Danfoss vacon 100 industrial, vacon 100 flow Installation guide [nl]

vacon 100 industrial
®
®
vacon 100 flow
frequentieregelaars
installatiehandleiding
ip00-frequentieregelaars
VOORWOORD VACON · 3

DOCUMENTGEGEVENS

Document-ID: DPD01818E
Datum: 27.03.2019

OVER DEZE HANDLEIDING

Het auteursrecht op deze handleiding berust bij VACON Ltd. Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. De taal van de oorspronkelijke instructies is Engels.

OVER HET PRODUCT

Deze handleiding bevat een beschrijving van de VACON® 100 IP00 Drive Module. De frequentieregelaar heeft een vermogensbereik van 75-800 kW en een spanningsbereik van 208-240 V, 380-500 V of 525-690 V. De frequentieregelaar is beschikbaar in 4 verschillende behuizingsgroottes: MR8, MR9, MR10, MR11 en MR12. De behuizingsklasse van de frequentieregelaar is IP 00 en daarom moet de frequentieregelaar na levering worden geïnstalleerd in een kast of andere behuizing.
Afb. 1: Voorbeelden van de VACON® 100 IP00-frequentieregelaar
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
VACON · 4
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
INHOUDSOPGAVE VACON · 5

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord
Documentgegevens 3 Over deze handleiding 3 Over het product 3
1 Goedkeuringen 8
2 Veiligheid 9
2.1 Veiligheidssymbolen in deze handleiding 9
2.2 Alarm 9
2.3 Let op! 10
2.4 Aarding en aardfoutbeveiliging 11
2.5 Gebruik van RCD- of RCM-beveiliging 12
3 Controle bij ontvangst 13
3.1 Verpakkingslabel 13
3.2 Typecode 14
3.3 Inhoud van de levering 14
3.4 De frequentieregelaar uitpakken en hijsen 15
3.4.1 Gewicht van de frequentieregelaar 15
3.4.2 De IP00-frequentieregelaar hijsen 16
3.5 Sticker 'Product modified' (Product gewijzigd) 19
3.6 Afvalverwerking 20
4 Montageafmetingen 21
4.1 Afmetingen van MR8, IP00 21
4.2 Afmetingen van MR9 en MR11, IP 00 22
4.3 Afmetingen van MR10 en MR12, IP 00 23
4.4 Afmetingen voor flensmontage van MR8 25
4.5 Afmetingen voor flensmontage van MR9 26
4.6 Afmetingen voor flensmontage van MR10 27
4.7 Afmetingen van opties voor MR10 en MR12 28
5 Installatie in kast 30
5.1 Algemeen 30
5.1.1 Algemene informatie over de installatie, MR8–MR9 30
5.1.2 Algemene informatie over de installatie, MR10 31
5.1.3 Algemene informatie over de installatie, MR11–MR12 34
5.2 Mechanische installatie 38
5.2.1 De IP00-frequentieregelaar in de kast installeren 38
5.2.2 Flensmontage van de IP00-frequentieregelaar 40
5.2.3 Een externe besturingseenheid installeren 43
