Het auteursrecht op deze handleiding berust bij Vacon Ltd. Alle rechten voorbehouden. Deze
handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. De originele taal van
deze instructies is Engels.
In deze handleiding leest u over de functies van de VACON® frequentieregelaar en hoe u
deze kunt gebruiken. De structuur van de handleiding komt overeen met de menustructuur
van de frequentieregelaar (hoofdstuk 1 en 4–8).
Hoofdstuk 1 – Snelstartgids
Aan de slag met het bedieningspaneel
•
Hoofdstuk 2 – Wizards
Toepassingsconfiguraties selecteren
•
Snel toepassingen instellen
•
De verschillende applicaties met voorbeelden
•
Hoofdstuk 3 – Gebruikersinterfaces
De typen displays en het gebruik van het bedieningspaneel
•
De pc-tool VACON® Live.
•
De functies van de veldbus
•
Hoofdstuk 4 – Menu Monitoring
Een overzicht van alle monitoringwaarden
•
Hoofdstuk 5 – Menu Parameters
Een overzicht van alle parameters van de frequentieregelaar
•
Hoofdstuk 6 – Menu Diagnose
Hoofdstuk 7 – Menu I/O en hardware
Hoofdstuk 8 – Menu's Gebruikersinstellingen, Favorieten en Gebruikersniveau
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
IndexMinMaxUnitDefaultIDDescriptionParameter
ABCDEFGH
VACON · 4VOORWOORD
Hoofdstuk 9 – Beschrijving van controlewaarden
Hoofdstuk 10 – Parameterbeschrijvingen
Parameters gebruiken
•
Digitale en analoge ingangen programmeren
•
Applicatiespecifieke functies
•
Hoofdstuk 11 – Fouttracering
Fouten en bijbehorende oorzaken
•
Fouten resetten
•
Hoofdstuk 12 – Bijlage 1
Informatie over de verschillende standaardwaarden van de applicaties
•
Deze handleiding bevat een groot aantal tabellen met parameters. Hieronder wordt uitgelegd
hoe u deze tabellen moet interpreteren.
A.De locatie van de parameter in het
menu. Dit is ook het parameternummer.
B.De naam van de parameter.
C.De minimumwaarde van de parameter.
D. De maximumwaarde van de parameter.
E.De eenheid van de parameterwaarde. De
eenheid wordt getoond als deze
beschikbaar is.
F.De fabrieksinstelling.
G. Het ID-nummer van de parameter.
H. Een korte beschrijving van de waarden
van de parameter en/of de functie.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
VOORWOORD VACON · 5
FUNCTIES VAN DE VACON® FREQUENTIEREGELAAR
U kunt een van de standaardapplicaties voor uw proces selecteren: Standaard, Lokaal/
•
Afstand, Multi-stap toerental, PID-besturing, Multifunctioneel of Motorpotentiometer. Op
basis van uw keuze wordt de frequentieregelaar alvast automatisch gedeeltelijk
ingesteld, zodat de inbedrijfstelling nog gemakkelijker wordt.
Wizards voor de eerste keer opstarten en voor de Fire modus.
•
Wizards voor elke applicatie: Standaard, Lokaal/Afstand, Multi-stap toerental, PID-
•
besturing, Multifunctioneel of Motorpotentiometer.
FUNCT-knop voor het eenvoudig schakelen tussen lokale en externe bediening. De
•
externe bedieningsplaats kan een I/O- of veldbusverbinding zijn. U kunt de externe
bedieningsplaats selecteren met een parameter.
8 vaste frequenties.
•
Motorpotentiometerfuncties.
•
Joystickbediening.
•
Functie voor kruipsnelheid.
•
2 programmeerbare rampingtijden, 2 bewakingen en 3 bereiken voor verboden
•
frequenties.
Gedwongen stop.
•
Een bedieningspagina voor snelle bediening en bewaking van de belangrijkste waarden.
