Danfoss vacon nxl User guide [nl]

vacon nxl
®
ac-frequentieregelaars
gebruikershandleiding
TENMINSTE DE 11 VOLGENDE STAPPEN VAN DE WORDEN UITGEVOERD TIJDENS DE INSTALLATIE EN INBEDRIJFNAME.
AARZEL NIET OM BIJ PROBLEMEN CONTACT OP TE NEMEN MET UW LEVERANCIER.
Verkorte opstarthandleiding
1. Controleer of de levering overeenkomt met uw bestelling, zie hoofdstuk 3.
2. Lees aandachtig de veiligheidsinstructies in hoofstuk 1 voor aanvang van de inbedrijfname.
3. Controleer voor de installatie de benodigde minimale vrije ruimte en de omgevingscondities rondom de regelaar, zie hoofdstuk 5.
4. Controleer de kabeldiameter van motor- en voedingskabels en de kabelaansluitingen en zorg voor de juiste smeltveiligheden, zie hoofdstuk 6.
5. Volg de installatievoorschriften van hoofdstuk 5.
6. Controleer de kabeldiameter, galvanische scheidingen en aardingen van de besturingsaansluitingen, zie hoofdstuk 6.1.1.
7. Instructies voor het gebruik van het bedieningspaneel, zie hoofdstuk 7.
8. Alle parameters zijn vooringesteld volgens de fabrieksstandaardwaarde. Voor een correcte werking van de frequentieregelaar moet u controleren of op de typeplaat onderstaande waarden en de bijbehorende parameters uit parametergroep G2.1 vermeld zijn. Zie hoofdstuk 8.3.2
nominale motorspanning, par. 2.1.6 nominale motorfrequentie, par. 2.1.7 nominale motortoerental, par. 2.1.8 nominale motorstroom, par. 2.1.9 motor cos, par. 2.1.10
Alle parameters worden beschreven in de Multicontrole Gebruikshandleiding.
9. Voer de inbedrijfname uit volgens de instructies van hoofdstuk 8.
10. De Vacon NXL-regelaar is nu klaar voor gebruik.
11. Aan het einde van deze handleiding vindt u een instructie voor de vooringestelde I/O, het bedieningspaneelmenu, monitorwaarden, foutuitlezingen en basisparameters.
Vacon is niet aansprakelijk voor het gebruik van de frequentieregelaars tegen de instructies van de handleiding in.
VERKORTE OPSTARTHANDLEIDING
MOETEN
INHOUD
VACON NXL GEBRUIKERSHANDLEIDING
INDEX
1 VEILIGHEID
2 EU-RICHTLIJN
3 CONTROLEREN BIJ ONTVANGST
4 TECHNISCHE GEGEVENS
5 INSTALLATIE
6 BEKABELING EN AANSLUITINGEN
7 BEDIENINGSPANEEL
8 INBEDRIJFNAME
9 FOUTZOEKEN
10 BESCHRIJVING KAART OPT-AA
11 BESCHRIJVING KAART OPT-AI
VACON MULTICONTROLE GEBRUIKSHANDLEIDING
VEILIGHEID vacon • 3
OVER DE VACON NXL GEBRUIKERSHANDLEIDING EN DE MULTICONTROLE GEBRUIKSHANDLEIDING
Gefeliciteerd met uw keuze voor "Smooth Control" van de Vacon NXL-frequentieregelaar !
De gebruikershandleiding voorziet u van de nodige instructies over de installatie, inbedrijfname en bediening van de Vacon NXL-frequentieregelaar. Wij adviseren u deze instructies nauwkeurig te lezen voordat de regelaar voor het eerst op spanning wordt gezet.
In de Multicontrole Gebruikshandleiding vindt u informatie over de applicatie die wordt gebruikt in de Vacon NXL-frequentieregelaar.
De handleidingen zijn beschikbaar als gedrukte versie, maar ook in digitale vorm. Indien mogelijk bevelen wij het gebruik van de digitale versie aan, want dit heeft de volgende voordelen:
De digitale handleiding heeft diverse verbindingen en verwijzingen naar de andere delen van de handleiding, waardoor de lezer eenvoudiger en sneller verwante onderwerpen kan vinden.
De handleiding bevat ook zogenaamde hyperlinks voor de verbinding met internetpagina's. Om deze internetpagina's te kunnen bezoeken, moet uw pc wel aangesloten zijn op internet.
OPMERKING: passen. Open de handleiding uitsluitend als
het is niet mogelijk deze digitale Microsoft Word-versie van de handleiding aan te
"read-only"
-versie.
Alle informatie, inclusief specificaties, kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
1
4 • vacon VEILIGHEID
Vacon NXL Gebruikerhandleiding
Index Document code: DPD01458A
Date: 14.03.2014
1. VEILIGHEID ........................................................................................................................ 7
1.1 Waarschuwingen ........................................................................................................................ 7
1.2 Veiligheidsinstructies ................................................................................................................. 7
1.3 Aarding en aardfoutbeveiliging ..................................................................................................8
1.4 Voor het starten van de motor.................................................................................................... 9
2. EU RICHTLIJN.................................................................................................................. 10
2.1 CE-markering ........................................................................................................................... 10
2.2 EMC-richtlijn............................................................................................................................. 10
2.2.1 Algemeen...........................................................................................................................10
2.2.2 Technische uitgangspunten ..............................................................................................10
2.2.3 Omgevingen zoals gedefinieerd in productnorm EN 61800-3:2004+A1:2012.................10
2.2.4 EMC-classificatie van Vacon-frequentieregelaars ..........................................................10
2.2.5 Verklaring van overeenstemming van de fabrikant .........................................................11
3. CONTROLE BIJ ONTVANGST ............................................................................................ 13
3.1 Type codering............................................................................................................................ 13
3.2 Opslag ....................................................................................................................................... 14
3.3 Onderhoud......................................................................................................................
3.4 Garantie..................................................................................................................................... 15
4. TECHNISCHE GEGEVENS ................................................................................................. 16
4.1 Introductie................................................................................................................................. 16
4.2 Vermogens gegevens ............................................................................................................... 18
4.2.1 Vacon NXL – Voedingsspanning 208—240 V.....................................................................18
4.2.2 Vacon NXL - Voedingsspanning 380—500 V ....................................................................18
4.3 Technische gegevens................................................................................................................ 19
5. INSTALLATIE.................................................................................................................... 21
5.1 Montage..................................................................................................................................... 21
5.1.1 MF2 en MF3 .......................................................................................................................21
5.1.2 MF4 – MF6..........................................................................................................................24
5.2 Koeling ...................................................................................................................................... 25
5.3 Aanpassen EMC klasse H naar T ............................................................................................. 26
6. BEKABELING EN AANSLUITINGEN.................................................................................. 27
6.1 Vermogensaansluitingen..........................................................................................................27
6.1.1 Bekabeling .........................................................................................................................28
6.1.1.1 Kabels en zekeringen................................................................................................29
6.1.2 Kabelaccessoires monteren .............................................................................................30
6.1.3 Installatie instructies.........................................................................................................32
6.1.2.1. Striplengte van isolatie van de motor- en voedingskabels......................................33
6.1.2.2 Installatie van kabels aan de Vacon NXL..................................................................34
De installatie van een extern RFI filter .........................................................................................35
6.1.4 Kabelinstallatie en de UL standaards...............................................................................42
6.1.5 Kabel en motor isolatiemetingen......................................................................................42
6.2 Besturingsmodule .................................................................................................................... 43
........... 15
1
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
VEILIGHEID vacon • 5
6.2.1 MF2 en MF3 .......................................................................................................................43
6.2.2 MF4 – MF6..........................................................................................................................43
6.2.1.1 Toegestane optiekaarten in MF4 – MF6: ..................................................................43
6.2.2 Besturingsaansluitingen ...................................................................................................44
6.2.3 Besturingaansluiting .........................................................................................................45
6.2.4 Besturingsaansluitingen en signalen ..............................................................................46
6.2.3.1 Jumper selecties op de Vacon NXL basiskaart ........................................................47
6.2.5 Motor thermistor (PTC) connection ..................................................................................50
7. BEDIENINGSPANEEL ....................................................................................................... 51
7.1 Indicaties op het Bedieningspaneel ......................................................................................... 51
7.1.1 Statusindicatoren van de frequentieregelaar...................................................................51
7.1.2 Bedieningsplaats indicaties ..............................................................................................52
7.1.3 Numerieke indicaties ........................................................................................................52
7.2 Bedieningspaneel drukknoppen .............................................................................................. 53
7.2.1 Drukknoppen beschrijving ................................................................................................53
7.3 De wizard Opstarten ................................................................................................................. 54
7.4 Bediening van het paneel .......................................................................................................
7.4.1 Monitor menu (M1) ............................................................................................................58
7.4.2 Parameter menu (P2)........................................................................................................60
7.4.3 Bedieningspaneel menu (K3) ............................................................................................62
7.4.3.1. Selectie van bedieningsplaats ..................................................................................62
Paneel referentie.......................................................................................................................63
7.4.3.2. Paneel draairichting ..................................................................................................63
7.4.3.3. Stop drukknop activeren ...........................................................................................63
7.4.4 Actieve fouten menu (F4)...................................................................................................64
7.4.4.1. Fouttypen ...................................................................................................................64
7.4.4.2. Foutcodes ..................................................................................................................65
7.4.5 Fout geschiedenis menu (H5)............................................................................................68
7.4.6 Systeem menu (S6)............................................................................................................69
7.4.6.1 Parameters kopieeren ..............................................................................................71
7.4.6.2 Veiligheid (paswoord) ...............................................................................................71
7.4.6.3 Paneelinstellingen.....................................................................................................72
7.4.6.4 Hardware instellingen...............................................................................................73
7.4.6.5 Systeem informatie ...................................................................................................74
7.4.6.6 AI uitvoering (modus) ...............................................................................................77
7.4.7 Modbus-interface ..............................................................................................................78
7.4.7.1 Modbus RTU-protocol ...............................................................................................78
7.4.7.2 Eindweerstand...........................................................................................................79
7.4.7.3 Modbus-adresgebied ................................................................................................79
7.4.7.4 Modbus-procesgegevens ..........................................................................................79
7.4.7.5 Veldbus parameters..................................................................................................81
7.4.8 Uitbreidingskaart menu (E7).............................................................................................82
7.5 Verdere bedieningsfuncties......................................................................................................82
.. 55
8. INBEDRIJFNAME ............................................................................................................. 83
8.1 Veiligheid................................................................................................................................... 83
8.2 Inbedrijfname van de frequentieregelaar................................................................................ 83
8.3 Basis parameters ..................................................................................................................... 86
8.3.1 Uitlezingen (bedien paneel: menu M1) .............................................................................86
8.3.2 Basis parameters (bediening paneel: Menu P2 P2.1) .................................................87
9. FOUTZOEKEN................................................................................................................... 89
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
1
6 • vacon VEILIGHEID
10. BESCHRIJVING VAN uitbreidingskaart OPT-AA ............................................................... 92
11. BESCHRIJVING VAN OPTIEKAART OPT-AI ....................................................................... 93
1
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
VEILIGHEID vacon • 7
1. VEILIGHEID
ALLEEN BEVOEGD PERSONEEL WORDT GEACHT DE
ELEKTRISCHE INSTALLATIE UIT TE VOEREN
1.1 Waarschuwingen
WARNING
HOT SURFACE
De componenten van de voedingseenheid van de frequentieregelaar
1
staan onder spanning als de Vacon NXL is aangesloten op het net. Aanraking van deze spanning is levensgevaarlijk en kan ernstige verwondingen veroorzaken.
De motorklemmen U, V, W (T1, T2, T3) en de DC-rail/remweerstands-
2
klemmen –/+ (in Vacon NXL 1,1 kW) staan onder spanning als Vacon NXL is aangesloten op het net, ook al draait de motor niet.
De I/O-besturingsaansluitingen zijn gescheiden van het netwerkpoten-
3
tiaal. Echter, de relaisuitgangen en andere I/O-aansluitingen kunnen een gevaarlijke externe spanning hebben, ook al is de Vacon NXL afgesloten van het voedende netwerk.
De aardlekstroom van de Vacon NXL is groter dan 3,5 mA AC. Volgens
4
de norm EN 61800-5-1 moet worden gezorgd voor verzwaarde veiligheidsaarding
Als de frequentieregelaar een onderdeel van een machine is, is de
5
machinefabrikant verantwoordelijk voor de plaatsing van een machinehoofdschakelaar (EN 60204-1).
Alleen door Vacon geleverde reserveonderdelen kunnen worden gebruikt.
6
Het koellichaam van de typen MF2 en MF3 kunnen heet worden als de
7
regelaar in bedrijf is. Aanraken van het koellichaam kan brandwonden veroorzaken.
. Zie hoofdstuk 1.3.
1.2 Veiligheidsinstructies
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
De Vacon NXL-frequentieregelaar is alleen geschikt voor vast
1
gemonteerde, niet-mobiele installaties. Verricht geen metingen als de frequentieregelaar op de netspanning is
2
aangesloten. Wacht nadat u de frequentieregelaar van de netspanning heeft
3
losgekoppeld totdat de ventilator stopt en/of de indicatie op het bedieningspaneel uitgaat. Wacht 5 minuten voordat u enig werk aan de aansluitingen van de Vacon NXL verricht.
Voer geen isolatiemetingen aan de Vacon NXL uit. Er is een speciale
4
procedure voor het uitvoeren van dergelijke testen. Het niet volgen van deze procedure kan een beschadigd product tot gevolg hebben.
Voordat (isolatie)metingen aan de motor of motorkabels worden uitge-
5
voerd, dienen de motorkabels losgemaakt te worden van de regelaar. Raak de IC-circuits op de besturingprintkaarten niet aan. Statische
6
spanning kan de componenten beschadigen.
1
8 • vacon VEILIGHEID
1.3 Aarding en aardfoutbeveiliging
De Vacon NXL-frequentieregelaar dient altijd geaard te worden aan de aardingsaansluitklem
De aardlekstroom van de Vacon NX is groter dan 3,5 mA AC. Volgens de norm EN 61800-5-1 moet het daarbij behorende veiligheidscircuit aan een of meer van de volgende voorwaarden voldoen:
a. De veiligheidsgeleider dient over de volledige lengte een doorsnede te hebben van minstens
10 mm
b. In het geval dat de veiligheidsgeleider een doorsnede heeft van minder dan 10 mm
2
Cu of 16 mm2 Al.
2
Cu of 16 mm2 Al, dient een tweede veiligheidsgeleider te worden gebruikt van minstens dezelfde doorsnede, zodat de totale doorsnede van de geleider alsnog voldoet aan de minimaal vereiste omvang van 10 mm
2
Cu of 16 mm2 Al.
c. Automatische onderbreking van de stroomtoevoer in het geval van continuïteitsverlies in de
veiligheidsgeleider. Zie hoofdstuk 6.
Voor de doorsnede van elke veiligheidsgeleider die geen onderdeel uitmaakt van de voedingskabel of kabelbehuizing, gelden de volgende minimumeisen:
- 2,5 mm
- 4 mm
2
als mechanische bescherming aanwezig is, of
2
als geen mechanische bescherming wordt geboden.
De aardfoutbeveiliging van de frequentieregelaar beschermt alleen de regelaar zelf tegen aardfouten in de motor en de motorkabel. Deze is niet bedoeld als persoonlijke veiligheidsvoorziening.
Vanwege de grote capacitieve stromen in de frequentieregelaar werken aardlekschakelaars mogelijk niet correct.
1
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
VEILIGHEID vacon • 9
1.4 Voor het starten van de motor
Waarschuwingssymbolen
Voor uw eigen veiligheid, gelieve extra aandacht te besteden aan de instructies met de volgende symbolen:
=
WARNING
HOT SURFACE
CONTROLELIJST voor het starten van de motor
=
Gevaarlijke spanning
Algemene waarschuwing
=
Heet oppervlak – risico van brandwonden
Controleer voordat de motor gestart wordt of deze juist is gemonteerd
1
en controleer of de machine die op de motor is aangesloten het starten van de motor toestaat.
Stel het maximale motortoerental (frequentie) in volgens de gegevens
2
van de motor en de daarop aangesloten machine.
WARNING
Controleer voordat de draairichting van de motoras wordt omgekeerd
3
of dit is toegestaan. Controleer of er geen cos phi-compensatiecondensatoren zijn
4
aangesloten op het netwerk. Controleer of er geen spanning op de motorklemmen aanwezig is
5
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
1
10 • vacon EU-RICHTLIJN
2. EU RICHTLIJN
2.1 CE-markering
De CE-markering op het product garandeert het vrije verkeer van het product binnen de EG (Europese Gemeenschap). Het garandeert ook dat het product voldoet aan de verschillende geldende eisen (zoals de EMC-richtlijn en mogelijk andere eisen)
Vacon NXL-frequentieregelaars dragen het CE-merkteken als bewijs dat zijn voldoen aan de richtlijnen Low Voltage Directive (LVD) en Electro Magnetic Compatibility (EMC). De firma SGS FIMKO heeft hierbij gefungeerd als de Competent Body (bevoegde keuringsinstantie).
2.2 EMC-richtlijn
2.2.1
Algemeen
De EMC-richtlijn beoogt dat elektrische apparaten geen buitengewone storingen mogen veroorzaken in de omgeving waarin ze gebruikt worden en aan de andere kant een voldoende immuniteit hebben voor storingen van andere apparaten vanuit diezelfde omgeving.
Het Technische Constructie Dossier (TCF) van de Vacon NXL-frequentieregelaars is gecontroleerd en goedgekeurd door SGS FIMKO als Competent Body (bevoegde instantie).
2.2.2
Technische uitgangspunten
Conformiteit met de EMC-richtlijn is een belangrijk technisch uitgangspunt geweest bij het ontwerp van de Vacon NXL. Vacon NXL-frequentieregelaars worden wereldwijd toegepast, waardoor ook de EMC-eisen verschillen. Alle Vacon NXL-frequentieregalaars voldoen aan de strengste EMC­immuniteitsnormen.
2.2.3
Omgevingen zoals gedefinieerd in productnorm EN 61800-3:2004+A1:2012
Eerste omgeving: omgevingen inclusief gebouwen die direct, zonder tussenliggende transformators, zijn aangesloten op een laagspanningsnet dat voor bewoning bedoelde gebouwen van stroom voorziet.
Opmerking: voorbeelden van locaties die als eerste omgeving gelden, zijn huizen en appartementen of winkels en kantoren in een voor bewoning bedoeld gebouw.
Tweede omgeving: alle omgevingen en locaties die niet direct zijn aangesloten op een laagspanningsnet dat voor bewoning bedoelde gebouwen van stroom voorziet.
Opmerking: voorbeelden van locaties die als tweede omgeving gelden, zijn industrieterreinen en de technische afdelingen van gebouwen die door eigen transformators van stroom worden voorzien.
