Danfoss VACON 100 FLOW Application guide [nl]

VACON®100 FLOW

FREQUENTIEREGELAARS

APPLICATIE HANDLEIDING

VOORWOORD

VACON · 3

 

 

VOORWOORD

DOCUMENTGEGEVENS

Document-ID: DPD01253F

Datum: 13.12.2016

Softwareversie: FW0159V016

INFORMATIE OVER DEZE HANDLEIDING

Het auteursrecht op deze handleiding berust bij Vacon Ltd. Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. De originele taal van deze instructies is Engels.

In deze handleiding leest u over de functies van de VACON® frequentieregelaar en hoe u deze kunt gebruiken. De structuur van de handleiding komt overeen met de menustructuur van de frequentieregelaar (hoofdstuk 1 en 4–8).

Hoofdstuk 1 – Snelstartgids

Aan de slag met het bedieningspaneel

Hoofdstuk 2 – Wizards

Toepassingsconfiguraties selecteren

Snel toepassingen instellen

De verschillende applicaties met voorbeelden

Hoofdstuk 3 – Gebruikersinterfaces

De typen displays en het gebruik van het bedieningspaneel

De pc-tool VACON® Live.

De functies van de veldbus

Hoofdstuk 4 – Menu Monitoring

Een overzicht van alle monitoringwaarden

Hoofdstuk 5 – Menu Parameters

Een overzicht van alle parameters van de frequentieregelaar

Hoofdstuk 6 – Menu Diagnose Hoofdstuk 7 – Menu I/O en hardware

Hoofdstuk 8 – Menu's Gebruikersinstellingen, Favorieten en Gebruikersniveau

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

VACON · 4

VOORWOORD

 

 

Hoofdstuk 9 – Beschrijving van controlewaarden

Hoofdstuk 10 – Parameterbeschrijvingen

Parameters gebruiken

Digitale en analoge ingangen programmeren

Applicatiespecifieke functies

Hoofdstuk 11 – Fouttracering

Fouten en bijbehorende oorzaken

Fouten resetten

Hoofdstuk 12 – Bijlage

Informatie over de verschillende standaardwaarden van de applicaties

Deze handleiding bevat een groot aantal tabellen met parameters. Hieronder wordt uitgelegd hoe u deze tabellen moet interpreteren.

A

B

Index Parameter

C

D

Min Max

E

F

G

H

Unit

Default

ID

Description

A.De locatie van de parameter in het menu. Dit is ook het parameternummer.

B.De naam van de parameter.

C.De minimumwaarde van de parameter.

D.De maximumwaarde van de parameter.

E.De eenheid van de parameterwaarde. De eenheid wordt getoond als deze beschikbaar is.

F.De fabrieksinstelling.

G.Het ID-nummer van de parameter.

H.Een korte beschrijving van de waarden van de parameter en/of de functie.

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

VOORWOORD

VACON · 5

 

 

FUNCTIES VAN DE VACON® FREQUENTIEREGELAAR

Selecteer de gewenste applicatie voor uw proces: Standaard, HVAC, PID-besturing, Multi-pomp (SingleDrive) of Multi-pomp (MultiDrive). Op basis van uw keuze wordt de frequentieregelaar alvast automatisch gedeeltelijk ingesteld, zodat de inbedrijfstelling nog gemakkelijker wordt.

Wizards voor de eerste keer opstarten en voor de Fire modus.

Wizards voor elke applicatie: Standaard, HVAC, PID-besturing, Multi-pomp (SingleDrive) en Multi-pomp (MultiDrive).

FUNCT-knop voor het eenvoudig schakelen tussen lokale en externe bediening. De externe bedieningsplaats kan een I/O- of veldbusverbinding zijn. U kunt de externe bedieningsplaats selecteren met een parameter.

8 vaste frequenties.

Motorpotentiometerfuncties.

Een spoelfunctie.

2 programmeerbare rampingtijden, 2 bewakingen en 3 verboden frequentiebereiken.

Gedwongen stop.

Een bedieningspagina voor snelle bediening en bewaking van de belangrijkste waarden.

Veldbusdatamap.

Automatische reset.

Verschillende voorverwarmingsmodi om condensatie te voorkomen.

Maximale uitgangsfrequentie van 320 Hz.

Interne klok (RTC) en timerfuncties (optionele klokbatterij vereist). U kunt drie tijdkanalen programmeren voor verschillende functies van de frequentieregelaar.

Ondersteuning voor externe PID-regelaar. Hiermee kunt u bijvoorbeeld een klep bedienen met de I/O van de frequentieregelaar.

Een slaapmodus die de frequentieregelaar automatisch inen uitschakelt om energie te besparen.

PID-regelaar met twee zones en twee verschillende terugkoppelsignalen: minimumen maximumbesturing.

Twee referentiebronnen voor de PID-regelaar. U kunt de gewenste bron selecteren met een digitale ingang.

Een functie voor PID-referentieversterking.

Vooruitsturing voor een betere respons bij procesveranderingen.

Bewaking van proceswaarden.

Multipompbesturing voor singledriveen multidrive-systemen.

Multi-master- en multi-followermodi voor multidrive-systemen.

Een multipompsysteem met een real-time klok voor het autowisselen van pompen.

Onderhoudsteller.

Pompbesturingsfuncties: besturing preparatiepomp, besturing jockeypomp, autoreinigen turbine, bewaking pompingangsdruk en vorstbescherming.

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

VACON · 6

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

INHOUDSOPGAVE VACON · 7

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord

 

 

 

Documentgegevens

3

 

Informatie over deze handleiding

3

 

Functies van de VACON® frequentieregelaar

5

1

Snelstartgids

 

12

 

1.1

Bedieningspaneel

12

 

1.2

De displays

12

 

1.3

De eerste keer opstarten

13

 

1.4

Beschrijving van de applicaties

14

 

 

1.4.1

Standaarden HVAC-applicatie

14

 

 

1.4.2

Applicatie PID-besturing

22

 

 

1.4.3

Applicatie Multi-pomp (SingleDrive)

30

 

 

1.4.4

Applicatie Multi-pomp (MultiDrive)

44

2

Wizards

 

79

 

2.1

De wizard voor de applicatie Standaard

79

 

2.2

Applicatiewizard HVAC

80

 

2.3

De wizard voor de applicatie PID-besturing

82

 

2.4

Wizard voor de applicatie Multi-pomp (SingleDrive)

84

 

2.5

Wizard voor de applicatie Multi-pomp (MultiDrive)

88

 

2.6

Fire modus wizard

91

3

Gebruikersinterfaces

93

 

3.1

Navigatie met het bedieningspaneel

93

 

3.2

Het grafische display

95

 

 

3.2.1

Waarden bewerken

95

 

 

3.2.2

Fouten resetten

98

 

 

3.2.3

De FUNCT-knop

98

 

 

3.2.4

Parameters kopiëren

102

 

 

3.2.5

Parameters vergelijken

103

 

 

3.2.6

Helpteksten

105

 

 

3.2.7

Het menu Favorieten gebruiken

106

 

3.3

Het tekstdisplay

106

 

 

3.3.1

Waarden bewerken

107

 