•
Veldbusdatamap.
•
Automatische reset.
•
Verschillende voorverwarmingsmodi om condensatie te voorkomen.
•
Maximale uitgangsfrequentie van 320 Hz.
•
Interne klok (RTC) en timerfuncties (optionele klokbatterij vereist). U kunt drie
•
tijdkanalen programmeren voor verschillende functies van de frequentieregelaar.
Ondersteuning voor externe PID-regelaar. Hiermee kunt u bijvoorbeeld een klep
•
bedienen met de I/O van de frequentieregelaar.
Een slaapmodus die de frequentieregelaar automatisch in- en uitschakelt om energie te
•
besparen.
PID-regelaar met twee zones en twee verschillende terugkoppelsignalen: minimum- en
•
maximumbesturing.
Twee referentiebronnen voor de PID-regelaar. U kunt de gewenste bron selecteren met
•
een digitale ingang.
Een functie voor PID-referentieversterking.
•
Vooruitsturing voor een betere respons bij procesveranderingen.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
INHOUDSOPGAVE VACON · 9
7Menu I/O en hardware 174
7.1Basis I/O 174
7.2Optiekaartsleuven 176
7.3Real-time klok 177
7.4Instellingen powerunit 178
7.5Bedieningspaneel 179
7.6Veldbus 180
8De menu's Gebruikersinstellingen, Favorieten en Gebruikersniveaus 185
8.1Gebruikersinstellingen 185
8.1.1Parameter back-up 186
8.2Favorieten 187
8.2.1Items toevoegen aan Favorieten 187
8.2.2Items verwijderen uit Favorieten 188
8.3Gebruikersniveaus 188
8.3.1De toegangscode voor gebruikersniveaus wijzigen 189
9Beschrijving van monitoring waardes 191
9.1Multimonitor 191
9.2Basis 192
9.3I/O 193
9.4Temperatuuringangen 194
9.5Extra's/geavanceerd 195
9.6Timerfuncties 196
9.7PID-regelaar 197
9.8Externe PID-regelaar 198
9.9Multi-pomp 198
9.10Onderhoudstellers 199
9.11Veldbusgegevens 199
10 Parameterbeschrijvingen 204
10.1Trendcurve 204
10.2Motorinstellingen 205
10.2.1Parametergroep Motor naamplaat 205
10.2.2Parametergroep Motorregeling 206
10.2.3Motorlimieten 212
10.2.4Parametergroep Open loop 212
10.2.5Functie I/f-start 216
10.2.6Functie Koppelstabilisatie 217
10.2.7Geavanceerde sensorloze besturing 218
10.3Start/Stop-instellingen 220
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
VACON · 10INHOUDSOPGAVE
10.4Referenties 230
10.4.1frequentiereferentie 230
10.4.2Koppelreferentie 231
10.4.3Koppelbesturing in Open-Lus-besturing 235
10.4.4Koppelbesturing in geavanceerde sensorloze besturing 235
10.4.5Vaste frequenties 236
10.4.6Parametergroep Motorpotentiometer 240
10.4.7Parametergroep Joystick 242
10.4.8Parametergroep Kruipsnelheid 244
10.5Instellingen voor Ramping en Remmen 246
10.5.1Ramp 1 246
10.5.2Ramp 2 247
10.5.3Startmagnetisering 248
10.5.4DC-rem 248
10.5.5Fluxremmen 249
10.6I/O-configuratie 249
10.6.1Programmering van digitale en analoge ingangen 249
10.6.2Standaardfunctie van programmeerbare ingangen 260
10.6.3Digitale ingangen 260
10.6.4Analoge ingangen 267
10.6.5Digitale uitgangen 272
10.6.6Analoge uitgangen 276
10.7Veldbusdatamap 280
10.8Verboden frequenties 281
10.9Bewakingen 283
10.10 Beveiligingen 284
10.10.1Algemeen 284
10.10.2Thermische motorbeveiligingen 286
10.10.3Beveiliging motorblokkering 290