2.2.4
EMC-classificatie van Vacon-frequentieregelaars
Vacon NX-frequentieregelaars zijn ingedeeld in vijf EMC-klassen op basis van emissieniveaus, de eisen die aan het voedingsnetwerk worden gesteld en de installatieomgeving. De EMC-klasse van elk product is aangegeven in de typecodering. Verderop in deze handleiding wordt onderscheid gemaakt op basis van mechanisch formaat (MF2, MF3 enz.). De technische gegevens van de verschillende formaten vindt u in hoofdstuk 4.3
2
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
EU-RICHTLIJN vacon 11
Vacon EMC-klasse C (MF4 tot en met MF6): Frequentieregelaars in deze klasse voldoen aan de eisen voor categorie C1 in de norm EN 61800­3:2004+A1:2012 voor productfamilies. Klasse C1 staat voor de beste EMC-eigenschappen en omvat regelaars waarvan het nominale voltage lager is dan 1000 V en die bedoeld zijn voor gebruik in de eerste omgeving.
Vacon EMC-klasse H: Vacon NXL-modellen MF4 – MF6 worden vanaf de fabriek geleverd als klasse-H-producten met
intern RFI-filter. Bij klasse MF2 en MF3 is het filter leverbaar als optie. Vacon NXL­frequentieregelaars die zijn voorzien van een RFI-filter, voldoen aan de eisen voor categorie C2 in de norm EN 61800-3:2004+A1:2012 voor productfamilies. Onder categorie C2 vallen regelaars in vaste installaties waarvan het nominale voltage lager is dan 1000 V. Klasse-H-frequentieregelaars kunnen zowel in de 1e als in de 2e omgeving worden gebruikt. Opmerking: als klasse-H­frequentieregelaars worden gebruikt in de eerste omgeving, mogen ze alleen door een professionele installateur worden geïnstalleerd en in bedrijf worden gesteld.
Vacon EMC-klasse L Frequentieregelaars in deze klasse voldoen aan de eisen voor categorie C3 in de productnorm
EN 61800-3:2004+A1:2012. Onder klasse C3 vallen regelaars waarvan het nominale voltage lager is dan 1000V en die uitsluitend bedoeld zijn voor gebruik in de tweede omgeving.
Vacon EMC-klasse T: Frequentieregelaars in deze klasse voldoen aan de eisen voor gebruik in IT-systemen in norm
EN 61800-3:2004+A1:2012 voor productfamilies. In IT-systemen zijn de netwerken namelijk geïsoleerd van de aarding of alleen met aarde verbonden via een hoge impedantie om op die manier een kleine aardlekstroom te bewerkstelligen. Opmerking: als deze regelaars in combinatie met andere voedingen worden toegepast, voldoen ze niet aan de betreffende EMC-voorschriften.
Vacon EMC-klasse N: Frequentieregelaars in deze klasse bieden geen EMC-bescherming en zijn bedoeld voor montage in
kasten. Vacon NXL-modellen MF2 en MF3 worden vanaf de fabriek als klasse-N-product zonder extern RFI-filter geleverd.
Alle Vacon NX-frequentieregelaars voldoen aan de strengste EMC-immuniteitsvoorschriften volgens norm EN 61800-3:2004+A1:2012 voor productfamilies.
Waarschuwing! In een huiselijke omgeving kan dit product radiostoring veroorzaken. In dat geval kunnen aanvullende maatregelen vereist zijn.
Opmerking: raadpleeg de instructies in hoofdstuk 5.3 voor het aanpassen van de EMC­beschermingsklasse van uw Vacon NXL-frequentieregelaar van klasse H of L naar klasse T.
2.2.5
Verklaring van overeenstemming van de fabrikant
De volgende pagina toont een fotokopie van de verklaring van overeenstemming van de fabrikant. Hierin verklaart deze dat Vacon-frequentieregelaars voldoen aan de EMC-richtlijnen.
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
2
12 • vacon EU-RICHTLIJN
EU DECLARATION OF CONFORMITY
We
Manufacturer's name: Vacon Oyj
Manufacturer's address: P.O.Box 25 Runsorintie 7 FIN-65381 Vaasa Finland
hereby declare that the product
Product name: Vacon NXL Frequency Converter
Model designation: Vacon NXL 0001 5…to 0061 5… Vacon NXL 0002 2...to 0006 2
has been designed and manufactured in accordance with the following standards:
Safety:
EMC:
and conforms to the relevant safety provisions of the Low Voltage Directive (73/23/EEC) as amended by the Directive (93/68/EEC) and EMC Directive 89/336/EEC 92/31/EEC.
It is ensured through internal measures and quality control that the product conforms at all times to the requirements of the current Directive and the relevant standards.
In Vaasa, 24th of January, 2014 Vesa Laisi President
The year the CE marking was affixed: 2002
EN 61800-5-1:2007
EN 61800-3:2004+A1:2012
as amended by
2
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
CONTROLE BIJ ONTVANGST vacon • 13
3. CONTROLE BIJ ONTVANGST
Vacon NXL-frequentieregelaars hebben uitgebreide tests en kwaliteitscontroles ondergaan in de fabriek voordat ze afgeleverd worden aan de klant. Na het uitpakken van het product dient men echter altijd te controleren of geen transportschade is ontstaan en of de levering volledig is. (zie typecodering, figuur 3-1) Indien de levering niet klopt met de bestelling, neem direct contact op met uw leverancier.
Als de regelaar is beschadigd gedurende het transport, moet u altijd eerst direct contact opnemen met uw transportverzekering of transporteur.
3.1 Type codering
C1N1SSS 00
NXL 0004
5
Af fabriek geïnstalleerde I/O-kaarten en uitbreidingen:
00 = Geen kaart AA = OPT-AA-kaart AI = OPT-AI-kaart C3 = Profibus-kaart
Hardwareaanpassingen: voeding/montage/kaarten
SSS = Standaard SDS = DIN-railmontage
Figuur 3-1. Vacon NXL type codering, MF2-MF3
Remchopper
0 = Geen remchopper 1 = Interne remchopper
EMC-emissieniveau:
H = Met RFI-filter N = Geen EMC-bescherming
Behuizingsclassificatie:
1 = IP20
Bedieningspaneel:
B = Geen bedieningspaneel C = Standaardbedieningspaneel met zeven segmenten
Nominale netspanning:
2 = 208–240 Vac, 5 = 380–500 Vac
Nominale stroom (lage overbelasting)
Maximale continue stroom van de eenheid bij 40 graden bijv. 0007 = 7 ampère
Productreeks: NXL = NX Light
nxlk2A.fh8
11553_nl
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
3
14 • vacon CONTROLE BIJ ONTVANGST
0004NXL
AA00SSS15T2C
Slot E: Af fabriek geïnstalleerde I/O-kaarten, veldbuskaarten en uitbreidingen:
00 = Geen kaart, AA = OPT-AA I/O-uitbreidingskaart AI = OPT-AI I/O-uitbreidingskaart, bijv. C3 = Profibus-kaart
Slot D: Af fabriek geïnstalleerde veldbuskaarten:
00 = Geen kaart, bijv.: CI = Modbus/TCP-kaart C3 = Profibus-kaart
Hardwareaanpassingen: voeding/montage/kaarten
SSS = Standaard SVS = Gelakte printplaten
Remchopper
1 = Interne remchopper
EMC-emissieniveau:
C = Voldoet aan norm EN 61800-3+A11, 1e omgeving (zonder beperkingen) H = Met RFI-filter T = Voor IT-netwerken
Behuizingsclassificatie:
2 = IP21 5 = IP54
Bedieningspaneel:
B = Geen bedieningspaneel C = Standaardbedieningspaneel met zeven segmenten
Nominale netspanning:
2 = 208–240 Vac, 5 = 380–500 Vac
Nominale stroom (lage overbelasting)
Maximale continue stroom van de eenheid bij 40 graden bijv. 0007 = 7 ampère
Productreeks: NXL = NX Light
Figuur 3-2. Vacon NXL type codering, MF4 – MF6
nxlk2.fh8
11554_nl
3.2 Opslag
Controleer als de frequentieregelaar voor gebruik wordt opgeslagen of voldaan wordt aan de volgende voorwaarden van de opslagruimte:
Opslagtemperatuur –40…+70°C Relatieve vochtigheid <95%, geen condensatie
3
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
CONTROLE BIJ ONTVANGST vacon • 15
3.3 Onderhoud
Onder normale condities is de Vacon NXL-frequentieregelaar onderhoudsvrij. Wij raden u echter aan om het koellichaam schoon te maken wanneer dat nodig is (bijvoorbeeld met een kleine borstel).
Vacon NXL-frequentieregelaars van 2,2 kW en hoger zijn uitgerust met een koelventilator die indien nodig eenvoudig vervangen kan worden.
3.4 Garantie
Alleen fabricagefouten worden gedekt door de garantie. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade ontstaan tijdens of na transport, aflevering of montage/uitpakken. De fabrikant zal in geen geval of onder geen omstandigheid aansprakelijk zijn voor schade en fouten ten gevolge van misbruik, foute installatie, opslag, onacceptabele temperaturen, schadelijke gassen of dampen, omgevingscondities, trillingen of elk gebruik anders dan de specificaties toelaten. De fabrikant is nooit aansprakelijk voor gevolgschade.
De garantietermijn is 18 maanden na levering vanaf de fabriek of 12 maanden na inbedrijfstelling, afhankelijk van welke termijn het eerst verloopt. (Algemene Voorwaarden NL 92 / Orgalime S92).
De (onder)leverancier kan een afwijkende garantietermijn bepalen die gespecificeerd moet zijn in de verkoopvoorwaarden of algemene voorwaarden. Vacon aanvaardt geen aansprakelijkheid anders dan de opgegeven garanties hierboven.
In alle gevallen van garantie moet u altijd eerst contact opnemen met uw directe leverancier.
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
3
16 • vacon TECHNISCHE GEGEVENS
4. TECHNISCHE GEGEVENS
4.1 Introductie
De Vacon NXL is een compacte frequentieregelaar met een uitgangsvermogenbereik van 250 W tot 30 kW.
De motor- en applicatiebesturing is gebaseerd op microprocessorsoftware. De microprocessor bestuurt de motor op basis van de informatie die wordt ontvangen via metingen, parameterinstellingen, de besturings-I/O en het bedieningspaneel. De IGBT-vermogensuitgang produceert een symmetrische 3-fasen PWM-gemoduleerde wisselspanning naar de motor.
Het bedieningspaneel vormt de schakel tussen de gebruiker en de frequentieregelaar. Het bedieningspaneel is te gebruiken voor instelling van parameters, uitlezen van gegevens en voor het geven van bedieningscommando's. In plaats van het paneel kan ook een pc worden aangesloten mits hier een interface-adapter op de plaats van het display wordt geplaatst (optioneel).
U kunt uw Vacon NXL-frequentieregelaar aanvullen met de extra optionele I/O-kaarten OPT-AA, OPT-AI, OPTB_ of OPTC_. Voor een beschrijving van deze kaarten verwijzen wij u naar de respectievelijke handleidingen bij de optiekaarten.
Een remchopper is standaard voor alle typen, uitgezonderd MF2. Neem voor meer informatie contact op met de fabrikant , uw leverancier of de lokale Vacon-vestiging. De EMC-netfilters zijn standaard ingebouwd voor alle bouwmaten met uitzondering van MF2 en MF3. Hiervoor zijn externe RFI-(onderbouw)filters verkrijgbaar.
4
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
TECHNISCHE GEGEVENS vacon • 17
Mains
L1
L2
L3
Power module
1)
Inte g r at ed input module* *
Control Keypad
Control module
Fan
Rect ifie r
3~
Charg.res.
Power Supply
Op tio n board
Brake resistor*
Brake Chopper*
=
Motor and Ap pl i cation Control
Control I/O
Measure­ments
2)
3)
IGBT Inverter
=
3~
Gate Drivers
Current Sensors***
Motor Contr o l µP
Motor
U
V
W
nxlk57
*Brake chopper belongs to the standard equipment in classes MF3 to MF6, brake resistor is available as option **Classes MF4 and bigger have an integrated input module ***This measuring method only in classes MF5 and bigger
Figuur 4-1. Vacon NXL-blokdiagram.
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
4
18 • vacon TECHNISCHE GEGEVENS
4.2 Vermogensgegevens
4.2.1
Vacon NXL – Voedingsspanning 208—240 V
Voedingsspanning 208-240 V, 50/60 Hz, 1~/3~ Serie NXL
Type
frequentie-
regelaar
NXL 0002 2 2,4 2,6 1,7 2,6 0,37 0,25 4,8/-- MF2/IP20 60x130x150 1,0 NXL 0003 2 3,7 4,1 2,8 4,2 0,75 0,55 7,4/5,6 MF3/IP20 84x220x172 2,0 NXL 0004 2 4,8 5,3 3,7 5,6 1,1 0,75 9,6/7,2 MF3/IP20 84x220x172 2,0 NXL 0006 2 6,6 7,3 4,8 7,2 1,5 1,1 13,2/9,9 MF3/IP20 84x220x172 2,0
EMC-lNivo N
Nom. continu stroom
Tabel 4-1. Vermogensgegevens en afmetingen van Vacon NXL, voedingsspanning 208—240V.
Belastbaarheid Motor-
Laag Hoog
10%
over-
L
(A)
belastin gstroom
(A)
I
Nom.
continu
stroom I
H
(A)
50% over-
belasting
stroom
(A)
vermogen
Lage
over-
belast-
baar-
heid
(10%)
40°C
P(kW)
Hoge over-
belast
baar-
heid
(50%)
50°C
P(kW)
-
Nominale
netstroom
1~/3~
Bouwmaat / Afdichtings-
graad
Afmetingen
BxHxD
Gewicht
(kg)
OPMERKING: de NXL 0002 2 is alleen geschikt voor éénfasevoedingen
4.2.2
Vacon NXL - Voedingsspanning 380—500 V
Voedingsspanning 380-500 V, 50/60 Hz, 3~ Serie NXL
Type
frequentie-
regelaar
NXL 0001 5 1,9 2,1 1,3 NXL 0002 5 2,4 2,6 1,9 2,9 0,75 0,55 0,75 0,75 3,6 MF2/IP20 NXL 0003 5 3,3 3,6 2,4 3,6 1,1 0,75 1,1 0,75 5,0 MF3/IP20 NXL 0004 5 4,3 4,7 3,3 5 1,5 1,1 1,5 1,1 6,5 MF3/IP20
EMC-level N
NXL 0005 5 5,4 5,9 4,3 6,5 2,2 1,5 2,2 1,5 8,1 MF3/IP20 NXL 0003 5 3,3 3,6 2,2 3,3 1,1 0,75 1,5 1,1 3,3 NXL 0004 5 4,3 4,7 3,3 5,0 1,5 1,1 2,2 1,5 4,3 NXL 0005 5 5,6 5,9 4,3 6,5 2,2 1,5 3 2,2 5,6 NXL 0007 5 7,6 8,4 5,6 8,4 3 2,2 4 3 7,6 NXL 0009 5 9 9,9 7,6 11,4 4 3 5,5 4 9 NXL 0012 5 12 13,2 9 13,5 5,5 4 7,5 5,5 12 NXL 0016 5 16 17,6 12 18 7,5 5,5 11 7,5 16 NXL 0023 5 23 25,3 16 24 11 7,5 15 11 23
EMC-level H
NXL 0031 5 31 34 23 35 15 11 18,5 15 31 NXL 0038 5 38 42 31 47 18,5 15 22 18,5 38 NXL 0046 5 46 51 38 57 22 18,5 30 22 45 NXL 0061 5 61 67 46 69 30 22 37 30 61
Tabel 4-2. Vermogensbereik en afmetingen van Vacon NXL, voedingsspanning 380 – 500V.
Belastbaarheid Motorvermogen
Laag Hoog 380V voeding 500V voeding
Nom. continu stroom
I
(A)
L
10%
over-
belasti
ngstroo
m (A)
Nom. continu stroom
I
(A)
H
50% over-
belasting
stroom
(A)
Lage over­belast
-baar­heid (10%)
40°C P(kW
Hoge over-
belast
-baar­heid
(50%) 50°C P(kW)
Lage over-
belast
-baar­heid
(10%)
40°C
P(kW)
Hoge over-
belast
-baar­heid
(50%)
50°C
P(kW)
0,37 2,9 MF2/IP20
Nom.
net-
stroom
Bouwmaat /
Afdichtings-
graad
MF4/IP21,IP54
MF4/IP21,IP54
MF4/IP21,IP54
MF4/IP21,IP54
MF4/IP21,IP54
MF4/IP21,IP54
MF5/IP21,IP54
MF5/IP21,IP54
MF5/IP21,IP54
MF6/IP21, IP54
MF6/IP21, IP54
MF6/IP21, IP54
Afmetingen
BxHxD
60x130x150 60x130x150 84x220x172 84x220x172
84x220x172 128x292x190 128x292x190 128x292x190 128x292x190 128x292x190 128x292x190 144x391x214 144x391x214 144x391x214
195x519x237 195x519x237 195x519x237
Gewicht
(kg)
1,0 1,0 2,0 2,0 2,0
5 5 5 5 5
5 8,1 8,1 8,1
18,5 18,5 18,5
4
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
TECHNISCHE GEGEVENS vacon • 19
4.3 Technische gegevens
Netvoeding
Motor­aansluiting
Besturings­specificaties
Omgevings­condities
Ingangsspanning U
Ingangsfrequentie 45…66 Hz Inschakelen van de netvoeding Uitgangsspanning 0—Uin Continu uitgangsstroom IH: omgevingstemperatuur max. +50ºC,
Start koppel 150% (Lage overbelasting); 200% (Hoge overbelasting) Start stroom
Uitgangsfrequentie 0…320 Hz Frequentieresolutie 0,01 Hz Besturingsmethode
Schakelfrequentie (Zie parameter 2.6.8) Frequentiereferentie Analoge ingang Paneelreferentie Veldverzwakkingspunt 30…320 Hz Acceleratietijd 0,1…3000 sec Deceleratietijd 0,1…3000 sec Remkoppel DC-rem: 30%*TN (zonder remchopper + weerstand) Omgevingstemperatuur –10°C (niet aanvriezen)…+50°C: IH
Opslagtemperatuur –40°C…+70°C Relatieve vochtigheid 0…95% RH, niet-condenserend, geen corrosie,
Luchtkwaliteit:
- chemische dampen
- mechanische delen Opstelhoogte 100% belastbaar tot (geen stroomreductie) 1000 m
Vibratie / trillingen: EN50178/EN60068-2-6
Schok EN50178, IEC 68-2-27 Beschermingsklasse IP20; MF2 en MF3. IP21/IP54; MF4 – MF6
in
380 - 500V, -15%...+10% 3~ 208…240V, -15%...+10% 3~ 208…240V, -15%...+10% 1~
maximaal 1 keer per minuut
overbelastbaar 1,5 x IH (1min/10min) I
: omgevingstemperatuur max. +40ºC,
L
overbelastbaar 1,1 x IL (1min/10min)
2 x IH 2 sec. elke 20 sec., als uitgangsfrequentie <30Hz en temperatuur van koellichaam <+60ºC
Frequentieregeling U/f Open Loop Sensorless Vector Control
1...16 kHz; fabrieksinstelling 6 kHz
Resolutie 0,1% (10bit), nauwkeurigheid ±1% Resolutie 0,01 Hz
–10°C (niet aanvriezen)…+40°C: I
geen druipwater
IEC 721-3-3, tijdens bedrijf, klasse 3C2 IEC 721-3-3, tijdens bedrijf, klasse 3S2
1-% stroomreductie per 100 m boven 1000 m; max. 3000 m. Maximale hoogte: NX_2: 3000 m NX_5 (380...400 V): 3000 m NX_5 (415...500 V): 2000 m NX_6: 2000 m
5...150 Hz Verplaatsingsamplitude 1 mm (piek) van 5...15,8 Hz Max. versnellings amplitude 1 G van 15,8...150 Hz UPS Drop Test (volgens UPS-gewichten) Opslag en transport: max. 15 G, 11 ms (in verpakking)
L
Technische gegevens (vervolg op de volgende bladzijde)
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
4
20 • vacon TECHNISCHE GEGEVENS
EMC
Veiligheid EN 61800-5-1:2007; CE, cUL, C-TICK;
Besturings­aansluitingen
Beveiliging
Immuniteit Voldoet aan EN 61800-3:2004+A1:2012, eerste en tweede
omgeving.
