Danfoss Vacon 20 Operating guide [nl]

Danfoss Vacon 20 Operating guide

VACON®20

AC-FREQUENTIEREGELAARS

VERKORTE HANDLEIDING

veiligheid Doc: DPD00842F1Publicatie:aug.2014, SW-pakket: FW0107V010.vcx vacon 1

Deze verkorte handleiding bevat de essentiële stappen voor eenvoudige installatie en afstelling van de Vacon 20 frequentieregelaar.

Voordat u uw frequentieregelaar in bedrijf neemt, doet u er verstandig aan de Vacon

20-gebruikershandleiding geheel door te lezen na deze te hebben gedownload van: www.vacon.com -> Downloads

1. VEILIGHEID

ALLEEN GEKWALIFICEERDE ELEKTRICIENS MOGEN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE UITVOEREN!

Deze verkorte handleiding bevat duidelijk gemarkeerde waarschuwingen met betrekking tot uw persoonlijke veiligheid en ter voorkoming van schade aan het product of de aangesloten apparatuur.

Lees deze waarschuwingen a.u.b. aandachtig door:

De componenten van de voedingseenheid van de frequentieregelaar staan onder spanning wanneer de Vacon 20 is aangesloten op de netspanning. Het is uiterst gevaarlijk in aanraking te komen met deze spanning. Dit kan leiden tot de dood of tot ernstige verwonding.

De motorklemmen U, V, W (T1, T2, T3) en de mogelijk aanwezige remweerstandklemmen (-/+) staan onder spanning wanneer de Vacon 20 is aangesloten op de netspanning, zelfs als de motor niet draait.

De besturing-I/O-klemmen zijn geïsoleerd van de netspanning. Op de relaisuitgangklemmen kan echter een gevaarlijke stuurspanning staan, ook als de Vacon 20 niet is aangesloten op de netspanning.

 

De aardlekspanning van de Vacon 20 frequentieregelaars

!

bedraagt meer dan 3,5 mA AC. Volgens de EN61800-5-1 norm

moet veiligheidsaarding aanwezig zijn.

Zie hoofdstuk 7!

 

Als de frequentieregelaar wordt gebruikt als onderdeel van een machine, is het de verantwoordelijkheid van de machinefabrikant de machine te voorzien van een hoofdschakelaar (EN 60204-1).

Als de Vacon 20 wordt losgekoppeld van de netspanning terwijl de motor draait, dan blijft het apparaat stroomdragend als de motor door het proces wordt aangedreven. In een dergelijk geval zal de motor namelijk als dynamo werken en stroom voeren naar de frequentieregelaar.

Nadat u de frequentieregelaar hebt losgekoppeld van de netvoeding, moet u wachten totdat de ventilator stilstaat en de displaysegmenten of de status-LED's op het voorpaneel niet meer branden. Wacht nog vijf minuten extra voordat

u werkzaamheden uitvoert aan de aansluitingen van de Vacon 20.

De motor kan na een foutsituatie automatisch starten als de autoresetfunctie is ingeschakeld.

24-uursondersteuning +358 (0)201 212 575 • E-mail: vacon@vacon.com

1

2 vacon

installatie

2. INSTALLATIE

2.1 Mechanische installatie

De Vacon 20 kan op twee verschillende manieren aan de wand worden bevestigd. De MI1–MI3 kan met schroeven of een DIN-rails worden opgehangen. De MI4–MI5 kan met schroeven of flensen worden opgehangen.

MI1

=M4

OK

MI2

=M5

OK

MI3

=M5

OK

Afbeelding 1: Bevestigen met schroeven, MI1–MI3

MI4

=M 6

MI5

=M 6

Afbeelding 2: Bevestigen met schroeven, MI4–MI5

Tel. +358 (0)201 2121 • Fax +358 (0)201 212205

2

installatie

vacon 3

1 2

Afbeelding 3: Bevestigen met DIN-rails, MI1–MI3

Opmerking! Zie de montageafmetingen op de achterkant van de frequentieregelaar. Voor koeldoeleinden moet er boven (100 mm), onder (50 mm) en aan de zijkanten (20 mm) van de Vacon 20 ruimte worden vrij gelaten! (Voor de MI1–MI3 is installatie naast elkaar alleen toegestaan als de omgevingstemperatuur lager dan 40 graden Celsius is. De MI4–MI5 mag nooit naast elkaar worden geïnstalleerd).