10.10.4Onderbelastingsbeveiliging 292
10.10.5Snelle stop. 294
10.10.6Fout temperatuuringang 296
10.10.7AI laag niveau beveiliging 297
10.10.8Aangepaste fout 1 298
10.10.9Aangepaste fout 2 298
10.11 Automatische reset 298
10.12 Applicatie-instellingen 301
10.13 Timerfuncties 302
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
INHOUDSOPGAVE VACON · 11
10.14 PID-regelaar 306
10.14.1Basisinstellingen 306
10.14.2Referentiepunten 308
10.14.3Terugkoppeling 309
10.14.4Vooruitsturing 310
10.14.5Slaapfunctie 311
10.14.6Terugkoppelbewaking 313
10.14.7Drukverlies compensatie 315
10.14.8Rustig Vullen 317
10.14.9Ingangsdruk bewaking 319
10.14.10Vorstbescherming 321
10.15 Externe PID-regelaar 322
10.16 Functie Multi-pomp 323
10.16.1Overdrukbewaking 330
10.17 Onderhoudstellers 331
10.18 Fire modus 332
10.19 De functie Motorvoorverwarming 335
10.20 Frequentieregelaar Customizer 336
10.21 Mechanische rem 336
10.22 Pompbesturing 340
10.22.1Autoreinigen 340
10.22.2Jockeypomp 341
10.22.3Preparatiepomp 343
10.23 Geavanceerd harmonisch filter 344
11 Fouttracering 345
11.1Er wordt een fout getoond 345
11.1.1Resetten met de resetknop 346
11.1.2Resetten met een parameter in het grafische display 346
11.1.3Resetten met een parameter in het tekstdisplay 347
11.2Foutenhistorie 348
11.2.1De foutenhistorie bekijken in het grafische display 348
11.2.2De Foutenhistorie bekijken in het tekstdisplay 349
11.3Foutcodes 351
11.4Totaaltellers en triptellers 367
11.4.1Teller bedrijfsuren 367
11.4.2Tripteller bedrijfsuren 367
11.4.3Teller draaitijd 368
11.4.4Teller netvoeding-aanwezig tijd 368
11.4.5Energieteller 369
11.4.6Energie tripteller 370
12 Bijlage 1 372
12.1De standaardwaarden van parameters in de verschillende applicaties 372
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
ABC
I
HD
GFE
VACON · 12SNELSTARTGIDS
1SNELSTARTGIDS
1.1BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel vormt de interface tussen de frequentieregelaar en de gebruiker. Met
het bedieningspaneel kunt u het toerental van een motor regelen en de status van de
frequentieregelaar bewaken. Bovendien kunt u hiermee de parameters van de
frequentieregelaar instellen.
Afb. 1: De knoppen op het bedieningspaneel
A.De BACK/RESET-knop. Hiermee kunt u
teruggaan in het menu, de
bewerkingsmodus afsluiten en fouten
resetten.
B. De pijlknop OMHOOG. Hiermee kunt u
omhoog bladeren in een menu en
waarden verhogen.
C. De FUNCT-knop. Hiermee kunt u de
draairichting van de motor wijzigen, de
bedieningspagina openen en de
bedieningsplaats kiezen. Voor meer
informatie, zie 3 Gebruikersinterfaces.
D. De pijlknop RECHTS.
E.De START-knop.
F.De pijlknop OMLAAG. Hiermee kunt u
omlaag bladeren in een menu en
waarden verlagen.
G. De STOP-knop.
H. De pijlknop LINKS. Hiermee kunt u de
cursor naar links verplaatsen.
I.De OK-knop. Hiermee kunt u een
geselecteerd niveau of item openen of
een keuze bevestigen.
1.2DE DISPLAYS
Er zijn twee typen displays: het grafische display en het tekstdisplay. Het bedieningspaneel
heeft altijd dezelfde toetsen en knoppen.
