Danfoss VACON NXL Application guide [nl]

Danfoss VACON NXL Application guide

VACON®NXL

AC-FREQUENTIEREGELAARS

MULTICONTROLE GEBRUIKSHANDLEIDING

vacon • 1

VACON MULTICONTROLE APPLICATIE (SOFTWARE ALFIFF20)

 

VER. 3.45

 

INDEX

 

 

1.

Introductie .......................................................................................................................

2

2.

Besturingssignalen I/O ....................................................................................................

3

3.

Multicontrole Applicatie – Parameterlijst ........................................................................

4

3.1

Uitlezingen (Bedieningspaneel: menu M1) ...............................................................................

4

3.2

Basisparameters (Bedieningspaneel: Menu P2 P2.1)..........................................................

5

3.3

Ingangssignalen (Bedieningspaneel: Menu P2 P2.2) ...........................................................

7

3.4

Uitgangssignalen (Bedieningspaneel: Menu P2 P2.3) .........................................................

9

3.5

Parameters regelaarbesturing (Bedieningspaneel: Menu P2 P2.4)..................................

10

3.6

Verboden frequentieparameters (Bedieningspaneel: Menu P2 P2.5) ...............................

10

3.7

Motorbesturingsparameters (Bedieningspaneel: Menu P2 P2.6)......................................

11

3.8

Beveiligingen (Bedieningspaneel: Menu P2 P2.7)..............................................................

12

3.9

Auto-herstart parameters (Bedieningspaneel: Menu P2 P2.8) .........................................

13

3.10

PID-referentieparameters (Bedieningspaneel: Menu P2 P2.9) .........................................

13

3.11

Parameters voor pompen ventilatorbesturing (Bedieningspaneel: Menu P2 P2.10)......

14

3.12

Bedieningspaneelbesturing (Bedieningspaneel: Menu K3)....................................................

15

3.13

Systeemmenu (Bedieningspaneel: Menu S6) .........................................................................

15

3.14

Uitbreidingskaarten (Bedieningspaneel: Menu E7)................................................................

15

4.

Omschrijving van de parameters ...................................................................................

16

4.1

BASISPARAMETERS ...............................................................................................................

16

4.2

INGANGSIGNALEN..................................................................................................................

21

4.3

UITGANGSSIGNALEN..............................................................................................................

25

4.4

REGELAARBESTURING...........................................................................................................

29

4.5

VERBODEN FREQUENTIES .....................................................................................................

32

4.6

MOTORBESTURING.................................................................................................................

33

4.7

BEVEILIGINGEN ......................................................................................................................

36

4.8

AUTO-HERSTART PARAMETERS............................................................................................

44

4.9

PID-REFERENTIEPARAMETERS.............................................................................................

45

4.10

POMPEN VENTILATORBESTURING .....................................................................................

52

4.11

PARAMETERS VOOR BEDIENINGSPANEELBESTURING........................................................

61

5.

Logica van besturingssignalen in de Multicontrole Applicatie.......................................

62

Nederland: Email: info@vacon.nl

 

Belgie: Email: info@vacon.be

1

 

2 • vacon

INTRODUCTIE

Multicontrole Applicatie

1.INTRODUCTIE

De Multicontrole Applicatie voor de Vacon NXL gebruikt directe frequentiereferenties van de analoge ingang 1 als basisinstelling. Er kan echter een PID-regelaar worden gebruikt voor pompen ventilatortoepassingen. Dit levert veelzijdige interne metingen en instelfuncties. Als de frequentieregelaar in bedrijf wordt gesteld, is de enig zichtbare parametergroep B2.1 (Basisparameters). De speciale parameters kunnen worden gezocht en ingelezen na wijziging van de waardeparameter 2.1.22 (Parameter verbergen). De directe frequentiereferentie kan worden gebruikt voor regeling zonder de PID-regelaar en kan worden geselecteerd via de analoge ingangen, veldbus, bedieningspaneel, vooringestelde snelheden of een motorpotentiometer. Speciale parameters voor pompen ventilatorbesturing (groep P2.10) kunnen worden gezocht en ingelezen nadat de waarde van parameter 2.9.1 is gewijzigd in 2 (Pompen ventilatorbesturing geactiveerd). De referentie voor de PID-regelaar kan worden geselecteerd via de analoge ingangen, veldbus, PIDbedieningspaneel referentie 1 of door PID-bedieningspaneel referentie 2 in te schakelen via de digitale ingang. De actuele waarde van de PID-regelaar kan worden geselecteerd via de analoge ingangen, de veldbus of de actuele waarde van de motor. De PID-regelaar kan ook worden gebruikt als de frequentieregelaar wordt bestuurd via de veldbus of het bedieningspaneel.

Digitale ingangen DIN2, DIN3, (DIN4) en optische digitale ingangen DIE1, DIE2, DIE3 zijn vrij programmeerbaar.

Interne en optionele digitale/relaisuitgangen en analoge uitgangen zijn vrij programmeerbaar.

Analoge ingang 1 kan worden geprogrammeerd als stroomingang, spanningsingang of digitale ingang DIN4.

Opmerking! Als de analoge ingang 1 is geprogrammeerd als DIN4 met parameter 2.2.6 (Signaalbereik AI1), controleer dan of de jumperselecties (Figuur 1- 1) goed staan.

Extra functies:

De PID-regelaar kan worden gebruikt van de I/O van bedieningsplaatsen, bedieningspaneel en veldbus

Slaapfunctie

Actuele waarde bewakingsfunctie: volledig programmeerbaar; uit, waarschuwing, fout

Programmeerbare signaallogica voor Starten/Stoppen en Achteruit

Referentieschaling

2 vooringestelde toerentallen

Analoge selectie ingangsbereik, signaalschaling, inversie en filtering

Grenswaardebewaking frequentie

Programmeerbare starten stopfunctie

DC-rem bij starten en stopen

Verboden frequentiebereik

Programmeerbare U/f-curve en U/f-optimalisatie

Instelbare schakelfrequentie

Functie voor automatisch herstarten na fout

Beveiligingen en bewakingen (alle vrij programmeerbaar; uit, waarschuwing, fout):

Fout bij stroomingang

Thermische, blokkeeren onderbelastings-

Externe fout

beveiliging voor motor

Uitgangsfase

Thermistor

Onderspanning

Veldbuscommunicatie

Aardefout

Uitbreidingskaart

 

Nederland: Telefoon:+31 (0)183 642 970 • Fax:+31 (0)183 642 971

1

Belgie: Telefoon:+32 (0)16 394 825 • Fax:+32 (0)16 394 827

 

BESTURINGSSIGNALEN I/O

vacon • 3

2.BESTURINGSSIGNALEN I/O

Referentie potentiometer

mA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Klem

 

 

Signaal

Omschrijving

1

 

+10Vref

Referentie-uitgang

Spanning voor potentiometer, etc.