OK

Afbeelding 4: Bevestigen met flens, MI4–MI5

24-uursondersteuning +358 (0)201 212 575 • E-mail: vacon@vacon.com

2

4 vacon

installatie

Omtrek van frequentieregelaar

Omtrek van opening

Afbeelding 5: Afmetingen paneeluitsparing voor wartelplaatmontage MI4 (eenheid: mm)

Omtrek van frequentieregelaar

Omtrek van opening

Afbeelding 6: Afmetingen paneeluitsparing voor wartelplaatmontage MI5 (eenheid: mm)

Tel. +358 (0)201 2121 • Fax +358 (0)201 212205

2

installatie

vacon 5

M14

M15

Afbeelding 7: Montagediepte voor wartelplaatmontage MI4 en MI5 (eenheid: mm)

24-uursondersteuning +358 (0)201 212 575 • E-mail: vacon@vacon.com

2

6 vacon

installatie

.

 

Bevestig de beugel NADAT

de voedingskabels zijn geïnstalleerd

Bevestig deze plaat VOORDAT de voedingskabels zijn geïnstalleerd

Afbeelding 8: Bevestigen van de PE-plaat en API-kabelgeleiding, MI1–MI3

Bevestig de beugel

NADAT

Bevestig deze plaat VOORDAT de voedingskabels zijn geïnstalleerd

Afbeelding 9: Bevestigen van de PE-plaat en de API-kabelgeleiding, MI4–MI5

Tel. +358 (0)201 2121 • Fax +358 (0)201 212205

2

installatie

vacon 7

2.2 Bekabeling en aansluitingen

2.2.1 Voedingskabels

Opmerking! Aandraaimoment voor netvoedingkabels is 0,5–0,6 Nm (4–5 in.lbs).

3~ (230 V, 400 V)

 

1~ (230 V)

Motor uit

 

Verwijder de

 

 

plastic

 

 

kabelomhulling

 

NETVOEDING

voor 360°

MOTOR

aarding

Afbeelding 10: Netvoedingaansluitingen Vacon 20, MI1

3~ (230 V, 400 V, 600 V)

Externe remweerstand

3~ (230 V, 400 V, 600 V)

 

 

 

1~(230V)

1~(115V)

Motor uit

 

 

 

L1L2/N

L3 R+ R- U/T1 V/T2 W/T3

Verwijder de

 

 

 

plastic

 

 

 

kabelomhulling

 

 

 

voor 360º

 

 

 

aarding

 

 

 

NETVOEDING

 

REMWEER-

MOTOR

 

 

STAND

 

Afbeelding 11: Netvoedingaansluitingen Vacon 20, MI2–MI3

24-uursondersteuning +358 (0)201 212 575 • E-mail: vacon@vacon.com

2

8 vacon

installatie

 

3~ (380 V, 480 V)

 

Motor uit

REMWEERSTAND

NETVOEDING

MOTOR

Afbeelding 12: Netvoedingaansluitingen Vacon 20, MI4

3~ (380 V, 480 V)

Motor uit

NETVOEDING REMWEERS MOTOR

TAND

Afbeelding 13: Netvoedingaansluitingen Vacon 20, MI5

Tel. +358 (0)201 2121 • Fax +358 (0)201 212205

2

installatie

vacon 9

2.2.2 Besturingsbekabeling

 