Het display toont de volgende gegevens:
De status van de motor en de frequentieregelaar.
•
Fouten in de motor en in de frequentieregelaar.
•
Uw locatie in de menustructuur.
•
1
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
STOP
READYI/O
Main Menu
ABCDE
F
H
G
Quick Setup
( 17 )
Monitor
( 5 )
Parameters
( 12 )
M1ID:
AB
F
C
D
E
SNELSTARTGIDS VACON · 13
Afb. 2: Het grafische display
A.Het eerste statusveld: STOP/RUN
B. De draairichting van de motor
C. Het tweede statusveld: GEREED/NIET
GEREED/FOUT
D. Het alarmveld: ALARM/E.Het bedieningsplaatsveld: PC/IO/
F.Het locatieveld: het ID-nummer van de
parameter en de huidige locatie in het
menu
G. De geselecteerde groep of parameter
H. Het aantal items in de desbetreffende
groep
BEDIENINGSPANEEL/VELDBUS
Afb. 3: Het tekstdisplay. Als de tekst te lang is om in één keer te worden weergegeven, schuift
deze automatisch over het display.
A.De statusindicatoren
B. De alarm- en foutindicatoren
C. De naam van de huidige groep of het
huidige item
1.3DE EERSTE KEER STARTEN
De opstartwizard begeleidt u bij het instellen van de vereiste gegevens voor een juiste
besturing van uw proces.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
D. De huidige locatie in het menu
E.De indicatoren voor de bedieningsplaats
F.De indicatoren voor de draairichting
1
VACON · 14SNELSTARTGIDS
1
2
3Tijd* (P5.5.2)uu:mm:ss
4Jaar* (P5.5.4)jjjj
5Datum* (P5.5.3)dd.mm.
Taalkeuze (P6.1)De opties zijn verschillend voor alle verschil-
lende taalpakketten.
Zomertijd* (P5.5.5)
Rusland
US
EU
UIT
* Deze stappen worden alleen weergegeven als er een klokbatterij is geplaatst.
Opstartwizard uitvoeren?
6
Ja
Nee
Als u de parameterwaarden handmatig wilt instellen, selecteert u Nee en drukt u vervolgens
op OK.
10
11
12
Selecteer een applicatie (P1.2 Applicatie, ID212).
Standaard
Lokaal/Afstand
7
Stel een waarde in voor P3.1.2.2 Motortype (zodat
8
9
deze overeenkomt met de motortypeplaat).
Stel een waarde in voor P3.1.1.1 Nominale motorspanning (zodat deze overeenkomt met de motortypeplaat).
Stel een waarde in voor P3.1.1.2 Nominale motorfrequentie (zodat deze overeenkomt met de motortypeplaat).
Stel een waarde in voor P3.1.1.3 Nominaal motortoerental (zodat deze overeenkomt met de motortypeplaat).
Stel een waarde in P3.1.1.4 voor Nominale motorstroom.
13Stel een waarde in voor P3.1.1.5 Motor Cos Phi.Bereik: 0.30-1.00
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
SNELSTARTGIDS VACON · 15
Als u Motortype instelt op Inductiemotor, wordt de volgende stap weergegeven. Als u PMmotor selecteert, wordt de waarde van parameter P3.1.1.5 Motor Cos Phi ingesteld op 1,00
en gaat de wizard direct door naar stap 14.
14
15
16Stel een waarde in voor P3.4.1.2 Acceleratietijd 1.Bereik: 0,1…300,0 s
17Stel een waarde in voor P3.4.1.3 Deceleratietijd 1.Bereik: 0,1…300,0 s
18
Stel een waarde in voor P3.3.1.1 Minimumfrequentiereferentie.
Stel een waarde in voor P3.3.1.2 Maximumfrequentiereferentie.
Applicatiewizard uitvoeren?