5.2.4 Koeling en vrije ruimte rondom de frequentieregelaar 44
6 Voedingskabels 47
6.1 Dimensionering en keuze van kabels 47
6.1.1 Dimensionering van kabels en zekeringen, IEC 47
6.1.2 Dimensionering van kabels en zekeringen, Noord-Amerika 57
6.2 Kabels remweerstand 62
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
VACON · 6 INHOUDSOPGAVE
6.3 Voorbereiden van de bekabeling 65
6.4 Kabelinstallatie 66
6.4.1 Behuizingsgrootte MR8, MR9 en MR11 66
6.4.2 Behuizingsgrootte MR10 en MR12 73
7 Besturingsunit 82
7.1 Componenten van de besturingsunit 82
7.2 Bekabeling van de besturingsunit 84
7.2.1 Keuze van besturingskabels 84
7.2.2 Besturingsklemmen en DIP-switches 84
7.3 Aansluiting veldbus 89
7.3.1 Interne veldbussen in VACON® 100 producten 90
7.3.2 Algemene bekabelingsinstructies voor veldbus 91
7.3.3 Inbedrijfstelling en bekabeling Ethernet 94
7.3.4 Inbedrijfstelling en bekabeling RS485 96
7.4 Installatie van optiekaarten 101
7.4.1 Installatieprocedure 103
7.5 Een batterij voor de realtimeklok (RTC) plaatsen 104
7.6 Galvanische isolatie 104
8 Inbedrijfstelling en aanvullende instructies 106
8.1 Veiligheid bij de inbedrijfstelling 106
8.2 Werking van de motor 107
8.2.1 Controles voor het starten van de motor 107
8.3 De kabel- en motorisolatie doormeten 107
8.4 Installatie in een hoekgeaard netwerk 107
8.5 Installatie in een IT-systeem 107
8.5.1 EMC-jumper, MR8 108
8.5.2 EMC-jumper, MR9 109
8.5.3 EMC-jumper, MR10 en MR12 111
8.6 Onderhoud 114
8.6.1 Onderhoudsintervallen 114
8.6.2 De ventilatoren van de frequentieregelaar vervangen 115
8.6.3 De software downloaden 119
9 Technische gegevens, VACON® 100 INDUSTRIAL 124
9.1 Nominaal vermogen frequentieregelaars 124
9.1.1 Netspanning 208–240 V 124
9.1.2 Netspanning 380-500 V 125
9.1.3 Netspanning 525-690 V 126
9.1.4 Overbelastingscapaciteit 126
9.1.5 Nominale remweerstandswaarden 127
9.2 VACON® 100 INDUSTRIAL – technische gegevens 132
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
INHOUDSOPGAVE VACON · 7
10 Technische gegevens, VACON® 100 FLOW 137
10.1 Nominaal vermogen frequentieregelaars 137
10.1.1 Netspanning 208–240 V 137
10.1.2 Netspanning 380-500 V 138
10.1.3 Netspanning 525-690 V 139
10.1.4 Overbelastingscapaciteit 139
10.2 VACON® 100 FLOW – technische gegevens 141
11 Technische informatie over besturingsaansluitingen 146
11.1 Technische informatie over besturingsaansluitingen 146
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
VACON · 8 GOEDKEURINGEN