 

3.3.2

Fouten resetten

108

 

 

3.3.3

De FUNCT-knop

108

 

3.4

Menustructuur

112

 

 

3.4.1

Quick setup

113

 

 

3.4.2

Monitor

113

 

3.5

VACON® Live

115

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

VACON · 8

 

 

INHOUDSOPGAVE

 

 

 

 

4

Menu Monitoring

 

116

 

4.1

Menugroep Monitor

116

 

 

4.1.1

Multimonitor

116

 

 

4.1.2

Trendcurve

117

 

 

4.1.3

Basis

120

 

 

4.1.4

I/O

122

 

 

4.1.5

Temperatuuringangen

122

 

 

4.1.6

Extra's/geavanceerd

123

 

 

4.1.7

Bewaking van timerfuncties

124

 

 

4.1.8

Bewaking van de PID-regelaar

126

 

 

4.1.9

Bewaking externe PID-regelaar

127

 

 

4.1.10

Bewaking multi-pomp

127

 

 

4.1.11

Onderhoudstellers

129

 

 

4.1.12

Bewaking van veldbusprocesdata

130

 

 

4.1.13

Monitoring Frequentieregelaar Customizer

131

5

Menu Parameters

132

 

5.1

Groep 3.1: Motorinstellingen

132

 

5.2

Groep 3.2: Start/Stop-instellingen

136

 

5.3

Groep 3.3: Referenties

138

 

5.4

Groep 3.4: Instellingen voor Ramping en Remmen

141

 

5.5

Groep 3.5: I/O-configuratie

143

 

5.6

Groep 3.6: Veldbusdatamap

154

 

5.7

Groep 3.7: Verboden frequenties

155

 

5.8

Groep 3.8: Bewakingen

156

 

5.9

Groep 3.9: Beveiligingen

157

 

5.10

Groep 3.10: Automatische reset.

163

 

5.11

Groep 3.11: Instellingen voor applicaties

164

 

5.12

Groep 3.12: Timerfuncties

164

 

5.13

Groep 3.13: PID-regelaar

167

 

5.14

Groep 3.14: Externe PID-regelaar

182

 

5.15

Groep 3.15: Multi-pomp

186

 

5.16

Groep 3.16: Onderhoudstellers

189

 

5.17

Groep 3.17: Fire modus

190

 

5.18

Groep 3.18: Parametergroep Motorvoorverwarming

191

 

5.19

Groep 3.19: Frequentieregelaar Customizer

191

 

5.20

Groep 3.21: Pompbesturing

192

 

5.21

Groep 3.23: Geavanceerd harmonisch filter

195

6

Menu Diagnose

 

196

 

6.1

Actieve fouten

196

 

6.2

Reset Fouten

196

 

6.3

Foutenhistorie

196

 

6.4

Totaaltellers

196

 

6.5

Triptellers

198

 

6.6

Software info

200

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

INHOUDSOPGAVE

 

VACON · 9

 

 

 

7

Menu I/O en hardware

201

 

7.1

Basis I/O

 

201

 

7.2

Optiekaartsleuven

203

 

7.3

Real-time klok

204

 

7.4

Instellingen powerunit

205

 

7.5

Bedieningspaneel

206

 

7.6

Veldbus

 

207

8

De menu's Gebruikersinstellingen, Favorieten en Gebruikersniveaus

208

 

8.1

Gebruikersinstellingen

208

 

 

8.1.1

Gebruikersinstellingen

208

 

 

8.1.2

Parameter back-up

209

 

8.2

Favorieten

210

 

 

8.2.1

Items toevoegen aan Favorieten

210

 

 

8.2.2

Items verwijderen uit Favorieten

211

 

8.3

Gebruikersniveaus

211

 

 

8.3.1

De toegangscode voor gebruikersniveaus wijzigen

212

9

Beschrijving van monitoring waardes

214

 

9.1

Basis

 

214

 

9.2

I/O

 

215

 

9.3

Temperatuuringangen

216

 

9.4

Extra's/geavanceerd

217

 

9.5

Timerfuncties

219

 

9.6

PID-regelaar

220

 

9.7

Externe PID-regelaar

220

 

9.8

Multi-pomp

221

 

9.9

Onderhoudstellers

222

 

9.10

Veldbusgegevens

222

 

9.11

Frequentieregelaar Customizer

226

10

Parameterbeschrijvingen

228

 

10.1

Trendcurve

228

 

10.2

Motorinstellingen

229

 

 

10.2.1

Parametergroep Motor naamplaat

229

 

 

10.2.2

Parametergroep Motorregeling

230

 

 

10.2.3

Motorlimieten

234

 

 

10.2.4

Parametergroep Open loop

234

 

 

10.2.5

Functie I/f-start

238

 

10.3

Start/Stop-instellingen

239

 

10.4

Referenties

249

 

 

10.4.1

frequentiereferentie

249

 

 

10.4.2

Vaste frequenties

250

 

 

10.4.3

Parametergroep Motorpotentiometer

254

 

 

10.4.4

Parametergroep Spoelen

256

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

VACON · 10

 

 

INHOUDSOPGAVE

 

 

 

10.5

Instellingen voor Ramping en Remmen

256

 

10.5.1

Ramp 1

256

 

10.5.2

Ramp 2

257

 

10.5.3

Startmagnetisering

259

 

10.5.4

DC-rem

259

 

10.5.5

Fluxremmen

260

10.6

I/O-configuratie

260

 

10.6.1

Programmering van digitale en analoge ingangen

260

 

10.6.2

Standaardfunctie van programmeerbare ingangen

271

 

10.6.3

Digitale ingangen

271

 

10.6.4

Analoge ingangen

277

 

10.6.5

Digitale uitgangen

282

 

10.6.6

Analoge uitgangen

286

10.7

Veldbusdatamap

290

10.8

Verboden frequenties

291

10.9

Bewakingen

293

10.10

Beveiligingen

294

 

10.10.1

Algemeen

294

 

10.10.2

Thermische motorbeveiligingen

296

 

10.10.3

Beveiliging motorblokkering

299

 

10.10.4

Onderbelastingsbescherming (droogloop)

301

 

10.10.5

Snelle stop.