Bereik: 0,00…P3.3.1.2 Hz
Bereik: P3.3.1.1…320,00 Hz
Ja
Nee
Als u door wilt gaan met de applicatiewizard, selecteert u Ja en drukt u vervolgens op OK. Zie
de beschrijving van de verschillende applicatiewizards in hoofdstuk 2 Wizards
Wanneer deze parameters zijn ingesteld, is de opstartwizard voltooid. Als u de opstartwizard
opnieuw wilt uitvoeren, kan dat op twee manieren. Ga naar de parameter P6.5.1
Fabrieksinstellingen herstellen of de parameter B1.1.2 Opstartwizard. Selecteer vervolgens
Activeren.
1.4BESCHRIJVING VAN DE APPLICATIES
Met de parameter P1.2 (Applicatie) kunt u de applicatie voor de frequentieregelaar
selecteren. Zodra u de parameter P1.2 wijzigt, worden er standaardwaarden ingesteld voor
een specifieke groep parameters.
1.4.1APPLICATIE STANDAARD
De applicatie Standaard kunt u gebruiken voor processen op basis van toerentalregeling
waarbij geen speciale functies nodig zijn, zoals pompen, ventilatoren of transportbanden.
U kunt de frequentieregelaar bedienen vanaf het bedieningspaneel of via de veldbus of I/Oklemmen.
Wanneer u de frequentieregelaar bestuurt via de I/O-klemmen, wordt het
frequentiereferentiesignaal verbonden met AI1 (0…10 V) of AI2 (4…20 mA). De verbinding is
afhankelijk van het type signaal. Er zijn ook drie vaste frequentiereferenties beschikbaar. U
kunt de vaste frequentiereferenties activeren met DI4 en DI5. De start/stop-signalen van de
frequentieregelaar zijn gekoppeld aan DI1 (start vooruit) en DI2 (start achteruit).
Alle uitgangen van de frequentieregelaar kunnen in alle applicaties vrij worden
geconfigureerd. Op de basis-I/O-kaart zijn één analoge uitgang (uitgangsfrequentie) en drie
relaisuitgangen (run, fout, gereed) beschikbaar.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
Controleer of de
motor is aangesloten
in driehoeks- of sterconfiguratie.
Neem de waarde f
over van de motornaamplaat.
Neem de waarde n
over van de motornaamplaat.
Neem de waarde I
over van de motornaamplaat.
n
n
n
1
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
SNELSTARTGIDS VACON · 19
Tabel 3: M1 Quick setup
IndexParametermin.max.
1.13
1.14
1.15Identificatie020631
1.16Startfunctie010505
1.17Stopfunctie010506
Motor Cos Phi (ver-
mogensfactor)
Energie-optimalisa-
tie
0.301.00varieert120
010666
eenheidStandaar
d
IDBeschrijving
Neem de waarde over
van de motornaamplaat.
0 = Uitgeschakeld
1 = Ingeschakeld
0 = Geen actie
1 = Bij stilstand
2 = Met draaiende
motor
0 = Ramping
1 = Vliegende start
0 = Vrij uitlopen
1 = Ramping
1.18Automatische reset010731
1.19
1.20
1.21
Respons bij externe
fout
Respons bij Fout AI
te laag
Bedienplaats op
afstand
032701
050700
010172
0 = Uitgeschakeld
1 = Ingeschakeld
0 = Geen actie
1 = Alarm
2 = Fout (stop volgens
stopmodus)
3 = Fout (stop door uitlopen)
0 = Geen actie
1 = Alarm
2 = Alarm + vaste foutfrequentie (P3.9.1.13)
3 = Alarm + laatste frequentie
4 = Fout (stop volgens
stopmodus)
5 = Fout (stop door uitlopen)
0 = Besturing I/O
1 = Veldbusbediening
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
1
VACON · 20SNELSTARTGIDS
Tabel 3: M1 Quick setup
IndexParametermin.max.