Emissies
Voltage analoge ingang
Stroom analoge ingang Digitale ingang 3, positieve logica; 18…24VDC Hulpspanning +24V, ±15%, max. 100mA Uitgangsref: voltage +10V, +3%, max. load 10mA Analoge uitgang
Relaisuitgangen 1 programmeerbare wisselrelaisuitgang
Overspannings­beveiliging
Onderspannings­beveiliging
Aardfoutbeveiliging Beveiligd de frequentieregelaar in geval van aardfout in
Eenheid over temperatuurbeveiliging
Beveiliging motoroverbelasting
Beveiliging motorblokkering
Beveiliging motoronderbelasting
Kortsluitbeveiliging van +24V en +10V referentiespanningen
Overstroombeveiliging Triplimiet 4,0*I
Afhankelijk van EMC-klasse, zie hoofdstukken 2 en 3
(zie naamplaat voor meer gedetailleerde goedkeuringen)
0...+10V, Ri = 200k, Resolutie 10 bit, nauwkeurigheid ±1%
0(4)…20 mA, R
0(4)…20mA; R Nauwk. ±1%
Switchingcapaciteit: 24VDC/8A, 250VAC/8A, 125VDC/0,4A NXL_2: 437VDC; NXL_5: 911VDC
NXL_2: 183VDC; NXL_5: 333VDC
motor of motorkabel Ja
Ja* Beveiliging motoroverbelasting aanwezig bij 110% van maximale motorbelastingsstroom.
Ja
Ja
Ja
= 250 differentiaal
i
max. 500; Resolutie 16 bit;
L
kortstondig
H
Tabel 4-3. Technische gegevens
.
4
* Opmerking: voor naleving van de eisen in UL 508C met betrekking tot de functionaliteit voor thermisch motorgeheugen en geheugenbehoud is versie NXL00005V265 (of hoger) van de systeemsoftware vereist. Als een oudere versie van de systeemsoftware wordt gebruikt, is voor naleving van de UL-vereisten bescherming tegen overtemperatuur in de motor vereist.
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
INSTALLATIE vacon • 21
5. INSTALLATIE
5.1 Montage
5.1.1
MF2 en MF3
Er zijn twee mogelijke posities voor wandmontage van frame MF2 en MF3 (zie figuur 5-1)
Het NXL-type MF2 wordt gemonteerd met twee schroeven bij gebruik van de middelste gaten van de montageplaat. Als een RFI-filter wordt gebruikt, dient de bovenste montageplaat bevestigd te worden met twee schroeven (zie fig. 5-2). MF3 en grotere typen worden altijd met vier schroeven gemonteerd.
Figuur 5-1. De twee mogelijke montageposities
X
X
MF2 without a filter
X
MF2 with a filter
X
X
Figuur 5-2. Montage van de NXL (MF2 en MF3)
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
5
22 • vacon INSTALLATIE
Ø
H2
W1
D1
H8
H5
H3
H4
H1
H6
W2
H7
D2
nxlk7.fh8
Figuur 5-3. Vacon NXL-afmetingen, MF2
Type
W1 W2 H1 H2 H3 H4 H5 H6 H7 H8 D1 D2
MF2 30 60 172 152 140 130 80 42 11 6 150 144 6
Afmetingen (mm)
Tabel 5-1. Afmetingen van de Vacon NXL, MF2
5
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
INSTALLATIE vacon • 23
W2
W3
H5
H3
Ø
Figuur 5-4. Vacon NXL-afmetingen ,MF3
D1
D2
H4
H2
H1
nxlk8.fh8
W1
H6
H7
Type Afmetingen (mm)
MF3
W1 W2 W3 H1 H2 H3 H4 H5 H6 H7 D1 D2
84 35 23 262 235 223 199 193
184 220 172 166 6
Tabel 5-2. Afmetingen van de Vacon NXL, MF3
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
5
24 • vacon INSTALLATIE
5.1.2
MF4 – MF6
De frequentieregelaar moet met 4 schroeven worden bevestigd (of moeren, afhankelijk van de grote van de unit). Laat voldoende ruimte rond de regelaar om goede koeling te verzekeren,
zie tabel 5-4 en figuur 5-6.
Let op dat de montageplaat relatief vlak is.
Ø
W2
H1 H2
Ø
Figuur 5-5. Vacon NXL-afmetingen, MF4 – MF6
D1
H3
W1
E1Ø
E2Ø*
fr5ip21.fh8
5
Afmetingen Type
W1 W2 H1 H2 H3 D1 MF4 128 100 327 313 292 190 7 3 x 20,3 MF5 0016-0023 144 100 419 406 391 214 7 3 x 25,3 MF5 0031 144 100 419 406 391 214 7 2 x 33 25,3 MF6 195 148 558 541 519 237 9 3 x 33
E1 E2*
Tabel 5-3. Afmetingen van Vacon NXL, MF4—MF6
* = alleen MF5
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
INSTALLATIE vacon • 25
A
A
5.2 Koeling
Geforceerde luchtkoeling wordt gebruikt voor de frames MF4, MF5, MF6 en hogere vermogens van MF3.
Rondom de frequentieregelaar moet voldoende ruimte vrij blijven om luchtcirculatie en koeling te waarborgen. De voorgeschreven vrije ruimte staat aangegeven in de onderstaande tabel.
Type Afmetingen [mm] A NXL 0002-0006 2 10 10 100 50 NXL 0001-0005 5 10 10 100 50 NXL 0003-0012 5 20 20 100 50 NXL 0016-0032 5 20 20 120 60 NXL 0038-0061 5 30 20 160 80
Tabel 5-4. Benodigde vrije ruimte
B C D
C
A = Ruimte om de regelaar (zie ook B) B = Afstand tussen twee frequentieregelaars
of tot de kastzijde. C = Vrije ruimte boven de frequentieregelaar D = Vrije ruimte onder de frequentieregelaar
Type Benodigde koellucht [m3/h) NXL 0003—0012 5 70 NXL 0016—0031 5 190 NXL 0038—0061 5 425
Tabel 5-5. Benodigde koellucht
B
B
D
NK5_2
Figuur 5-6. Installatieruimte
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
5
26 • vacon INSTALLATIE
5.3 EMC-klasse aanpassen van H naar T
De EMC-klasse van de Vacon NXL-frequentieregelaar type MF4 – MF6 kan met een simpele aanpassing volgens onderstaand voorbeeld als volgt worden aangepast van klasse H naar klasse T (zie pagina 9 voor verklaring van de verschillende klassen) .
Verwijder deze
Verwijder deze schroef
Remove this screw
schroef
Figuur 5-7. Aanpassen van EMC-klasse, MF4 (links) en MF5 (rechts)
Verwijder deze schroef
Remove this screw
Figuur 5-8. Aanpassen van EMC-klasse, MF6
Opmerking: probeer niet om het EMC-niveau weer op klasse H in te stellen. Zelfs als de bovenvermelde procedure in omgekeerde volgorde wordt uitgevoerd, voldoet de frequentieregelaar niet meer aan de EMC-vereisten van klasse H.
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
5
BEKABELING EN AANSLUITINGEN vacon • 27
6. BEKABELING EN AANSLUITINGEN
6.1 Vermogensaansluitingen
L1 L2
U/T1 V/T2 W/T3
1-phase
Figuur 6-1. De vermogensaansluitingen van de NXL, MF2
L1 L2 L3
L1 L2 L3
U/T1 V/T2 W/T3
3-phase
U/T1 V/T2 W/T3 BR+ BR-
nxlk11.fh8
nxlk10.fh8
Figuur 6-2. De vermogensaansluitingen van de NXL, MF3 1~(208-240V)/3~
B- B+ R-
U/T1 V/T2 W/T3
L1 L2 L3
nxlk58.fh8
Figuur 6-3. De vermogensaansluitingen van de NXL, MF4 – MF6
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
6
28 • vacon BEKABELING EN AANSLUITINGEN
6.1.1
Bekabeling
Gebruik kabels die ten minste hittebestendig zijn tot +70C. De benodigde kabeldiameters en zekeringen dienen gebaseerd te zijn op de hoogste nominale uitgangsstroom van de frequentieregelaar die aangegeven is in onderstaande tabel. Installatie van kabels volgens
UL-regels vindt u in hoofdstuk 6.1.4. De zekeringen in de tabel zijn gedimensioneerd als overbelastings beveiliging van de voedende kabel. Deze instructies gelden alleen in geval van een enkele motor per regelaar en een enkele kabelaansluiting van de frequentieregelaar naar de motor. In andere gevallen, vraag om meer informatie.
1e omgeving
(beperkte distributie)
2e omgeving
Kabeltype Niveau H/C Niveau L Niveau T Niveau
N
Netkabel 1 1 1 1 Motorkabel 3* 2 1 1 Besturings-
4 4 4 4
kabel
Tabel 6-1. Kabel typen nodig om de standaard te bereiken
Niveau C = EN 61800-3+A11, 1e omgeving, onbeperkte
distributie EN 61000-6-3
Niveau H
EN61000-6-4
= EN 61800-3+A11, 1e omgeving, beperkte distributie
Niveau L = EN 61800-3, 2e omgeving
Niveau T
Niveau N
Zie pagina 10
Zie pagina 10
1 = Voedingskabels bestemd voor vaste installatie
en de specifieke voedingspanning. Afgeschermde kabel niet verplicht.
(NKCABLES/MCMK of gelijkwaardig) 2 = Voedingskabel uitgerust met concentrische
aard-draad en geschikt voor de hoofdspanning. (NKCABLES /MCMK of gelijkwaardig). 3 = Voedingskabel uitgerust met laag-impendantie-
aardscherm en geschikt voor de hoofdspanning. (NKCABLES/MCCMK/SAB/OZCuY-J of gelijkwaardig) *360
4 = Afgeschermde kabel uitgerust met een
aarding aan motor- en regelaarzijde noodzakelijk
laag-impedantiescherm
(NKCABLES /jamak, SAB/ÖZCuY-O of
gelijkwaardig).
Type MF4-MF6: een invoerwartelplaat moet worden gebruikt wanneer de motorkabel wordt gebruikt om de noodzakelijke EMC-niveaus te bereiken
Opmerking: de EMC-niveaus gelden bij fabrieksvoorinstellingen voor schakelfrequenties
6
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
BEKABELING EN AANSLUITINGEN vacon • 29
6.1.1.1 Kabels en zekeringen
[mm2]
Terminal cable size (min/max) Frame Type I
Earth
terminal
[mm2]
Control
terminal
[mm2]
Relay
terminal
[mm2]
L
[A]
Fuse
[A]
Mains
cable
Cu [mm2]
Main terminal
MF2 0002 2 10 2*1.5+1.5 0.5—2.5 0.5—2.5 0.5—1.5 0.5—2.5 MF3 0003—0006 3-6 16 2*2.5+2.5 0.5—2.5 0.5—2.5 0.5—1.5 0.5—2.5
Tabel 6-2. Kabels en zekeringen voor Vacon NXL, 208 - 240V
Main
[mm2]
Terminal cable size (min/max) Frame Type I
Earth
terminal
[mm2]
Control
terminal
[mm2]
Relay
terminal
[mm2]
L
[A]
Fuse
[A]
Mains
cable
Cu [mm2]
terminal
MF2 0001—0002 1-2 10 3*1.5+1.5 0.5—2.5 0.5—2.5 0.5—1.5 0.5—2.5 MF3 0003—0005 1-5 10 3*1.5+1.5 0.5—2.5 0.5—2.5 0.5—1.5 0.5—2.5 MF4 0003—0009 7—9 10 3*1.5+1.5 1—4 1—4 0.5—1.5 0.5—2.5 MF4 0012 12 16 3*2.5+2.5 1—4 1—4 0.5—1.5 0.5—2.5 MF5 0016 16 20 3*4+4 1—10 1—10 0.5—1.5 0.5—2.5 MF5 0023 22 25 3*6+6 1—10 1—10 0.5—1.5 0.5—2.5 MF5 0031 31 35 3*10+10 1—10 1—10 0.5—1.5 0.5—2.5 MF6 0038—45 38—45 50 3*10+10 2.5—50 Cu
6—35 0.5—1.5 0.5—2.5
6—50 Al
MF6 0061 61 63 3*16+16 2.5—50 Cu
6—35 0.5—1.5 0.5—2.5
6—50 Al
Tabel 6-3. Kabels en zekeringen voor Vacon NXL, 380 – 500V
Opmerking! De aanbevelingen voor kabels zijn gebaseerd op de standaard EN 60204-1 en op met PVC geïsoleerde kabel in gevallen waarin er slechts één kabel per etage is bij een temperatuur van + 40C of vier kabels per etage bij een temperatuur van + 30C.
Opmerking! De aardlekstroom van de Vacon NX is groter dan 3,5 mA AC. Volgens de norm EN 61800-5-1 moet worden gezorgd voor verzwaarde veiligheidsaarding
. Zie hoofdstuk 1.3.
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
6
30 • vacon BEKABELING EN AANSLUITINGEN
6.1.2
Kabelaccessoires monteren
Bij de Vacon NX- of NXL-frequentieregelaar ontvangt u een plastic zak met onderdelen die u nodig hebt voor installatie van de net- en motorkabels in de frequentieregelaar.
2 3 4
1
6
5
8
8
7
Figuur 6-4. Kabelaccessoires
Componenten:
1 Aardingsklemmen (MF4, MF5) (2) 2 Kabelklemmen (3) 3 Rubberen doorvoertules (grootten hangen af van klasse) (3) 4 Kabelinvoermof (1) 5 Schroeven, M4x10 (5) 6 Schroeven, M4x16 (3) 7 Aardingskabelklemmen (MF6) (2) 8 Aardingsschroeven M5x16 (MF6) (4)
OPMERKING: het installatiepakket met kabelaccessoires voor frequentieregelaars van beschermingsklasse IP54 bevat alle onderdelen behalve 4 en 5.
Montageprocedure
1. Controleer of de plastic zak alle benodigde onderdelen bevat.
2. Open het deksel van de frequentieregelaar (Figuur 1).
3. Verwijder het kabeldeksel. Controleer de posities voor a) de aardingsklemmen (MF4/MF5) (Figuur 2). b) de aardingskabelklemmen (MF6) (Figuur 3).
4. Plaats het kabeldeksel terug. Monteer de kabelklemmen met de drie M4x16-schroeven zoals is weergegeven in Figuur 4. Bij de MF6 wijkt de locatie van de aardingsrail af van die in de afbeelding.
5. Plaats de rubberen doorvoertules in de openingen zoals in Figuur 5 is afgebeeld.
6. Bevestig de kabelinvoermof met de vijf M4x10-schroeven aan het frame van de frequentieregelaar (Figuur 6). Sluit het deksel van de frequentieregelaar.
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
6
BEKABELING EN AANSLUITINGEN vacon • 31
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
6
32 • vacon BEKABELING EN AANSLUITINGEN
6.1.3
Installatie-instructies
Controleer voor aanvang van de installatie of alle onderdelen
1
spanningsvrij zijn. De NXL-frequentieregelaars MF2 en MF3 moeten worden geinstalleerd
2
in een schakelkast of een elektrische ruimte vanwege de IP20­classificatie en het feit dat de vermogensaansluitingen niet afgeschermd zijn.
Plaats de motorkabels zover mogelijk verwijderd van andere kabels:
3
Voorkom dat de motorkabels over langere afstand parallel lopen
met andere voedings- of signaalkabels.
Indien de motorkabels parallel lopen met andere kabels, houdt
u de minimumafstand tussen de motorkabels en andere kabels aan zoals in onderstaande tabel.
De opgegeven afstand geldt ook voor de afstand tussen
motorkabels en signaalkabels van andere systemen.
De maximumlengte van de motorkabel is 30 m (MF2-MF3),
50 m (MF4) en 300 m (MF5-MF6).
De motorkabels dienen andere kabels te kruisen onder een hoek
van 90 graden.
Afstand tussen
ka b els [ m ]
0.3
1.0
Afgescherm de
ka bel [m ]
 
Indien kabelisolatiemeting noodzakelijk is, zie hoofdstuk 6.1.4.
4
Aansluitingen van kabels:
5
Strip de motor en voedingskabels zoals geadviseerd in tabel 6.4
en Figuur 6-5.
Verbindt de voedings-, motor- en signaalkabels met hun
respectievelijke aansluitingen (zie Figuur 6-7).
Voor informatie over de installatie volgens UL-regels, zie
hoofdstuk 6.1.4.
Voorkom dat tijdens de montage stuurstroomkabels in contact
komen met de elektronische componenten.
Sluit deze kabel als een externe remweerstand (optie) wordt
gebruikt op de juiste klemmen aan.
Controleer de aansluiting van de aarding van de motor en de
frequentieregelaar op de aansluitingen gemerkt met
Sluit het aparte aardscherm van de motorkabel aan op de
aardaansluiting van de frequentieregelaar, de motor en de aarde van de behuizing
Controleer alle kabels en let op dat de kabels onbeschadigd zijn
en niet geklemd worden tussen het frame en de afdekplaat.
.
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
6
BEKABELING EN AANSLUITINGEN vacon • 33
6.1.2.1. Striplengte van isolatie van de motor- en voedingskabels
Earth
conductor
A1
B1
C1
D1
MAINS MOTOR
Figuur 6-5. Striplengte van kabelisolatie
B2
Earth
conductor
C2A2
D2
nk6141.fh8
Frame A1 B1 C1 D1 A2 B2 C2 D2
MF2 7 35 7 20 7 50 7 35 MF3 7 40 7 30 7 60 7 40 MF4 15 35 10 20 7 50 7 35 MF5 20 40 10 30 20 60 10 40 MF6 20 90 15 60 20 90 15 60
Table 6-4. Kabelstriplengte [mm]
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
6
34 • vacon BEKABELING EN AANSLUITINGEN
g
6.1.2.2 Installatie van kabels aan de Vacon NXL
Opmerking: als u een externe remweerstand wilt aansluiten (MF3 en groter), raadpleegt u de aparte gebruiksaanwijzing voor de remweerstand.
Behuizing Aandraaimoment [Nm] Aandraaimoment in lb.
MF2 0,5—0,6 4—5 MF3 0,5—0,6 4—5 MF4 0,5—0,6 4—5 MF5 1,2—1,5 10—13 MF6 10 85
Tabel 6-5. Aandraaimomenten van klemmen
Stuurstroomkabel
Motorkabel
Voedin
skabel
Afbeelding 6-6. Vacon NXL, MF2
Aardklem
6
Figuur 6-7. Kabelinstallatie in Vacon NXL, MF2 (500V 3 fase)
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
BEKABELING EN AANSLUITINGEN vacon • 35
Stuurstroomkabel
Motorkabel
Voedings­kabel
Figuur 6-8. Vacon NXL, MF3
Aardklem
Figuur 6-9. Kabelaansluiting Vacon NXL, MF3
Let op! MF2-MF3: het is eenvoudiger de kabels eerst in de klemmenstrook en aardplaat te monteren en deze dan aan te sluiten.