303

 

10.10.6

AI laag niveau beveiliging

305

10.11

Automatische reset

306

10.12

Applicatie-instellingen

308

10.13

Timerfuncties

308

10.14

PID-regelaar

313

 

10.14.1

Basisinstellingen

313

 

10.14.2

Referentiepunten

315

 

10.14.3

Terugkoppeling

316

 

10.14.4

Vooruitsturing

317

 

10.14.5

Slaapfunctie

318

 

10.14.6

Terugkoppelbewaking

321

 

10.14.7

Drukverlies compensatie

323

 

10.14.8

Rustig Vullen

325

 

10.14.9

Ingangsdruk bewaking

327

 

10.14.10

Slaapfunctie wanneer geen vraag is gedetecteerd (SNDD)

329

10.15

Externe PID-regelaar

331

10.16

Functie Multi-pomp

331

 

10.16.1

Checklist voor inbedrijfstelling Multi-pomp (MultiDrive)

331

 

10.16.2

Systeemconfiguratie

334

 

10.16.3

Vergrendeling

339

10.16.4Verbinding van terugkoppelingssensor met een multipompsysteem 339

10.16.5

Overdrukbewaking

350

10.16.6

Pompdraaitijdtellers

351

10.16.7

Geavanceerde instellingen

353

10.17 Onderhoudstellers

354

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

INHOUDSOPGAVE

 

VACON · 11

 

 

 

10.18

Fire modus

355

10.19

De functie Motorvoorverwarming

358

10.20

Frequentieregelaar Customizer

359

10.21

Pompbesturing

359

 

10.21.1

Autoreinigen

359

 

10.21.2

Jockeypomp

362

 

10.21.3

Preparatiepomp

364

 

10.21.4

Antiblokkeringsfunctie

365

 

10.21.5

Vorstbescherming

365

10.22

Tellers

 

366

 

10.22.1

Teller bedrijfsuren

366

 

10.22.2

Tripteller bedrijfsuren

367

 

10.22.3

Teller draaitijd

367

 

10.22.4

Teller netvoeding-aanwezig tijd

368

 

10.22.5

Energieteller

368

 

10.22.6

Energie tripteller

369

10.23

Geavanceerd harmonisch filter

371

11 Fouttracering

 

372

11.1

Er wordt een fout getoond

372

 

11.1.1

Resetten met de resetknop

373

 

11.1.2

Resetten met een parameter in het grafische display

373

 

11.1.3

Resetten met een parameter in het tekstdisplay

374

11.2

Foutenhistorie

375

 

11.2.1

De foutenhistorie bekijken in het grafische display

375

 

11.2.2

De Foutenhistorie bekijken in het tekstdisplay

376

11.3

Foutcodes

 

378

12 Bijlage 1

 

394

12.1

De standaardwaarden van parameters in de verschillende applicaties

394

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

VACON · 12

SNELSTARTGIDS

 

 

1 SNELSTARTGIDS

1.1BEDIENINGSPANEEL

Het bedieningspaneel vormt de interface tussen de frequentieregelaar en de gebruiker. Met het bedieningspaneel kunt u het toerental van een motor regelen en de status van de frequentieregelaar bewaken. Bovendien kunt u hiermee de parameters van de frequentieregelaar instellen.

A

B

C

I

H

D

G

F

E

Afb. 1: De knoppen op het bedieningspaneel

A.De BACK/RESET-knop. Hiermee kunt u teruggaan in het menu, de bewerkingsmodus afsluiten en fouten resetten.

B.De pijlknop OMHOOG. Hiermee kunt u omhoog bladeren in een menu en waarden verhogen.

C.De FUNCT-knop. Hiermee kunt u de draairichting van de motor wijzigen, de bedieningspagina openen en de bedieningsplaats kiezen. Voor meer informatie, zie 3.3.3 De FUNCT-knop.

1.2DE DISPLAYS

D.De pijlknop RECHTS.

E.De START-knop.

F.De pijlknop OMLAAG. Hiermee kunt u omlaag bladeren in een menu en waarden verlagen.

G.De STOP-knop.

H.De pijlknop LINKS. Hiermee kunt u de cursor naar links verplaatsen.

I.De OK-knop. Hiermee kunt u een geselecteerd niveau of item openen of een keuze bevestigen.

Er zijn twee typen displays: het grafische display en het tekstdisplay. Het bedieningspaneel heeft altijd dezelfde toetsen en knoppen.

Het display toont de volgende gegevens:

De status van de motor en de frequentieregelaar.

Fouten in de motor en in de frequentieregelaar.

Uw locatie in de menustructuur.

1

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

SNELSTARTGIDS

VACON · 13

 

 

A

B

C

D

E

STOP

READY

I/O

F

 

Main Menu

 

 

 

 

 

ID:

M1

G

 

Quick Setup

 

 

 

( 17 )

 

H

 

Monitor

 

 

( 5 )

 

 

 

Parameters

 

 

 

( 12 )

 

 

Afb. 2: Het grafische display

A.Het eerste statusveld: STOP/RUN

B.De draairichting van de motor

C.Het tweede statusveld: GEREED/NIET GEREED/FOUT

D.Het alarmveld: ALARM/-

E.Het bedieningsplaatsveld: PC/IO/ BEDIENINGSPANEEL/VELDBUS

F.Het locatieveld: het ID-nummer van de parameter en de huidige locatie in het menu

G.De geselecteerde groep of parameter

H.Het aantal items in de desbetreffende groep

A

B

C

D

F

E

Afb. 3: Het tekstdisplay. Als de tekst te lang is om in één keer te worden weergegeven, schuift deze automatisch over het display.

A.De statusindicatoren

B.De alarmen foutindicatoren

C.De naam van de huidige groep of het huidige item

1.3DE EERSTE KEER OPSTARTEN

D.De huidige locatie in het menu

E.De indicatoren voor de bedieningsplaats

F.De indicatoren voor de draairichting

Als u de frequentieregelaar inschakelt, wordt de opstartwizard gestart.

De opstartwizard helpt u bij het instellen van de gegevens die nodig zijn voor een juiste besturing van uw proces.

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

1

VACON · 14 SNELSTARTGIDS

1

Taalkeuze (P6.1)

De opties zijn verschillend voor alle verschil-

 

lende taalpakketten.

 

 

 

 

 

 

Zomertijd* (P5.5.5)

 

 

 

Rusland

2

 

US

 

 

EU

 

 

UIT

 

 

 

3

Tijd* (P5.5.2)

uu:mm:ss

 

 

 

4

Jaar* (P5.5.4)

jjjj

 

 

 

5

Datum* (P5.5.3)

dd.mm.

 

 

 

* Deze stappen worden alleen weergegeven als er een klokbatterij is geplaatst.

 

Opstartwizard uitvoeren?

 

6

 

Ja

 

 

Nee

 

 

 

Selecteer Ja en druk op OK. Als u Nee selecteert, wordt de opstartwizard afgesloten. Als u de parameterwaarden handmatig wilt instellen, selecteert u Nee en drukt u op OK.

Applicatiekeuze (P1.2 Applicatie, ID212)

Standaard

7 HVAC

PID-besturing

Multi-pomp (SingleDrive)

Multi-pomp (MultiDrive)

Selecteer Ja en druk op OK om door te gaan met de wizard voor de applicatie die u in stap 7 hebt geselecteerd. Zie hoofdstuk 2 Wizards voor een beschrijving van de applicatiewizards.

Als u Nee selecteert en op OK drukt, wordt de opstartwizard afgesloten en moet u alle parameters handmatig instellen.

U kunt de opstartwizard op twee manieren opnieuw starten. Ga naar de parameter P6.5.1 Fabrieksinstellingen herstellen of de parameter B1.1.2 Opstartwizard. Selecteer vervolgens

Activeren.

1.4BESCHRIJVING VAN DE APPLICATIES

Met de parameter P1.2 (Applicatie) kunt u de applicatie voor de frequentieregelaar selecteren. Zodra u de parameter P1.2 wijzigt, worden er standaardwaarden ingesteld voor een specifieke groep parameters.