2

 

AI1+

Analoge ingang,

Frequentiereferentie spanningsingang

 

 

 

spanningsbereik 0—10V DC.

is programmeerbaar als DIN4

 

 

 

 

 

 

 

3

 

AI1-

I/O aarde

Aarde voor referentie en besturing

4

 

AI2+

Analoge ingang,

Frequentiereferentie stroomingang

5

 

AI2-

spanningsbereik 0—10V DC, of

 

 

 

/GND

stroombereik 0/4—20mA

 

6

 

+24V

Stuurspanningsuitgang

Spanning voor schakelaars, etc. max 0.1 A

7

 

GND

I/O aarde

Aarde voor referentie en besturing

 

 

 

 

 

 

 

8

 

DIN1

Start vooruit

Contact gesloten = start vooruit

9

 

DIN2

Start achteruit

Contact gesloten= start achteruit

 

 

 

(programmeerbaar)

 

10

 

DIN3

Multi-stap toerenselectie 1

Contact gesloten= multi-stap toerental

 

 

 

(programmeerbaar)

 

11

 

GND

I/O aarde

Aarde voor referentie en besturing

 

 

 

 

 

 

 

18

 

AO1+

Uitgangsfrequentie

Programmeerbaar

19

 

AO1-

Analoge uitgang

Bereik 0—20 mA/RL, max. 500Ω

A

 

RS 485

Seriële bus

Differentieel ontvanger/zender

B

 

RS 485

Seriële bus

Differentieel ontvanger/zender

30

 

+24V

24V hulpingangsspanning

Besturing voeding backup

 

 

 

 

 

 

 

21

 

RO1

 

 

Relaisuitgang 1

Programmeerbaar

 

 

 

 

 

FOUT

 

22

 

RO1

 

 

 

 

 

 

 

 

23

 

RO1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tabel 1- 1. Standaard I/O-configuratie van Multicontrole Applicatie.

 

 

 

 

 

Klem

Signaal

Beschrijving

1

+10Vref

Referentie-uitgang

Spanning voor potentiometer, etc.

2

AI1+

Analoge ingang,

Frequentiereferentie spanningsingang

 

of

spanningsbereik 0—10V DC

(MF2-3)

 

DIN 4

 

Frequentiereferentie

 

 

 

spanning/stroomingang (MF4-MF6)

 

 

 

Is programmeerbaar als DIN4

3

AI1-

I/O aarde

Aarde voor referentie en besturing

4

AI2+

Analoge ingang, stroombereik

Frequentiereferentie stroomingang

5

AI2-

0—20mA

 

 

/GND

 

 

6

+ 24 V

Stuurspanningsuitgang

 

7

GND

I/O aarde

Aarde voor referentie en besturing

Tabel 1- 2. AI1-configuratie, indien geprogrammeerd als DIN4

Nederland: Email: info@vacon.nl

 

Belgie: Email: info@vacon.be

2

 

4 • vacon

PARAMETERLIJST

3.MULTICONTROLE APPLICATIE – PARAMETERLIJST

Op de volgende pagina’s vindt u de parameterlijsten van de respectievelijke parametergroepen. De parameterbeschrijving vindt u op pagina 16 tot 45.

Uitleg van kolommen:

Code

= Locatie-aanduiding op het paneel; geeft het parameternummer aan voor de gebruiker

Parameter

= Naam van de parameter

Min

= Minimumwaarde van de parameter

Max

= Maximumwaarde van de parameter

Eenheid

= Eenheid van de parameterwaarde; indien beschikbaar.

Standaard

= Waarde ingesteld door de fabriek

Eigen

= Eigen instelling van gebruiker

ID

= ID-nummer van de parameter (gebruikt bij pc-programma's)

 

 

 

= Op de parametercode: parameterwaarde kan alleen worden gewijzigd nadat

 

 

 

de frequentieregelaar is gestopt.

3.1Uitlezingen (Bedieningspaneel: menu M1)

De uitleeswaarden zijn de actuele waarden van de parameters en signalen alsook de status en metingen. Uitleeswaarden kunnen niet worden opgeslagen.

Zie de Vacon NXL gebruikershandleiding, hoofdstuk 7.4.1 voor meer informatie.

Code

Parameter

Unit

ID

Omschrijving

V1.1

Uitgangsfrequentie

Hz

1

Frequentie naar de motor

V1.2

Frequentiereferentie

Hz

25

 

V1.3

Motortoerental

rpm

2

Berekend motortoerental

V1.4

Motorstroom

A

3

Gemeten motorstroom

V1.5

Motorkoppel

%

4

Berekende werkelijke koppel/nom. koppel van de motor

V1.6

Motorvermogen

%

5

Berekend werkelijke vermogen/nom. vermogen van de

 

motor

 

 

 

 

V1.7

Motorspanning

V

6

Berekende motorspanning

V1.8

Spanning DC-tussenkring

V

7

Gemeten spanning DC-tussenkring

V1.9

Temperatuur van apparaat

ºC

8

Temperatuur van koellichaam

V1.10

Analoge ingang 1

 

13

AI1

V1.11

Analoge ingang 2

 

14

AI2

V1.12

Analoge uitgang stroom

mA

26

AO1

V1.13

Analoge uitgang stroom 1, uitbreidingskaart

mA

31

 

V1.14

Analoge uitgang stroom 2, uitbreidingskaart

mA

32

 

V1.15

DIN1, DIN2, DIN3

 

15

Status digitale ingang

V1.16

DIE1, DIE2, DIE3

 

33

I/O uitbreidingskaart: status digitale ingang

V1.17

RO1

 

34

Status relaisuitgang 1

V1.18

ROE1, ROE2, ROE3

 

35

I/O uitbr. kaart: status relaisuitgang

V1.19

DOE 1

 

36

I/O uitbr. kaart: status digitale uitgang 1

V1.20

PID referentie

%

20

Percentage van de maximale procesreferentie

V1.21

PID actuele waarde

%

21

Percentage van de maximale actuele waarde

V1.22

PID-foutwaarde

%

22

Percentage van de maximale foutwaarde

V1.23

PID uitgang

%

23

Percentage van de maximale uitgangswaarde

V1.24

ACh 1, ACh 2, ACh 3 uitgangen

 

30

Autowissel uitgangen gebruikt in PFC-regeling

 

 

 

 

Toont de huidige werkmodus die is geselecteerd in de

V1.25

Modus

 