Afbeelding 14: Open het deksel MI1–MI3

Afbeelding 15: Open het deksel MI4–MI5

24-uursondersteuning +358 (0)201 212 575 • E-mail: vacon@vacon.com

2

10 vacon

installatie

Aandraaikoppel

van besturingskabel: 0,4 Nm

Verwijder de plastic kabelomhulling voor 360°earthing

Afbeelding 16: Installeer de besturingskabels, MI1–MI3

Afbeelding 17: Installeer de besturingskabels, MI4–MI5

2.2.3 Toegestane optiekaarten in Vacon20

Tel. +358 (0)201 2121 • Fax +358 (0)201 212205

2

installatie

vacon 11

Hieronder vindt u een overzicht van de toegestane optiekaarten in de slot:

SLOT EC E3 E5 E6 E7 B1 B2 B4 B5 B9 BH BF

Opmerking! Bij gebruik van OPT-B1/OPT-B4 in Vacon 20 moet +24 VDC-voeding (±10%, min. 300 mA) worden geleverd aan klem 6 (+24_out) en klem 3 (GND) op de besturingskaart.

 

Optiekaarten (alle kaarten zijn gelakt)

 

 

OPT-EC-V

EtherCAT

 

 

OPT-E3-V

PROFIBUS DPV1 (schroefaansluiting)

OPT-E5-V

PROFIBUS DPV1 (D9-aansluiting)

 

 

OPT-E6-V

CANopen

 

 

OPT-E7-V

DeviceNet

OPT-B1-V

6 x DI/DO, elke I/O kan afzonderlijk worden toegewezen

 

 

OPT-B2-V

2 x relaisuitgang + thermistor

 

 

OPT-B4-V

1 x AI, 2 x AO (geïsoleerd)

OPT-B5-V

3 x relaisuitgang

 

 

OPT-B9-V

1 x RO, 5 x DI (42–240 VAC)

 

 

OPT-BH-V

3 x temperatuurmeting (geschikt voor sensoren PT100,

PT1000, NI1000, KTY84-130, KTY84-150, KTY84-131)

 

 

 

OPT-BF-V

1 x AO, 1 x DO, 1 x RO

 

 

Assembly-structuur optiekaart:

1

24-uursondersteuning +358 (0)201 212 575 • E-mail: vacon@vacon.com

2

12 vacon

installatie

2

3

4

Tel. +358 (0)201 2121 • Fax +358 (0)201 212205

2

installatie

vacon 13

5

6

24-uursondersteuning +358 (0)201 212 575 • E-mail: vacon@vacon.com

2

 

14 vacon

 

 

vacon 20 api

 

 

 

 

 

 

 

3. BESTURINGS-I/O EN KLEMMEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vacon 20

 

 

1–10 k

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Klem

Signaal

Fabrieksinstelling

Beschrijving

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

+10 V ref

Ref. uitgangsspanning

 

Maximale belasting 10 mA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

AI1

Analoog signaal in 1

Freq. referentie P)

0–10 V, Ri = 250 kΩ

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

GND

 

 

I/O-signaalaarding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6

24 Vout

 

 

24 V uitgang voor DI's

 

±20%, max. belasting 50 mA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7

DI_C

 

 

 

Digitale ingang

 

Digitale ingang voor DI1–DI6.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Raadpleeg tabel 2 voor type

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

gemeenschappelijk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DI-koellichaam

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8

DI1

 

 

Digitale ingang 1

Start vooruit P)

Positief,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Logic1: 18–30 V,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9

DI2

 

 

Digitale ingang 2

Start achteruit P)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Logic0: 0–5 V;

 

 

 

 

 

 

 

 

 

10

DI3

 

 

Digitale ingang 3

Fout reset P)

Negatief,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Logic1: 0–10 V, Logic0: 18–30 V;

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ri = 10 kΩ (zwevend)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A

A

 

 

RS485 signaal A

FB-communicatie

Negatief

 

 

 

 

 

 

 

 

 

B

B

 

 

RS485 signaal B

FB-communicatie

Positief

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PID werkelijke

Standaard:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0(4)–20 mA, Ri ≤ 250 Ω

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4

AI2

 

 

Analoog signaal in 2

waarde en freq.