1.22
Referentieselectie
I/O A
095117
eenheidStandaar
d
IDBeschrijving
0 = Vaste frequentie 0
1 = Bedieningspaneelreferentie
2 = Veldbus
3 = AI1
4 = AI2
5 = AI1+AI2
6 = PID-referentie
7 = Motorpotentiometer
8 = Joystick referentie
9 = Kruipsnelheid referentie
10 = Blok 1 uit
11 = Blok 2 uit
12 = Blok 3 uit
13 = Blok 4 uit
14 = Blok 5 uit
15 = Blok 6 uit
16 = Blok 7 uit
17 = Blok 8 uit
18 = Blok 9 uit
19 = Blok 10 uit
1.23
1.24
1.25AI1 SignaalBer.010379
1.26AI2 signaalbereik011390
1.27RO1 Functie061211001Zie P3.5.3.2.1.
1.28RO2 Functie056311004Zie P3.5.3.2.1.
1.29RO3 Functie056111007Zie P3.5.3.2.1.
1.30AO1 Functie031210050Zie P3.5.4.1.1.
Selectie bedienings-
paneel referentie
Veldbus referentie-
selectie
091121
092122
Zie P1.22.
Zie P1.22.
0 = 0…10 V/0…20 mA
1 = 2…10 V/4…20 mA
0 = 0…10 V/0…20 mA
1 = 2…10 V/4…20 mA
1
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
SNELSTARTGIDS VACON · 21
Tabel 4: M1.31 Standaard
IndexParameterMin.Max.
1.31.1Vaste frequentie 1P1.3P1.4Hz10.0105
1.31.2Vaste frequentie 2P1.3P1.4Hz15.0106
1.31.3Vaste frequentie 3P1.3P1.4Hz20.0126
EenheidStandaar
d
IDBeschrijving
1.4.2APPLICATIE LOKAAL/AFSTAND
Gebruik de applicatie Lokaal/Afstand wanneer u bijvoorbeeld moet kunnen schakelen tussen
twee verschillende bedieningsplaatsen.
Met DI6 kunt u schakelen tussen lokale en externe bediening. Als de externe
bedieningsplaats actief is, kunt u start/stop-opdrachten geven via de veldbus of via de I/Oklemmen (DI1 en DI2). Als de lokale bedieningsplaats actief is, kunt u start/stop-opdrachten
geven met het bedieningspaneel.
Voor elke bedieningsplaats kunt u het bedieningspaneel de veldbus of de I/O-klemmen (AI1
of AI2) instellen als frequentiereferentiebron.
Alle uitgangen van de frequentieregelaar kunnen in alle applicaties vrij worden
geconfigureerd. Op de basis-I/O-kaart zijn één analoge uitgang (uitgangsfrequentie) en drie
relaisuitgangen (run, fout, gereed) beschikbaar.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
1
1
6
2
3
4
5
18
19
30
12
7
13
8
9
10
14
15
16
21
22
23
11
17
A
B
24
25
26
32
33
Modbus RTU,
N2, BACnet
28
29
*)
**)
Referentie op afstand (4…20 mA)
Lokaal:
Frequentiereferentie
(standaard: 0…10 V)
Op afstand:
Frequentiereferentie
(standaard: 4…20 mA)
Op afstand: Start vooruit
Op afstand: Start achteruit
Lokaal: Start vooruit
Lokaal: Start achteruit
Selectie lokaal/afstand
Aarde bediening op afstand
Bediening
op afstand
(+24 V)
RUN
FOUT
GEREED
referentie-uitgang
Standaard-I/O-kaart
Klem
Signaal Beschrijving
24 V hulpspanning
Analoge ingang 1 +
Analoge ingang 1 -
Analoge ingang 2 +
Analoge ingang 2 -
Analoge uitgang 1 +
Analoge uitgang 1 -
24 V hulpspanning
24 V hulpingangsspanning
I/O-aarde
I/O-aarde
Digitale ingang 1
Digitale ingang 2
Digitale ingang 3
Digitale ingang 4
Digitale ingang 5
Digitale ingang 6