66

wizard Opstarten: 0=Niet geselecteerd, 1=Standaard,

 

 

 

 

2=Ventilator, 3=Pomp, 4=High Performance

V1.26

Motortemperatuur

%

9

Berekende motortemperatuur; 1000 staat voor 100,0%

= nominale motortemperatuur

 

 

 

 

Tabel 1- 3. Uitlezingen

 

Nederland: Telefoon:+31 (0)183 642 970 • Fax:+31 (0)183 642 971

3

Belgie: Telefoon:+32 (0)16 394 825 • Fax:+32 (0)16 394 827

 

PARAMETERLIJST

vacon • 5

3.2Basisparameters (Bedieningspaneel: Menu P2 P2.1)

Code

Parameter

Min

Max

Een-

Standaar

Eigen

ID

Opmerking

 

 

 

 

heid

d

 

 

 

 

 

P2.1.1

Min frequentie

0,00

Par. 2.1.2

Hz

0,00

101

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

NB: als fmax > als het motor

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

synchroon toerental,

 

 

P2.1.2

Max frequentie

Par. 2.1.1

320,00

Hz

50,00

102

controleer juistheid van de

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

motor en het

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

regelaarsysteem

 

 

P2.1.3

Acceleratietijd 1

0,1

3000,0

s

1,0

103

 

 

 

P2.1.4

Deceleratietijd 1

0,1

3000,0

s

1,0

104

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

NB: Formule toepassen voor

 

 

P2.1.5

Stroomlimiet

0,1 x IL

1,5 x IL

A

IL

107

frequentieregelaars tot MF3.

 

 

Voor grotere bouwmaten,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

vraag fabriek.

 

 

 

 

Nominale

180

690

V

NXL2:230v

110

 

 

 

P2.1.6

 

 

 

 

 

motorspanning

NXL5:400v

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nominale

30,00

320,00

Hz

50,00

111

Controleer motor type plaatje

 

 

P2.1.7

 

 

 

 

motorfrequentie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nominaal

 

 

 

 

 

De fabriek rekent met een 4-

 

 

P2.1.8

 

300

20 000

rpm

1440

112

polige motor nominaal

 

 

 

motortoerental

 

 

 

 

 

 

 

 

 

belaste frequentieregelaar.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nominale

0,3 x IL

 

 

 

113

Controleer motor type plaatje

 

 

P2.1.9

 

1,5 x IL

A

IL

 

 

 

motorstroom

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.1.10

Motor cosϕ

0,30

1,00

 

0,85

120

Controleer motor type plaatje

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0=aanloop

 

P2.1.11

Startfunctie

0

1

 

0

505

 

 

1=vliegende start

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.1.12

Stopfunctie

0

1

 

0

506

0=uitloop

 

 

1=helling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.1.13

U/f-optimalisatie

0

1

 

0

109

0=Niet gebruikt

 

 

1=Auto koppelversterking

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0=AI1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1=AI2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2=paneel referentie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3=veldbus referentie

 

P2.1.14

I/O-referentie

0

5

 

0

117

(FBtoerenReferentie)

 

 

4=Motor potentiometer

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5=Selectie van AI1/AI2. AI2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

wordt programmatisch

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

geselecteerd met de

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

functie DIN3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Niet gebruikt als AI2 eigen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

min <> 0% of AI2 eigen max.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

<> 100%

 

P2.1.15

AI2 signaalbereik

1

4

 

2

390

1=0—20 mA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2=4—20 mA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3=0V – 10V

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4=2V – 10V

Nederland: Email: info@vacon.nl

 

Belgie: Email: info@vacon.be

3

 

 

 

6 • vacon

 

 

 

 

 

 

PARAMETERLIJST

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0=Niet gebruikt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1=Uitgangsfreq. (0—fmax)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2=Freq. referentie (0—fmax)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3=Motortoerental (0—

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

nominaal motortoerental)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4=Uitgangsstroom (0—InMotor)

 

 

 

 

 

 

Functie analoge

 

 

 

 

 

 

5=Motorkoppel (0—TnMotor)

 

 

 

 

P2.1.16

 

0

12

 

1

 

307

6=Motorvermogen (0—PnMotor)

 

 

 

 

 

uitgang

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7=Motorspanning (0—UnMotor)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8=Spanning DC-tussenkring

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(0—1000V)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9=PI regelaar ref. waarde

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

10=PI contr. act. waarde1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

11=PI contr. foutwaarde

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

12=PI regelaar uitgang

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0=Niet gebruikt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1=Start achteruit (DIN1=Start

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

vooruit)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2=Achteruit (DIN1=Start)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3=Stoppuls (DIN1=Startpuls)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4=Externe fout, cc

 

 

 

 

P2.1.17

 

DIN2 functie

0

10

 

1

 

319

5=Externe fout, oc

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6=Draaien mogelijk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7=Preset toerental 2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8= Motor pot. UP (cc)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9= Onmogelijk PID (Directe

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

freq. referentie)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

10=Interlock 1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0=Niet gebruikt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1=Achteruit

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2=Externe fout, cc

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3=Externe fout, oc

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4=Fout reset

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5=Draaien mogelijk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6=Preset toerental 1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7=Preset toerental 2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8=DC-remopdracht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9=Motor pot. Omhoog (cc)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

10=Motor pot. Omlaag(cc)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

11=By-pass PID-regelaar

 

 

 

 

P2.1.18

 

DIN3 functie

0

17

 

6

 

301

 

 

 

 

 

 

 

(Direct freq. referentie)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

12=PID bedieningspaneel ref.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2 selectie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

13=Interlock 2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

14=Thermistoringang

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Opm. Zie NXL gebruiker

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

handleiding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk. 6.2.4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

15=Kracht-rp naar I/O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

16=Kracht-rp naar veldbus

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

17=Selectie van AI1/AI2 voor

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

I/O-referentie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.1.19

 

Preset toerental1

0,00

Par. 2.1.2

Hz

10,00

 

105

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.1.20

 

Preset toerental 2

0,00

Par. 2.1.2

Hz

50,00

 

106

 

 

 

 

 

P2.1.21

 

Automatische

0

1

 

0

 

731

0=Niet gebruikt

 

 

 

 

 

herstart functie

 

 

1=In gebruik

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0=Alle parameters en menu’s

 

 

 

 

P2.1.22

 

Parameter

0

1

 

0

 

115

zichtbaar

 

 

 

 

 

verbergen

 

 

1=Alleen groep P2.1 en menu's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

M1 tot H5 zichtbaar

 

 

 

Tabel 1- 4. Basisparameters P2.1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