1 GOEDKEURINGEN

De volgende goedkeuringen zijn toegekend aan dit VACON® product.
EU-conformiteitsverklaring
1. UL-goedkeuring *
2.
cULus-dossiernummer E171278.
KC-goedkeuring
3.
Registratienummer MSIP-REM-V93-VC100.
* De UL-goedkeuring geldt voor een ingangsspanning tot 600 V.
1
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
VEILIGHEID VACON · 9

2 VEILIGHEID

2.1 VEILIGHEIDSSYMBOLEN IN DEZE HANDLEIDING

Deze handleiding bevat waarschuwingen en aanwijzingen die zijn aangeduid met veiligheidssymbolen. De waarschuwingen en aanwijzingen geven belangrijke informatie over hoe u letsel en schade aan de apparatuur of uw systeem kunt voorkomen.
Lees de waarschuwingen en aanwijzingen zorgvuldig door en houd u aan de instructies.
Tabel 1: Veiligheidssymbolen
Veiligheidssymbool Veiligheidswoord Beschrijving
Het niet opvolgen van
WAARSCHUWING!
deze instructies kan lei­den tot ernstig of dodelijk letsel.

2.2 ALARM

WAARSCHUWING!
Raak geen componenten van de voedingseenheid aan wanneer de frequentieregelaar verbonden is met het net. De componenten staan onder spanning wanneer de frequentieregelaar verbonden is met de netspanning. Contact met deze spanning is zeer gevaarlijk.
WAARSCHUWING!
Raak de aansluitpunten van de motorkabel U, V, W, de aansluitpunten van de remweerstand en de DC-klemmen niet aan wanneer de frequentieregelaar is verbonden met het net. Deze aansluitingpunten voeren dan spanning, ook als de motor niet in werking is.
LET OP!
HEET OPPERVLAK!
Het niet opvolgen van deze instructies kan lei­den tot schade aan de apparatuur.
Het niet opvolgen van deze instructies kan lei­den tot brandwonden.
WAARSCHUWING!
Raak de besturingsklemmen niet aan. Hierop kan nog gevaarlijke spanning staan, zelfs als de frequentieregelaar is afgekoppeld van het net.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
2
VACON · 10 VEILIGHEID
WAARSCHUWING!
Voordat u aan de elektrische systemen van de frequentieregelaar werkt, moet u deze eerst afkoppelen van het net en controleren of de motor is gestopt. Vergrendel de voedingsbron van de frequentieregelaar en voorzie deze van een label (lock-out/ tag-out). Zorg dat er geen externe bronnen zijn die onbedoeld spanning kunnen genereren tijdens de werkzaamheden. Let op: ook de belaste zijde van de frequentieregelaar kan spanning genereren. Wacht 5 minuten voordat u de kastdeur of de kap van de frequentieregelaar opent. Gebruik een meetinstrument om vast te stellen dat er geen spanning is. Tot 5 minuten nadat de motor gestopt is en de frequentieregelaar is afgekoppeld van het net kan er nog spanning staan op de aansluitingen en componenten van de frequentieregelaar.
WAARSCHUWING!
Voordat u de frequentieregelaar op het net aansluit, moeten het deksel aan de voorzijde en de kabelkap gesloten zijn. De aansluitingen van de frequentieregelaar voeren spanning wanneer de frequentieregelaar is aangesloten op het net.
WAARSCHUWING!
Koppel de motor af van de frequentieregelaar als per ongeluk starten gevaar kan opleveren. Als er een startsignaal actief is, start de motor meteen bij het inschakelen van de voeding, na een spanningsonderbreking of na het resetten van een fout, tenzij pulsbesturing is ingesteld als start-/stoplogica. Bij een wijziging van parameters, toepassingen of software kunnen ook de I/O-functies (waaronder de startingangen) veranderen.
WAARSCHUWING!
Draag beschermende handschoenen wanneer u montage-, bekabelings- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. De scherpe randen van de frequentieregelaar kunnen snijwonden veroorzaken.

2.3 LET OP!

LET OP!
Verplaats de frequentieregelaar niet. Gebruik een vaste installatie om beschadiging van de frequentieregelaar te voorkomen.
LET OP!
Voer geen metingen uit wanneer de frequentieregelaar aangesloten is op het net. Dit kan schade aan de frequentieregelaar veroorzaken.
2
LET OP!
Zorg dat er een versterkte veiligheidsaarding is. Deze is verplicht omdat de aanraakstroom van frequentieregelaars meer bedraagt dan 3,5 mA wisselstroom (zie EN 61800-5-1). Zie hoofdstuk 2.4 Aarding en aardfoutbeveiliging.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
VEILIGHEID VACON · 11
LET OP!
Gebruik geen reserveonderdelen die niet van de fabrikant komen. Door andere onderdelen te gebruiken kan de frequentieregelaar beschadigd raken.
LET OP!
Raak de componenten op de printkaarten niet aan. Statische elektriciteit kan schade aan deze componenten veroorzaken.
LET OP!
Controleer of het EMC-niveau van de frequentieregelaar correct is voor uw elektriciteitsaansluiting. Zie hoofdstuk 8.5 Installatie in een IT-systeem. Een incorrect EMC-niveau kan schade aan de frequentieregelaar veroorzaken. Als u gebruikmaakt van hoekaarding, moet u het EMC-niveau instellen op C4. Zie daarvoor hoofdstuk 8.5 Installatie in een IT-systeem. Meer informatie over welke typen frequentieregelaars geschikt zijn voor hoekaarding ziet u in hoofdstuk 8.4 Installatie in een hoekgeaard netwerk.
LET OP!
Voorkom radiostoring. De frequentieregelaar kan in een huiselijke omgeving radiostoring veroorzaken.
AANWIJZING!
Als u de functie Auto reset activeert, start de motor automatisch na het automatisch resetten van een fout. Zie de applicatiehandleiding.
AANWIJZING!
Als u de frequentieregelaar gebruikt als onderdeel van een machine, moet de machinefabrikant zorgen voor een stroomonderbreker (zie EN 60204-1).

