NovoCon® S is een zeer nauwkeurige multifunctionele
veldbus servomotor, speciaal ontworpen voor
gebruik in combinatie met de drukgecompenseerde
regelafsluiter type AB-QM in de maten DN 10-32.
Het debiet wordt constant gehouden door de ABQM drukgecompenseerde regelafsluiter, waardoor
overdebiet en een verminderde efficiëntie van
verwarmingsketels en/of chillers wordt voorkomen.
De servomotor met AB-QM wordt gebruikt voor de
watervolumestroomregeling naar fan-coil units,
inductie-units, klimaatplafonds, LBK‘s en andere
afgiftesystemen in zoneregelingen waar cv/gkw water
het geregelde medium is. Dankzij de nauwkeurigheid,
remote functionaliteiten en debietverificatie draagt
dit product bij aan een snellere inbedrijfstelling,
vereenvoudigd onderhoud, verbeterd binnencomfort,
hogere energiebesparing en zorgt het voor een betere
verdeling van warmte/koude-energie.
De hoge stelnauwkeurigheid van de servomotor, in
combinatie met de drukcompensatie en de lineaire
karakteristiek van de AB-QM, maakt het mogelijk
om de NovoCon® S als debietindicator te gebruiken.
De servomotor- en afsluiterparameters worden
ingesteld via de veldbus. Besturing is mogelijk via
veldbus of via analoge ingangen naar NovoCon® S.
Typische toepassingen zijn:
• Klimaatplafond, aangesloten op een 4-pijps
changeover systeem.
• Fancoil-units, met enkelvoudige wisselaar,
aangesloten op een 4-pijpssysteem.
Algemene kenmerken:
• Functies voor inbedrijfstelling/voorinstelling/
spoelen op afstand
• Debietindicatie, vermogensafgifte en
energieverbruik
• Hoge stelresolutie en nauwkeurigheid
• Algoritmen voor energiebeheer
• 4/2-pijps changeover systeem
• I/O-toepassingen
• Ledbalk voor weergave van status en alarmen
• Geen gereedschap nodig voor montage
• Onderhoudsvrije levensduur
• Kalibratieproces
• Stille werking
• Stekkerbare halogeenvrije kabels
• Automatische MAC-adressering voor BACnet
• Automatische detectie baudsnelheid
• Intrinsieke alarmrapportage voor BACnet
• Alarm bij blokkering afsluiter
• Draadbreukdetectie op analoge regeling
en aardingssignaal
• Keuze tussen BACnet MS/TP en Modbus RTU
in één product
• Beveiliging tegen foutief aansluiten, tot 30 V
In combinatie met de motor NovoCon® ChangeOver6
biedt NovoCon® S een unieke oplossing voor het
regelen van zowel de AB-QM-afsluiter als een 6-weg
gemotoriseerde kogelafsluiter die omschakeling
mogelijk maakt van CV naar GKW in 4-pijpssystemen.
Deze omschakelfunctie, die voornamelijk wordt
gebruikt voor klimaatplafonds, maakt het mogelijk
om de koel- en verwarmingscapaciteit van een fancoilunit te verhogen in hetzelfde compacte formaat ten
opzichte van een dubbel convectormodel waarbij
de verwarmings- en koelwatercircuits elk hun eigen
wisselaar hebben.
De 6-weg changeover afsluiter en servomotor werken
in combinatie met een AB-QM PICV-afsluiter en
NovoCon® S-veldbusmotor. De AB-QM zorgt voor een
constant debiet terwijl de NovoCon® S-veldbusmotor
het vermogen regelt. NovoCon® S bestuurt ook de
motor van de 6-weg changeover afsluiter die schakelt
tussen verwarmen en koelen. Deze unieke functie
wordt gekenmerkt door het volgende:
• Er is slechts één veldbus en voedingskabel naar de
NovoCon® S-motor. Deze voedt zowel de NovoCon®
S als de 6-wegmotor. Bovendien is er feedback van
de 6-wegmotor naar NovoCon® S.