CP=controle plaats

 

 

 

 

 

 

 

 

Nederland: Telefoon:+31 (0)183 642 970 • Fax:+31 (0)183 642 971

 

3

 

 

 

 

 

 

 

Belgie: Telefoon:+32 (0)16 394 825 • Fax:+32 (0)16 394 827

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PARAMETERLIJST

vacon • 7

3.3Ingangssignalen (Bedieningspaneel`: Menu P2 P2.2)

Code

Parameter

Min

Max

Een-

Standaar

Eigen

ID

Noot

 

 

 

 

heid

d

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0=Niet gebruikt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1=Achteruit

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2=Externe fout, cc

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3=Externe fout, oc

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4=Fout reset

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5=Draaien mogelijk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6=Preset toerental 1

 

 

 

Uitbreidingskaart

 

 

 

 

 

7=Preset toerental 2

 

P2.2.1

 

0

13

 

7

368

 

 

DIE1 functie

 

8=DC-remopdracht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9=Motor pot. Omhoog(cc)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

10=Motor pot. Omlaag (cc)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

11=Onmogelijk PID (PID

 

 

 

 

 

 

 

 

 

besturing selectie)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

12=PID bedieningspaneel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ref. 2 selectie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

13=Interlock 1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitbreidingskaart

 

 

 

 

 

Als par. 2.2.1, zonder:

 

P2.2.2

 

0

13

 

4

330

 

 

DIE2 functie

 

13=Interlock 2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitbreidingskaart

 

 

 

 

 

Als par. 2.2.1, zonder:

 

P2.2.3

 

0

13

 

11

369

 

 

DIE3 functie

 

13=Interlock 3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.2.4

DIN4 functie (AI1)

0

13

 

2

499

Gebruikt als P2.2.6 = 0

 

 

Selectie als in par.2.2.3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

10=AI1 (1=Lokaal,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0=ingang 1)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

11=AI2 (1=Lokaal,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1= ingang 2)

 

P2.2.5

AI1 signaal

0

 

 

10

377

20=Zonder. AI1

 

selectie

 

 

(2=uitbr.kaart

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0=ingang 1)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

21=Zonder AI2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(2=uitbr.kaart

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1=ingang 2)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0=Digitale ingang 4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1=0mA – 20mA (MF4-->)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2=4mA – 20mA (MF4-->)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3=0V – 10V

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4=2V – 10V

 

P2.2.6

AI1 signaalbereik

1

4

 

3

379 Niet gebruikt als AI2 eigen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

min > 0% of AI2 eigen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

max. < 100%

 

 

 

 

 

 

 

 

 

NB! Zie NXL gebruikers-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

handleiding hoofdstuk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7.4.6: AI1 toepassing

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.2.7

AI1 eigen

0,00

100,00

%

0,00

380

 

 

minimuminstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.2.8

AI1 eigen

0,00

100,00

%

100,00

381

 

 

maximuminstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.2.9

AI1 signaalinversie

0

1

 

0

387

0=Niet geïnverteerd

 

 

1=Geïnverteerd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.2.10

AI1 filtertijd

0,00

10,00

S

0,10

378

0=Geen filtering

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.2.11

AI2 signaal selectie

0

 

 

11

388

Als par. 2.2.5

Nederland: Email: info@vacon.nl

 

Belgie: Email: info@vacon.be

3

 

8 • vacon

PARAMETERLIJST

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Niet gebruikt als AI2 eigen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

min <> 0% of AI2 eigen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

max. <> 100%

 

P2.2.12

AI2 signaalbereik

1

4

 

2

 

390

1=0—20 mA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2=4—20 mA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3=0V – 10V

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4=2V – 10V

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.2.13

AI2 eigen

0,00

100,00

%

0,00

 

391

 

 

minimuminstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.2.14

AI2 eigen

0,00

100,00

%

100,00

 

392

 

 

maximuminstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.2.15

AI2 signaalinversie

0

1

 

0

 

398

0=Niet geïnverteerd

 

 

 

1=Geïnverteerd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.2.16

AI2 filter tijd

0,00

10,00

s

0,10

 

389

0=Geen filter

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Motor

 

 

 

 

 

 

0=Geen reset

 

P2.2.17

potentiometer

0

2

 

1

 

367

1=Reset na stop of

 

frequentiereferentie

 

 

uitschakeling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

geheugen reset

 

 

 

 

 

 

2=Reset na uitschakeling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Heeft geen effect op de

 

P2.2.18

Referentieschaal

0,00

P2.2.19

 

0,00

 

344

veldbusreferentie

 

minimumwaarde

 

 

(Geschaald tussen par

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.1.1 en par 2.1.2)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Heeft geen effect op de

 

P2.2.19

Referentieschaal

P2.2.18

320,00

 

0,00

 

345

veldbusreferentie

 

maximumwaarde

 

 

(Geschaald tussen par

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.1.1 en par 2.1.2)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0=AI1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1=AI2

 

 

Bedieningspaneel

 

 

 

 

 

 

2=paneel referentie

 

P2.2.20

frequentiereferentie

0

5

 

2

 

121

3=veldbus referentie

 

 

selectie

 

 

 

 

 

 

(FBToerenferentie)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4=Motor potentiometer

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5=PID besturing

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.2.21

Veldbus referentie

0

5

 

3

 

122

Zie boven

 

selectie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tabel 1- 5. Ingangssignalen, P2.2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

CP=controleplaats

 

 

 

 

 

 

 

 

 

cc=gesloten contact

 

 

 

 

 

 

 

 

 

oc=open contact

 

Nederland: Telefoon:+31 (0)183 642 970 • Fax:+31 (0)183 642 971

3

Belgie: Telefoon:+32 (0)16 394 825 • Fax:+32 (0)16 394 827

 

PARAMETERLIJST

vacon • 9

3.4Uitgangssignalen (Bedieningspaneel: Menu P2 P2.3)

Code

Parameter

Min

Max

Unit

Standaard

Eigen

ID

Noot

 

 

 

 

 

 

 

 

0=Niet gebruikt

 

 

 

 

 

 

 

 

1=gereed

 

 

 

 

 

 

 

 

2=in bedrijf

 

 

 

 

 

 

 

 

3=Fout

 

 

 

 

 

 

 

 

4=Fout geïnverteerd

 

 

 

 

 

 

 

 

5=FC temperatuur

 

 

 

 

 

 

 

 

waarschuwing

 

 

 

 

 

 

 

 

6=Ext. fout of waarschuwing

 

 

 

 

 

 

 

 

7=Ref. fout of waarschuwing

 

 

 

 

 

 

 

 

8=Waarschuwing

 

