebruikte parameters – toelichting
Par. Aanduiding [Eenh]
0-01 Taal
1-20 Motorverm. [kW]
1-22 Motorspanning [V]
1-23 Motorfrequentie [Hz]
1-24 Motorstroom [A]
1-25 Nom. motorsnelheid [tpm]
3-41 Ramp 1 aanlooptijd [s]
3-42 Ramp 1 uitlooptijd [s]
4-11 Motorsnelh. lage begr. [tpm]
4-13 Motorsnelh. hoge begr. [tpm]
1-29 Autom. aanpassing motorgegevens (AMA)
Tabel 6.2: Parameters Snelle setup. Zie onderstaande paragraaf
gebruikte parameters – toelichting
voor een uitgebreide beschrijving van de parameters.
Veel-
88
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
6.1.3 Q1 Persoonlijk menu
Door de gebruiker gedefinieerde parameters kunnen worden opgeslagen in Q1 Persoonlijk menu.
6 De Low Harmonic Drive programmeren
Selecteer
OEM van de pomp of andere apparatuur kan deze parameters bijvoorbeeld bij de inbedrijfstelling in de fabriek al hebben geprogrammeerd in het Per-
soonlijk menu om de inbedrijfstelling/fijnafstelling ter plaatse eenvoudiger te maken. Deze parameters zijn ingesteld via par. 0-25
kunnen maximaal 20 parameters worden opgenomen in dit menu.
Persoonlijk menu
20-21 Setpoint 1 20-93 PID prop. versterking
20-94 PID integratietijd
om alleen de parameters weer te geven die eerder zijn geselecteerd en geprogrammeerd als persoonlijke parameters. De
Persoonlijk menu
Q1 Persoonlijk menu
. Er
6.1.4 Q2 Snelle setup
Q2 Snelle setup bevat de basisparameters die altijd nodig zijn om de frequentieomvormer te configureren voor gebruik.
nummer en naam van de parameter Eenheid
0-01 Taal 1-20 Motorvermogen kW 1-22 Motorspanning V 1-23 Motorfrequentie Hz 1-24 Motorstroom A 1-25 Nom. motorsnelheid tpm 3-41 Ramp 1 aanlooptijd s 3-42 Ramp 1 uitlooptijd s 4-11 Motorsnelh. lage begr. RPM 4-13 Motorsnelh. hoge begr. RPM 1-29 Autom. aanpassing motorgeg. (AMA)
Q2 Snelle setup
6
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
89
6
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
6 De Low Harmonic Drive programmeren
6.1.5 Q3 Functiesetups
Functiesetups biedt een snelle en eenvoudige toegang tot alle parameters die nodig zijn voor de meeste water- en afvalwatertoepassingen, inclusief
toepassingen met een variabel koppel, constant koppel, pompen, doseerpompen, bronpompen, boosterpompen, mixerpompen, luchtventilatoren en
andere pomp- en ventilatortoepassingen. Daarnaast bevat het parameters om te bepalen welke variabelen op het LCP moeten worden getoond, para-
meters voor vooraf in te stellen snelheden, schaling van analoge referenties, één- of multi-zonetoepassingen met terugkoppeling en speciale functies
met betrekking tot water- en afvalwatertoepassingen.
Toegang tot Functiesetups – voorbeeld:
Afbeelding 6.6: Stap 5: gebruik de navigatietoetsen omh-
Afbeelding 6.2: Stap 1: schakel de frequentieomvormer in
(On-LED gaat branden).
oog/omlaag naar bijv. 03-12
ven. Druk op [OK].
Analoge uitgangen
te schui-
handleiding
Afbeelding 6.3: Stap 2: druk op de [Quick Menus]-toets
(snelmenuopties worden weergegeven).
Afbeelding 6.4: Stap 3: gebruik de navigatietoetsen omh-
oog/omlaag om naar Functiesetups te schuiven. Druk op
[OK].
Afbeelding 6.5: Stap 4: de Functiesetupopties worden weer-
gegeven. Selecteer Q3-1
Alg. instellingen.
Druk op [OK].
Afbeelding 6.7: Stap 6: selecteer par. 6-50
gang
. Druk op [OK].
Afbeelding 6.8: Stap 7: gebruik de navigatietoetsen omh-
oog/omlaag om door de diverse opties te schuiven. Druk op
[OK].