1.4.1STANDAARDEN HVAC-APPLICATIE

De applicaties Standaard en HVAC zijn bijvoorbeeld geschikt voor de besturing van pompen of ventilatoren.

1

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

SNELSTARTGIDS

VACON · 15

 

 

U kunt de frequentieregelaar bedienen vanaf het bedieningspaneel of via de veldbus of I/O- klemmen.

Wanneer u de frequentieregelaar bestuurt via de I/O-klemmen, wordt het frequentiereferentiesignaal verbonden met AI1 (0…10 V) of AI2 (4…20 mA). De verbinding wordt bepaald door het type signaal. Er zijn ook drie vaste frequentiereferenties beschikbaar. U kunt de vaste frequentiereferenties activeren met DI4 en DI5. De start/stopsignalen van de frequentieregelaar zijn gekoppeld aan DI1 (start vooruit) en DI2 (start achteruit).

Alle uitgangen van de frequentieregelaar kunnen in alle applicaties vrij worden geconfigureerd. Op de basis-I/O-kaart zijn één analoge uitgang (uitgangsfrequentie) en drie relaisuitgangen (run, fout, gereed) beschikbaar.

Zie hoofdstuk 10 Parameterbeschrijvingen voor een beschrijving van de parameters.

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

1

VACON · 16

SNELSTARTGIDS

 

 

Potentiometerreferentie 1...10 kΩ

mA

RUN

FOUT

Standaard-I/O-kaart

Klem

1 +10 Vref

2 AI1+

3 AI1-

4 AI2+

5 AI2-

6 24 Vout

7

 

GND

 

 

 

8

 

DI1

 

 

 

9

 

DI2

 

 

 

10

 

DI3

 

 

 

11

 

CM

12 24 Vout

13 GND

14 DI4

15 DI5

16 DI6

17 CM

18 AO1+

19 AO1-

30 +24 V in

A RS-485 B RS-485

21RO1/1 NC

22RO1/2 CM

23 RO1/3 NO

24 RO2/1 NC

25 RO2/2 CM

26 RO2/3 NO

28 TI1+

29 TI1-

32 RO3/2 CM

33 RO3/3 NO

Signaal

Referentie-uitgang

Analoge ingang 1 +

Analoge ingang 1 -

Analoge ingang 2 +

Analoge ingang 2 -

24 V hulpspanning

I/O-aarde

Digitale ingang 1

Digitale ingang 2

Digitale ingang 3

Gemeenschappelijk voor DI1–DI6

24 V hulpspanning

I/O-aarde

Digitale ingang 4

Digitale ingang 5

Digitale ingang 6

Gemeenschappelijk voor DI1–DI6

Analoge uitgang 1 +

Analoge uitgang 1 -

24 V hulpingangsspanning

Seriële bus, negatief

Seriële bus, positief

Relaisuitgang 1

Relaisuitgang 2

Thermistoringang

Relaisuitgang 3

Beschrijving

Frequentiereferentie

(standaard 0...10 V)

Frequentiereferentie (standaard 4..20 mA)

start vooruit

Start achteruit

Externe fout

 

DI4

DI5

Freq.ref.

 

Open

Open

Analoge ingang 1

Gesloten Open

Vaste freq. 1

Open

Gesloten Vaste freq. 2

GeslotenGesloten Vaste freq. 3

Fout reset

Uitgangsfrequentie (0…20 mA)

Modbus RTU,

N2, BACnet

RUN

FOUT

*)

GEREED

**)

 

 

 

Afb. 4: De standaardbesturingsaansluitingen voor de applicaties Standaard en HVAC

* = Alleen beschikbaar in VACON® 100 X.

1

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

SNELSTARTGIDS

VACON · 17

 

 

** = Raadpleeg de installatiehandleiding van de VACON® 100 X voor de DIPswitchconfiguratie van VACON® 100 X-systemen.

A

B

C

Afb. 5: DIP-switch

 

 

 

 

 

 

A.

Digitale ingangen

 

 

C. Verbonden met massa (standaard)

B.

Zwevend

 

 

 

 

 

 

Tabel 2: M1.1 Wizards

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Index

Parameter

Min.

Max.

Eenhei

Standaar

ID

Beschrijving

d

d

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0 = Niet geactiveerd

 

 

 

 

 

 

 

 

1 = Activeren

 

1.1.1

Opstartwizard

0

1

 

0

1170

Selecteer Activeren om

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

de opstartwizard te

 

 

 

 

 

 

 

 

starten (zie Tabel 1 De

 

 

 

 

 

 

 

 

opstartwizard).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Selecteer Activeren om

 

1.1.2

Fire modus wizard

0

1

 

0

1672

de Fire modus wizard

 

 

te starten (zie 2.6 Fire

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

modus wizard).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

1

VACON · 18 SNELSTARTGIDS

Tabel 3: M1 Quick setup

Index

 

Parameter

Min.

Max.

Eenhei

Standaar

ID

Beschrijving

 

d

d

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0 = Standaard

1.2

 

 

 

 

 

 

 

1 = HVAC

 

 

 

Applicatie

0

4

 

0

212

2 = PID-besturing

 

 

 

 

 

 

 

 

3 = Multi-pomp (Sing-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

leDrive)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4 = Multi-pomp (Multi-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Drive)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Minimumfrequentie-

 

 

 

 

 

De acceptabele mini-

1.3

 

0.00

P1.4

Hz

0.0

101

mumfrequentiereferen-

 

referentie

 

 

 

 

 

 

 

 

tie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maximumfrequentie-

 

 

 

50.0 /

 

De acceptabele maxi-

1.4

 

P1.3

320.0

Hz

102

mumfrequentiereferen-

 

referentie

60.0

 

 

 

 

 

 

 

tie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De tijd die de uitgangs-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

frequentie erover doet

1.5

 

Acceleratietijd 1

0.1

3000.0

s

5.0

103

om op te lopen van 0

 

 

 

 

 

 

 

 

 

tot de ingestelde maxi-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

mumfrequentie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De tijd die de uitgangs-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

frequentie erover doet

1.6

 

Deceleratietijd 1

0.1

3000.0

s

5.0

104

om terug te lopen van

 

 

 

 

 

 

 

 

 

de ingestelde maxi-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

mumfrequentie naar 0.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De maximale motor-

1.7

 

Stroomlimiet (motor)

IH * 0,1

IS

A

varieert

107

stroom van de frequen-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

tieregelaar.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0 = Inductiemotor

1.8

 

Motortype

0

2

 

0

650

1 = Permanente-mag-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

neetmotor

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2 = Reluctantiemotor

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Neem de waarde Un

 

 

 

 

 

 

 

 

 

over van de motor-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

naamplaat.

1.9

 

Nominale motor-

varieert

varieert

V

varieert

110

AANWIJZING!

 

 

 

spanning

 

 

 

 

 

Controleer of de

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

motor is aangesloten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

in driehoeksof ster-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

configuratie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

SNELSTARTGIDS VACON · 19

Tabel 3: M1 Quick setup

Index

Parameter

Min.

Max.