P2.3.1

Relaisuitgang 1 functie

0

20

 

3

313

9=Omgekeerd

 

 

10=Preset toerental

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

11=toerental bereikt

 

 

 

 

 

 

 

 

12=Mot. regelaar actief

 

 

 

 

 

 

 

 

13=OP freq limiet bewaak 1

 

 

 

 

 

 

 

 

14=Stuurplaats: IO

 

 

 

 

 

 

 

 

15=Thermistor fout/signaal

 

 

 

 

 

 

 

 

16=Act. waarde bewaking

 

 

 

 

 

 

 

 

17=Autowissel 1

 

 

 

 

 

 

 

 

18=Autowissel 2

 

 

 

 

 

 

 

 

19=Autowissel 3

 

 

 

 

 

 

 

 

20=AI-supervisie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.3.2

Uitbreidingskaart

0

16

 

2

314

Als parameter 2.3.1

 

relaisuitgang 1 functie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.3.3

Uitbreidingskaart

0

16

 

3

317

Als parameter 2.3.1

 

relaisuitgang 2 functie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.3.4

Uitbreidingskaart

0

16

 

1

312

Als parameter 2.3.1

 

digitale uitgang 1 functie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.3.5

Analoge uitgang functie

0

12

 

1

307

Zie par. 2.1.16

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.3.6

Analoge uitgang filter

0,00

10,00

s

1,00

308

0=Geen filter

 

tijd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.3.7

Analoge uitgang

0

1

 

0

309

0=Niet geïnverteerd

 

inversie

 

1=Geïnverteerd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.3.8

Analoge uitgang

0

1

 

0

310

0=0 mA

 

minimum

 

1=4 mA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.3.9

Schaling analoge

10

1000

%

100

311

 

 

 

 

uitgang

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.3.10

Uitbreidingskaart analoge

0

12

 

0

472

Als parameter 2.1.16

 

uitgang 1 functie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.3.11

Uitbreidingskaart analoge

0

12

 

0

479

Als parameter 2.1.16

 

uitgang 2 functie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitgangsfrequentie

 

 

 

 

 

0=Geen limiet

 

P2.3.12

limiet 1;

0

2

 

0

315

1=Lage limiet bewaking

 

 

bewakingsfunctie

 

 

 

 

 

2=Hoge limiet bewaking

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitgangsfrequentie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.3.13

limiet 1;

0,00

Par. 2.1.2

Hz

0,00

316

 

 

 

 

 

bewakingswaarde

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Supervisie analoge

 

 

 

 

 

0=Niet gebruikt

 

P2.3.14

0

2

 

0

356

1=AI1

 

ingang

 

 

 

 

 

 

 

 

2=AI2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.3.15

Limiet supervisie

0,00

100,00

%

10,00

357

 

 

 

 

analoge ingang UIT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.3.16

Limiet supervisie

0,00

100,00

%

90,00

358

 

 

 

 

analoge ingang AAN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.3.17

Inschakelvertraging

0,00

320,00

s

0,00

487

Inschakelvertraging op

 

op relaisuitgang 1

relaisuitgang 1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.3.18

Inschakelvertraging

0,00

320,00

s

0,00

488

Uitschakelvertraging op

 

op relaisuitgang 1

relaisuitgang 1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tabel 1- 6. Uitgangssignalen, P2.3

 

 

 

 

 

 

 

 

Nederland: Email: info@vacon.nl

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Belgie: Email: info@vacon.be

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

 

 

10 • vacon

PARAMETERLIJST

3.5Parameters regelaarbesturing (Bedieningspaneel: Menu P2 P2.4)

Code

Parameter

Min

Max

Unit

Standaar

Eigen

ID

Noot

 

 

 

 

 

d

 

 

 

 

P2.4.1

Aanloop-

0,0

10,0

s

0,0

500

0=Lineair

 

/remcurve 1

>0=S-curve aanlooptijd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0=onmogelijk

 

 

 

 

 

 

 

 

1=gebruikt in “in-bedrijf”

 

P2.4.2

Remchopper

0

3

 

0

504

status

 

 

 

 

 

 

 

 

3=gebruikt in “in-bedrijf”

 

 

 

 

 

 

 

 

en stop status

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.4.3

DC remstroom

0,15 x In

1,5 x In

A

Varieert

507

 

 

P2.4.4

DC-remtijd bij stop

0,00

600,00

s

0,00

508

0=DC-rem uit is bij stop

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.4.5

DC-remfrequentie

0,10

10,00

Hz

1,50

515

 

 

tijdens stopcurve

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.4.6

DC-remtijd bij start

0,00

600,00

s

0,00

516

0=DC-rem is uit bij start

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.4.7

Flux remmen

0

1

 

0

520

0=uit

 

 

1=aan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.4.8

Flux remstroom

0,0

Varieert

A

0,0

519

 

Tabel 1- 7. Parameters regelaarbesturing, P2.4

3.6Verboden frequentieparameters (Bedieningspaneel: Menu P2 P2.5)

Code

Parameter

Min

Max

Unit

Standaar

Eigen

ID

Noot

 

 

 

 

 

d

 

 

 

 

Verboden

 

 

 

 

 

 

 

P2.5.1

frequentiebereik 1

0,0

Par. 2.5.2

Hz

0,0

 

509

0=Niet gebruikt

 

lage limiet

 

 

 

 

 

 

 

 

Verboden

 

 

 

 

 

 

P2.5.2

frequentiebereik 1

0,0

Par. 2.1.2

Hz

0,0

510

0=Niet gebruikt

 

hoge limiet

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Acc/dec.

 

 

 

 

 

Multiplier van de huidige

P2.5.3

curveschaling ratio

0,1

10,0

Times

1,0

518

geselecteerde aanlooptijd

tussen verboden

tussen de verboden

 

 

 

 

 

 

 

frequentielimieten

 

 

 

 

 

frequentiebereiken

Tabel 1- 8. Verboden frequentieparameters, P2.5

 

Nederland: Telefoon:+31 (0)183 642 970 • Fax:+31 (0)183 642 971

3

Belgie: Telefoon:+32 (0)16 394 825 • Fax:+32 (0)16 394 827

 

PARAMETERLIJST

vacon • 11

3.7Motorbesturingsparameters (Bedieningspaneel: Menu P2 P2.6)

Code

Parameter

Min

Max

Unit

Standaar

Eigen

ID

Noot

 

 

 

 

 

d

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0=Frequentiebesturing

 

P2.6.1

 

Motorbesturingswijze

0

1

 

0

600

 

 

 

1=Toerenbesturing

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0=Lineair

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1=Kwadratisch

 

P2.6.2

 

Selectie U/f-ratio

0

3

 

0

108

2=Programmeerbaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3=Lineair met

 

 

 

 

 

 

 

 

 

fluxoptimalisatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Veldverzwakkingspunt

30,00

320,00

Hz

50,00

602

 

 

P2.6.3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Spanning bij het

 

 

 

 

 

 

 

P2.6.4

 

10,00

200,00

%

100,00

603

n% x Unmot

 

 

veldverzwakkingspunt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

U/f-curve,

0,00

par.