Klem 42 uit-
90
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
De parameters voor Functiesetups zijn ingedeeld in de volgende groepen:
6 De Low Harmonic Drive programmeren
Q3-10 Klokinstellingen Q3-11 Displayinstellingen Q3-12 Anal. uitgang Q3-13 Relais
0-70 Datum & tijd instellen 0-20 Displayregel 1.1 klein 6-50 Klem 42 uitgang Relais 1 5-40 Functierelais 0-71 Datumindeling 0-21 Displayregel 1.2 klein 6-51 Klem 42 uitgang min. schaal Relais 2 5-40 Functierelais 0-72 Tijdsindeling 0-22 Displayregel 1.3 klein 6-52 Klem 42 uitgang max. schaal
0-74 DST/zomertijd 0-23 Displayregel 2 groot
0-76 DST/zomertijd start 0-24 Displayregel 3 groot
0-77 DST/zomertijd einde 0-37 Displaytekst 1
0-38 Displaytekst 2 0-39 Displaytekst 3
Q3-20 Digitale referentie Q3-21 Analoge referentie
3-02 Minimumreferentie 3-02 Minimumreferentie 3-03 Max. referentie 3-03 Max. referentie 3-10 Digitale referentie 6-10 Klem 53 lage spanning 5-13 Klem 29 digitale ingang 6-11 Klem 53 hoge spanning 5-14 Klem 32 digitale ingang 6-14 Klem 53 lage ref./terugkopp. waarde 5-15 Klem 33 digitale ingang 6-15 Klem 53 hoge ref./terugkopp. waarde
Q3-30 Terugkopp.instell. Q3-31 PID-basisinstell.
1-00 Configuratiemodus 20-81 PID normaal/inv regeling 20-12 Referentie/terugk.eenheid 20-82 PID startsnelh. [tpm] 3-02 Minimumreferentie 20-21 Setpoint 1 3-03 Max. referentie 20-93 PID prop. versterking 6-20 Klem 54 lage spanning 20-94 PID integratietijd 6-21 Klem 54 spanning hoog 6-24 Klem 54 lage ref./terugkopp. waarde 6-25 Klem 54 hoge ref./terugkopp. waarde 6-00 Live zero time-out-tijd 6-01 Live zero time-out-functie
Q3-1 Alg. instellingen
Optierelais 7 5-40 Functiere­lais Optierelais 8 5-40 Functiere­lais Optierelais 9 5-40 Functiere­lais
Q3-2 Inst. geen terugk.
Q3-3 Inst. Met terugk.
6
6.1.6 Q5 Gemaakte wijz.
Q5 Gemaakte wijz. kan worden gebruikt voor het opsporen van fouten.
Selecteer
Selecteer
Het is alleen mogelijk om de ingestelde displayparameters in par. 0-20 en 0-24 te bekijken. Er kunnen maximaal 120 voorbeelden in het geheugen worden
opgeslagen voor later gebruik.
Houd er rekening mee dat de parameters in onderstaande tabellen voor Q5 enkel dienen als voorbeeld en in de praktijk kunnen afwijken, omdat ze
afhankelijk zijn van de programmering van een specifieke frequentieomvormer.
Gemaakte wijz.
de laatste 10 wijzigingen. Gebruik de navigatietoetsen omhoog/omlaag om door de laatste 10 gewijzigde parameters te schuiven.
de wijzigingen die sinds de standaardinstelling zijn gemaakt.
Logdata
voor informatie over de uitlezingen in de displayregel. De informatie wordt als grafiek weergegeven.
20-94 PID integratietijd 20-93 PID prop. versterking
20-93 PID prop. versterking 20-94 PID integratietijd
voor informatie over:
Q5-1 Laatste 10 wijz.
Q5-2 Sinds fabrieksinst.
Anal. ingang 53 Anal. ingang 54
Q5-3 Toegew. ingangen
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
91
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
6 De Low Harmonic Drive programmeren
6.1.7 Q6 Logdata
Q6 Logdata kan worden gebruikt voor het opsporen van fouten.
Houd er rekening mee dat de parameters in onderstaande tabellen voor Q6 enkel dienen als voorbeeld en in de praktijk kunnen afwijken, omdat ze
afhankelijk zijn van de programmering van een specifieke frequentieomvormer.
handleiding
6
Referentie
Q6 Logdata
Anal. ingang 53 Motorstroom Frequentie Terugkopp. Energielog Trending cont bin Trend. getimed bin Trending vergelijk.
6.1.8 Modus Hoofdmenu
Zowel het GLCP als het NLCP biedt toegang tot de modus Hoofdmenu.
Selecteer de modus Hoofdmenu door op de toets [Main Menu] te druk-
ken. Afbeelding 6.2 toont de resulterende uitlezing, die op het display van
het GLCP wordt weergegeven.
De regels 2 tot en met 5 van het display tonen een lijst met parameter-
groepen die met behulp van de toetsen omhoog/omlaag kunnen worden
geselecteerd.
Afbeelding 6.9: Displayvoorbeeld
Elke parameter heeft een naam en een getal die altijd hetzelfde zijn, onafhankelijk van de programmeerstand. In de modus Hoofdmenu zijn de parameters
in groepen verdeeld. Het eerste cijfer van het parameternummer (vanaf links) geeft de parametergroep aan.