Eenhei

Standaar

ID

Beschrijving

d

d

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nominale motorfre-

 

 

 

 

 

Neem de waarde fn

1.10

8.0

320.0

Hz

50 / 60

111

over van de motor-

quentie

 

 

 

 

 

 

naamplaat.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nominaal motortoe-

 

 

 

 

 

Neem de waarde nn

1.11

24

19200

Rpm

varieert

112

over van de motor-

rental

 

 

 

 

 

 

naamplaat.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nominale motor-

 

 

 

 

 

Neem de waarde In

1.12

IH * 0,1

IH * 2

A

varieert

113

over van de motor-

stroom

 

 

 

 

 

 

naamplaat.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Motor Cos Phi (ver-

 

 

 

 

 

Neem de waarde over

1.13

0.30

1.00

 

varieert

120

van de motornaam-

mogensfactor)

 

 

 

 

 

 

 

plaat.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De frequentieregelaar

 

 

 

 

 

 

 

zoekt de minimale

 

 

 

 

 

 

 

motorstroom, voor een

 

 

 

 

 

 

 

lager energieverbruik

 

 

 

 

 

 

 

en minder motorge-

1.14

Energie-optimalisa-

0

1

 

0

666

luid. Deze functie kunt

 

u bijvoorbeeld gebrui-

tie

 

 

 

 

 

 

 

ken bij ventilatorof

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

pompregeling.

 

 

 

 

 

 

 

0 = Uitgeschakeld

 

 

 

 

 

 

 

1 = Ingeschakeld

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tijdens de identificatie-

 

 

 

 

 

 

 

run worden de motor-

 

 

 

 

 

 

 

parameters gemeten

 

 

 

 

 

 

 

of berekend die nodig

 

 

 

 

 

 

 

zijn voor een correcte

 

 

 

 

 

 

 

besturing van de motor

 

 

 

 

 

 

 

en het toerental.

1.15

Identificatie

0

2

 

0

631

0 = Geen actie

 

 

 

 

 

 

 

1 = Bij stilstand

 

 

 

 

 

 

 

2 = Met draaiende

 

 

 

 

 

 

 

motor

 

 

 

 

 

 

 

Voordat u de identifica-

 

 

 

 

 

 

 

tierun kunt uitvoeren,

 

 

 

 

 

 

 

moet u de motorpara-

 

 

 

 

 

 

 

meters overnemen van

 

 

 

 

 

 

 

de motortypeplaat.

 

 

 

 

 

 

 

 

1.16

Startfunctie

0

1

 

0

505

0 = Ramping

 

 

 

 

 

 

 

1 = Vliegende start

 

 

 

 

 

 

 

 

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

1

VACON · 20 SNELSTARTGIDS

Tabel 3: M1 Quick setup

Index

Parameter

Min.

Max.

Eenhei

Standaar

ID

 

Beschrijving

d

d

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.17

Stopfunctie

0

1

 

0

506

0 = Vrij uitlopen

 

 

 

 

 

 

 

1

= Ramping

 

 

 

 

 

 

 

 

1.18

Automatische reset

0

1

 

0

731

0 = Uitgeschakeld

 

 

 

 

 

 

 

1

= Ingeschakeld

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0

= Geen actie

 

Respons bij externe

 

 

 

 

 

1

= Alarm

1.19

0

3

 

2

701

2

= Fout (stop volgens

fout

 

 

 

 

 

 

 

stopmodus)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

= Fout (stop door uit-

 

 

 

 

 

 

 

lopen)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0

= Geen actie

 

 

 

 

 

 

 

1

= Alarm

 

 

 

 

 

 

 

2

= Alarm + vaste fout-

 

Respons bij Fout AI

 

 

 

 

 

frequentie (P3.9.1.13)

1.20

0

5

 

0

700

3

= Alarm + laatste fre-

te laag

 

 

 

 

 

 

 

quentie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4

= Fout (stop volgens

 

 

 

 

 

 

 

stopmodus)

 

 

 

 

 

 

 

5

= Fout (stop door uit-

 

 

 

 

 

 

 

lopen)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Selectie van de externe

 

 

 

 

 

 

 

bedieningsplaats

1.21

Externe bedienings-

0

1

 

0

172

(start/stop).

 

 

 

plaats

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0

= Besturing I/O

 

 

 

 

 

 

 

1

= Veldbusbediening

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

SNELSTARTGIDS VACON · 21

Tabel 3: M1 Quick setup

Index

Parameter

Min.

Max.

Eenhei

Standaar

ID

 

Beschrijving

d

d

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De frequentiereferen-

 

 

 

 

 

 

 

tiebron wanneer de

 

 

 

 

 

 

 

bedieningsplaats is

 

 

 

 

 

 

 

ingesteld op I/O A.

 

 

 

 

 

 

 

0

= PC

 

 

 

 

 

 

 

1

= Vaste frequentie 0

 

 

 

 

 

 

 

2

= Bedieningspaneel-

 

 

 

 

 

 

 

referentie

 

 

 

 

 

 

 

3

= Veldbus

 

 

 

 

 

 

 

4

= AI1

 

 

 

 

 

 

 

5

= AI2

 

 

 

 

 

 

 

5

= AI1+AI2

 

 

 

 

 

 

 

7

= PID-referentie

1.22

Referentieselectie

0

20

 

5

117

8

= Motorpotentiome-

I/O A

 

ter

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

11 = Blok 1 uit

 

 

 

 

 

 

 

12 = Blok 2 uit

 

 

 

 

 

 

 

13 = Blok 3 uit

 

 

 

 

 

 

 

14 = Blok 4 uit

 

 

 

 

 

 

 

15 = Blok 5 uit

 

 

 

 

 

 

 

16 = Blok 6 uit

 

 

 

 

 

 

 

17 = Blok 7 uit

 

 

 

 

 

 

 

18 = Blok 8 uit

 

 

 

 

 

 

 

19 = Blok 9 uit

 

 

 

 

 

 

 

20 = Blok 10 uit

 

 

 

 

 

 

 

De standaardwaarde is

 

 

 

 

 

 

 

afhankelijk van de

 

 

 

 

 

 

 

applicatie die u instelt

 

 

 

 

 

 

 

met parameter 1.2.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De frequentiereferen-

 

 

 

 

 

 

 

tiebron wanneer het

1.23

Selectie bedienings-

0

20

 

1

121

bedieningspaneel is

paneel referentie

 

ingesteld als bedie-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ningsplaats.

 

 

 

 

 

 

 

Zie P1.22.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De frequentiereferen-

 

Veldbus referentie-

 

 

 

 

 

tiebron wanneer de

1.24

0

20

 

2

122

veldbus is ingesteld als

selectie

 

 

 

 

 

 

 

de bedieningsplaats.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zie P1.22.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.25

AI1 signaalbereik

0

1

 

0

379

0

= 0…10 V/0…20 mA

 

 

 

 

 

 

 

1

= 2…10 V/4…20 mA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.26

AI2 signaalbereik

0

1

 

1

390

0

= 0…10 V/0…20 mA

 

 

 

 

 

 

 

1

= 2…10 V/4…20 mA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

1

VACON · 22 SNELSTARTGIDS

Tabel 3: M1 Quick setup

Index

Parameter

Min.