Relaisuitgang 1
Gemeenschappelijk
voor DI1–DI6
Gemeenschappelijk
voor DI1–DI6
seriële bus, negatief
seriële bus, positief
Relaisuitgang 2
Relaisuitgang 3
Externe fout
Uitgangsfrequentie
(standaard: 0…20 mA)
RUN
FOUT
+24 Vin
24Vout
GND
GND
DI1
DI2
DI3
DI4
DI5
DI6
R O1/1 NC
R O1/2 CM
R O1/3 NO
CM
CM
RS485
RS485
R O2/1 NC
R O2/2 CM
R O2/3 NO
R O3/2 CM
R O3/3 NO
+10Vref
AI1+
AI1-
AI2+
AI2-
24Vout
AO1+/GND
AO1-
mA
Referentiepo-
tentiometer
1…10k
TI1+
TI1-
Thermistoringang
VACON · 22SNELSTARTGIDS
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
Afb. 6: De standaardaansluitingen voor besturing met de applicatie Lokaal/Afstand
* = Alleen beschikbaar in VACON® 100 X.
1
A
B
C
SNELSTARTGIDS VACON · 23
** = Raadpleeg de installatiehandleiding van de VACON® 100 X voor de DIPswitchconfiguratie van VACON® 100 X-systemen.
Afb. 7: DIP-switch
A.DIP-schakelaar voor digitale ingangen
C. Verbonden met GND (standaard)
B. Zwevend
Tabel 5: M1.1 Wizards
IndexParameterMin.Max.
1.1.1Opstartwizard0101170
1.1.3Multipomp Wizard0101671
1.1.4Fire modus wizard0101672
EenheidStandaar
d
IDBeschrijving
0 = Niet geactiveerd
1 = Activeren
Selecteer Activeren om
de opstartwizard te
starten (zie 1.3 De eer-ste keer starten).
Selecteer Activeren om
de wizard Multi-pomp
te starten (zie hoofdstuk 2.7 Multipomp Wizard).
Selecteer Activeren om
de wizard Fire modus
te starten (zie hoofdstuk 2.8 Fire modus wizard).
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
Controleer of de
motor is aangesloten
in driehoeks- of sterconfiguratie.
Neem de waarde f
over van de motornaamplaat.
Neem de waarde n
over van de motornaamplaat.
Neem de waarde I
over van de motornaamplaat.
n
n
n
1
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
SNELSTARTGIDS VACON · 25
Tabel 6: M1 Quick setup
IndexParametermin.max.
1.13
1.14
1.15Identificatie020631
1.16Startfunctie010505
1.17Stopfunctie010506
Motor Cos Phi (ver-
mogensfactor)
Energie-optimalisa-
tie
0.301.00varieert120
010666
eenheidStandaar
d
IDBeschrijving
Neem de waarde over
van de motornaamplaat.
0 = Uitgeschakeld
1 = Ingeschakeld
0 = Geen actie
1 = Bij stilstand
2 = Met draaiende
motor
0 = Ramping
1 = Vliegende start
0 = Vrij uitlopen
1 = Ramping
1.18Automatische reset010731
1.19
1.20
1.21
Respons bij externe
fout
Respons bij Fout AI
te laag
Bedienplaats op
afstand
032701
050700
010172
0 = Uitgeschakeld
1 = Ingeschakeld
0 = Geen actie
1 = Alarm
2 = Fout (stop volgens
stopmodus)
3 = Fout (stop door uitlopen)
0 = Geen actie
1 = Alarm
2 = Alarm + vaste foutfrequentie (P3.9.1.13)
3 = Alarm + laatste frequentie
4 = Fout (stop volgens
stopmodus)
5 = Fout (stop door uitlopen)
0 = Besturing I/O
1 = Veldbusbediening
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
1
VACON · 26SNELSTARTGIDS
Tabel 6: M1 Quick setup
IndexParametermin.max.