Overige:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

referentie P)

0–10 V, Ri = 250 kΩ

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Te selecteren via microswitch

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5

GND

 

 

I/O-signaalaarding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

13

DO-

Digitale uitgang

 

Digitale uitgang

 

 

 

 

 

 

 

 

 

gemeenschappelijk

 

gemeenschappelijk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

14

DI4

Digitale ingang 4

Vast toerental B0 P)

Zie DI1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zie DI1,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

15

DI5

Digitale ingang 5

Vast toerental B1 P)

Overige: Encoder ingang A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(frequentie tot 10 kHz)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Te selecteren via microswitch

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zie DI1,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

16

DI6

Digitale ingang 6

Externe fout P)

Overige: Encoder ingang B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(frequentie tot 10 kHz),

 

 

 

 

 

 

 

 

 

mA

 

 

 

 

 

 

 

Pulse train ingang

 

 

 

 

 

 

 

(frequentie tot 5 kHz)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

18

AO

Analoge uitgang

Uitgangs-

0–10 V, RL ≥1 kΩ

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0(4)–20 mA, RL ≤ 500 Ω

 

 

 

 

 

 

 

 

 

frequentie P)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Te selecteren via microswitch

Tabel 1: Vacon 20 toepassing voor algemene doeleinden:

standaard I/O configuratie en aansluitingen voor besturingskaart P) = Programmeerbare functie. Zie Gebruikershandleiding: parameterlijsten en beschrijvingen voor meer informatie

Tel. +358 (0)201 2121 • Fax +358 (0)201 212205

3

 

 

 

 

vacon 20 api

 

 

vacon 15

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Klem

 

 

 

 

Signaal

Fabrieksinstelling

Beschrijving

 

 

 

 

20

DO

Digitaal signaal uit

Actief = READY P)

Open collector, max.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

belasting 50 mA/35 V

 

 

 

 

22

RO1 NO

 

 

 

 

 

 

Relaisuit-

Actief = RUN P)

Schakelbelasting:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

23

RO1 CM

 

 

 

 

 

 

gang 1

 

 

250 VAC/3 A, 24 VDC, 3 A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

24

RO2 NC

 

 

 

 

 

 

Relaisuit-

 

 

Schakelbelasting:

 

 

 

 

25

RO2 CM

 

 

 

 

 

 

gang 2

Actief = FAULT P)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

250 VAC/3 A, 24 VDC, 3 A

 

 

 

 

26

RO2 NO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tabel 1: Vacon 20 toepassing voor algemene doeleinden:

 

 

 

 

 

 

 

standaard I/O configuratie en aansluitingen voor besturingskaart

 

 

 

 

 

 

 

P) = Programmeerbare functie. Zie Gebruikershandleiding:

 

 

 

 

 

 

 

parameterlijsten en beschrijvingen voor meer informatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Klem

 

 

 

 

 

 

Signaal

 

Fabrieksinstelling

Beschrijving

 

 

 

 

 

 

3

 

 

GND

 

I/O-signaalaarding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6

 

 

24 Vout

24 V uitgang voor DI's

 

20%, max.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

belasting 50 mA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Digitale ingang

 

 

Digitale ingang

 

 

 

 

 

 

7

 

 

DI_C

 

 

 

gemeenschappelijk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

gemeenschappelijk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

voor DI1-DI6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Positief, Logic1: 18–30 V,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Logic0: 0–5 V;

 

 

 

 

8

 

 

DI1

 

Digitale ingang 1

 

Start vooruit P)

Negatief, Logic1: 0–10 V,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Logic0: 18–30 V;

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ri = 10 kΩ (zwevend)

 

 

 

 

 

 

9

 

 

DI2

 

Digitale ingang 2

 

Start achteruit P)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

10

 

DI3

 

Digitale ingang 3

 

Fout reset P)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Positief, Logic1: 18–30 V,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Logic0: 0–5 V;