Hz

50,00

604

 

 

P2.6.5

 

 

 

 

middenpuntfrequentie

P2.6.3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

U/f-curve,

 

 

 

 

 

n% x Unmot

 

P2.6.6

 

0,00

100,00

%

100,00

605

Parameter max. waarde =

 

 

middenpuntspanning

 

 

 

 

 

 

 

 

par. 2.6.4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

U/f-curve,

 

 

 

 

 

 

 

P2.6.7

 

uitgangsspanning bij

0,00

40,00

%

0,00

606

n% x Unmot

 

 

 

0Hz.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.6.8

Schakelfrequentie

1,0

16,0

kHz

6,0

601

Afhankelijk van kW

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Overspanningsbeveilig

 

 

 

 

 

0=Niet gebruikt

 

P2.6.9

 

0

1

 

1

607

 

 

ing

 

1=Gebruikt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.6.10

Onderspanningsbeveili

0

1

 

1

608

0=Niet gebruikt

ging

 

1=Gebruikt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.6.11

Identificatie

0

1

 

0

631

0=Geen actie

 

1=Identificatierun

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tabel 1- 9. Motorbesturingsparameters, P2.6

Nederland: Email: info@vacon.nl

 

Belgie: Email: info@vacon.be

3

 

12 • vacon

PARAMETERLIJST

3.8Beveiligingen (Bedieningspaneel: Menu P2 P2.7)

Code

Parameter

Min

Max

Unit

Standaar

Eigen

ID

Noot

d

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0=geen reactie

 

 

 

P2.7.1

Reactie op 4mA

0

3

 

0

700

1=Waarschuwing

 

 

 

referentie fout

 

2=Fout, stop volgens 2.1.12

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3=Fout, stop bij uitloop

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.7.2 Reactie op externe fout

0

3

 

2

701

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.7.3

Reactie op

1

3

 

2

727

 

 

 

 

onderspanningsfout

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0=geen reactie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitgangsfase

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.7.4

0

3

 

2

702

1=Waarschuwing

 

 

 

bewaking

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2=Fout, stop volgens 2.1.12

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.7.5

Aardfout bewaking

0

3

 

2

703

 

 

 

 

3=Fout, stop bij uitloop

 

 

 

 

Thermische

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.7.6

bewaking van de

0

3

 

2

704

 

 

 

 

 

motor

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.7.7

Motor omgevings-

–100,0

100,0

%

0,0

705

 

 

 

 

temperatuur factor

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.7.8

Motor koelfactor bij

0,0

150,0

%

40,0

706

 

 

 

 

nul toeren

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.7.9

Motor thermische tijd

1

200

min

45

707

 

 

 

 

constante

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.7.10

Motor inschakelduur

0

100

%

100

708

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.7.11

Blokkeer beveiliging

0

3

 

1

709

Als par. 2.7.1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.7.12

Blokkeer stroom bereik

0,1

Inmotor x 2

A

Inmotor x1.3

710

 

 

 

 

P2.7.13

Blokkeer tijd

1,00

120,00

s

15,00

711

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.7.14

Maximum

1,0

P 2.1.2

Hz

25,0

712

 

 

 

 

blokkeerfrequentie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.7.15

Onderbelastings-

0

3

 

0

713

Als par. 2.7.1

 

 

 

beveiliging

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Onderbelastings-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.7.16

beveiliging belasting in

10,0

150,0

%

50,0

714

 

 

 

 

 

eldverzwakkingsgebied

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Onderbelastings-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.7.17

beveiliging belasting

5,0

150,0

%

10,0

715

 

 

 

 

 

bij 0 Hz

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.7.18

Onderbelastingstijd

2,00

600,00

s

20,00

716

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.7.19

Reactie op

0

3

 

0

732

Als par. 2.7.1

 

 

 

thermistorfout

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.7.20

Reactie op

0

3

 

2

733

Als par. 2.7.1

 

 

 

veldbusfout

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.7.21

Reactie op fout met

0

3

 

2

734

Als par. 2.7.1

 

 

 

insteekslot

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0=geen reactie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1=waarschuwing bij te lage

 

 

 

 

Actuele waarde

 

 

 

 

 

limiet

 

 

 

P2.7.22

0

4

 

0

735

2=waarschuwing bij te hoge

 

 

 

bewaking

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

limiet

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3=Fout, indien onder limiet

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4=Fout, indien boven limiet

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.7.23

Actuele waarde

0,0

100,0

%

10,0

736

 

 

 

 

bewakingslimiet

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.7.24

Actuele waarde

0

3600

s

5

737

 

 

 

 

bewaking vertraging

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tabel 1- 10. Beveiligingen, P2.7

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nederland: Telefoon:+31 (0)183 642 970 • Fax:+31 (0)183 642 971

 

3

 

 

 

 

 

Belgie: Telefoon:+32 (0)16 394 825 • Fax:+32 (0)16 394 827

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PARAMETERLIJST

vacon • 13

3.9Auto-herstart parameters (Bedieningspaneel: Menu P2 P2.8)

Code

Parameter

Min

Max

Unit

 

Standaar

 

Eigen

ID

Noot

 

 

 

d

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.8.1

Wachttijd

0,10

10,00

s

0,50

 

 

717

 

P2.8.2

Probeertijd

0,00

60,00

s

30,00

 

 

718

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0=aanloop

P2.8.3

Herstartfunctie

0

2

 

0

 

 

719

1=vliegende start

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2=volgens para. 2.4.6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tabel 1- 11. Auto-herstart parameters, G2.8

3.10 PID-referentieparameters (Bedieningspaneel: Menu P2 P2.9)

Code

Parameter

Min

Max

Unit

Standaar

Eigen

ID

Noot

d

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0=Niet gebruikt

 

 

 

 

 

 

 

 

1=PID-besturing actief

 

P2.9.1

PID-activering

0

1

 

0

163

2=Pompen ventilator-

 

 

 

 

 

 

 

 

besturing actief, groep

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.10 zichtbaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0=AI1

 

 

 

 

 

 

 

 

1=AI2

 

P2.9.2

PID-referentie

0

3

 