2.4 AARDING EN AARDFOUTBEVEILIGING

LET OP!
De frequentieregelaar moet altijd geaard zijn via een aardleiding die is aangesloten op de aardklem voorzien van het symbool . Als u geen aardleiding gebruikt, kan
schade aan de frequentieregelaar ontstaan.
De aanraakstroom van de frequentieregelaar is groter dan 3,5 mA wisselstroom. De norm EN 61800-5-1 schrijft voor dat aan één of meer van onderstaande voorwaarden voldaan moet zijn.
De aansluiting moet vast zijn aangebracht.
De veiligheidsaardleiding moet een doorsnede hebben van ten minste 10 mm2 Cu of 16
a)
mm2 Al. OF Als de aardleiding zou breken, moet de verbinding met het elektriciteitsnet automatisch
b)
worden verbroken. Zie hoofdstuk 6 Voedingskabels. OF Er moet een aansluitklem zijn voor een tweede veiligheidsaardleiding met dezelfde
c)
draaddoorsnede als de eerste aardleiding.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
2
VACON · 12 VEILIGHEID
Tabel 2: Doorsnede van de veiligheidsaardleiding
Doorsnede van de fasedraden (S) [mm2] Minimumdoorsnede van de veiligheidsaardleiding
[mm2]
S ≤ 16 S
16 < S ≤ 35 16
35 < S S/2
De waarden in de tabel zijn alleen geldig als de veiligheidsaardleiding van hetzelfde metaal is gemaakt als de fasedraden. Als dat niet zo is, moet de doorsnede van de veiligheidsaardleiding zodanig worden bepaald dat de geleidbaarheid overeenkomt met de geleidbaarheid die volgt uit toepassing van deze tabel.
De doorsnede van een veiligheidsaardleiding die geen deel uitmaakt van de voedingskabel of de kabelomhulling, moet minimaal gelijk zijn aan:
2,5 mm2 indien er een mechanische bescherming is, en
4 mm2 indien er geen mechanische bescherming is. Bij apparatuur die is aangesloten via
een netsnoer moet de veiligheidsaardleiding de laatste ader zijn die wordt onderbroken indien de trekontlasting breekt.
Neem de plaatselijke voorschriften ten aanzien van de minimumdikte van de veiligheidsaardleiding in acht.
AANWIJZING!
Omdat in de frequentieregelaar sterke capacitieve stromen voorkomen, kan het voorkomen dat foutstroombeveiligingen niet goed werken.
LET OP!
Voer geen spanningsweerstandstests uit op de frequentieregelaar. De fabrikant heeft deze tests al uitgevoerd. Door spanningsweerstandstests uit te voeren, kan schade aan de frequentieregelaar ontstaan.

2.5 GEBRUIK VAN RCD- OF RCM-BEVEILIGING

De frequentieregelaar kan een stroom veroorzaken in de beschermende aardgeleider. Om bescherming tegen direct of indirect contact te bieden, kunt u een reststroomapparaat (RCD, residual current-operated protective device) of een reststroommonitor (RCM, residual current-operated monitoring device) gebruiken. Gebruik aan de netzijde van de frequentieregelaar een RCD of RCM van type B.
2
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
A B
H
G
F
E
D
C
I
Danfoss Industries Pte. Ltd.
MSIP-REM-V93-VC100
VAF
1000418030
V00001331708
70-AB3L07305W12B030BM26-00074393
Danfoss A/S, 6430 Nordborg, Denmark
3~AC,0-Uin, 0-320Hz
Uin:3~AC,380-500V, 50/60Hz
730A 40°C / 650A 50°C
724A 40°C / 642A 50°C
400kW:400V / 600HP:480V IP00/Open Type
Made in Finland
POWER:
OUTPUT:
INPUT:
VACON0100-3L-0730-5+IP00
170120
16695624
FW0072V025
Marks:
Cust. Ord. No:
Application:
Firmware:
B.ID:
V00001331708
S/N:
70-AB3L07305W12B030BM26-00074393
Code:
Type:
AC DRIVE
CONTROLE BIJ ONTVANGST VACON · 13

3 CONTROLE BIJ ONTVANGST

Voordat een VACON® frequentieregelaar naar de klant wordt verzonden, voert de fabrikant er diverse tests op uit om de kwaliteit van het product te garanderen. Inspecteer zorgvuldig de verpakking bij ontvangst van de levering. Inspecteer de frequentieregelaar op transportschade nadat u de verpakking hebt verwijderd.
Neem contact op met de ladingverzekeraar of de vervoerder als de frequentieregelaar tijdens het vervoer is beschadigd.
Controleer de juistheid en volledigheid van de levering door de typeaanduiding van het product te vergelijken met de typecode. Zie hoofdstuk 3.2 Typecode.