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
6
36 • vacon BEKABELING EN AANSLUITINGEN
De installatie van een extern RFI-filter
De EMC-beschermklasse van Vacon NXL-frequentieregelaars MF2 en MF3 kan gewijzigd worden van N naar H met een optioneel extern RFI-filter. Sluit de voedingskabels op klem L1,L2,L3 aan en de aardkabel op de PE-klem van het filter. Zie de figuur hieronder. Zie ook de instructies voor MF2 in Figuur 5-1. Opmerking! Lekstroom is groter dan 3,5 mA AC. Zorg voor verzwaarde aardlekbeveiliging conform EN 61800-5-1. Zie hoofdstuk 1.3.
RFI­filterkabel
Aarding
MF2
PE
L1 L2 L3
W/T3
V/T2
U/T1
L3
L2
L1
MF3
BR-
BR+
W/T3
V/T2
U/T1
L3
L2
L1
RFI-filter
PE
Aanvullende aardingskabel. Zie hoofdstuk 1.3.
Aardings­kabel
Netstroomkabel
nxlk1.fh11
Figuur 6-10. MF2 met RFI-filter RFI-0008-5-1 Figuur 6-11. RFI-filterkabelinstallatie in MF2 en MF3
RFI­filterkabel
Aarding
PE
Aanvullende aardingskabel. Zie hoofdstuk 1.3.
MF3
MF2
W/T3
V/T2
U/T1
BR-
BR+
W/T3
V/T2
U/T1
L3
PE
Aardings­kabel
L2
L1
NL
L2
L1
RFI-filter
Netstroomkabel
rfi2.fh11
380…500V 3~. Filtertype RFI-0008-5-1.
6
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
BEKABELING EN AANSLUITINGEN vacon • 37
Figuur 6-12. RFI-filterkabelinstallatie in MF2 en MF3 208…240V 1~. Filtertype RFI-0013-2-1.
RFI-filtertype
RFI-0008-5-1 (footprinttype) 60x252x35 RFI-0013-2-1 (footprinttype) 60x252x35
Tabel 6-6. RFI-filtertypen en afmetingen.
Afmetingen BxHxD (mm)
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
6
38 • vacon BEKABELING EN AANSLUITINGEN
g
Figuur 6-13. Vacon NXL, MF4
DC-klemmen
Voedingskabel
Remweerstand­klemmen
Aardverbindin
Motorkabel
Figuur 6-14. Kabelinstallatie van Vacon NXL, MF4
Opmerking bij MF4! Voor MF4 zijn twee beschermende geleiders vereist conform EN 61800-5-1. Zie hoofdstuk 1.3 en Afbeelding 6-2.
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
6
BEKABELING EN AANSLUITINGEN vacon • 39
Afbeelding 6-15. Een aanvullende aardingskabel aansluiten op MF4. Zie hoofdstuk 1.3.
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
6
40 • vacon BEKABELING EN AANSLUITINGEN
g
Figuur 6-16. Vacon NXL, MF5
DC­klemmen
Aardverbindin
Voedingskabel Motorkabel
Figuur 6-17. Kabelinstallatie van Vacon NXL, MF5
Remweerstand­klemmen
Opmerking voor MF5! Zorg voor verzwaarde aardlekbeveiliging conform EN 61800-5-1. Zie hoofdstuk 1.3.
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
6
BEKABELING EN AANSLUITINGEN vacon • 41
g
g
Figuur 6-18. Vacon NXL, MF6
DC-
klemmen
Voedin
skabel Motorkabel
Remweerstan
dklemmen
Aardverbindin
Figuur 6-19. Kabelinstallatie van Vacon NXL, MF6
Opmerking voor MF6! Zorg voor verzwaarde aardlekbeveiliging conform EN 61800-5-1. Zie hoofdstuk 1.3
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
6
42 • vacon BEKABELING EN AANSLUITINGEN
6.1.4
Kabelinstallatie en de UL-standaarden
Om aan de UL-voorschriften (Underwriters Laboratories) te voldoen,dient een UL-goedgekeurde koperen kabel met een minimumhittebestendigheid van +60/75
Gebruik alleen kabels van klasse 1.
Indien de frequentieregelaars zijn voorzien van T- en J-klasse zekeringen, zijn ze geschikt voor gebruik in netwerken met een maximumvermogen van 600 V bij 100.000 A(rms, symmetrisch).
De geïntegreerde solid-state bescherming tegen kortsluiting biedt geen bescherming voor aftakcircuits. Bescherming van aftakcircuits moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de National Electric Code en de toepasselijke lokale richtlijnen. Gebruik alleen zekeringen voor bescherming van aftakcircuits.
De aandraaimomenten van de klemmen staan aangegeven in Tabel 6-5.
6.1.5
Kabel- en motorisolatiemetingen
C toegepast te worden.
1. Meting van de motorkabelisolatie
Koppel de motorkabel los van de aansluitingen U, V en W van de frequentieregelaar en van de motor. Meet de isolatieweerstand van de motorkabel tussen elke fase onderling en tussen fase en aarde.
De isolatieweerstand moet >1M zijn.
2. Meting van de netvoedingskabelisolatie
Koppel de voedingskabels los van de aansluitingen L1, L2 en L3 van de frequentieregelaar en van de voeding. Meet de isolatieweerstand van de voedingskabel tussen elke fase onderling en tussen fase en aarde.
De isolatieweerstand moet >1M zijn.
3. Meting van de motorisolatie
Koppel de motorkabel los van de motor en open de verbinding tussen de klemmen in de aansluitkast. Meet de isolatieweerstand van elke motorwikkeling. De meetspanning moet minstens even groot zijn als de nominale motorspanning maar mag niet hoger zijn dan 1000 V. De isolatieweerstand moet >1M zijn.
Earth terminal
6
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
BEKABELING EN AANSLUITINGEN vacon • 43
6.2 Besturingsmodule
6.2.1
MF2 en MF3
De besturingsmodule van de Vacon NXL-frequentieregelaar is geintegreerd met de vermogensmodule en bestaat uit een besturingskaart en eventueel een optiekaart verbonden met de
insteekaansluiting
van de besturingskaart.
6.2.2 MF4 MF6
In frames MF4-MF6 (revisie JA, L of later van de NXL-besturingshardware) bevinden zich twee aansluitingen voor optiekaarten, namelijk SLOT D en SLOT E (zie Figuur 6-20). Softwareversie NXL00005V250 of hoger ondersteunt hardware met twee kaartslots. Ook oudere softwareversies kunnen worden gebruikt, maar deze bieden geen ondersteuning voor hardware met twee slots.
Slot E: I/O-kaarten, fieldbus-kaarten en uitbreidingen
Slot D: Fieldbus-kaarten
E
D
Figuur 6-20. Slot D en E voor optiekaarten in frames MF4 – MF6
6.2.1.1 Toegestane optiekaarten in MF4 – MF6:
Hieronder vindt u een overzicht van de toegestane optiekaarten in de slots van NXL MF4 – MF6 frequentieregelaars:
SLOT D C2 C3 C4 C6 C7 C8 CI CJ SLOT E AA AI B1 B2 B4 B5 B9 C2 C3 C4 C6 C7 C8 CI CJ
Bij gebruik van twee optiekaarten moet de kaart in slot E OPT-AI of OPT-AA zijn. Het is niet toegestaan twee kaarten van het type OPT-B_ of OPT-C_ te gebruiken. Ook combinaties van OPT-B_- en OPT-C_-kaarten zijn niet toegestaan.
Zie de beschrijving van optiekaarten OPT-AA en OPT-AI in de hoofdstukken 10 en 11.
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
6
44 • vacon BEKABELING EN AANSLUITINGEN
6.2.2
Besturingsaansluitingen
De basisbesturingsaansluitingen ziet u hieronder.
De signaalomschrijvingen van de applicatie Multicontrole staan hieronder omschreven en in hoofdstuk 2 van de Multicontrole Gebruikshandleiding.
910111819A B
21 22 23
12345678
nxlk13.fh8
Figuur 6-21. Besturingsaansluitingen, MF2 – MF3
9 10111819 A B
12345678
30
30
21 22 23
6
nxlk49.fh8
Figuur 6-22. Besturingsaansluitingen, MF4 – MF6
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
BEKABELING EN AANSLUITINGEN vacon • 45
6.2.3
Besturingaansluiting
Referentie potentiometer 1-10
k
mA
Klem Signaal Omschrijving 1 +10V 2 AI1+ Analoge ingang,
3 AI1- I/O aarde Aarde voor referentie- en
4 AI2+ 5 AI2-
/GND 6 +24V 24V Hulpspanningsuitgang Spanning voor schakelaars, etc. max. 0,1 A 7
GND I/O aarde Aarde voor referentie en besturing
8 DIN1 Start rechtsom Contact gesloten = start rechtsom 9 DIN2 Start linksom
10 DIN3 Constante toerenselectie 1
11 GND I/O aarde Aarde voor referentie en besturing
18 AO1+ 19 AO1-
A RS 485 Seriële bus Differentiaalontvanger/zender B RS 485 Seriële bus Differentiaalontvanger/zender
30 +24V 24V hulpspanningsingang Voedingsspanning besturingsbackup
Referentiespanningsuitgang Spanning voor potentiometer, etc.
ref
spanningsbereik 0—10V DC.
Analoge ingang, stroombereik 0—20mA
(programmeerbaar)
(programmeerbaar)
Uitgangsfrequentie Analoge uitgang
Spanningsingang frequentiereferentie
besturingssignalen Stroomingang frequentiereferentie
Contact gesloten = start linksom
Contact gesloten = constant toerental
Programmeerbaar Bereik 0—20 mA/R
, max. 500
L
21 RO1 22 RO1 23 RO1
Relaisuitgang 1
Fout
Programeerbaar
Tabel 6-7. Standaard I/O-configuratie voor de applicatie Multicontrole.
Klem Signaal Omschrijving 1 +10V 2 AI1+
or
DIN 4
3 AI1- I/O aarde Aarde voor referentie en besturing 4 AI2+ 5 AI2-
/GND
6 + 24 V 24V hulpspanning 7 GND I/O aarde Aarde voor referentie en besturing
Referentiespanningsuitgang Spanning voor potentiometer, etc.
ref
Analoge ingang, spanningsbereik 0—10V DC
Analoge ingang, spanningsbereik 0—10V DC of strooombereik 0—20mA
Spanningsingang frequentiereferentie (MF2-3)
Spanning/stroomingang frequentiereferentie (MF4-MF6)
Kan geprogrammeerd worden als DIN4
Spanning/stoomingang frequentiereferentie
Tabel 6-8. AI1-configuratie, indien geprogrammeerd als DIN4
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
6
46 • vacon BEKABELING EN AANSLUITINGEN
6.2.4
Besturingsaansluitingen en signalen
Klem Signaal Technische informatie
1 +10 Vref Referentiespanning Maximale stroom 10 mA 2 AI1+ Analoge ingang,
spanning
(MF4 en groter: spanning of stroom)
MF2-MF3: Spanningsingang MF4-MF6: Selectie van V of mA via jumpersblok X8 (zie blz 47): Fabrieksinstelling:0– +10V (Ri = 200 k) 0– 20mA (Ri = 250 )
3 AI1– Analoge ingang,
gemeenschappelijke (aarde)
4 AI2+ Analoge ingang, stroom of
spanning
5 AI2– Analoge ingang,
gemeenschappelijk (aarde) 6 24 Vout 24V hulpspanningsuitgang 7 GND I/O aarde Aarde voor referentie en besturing 8 DIN1 Digitale ingang 1 9 DIN2 Digitale ingang 2
10 DIN3 Digitale ingang 3 11 GND I/O aarde Aarde voor referentie en besturing 18 AO1+ Analoog signaal (+uitgang) 19 AO1–/GND Analoge uitgang,
gemeenschappelijk A RS 485 Seriële bus
B RS 485 Seriële bus
30 +24V 24V hulpspanningsingang Voedingspanning besturingsbackup
21 RO1/1 22 RO1/2 23 RO1/3
Rel. uitgang 1 Maximumcapaciteit 24VDC/8A
Differentiaalingang indien niet met aarde verbonden; maximaal 20V differentiaalspanning naar aarde. Selectie van V of mA met jumpersblok X4 (MF2-MF3)
en X13 (MF4-MF6) Fabrieksinstelling: 0– 20mA (Ri = 250 )
0-+10V (Ri=200k) Differentiaalingang indien niet met aarde verbonden; Maximaal 20V differentiaalspanning naar aarde. 10%, maximale stroom 100 mA
R
= min. 5k
i
Uitgangssignaalbereik: Stroom 0(4)–20mA, R Spanning 0-10V, Rl > 1 k
Differentiaalzender/ontvanger, busimpedantie 120 Differentiaalzender/ontvanger, busimpedantie 120
250VAC/8A 125VDC/0,4A Relaisuitgangsaansluitingen zijn galvanisch geïsoleerd met de I/O aarde
max 500 of
L
6
Tabel 6-9. Besturingsaansluitingen I/O-signalen
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
BEKABELING EN AANSLUITINGEN vacon • 47
6.2.3.1
Jumperselecties op de Vacon NXL-basiskaart
De gebruiker heeft de mogelijkheid om met jumpers de functies van de frequentieregelaar beter af te stemmen op de behoefte door bepaalde posities van de jumpers op de NXL-kaart te selecteren. De posities van de jumpers bepalen het signaaltype van analoge ingang (klem 2) en of de afsluitende weerstand RS485 is gebruikt of niet.
De volgende figuren geven de jumperselectie op de NXL-frequentieregelaar weer:
Jumper block X4 in MF2:
Analogue input
programming
Termination resistor
programming
0...20mA; Current input
Termination resistor RS 485 is not used
Jumper block X4 in MF3:
0...20mA; Current input
Analogue input
programming
Termination resistor
programming
Voltage input; 0...10V
Termination resistor RS 485 is in use
= Factory default
Voltage input; 0...10V
Jumper block X7 in MF3:
Termination resistor RS 485 is in use
Termination resistor RS 485 is not used
Figuur 6-23. Jumperselectie voor Vacon NXL, MF2 en MF3
nxlk15.fh8
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
6
48 • vacon BEKABELING EN AANSLUITINGEN
Jumper block X8:
AI1 mode
0...20mA; Current input
Voltage input; 0...10V
Termination resistor RS 485 is in use
Termination resistor RS 485 is not used
= Factory default
Jumper block X9:
Jumper block X13:
AI2 mode
0...20mA; Current input
Voltage input; 0...10V
nxlk54.fh8
Voltage input; 0...10V
(differential)
Figuur 6-24. Jumperselectie voor Vacon NXL, MF4 – MF6
Controleer altijd de juiste positie van de jumpers. De motor laten draaien met signaalinstellingen anders dan de mogelijke
!
WARNING
jumperposities heeft geen gevolgen voor de frequentieregelaar maar kan door een verkeerd toerental de motor of het werktuig beschadigen.
Vergeet bij wijziging van de AI-signaalinhoud niet de
!
NOTE
bijbehorende parameters (S6.9.1, 6.9.2) te wijzigen in het systeemmenu.
6
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
BEKABELING EN AANSLUITINGEN vacon • 49
Jumperblok X4
Jumperblok X4
Jumperblok X7
Figuur 6-25.De locatie van de jumpers op de MF2 (links) en MF3 (rechts)
X13
X8
X8
X13
X13
X9
X9
X9
Figuur 6-26. De locatie van de jumpers op de besturingskaart van MF4 – MF6
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
6
50 • vacon BEKABELING EN AANSLUITINGEN
6.2.5
Motorthermistoraansluiting (PTC)
Er zijn drie mogelijkheden om een PTC-weerstand aan te sluiten op de VACON NXL:
1. De aanbevolen manier is een optiekaart OPT-AI. Vacon NXL uitgevoerd met een optiekaart OPT-AI voldoet aan IEC 664 indien de motorthermistor
geïsoleerd is (=effectieve dubbele isolatie)
2. Een andere manier is een optiekaart OPT-B2. Vacon NXL uitgevoerd met een optiekaart OPT-B2 voldoet aan IEC 664 indien de motorthermistor
geïsoleerd is (=effectieve dubbele isolatie)
3. Een andere manier is een digitale ingang (DIN3) van de NXL te gebruiken. De DIN3 is galvanisch verbonden met de andere I/O’s van de NXL Dat is de reden dat versterkte of dubbele isolatie (IEC664) gebruikt moet worden buiten de
frequentieregeling (in de motor of tussen de motor en de frequentieregelaar).
+24 V (terminal 6)
Externe weerstand
4.7 k...5.6 k
DIN3 (terminal 10, par.2.1.18 = 14)
External PTC Resistor
GND (terminal 11)
Figuur 6-27. Motorthermistoraansluiting (PTC).
nxlk60.fh8
Opmerking! De NXL tript indien de PTC-impedantie boven 4,7 kOhm komt.
6
We bevelen aan om optiekaart OPT-AI/OPT-B2 te gebruiken voor aansluiting van motorthermistoren.
Als de motor is aangesloten op DIN3, moeten de instructies hierboven gevolgd worden.
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
BEDIENINGSPANEEL vacon 51
7. BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel is de schakel tussen de Vacon frequentieregelaar en de gebruiker. Het Vacon NXL-bedieningspaneel bevat een paneel met 7 segmenten met zeven indicaties voor de
bedrijfstoestand van de regelaar (RUN, bedieningsplaatsindicaties (I/O-aansluitingen/bedieningspaneel/veldbus). De bedieningsinformatie, zoals het menunummer, de getoonde waarde en de numerieke informatie, wordt getoond met numerieke symbolen.
De frequentieregelaar is ook te bedienen met zeven drukknoppen op het paneel. Verder dienen de drukknoppen voor het instellen van parameters en het uitlezen van waarden.
Het bedieningspaneel is afneembaar en geïsoleerd van de netspanning. .
7.1 Indicaties op het bedieningspaneel
, READY, STOP, ALARM, FAULT) en drie
Figuur 7-1. Vacon bedieningspaneel met bedrijfstoestandindicatie.
7.1.1
Statusindicatoren van de frequentieregelaar
De bedrijfstoestandindicatoren tonen de gebruiker de bedrijfssituatie van de regelaar en de motor.
1
2
3
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
RUN = licht op als de motor draait, knippert na een stopcommando gedurende de
uitloop van de motor.
= toont de geselecteerde draairichting. Let op dat de werkelijk motordraairichting
anders kan zijn.
STOP = Licht op als de motor niet draait.
7
52 • vacon BEDIENINGSPANEEL
4
5
6
7.1.2
De symbolen bedieningsplaats in het Bedieningsmenu K3 (zie hoofdstuk 7.4.3).
a
b
c
7.1.3
READY = Licht op als de netvoeding is aangesloten en geen fout actief is.
ALARM = Licht op als waarschuwing dat de frequentieregelaar in bedrijf is, terwijl een
bepaalde ingestelde limiet is overschreden.
FAULT = Licht op als een interne of externe fout is opgetreden en de frequentieregelaar
hierdoor is gestopt (fouttrip).