Alle parameterinstellingen kunnen via het hoofdmenu worden gewijzigd. De configuratiemodus van de eenheid (Par. 1-00
welke parameters verder beschikbaar zijn voor programmering. Als u bijvoorbeeld Met terugk. selecteert, zijn aanvullende parameters voor een regeling
met terugkoppeling beschikbaar. Als optiekaarten zijn geïnstalleerd, zijn aanvullende parameters voor deze specifieke optie beschikbaar.
Configuratiemodus
) bepaalt
92
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
6.1.9 Parameters selecteren
6 De Low Harmonic Drive programmeren
In de modus Hoofdmenu zijn de parameters in groepen verdeeld. Selec-
teer een parametergroep met behulp van de navigatietoetsen.
De volgende parametergroepen zijn beschikbaar:
Nadat u een parametergroep hebt geselecteerd, kunt u een parameter
selecteren met behulp van de navigatietoetsen.
Het middelste gedeelte van het GLCP-display toont het nummer en de
naam van de parameter, evenals de geselecteerde parameterwaarde.
Groepnr. Parametergroep: 0 Bediening/display 1 Belasting & motor 2 Remmen 3 Ref./Ramp. 4 Begr./waarsch. 5 Digitaal In/Uit 6 Analoog In/Uit 8 Comm. en opties 9 Profibus 10 CAN-veldbus 11 LonWorks 13 Smart Logic 14 Speciale functies 15 Geg. omvormer 16 Data-uitlezingen 18 Data-uitlezingen 2 20 Omvormer met terugkoppeling 21 Uitgebr. met terugk. 22 Toepassingsfuncties 23 Tijdgebonden functies 24 Brandmodus 25 Cascaderegelaar 26 Analoge I/O-optie MCB 109
Tabel 6.3: Parametergroepen
6
Afbeelding 6.10: Displayvoorbeeld
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
93
6
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
6 De Low Harmonic Drive programmeren
handleiding
6.2 Het actieve filter programmeren
De fabrieksinstellingen voor het filterdeel van de Low Harmonic Drive zijn gekozen voor een optimale werking met minimale aanvullende programmering.
Alle CT-waarden, maar ook de frequentie, spanningsniveaus en andere waarden die direct gekoppeld zijn aan de omvormerconfiguratie zijn voorgepro-
grammeerd.
Het wijzigen van andere parameters die de werking van het filter beïnvloeden, wordt afgeraden. Op basis van persoonlijke voorkeuren kunt u echter wel
de gewenste uitlezingen instellen en bepalen welke informatie in de statusregels op het LCP moet worden weergegeven.
Om het filter te configureren, zijn de volgende twee stappen noodzakelijk.
Wijzig de nominale spanning in par. 300-10.
Zorg dat het filter in de automodus staat (druk de [Auto on]-toets op het LCP in)
Overzicht van parametergroepen voor het filterdeel
Groep Titel Functie 0- Bediening/display Parameters die betrekking hebben op de basisfuncties van het filter, de functie van de
5- Digitaal In/Uit Parametergroep voor het configureren van de digitale in- en uitgangen. 8- Comm. en opties Parametergroep voor het configureren van communicatie en opties. 14- Speciale functies Parametergroep voor het configureren van speciale functies. 15- Geg. eenheid Parametergroep met informatie over het filter, zoals bedrijfsgegevens, hardwareconfigu-
16- Data-uitlezingen Parametergroep voor data-uitlezing, bijv. actuele referenties, spanning, regeling, alar-
300- AF-instell. Parametergroep voor het instellen van het actieve filter. Het wordt afgeraden op de in-
301- AF-uitlezing Parameters voor uitlezing van het filter.
LCP-toetsen en de configuratie van het LCP-display.
ratie en softwareversies.
men, waarschuwingen en statuswoorden.
stellingen in deze parametergroep te wijzigen, met uitzondering van par. 300-10
spanning actief filter.
Nom.
Tabel 6.4: Parametergroepen
Een lijst met alle parameters die via het filter-LCP toegankelijk zijn, is te vinden in de sectie
de parameters voor het actieve filter is te vinden in de handleiding
VLT Active Filter AAF 005
6.2.1 De Low Harmonic Drive gebruiken in NPN-modus
De standaardinstelling voor par. 5-00
Low Harmonic Drive te wijzigen. Voordat u de instelling in par. 5-00 wijzigt in
verplaatst naar klem 20 (aarde).
Dig. I/O-modus
is
PNP.
Als de NPN-modus gewenst is, is het noodzakelijk om de bedrading in het filterdeel van de
NPN
moet de kabel die is aangesloten op 24 V (stuurklem 12 of 13) worden
Parameteropties – filter.