3.1 VERPAKKINGSLABEL

Controleer de juistheid van de levering door de gegevens van uw bestelling te vergelijken met die op het pakketlabel. Neem bij verschillen meteen contact op met de leverancier.
Afb. 2: Verpakkingslabel van VACON® frequentieregelaars
A. Batch-ID B. Bestelnummer VACON C. Typecode D. Serienummer E. Netspanning
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
F. Nominale uitgangsstroom
®
G. IP-klasse H. Toepassingscode I. Bestelnummer van de klant
3
VACON · 14 CONTROLE BIJ ONTVANGST

3.2 TYPECODE

De typecode is opgebouwd uit een reeks standaardcodes en optiecodes. Elk deel van de typecode komt overeen met gegevens uit uw bestelling. De code kan bijvoorbeeld de volgende indeling hebben:
VACON0100-3L-0385-5-FLOW+IP00
Tabel 3: Beschrijving van de delen van de typecode
Code Beschrijving
VACON0100 De productfamilie: VACON0100 = de VACON® 100 productfamilie
3L Voeding/functie: 3L = driefasevoeding
0385 De nominale stroom van de frequentieregelaar in ampère. Voorbeeld: 0385 = 385
A
5 De netspanning:
2 = 208–240 V 5 = 380-500 V 7 = 525-690 V
FLOW Het product:
(leeg) = de VACON® 100 INDUSTRIAL frequentieregelaar FLOW = de VACON® 100 FLOW frequentieregelaar
+IP00 De behuizingsklasse van de frequentieregelaar is IP 00.

3.3 INHOUD VAN DE LEVERING

Inhoud van de levering, MR8–MR9
De IP00-frequentieregelaar met geïntegreerde besturingseenheid
Accessoiretas
Installatiehandleiding, applicatiehandleiding en handleidingen voor de door u bestelde
opties
Inhoud van de levering, MR10
De IP00-frequentieregelaar met geïntegreerde besturingseenheid
Accessoiretas
De optiemodule, als u opties hebt besteld
Installatiehandleiding, applicatiehandleiding en handleidingen voor de door u bestelde
opties
3
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
CONTROLE BIJ ONTVANGST VACON · 15
Inhoud van de levering, MR11–MR12
De IP00-frequentieregelaar: 2 vermogenseenheden, waarvan 1 met geïntegreerde
besturingseenheid Accessoiretas
De optiemodule, als u opties hebt besteld
Een DC-tussenkringkabel
Een set glasvezelkabels
Installatiehandleiding, applicatiehandleiding en handleidingen voor de door u bestelde
opties

3.4 DE FREQUENTIEREGELAAR UITPAKKEN EN HIJSEN

3.4.1 GEWICHT VAN DE FREQUENTIEREGELAAR

Het gewicht van frequentieregelaars is sterk afhankelijk van de behuizingsgrootte. Om de frequentieregelaar uit te verpakking te hijsen kan het gebruik van een hijsinstallatie nodig zijn.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
3
VACON · 16 CONTROLE BIJ ONTVANGST
Tabel 4: Gewicht van de frequentieregelaar, MR8–MR12
Behuizingsgrootte of item Gewicht [kg] Gewicht [lb]
MR8 IP00-frequentieregelaar 50 110
MR9 IP00-frequentieregelaar 107 214
MR10 IP00-frequentieregelaar 221 487
MR10 IP00-frequentieregelaar en de optiemodule met de remchop­per
MR10 IP00-frequentieregelaar, de optiemodule met de remchopper en het common-modefilter
MR10 IP00-frequentieregelaar, de optiemodule met de remchopper, het common-modefilter en het du/dt-filter
MR10 IP00-frequentieregelaa, de optiemodule met AC-zekeringen en zekeringschakelaar (+CIFD)
MR11 IP00-frequentieregelaar 214 472
MR12 IP00-frequentieregelaar 442 974
MR12 IP00-frequentieregelaar en de optiemodule met de remchop­per
MR12 IP00-frequentieregelaar, de optiemodule met de remchopper en het common-modefilter
MR12 IP00-frequentieregelaar, de optiemodule met de remchopper, het common-modefilter en het du/dt-filter
MR12 IP00-frequentieregelaar, de optiemodule met AC-zekeringen en zekeringschakelaar (+CIFD)
252 556
258 569
289 637
332 732
504 1111
516 1138
578 1274
570 1257