Bedieningsplaatsindicaties
I/O term, Keypad
I/O term
Keypad
= Het bedieningspaneel is de geselecteerde bedieningsplaats; dat wil
Bus/Comm
Numerieke indicaties
= I/O-aansluitingen zijn de geselecteerde bedieningsplaatsen; dat wil
= De frequentieregelaar wordt bediend via de veldbus.
en
Bus/comm
zeggen dat START/STOP-commando's of referentiewaarden etc.via de I/O-aansluitingen verlopen.
zeggen dat de motor met het paneel kan worden gestart of gestopt en de referentiewaarden etc. met het paneel kunnen worden gewijzigd.
(zie hoofdstuk 7.4.3.1) tonen de keuze van de
De numerieke indicatie geeft de gebruiker informatie over zijn huidige locatie in het bedienings­paneelmenu en tevens informatie met betrekking tot de werking van de frequentieregelaar.
7
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
BEDIENINGSPANEEL vacon 53
7.2 Drukknoppen op het bedieningspaneel
Het Vacon-bedieningspaneel heeft zeven drukknoppen die gebruikt worden voor de bediening van de frequentieregelaar en de motor, het instellen van parameters en het uitlezen van waarden.
7.2.1
Figuur 7-2. Drukknoppen op het bedieningspaneel
Beschrijving van drukknoppen
ENTER reset = Er zijn twee functies geintegreerd in deze drukknop. De drukknop dient
hoofdzakelijk als reset-drukknop, behalve bij de parameterinvoer.
De drukknop wordt hieronder in het 't kort beschreven.
ENTER = De drukknop Enter wordt gebruikt voor:
1) vastleggen van selecties
2) reset van het foutgeheugen (2…3 seconden)
reset = De drukknop voor fouten resetten. Let op! De motor kan direct starten na het resetten van een fout.
= Blader omhoog Verplaatsing binnen het hoofdmenu en tussen de pagina's van een submenu.
+
Wijzigen van waarden.
= Blader omlaag Verplaatsing binnen een hoofdmenu en tussen de pagina's van een submenu. Wijzigen van waarden.
= Menu links
Ga terug in menu. Beweeg cursor naar links (in parametermenu). Sluit waardewijzigingsmogelijkheid. Houd 2…3 seconden ingedrukt voor terugkeer naar het hoofdmenu.
= Menu rechts
Ga verder in het menu. Beweeg cursor naar rechts (in parametermenu). Open wijzigingsmogelijkheid.
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
7
54 • vacon BEDIENINGSPANEEL
stop
= Drukknop Start. Start de motor als het paneel de geselecteerde bedieningsplaats is.
Zie hoofdstuk 7.4.3.1.
= Drukknop Stop.
start
Stopt de motor (tenzij vergrendeld met parameter P3.4). De knop Stop dient ook voor het activeren van de wizard Opstarten
(zie hieronder)
7.3 De wizard Opstarten
Vacon NXL heeft een ingebouwde opstartwizard, waarmee u de besturing sneller kunt programmeren. De wizard helpt u bij het kiezen tussen vier bedieningsmodi: Standaard, Ventilator, Pomp en High Performance. Elke modus heeft automatische parameterinstellingen die optimaal zijn voor de betreffende modus. De programmeerwizard wordt gestart door de knop
Stop
gedurende 5 seconden ingedrukt te houden wanneer de frequentieregelaar is gestopt. Zie voor deze procedure de onderstaande figuur:
WIZARD OPSTARTEN
START
+
ENTER
-
reset
Activeren door 5
1
seconden indrukken (in stopmode)
0Hz50Hz3s3sI *1,5 400V50
Standaard
20Hz50Hz20s20sI *1,1 400V50
Ventilat or
20Hz50Hz5s5sI *1,1 400V50
Pomp
0Hz50Hz1s1sI *1,8 400V50
High performance
=Druk op de knop
Selecteer
2
de mode. Zie onderstaande tabel.
H
L
L
H
MODE
+
+
ENTER
-
reset
Hz
Hz
Hz
Hz
-
Accepteren
3
0= 0= 0= 0=
Helling Uitloop Linea ir
0= 0= 0= 0=
Helling Uitloop
0= 1= 0= 0=
Helling Helling Lineair
0= 0= 1= 0=
Helling Uitloop
automat­ische kop­pelversterk­ing
Niet
gebruikt
Niet
gebruikt
Niet
gebruik t
Ai1
0-10V
Ai1
0-10V
Ai1
0-10V
Ai1
0-10V
Instellen
4
n(rpm)
0= 0=
Niet
gebruikt
0= 0=
Niet
gebruikt
0= 0=
Niet
gebruikt
0= 2=
Niet
gebruikt
rpm
+
-
Lineair
Program­meerbaar
n
rpm
ENTER reset
5
Accepteren
A
Instellen
6
I(A)
In(A)
+
-
ENTER reset
7
M
Accepteren
GEREED
+
ENTER
-
reset
Figuur 7-3. NXL-wizard Opstarten
Opmerking: zie de Multicontrole Gebruikshandleiding voor meer details over de parameters.
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
7
BEDIENINGSPANEEL vacon 55
7.4 Bediening van het paneel
De uitlezingen van het bedieningspaneel zijn gerangschikt in een hoofdmenu en submenu's. De menu's worden bijvoorbeeld gebruikt voor het uitlezen en instellen van parameters (hoofstuk 7.3.2), voor het tonen van meetwaarden of besturingsingangssignalen en het uitlezen van foutuitlezingen (hoofdstuk 7.3.4) en referentiewaarden (hoofdstuk 7.3.3).
Menulocatie
Het eerste menu bevat menu's M1 tot E7 en is het hoofdmenu bladeren met de drukknoppen geopend worden door op de huidige getoonde menu of de huidige bladzijde komen, knippert het laatste cijfer van het getal op het scherm en kunt u met de
Menu-drukknoppen
Menu-drukknop rechts
Blader omhoog/omlaag
Hoofdmenu
te drukken. Als er nog andere bladzijden na het
het volgende menuniveau bereiken.
. De gebruiker kan door het
. Het gewenste submenu kan
Het volledige bedieningspaneeloverzicht wordt getoond op bladzijde 46. Merk op dat het menu zich linksonder in de hoek bevindt. Van daaruit kunt u het gewenste menu met de pijldrukknoppen bereiken.
Meer details per menu worden hierna beschreven.
M1
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
7
56 • vacon BEDIENINGSPANEEL
STOP
STOP
STOP
STOP
READY
I/O
term
READY
I/O term
READY
I/O term
READY
I/O term
STOP
STOP
STOP
STOP
READY
I/O term
READY
I/O term
READY
I/O term
READY
I/O
term
STOP
STOP
STOP
READY
I/O term
READY
I/O
term
READY
I/O
term
reset
enter
Browse
Press to reset
STOP
STOP
STOP
READY
I/O term
READY
I/O term
READY
I/O
term
STOP
STOP
STOP
READY
I/O term
READY
I/O
term
READY
I/O term
Figuur 7-4. Overzicht van het bedieningspaneel
I/O
READY
term
enter
Change
value
STOP
Browse
STOP
READY
I/O term
enter
Change
value
Browse
STOP
READY
I/O term
No editing!
Hz
.
7
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
BEDIENINGSPANEEL vacon 57
A
Functies in het menu
Code Functie Min Max Selectie
M1
P2
K3
F4 H5
S6
E7
Monitormenu V1.1 V1.24
Parametermenu P2.1 P2.10
Bedieningspaneel-
ctieve-foutenmenu
Foutgeschiedenis-
Systeemmenu S6.3 S6.10
Uitbreidingskaart-
menu
menu
menu
P3.1 P3.6
Toont de actieve fouten en het type Toont de foutgeschiedenislijst
E7.1 E7.2
Zie hoofdstuk 7.4.1 voor de monitorwaarden B2.1 = Basisparameters P2.2 = Ingangssignalen P2.3 = Uitgangssignalen P2.4 = Regelaarbesturing P2.5 = Verboden frequenties P2.6 = Motorbesturing P2.7 = Beveiligingen P2.8 = Auto herstart P2.9 = PID-esturing P2.10=Pomp- en ventilator­besturing Zie de Multicontrole gebruikshandleiding voor uitgebreide parameterlijsten P3.1 = Selectie van
besturingsplaats P3.2 = Bedieningspaneelreferentie P3.3 = Bed.paneeldraairichting P3.4 = Stop-drukknop actief P3.5 = PID-referentie 1 P3.6 = PID-referentie 2
S6.3 = Kopie parameters S6.5 = Veiligheid S6.6 = Bedieningspaneelinstelling S6.7 = Hardware-instelling S6.8 = Systeeminfo S6.9 = AI-bedrijf S6.10 = Veldbusparameters Parameters zijn beschreven in hoofdstuk 7.4.6 E7.1 = Slot D E7.2 = Slot E
Tabel 7-1. Hoofdmenufuncties
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
7
58 • vacon BEDIENINGSPANEEL
7.4.1
Monitormenu (M1)
U opent het Monitormenu vanuit het Hoofdmenu door op de de locatie-indicator M1 zichtbaar is op het scherm. In figuur 7-5 ziet u hoe u verder kunt bladeren door de uitlezingen. De diverse meetwaarde-uitlezingen hebben het plaatsnummer V#.# en staan vermeld in Tabel 7-2. De waarden worden iedere 0,3 seconde vernieuwd.
Het menu is alleen bedoeld voor uitlezen van signalen en meetwaarden en kan hier niet veranderd worden. Voor waardewijzigingen bij bijvoorbeeld parameters raadpleegt u hoofdstiuk 7.3.2.
Menu-drukknop rechts
te drukken als
Figuur 7-5. Monitormenu
7
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
BEDIENINGSPANEEL vacon 59
Code Signaalnaam Unit ID Omschrijving
V1.1 V1.2 V1.3 V1.4 V1.5 V1.6 V1.7 V1.8 V1.9 V1.10 V1.11 V1.12 V1.13
V1.14
V1.15 V1.16 V1.17 V1.18 V1.19 V1.20 V1.21 V1.22 V1.23 V1.24
V1.25
Uitgangsfrequentie Frequentiereferentie Motortoerental Motorstroom Motorkoppel Motorvermogen Motorspanning DC-railspanning Unittemperatuur Analoge ingang 1 Analoge ingang 2 Analoge uitgang Analoge uitgangs-
stroom1, optiekaart
Analoge uitgangs­stroom2, optiekaart
DIN1, DIN2, DIN3 DIE1, DIE2, DIE3 33 Optionele I/O-kaart: status digitale ingang RO1 34 Status relaisuitgang 1 ROE1,ROE2, ROE3 35 Optionele I/O-kaart: relaisuitgangsstatus DOE 1 36 Optionele I/O-kaart: status digitale uitgang 1 PID-referentie Actuele PID-waarde PID-foutwaarde PID-uitgang Ach1-, Ach2-, Ach3-
uitgangen Modus
Hz Hz
rpm
A % %
V
V
ºC
V
mA mA
mA
mA
% % % %
1 Frequentie naar de motor
25
2 Berekend motortoerental 3 Gemeten motorstroom 4 Berekend actueel/nominaal koppel van de motor 5 Berekend actueel/nominaal vermogen van de motor 6 Berekende motorspanning 7 Gemeten DC-railspanning
8 Koellichaamtemperatuur 13 AI1 14 AI2 26 AO1
31
32 15 Digitale ingangsstatus
20 Als percentage van de maximale procesreferentie 21 Als percentage van de maximale actuele waarde 22 Als percentage van de foutwaarde 23 Als percentage van de maximale uitgangswaarde 30 Uitgangen gebruikt in de Pomp- en Ventilatorregeling
Toont de geselecteerde instelling voor de frequentieregelaar. Deze instelling is geselecteerd in de wizard Opstarten:
0 = Geen modus geselecteerd (standaard)
66
1 = Standaard 2 = Ventilator 3 = Pomp 4 = High performance
V1.26
Motortemperatuur % 9
Tabel 7-2. Monitorsignalen
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
Berekende motortemperatuur; 1000 staat voor 100,0% = nominale motortemperatuur
7
60 • vacon BEDIENINGSPANEEL
7.4.2
Parametermenu (P2)
Parameters bepalen de reactie van de regelaar op besturingssignalen van de gebruiker. De parameterwaarden kunnen worden gewijzigd door het
Hoofdmenu
staat beschreven in Figuur 7-66.
Druk eenmaal op de de gewenste parametergroep met behulp van de drukknoppen op de
Blader omhoog/omlaag
verschillende wegen kiezen: als u op de wijzigingsmogelijkheid. Als teken hiervan gaat de parameterwaarde knipperen. U kunt nu de waarde op twee manieren wijzigen:
1 Stel de gewenste waarde in met de drukknoppen
als de plaatsindicator P2 zichtbaar is op het scherm. De waardewijzigingsprocedure
Menu-drukknop rechts
Menu-drukknop rechts
weer om de juiste parameter
om de juiste parametergroep te activeren. Gebruik de drukknoppen
om het
Menu-drukknop rechts
wijziging met de zichtbaar op het scherm.
Enter-drukknop
. Als bevestiging stopt het knipperen en is de nieuwe waarde
Parametermenu
te openen vanuit het
Parametergroepmenu (G#)
Blader omhoog/omlaag
(P#)
te activeren. Van hieruit kunt u twee
drukt, gaat u direct naar de
Blader omhoog/omlaag
te openen. Zoek
en druk
in en bevestig de
2 Druk de
Deze manier van wijziging kan handig zijn als relatief grote wijzigingen nodig zijn. Bevestig de verandering door op de
Let op: de parameter wordt pas gewijzigd als op de Enter-drukknop wordt gedrukt. Als u op de
Diverse parameters zijn geblokkerd, dat wil zeggen dat ze niet te wijzigen zijn als status van de regelaar RUN is. Als u de waarde van zo'n parameter probeert te wijzigen, verschijnt de tekst
*Locked*
De parameterwaarden kunnen ook geblokkeerd worden via een functie in menu S6 (zie hoofdstuk Parameterslot (P6.5.2)).
U kunt altijd snel terug naar het 1—2 seconden te drukken.
De basisparameters vindt u in paragraaf 8.3. U vindt de complete parameterlijst en omschrijving in de Multicontrole Gebruikshandleiding.
Vamuit de laatste parameter van een parametergroep kunt u direct teruggaan naar de eerste parameter van dezelfde groep door op de drukknop
Menu-drukknop rechts
Menu-drukknop links
op het scherm.
nogmaals in. U kunt nu de waarde wijzigen, cijfer na cijfer.
Enter-drukknop
drukt, gaat u terug naar het vorige menu.
Hoofdmenu
te drukken.
door op de
Blader omhoog
Menu-drukknop links
te drukken.
gedurende
7
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
BEDIENINGSPANEEL vacon 61
READY
STOP
I/O term
READY
STOP
STOP
I/O
term
READY
I/O term
Figuur 7-6. Parameter waarde wijzigen
STOP
STOP
READY
I/O
term
READY
I/O term
STOP
STOP
READY
I/O
term
READY
I/O term
enter
HzHzHz
nxlk17.fh8
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
7
62 • vacon BEDIENINGSPANEEL
7.4.3
Bedieningspaneel menu (K3)
In het
Bedieningspaneel Menu
, kunt u de bedieningsplaats kiezen, de paneel frequentiereferentie aanpassen, de draairichting van de motor omkeren en de functie van de stop-toets bepalen. Open het submenu met de
Menu-drukknop rechts
.
Parameters in Menu
P3.1 = Selectie van
R3.2 = Paneelreferentie
P3.3 = Paneel draairichting
P3.4 = Stopknop activeren
R3.5 = PID referentie 1
R3.6 = PID referentie 2
K3
bedieningsplaats
1 = I/O aanskuitingen 2 = Bedieningspaneel 3 = Veldbus
0 = Vooruit 1 = Omkeren 0 = Beperkte functie van Stop
1 = Stop drukknop altijd actief
Selecties
drukknop
7.4.3.1. Selectie van bedieningsplaats
Er zijn drie verschillende stuurbronnen waarmee de frequentieregelaar bestuurd kan worden. Elke bedieningsplaats heeft een "eigen" symboolindicatie op het paneelscherm :
Bedieningsplaats Symbool
I/O aansluitingen
Bedieningspaneel
Veldbus
Verander de bedieningsplaats door de plaats met de drukknoppen de
Enter-drukknop
STOP
STOP
. Zie het schema hieronder. Zie ook 7.3.3. hierboven.
READY
I/O term
READY
I/O term
Blader omhoog/omlaag
Figuur 7-7. Selectie van bedieningsplaats
I/O term
Keypad
Bus/Comm
Menu-drukknop rechts
. Bevestig de gewenste bedieningsplaats met
STOP
STOP
READY
I/O term
READY
I/O term
in te drukken. Kies de gewenste
STOP
enter
READY
I/O term
OPMERKING! Als de I/O-klemmenstrook of de veldbus als actieve bedieningsplaats is geselecteerd, kunt u de bediening met het lokale bedieningspaneel overnemen en weer aan de oorspronkelijke bedieningsplaats teruggeven door gedurende vijf seconden op te drukken.
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
7
BEDIENINGSPANEEL vacon 63
Paneel referentie
Het paneel referentie submenu (R3.2) toont en geeft de mogelijkheid de frequentie referentie met het paneel te wijzigen. Deze referentiewaarde zal niet totdat het bedieningspaneel aangewezen is als de
Let op: Het maximum verschil tussen de uitgangsfrequentie en de paneelreferentie is 6 Hz. De applicatie software bewaakt de paneelfrequentie automatisch.
Zie Figuur 7-6 voor de ingave van een referentiewaarde wijziging (drukken op de hierbij echter niet nodig).
het toerental van de motor beïnvloeden
actieve bedieningsplaats.
Enter drukkop
is
7.4.3.2. Paneel draairichting
Het paneel draairichting submenu toont en geeft de mogelijkheid om de motordraairichting bij paneelbediening om te keren. Deze instelling zal niet totdat het bedieningspaneel aangewezen is als de
Zie Figuur 7-7 voor ingave van een draairichtingswijziging.
de draairichting van de motor wijzigen
actieve bedieningsplaats.
7.4.3.3. Stop drukknop activeren
Vanaf de fabriek zal indrukken van de STOP drukknop altijd het stoppen van de motor tot gevolg hebben onafhankelijk van de gekozen bedieningsplaats. U kunt deze functie wijzigen door aan parameter 3.4 de waarde 0 toe te kennen. Als de waarde van deze parameter 0 is, kan de STOP drukknop de motor alleen stoppen als het bedieningspaneel geselecteerd is als het actieve bedieningspaneel.
Zie Figuur 7-7 voor ingave om de waarde van een parameter te wijzigen
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
7
64 • vacon BEDIENINGSPANEEL
7.4.4
Actieve-foutenmenu (F4)
Het
Actieve fouten menu
drukknop rechts
als de plaats indicatie F4 zichtbaar is op het scherm.
kan bereikt worden vanuit het
Hoofd menu
door te drukken op de
Menu-
Het actieve fouten geheugen kan maximum 10 fouten opslaan in volgorde van optreden. Het scherm kan hersteld worden door op de
Reset drukknop
status als voor de fout. De fout blijft actief totdat deze wordt hersteld met de
te drukken. De uitlezing keert terug naar dezelfde
Reset drukknop
of met
een signaal op de I/O aansluiting.