, MG.90.Vx.yy.
Een uitgebreidere beschrijving van
94
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
6 De Low Harmonic Drive programmeren
6.3 VLT AQUA Drive – beschrijving van veelgebruikte parameters
6.3.1 Hoofdmenu
Het hoofdmenu bevat alle beschikbare parameters in de VLT® AQUA Drive FC 200 frequentieomvormer.
Alle parameters zijn op een logische wijze gegroepeerd met een groepsnaam die de functie van de parametergroep aangeeft.
Alle parameters staan met naam en nummer vermeld in de sectie
Alle parameters die zijn opgenomen in het snelmenu (Q1, Q2, Q3, Q5 en Q6) zijn hieronder te vinden.
Een aantal van de meest gebruikte parameters voor de VLT
Een uitgebreide toelichting op alle parameters is te vinden in de VLT
www.danfoss.com of kunt bestellen via de Danfoss-vestiging bij u in de buurt.
6.3.2 0-** Bediening/display
Parameters die betrekking hebben op de basisfuncties van de frequentieomvormer, de functie van de LCP-toetsen en de configuratie van het LCP-display.
Parameterlijst
®
AQUA Drive toepassingen worden tevens toegelicht in de volgende sectie.
®
in deze bedieningshandleiding.
AQUA Drive Programmeerhandleiding MG.20.Ox.yy die u kunt downloaden via
6
0-01 Taal
Option: Functie:
Bepaalt welke taal wordt gebruikt op het display.
De frequentieomvormer kan worden geleverd met 4 verschillende taalpakketten. Engels en Duits
zijn opgenomen in alle pakketten. Engels kan niet worden gewist of gewijzigd.
[0] * Engels Opgenomen in taalpakket 1-4
[1] Duits Opgenomen in taalpakket 1-4
[2] Frans Opgenomen in taalpakket 1
[3] Deens Opgenomen in taalpakket 1
[4] Spaans Opgenomen in taalpakket 1
[5] Italiaans Opgenomen in taalpakket 1
[6] Zweeds Opgenomen in taalpakket 1
[7] Nederlands Opgenomen in taalpakket 1
[10] Chinees Taalpakket 2
[20] Fins Opgenomen in taalpakket 1
[22] Engels VS Opgenomen in taalpakket 4
[27] Grieks Opgenomen in taalpakket 4
[28] Portugees Opgenomen in taalpakket 4
[36] Sloveens Opgenomen in taalpakket 3
[39] Koreaans Opgenomen in taalpakket 2
[40] Japans Opgenomen in taalpakket 2
[41] Turks Opgenomen in taalpakket 4
[42] Traditioneel Chinees Opgenomen in taalpakket 2
[43] Bulgaars Opgenomen in taalpakket 3
[44] Servisch Opgenomen in taalpakket 3
[45] Roemeens Opgenomen in taalpakket 3
[46] Hongaars Opgenomen in taalpakket 3
[47] Tsjechisch Opgenomen in taalpakket 3
[48] Pools Opgenomen in taalpakket 4
[49] Russisch Opgenomen in taalpakket 3
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
95
6
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
6 De Low Harmonic Drive programmeren
[50] Thais Opgenomen in taalpakket 2
[51] Bahasa Indonesisch Opgenomen in taalpakket 2
0-20 Displayregel 1.1 klein
Option: Functie:
Selecteer een variabele voor weergave in regel 1, linker positie.
[0] Geen Geen displaywaarde geselecteerd.
[37] Displaytekst 1 Huidige stuurwoord.
[38] Displaytekst 2 Hierin kan een aparte tekstreeks worden geschreven om op het LCP te worden weergegeven of te
worden gelezen via seriële communicatie.
[39] Displaytekst 3 Hierin kan een aparte tekstreeks worden geschreven om op het LCP te worden weergegeven of te
worden gelezen via seriële communicatie.
[89] Uitlezing datum en tijd Geeft de huidige datum en tijd weer.
[953] Profibus waarsch.-wrd Geeft Profibus-communicatiewaarschuwingen weer.
[1005] Uitlez. zend-foutenteller Geef het aantal zendfouten van de CAN-regelaar na de laatste inschakeling weer.
[1006] Uitlez. ontvangst-foutenteller Geef het aantal ontvangstfouten van de CAN-regelaar na de laatste inschakeling weer.
[1007] Uitlez. bus-uit-teller Geef het aantal Bus-uit-gebeurtenissen na de laatste inschakeling weer.
[1013] Waarschuwingspar. Geeft een DeviceNet-specifiek waarschuwingswoord weer. Voor iedere waarschuwing wordt één bit
toegewezen.