3.4.2 DE IP00-FREQUENTIEREGELAAR HIJSEN

De frequentieregelaar wordt horizontaal geleverd op een houten pallet. Open het pakket pas wanneer u de frequentieregelaar gaat monteren. Sla de frequentieregelaar niet op in de verticale positie.
DE IP00-FREQUENTIEREGELAAR HIJSEN, MR8 EN MR9
1 Maak de frequentieregelaar los van de pallet
waaraan hij met bouten is bevestigd.
2 Gebruik een hijsinstallatie met voldoende capaciteit
voor het gewicht van de frequentieregelaar.
3 Breng de hijshaken symmetrisch aan in minstens 2
gaten.
3
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
45º45º
CONTROLE BIJ ONTVANGST VACON · 17
4 De maximaal toegestane hijshoek is 45 graden.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
3
A
A
VACON · 18 CONTROLE BIJ ONTVANGST
DE IP00-FREQUENTIEREGELAAR HIJSEN, MR10 OF MR12 ZONDER OPTIEMODULE
1 Zorg ervoor dat de beugel is vastgemaakt op de
onderkant van de frequentieregelaar. Zo worden de klemmen beschermd wanneer u de frequentieregelaar hijst of verticaal op de vloer plaatst.
A. Steun-/bevestigingsbeugel
2 Hijs de frequentieregelaar met een hijsinstallatie.
Plaats de hijshaken in de gaten boven op de kast. De maximaal toegestane hijshoek is 60 graden.
3 Na het hijsen kunt u de beugel indien nodig
verwijderen. U kunt deze ook gebruiken als bevestigingsbeugel.
DE IP00-FREQUENTIEREGELAAR HIJSEN, MR10 OF MR12 MET OPTIEMODULE
1 Haal de frequentieregelaar uit de verpakking. 2 Gebruik een hijsinstallatie met voldoende capaciteit
voor het gewicht van de frequentieregelaar.
3 Plaats de hijshaken in de gaten boven op de kast.
3
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
60º
Product modified
Date:
Date:
Date:
CONTROLE BIJ ONTVANGST VACON · 19
4 Hijs de frequentieregelaar en plaats deze in
verticale positie.
5 De maximaal toegestane hijshoek is 60 graden.

3.5 STICKER 'PRODUCT MODIFIED' (PRODUCT GEWIJZIGD)

In de zak met accessoires zit ook een sticker 'Product modified'. Deze dient om onderhoudspersoneel op de hoogte te stellen van aanpassingen aan de frequentieregelaar. Plak deze sticker aan de zijkant van de frequentieregelaar, zodat hij steeds gemakkelijk te vinden is. Als u wijzigingen aan de frequentieregelaar aanbrengt, noteer deze dan op de sticker.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
3
VACON · 20 CONTROLE BIJ ONTVANGST

3.6 AFVALVERWERKING

Als de frequentieregelaar het eind van zijn levensduur bereikt heeft, mag hij niet als gewoon afval worden behandeld. De hoofdcomponenten van de frequentieregelaar zijn namelijk herbruikbaar. Sommige componenten moeten eerst worden gedemonteerd voordat de materialen te verwijderen zijn. Afgedankte elektrische en elektronische componenten dienen te worden hergebruikt. Stuur het afval daarvoor naar een recyclingcentrum. U kunt het ook terugsturen naar de fabrikant. Houd u aan plaatselijke en overige voorschriften hieromtrent.
3
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
10
(0.37)
290 (11.42)
187 (7.34)
255 (10.04)
217 (8.54)
794 (31.26)
683 (26.89)
663 (26.10)
18
(0.71)
172 (6.75)
343 (13.50)
216 (8.49)
11
(0.43)
15
(0.59)
Ø9 (0.35)
Ø9
(0.35)
Ø22
(0.87)
Ø11 (0.43)
A
MONTAGEAFMETINGEN VACON · 21