2

332

2=Ref. Van paneel

 

 

(PID Ref 1)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3=Veldbus referentie

 

 

 

 

 

 

 

 

(ProcessDataIN1)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0=AI1 signaal

 

 

 

 

 

 

 

 

1=AI2 signaal

 

 

 

 

 

 

 

 

2=Veldbus (ProcessDataIN2)

 

P2.9.3

Actuele waarde

0

6

 

1

334

3=Motorkoppel

 

ingang

 

4=Motortoerental

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5=Motorstroom

 

 

 

 

 

 

 

 

6=Motorvermogen

 

 

 

 

 

 

 

 

7=AI1-AI2

 

P2.9.4

PID-regelaar

0,0

1000,0

%

100,0

118

 

 

 

versterkingsfactor

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.9.5

PID-regelaar

0,00

320,00

s

10,00

119

 

 

 

integratietijd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.9.6

PID-regelaar

0,00

10,00

s

0,00

132

 

 

 

dempingstijd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.9.7

Actuele waarde 1

–1000,0

1000,0

%

0,00

336

0=geen minimum schaal

 

minimum schaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.9.8

Actuele waarde 1

–1000,0

1000,0

%

100,0

337

100=geen maximum

 

maximum schaal

schaal

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.9.9

PID foutwaarde

0

1

 

0

340

 

 

 

inversie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.9.10

Slaapfrequentie

Par.

Par.

Hz

10,00

1016

 

 

 

2.1.1

2.1.2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.9.11

Slaapvertraging

0

3600

s

30

1017

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.9.12

Activeringsniveau

0,00

100,00

%

25,00

1018

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0=Activeren onder active-

 

 

 

 

 

 

 

 

ringsniveau (2.9.12)

 

 

 

 

 

 

 

 

1=Activeren boven active-

 

P2.9.13

Activeringsfunctie

0

1

 

0

1019

ringsniveau (2.9.12)

 

 

2=Activeren onder active-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ringsniveau (PID ref)

 

 

 

 

 

 

 

 

3=Activeren onder active-

 

 

 

 

 

 

 

 

ringsniveau (PID ref)

 

 

 

 

 

 

 

 

Tabel 1- 12. PID-referentieparameters, G2.9

 

 

 

 

 

 

Nederland: Email: info@vacon.nl

 

 

 

 

 

 

 

 

Belgie: Email: info@vacon.be

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

 

 

14 • vacon

PARAMETERLIJST

3.11 Parameters voor pompen ventilatorbesturing (Bedieningspaneel: Menu P2 P2.10) NB! Groep P2.10 is alleen zichtbaar als de waarde van parameter 2.9.1 op 2 staat.

Code

Parameter

Min

Max

Unit

Standaar

Eigen

ID

Noot

d

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aantal

 

 

 

 

 

 

P2.10.1

hulpfrequentie-

0

3

 

1

1001

 

 

regelaars

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Start vertraging,

 

 

 

 

 

 

P2.10.2

Hulpfrequentier-

0,0

300,0

s

4,0

1010

 

 

egelaars

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stop vertraging,

 

 

 

 

 

 

P2.10.3

Hulpfrequentie-

0,0

300,0

s

2,0

1011

 

 

regelaars

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0= Niet gebruikt

 

 

 

 

 

 

 

1= Automatische wissel van

 

 

 

 

 

 

 

hulppompen

 

Automatisch

 

 

 

 

 

2= Automatische wissel van

 

 

 

 

 

 

F.C.’s en hulppompen

P2.10.4

wisselen tussen de

0

4

 

0

1027

 

3= Automatische wissel en

 

frequentieregelaars

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

interlocks hulppompen)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4= Automatische wissel en

 

 

 

 

 

 

 

interlocks (F.C.’s en

 

 

 

 

 

 

 

hulppompen)

 

 

 

 

 

 

 

 

P2.10.5

Autowissel interval

0,0

3000,0

h

48,0

1029

0,0=TEST=40 s

Verlopen tijd autowissel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Automatische

 

 

 

 

 

 

 

wissel;

 

 

 

 

 

Automatisch wisselniveau

P2.10.6

maximumaantal

0

3

 

1

1030

 

voor hulpfrequentieregelaars

 

hulpfrequentieregel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

aars

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Automatische

 

 

 

 

 

Automatisch

 

 

 

 

 

 

frequentieniveau voor

P2.10.7

wissel frequentie

0,00

par. 2.1.2

Hz

25,00

1031

regelaar met variabel

 

limiet

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

toerental

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Startfrequentie,

Par.

 

 

 

 

 

P2.10.8

hulpfrequentie-

320,00

Hz

51,00

1002

 

2.10.9

 

 

regelaar 1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stopfrequentie,

Par.

Par.

 

 

 

 

P2.10.9

hulpfrequentie-

Hz

10,00

1003

 

2.1.1

2.10.8

 

 

regelaar 1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tabel 1- 13. Parameters voor pompen ventilatorbesturing, P2.10

 

Nederland: Telefoon:+31 (0)183 642 970 • Fax:+31 (0)183 642 971

3

Belgie: Telefoon:+32 (0)16 394 825 • Fax:+32 (0)16 394 827

 

PARAMETERLIJST

vacon • 15

3.12 Bedieningspaneelbesturing (Bedieningspaneel: Menu K3)

De parameters voor de selectie van de bedieningsplaats en richting op het bedieningspaneel staan in de onderstaande lijst. Zie het bedieningspaneelmenu in de Vacon NXL gebruikershandleiding.

Code

Parameter

Min

Max

Unit

 

Standaar

 

Eigen

ID

 

Noot

 

 

 

 

d

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

= I/O aansluiting

P3.1

Bedieningsplaats

1

3

 

1

 

 

125

2

= Paneel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

= Veldbus

R3.2

Bedieningspaneel

Par.

Par. 2.1.2

Hz

 

 

 

 

 

 

 

referentie

2.1.1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P3.3

Paneelkeuze

0

1

 

0

 

 

123

0

= Vooruit

draairichting

 

 

 

1

= Achteruit

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Activering stop

 

 

 

 

 

 

 

 

0 = Gelimiteerde functie

R3.4

0

1

 

1

 

 

114

 

v/d Stopdrukknop

drukknop

 

 

 

1= Stopdrukknop altijd in

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

dienst

R3.5

PID-referentie 1

0,00

100,00

%

0,00

 

 

 

 

 

R3.6

PID-referentie 2

0,00

100,00

%

0,00

 

 

 

Selectie met digitale

 

 

 

ingang

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tabel 1- 14. Parameters voor bedieningspaneelbesturing, M3

3.13 Systeemmenu (Bedieningspaneel: Menu S6)

Voor parameters en functies gerelateerd aan het algemene gebruik van de frequentieregelaar, zoals aangepaste parameterinstellingen of informatie over de hardware en software, zie hoofdstuk 7.4.6 in de Vacon NXL gebruikershandleiding.