[1115] LON-waarsch.wrd Geeft LON-specifieke waarschuwingen weer.
[1117] XIF-revisie Deze parameter geeft het versienummer van het externe interfacebestand van de Neuron C-chip
op de LON-optie.
[1118] LonWorks-revisie Geeft de softwareversie van het toepassingsprogramma van de Neuron C-chip op de LON-optie.
[1500] Bedrijfsuren Geeft het aantal uren dat de frequentieomvormer in bedrijf is geweest.
[1501] Aantal draaiuren Geeft het aantal uren weer dat de motor heeft gedraaid.
[1502] kWh-teller Geeft de vermogensopname van de netvoeding in kWh weer.
[1600] Stuurwoord Geeft het stuurwoord weer dat via de seriële-communicatiepoort als hex-code naar de frequentie-
omvormer wordt verzonden.
[1601] * Referentie [Eenh.] Totale referentie (som van digitaal/analoog/vooraf ingesteld/bus/vasthouden ref./inhalen en ver-
tragen) in de geselecteerde eenheid.
[1602] Referentie % Totale referentie (som van digitaal/analoog/vooraf ingesteld/bus/vasthouden ref./inhalen en ver-
tragen) in procenten.
[1603] Statuswoord Huidige statuswoord.
[1605] Vrnste huid. waarde [%] Een of meer waarschuwingen in hex-code.
[1609] Standaard uitlez. Geef de door de gebruiker gedefinieerde uitlezingen weer zoals ingesteld in par. 0-30, 0-31 en 0-32.
[1610] Vermogen [kW] Huidige door de motor verbruikte vermogen in kW.
[1611] Verm. [pk] Huidige door de motor verbruikte vermogen in pk.
[1612] Motorspanning De spanning die naar de motor wordt gevoerd.
[1613] Motorfrequentie Motorfrequentie, d.w.z. de uitgangsfrequentie van de frequentieomvormer in Hz.
[1614] Motorstroom Fasestroom van de motor, gemeten als effectieve waarde.
[1615] Frequentie [%] Motorfrequentie, d.w.z. de uitgangsfrequentie van de frequentieomvormer in procenten.
[1616] Koppel [Nm] Huidige motorbelasting als een percentage van het nominale motorkoppel.
[1617] Snelh. [RPM] Snelheid in tpm (toeren per minuut), d.w.z. de snelheid van de motoras bij een regeling met te-
rugkoppeling, op basis van de ingevoerde gegevens van het motortypeplaatje, de uitgangsfrequen-
tie en de belasting van de frequentieomvormer.
[1618] Motor therm. Thermische belasting van de motor, berekend via de ETR-functie. Zie ook parametergroep 1-9*
Motortemperatuur.
[1622] Koppel [%] Geeft het geproduceerde actuele koppel weer als een percentage.
[1630] DC-aansluitsp. De spanning in de tussenkring van de frequentieomvormer.
handleiding
96
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
[1632] Remenergie/s Het actuele remvermogen dat naar een externe remweerstand wordt overgebracht.
Weergegeven als momentele waarde.
[1633] Remenergie/2 min. Het remvermogen dat naar een externe remweerstand wordt overgebracht. Het gemiddelde ver-
mogen wordt voortdurend berekend voor de laatste 120 seconden.
[1634] Temp. koellich. De actuele temperatuur van het koellichaam van de frequentieomvormer. De uitschakellimiet is 95
± 5 °C; opnieuw inschakelen vindt plaats bij 70 ± 5 °C.
[1635] Inverter therm. Belastingspercentage van de inverters.
[1636] Inv. nom. stroom Nominale stroom van de frequentieomvormer.
[1637] Inv. max. ingangsstr. De maximale stroom van de frequentieomvormer.
[1638] SL-controllerstatus Status van de gebeurtenis zoals uitgevoerd door de regelaar.
[1639] Temp. stuurkaart. Temperatuur van de stuurkaart.
[1650] Externe referentie Som van de externe referenties als een percentage, d.w.z. de som van analoog/puls/bus.
[1652] Terugk. [Eenh] De signaalwaarde van de ingestelde digitale ingang(en).
[1653] Digi Pot referentie Geeft de bijdrage van de digitale potentiometer aan de terugkoppeling van de actuele referentie
weer.
[1654] Terugk. 1 [Eenh] Geeft de waarde van Terugkoppeling 1 weer. Zie ook par. 20-0*.
[1655] Terugk. 2 [Eenh] Geeft de waarde van Terugkoppeling 2 weer. Zie ook par. 20-0*.
[1656] Terugk. 3 [Eenh] Geeft de waarde van Terugkoppeling 3 weer. Zie ook par. 20-0*.
[1658] PID-uitgang [%] Geeft de uitgangswaarde van de PID-regelaar met terugkoppeling weer als een percentage.