4 MONTAGEAFMETINGEN

4.1 AFMETINGEN VAN MR8, IP00

Afb. 3: Afmetingen van de frequentieregelaar, MR8 [mm (inch)]
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
4
130 (5.12)
810 (31.89)
841 (33.09)
17 (0.65)
50 (1.97)
360 (14.17)
14 (0.55)
Ø9 (0.35)
Ø22 (0.87)
400 (15.75)
480 (18.90)
355 (13.98)
365 (14.37)
Ø9 (0.35)
A
VACON · 22 MONTAGEAFMETINGEN
A. Een optionele connectorkap voor
kastinstallatie

4.2 AFMETINGEN VAN MR9 EN MR11, IP 00

Afb. 4: De afmetingen van de frequentieregelaar, MR9 en MR11 [mm (inch)]
A. Een optionele connectorafdekking voor
kastinstallatie
4
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
A
B
C
24 (0.94)
37 (1.46)
930 (36.61)
432 (17.01)
483 (19.02)
418 (16.46)
412 (16.22)
383 (15.08)
348 (13.70)
876 (34.49)
43 (1.69)
76 (2.99)
476 (18.74)
268 (10.55)
461 (18.15)
418 (16.46)
525 (20.67)
506 (19.92)
370 (14.57)
20
(0.79)
396
(15.59)
133 (5.24)
223 (8.78)
293 (11.54)
296 (11.65)
496 (19.53)
457 (17.99)
100
(3.94)
70 (2.76)
35 (1.38)
521 (20.51)
361 (14.21)
414 (16.30)
466 (18.35)
507 (19.96)
41
(1.61)
13 (0.51)
Ø13 (0.51)
Ø9 (0.35)
Ø9 (0.35)
Ø30 (1.18)
Ø25 (0.98)
Ø25 (0.98)
53 (2.09)
980 (38.58)
870 (34.25)
Ø12 (0.47)
Ø10 (0.39)
Ø9 (0.35)
63
(2.48)
MONTAGEAFMETINGEN VACON · 23

4.3 AFMETINGEN VAN MR10 EN MR12, IP 00

Afb. 5: Afmetingen zonder optiemodule [mm (inch)]
A. EMC-jumper B. M8-aardingspen
C. Besturingseenheid
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
4
A
B
92 (3.62)
506 (19.92)
471 (18.54) 418 (16.46) 365 (14.37) 308 (12.13) 225 (8.86) 202 (7.95) 145 (5.71) 92 (3.62) 39 (1.54)
M12
1538 (60.55)
30
(1.18)
900 (35.43)
41
(1.61
1425 (56.10)
506 (19.92)
476 (18.74)
396 (15.59)
418 (16.46)
461 (18.15)
525 (20.67)
63
(2.48)
268 (10.55)
370 (14.57)
460 (18.11)
477 (18.78)
495 (19.49)
404 (15.91)
Ø9 (0.35)
338 (13.31)
Ø30
(1.18)
Ø25 (0.98)
53
(2.09)
18
(0.71)
Ø10 (0.39)
VACON · 24 MONTAGEAFMETINGEN
AANWIJZING!
De MR12 frequentieregelaar heeft 2 vermogenseenheden en 1 daarvan bevat een besturingseenheid.
4
Afb. 6: Afmetingen zonder optiemodule [mm (inch)]
A. M8-aardingspennen
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
B. Besturingseenheid
359 (14.13)
326 (12.83)
6.8
(0.27)
424.7 (16.72)
89.6
(3.53)
890.8 (35.07)
233 (9.17)
831.5 (32.74)
315.5 (12.42)
19.4
(0.76)
852.6 (33.57)
573.5 (22.58)
82.5
(3.25)
26
(1.02)
182.5 (7.18)
334 (13.15)
72 (2.83)
898 (35.35)
102 (4.02)
GND M8
293 (11.53)
109.5 (4.31)
1.9
(0.07)
Ø7 (0.28)
Ø6.5 (0.26)
Ø7 (0.28)
Ø7 (0.28)
MONTAGEAFMETINGEN VACON · 25