3.14 Uitbreidingskaarten (Bedieningspaneel: Menu E7)

In het menu E7 staan de uitbreidingskaarten die zijn gekoppeld aan het besturingspaneel en informatie met betrekking tot kaarten. Voor meer informatie, zie Hoofdstuk 7.4.7 in de Vacon NXL gebruikershandleiding.

Nederland: Email: info@vacon.nl

 

Belgie: Email: info@vacon.be

3

 

16 • vacon

OMSCHRIJVING VAN DE PARAMETERS

4.OMSCHRIJVING VAN DE PARAMETERS

4.1BASISPARAMETERS

2.1.1, 2.1.2 Minimum-/maximumfrequentie

Definieert de frequentiebereiken van de frequentieregelaar.

De maximumwaarde voor de parameters 2.1.1 en 2.1.2 is 320 Hz.

De software zal automatisch de waarde controleren van parameters 2.1.19, 2.1.20, 2.3.13, 2.5.1, 2.5.2 en 2.6.5.

2.1.3, 2.1.4 Acceleratietijd 1, deceleratietijd 1

Deze bereiken corresponderen met de benodigde tijd die wordt gebruikt om de uitgangsfrequentie te laten accelereren van de nulfrequentie tot de ingestelde maximumfrequentie (parameter 2.1.2).

4.1.5Stroomlimiet

Deze parameter stelt de maximale motorstroom voor de frequentieregelaar vast. Om te voorkomen dat de motor overbelast raakt, stelt u de parameter in volgens de gegeven motorstroom. De stroomlimiet (IL) is gelijk aan de fabrieksinstelling van de regelaar.

2.1.6Nominale motorspanning

Neem deze waarde Un over van de typeplaat van de motor. Deze parameter stelt de spanning op het veldverzwakkingspunt (parameter 2.6.4) in op 100% x Unmotor.

2.1.7Nominale motorfrequentie

Neem deze waarde fn over van de typeplaat van de motor. Deze parameter stelt het veldverzwakkingspunt (parameter 2.6.3) in op dezelfde waarde.

2.1.8Nominaal motortoerental

Neem deze waarde nn over van de typeplaat van de motor.

2.1.9Nominale motorstroom

Neem deze waarde In over van de typeplaat van de motor.

2.1.10Motor cos phi

Neem deze waarde “cos phi” over van de typeplaat van de motor.

 

Nederland: Telefoon:+31 (0)183 642 970 • Fax:+31 (0)183 642 971

4

Belgie: Telefoon:+32 (0)16 394 825 • Fax:+32 (0)16 394 827

 

OMSCHRIJVING VAN DE PARAMETERS

vacon • 17

2.1.11Startfunctie

Aanloop:

0De frequentieregelaar start op 0 Hz en accelereert naar de ingestelde referentiefrequentie volgens de ingestelde acceleratiecurve. (Belasting of startwrijving kan leiden tot een verlengde aanloop.)

Vliegende start:

1De frequentieregelaar kan starten op een draaiende motor door toevoeging van een klein koppel en het zoeken van het actuele motortoerental. Het zoeken begint vanaf de maximumfrequentie naar de actuele frequentie totdat de correcte waarde is gevonden. Hierna zal de uitgangsfrequentie worden verhoogd/verlaagd tot de referentiewaarde volgens de ingestelde acceleratie- /deceleratieparameters.

Gebruik deze modus indien de motor al draait als de startopdracht wordt gegeven. Met de vliegende start is het mogelijk om korte onderbrekingen in de voedingsspanning te overbruggen.

2.1.12Stopfunctie

Uitlopen:

0De motor ‘loopt uit’ totdat deze stopt zonder regeling van de frequentieregelaar na de stopopdracht.

Helling:

1Na de stopopdracht wordt het toerental van de motor teruggebracht volgens de ingestelde deceleratieparameters.

Als de remenergie te hoog is, kan het nodig zijn een externe remweerstand te gebruiken voor een snellere remming.

Nederland: Email: info@vacon.nl

 

Belgie: Email: info@vacon.be

4

 

18 • vacon

OMSCHRIJVING VAN DE PARAMETERS

2.1.13U/f-optimalisatie

0

Niet gebruikt

1

Automatische koppelverhoging

 

De motorspanning wisselt automatisch wat tot gevolg heeft dat de

 

motor voldoende koppel produceert om te starten bij lage

 

frequenties. De spanningstoename is afhankelijk van het

 

motortype en vermogen. Automatische koppelverhoging kan

 

worden gebruikt in toepassingen waar hogere startkoppels

 

voorkomen door hoge startfricties, zoals bij transportbanden.

LET OP!

In toepassingen met een hoog koppel – laag toerental is het

 

mogelijk dat de motor oververhit raakt. Als de motor langere tijd in

 

deze omstandigheden moet draaien, dient aandacht te worden

 

besteed aan de koeling. Gebruik een externe koelventilator voor de

 

motor als de temperatuur te hoog kan stijgen.

2.1.14Selectie I/O-referentie

Definieer de geselecteerde frequentiereferentiebron als de regelaar via de I/O-klemmen wordt bestuurd.

0 AI1 referentie (aansluiting 2 en 3, bijvoorbeeld potentiometer)

1 AI2 referentie (aansluiting 5 en 6, bijvoorbeeld transmitter)

2 Paneelreferentie (parameter 3.2)

3 Referentie van de veldbus (veldbustoerenreferentie)

4 Referentie potentiometer van motor

5 Selectie van AI1/AI2. AI2 wordt programmatisch geselecteerd met de functie DIN3.

2.1.15AI2 (Iin) signaalbereik

1 Signaalbereik 0…20 mA

2 Signaalbereik 4…20 mA

3 Signaalbereik 0...10 V

4 Signaalbereik 2...10 V

NB! De selecties hebben geen effect als parameter 2.2.12 > 0% of parameter 2.2.13 < 100%.

2.1.16Functie analoge uitgang

Deze parameter selecteert de gewenste functie voor het analoge uitgangssignaal. Zie de tabel op pagina 5 voor de parameterwaarden.

 

Nederland: Telefoon:+31 (0)183 642 970 • Fax:+31 (0)183 642 971

4

Belgie: Telefoon:+32 (0)16 394 825 • Fax:+32 (0)16 394 827

 

Loading...
+ 44 hidden pages