Opmerking! Verwijder externe Startsignalen voor een foutreset, dit om onverwacht herstarten te voorkomen.
Normale status, geen fouten:
7.4.4.1. Fouttypen
De NXL-frequentieregelaar onderscheidt twee verschillende typen van fouten. De reactie van de regelaar op elk fouttype is verschillend. Zie Tabel 7-3. Fouttypen.
STOP
READY
I/O
term
STOP
READY
I/O
ter m
STOP
READY
I/O
n xlk19. fh8
ter m
Figuur 7-8. Fout aanwijzing
Fout type symbool Betekenis
A
(Alarm)
Dit fouttype is een signaal van een ongebruikelijke bedrijfssituatie. Het zal de frequentieregelaar niet stoppen en vraagt het geen speciale actie. De 'A fout' blijft op het scherm gedurende 30 seconden.
F
(Fout)
Een 'F fout' stopt de frequentieregelaar direct. Actie is vereist om een herstart te kunnen maken.
Tabel 7-3. Fouttypen
7
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
BEDIENINGSPANEEL vacon 65
7.4.4.2. Foutcodes
De foutcodes, de korte foutomschrijving, de mogelijke oorzaak en mogelijke correctieve acties zijn in onderstaande tabel weergegeven. De gearceerde fouten zijn alleen A fouten. De fouten geschreven in wit op een zwarte ondergrond verschijnen afhankelijk van de progamma instelling in de applicatie. Zie parameter groep Beveiligingen.
Let op! Als u uw leverancier benaderd als gevolg van een fout, zorg er dan voor dat u de uitgelezen foutcodes en text op het display heeft opgeschreven.
Fout code
1 Overstroom Frequentieregelaar detecteert een te
2 Overspanning De DC-railspanning is hoger dan limiet
3 Aardfout De som van de fasestromen in de motor-
8 Systeem fout - Componenten fout
9 Onderspanning DC-railspanning is onder de limiet
11 Uitgangsfase
13 Frequentieregel
Fout Mogelijke oorzaak Correctie maatregel
) in de motorkabel:
n
bewaking
aar onder­temperatuur
hoge stroom (>4*I
Zeer snelle lasttoename Kortsluiting in de motorkabels Niet geschikte motor
volgens tabel 4-3.
te korte uitlooptijd spanningspieken in de voeding
kabel is niet NUL. Isolatie fout in de motorkabels of motor
- foutieve sturing
volgens tabel 4-3.
Meestal te lage voedingsspanning Frequentieregelaar interne fout
Stroommeting heeft gemeten dat er geen stroom is in een van de motorfase.
Koellichaam temperatuur is onder –10C
Controleer belasting. Controleer motor gegevens. Controleer kabels.
Verleng de deceleratie tijd.
Controleer motorkabels en motor.
Reset de fout en herstart. Indien de fout terugkeert, kontakt de
leverancier.
In geval van tijdelijke spannings­onderbreking de fout resetten en her­starten. Controleer de voedings­spanning. Indien voldoende spanning is er een interne fout. Kontakt de leverancier.
Controleer de motorkabel en motor.
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
7
66 • vacon BEDIENINGSPANEEL
14 Frequentieregela
ar over­temperatuur
15 Motor
geblokkeerd
16 Motor over-
temperatuur
17 Motor onderlast Motor onderlast beveiliging is getript.
22 EEPROM
checksom fout
24 Teller fout
25 Microprocessor
watchdog fout
29 Thermistor fout Thermistor ingang van de optiekaart heeft
Koellichaam temperatuur is boven 90C.
Overtemperatuur waarschuwing verschijnt als de koellichaam temperatuur boven 85C is.
Motor blokkeer beveiliging is actief. Controleer de motor en werktuig.
Motor oververhit berekent door het motor temperatuur model in de regelaar. Motor is thermisch overbelast.
Parameter opslag fout
Foutieve verwerking componenten fout Weergegeven waarden onjuist foutieve werking componenten fout
een te hoge motor temperatuur gemeten
Controleer de luchtstroom mogelijkheden bij eventuele inbouw .
Controleer het koellichaam op stof. Controleer de omgevingstemperatuur.
(p2.6.8) Controleer of de schakelfrequentie niet te
hoog is in relatie met de omgevings­temperatuur en motorlast.
Verminder de motorlast. Indien geen motoroverlast aanwezig, controleer de temperatuur model parameters.
Neem kontakt op met uw Leverancier
Reset de fout en herstart. Indien de fout terugkeert, kontakt
leverancier.
Controleer de motor koeling en belasting. Controleer de thermistor aansluitingen. (Indien de thermistor ingang optiekaart niet gebruikt is is dient deze overbrugd te worden)
34 Interne bus
communicatie
35 Applicatie fout Geselecteerde applicatie werkt niet. Kontakt leverancier.
39 Onderdeel
verwijderd
40 Onderdeel
onbekend
41 I GB T temperatuur IG BT uit ga ngsbrug overtemperatuur door
44 Onderdeel
veranderd
45 Onderdeel
toegevoegd
Inteferentie van buiten af of fout in hardware
Optiekaart verwijderd Vermogensdeel verwijderd.
Onbekende optiekaart of regelaar. Kontakt leverancier.
korte overstroom. Optiekaart veranderd
Optiekaart heeft een foute instelling. Optiekaart toegevoegd. Reset
Reset de fout en herstart. Indien de fout terugkeert, kontakt leverancier.
Reset.
Controleer belasting. Controleer motor vermogen. Reset.
7
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
BEDIENINGSPANEEL vacon 67
50 Analoge ingang
Iin < 4mA (geselecteerd signaalbereik 4 to 20 mA)
Stuurstroom in de analoge ingang is < 4mA.
Stuurkabel is defect of los Signaalbron defect
Contoleer het stroomcircuit
51 Externe fout Digitale ingangsfout. Digitale ingang is
geprogrammeerd als externe foutingang en deze ingang is actief
52 Paneelcommuni-
catie fout
53 Velbus fout Datacommunicatie tussen de veldbus
54 Slot fout Defecte optiekaart of insteek slot Contoleer de optiekaart en insteek slot.
55 Aktuele waarde
(proceswaarde) bewaking
De verbinding tussen het bedienings­paneel en regelaar is verbroken.
kaart en de bron is verloren
De actuele waarde is onder de instelling van wenswaarde limiet (par 2.7.23)of heeft deze overschreden (afhankelijk van par
2.7.22).
Controleer de programmering en de informatie van het aangesloten apparaat. Controleer ook de bekabeling.
Controleer paneelverbinding en kabel.
Contoleer de installatie. Als de installatie correct is neem kontakt op met uw leverancier.
Tabel 7-4. Foutcodes
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
7
68 • vacon BEDIENINGSPANEEL
7.4.5
Foutgeschiedenismenu (H5)
Het
Fout geschiedenis menu
Menu-drukknop rechts
kan bereikt worden vanuit het
Hoofd menu
door te drukken op de
als de plaats indicatie H5 zichtbaar is op het scherm.
Alle fouten worden opgeslagen in het drukknoppen
Blader omhoog/omlaag
Fout geschiedenis menu,
. Met de
Menu-drukknop links
hierin kan men bladeren met de
kunt u altijd terugkeren naar het
vorige menu .
Het geheugen van de frequentieregelaar kan maximaal 5 fouten opslaan in de volgorde van verschijnen. De laatste fout heeft de indicatie H5.1, de voorlaatste H5.2 enz. Als er meer dan 5 fouten (onopgeloste) in het geheugen staan verwijderd de eerst volgende de "
oudste
" fout uit het
geheugen.
Druk de
Enter-drukknop
voor ongeveer 2 tot 3 seconden en de gehele fout geschiedenis wordt
gereset.
READY
STOP
I/O
te rm
Figuur 7-9. Fout geschiedenis menu
READY
STOP
I/O
te rm
Push Enter to reset!
STOP
n xlk20. fh8
READY
I/O
te rm
7
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
BEDIENINGSPANEEL vacon 69
7.4.6
Systeem menu (S6)
Het
Systeem menu
rechts
als de plaats indcatie S6 zichtbaar is op het scherm.
kan bereikt worden vanuit het hoofdmenu door te drukken op de
Menu-drukknop
De basisinstellingen voor het algemene gebruik van de frequentieregelaar, zoals applicatie selectie, gebruikers afhankelijke instellingen of informatie over de hardware en software staan in het
Systeem menu
.
Hieronder vindt u een lijst van beschikbare functies in het Systeem menu.
Functies in het Systeem menu
Code Functie Min Max Unit fabriek klant Selecties
S6.3 Copy parameters
0= Selectie
1= Opslaan set 1 2= Laad set 1 3= Opslaan set 2
P6.3.1 Parameter sets
6.5 Veiligheid
P6.5.2 Parameter slot 0 1 0
6.6 Paneel instelling P6.6.1 Standaard pagina. 0 1.1 P6.6.3 Timeout tijd 5 65535 s 1200
6.7 Hardware instelling
0
P6.7.2 Ventilator besturing
P6.7.3
S6.7.4 HMI aantal pogingen 1 10 5
6.8 Systeem info S6.8.1 Teller menu
C6.8.1.1 Mwh teller KWh
C6.8.1.2 Bedrijfsdagen teller
C6.8.1.3 Bedrijfsuren teller
S6.8.2 Trip tellers
T6.8.2.1 MWh trip teller kWh
P6.8.2.2 Reset MWh trip teller
T6.8.2.3
T6.8.2.4
P6.8.2.5
S6.8.3 Software info
I6.8.3.1 Software pakket
I6.8.3.2 Systeem SW versie I6.8.3.3 Firmware interface I6.8.3.4 Systeem belasting %
HMI antwoord.
Timeout
Bedrijfsdagen trip
teller
Bedrijfsuren trip
tellers
Reset bedrijfsuren
tellers
200 5000 ms 200
hh:mm:
ss
hh:mm:
ss
hh
mm:ss
0
4= Laad set 2 5= Laad fabrieksinstelling 6= Fout 7= Wacht 8= OK
0= aanpassen mogelijk
1= aanpassen onmogelijk
0= Continu
1= Temperatuur (alleen
type MF4 en groter)
0= Geen actie
1= reset MWh trip teller
0= geen actie
1=reset T6.8.2.3,T6.8.2.4.
Bekijk info. Met Menu-
drukknop rechts
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
7
70 • vacon BEDIENINGSPANEEL
S6.8.4 Applicatie info
S6.8.4.1 Applicatie A6.8.4.1.1 Applicatie id A6.8.4.1.2 Applicatie versie A6.8.4.1.3 Firmware interface
S6.8.5 Hardware info
I6.8.5.2 Unit spanning V
I6.8.5.3 Rem chopper
S6.8.6 Opties
S6.8.6.1 Slot E OPT-
I6.8.6.1.1 Slot E Status 1 5
I6.8.6.1.2
S6.8.6.2 Slot D OPT-
I6.8.6.2.1 Slot D Status 1 5
I6.8.6.2.2
S6.9 AI modus
P6.9.1 AIA1 modus 0 1 0
P6.9.2 AIA2 modus 0 1 1
S6.10 Veldbusparameters
I6.10.1 Communicatiestatus
P6.10.2 Veldbusprotocol 1 1 1
P6.10.3 Slave addres 1 255 1 Adressen 1 – 255
P6.10.4
P6.10.5 Stop bits 0 1 0
P6.10.6 Pariteit type 0 2 0
P6.10.7
Slot E Programma
versie
Slot D Programma
versie
communicatie
snelheid
Communicatie
timeout
0 8 5
0 300 s 0
0=niet aanwezig
1=aanwezig
1= verbinding verloren
2= initialiseren 3= In bedrijf 5= Fout
1= verbinding verloren
2= initialiseren 3= In bedrijf 5= Fout
1= Spanning ingang
2= Stroom ingang
(types MF4-MF6)
1= Spanning ingang
2= Stroom ingang
0=Niet gebruikt
1=Modbus protocol
0=300 baud
1=600 baud 2=1200 baud 3=2400 baud 4=4800 baud 5=9600 baud 6=19200 baud 7=38400 baud 8=57600 baud
0=1
1=2
0=geen
1=oneven 2=even
0=Niet gebruikt
1=1 seconde 2=2 seconden, etc
Tabel 7-5. Systeem menu functies
7
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
BEDIENINGSPANEEL vacon 71
7.4.6.1 Parameters kopieeren
Het parameters kopieer submenu (S6.3) is geplaatst onder het
Systeem menu.
De Vacon NX frequentieregelaar heeft de mogelijkheid voor de gebruiker om klant parametersets op te slaan en te bewaren (alle parameters inclusief de applicatie) en om ook de fabrieksinstelingen weer terug te schrijven.
Parametersets (S6.3.1)
Op
Parameter sets bladzijde
(S6.3.1), druk de
Menudrukknop rechts
om het
Edit-menu te
openen. U kunt twee klant specifieke parameter sets opslaan of laden of terukeren naar de originele fabrieksinstelling. Bevestig e.e.a. met de
Enter-drukknop
. Wacht, tot 8 (=OK) zichtbaar wordt op het
scherm.
Figuur 7-10. Opslaan en laden van parameter set instellingen
STOP
STOP
READY
I/O
term
READY
I/O term
STOP
STOP
READY
I/O
term
READY
I/O term
enter
nxlk21.fh8
7.4.6.2 Veiligheid (paswoord)
Het veiligheidssubmenu (S6.5) onder het systeem menu heeft de functie welke de gebruiker de gelegenheid geeft om wijzigingen in de parameters te voorkomen of te blokkeren.
Parameterslot (P6.5.2)
Als het parameterslot actief is kunnen de parameter waarden
niet
gewijzigd worden.
Opmerking: deze functie kan het onbevoegd wijzigen van parameter waarden
niet definitief
voorkomen.
Open de Edit-modus door te drukken opde
omhoog/omlaag
Accepteer de wijziging met de
drukknop links
om het parameterslot te wijzigen (0 = wijziging mogelijk, 1 = wijziging onmogelijk).
Enter-drukknop
.
Menu-drukknop rechts
of keer terug naar het vorige nivo met de
. Gebruik de drukknoppen
Menu-
Blader
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
7
72 • vacon BEDIENINGSPANEEL
STOP
STOP
READY
I/O
term
READY
I/O term
STOP
STOP
READY
I/O
term
READY
I/O term
STOP
nxlk22.fh8
READY
I/O
term
Figuur 7-11. Parameter slot
7.4.6.3 Paneelinstellingen
In het submenu S6.6 onder het
Systeem menu
kunt u de werking van het bedieningspaneel verder
aan uw wensen aanpassen. Kies het Paneelinstelling submenu (S6.6). Onder het submenu staan twee bladzijden (P#) met elk
een functie waarmee u de werking van het paneel kunt aanpassen. ,
tijd (P6.6.3)
Start Pagina (P6.6.1) en Timeout
Startpagina (P6.6.1)
Hier kunt u de pagina instellen waar de uitlezing van het scherm automatisch naar teruggaat als de
Tijd-vertraging startpagina
Open het wijzigen door eenmaal op de
rechts
nog eenmaal en u bent in staat het gewenste nummer van het submenu of pagina in te voeren. Bevestig de nieuwe startpagina instelling met de de vorige stap door op de
(zie hieronder) is verlopen of de regelaar onder spanning wordt gezet.
Menu-drukknop rechts te drukken.
Menu-drukknop links
Enter-drukknop
te drukken.
Druk de
Menu-drukknop
. U kunt altijd terug naar
enter
Opmerking! Indien u een bladzijde instelt op het menu die niet bestaat zal het scherm automatisch gaan naar de laatste bladzijde van dat menu.
STOP
STOP
READY
I/O
I/O
term
READY
term
STOP
STOP
nxlk23.fh8
READY
I/O
READY
I/O
term
term
READY
STOP
CONFIRM CHANGE
enter
I/O
term
Figuur 7-12. Startpagina functie
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
7
BEDIENINGSPANEEL vacon 73
Timeout tijd (P6.6.3) (Tijdvertraging startpagina)
De Tijdvertaging startpagina definieert na hoeveel tijd de uitlezing op het scherm terugkeert naar de Start Pagina (P6.6.1), zie boven. Open het wijzigen door op de Stel de tijdvertraging in en bevestig deze met de stap door op de
Menu-drukknop links
te drukken.
Enter-drukknop
Menu-drukknop rechts
. U kunt altijd terug naar de vorige
te drukken.
STOP
READ Y
I/O
term
STOP
READY
term
I/O
ss
STOP
nx lk24. fh8
READ Y
I/O
term
CONFIRM CHANGE
enter
CANCEL
Figuur 7-13. Timeout tijd instelling (Tijdvertaging startpagina)
7.4.6.4 Hardware instellingen
In het Hardware instellingen submenu (S6.7) kunt u de instellingen van de frequentieregelaar instellingen aan uw wensen aanpassen met drie parameters:
Fan besturing, HMI bevestiging
timeout en HMI herstart.
Fan besturing (P6.7.2)
Let op! Alleen de grootste vermogens van MF3 zijn uitgerust met een koelventilator, in kleinere vermogens als de MF3 is de koelventilator een optie.
Als de koelventilator is geïnstalleerd in de MF3 draait deze continu als de spanning erop staat.
MF4 en groter: Deze functie geeft de mogelijkheid om koelventilator van de frequentieregelaar te controleren.
U kunt de ventilator continu laten draaien als de spanning ingeschakeld is of door de temperatuur laten regelen. Als voor het laatste wordt gekozen zal de ventilator automatisch inschakelen als de koellichaam temperatuur 60C bereikt. De ventiliator ontvangt een stop commando als de koellichaam temperatuur terugvalt naar 55C. Let op, de ventilator draait ongeveer nog een minuut na ontvangst van het stop commando, evenzo na wijziging van de waarde van 0 1
(Temperatuur).
(Continu)
naar
Open de Edit-modus door te drukken op de knipperen. Gebruik de drukknoppen Accepteer de wijziging met de
drukknop links
.
Enter-drukknop
Blader omhoog/omlaag
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
Menu-drukknop rechts
. De huidige instelling zal
om de ventilator instelling te wijzigen.
of keer terug in het vorige nivo met de
Menu-
7
74 • vacon BEDIENINGSPANEEL
HMI bevestig vertraging (P6.7.3)
Deze functie geeft de gebruiker de mogelijkheid om de tijd van de HMI bevestig vertragingstijd te wijzigen. Let op! Als de frequentieregelaar verbonden is met een PC via een normale kabel, moeten de fabrieksinstellingen van parametres 6.7.3 en 6.7.4 (200 en 5) niet gewijzigd worden. Als de frequentieregelaar verbonden is met een PC via een modem en er is een vertraging in mededeling transfers, dient de waarde van parameter 6.7.3 ingesteld worden volgens de vertraging als volgt: Voorbeeld:
Transfer vertraging tussen frequentieregelaar en PC = 600 ms Zet de waarde van parameter 6.7.3 op 1200 ms
(2 x 600, zend vertraging
+ ontvangst vertraging)
De corresponderende instelling dient ingegeven te worden het Misc-deel
van de file NCDrive.ini:
Retries = 5 AckTimeOut = 1200 TimeOut = 6000
Er dient rekening mee gehouden te worden onderbrekingen welke korter zijn dan de AckTimeOut­time niet toegepast kunnen worden in NC-Drive monitoring. Open de Edit-modus door te drukken op de
omhoog/omlaag
keer terug op het vorige nivo met de
om de bevestigingstijd te wijzigen. Accepteer de wijziging met de
Menu-drukknop links
Menu-drukknop rechts
.