4.4 AFMETINGEN VOOR FLENSMONTAGE VAN MR8

Afb. 7: De afmetingen van de frequentieregelaar, flensmontage, MR8 [mm (inch)]
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
4
1060 (41.73)
397.5 (15.65)
550 (21.65)
525 (20.67)
108
(4.25)
255.8 (10.07)
247 (9.72)
M8
GND
72
(2.83)
102 (4.02)
73 (2.87)
175
(6.89)
175
(6.89)
85
(3.35)
10.5
(0.41)
163
(6.42)
300 (11.81)
300 (11.81)
1039 (40.90)
10.5 (0.41)
56 (2.20)
75 (2.95)
Ø22
(0.87)
210 (8.27)
Ø25
(0.98)
42 (1.65)
120 (4.72)
449 (17.68)
108.5 (4.27)
Ø6.5
126 (4.96)
VACON · 26 MONTAGEAFMETINGEN

4.5 AFMETINGEN VOOR FLENSMONTAGE VAN MR9

Afb. 8: De afmetingen van de frequentieregelaar, flensmontage, MR9 [mm (inch)]
4
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
1070 (42.13)
1080 (42.52)
103 (4.06)
243 (9.57)
525 (20.67)
222 (8.74)
576 (22.68)
544 (21.42)
200
(7.87)
45
(1.77)
75
(2.95)
15
(0.6)
M8 GND
Ø22
(0.87)
Ø11
(0.43)
Ø12
(0.47)
215
(8.46)
63
(2.48)
1110 (43.70)
MONTAGEAFMETINGEN VACON · 27

4.6 AFMETINGEN VOOR FLENSMONTAGE VAN MR10

Afb. 9: De afmetingen van de frequentieregelaar, flensmontage, MR10 [mm (inch)]
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
4
18 (0.71)
70
(2.76)
9
(0.35)
31
288 (11.33)
286 (11.25)
305 (12.01)
315 (12.38)
181
(7.13)
107
Ø13 (0.49)
Ø13
(0.49)
Ø7
(0.26)
Ø7 (0.28)
174 (6.85)
160 (6.31)
155 (6.10)
83
(3.26)
155
(6.10)
148 (5.83)
169 (6.66)
53 (2.09)
58
(2.27)
5
(0.20)
53 (2.09)
40 (1.57)
(4.20)
(1.20)
VACON · 28 MONTAGEAFMETINGEN

4.7 AFMETINGEN VAN OPTIES VOOR MR10 EN MR12

Afb. 10: De afmetingen van het optionele externe voedingsaansluitblok (+PCTB), gebruikt zonder optiemodule [mm (inch)]
AANWIJZING!
Het optionele externe voedingsaansluitblok is noodzakelijk als de bekabeling bestaat uit met 3 parallelle motorkabels.
4
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
Ø12
(0.72)
Ø6
(0.24)
Ø6
(0.24)
8
(0.31)
100
(3.94)
94
(3.70)
56
(2.20)
39
(1.54)
31 (1.22)
27.5 (1.08)
36 (1.42)
125 (4.92)
266 (10.47)
260 (10.24)
128 (5.04)
120 (4.72)
106 (4.17)
135 (5.31)
MONTAGEAFMETINGEN VACON · 29
Afb. 11: Afmetingen van de installatieset voor een externe besturingseenheid (ENC-QCDU) [mm (inch)]
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
4
C
A
B
DC+/R+ R-
PE W/T3V/T2U/T1
DC-
L1 L2 L3
W1V1U1PE
M
PE
L1
L2 L3PE
VACON · 30 INSTALLATIE IN KAST

5 INSTALLATIE IN KAST

5.1 ALGEMEEN

De frequentieregelaars die in deze handleiding worden beschreven, hebben de behuizingsklasse IP 00. U moet ze in een kast of andere behuizing monteren met voldoende bescherming tegen de omgevingsomstandigheden in het installatiegebied. Zorg dat de kast bescherming biedt tegen water, luchtvochtigheid, stof en andere verontreinigingen.
De kast moet ook sterk genoeg zijn voor het gewicht van de IP00-frequentieregelaar en andere apparaten. Gebruik een vrijstaande, aan de vloer bevestigde kast van plaatstaal.
De behuizingsklasse van de kast moet minimaal IP 21/UL type 1 zijn. Houd u aan de plaatselijke voorschriften bij het voorbereiden van de installatie.

5.1.1 ALGEMENE INFORMATIE OVER DE INSTALLATIE, MR8–MR9

Afb. 12: Het hoofdcircuitschema, MR8 en MR9
A. Voedingseenheid B. Besturingseenheid
5
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
C. Remweerstand voor de optionele
remchopper
Loading...
+ 120 hidden pages