[1659] Aangep. setpoint Geeft het actuele bedrijfssetpoint weer nadat het is aangepast vanwege flowcompensatie. Zie pa-
rameter 22-8*.
[1660] Dig. ingang Geeft de status van de digitale ingangen weer. Signaal laag = 0; signaal hoog = 1.
Zie par. 16-60 voor informatie over de volgorde. Bit 0 is de meest rechtse bit.
[1661] Klem 53 schakelinstell. De instelling van ingangsklem 53. Stroom = 0; spanning = 1.
[1662] Anal. ingang 53 De huidige waarde van ingang 53 als referentie- of beschermingswaarde.
[1663] Klem 54 schakelinstell. De instelling van ingangsklem 54. Stroom = 0; spanning = 1.
[1664] Anal. ingang 54 Huidige waarde van ingang 54 als referentie- of beveiligingswaarde.
[1665] Anal. uitgang 42 [mA] De huidige waarde van uitgang 42 in mA. Gebruik par. 6-50 om de gewenste variabele voor uitgang
42 te selecteren.
[1666] Dig. uitgang [bin] De binaire waarde van alle digitale uitgangen.
[1667] Pulsingang #29 [Hz] Huidige waarde van de toegepaste frequentie van klem 29 als een pulsingang.
[1668] Pulsingang #33 [Hz] Huidige waarde van de toegepaste frequentie van klem 33 als een pulsingang.
[1669] Pulsuitg. nr. 27 [Hz] De huidige waarde van de op klem 27 toegepaste pulsen in de digitale uitgangsmodus.
[1670] Pulsuitg. nr. 29 [Hz] De huidige waarde van de op klem 29 toegepaste pulsen in de digitale uitgangsmodus.
[1671] Relaisuitgang [bin] Geeft de instelling van alle relais weer.
[1672] Teller A Geeft de huidige waarde van teller A weer.
[1673] Teller B Geeft de huidige waarde van teller B weer.
[1675] Anal. ingang X30/11 Huidige waarde van het signaal op ingang X30/11 (optionele Algemene I/O-kaart)
[1676] Anal. ingang X30/12 Huidige waarde van het signaal op ingang X30/12 (optionele Algemene I/O-kaart)
[1677] Anal. uitgang X30/8 [mA] Huidige waarde van uitgang X30/8 (optionele Algemene I/O-kaart). Gebruik par. 6-60 om in te
stellen welke variabele moet worden weergegeven.
[1680] Veldbus CTW 1 Stuurwoord (CTW) afkomstig van de Busmaster.
[1682] Veldbus REF 1 Belangrijkste referentiewaarde verstuurd met stuurwoord vanaf het seriële-communicatienetwerk,
bijv. door GBS, PLC of andere mastercontroller.
[1684] Comm. optie STW Uitgebreid statuswoord voor veldbuscommunicatieoptie.
[1685] FC-poort CTW 1 Stuurwoord (CTW) afkomstig van de Busmaster.
[1686] FC-poort REF 1 Statuswoord (STW) verzonden naar de Busmaster.
[1690] Alarmwoord Een of meer alarmen in hex-code (gebruikt voor seriële communicatie).
[1691] Alarmwoord 2 Een of meer alarmen in hex-code (gebruikt voor seriële communicatie).
6 De Low Harmonic Drive programmeren
6
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
97
6
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
6 De Low Harmonic Drive programmeren
[1692] Waarsch.-wrd Een of meer waarschuwingen in hex-code (gebruikt voor seriële communicatie).
[1693] Waarsch.woord 2 Een of meer waarschuwingen in hex-code (gebruikt voor seriële communicatie).
[1694] Uitgebr. statusw. Een of meer statuscondities in hex-code (gebruikt voor seriële communicatie).
[1695] Uitgebr. statusw. 2 Een of meer statuscondities in hex-code (gebruikt voor seriële communicatie).
[1696] Onderhoudswoord De bits geven de status voor de geprogrammeerde preventief-onderhoudsgebeurtenissen in para-
metergroep 23-1* weer.
[1830] Anal. ingang X42/1 Geeft de waarde weer van het signaal dat is toegepast op klem X42/1 op de Analoge I/O-kaart.
[1831] Anal. ingang X42/3 Geeft de waarde weer van het signaal dat is toegepast op klem X42/3 op de Analoge I/O-kaart.
[1832] Anal. ingang X42/5 Geeft de waarde weer van het signaal dat is toegepast op klem X42/5 op de Analoge I/O-kaart.
[1833] Anal. Uit X42/7 [V] Geeft de waarde weer van het signaal dat is toegepast op klem X42/7 op de Analoge I/O-kaart.