1.22
Referentieselectie
I/O A
093117
eenheidStandaar
d
IDBeschrijving
0 = Vaste frequentie 0
1 = Bedieningspaneelreferentie
2 = Veldbus
3 = AI1
4 = AI2
5 = AI1+AI2
6 = PID-referentie
7 = Motorpotentiometer
8 = Joystick referentie
9 = Kruipsnelheid referentie
10 = Blok 1 uit
11 = Blok 2 uit
12 = Blok 3 uit
13 = Blok 4 uit
14 = Blok 5 uit
15 = Blok 6 uit
16 = Blok 7 uit
17 = Blok 8 uit
18 = Blok 9 uit
19 = Blok 10 uit
1.23
1.24
1.25AI1 SignaalBer.010379
1.26AI2 signaalbereik011390
1.27RO1 Functie061211001Zie P3.5.3.2.1.
1.28RO2 Functie056311004Zie P3.5.3.2.1.
1.29RO3 Functie056111007Zie P3.5.3.2.1.
1.30AO1 Functie031210050Zie P3.5.4.1.1.
Selectie bedienings-
paneel referentie
Veldbus referentie-
selectie
091121
092122
Zie P1.22.
Zie P1.22.
0 = 0…10 V/0…20 mA
1 = 2…10 V/4…20 mA
0 = 0…10 V/0…20 mA
1 = 2…10 V/4…20 mA
1
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
SNELSTARTGIDS VACON · 27
Tabel 7: M1.32 Lokaal/Afstand
IndexParameterMin.Max.
1.32.1
1.32.2
1.32.3
1.32.4Stuursignaal 1 B
1.32.5Stuursignaal 2 B
1.32.6
1.32.7
Referentieselectie
I/O B
Forceren naar I/O
Bediening
Forceren naar I/O B-
referentie
Forceren naar bedie-
ningspaneelbestu-
ring
Forceren naar Veld-
busbediening
1204131
EenheidStandaar
d
DigIN
SlotA.6
DigIN
SlotA.6
DigIN
SlotA.4
DigIN
SlotA.5
DigIN
SlotA.1
DigIN
Slot0.1
IDBeschrijving
Zie P1.22.
GESLOTEN = Forceer
425
bedieningsplaats naar
I/O B
GESLOTEN = Gebruikte
frequentiereferentie
343
wordt gespecificeerd
door parameter I/Oreferentie B (P1.32.1)
423
424
410
411
1.32.8Externe fout sluiten
1.32.9Foutreset sluiten
DigIN
SlotA.3
DigIN
Slot0.1
405
414
OPEN = OK
GESLOTEN = Externe
fout
GESLOTEN = Alle
actieve fouten resetten
1.4.3APPLICATIE MULTI-STAP TOERENTAL
Gebruik de applicatie Multi-stap toerental voor processen waarbij meer dan één vaste
frequentiereferentie vereist is (bijvoorbeeld in testbanken).
U kunt 1 + 7 frequentiereferenties gebruiken: één basisreferentie (AI1 of AI2) en zeven vaste
referenties.
U kunt de vaste frequentiereferenties selecteren met digitale ingangssignalen DI4, DI5 en
DI6. Als geen van deze ingangen actief is, wordt de frequentiereferentie van de analoge
ingang gebruikt (AI1 of AI2). Geef de start/stop-opdrachten met de I/O-klemmen (DI1 en DI2).
Alle uitgangen van de frequentieregelaar kunnen in alle applicaties vrij worden
geconfigureerd. Op de basis-I/O-kaart zijn één analoge uitgang (uitgangsfrequentie) en drie
relaisuitgangen (run, fout, gereed) beschikbaar.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/