Max.

Eenhei

Standaar

ID

Beschrijving

d

d

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.27

RO1 Functie

0

73

 

2

11001

Zie P3.5.3.2.1.

 

 

 

 

 

 

 

 

1.28

RO2 Functie

0

73

 

3

11004

Zie P3.5.3.2.1.

 

 

 

 

 

 

 

 

1.29

RO3 Functie

0

73

 

1

11007

Zie P3.5.3.2.1.

 

 

 

 

 

 

 

 

1.30

AO1 Functie

0

31

 

2

10050

Zie P3.5.4.1.1.

 

 

 

 

 

 

 

 

Tabel 4: M1.31 Standaard/M1.32 HVAC

Index

Parameter

Min.

Max.

Eenhei

Standaar

ID

Beschrijving

d

d

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Selecteer deze vaste

1.31.1

Vaste frequentie 1

P1.3

P1.4

Hz

10.0

105

frequentie met digitale

 

 

 

 

 

 

 

ingang DI4.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Selecteer deze vaste

1.31.2

Vaste frequentie 2

P1.3

P1.4

Hz

15.0

106

frequentie met digitale

 

 

 

 

 

 

 

ingang DI5.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Selecteer deze vaste

1.31.3

Vaste frequentie 3

P1.3

P1.4

Hz

20.0

126

frequentie met digitale

 

 

 

 

 

 

 

ingang DI4 en DI5.

 

 

 

 

 

 

 

 

1.4.2APPLICATIE PID-BESTURING

U kunt de applicatie PID-besturing gebruiken voor processen waarbij de procesvariabele (bijvoorbeeld druk) moet worden geregeld met het toerental van de motor.

In deze applicatie wordt de interne PID-regelaar van de frequentieregelaar geconfigureerd voor één referentiewaarde en één feedbacksignaal.

U kunt gebruikmaken van 2 bedieningsplaatsen. Selecteer bedieningsplaats A of B met DI6. Wanneer bedieningsplaats A actief is, geeft DI1 de starten stopopdrachten en wordt de frequentiereferentie van de PID-regelaar gebruikt. Wanneer bedieningsplaats B actief is, geeft DI4 de starten stopopdrachten en wordt de frequentiereferentie van AI1 gebruikt.

Alle uitgangen van de frequentieregelaar kunnen in alle applicaties vrij worden geconfigureerd. Op de basis-I/O-kaart zijn één analoge uitgang (uitgangsfrequentie) en drie relaisuitgangen (run, fout, gereed) beschikbaar.

Zie hoofdstuk Tabel 1 De opstartwizard voor een beschrijving van de parameters.

1

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

Danfoss VACON 100 FLOW Application guide

SNELSTARTGIDS

VACON · 23

 

 

Referentiepotentiometer 1...10kΩ

2-draads zender

Werkelijke - waarde

I =

+

(0)4...20mA

 

mA

RUN

FOUT

 

 

Standaard-I/O-kaart

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Klem

 

 

Signaal

 

 

Beschrijving

1

+10Vref

 

 

referentie-uitgang

 

2AI1+

3AI1-

4AI2+

5AI2-

6

24Vout

7

GND

8DI1

9DI2

10

DI3

11

CM

12

24 V out

13

GND

14DI4

15DI5

16DI6

17

CM

18

AO1+/GND

19

AO1-

30 +24 Vin

ARS485

B RS485

21R O1/1 NC

22R O1/2 CM

23R O1/3 NO

24R O2/1 NC

25R O2/2 CM

26R O2/3 NO

28TI1+

29TI1-

32R O3/2 CM

33R O3/3 NO

Analoge ingang 1 +

Analoge ingang 1 -

Analoge ingang 2 +

Analoge ingang 2 -

24 V hulpspanning I/O-aarde

Digitale ingang 1 Digitale ingang 2

Digitale ingang 3

Gemeenschappelijk voor DI1–DI6

24 V hulpspanning I/O-aarde

Digitale ingang 4

Digitale ingang 5 Digitale ingang 6

Gemeenschappelijk voor DI1–DI6

Analoge uitgang 1 +

Analoge uitgang 1 -

24 V hulpingangsspanning

seriële bus, negatief seriële bus, positief

Relaisuitgang 1

Relaisuitgang 2

Thermistoringang

Relaisuitgang 3

Plaats A:

PID-referentie

Plaats B:

Frequentiereferentie

(standaard: 0…10 V)

PID-terugkoppeling (werkelijke waarde)

(standaard: 4…20 mA)

Plaats A: Start vooruit (PID-regelaar)

Externe fout Fout reset

Plaats B: Start vooruit (freq.referentie P3.3.1.6)

Vaste frequentie 1

Selectie bedieningsplaats A/B

Uitgangsfrequentie (standaard: 0…20 mA)

Modbus RTU

RUN

FOUT

*)

GEREED **)

Afb. 6: De standaardaansluitingen voor besturing met de applicatie PID-besturing

* = Alleen beschikbaar in VACON® 100 X.

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

1

VACON · 24

SNELSTARTGIDS

 

 

** = Raadpleeg de installatiehandleiding van de VACON® 100 X voor de DIPswitchconfiguratie van VACON® 100 X-systemen.

A

B

C

Afb. 7: DIP-switch

 

 

 

 

 

 

A.

Digitale ingangen

 

 

C. Verbonden met massa (standaard)

B.

Zwevend

 

 

 

 

 

 

Tabel 5: M1.1 Wizards

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Index

Parameter

Min.

Max.

Eenhei

Standaar

ID

Beschrijving

d

d

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0 = Niet geactiveerd

 

 

 

 

 

 

 

 

1 = Activeren

 

1.1.1

Opstartwizard

0

1

 

0

1170

Selecteer Activeren om

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

de opstartwizard te

 

 

 

 

 

 

 

 

starten (zie 1.3 De eer-

 

 

 

 

 

 

 

 

ste keer opstarten).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Selecteer Activeren om

 

1.1.2

Fire modus wizard

0

1

 

0

1672

de Fire modus wizard

 

 

te starten (zie 2.6 Fire

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

modus wizard).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

SNELSTARTGIDS VACON · 25

Tabel 6: M1 Quick setup

Index

 

Parameter

Min.

Max.

Eenhei

Standaar

ID

Beschrijving

 

d

d

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0 = Standaard

1.2

 

 

 

 

 

 

 

1 = HVAC

 

 

 

Applicatie

0

4

 

2

212

2 = PID-besturing

 

 

 

 

 

 

 

 

3 = Multi-pomp (Sing-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

leDrive)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4 = Multi-pomp (Multi-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Drive)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Minimumfrequentie-

 

 

 

 

 

De acceptabele mini-

1.3

 

0.00

P1.4

Hz

0.0

101

mumfrequentiereferen-

 

referentie

 

 

 

 

 

 

 

 

tie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maximumfrequentie-

 

 

 

50.0 /

 

De acceptabele maxi-

1.4

 

P1.3

320.0

Hz

102

mumfrequentiereferen-

 

referentie

60.0

 

 

 

 

 

 

 

tie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De tijd die de uitgangs-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

frequentie erover doet

1.5

 

Acceleratietijd 1

0.1

3000.0

s

5.0

103

om op te lopen van 0

 

 

 

 

 

 

 

 

 

tot de ingestelde maxi-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

mumfrequentie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De tijd die de uitgangs-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

frequentie erover doet

1.6

 

Deceleratietijd 1

0.1

3000.0

s

5.0

104

om terug te lopen van

 

 

 

 

 

 

 

 

 

de ingestelde maxi-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

mumfrequentie naar 0.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De maximale motor-

1.7

 

Stroomlimiet (motor)

IH * 0,1

IS

A

varieert

107

stroom van de frequen-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

tieregelaar.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0 = Inductiemotor

1.8

 

Motortype

0

2

 

0

650

1 = Permanente-mag-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

neetmotor

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2 = Reluctantiemotor

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Neem de waarde Un

 

 

 

 

 

 

 

 

 

over van de motor-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

naamplaat.