. Gebruik de drukknoppen
Enter-drukknop
Blader
of
Figuur 7-14. HMI bevestig vertragingAantal pogingen om een HMI bevestiging te ontvangen (P6.7.4)
STOP
READY
I/O term
STOP
READY
I/O term
ss
STOP
READY
I/O term
enter
nxlk25.fh8
Met deze parameter kan men het aantal pogingen instellen om de frequentieregelaar een bevestiging te laten ontvangen indien het lukt binnen de ingestelde bevestigingstijd (P6.7.3)
Open de Edit-modus door te drukken op de getoond wordt knippert. Gebruik de drukknoppen in te stellen. Accepteer de wijziging met de de
Menu-drukknop links.
Menu-drukknop rechts
Blader omhoog/omlaag
Enter-drukknop
of keer terug naar het vorige nivo met
. De huidige waarde welke
om het aantal pogingen
7.4.6.5 Systeem informatie
In het submenu S6.8 onder het
Systeem menu
kan men de frequentieregelaar gerelateerde hard-
ware en software informatie als ook de bedienings gerelateerde informatie vinden.
Open het
Info menu
informatie bladzijden met de drukknoppen
door te drukken op de
Menu-drukknop rechts
Blader omhoog/omlaag
. U kunt nu bladeren door de
.
7
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
BEDIENINGSPANEEL vacon 75
Tellers submenu (S6.8.1)
In het
Tellers submenu
(S6.8.1) kunt u informatie vinden gerelateerd aan de frequentieregelaars bedrijfsuren, i.e. het totale aantal van MWh, bedrijfsdagen en bedrijfsuren voor zover operationeel. In tegenstelling tot het resetbare teller menu, kunnen deze tellers niet gereset worden.
Let op! De bedrijfstijdteller (dagen en uren) geeft de tijd aan die de regelaar onder spanning staat.
Bladzijde Teller
C6.8.1.1 Mwh teller C6.8.1.2 Bedrijfsdagen teller C6.8.1.3 Bedrijfsuren teller
Tabel 7-6. Teller bladzijden
Trip teller submenu (S6.8.2)
Resetbare trip tellers
(menu S6.8.2) zijn tellers van tijden die gereset kunnen worden. U heeft de
volgende herstelbare tellers tot uw beschikking:
Bladzijde Teller
T6.8.2.1 MW uren teller P6.8.2.2 Reset MW uren teller T6.8.2.3 Bedrijfsdagen teller T6.8.2.4 Bedrijfsuren teller P6.8.2.5 Reset bedrijfsuren teller
Tabel 7-7. Resetbare teller bladzijden
Let op! De triptellers geven de tijd aan die de motor draait.
Voorbeeld: Als u een resetbare bedijfsurenteller wilt resetten dient u het volgende te doen:
STOP
STOP
READY
I/O term
READY
I/O
term
STOP
STOP
READY
I/O term
READY
I/O
term
nxlk26.fh8
enter
Figuur 7-15. MW uren teller reset
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
7
76 • vacon BEDIENINGSPANEEL
Software informatie submenu (S6.8.3)
De volgende informatie kan gevonden worden in het Software informatie submenu (S6.8.3):
Bladzijde Inhoud
I6.8.3.1 Software pakket I6.8.3.2 Systeem software versie I6.8.3.3 Firmware interface I6.8.3.4 Systeem load
Tabel 7-8. Software informatie bladzijden
Applicatie informatie submenu (S6.8.4)
De volgende informatie kan gevonden worden in het Applicatie informatie submenu (S6.8.4)
Bladzijde Inhoud
A6.8.4.1 Applicatie D6.8.4.1.1 Applicatie identificatie D6.8.4.1.2 Versie D6.8.4.1.3 Firmware interface
Tabel 7-9. Applicatie informatie bladzijden
Hardware informatie submenu (S6.8.5)
De volgende informatie kan gevonden worden in het Hardware informatie submenu (S6.8.5)
Bladzijde Inhoud
I6.8.5.2 Unit spanning I6.8.5.3 Rem chopper I6.8.5.4 Remweerstand
Tabel 7-10. Hardware informatie bladzijden
Aangesloten opties submenu (S6.8.6)
De Aangesloten opties submenu (S6.8.6) tonen de volgende informatie over de optiekaarten aangesloten op de frequentieregelaar:
Bladzijde Inhoud
S6.8.6.1 Slot E Optiekaart
I6.8.6.1.1 Slot E Optiekaart status I6.8.6.1.2 Slot E Programma versie
S6.8.6.2 Slot D Optiekaart
I6.8.6.2.1 Slot D Optiekaart status I6.8.6.2.2 Slot D Programma versie
Tabel 7-11. Aaangesloten opties submenu
In dit submenu kunt u informatie vinden over de optiekaarten verbonden met de besturingskaart (zie hoofdstuk 6.2).
U kunt de status van de kaartingang controleren door het submenu te openen met de
drukknop rechts rechts
nogmaals om de status van het board te tonen. De secties worden getoond in tabel 7-5. Het
en de drukknoppen
Blader omhoog/omlaag
te gebruiken. Druk de
Menu-
Menu-drukknop
bedieningspaneel zal ook de programma versie tonen van de respectieve kaart als u op een van de drukknoppen
Blader omhoog/omlaag
drukt.
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
7
BEDIENINGSPANEEL vacon 77
Voor meer informatie over de uitbreidingskaart gerelateerde parameters, zie hoofstuk 7.3.7.
STOP
READY
I/O
term
STOP
READY
I/O
term
nxl k27. fh8
Figuur 7-16. Uitbreidingskaartinformatiemenu
7.4.6.6 AI uitvoering (modus)
De parameter P6.9.1 en P6.9.2 selecteren de analoge ingangsuitvoering. P6.9.1 verschijnt alleen in klassen MF4-MF6.
0= spanningsingang (par 6.9.1 standaard)
1= stroom ingang (par 6.9.2 standaard)
Let op! Controleer de jumper selecties op hun juistheid. Zie figuur 6-19.
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
7
78 • vacon BEDIENINGSPANEEL
7.4.7
Modbus-interface
De NXL heeft een geïntegreerde Modbus RTU-businterface. Het signaalniveau van de interface is in overeenstemming met de RS-485-norm.
RS-485 Transceiver
Regelingsterminal
RS-485 A
RS-485 B
Eindweerstand 120 X7 -> MF2-MF3 X9 -> MF4-MF6
Protocol: Modbus RTU Baudrates: 300, 600, 1200, 2400, 4800,
9600, 19200, 38700, 57600 (bit/s)
Signaalniveau: RS-485 (TIA/EIA-485-A)
Ingangsimpedantie: 2 k
7.4.7.1 Modbus RTU-protocol
Het Modbus RTU-protocol is een eenvoudig maar effectief veldbusprotocol. Een Modbus-netwerk heeft een bustopologie waarbij elk apparaat een individueel adres heeft. Via de individuele busadressen worden de opdrachten verzonden naar de afzonderlijke apparaten in het netwerk. Modbus ondersteunt ook broadcastberichten (berichten die worden ontvangen door elk apparaat op de bus). Broadcastberichten worden verzonden naar het adres '0', dat is gereserveerd voor deze berichten.
Het protocol biedt CRC-foutdetectie en pariteitscontrole voor het voorkomen van fouten tijdens de verwerking van berichten. In een Modbus-netwerk worden de gegevens asynchroon in hexadecimale modus overgebracht. Er wordt een pauze van ongeveer 3,5 tekens gebruikt als eindteken. De lengte van de pauze is afhankelijk van de gebruikte baudrate.
Functie­code
03 Read Holding Register
04 Read Input Register
06 Preset Single Register
16 Preset Multiple Register
Tabel 7-12. Modbus-opdrachten ondersteund door NXL
Functienaam Adres Broadcast-
berichten
Alle ID-nummers Nee
(Vasthoudregister lezen)
Alle ID-nummers Nee
(Invoerregister lezen)
Alle ID-nummers Ja (Enkelvoudig register vooraf instellen)
Alle ID-nummers Ja (Meervoudig register vooraf instellen)
7
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
BEDIENINGSPANEEL vacon 79
7.4.7.2 Eindweerstand
De RS-485-bus wordt afgesloten met een eindweerstand van 120 ? aan beide uiteinden. De NXL heeft een geïntegreerde eindweerstand. Deze is standaard uitgeschakeld. Zie de jumperselecties in hoofdstuk
7.4.7.3 Modbus-adresgebied
De Modbus-bus van de NXL gebruikt het ID-nummer van de applicatie als adres. De ID-nummers staan in de parametertabellen van de applicatiehandleiding.
Wanneer meerdere parameters/controlewaarden tegelijk worden gelezen, moeten ze opeenvolgend zijn. Elf adressen kunnen worden gelezen, en de adressen kunnen parameters of controlewaarden zijn.
7.4.7.4 Modbus-procesgegevens
De procesgegevens bevinden zich in een adresgebied voor veldbusregeling. De veldbusregeling is actief wanneer de waarde van parameter 3.1 (Regelingsplaats) 2 (=veldbus) is. De inhoud van de procesgegevens wordt bepaald in de applicatie. De volgende tabellen bevatten de inhoud van de procesgegevens in de multi-regelingsapplicatie.
Uitvoerprocesgegevens
Adres Modbus-register Naam Schaal Type 2101 32101, 42101 FB-status, woord - Binaire codering 2102 32102, 42102 Algemene FB-status,
woord
2103 32103, 42103 Werkelijke FB-snelheid 0,01 % 2104 32104, 42104 Motorsnelheid 0,01 +/- Hz 2105 32105, 42105 Motorsnelheid 1 +/- Rpm 2106 32106, 42106 Motorstroom 0,1 A 2107 32107, 42107 Motorkoppel 0,1 +/- % (van nominaal) 2108 32108, 42108 Motorvermogen 0,1 +/- % (van nominaal) 2109 32109, 42109 Motorspanning 0,1 V 2110 32110, 42110 Gelijkspanning 1 V 2111 32111, 42111 Actieve storing - Storingscode
- Binaire codering
Invoerprocesgegevens
Adres Modbus-register Naam Schaal Type 2001 32001, 42001 FB-regeling, woord - Binaire codering 2002 32002, 42002 Algemene FB-regeling, woord - Binaire codering 2003 32003, 42003 Referentie FB-snelheid 0,01 % 2004 32004, 42004 Referentie PID-regeling 0,01 % 2005 32005, 42005 Werkelijke PID-waarde 0,01 % 2006 32006, 42006 - - ­2007 32007, 42007 - - ­2008 32008, 42008 - - ­2009 32009, 42009 - - ­2010 32010, 42010 - - ­2011 32011, 42011 - - -
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
7
80 • vacon BEDIENINGSPANEEL
Statuswoord
15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
- - - - - - - - F Z AREF W FLT DIR RUN RDY
statuswoord
Het
bevat informatie over de status van het apparaat en berichten. Dit
statuswoord
bestaat uit 16 bits. De volgende tabel bevat de betekenis van deze bits:
Werkelijke snelheid
15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
MSB LSB
Dit is de werkelijke snelheid van de frequentieregelaar. De schaal is -10000...10000. In de applicatie is de waarde een percentage van het frequentiegebied
tussen de ingestelde minimum- en maximumfrequentie.
Regelingswoord
15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
- - - - - - - - - - - - - RST DIR RUN
In Vacon-applicaties worden de eerste drie bits van het regelingswoord gebruikt voor het regelen van de frequentieregelaar. U kunt de inhoud van het regelingswoord echter aanpassen aan uw eigen applicaties omdat het woord ongewijzigd wordt verzonden naar de frequentieregelaar.
Snelheidsreferentie
15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
MSB LSB
Dit is referentiewaarde 1 voor de frequentieregelaar. Wordt doorgaans gebruikt als snelheidsreferentie. U kunt een schaal van -10000...10000 instellen. In de applicatie is de waarde een percentage van het frequentiegebied tussen de ingestelde minimum- en maximumfrequentie.
Bitdefinities
Beschrijving Bit
Waarde = 0 Waarde = 1
RUN Stop Actief DIR Rechtsom Linksom RST De stijgende flank van deze bit herstelt de actieve storing. RDY Frequentieregelaar is niet gereed. Frequentieregelaar is gereed. FLT Geen storing. Storing actief. W Geen waarschuwing. Waarschuwing actief. AREF Stijging De referentiewaarde voor de snelheid is
bereikt.
Z - De frequentieregelaar heeft de snelheid
nul.
F - Het fluxsysteem is gereed.
7
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
BEDIENINGSPANEEL vacon 81
7.4.7.5 Veldbus parameters
De parameters van het Modbus protocol zijn kort beschreven hier. Voor verdere informatie dient u het Vacon NX Modbus Optiekaart gebruikers handboek na te lezen. Bezoek http://www.vacon. com/support/nxdocuments.html.
Uitbreidingskaart communicatie status (I6.10.1)
MET DEZE FUNCTIE KUNT U DE STATUS VAN DE RS 485 BUS NAKIJKEN. ALS DE BUS NIET INGEBRUIK IS, IS DE
WAARDE 0.
xx.yyy
xx = 0 – 64 (Number of messages containing errors) yyy = 0 – 999 (Number of messages received correctly)
Veldbus protocol (P6.10.2)
Met deze functie kan men het veldbus communicatie protocol selecteren.
0 = Niet gebruikt 1 = Modbus protocol
Hulpadres (P6.10.3)
Plaats hier het hulpadres voor het modbus protocol. U kunt het adres instellen tussen 1 en 255.
Baud rate (P6.10.4)
Selecteer de gebruikte baud rate met de modbus communicatie.
0 = 300 baud 1 = 600 baud 2 = 1200 baud 3 = 2400 baud 4 = 4800 baud 5 = 9600 baud 6 = 19200 baud 7 = 38400 baud 8 = 57600 baud
Stop bits (P6.10.5)
Zet hier het aantal gebruikte stop bits in de Modbus communicatie
0 = 1 stop bit 1 = 2 stop bits
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
7
82 • vacon BEDIENINGSPANEEL
Gelijkheidstype (P6.10.6)
Hier kan u het type van gelijkheid controleren gebruikt bij de modbus communicatie.
0 = Geen 1 = Even 2 = Oneven
Communicatie vertraging (P6.10.7)
Als de communicatie tussen twee berichten langer verbroken is dan de ingestelde parameter tijd zal een communicatie fout gestart worden. Als de waarde van de parameter 0 is, is de functie niet gebruikt.
0 = Niet gebruikt 1 = 1 seconde 2 = 2 seconden, etc
7.4.8
Uitbreidingskaart menu (E7)
Het
Uitbreidingskaart menu
uitbreidingskaarten aangesloten zijn met de besturingskaart 2) en tevens om de parameters welke instelbaar zijn van de uitbreidingskaart uit te lezen en eventueel te wijzigen.
Ga naar het volgende menu niveau (E#) met de waarden bekijken en aanpassen volgens de beschrijving in hoofdstuk 7.3.2.
7.5 Verdere bedieningsfuncties
Het bedieningspaneel van de Vacon NXL bevat extra applicatie-gerelateerde functies. Zie Vacon Multicontrole Gebruikshandleiding voor meer informatie.
maakt het mogelijk voor de gebruiker, 1) om te zien welke
Menu-drukknop rechts
. Hier kunt u de parameter
7
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
INBEDRIJFNAME vacon 83
8. INBEDRIJFNAME
8.1 Veiligheid
Alvorens in bedijf te stellen lees de volgende aanwijzingen en waarschuwingen:
WARNING
Componenten en printkaarten van de frequentieregelaar (behalve de
1
galvanisch gescheiden I/O aansluitingen) staan onder spanning als de Vacon NXL aangesloten is op het net. Aanraking van deze spanning is levensgevaarlijk en kan ernstige verwondingen veroorzaken.
De motorklemmen U, V, W en de DC-rail/remweerstand klemmen –/+
2
staan onder spanning als de Vacon NXL is aange-sloten op het net, ook al draait de motor niet.
De besturings I/O-aansluitingen zijn geïsoleerd van het netwerk
3
potentiaal. Echter, de relais uitgangen en andere I/O-aansluitingen kun­nen een gevaarlijke aangesloten stuurspanning hebben ook al is de Vacon NXL afgesloten van het netwerk.
Maak geen aansluitingen of verricht geen metingen terwijl de frequentie-
4
regelaar nog aangesloten is op het net. Na afschakeling van de frequentieregelaar van het netwerk, wacht tot dat
5
de ventilator is gestopt en het scherm van het paneel uitgaat (indien geen paneel is gemonteerd, zie de lampjes de paneelhouder). Wacht hierna nog 5 minuten voor enig werk te verrichten aan de Vacon NXL. Open zelfs het deksel niet voor dat deze tijd voorbij is.
Voordat de frequentieregelaar op het net wordt aangesloten controleer of
6
de Vacon NXL deksels en kabelaansluitingen geplaatst zijn. De heatsinks van types MF2 en MF3 kunnen heet worden wanneer de
7
HOT SURFACE
8.2 Inbedrijfname van de frequentieregelaar
1 Lees aandachtig de veiligheidsvoorschriften van
2 Na installatie, controleer:
- of de frequentieregelaar en motor geaard zijn.
- of de voedings- en motorkabels voldoen aan de voorschriften van hoofdstuk 6.1.1.
- of de kabelloop van de besturingskabels gescheiden is van de vermogenskabels
- En voor optiekaarten: of de gemeenschappelijke ingangen van digitale
(zie hoofdstuk 6.1.2, stap 3), de afscherming van de afgeschermde kabels aangesloten
zijn op de veiligheidsaarde componenten raken van de frequentieregelaar.
ingangsgroepen aangesloten zijn op de +24V of aarde van de I/O aansluitingen of een externe voeding.
frequentieregelaar in gebruik is. Kontakt met de heatsink kan brandwonden veroorzaken.
. De draden mogen tijdens de installatie geen electrische
hoofdstuk 1
en
hierboven
en volg ze op.
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
8
84 • vacon INBEDRIJFNAME
3 Controleer de kwaliteit en kwantiteit van de koellucht (hoofdstuk 5.2).
4 Controleer op mogelijke condensvorming binnen de frequentieregelaar.
5 Controleer of alle Start/Stop signalen op de I/O klemmen op Stop staan.
6 Sluit de frequentieregelaar aan op het net.
7 Stel de parameters van groep 1 in volgens de wens van uw applicatie. Tenminste
de volgende parameters dienen ingesteld te worden:
- motor nominale spanning
- motor nominale frequentie
- motor nominaal toerental
- motor nominale stroom
U vindt deze waarden op het motortypeplaatje.
OPMERKING: u kunt ook de wizard Opstarten uitvoeren. Zie hoofdstuk 7.3 voor meer informatie.
8 Voer test uit zonder motor
Voer Test A of Test B uit:
A Besturing vanuit de I/O aansluitingen:
a)
Zet de Start/Stop schakelaar in de AAN positie.
b)
Verander de frequentiereferentie (potentiometer)
c)
Controleer in het de wijziging van de frequentiereferentie.
d)
Zet de Start/Stop swchakelaar in de UIT positie.