[1834] Anal. Uit X42/9 [V] Geeft de waarde weer van het signaal dat is toegepast op klem X42/9 op de Analoge I/O-kaart.
[1835] Anal. Uit X42/11 [V] Geeft de waarde weer van het signaal dat is toegepast op klem X42/11 op de Analoge I/O-kaart.
[2117] Uitgebr ref 1 [Eenh] De waarde van de referentie voor uitgebreide regelaar met terugkoppeling 1.
[2118] Uitgebr terugk. 1 [Eenh] De waarde van het terugkoppelingssignaal voor uitgebreide regelaar met terugkoppeling 1.
[2119] Uitgebr verm 1 [%] De waarde van het uitgangsvermogen van uitgebreide regelaar met terugkoppeling 1.
[2137] Uitgebr ref 2 [Eenh] De waarde van de referentie voor uitgebreide regelaar met terugkoppeling 2.
[2138] Uitgebr terugk. 2 [Eenh] De waarde van het terugkoppelingssignaal voor uitgebreide regelaar met terugkoppeling 2.
[2139] Uitgebr verm 2 [%] De waarde van het uitgangsvermogen van uitgebreide regelaar met terugkoppeling 2.
[2157] Uitgebr ref 3 [Eenh] De waarde van de referentie voor uitgebreide regelaar met terugkoppeling 3.
[2158] Uitgebr terugk. 3 [Eenh] De waarde van het terugkoppelingssignaal voor uitgebreide regelaar met terugkoppeling 3.
[2159] Uitgebr. uitgang [%] De waarde van het uitgangsvermogen van uitgebreide regelaar met terugkoppeling 3.
[2230] Verm. geen flow Het berekende Geen flow-vermogen voor de actuele bedrijfssnelheid.
[2580] Cascadestatus Status voor de werking van de cascaderegelaar.
[2581] Pompstatus Status voor de werking van elke pomp die wordt bestuurd door de cascaderegelaar.
[2791] Cascadereferentie Referentie-uitgang voor volger-omvormers
[2792] % van totale capaciteit Uitleesparameter die het systeemwerkpunt weergeeft als een percentage van de totale systeem-
capaciteit.
[2793] Status cascadeoptie Uitleesparameter die de status van het cascadesysteem aangeeft.
handleiding
0-21 Displayregel 1.2 klein
Option: Functie:
Selecteer een variabele voor weergave in regel 1, middelste positie.
[1662] * Anal. ingang 53 De opties zijn dezelfde als beschreven voor par. 0-20
0-22 Displayregel 1.3 klein
Option: Functie:
Selecteer een variabele voor weergave in regel 1, rechter positie.
[1614] * Motorstroom De opties zijn dezelfde als beschreven voor par. 0-20
0-23 Displayregel 2 groot
Option: Functie:
Selecteer een variabele voor weergave in regel 2.
[1615] * Frequentie De opties zijn dezelfde als beschreven voor par. 0-20
0-24 Displayregel 3 groot
Option: Functie:
[1652] * Terugk. [Eenh] De opties zijn dezelfde als beschreven voor par. 0-20
Selecteer een variabele voor weergave in regel 2.
Displayregel 1.1 klein
Displayregel 1.1 klein
Displayregel 1.1 klein
Displayregel 1.1 klein
.
.
.
.
98
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings­handleiding
0-37 Displaytekst 1
Range: Functie:
0* [0 - 0 ] In deze parameter kan een aparte tekstreeks worden geschreven om op het LCP te worden weer-
gegeven of te worden gelezen via seriële communicatie. Om de tekst permanent weer te geven,
selecteert u
Par. 0-22
Gebruik de toetsen
de cursor te verplaatsen. Als een teken is gemarkeerd, kan deze worden gewijzigd. Gebruik de
toetsen
de cursor tussen twee tekens te plaatsen en op
0-38 Displaytekst 2
Range: Functie:
0* [0 - 0 ] In deze parameter kan een aparte tekstreeks worden geschreven om op het LCP te worden weer-
gegeven of te worden gelezen via seriële communicatie. Om de tekst permanent weer te geven,
selecteert u
Par. 0-22
Gebruik de toetsen
de cursor te verplaatsen. Als een teken is gemarkeerd door de cursor kan dit teken worden gewij-
zigd. Een teken kan worden tussengevoegd door de cursor tussen twee tekens te plaatsen en op
of ▼ te drukken.
Displaytekst 1
Displayregel 1.3 klein
en ▼ op het LCP om een teken te wijzigen. Een teken kan worden tussengevoegd door
Displaytekst 2
Displayregel 1.3 klein
in Par. 0-20
, Par. 0-23
en ▼ op het LCP om een teken te wijzigen. Gebruik de toetsen ◀ en ▶ om
in Par. 0-20
, Par. 0-23
en ▼ op het LCP om een teken te wijzigen. Gebruik de toetsen ◀ en ▶ om
6 De Low Harmonic Drive programmeren
Displayregel 1.1 klein
Displayregel 2 groot
of ▼ te drukken.