1.9

 

Nominale motor-

varieert

varieert

V

varieert

110

AANWIJZING!

 

 

 

spanning

 

 

 

 

 

Controleer of de

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

motor is aangesloten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

in driehoeksof ster-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

configuratie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

1

VACON · 26 SNELSTARTGIDS

Tabel 6: M1 Quick setup

Index

Parameter

Min.

Max.

Eenhei

Standaar

ID

Beschrijving

d

d

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nominale motorfre-

 

 

 

50.0 /

 

Neem de waarde fn

1.10

8.0

320.0

Hz

111

over van de motor-

quentie

60.0

 

 

 

 

 

naamplaat.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nominaal motortoe-

 

 

 

 

 

Neem de waarde nn

1.11

24

19200

Rpm

varieert

112

over van de motor-

rental

 

 

 

 

 

 

naamplaat.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nominale motor-

 

 

 

 

 

Neem de waarde In

1.12

IH * 0,1

IS

A

varieert

113

over van de motor-

stroom

 

 

 

 

 

 

naamplaat.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Motor Cos Phi (ver-

 

 

 

 

 

Neem de waarde over

1.13

0.30

1.00

 

varieert

120

van de motornaam-

mogensfactor)

 

 

 

 

 

 

 

plaat.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De frequentieregelaar

 

 

 

 

 

 

 

zoekt de minimale

 

 

 

 

 

 

 

motorstroom, voor een

 

 

 

 

 

 

 

lager energieverbruik

 

 

 

 

 

 

 

en minder motorge-

1.14

Energie-optimalisa-

0

1

 

0

666

luid. Deze functie kunt

 

u bijvoorbeeld gebrui-

tie

 

 

 

 

 

 

 

ken bij ventilatorof

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

pompregeling.

 

 

 

 

 

 

 

0 = Uitgeschakeld

 

 

 

 

 

 

 

1 = Ingeschakeld

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tijdens de identificatie-

 

 

 

 

 

 

 

run worden de motor-

 

 

 

 

 

 

 

parameters gemeten

 

 

 

 

 

 

 

of berekend die nodig

 

 

 

 

 

 

 

zijn voor een correcte

 

 

 

 

 

 

 

besturing van de motor

 

 

 

 

 

 

 

en het toerental.

1.15

Identificatie

0

2

 

0

631

0 = Geen actie

 

 

 

 

 

 

 

1 = Bij stilstand

 

 

 

 

 

 

 

2 = Met draaiende

 

 

 

 

 

 

 

motor

 

 

 

 

 

 

 

Voordat u de identifica-

 

 

 

 

 

 

 

tierun kunt uitvoeren,

 

 

 

 

 

 

 

moet u de motorpara-

 

 

 

 

 

 

 

meters overnemen van

 

 

 

 

 

 

 

de motortypeplaat.

 

 

 

 

 

 

 

 

1.16

Startfunctie

0

1

 

0

505

0 = Ramping

 

 

 

 

 

 

 

1 = Vliegende start

 

 

 

 

 

 

 

 

1

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

SNELSTARTGIDS VACON · 27

Tabel 6: M1 Quick setup

Index

Parameter

Min.

Max.

Eenhei

Standaar

ID

 

Beschrijving

d

d

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.17

Stopfunctie

0

1

 

0

506

0 = Vrij uitlopen

 

 

 

 

 

 

 

1

= Ramping

 

 

 

 

 

 

 

 

1.18

Automatische reset

0

1

 

0

731

0 = Uitgeschakeld

 

 

 

 

 

 

 

1

= Ingeschakeld

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0

= Geen actie

 

Respons bij externe

 

 

 

 

 

1

= Alarm

1.19

0

3

 

2

701

2

= Fout (stop volgens

fout

 

 

 

 

 

 

 

stopmodus)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

= Fout (stop door uit-

 

 

 

 

 

 

 

lopen)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0

= Geen actie

 

 

 

 

 

 

 

1

= Alarm

 

 

 

 

 

 

 

2

= Alarm + vaste fout-

 

Respons bij Fout AI

 

 

 

 

 

frequentie (P3.9.1.13)

1.20

0

5

 

0

700

3

= Alarm + laatste fre-

te laag

 

 

 

 

 

 

 

quentie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4

= Fout (stop volgens

 

 

 

 

 

 

 

stopmodus)

 

 

 

 

 

 

 

5

= Fout (stop door uit-

 

 

 

 

 

 

 

lopen)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Selectie van de externe

 

 

 

 

 

 

 

bedieningsplaats

1.21

Externe bedienings-

0

1

 

0

172

(start/stop).

 

 

 

plaats

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0

= Besturing I/O

 

 

 

 

 

 

 

1

= Veldbusbediening

 

 

 

 

 

 

 

 

 

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

1

VACON · 28 SNELSTARTGIDS

Tabel 6: M1 Quick setup

Index

Parameter

Min.

Max.

Eenhei

Standaar

ID

 

 

Beschrijving

d

d

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De frequentiereferen-

 

 

 

 

 

 

 

tiebron wanneer de

 

 

 

 

 

 

 

bedieningsplaats is

 

 

 

 

 

 

 

ingesteld op I/O A.

 

 

 

 

 

 

 

0

= PC

 

 

 

 

 

 

 

1

= Vaste frequentie 0

 

 

 

 

 

 

 

2

= Bedieningspaneel-

 

 

 

 

 

 

 

referentie

 

 

 

 

 

 

 

3

= Veldbus

 

 

 

 

 

 

 

4

= AI1

 

 

 

 

 

 

 

5

= AI2

 

 

 

 

 

 

 

6

= AI1+AI2

 

 

 

 

 

 

 

7

= PID-referentie

1.22

Referentieselectie

1

20

 

6

117

8

= Motorpotentiome-

I/O A

 

ter

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

11

= Blok 1 uit

 

 

 

 

 

 

 

12

= Blok 2 uit

 

 

 

 

 

 

 

13

= Blok 3 uit

 

 

 

 

 

 

 

14

= Blok 4 uit

 

 

 

 

 

 

 

15

= Blok 5 uit

 

 

 

 

 

 

 

16

= Blok 6 uit

 

 

 

 

 

 

 

17

= Blok 7 uit

 

 

 

 

 

 

 

18

= Blok 8 uit

 

 

 

 

 

 

 

19

= Blok 9 uit

 

 

 

 

 

 

 

20

= Blok 10 uit

 

 

 

 

 

 

 

De standaardwaarde is

 

 

 

 

 

 

 

afhankelijk van de

 

 

 

 

 

 

 

applicatie die u instelt

 

 

 

 

 

 

 

met parameter 1.2.