 

 

 

 

14

 

DI4

 

Digitale ingang 4

 

Vast toerental B0 P)

Negatief, Logic1: 0–10 V,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Logic0: 18–30 V;

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ri = 10 kΩ (zwevend)

 

 

 

 

 

 

15

 

DI5

 

Digitale ingang 5

 

Vast toerental B1 P)

Alleen voor DI.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

16

 

DI6

 

Digitale ingang 6

 

Externe fout P)

Alleen voor DI.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tabel 2: Type DI-koellichaam. Verwijder J500 en sluit de draad aan volgens tabel 2

24-uursondersteuning +358 (0)201 212 575 • E-mail: vacon@vacon.com

3

16 vacon

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

vacon 20 api

 

J500

 

S4

S3

 

S2

 

S1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ON

 

<![if ! IE]>

<![endif]>DI Enco Nor AO V mA

<![if ! IE]>

<![endif]>AI2 V mA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

<![if ! IE]>

<![endif]>RS485 - term

 

 

 

 

 

 

 

 

OFF

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afbeelding18: Microschakelaars

 

 

Vacon 20 I/O-klemmen:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

AI2 GND DODI4 DI5 DI6

AO DO+

R13 R14

*

R24

4

5

13

14

15

 

16

18

20

 

22

23

 

26

1

2

 

3

6

7

8

 

9

10

 

 

 

25

24

+10VAI1 GND 24V DI-C DI1

DI2 DI3

A

 

B

R21 R22

Tel. +358 (0)201 2121 • Fax +358 (0)201 212205

3

navigatie & opstarten

 

 

vacon 17

4. NAVIGATIE EN OPSTARTEN

 

 

 

 

4. 1 De belangrijkste menu's van de Vacon 20

 

 

MENU

READY RUN

STOP ALARM FAULT

 

READY

RUN STOP ALARM FAULT

REFERENTIE

REF

 

 

REF

 

Dit menu toont de

MON

 

OK

MON

 

referentiewaarde van het

 

 

 

 

 

 

bedieningspaneel ongeacht

PAR

 

PAR

 

de geselecteerde

 

 

 

 

 

 

 

 

bedieningsplaats.

SYS

Hz

 

SYS

Hz

MENU

MONITORING

In dit menu kunt u navigeren door de controlewaarden.

FWD

REV

I/O

KEYPAD

BUS

DRUK OP

FWD

REV

I/O

KEYPAD

BUS

 

 

 

 

 

DRUK OP

 

 

 

 

 

 

 

READY

RUN

STOP

ALARM

FAULT

 

 

READY

RUN

STOP

ALARM

FAULT

 

 

 

 

 

 

 

REF

 

 

 

 

 

REF

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MON

 

 

 

 

OK

MON

 

 

 

 

 

PAR

 

 

 

 

 

PAR

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SYS

 

 

 

 

 

SYS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

FWD

REV

I/O

KEYPAD

BUS

DRUK OP

FWD

REV

I/O

KEYPAD

BUS

 

 

 

 

 

 

 

DRUK OP

MENU

PARAMETER

In dit menu kunt u navigeren door de parameters en deze bewerken.

READY RUN STOP ALARM FAULT

READY RUN STOP ALARM FAULT

REF

REF

MON

OK MON

PAR

PAR

SYS

SYS

MENU

SYSTEEM

In dit menu kunt u navigeren door de systeemparameters en het submenu Fouten.