B Besturing met het besturingspaneel:
a)
Verander de besturing van de I/O aansluitingen naar het paneel volgens het advies van hoofdstuk 7.4.3.1
b)
Druk op de Start drukknop op het paneel
c)
Schakel over op het Bediening menu en het Besturings Referentie submenu (Chapter 0) en wijzig de frequentiereferentie met de drukknoppen Blader omhoog/omlaag.
-
+
.
Monitormenu (M1)
dat de waarde Uitgangsfrequentie wijzigt volgens
start
.
8
d)
Controleer het
Monitormenu (M1)
dat de waarde van de uitgangsfrequentie wijzigt
volgens de wijziging van de frequentiereferentie.
e)
Druk op de Stop drukknop op het paneel
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
stop
.
INBEDRIJFNAME vacon 85
9 Voer de functietesten zonder motor uit indien dit mogelijk is. Indien dit niet mogelijk
is bewaak dan altijd de veiligheid en informeer uw collega’s voor het beproeven.
a)
Schakel de voeding uit en wacht totdat de totdat de regelaar spanningsloos is zoals geadviseerd in hoofdstuk 8.1, stap 5.
b)
Sluit de motorkabels aan op de motor en de motoraansluitklemmen van de frequentieregelaar.
c)
Controleer of alle Start/Stop schakelaars in de Stop positie staan.
d)
Schakel de voedingsspanning AAN
e)
Herhaal test 8A of 8B
10 Koppel de motor met het werktuig of process (als de test was uitgevoerd zonder gekopplde
motor)
a)
Overtuig uzelf voor het starten dat dit veilig gedaan kan worden.
.
b)
Informeer uw collega’s over de test.
c)
Herhaal test 8A of 8B.
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
8
86 • vacon INBEDRIJFNAME
8.3 Basis parameters
Op de volgende paginas vindt u de parameters welke noodzakelijk zijn voor de inbedrijfname van de frequentie regeling. Een omschrijving van deze, en andere speciale parameters staan in de Multicontrole Gebruikshandleiding.
Let op! Als u de speciale parameters wil wijzigen moet u de waarde van par. 2.1.22 op 0 stellen.
Kolom verklaringen: Code = Locatie indicatie van het panel; Toont het actuele parameter nummer. Parameter = Naam van de parameter Min = Minimumwaarde van de parameter Max = Maximumwaarde van de parameter Unit = Eenheid van de parameter; Alleen als deze beschikbaar is Default = Fabrieksinstelling Cust = klant eigen instelling ID = ID nummer van de parameter (gebruiikt voor PC’s) = Op de parameter code: parameter waarde kan alleen worden veranderd nadat de
FC is gestopt.
8.3.1
Uitlezingen (bedien paneel: menu M1)
De monitor waarden zijn de actuele waarden van de parameters en signalen alsmede de meetingen. Monitorwaarden kunnen niet worden gewijzigd. Zie hoofdstuk 7.4.1 voor meer informatie.
Code Parameter Unit ID Description
V1.1 Uitgangsfrequentie Hz 1 Frequentie naar de motor V1.2 Frequentiereferentiereferentie Hz 25 Frequentie referentie V1.3 Motor toerental rpm 2 Berekende motor snelheid V1.4 Motor stroom A 3 Gemeten motor stroom V1.5 Motor koppel % 4 Berekend motor koppel/nom. koppel van de unit V1.6 Motor vermogen % 5 Berekend vermogen/nom. Vermogen van de unit V1.7 Motor spanning V 6 Berekende motor spanning V1.8 DC-rail spanning voltage V 7 Berekende DC-link spanning
V1.9 Unit temperatuur ºC 8 Heat sink temperatuur V1.10 Analoge ingang 1 V 13 AI1 V1.11 Analoge ingang 2 14 AI2 V1.12 Analoge uitgang current 26 AO1 V1.13 Analoge uitgangs-stroom1, optiekaart mA 31 Analoge uitgang stroom 1, optiekaart V1.14 Analoge uitgangs- stroom2, optiekaart mA 32 Analoge uitgang stroom 2, optiekaart V1.15 DIN1, DIN2, DIN3 15 Digitale ingang status V1.16 DIE1, DIE2, DIE3 33 Optionele I/O-kaart: Digitale ingang status V1.17 RO1 34 Relais utigang 1 status V1.18 ROE1,ROE2, ROE3 35 Optionele I/O-kaart: Relais uitgang status V1.19 DOE 1 36 Optionele I/O-kaart: Relais uitgang status V1.20 PID Referentie % 20 In procenten van de maximum frequentie V1.21 PID Actuele waarde % 21 In procenten van de maximum actuele waarde V1.22 PID fout waarde % 22 In procenten van de maximum fout waarde V1.23 PID uitgang % 23 In procenten van de maximum uitgangs waarde V1.24 Ach1,Ach2,Ach3 uitgangen 30 Uitgangen gebruikt in de Pomp en Ventilatorregeling
Toont de geselecteerde instelling voor de frequentie­regelaar. Deze instelling is geselecteerd in de wizard
V1.25 Modus 66
V1.26 Motortemperatuur % 9
Opstarten: 0 = Geen modus geselecteerd (standaard), 1 = Standaard, 2 = Ventilator, 3 = Pomp 4 = High performance Berekende motortemperatuur; 1000 staat voor 100,0% = nominale motortemperatuur
Tabel 8-1. Monitoring waarden
8
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
INBEDRIJFNAME vacon 87
8.3.2
Basis parameters (bediening paneel: Menu P2 P2.1)
Code Parameter Min Max Unit Default Cust ID Note
P2.1.1 Min frequentie 0,00 Par. 2.1.2 Hz 0,00 101
P2.1.2 Max frequentie Par. 2.1.1 320,00 Hz 50,00
P2.1.3 Acceleratie Tijd 1 0,1 3000,0 s 1,0 103 Acceleratie tijd
P2.1.4 Deceleratie tijd 1 0,1 3000,0 s 1,0 104 Deceleratie tijd
P2.1.5 Stroom limiet 0,1 x IL 1,5 x IL A IL
P2.1.6
P2.1.7
P2.1.8
P2.1.9
P2.1.10
P2.1.11 Start functie 0 1 0
P2.1.12 Stop functie 0 1 0
P2.1.13 U/f optimimalisering 0 1 0
P2.1.14 I/O referentie 0 5 0
P2.1.15 AI2 signaal bereik 1 2 2
Nom. Spanning van
de motor
Nom. Frequentie
van de motor
Nom. Toerental van
de motor
Nom. stroom van
de motor
Motor cos
180 690 V
30,00 320,00 Hz 50,00
300 20 000 rpm 1440
0,3 x I
0,30 1,00 0,85
1,5 x IL A I
L
NXL2:230V NXL5:400V
L
Let op: als f synchroon motor snelheid
102
kontrolleer dan of de motor en frequentieregelaar hiervoor geschikt zijn.
Let op: deze formulas zijn van toepassing tot en met frame
107
MF3. kontakt de fabriek voor grotere frames.
110
Controleer de type plaat van
111
de motor. De fabrieks instelling geldt
112
voor een 4-polige motor Controleer de type plaat van
113
de motor Controleer de type plaat van
120
de motor 0=Helling 1=Vliegende start
505
2=Conditionele vliegende start 0=Uitloop
506
1=Helling 0=Niet in gebruik
109
1=Automatische koppel versterking 0=AI1 1=AI2 2=Bedien panel referentie
117
3=Veldbus referentie (Fb toeren referentie) 4=Motor potentiometer 5=Selectie van AI1/AI2 Niet gebruikt als AI2 gebruiker instelling min > 0% of AI2 gebruiker instelling max. < 100%
390
1=0mA – 20mA 2=4mA – 20mA 3=0V – 10V 4=2V – 10V
max
> dan de
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
8
88 • vacon INBEDRIJFNAME
P2.1.16
Analoge uitgang
functie
0 12 1
P2.1.17 DIN2 functie 0 10 1
P2.1.18 DIN3 functie 0 17 6
P2.1.19 Constant toerental 1 0,00 Par. 2.1.2 Hz 10,00 P2.1.20 Constant toerental 2 0,00 Par. 2.1.2 Hz 50,00
P2.1.21
Automatische
herstart
0 1 0
P2.1.22 Parameter slot 0 1 0
Tabel 8-2. Basis parameters P2.1
0=Niet gebruikt 1=Uitgang freq. (0—f
max
2=Freq. referentie (0—f
)
max
)
3=Motor toerental (0—Motor
nom. toerental) 4=Uitgangstroom(0-- I 5=Motor koppel(0—T
307
6=Motor vermogen(0--P 7=Motor spanning (0--U
nMotor
nMotor
)
nMotor
nMotor
)
)
)
8=DC-link spanning (0—
U
)
nMotor
9=PI controller ref. waarde 10=PI contr.act. waarde 1 11=PI contr. Fout waarde 12=PI controller uitgang
0=Niet geberuikt 1=Start linksom 2=omkeren 3=Stop puls 4=Externe fout, cc 5=Externe fout, oc
319
6=Start blokeering 7=Vaste snelheid 2 8= Motor pot. UP (cc) 9= Disable PID (Direct freq.
referentie) 10=Interlock 1 0=Niet gebruikt 1=omkeren 2=Externe fout, cc 3=Externe fout, oc 4=Fout reset 5=Start blokeering 6=Vaste snelheid 1 7=Vaste snelheid 2 8=DC-rem commando 9=Motor pot. Hoger (cc)
301
10=Motor pot. Lager (cc) 11=Blokeer PID (PID control
selection)
12=PID Bedienpaneel ref. 2
selectie 13=Interlock 2 14=Thermistoringang Zie hoofdstuk. 6.2.5 15=Kracht-rp naar I/O 16=Kracht-rp naar veldbus 17=Selectie van AI1/AI2
105 106
0=Niet gebruikt
731
1=gebruikt 0=Alle parameters en menus
115
zichtbaar
1=Alleen groep P2.1 en menus
M1 – H5 zichtbaar
8
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
OPTIEKAART OPT-AI vacon • 89
9. FOUTZOEKEN
Als een interne of externe fout wordt gesignaleerd door de frequentieregelaar zal de frequentieregelaar stoppen en het symbool F samen met het nummer van de fout en een korte foutomschrijving op het scherm verschijnen. De fout kan gereset worden met de
Reset drukknop
op het bedienings paneel of via de I/O aansluitingen. De fouten worden in het Foutgeschiedenismenu (H5) opgeslagen welke uitgelezen kan worden. De verschillende foutcodes vindt u in de tabel hier onder.
De foutcodes, de korte foutomschrijving, de mogelijke oorzaak en mogelijke correctieve acties zijn in onderstaande tabel weergegeven. De gearceerde fouten zijn alleen A fouten. De fouten geschreven in wit op een zwarte ondergrond verschijnen afhankelijk van de progamma instelling in de applicatie. Zie parameter groep Beveiligingen.
Let op! Als u uw leverancier benaderd als gevolg van een fout, zorg er dan voor dat u de uitgelezen foutcodes en text op het display heeft opgeschreven.
Fout code
1 Overstroom Frequentieregelaar detecteerd een te
2 Overspanning De DC-railspanning is hoger dan limiet
3 Aardfout De som van de fasestromen in de motor-
8 Systeem fout - Componenten fout
9 Onderspanning DC-railspanning is onder de limiet
11 Uitgangsfase
13 Frequentierege
Fout Mogelijke oorzaak Correctie maatregel
) in de motorkabel:
n
bewaking
laar onder­temperatuur
hoge stroom (>4*I
Zeer snelle lasttoename Kortsluiting in de motorkabels Niet geschikte motor
volgens tabel 4-3.
te korte uitlooptijd spanningspieken in de voeding
kabel is niet NUL. isolatie fout in de motorkabels
- foutieve sturing
volgens tabel 4-3.
Meestal te lage voedingsspanning Frequentieregelaar interne fout
Stroommeting heeft gemeten dat er geen stroom is in een van de motorfase.
Koellichaam temperatuur is onder –10C
Controleer belasting. Controleer motor gegevens. Controleer kabels.
Verleng de deceleratie tijd.
Controleer motorkabels en motor.
Reset de fout en herstart. Indien de fout terugkeert, kontakt de leverancier.
In geval van tijdelijke spannings­onderbreking de fout resetten en her­starten. Controleer de voedings­spanning. Indien voldoende spanning is er een interne fout. Kontakt de leverancier.
Controleer de motorkabel en motor.
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
9
90 • vacon OPTIEKAART OPT-AI
14 Frequentierege
laar over­temperatuur
15 Motor
geblokkeert
16 Motor over-
temperatuur
17 Motor
onderlast
EEPROM
22
24 Teller fout
25
29 Thermistor fout Thermistor ingang van de optiekaart
checksom fout
Microprocessor watchdog fout
Koellichaam temperatuur is boven 90C.
Overtemperatuur waarschuwing ver­schijnt als de koellichaam temperatuur boven 85C is.
Motor blokkeer beveiliging is actief. Controleer de motor en werktuig.
Motor oververhit berekent door het motor temperatuur model in de regelaar. Motor is thermisch overbelast.
Motor onderlast beveiliging is getript.
Parameter opslag fout
Foutieve verwerking componenten fout Weergegeven waarden onjuist foutieve werking componenten fout
heeft een te hoge motor temperatuur gemeten
Controleer de luchtstroom mogelijkheden bij eventuele inbouw .
Controleer het koellichaam op stof. Controleer de
omgevingstemperatuur.(p2.6.8) Controleer of de schakelfrequentie niet
te hoog is in relatie met de omgevings­temperatuur en motorlast.
Verminder de motorlast. Indien geen motoroverlast aanwezig, controleer de temperatuur model parameters.
Neem kontakt op met uw Leverancier
Reset de fout en herstart. Indien de fout terugkeert, kontakt leverancier.
Controleer de motor koeling en belasting. Controleer de thermistor aansluitingen. (Indien de thermistor ingang optiekaart niet gebruikt is is dient deze overbrugd te worden)
34 Interne bus
communicatie
35 Applicatie fout Geselecteerde applicatie werkt niet. Kontakt leverancier.
39 Onderdeel
verwijderd
40 Onderdeel
onbekend
41 I GB T temperatuur IG BT uitgangsbrug overtemperatuur
44 Onderdeel
veranderd
Inteferentie van buiten af Of fout in hardware
Optiekaart verwijderd Vermogensdeel verwijderd.
Onbekende optiekaart of regelaar. Kontakt leverancier.
door korte overstroom. Optiekaart veranderd
Optiekaart heeft een foute instelling.
Reset de fout en herstart. Indien de fout terugkeert, kontakt leverancier.
Reset.
Controleer belasting. Controleer motor vermogen. Reset.
9
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
OPTIEKAART OPT-AI vacon • 91
45 Onderdeel
toegevoegd
50 Analoge ingang
Iin < 4mA (geselecteerd signaalbereik 4 to 20 mA)
Optiekaart toegevoegd. Reset
Stuurstroom in de analoge ingang is < 4mA.
Stuurkabel is defect of los Signaalbron defect
Controleer het stroomcircuit
51 Externe fout Digitale ingangsfout. Digitale ingang is
geprogrammeerd als externe foutingang en deze ingang is actief
52 Bedienings
communicatie fout
53 Velbus fout Datacommunicatie tussen de veldbus
54 Slot fout Defecte optiekaart of insteek slot Controleer de optiekaart en insteek slot.
55 Actuele waarde
bewaking
De verbinding tussen het bedienings­paneel en regelaar is verbroken.
kaart en de bron is verloren
De actuele waarde is onder de instelling van wenswaarde limiet (par 2.7.23) of heeft deze overschreden (afhankelijk van par 2.7.23).
Controleer de programmering and de informatie van het aangesloten apparaat. Controleer ook de bekabeling.
Controleer paneelverbinding en kabel.
Controleer de installatie. Als de installatie correct is neem kontakt op met uw leverancier.
Tabel 9-1. Foutcodes
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
9
92 • vacon OPTIEKAART OPT-AA
10. BESCHRIJVING VAN UITBREIDINGSKAART OPT-AA
Beschrijving: optionele I/O-kaart met een relaisuitgang, een open collectoruitgang en drie digitale ingangen
Toegestaan slots: Vacon NXL kaart slot E Type ID: 16705 Klemmen: Twee aansluitklemmen blokken; Schroef klemmen (M2.6 en M3); geen
kodering
Jumpers: Geen Kaart parameters: Geen
I/O Klemmen op OPT-AA
Terminal Parameter
setting
X3
1 +24V Stuurhulpspanning; Spanning voor schakelaars etc, max. 150 mA 2 GND Aarde voor besturing, bv. Voor +24 V en DO 3 DIN1 DIGIN:x.1 Digitale ingang 1 4 DIN2 DIGIN:x.2 Digitale ingang 2 5 DIN3 DIGIN:x.3 Digitale ingang 3 6 DO1 DIOUT:x.1 Open collector uitgang, 50mA/48V
X5
24 RO1/NC DIOUT:x.2
25 RO1/C 26 RO1/NO
Tabel 10-1. I/O klemmen van optiekaart OPT-AA
Let op! Het +24 V stuurspanning klemmen kunnen gebruikt worden de de besturing module van een exterene voeding te voorzien. (Maar niet de Vermogensmodule).
Description
Relais uitgang 1 (NO) Schakel capaciteit: 24VDC/8A 250VAC/8A 125VDC/0,4A
10
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
OPTIEKAART OPT-AI vacon • 93
11. BESCHRIJVING VAN OPTIEKAART OPT-AI
Beschrijving: I/O-uitbreidingskaart met één relaisingang (NO), drie digitale ingangen en een
thermistoringang voor Vacon NXL-frequentieregelaars
Toegestane slots: Vacon NXL kaart slot E Type-ID: 16713 Klemmen: Drie klemmenblokken; schroefklemmen; geen codering Jumpers: Geen Kaartparameters: Geen
Nederland: Email: info@vacon.nl Belgie : Email: info@vacon.be
11
94 • vacon OPTIEKAART OPT-AI
I/O Klemmen op OPT-AI Klem Parameter-
instelling
X4
12 +24V Uitgangsvoltage voor besturing; voltage voor schakelaars enz.,
13 GND Aarde voor besturing, bijv. voor +24 V en DO 14 DIN1 DIGIN:B.1 Digitale ingang 1 15 DIN2 DIGIN:B.2 Digitale ingang 2 16 DIN3 DIGIN:B.3 Digitale ingang 3
X2
25 RO1/
Algemeen
26 RO1/
Normaal open
X3
28 TI+ DIGIN:B.4 Thermistoringang; schakelweerstand = 4,7 k (PTC) 29 TI-
Tabel 11-1. I/O-klemmen van kaart OPT-AI
DigOUT:B.1
Beschrijving
max. 150 mA
Relais uitgang 1 (NO) Schakel capaciteit: 24VDC/8A 250VAC/8A
125VDC/0,4A
Let op! Het +24 V stuurspanning klemmen kunnen gebruikt worden de de besturing module van een exterene voeding te voorzien. (Maar niet de Vermogensmodule).
11
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
Find your nearest Vacon office
on the Internet at:
www.vacon.com
Manual authoring: documentation@vacon.com
Vacon Plc. Runsorintie 7 65380 Vaasa Finland
Subject to change without prior notice © 2014 Vacon Plc.
Document ID:
Rev. A
Loading...