 

 

 

 

 

 

 

 

1.23

Selectie bedienings-

1

20

 

1

121

Zie P1.22.

paneel referentie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.24

Veldbus referentie-

1

20

 

2

122

Zie P1.22.

selectie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.25

AI1 signaalbereik

0

1

 

0

379

0

= 0…10 V/0…20 mA

 

 

 

 

 

 

 

1

= 2…10 V/4…20 mA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.26

AI2 signaalbereik

0

1

 

1

390

0

= 0…10 V/0…20 mA

 

 

 

 

 

 

 

1

= 2…10 V/4…20 mA

 

 

 

 

 

 

 

 

1.27

RO1 Functie

0

73

 

2

11001

Zie P3.5.3.2.1.

 

 

 

 

 

 

 

 

1.28

RO2 Functie

0

73

 

3

11004

Zie P3.5.3.2.1.

 

 

 

 

 

 

 

 

1.29

RO3 Functie

0

73

 

1

11007

Zie P3.5.3.2.1.

 

 

 

 

 

 

 

 

1.30

AO1 Functie

0

31

 

2

10050

Zie P3.5.4.1.1.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

SNELSTARTGIDS VACON · 29

Tabel 7: M1.33 PID-besturing

Index

Parameter

Min.

Max.

Eenhei

Standaar

ID

Beschrijving

d

d

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Als de waarde van de

 

 

 

 

 

 

 

parameter wordt inge-

 

 

 

 

 

 

 

steld op 100%, zal een

1.33.1

PID Versterking

0.00

100.00

%

100.00

118

wijziging van 10% in de

 

 

 

 

 

 

 

foutwaarde de uitgang

 

 

 

 

 

 

 

van de regelaar ook

 

 

 

 

 

 

 

met 10% doen wijzigen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Als de waarde van de

 

 

 

 

 

 

 

parameter wordt inge-

 

 

 

 

 

 

 

steld op 1,00 s, zal een

1.33.2

PID Integratietijd

0.00

600.00

s

1.00

119

wijziging van 10% in de

foutwaarde de uitgang

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

van de regelaar met

 

 

 

 

 

 

 

10,00%/s doen wijzi-

 

 

 

 

 

 

 

gen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Als de waarde van de

 

 

 

 

 

 

 

parameter wordt inge-

 

 

 

 

 

 

 

steld op 1,00 s, zal een

1.33.3

PID Dempingstijd

0.00

100.00

s

0.00

1132

wijziging van 10%

gedurende 1,00 s in de

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

foutwaarde de uitgang

 

 

 

 

 

 

 

van de regelaar met

 

 

 

 

 

 

 

10,00% doen wijzigen.

 

 

 

 

 

 

 

 

1.33.4

Selectie Proceseen-

1

44

 

1

1036

Selecteer de proce-

heid

 

seenheid. Zie P3.13.1.4.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De waarde (in de pro-

 

 

 

 

 

 

 

ceseenheid) die gelijk-

1.33.5

Min. proceseenheid

varieert

varieert

 

varieert

1033

staat aan 0% van het

 

 

 

 

 

 

 

PID-terugkoppelsig-

 

 

 

 

 

 

 

naal.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De waarde (in de pro-

 

 

 

 

 

 

 

ceseenheid) die gelijk-

1.33.6

Max. proceseenheid

varieert

varieert

 

varieert

1034

staat aan 100% van het

 

 

 

 

 

 

 

PID-terugkoppelsig-

 

 

 

 

 

 

 

naal.

 

 

 

 

 

 

 

 

1.33.7

Terugkoppeling 1

0

30

 

2

334

Zie P3.13.3.3.

bronselectie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.33.8

Referentie 1 bronse-

0

32

 

1

332

Zie P3.13.2.6.

lectie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.33.9

Bedieningspaneel

varieert

varieert

varieert

0

167

 

Referentie 1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

1

VACON · 30 SNELSTARTGIDS

Tabel 7: M1.33 PID-besturing

Index

Parameter

Min.

Max.

Eenhei

Standaar

ID

Beschrijving

d

d

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De frequentieregelaar

 

 

 

 

 

 

 

gaat over naar de

 

 

 

 

 

 

 

slaapmodus wanneer

 

 

 

 

 

 

 

de uitgangsfrequentie

1.33.10

Ref 1 slaapfrequen-

0.0

320.0

Hz

0.0

1016

langer beneden deze

tielimiet

grenswaarde blijft dan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

is opgegeven in de

 

 

 

 

 

 

 

parameter Slaapver-

 

 

 

 

 

 

 

traging.

 

 

 

 

 

 

 

0 = Niet gebruikt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De minimale tijdsduur

 

 

 

 

 

 

 

die de frequentie onder

1.33.11

Ref 1 slaapvertraging

0

3000

s

0

1017

het slaapniveau moet

blijven voordat de fre-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

quentieregelaar stopt.

 

 

 

 

 

 

 

0 = Niet gebruikt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De ontwaakwaarde van

 

 

 

 

 

 

 

de PID-terugkoppe-

 

 

 

 

 

 

 

lingsbewaking. Ont-

1.33.12

Ref 1 ontwaakniveau

varieert

varieert

varieert

varieert

1018

waakniveau 1 gebruikt

 

 

 

 

 

 

 

de geselecteerde pro-

 

 

 

 

 

 

 

ceseenheid.

 

 

 

 

 

 

 

0 = Niet gebruikt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De vaste frequentie die

1.33.12

Vaste frequentie 1

P1.3

P1.4

Hz

10.0

105

met digitale ingang DI5

kan worden geselec-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

teerd.

 

 

 

 

 

 

 

 

1.4.3APPLICATIE MULTI-POMP (SINGLEDRIVE)

U kunt de applicatie Multi-pomp (SingleDrive) gebruiken in toepassingen waarbij 1 frequentieregelaar een systeem bestuurt dat bestaat uit maximaal 8 parallelle motoren, zoals pompen, ventilatoren of compressoren. De applicatie Multi-pomp (SingleDrive) is standaard geconfigureerd voor 3 parallelle motoren.

De frequentieregelaar is verbonden met één van de motoren. Dit wordt de regulerende motor. De interne PID-regelaar van de frequentieregelaar regelt de snelheid van de regulerende motor en zendt stuursignalen uit (via relaisuitgangen) voor het starten en stoppen van de hulpmotoren. De hulpmotoren worden ingeschakeld met externe magneetschakelaars in de netvoeding.

U kunt een procesvariabele, bijvoorbeeld de druk, reguleren door de snelheid van de regulerende motor te controleren en het aantal actieve motoren te variëren.

Zie hoofdstuk 10 Parameterbeschrijvingen voor een beschrijving van de parameters.

1

LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/

Loading...
+ 370 hidden pages