FWD

REV

I/O

KEYPAD

BUS

DRUK OP

FWD

REV

I/O

KEYPAD

BUS

 

 

 

 

DRUK OP

 

 

 

 

 

 

READY

RUN

STOP

ALARM

FAULT

 

READY

RUN

STOP

ALARM

FAULT

REF

 

 

 

 

REF

 

 

 

 

 

MON

 

 

 

 

OK MON

 

 

 

 

 

PAR

 

 

 

 

PAR

 

 

 

 

 

SYS

 

 

 

 

SYS

 

 

 

 

 

FWD

REV

I/O

KEYPAD

BUS

DRUK OP FWD

REV

I/O

KEYPAD

BUS

Afbeelding 19: Het hoofdmenu van de Vacon 20

24-uursondersteuning +358 (0)201 212 575 • E-mail: vacon@vacon.com

4

18 vacon

navigatie & opstarten

4.2 Ingebruikname en opstartwizard

 

 

4.2.1 Stappen voor ingebruikname:

 

 

 

 

 

 

 

1. Lees de veiligheidsinstructies op pagina 1

7. Voer de testrun zonder motor uit. Raadpleeg

 

de Gebruikershandleiding op www.vacon.com

 

 

 

 

 

 

 

2. Zorg dat de aarding in orde is en controleer

8. Voer nulbelastingtests uit zonder dat de motor

 

dat de kabels voldoen aan de vereisten

op het proces is aangesloten

 

 

 

 

 

3. Controleer de kwaliteit en kwantiteit van de

9. Voer een identificatierun uit (Par: P1.19

 

koellucht

motor-identificatie, ID631)

 

 

 

 

 

4. Controleer dat alle start/stop-schakelaars in

10. Sluit de motor op het proces aan en voer de

 

de stand STOP staan

test nogmaals uit

 

 

 

 

 

5. Sluit de frequentieregelaar op de netstroom aan:

11. De Vacon 20 is nu klaar voor gebruik.

 

 

 

 

 

6. Voer de opstartwizard uit en stel alle benodigde

 

 

 

parameters in

 

 

Tabel 3: Stappen voor ingebruikname

4.2.2 Opstartwizard

Op de Vacon 20 wordt de opstartwizard uitgevoerd bij de eerste keer opstarten. De wizard kan worden uitgevoerd met de instelling SYS Par.4.2 =1. De volgende afbeeldingen tonen de procedure.

OPMERKING! Als u de opstartwizard uitvoert, worden alle parameters teruggezet op de fabrieksinstellingen!

OPMERKING! U kunt de opstartwizard overslaan door de STOP-knop 30 seconden ingedrukt te houden.

Tel. +358 (0)201 2121 • Fax +358 (0)201 212205

4

navigatie & opstarten

 

 

 

 

vacon 19

READY RUN

STOP

ALARM

FAULT

 

READY

RUN

STOP

ALARM

FAULT

REF

 

 

 

 

REF

 

 

 

 

 

MON

 

 

 

 

MON

 

 

 

 

 

PAR

 

 

 

 

PAR

 

 

 

 

 

SYS

 

 

 

 

SYS

 

 

 

 

 

FWD

REV

I/O

KEYPAD

BUS

 

FWD

REV

I/O

KEYPAD

BUS

 

 

 

 

 

 

 

 

OK

 

 

1

Open het parametermenu

 

Druk op OK om naar

en selecteer P1.3 Nominaal 2

de bewerkingsmodus

 

motortoerental.

 

 

te gaan.

 

 

READY RUN

STOP

ALARM

FAULT

 

READY

RUN

STOP

ALARM

FAULT

REF

 

 

 

 

REF

 

 

 

 

 

MON

 

 

 

 

MON

 

 

 

 

 

PAR

 

 

 

 

PAR

 

 

 

 

 

SYS

 

 

rpm

 

SYS

 

 

 

 

 

FWD

REV

I/O

KEYPAD

BUS

 

FWD

REV

I/O

KEYPAD

BUS

 

 

 

OK

 

 

 

 

 

 

 

3

Wijzig de waarde P1.3 met

4

Voer dezelfde procedure

de knop omhoog/omlaag

uit voor P1.4, nominale

 

en druk op OK om te

 

motorstroom

 

bevestigen.

Afbeelding 20: De Vacon 20 opstartwizard (standaardapplicatie)

24-uursondersteuning +358 (0)201 212 575 • E-mail: vacon@vacon.com

4

Loading...
+ 44 hidden pages