Displayregel 1.1 klein
Displayregel 2 groot
, Par. 0-21
of Par. 0-24
, Par. 0-21
of Par. 0-24
Displayregel 1.2 klein
Displayregel 3 groot
Displayregel 1.2 klein
Displayregel 3 groot
,
.
,
.
6
0-39 Displaytekst 3
Range: Functie:
0* [0 - 0 ] In deze parameter kan een aparte tekstreeks worden geschreven om op het LCP te worden weer-
gegeven of te worden gelezen via seriële communicatie. Om de tekst permanent weer te geven,
selecteert u
Par. 0-22
Gebruik de toetsen
de cursor te verplaatsen. Als een teken is gemarkeerd door de cursor kan dit teken worden gewij-
zigd. Een teken kan worden tussengevoegd door de cursor tussen twee tekens te plaatsen en op
of ▼ te drukken.
Displaytekst 3
Displayregel 1.3 klein
in Par. 0-20
en ▼ op het LCP om een teken te wijzigen. Gebruik de toetsen ◀ en ▶ om
, Par. 0-23
Displayregel 1.1 klein
Displayregel 2 groot
,Par. 0-21
of Par. 0-24
Displayregel 1.2 klein
Displayregel 3 groot
0-70 Datum & tijd instellen
Range: Functie:
2000-01-01
00:00 –
2099-12-01
23:59 *
[2000-01-01 00:00] Stelt de datum en tijd van de interne klok in. De te gebruiken indeling wordt ingesteld in par. 0-71
en 0-72.
NB!
Deze parameter geeft niet de actuele tijd weer. Deze kan worden uitgelezen via
par. 0-89. De klok zal pas met tellen beginnen wanneer een standaardinstelling
is gewijzigd.
0-71 Datumindeling
Option: Functie:
[0] * JJJJ-MM-DD Stelt de datumindeling in die in het LCP wordt gebruikt.
[1] DD-MM-JJJJ Stelt de datumindeling in die in het LCP wordt gebruikt.
[2] MM/DD/JJJJ Stelt de datumindeling in die in het LCP wordt gebruikt.
,
.
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
99
6
6 De Low Harmonic Drive programmeren
0-72 Tijdsindeling
Option: Functie:
Stelt de tijdsindeling in die in het LCP wordt gebruikt.
[0] * 24 u
[1] 12 u
0-74 DST/zomertijd
Option: Functie:
Selecteer hoe er moet worden omgegaan met Daylight Saving Time/zomertijd. Voor een handmatige
DST/zomertijd programmeert u de begin- en einddatum in Par. 0-76
Par. 0-77
[0] * Uit
[2] Handm
0-76 DST/zomertijd start
Range: Functie:
0 NVT* [0-0 NVT]
Afhankelijk
van de toe-
passing*
[Afhankelijk van de toepassing] Stelt de datum en tijd in waarop de zomertijd ingaat. De datum wordt ingesteld in de indeling die
is geselecteerd in Par. 0-71
DST/zomertijd einde
Datumindeling
VLT AQUA Low Harmonic Drive Bedienings-
handleiding
DST/zomertijd start
.
.
en
0-77 DST/zomertijd einde
Range: Functie:
[0 NVT] * 0-0 NVT
Afhankelijk
van de toe-
passing*
[Afhankelijk van de toepassing] Stelt de datum en tijd in waarop de zomertijd eindigt. De datum wordt ingesteld in de indeling die
is geselecteerd in Par. 0-71
Datumindeling
.
6.3.3 Alg. instellingen, 1-0*
Stel in of de frequentieomvormer met of zonder terugkoppeling moet werken.
1-00 Configuratiemodus
Option: Functie:
[0] * Geen terugk. De motorsnelheid wordt bepaald door toepassing van een snelheidsreferentie of door de gewenste
motorsnelheid in te stellen in de handmodus.
Geen terugk. wordt ook gebruikt als de frequentieomvormer deel uitmaakt van een systeem met
terugkoppeling op basis van een externe PID-regelaar die een snelheidsreferentiesignaal als uitgang
geeft.
[3] Met terugk. De motorsnelheid wordt bepaald door een referentie van de ingebouwde PID-regelaar waardoor de
motorsnelheid variabel is als onderdeel van een regelproces met terugkoppeling (bijv. constante
druk of flow). De PID-regelaar moet worden geconfigureerd via parametergroep 20-** of via de
menuoptie
Functiesetups
na het indrukken van de [Quick Menu]-toets.
100
NB!
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
MG.20.T1.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Loading...