• Door 0-10V-stuursignalen en -feedbacksignalen
met elkaar te vergelijken, detecteert de NovoCon®
S motor of de 6-wegmotor in de handbediening
staat, van de afsluiter is verwijderd of dat de
6-wegafsluiter is geblokkeerd.
• De NovoCon® S motor heeft twee voorinstellingen
voor het ontwerpdebiet: één voor verwarmen
en één voor koelen.
• De NovoCon® S motor geeft de vermogensafgifte
aan en registreert het energieverbruik voor
verwarmings- en koelenergie op basis van
het debiet en meting van de aanvoer- en
retourtemperatuur.
• In de onderhoudsmodus kan de 6-wegmotor de
afsluiter volledig sluiten, waardoor u bespaart
op handkogelkranen.
• De logica in de NovoCon® S motor zorgt ervoor dat
er in elk paar (NovoCon® S en 6-wegmotor) slechts
één motor actief is. Dat zorgt ervoor dat 2 motoren
nooit tegelijkertijd actief zijn. Dat vermindert het
aantal spanningsboosters in de daisychains.
• De NovoCon® S-motor detecteert of de
6-wegmotorkabel is losgekoppeld. In dat geval
wordt er een alarm gegenereerd.
• NovoCon® S + ChangeOver6-motor
vertegenwoordigt slechts ÉÉN apparaat op het
veldbusnetwerk dat geen fysieke I/O nodig heeft
• Geen crossflow tussen verwarmen en koelen
• Eenvoudige aansluiting en regeling
• Terugkoppeling voor positiestatus en alarmen
• Stille en betrouwbare werking
• Onderhoudsvrij
• Teflon afdichting en gepolijste verchroomde kogel
om vervuiling en 'vastzitten' van de afsluiter tegen
te gaan
• Alarm bij geblokkeerde klep
• Handbediening mogelijk
Energiekenmerken:
• Meting van aanvoer- en retourtemperatuur
• Uitlezing indicatie vermogensafgifte
• Energiebeheerfuncties voor zowel verwarming
als koeling, bv. minimum delta T begrenzing
• Energieregistratie voor zowel verwarming
als koeling
Kenmerken I/O:
• Sluit sensoren en andere apparaten
aan en presenteer ze op de veldbus, bv.
ruimtebedieneenheid, raamcontact,
CO2-sensor, luchtvochtigheidssensoren,
ventilatorregeling, 0-10V-motor enz.
• Selecteer temperatuureenheden, Ohm of gebruik
ze als potentiaalvrije contacten. Gesloten circuit
< 900 , open circuit 100 k
• Beschikbare I/O aansluitingen: 1 analoge uitgang
(V), 1 analoge ingang (V/mA) en 2 op weerstand
gebaseerde ingangen (°C/°F/Ohm)
Let op! Kab els voor de servomotor zi jn niet inbegrepen e n moeten apart worden b esteld.
Kabel NovoCon®
Energy
Kabel NovoCon®
Energy
Kabel NovoCon®
temperatuur-I/O
Let op! Als afzonderlijke PT1000-temperatuurvoelers nodig zijn, heeft Danfoss een reeks PT1000-voelers die kunnen worden gebruikt
met NovoCon® S. Zi e Danfoss PT1000-voel ers ESMT, ESM-10, ESM-11, ESMB-12, ESMC en ESMU.
ChangeOver6-motoren
Motor NovoCon ChangeOver
Motor NovoCon ChangeOver6 Energy
Motor NovoCon ChangeOver6 Flexible1,5 mMotor / open adereindenHalogeenvrij003Z 8522
1,5 mInsteekkabel met PT1000-aanlegtemperatuurvoelersPVC003Z8610
1,5 m
1 m / temp.
voeler 1,5 m
Insteekkabel met PT1000 dompelbuis- / universele
Insteekkabel met PT1000-aanlegtemperatuurvoelers en
open adereinden voor ingang, uitgang en 24 V-voeding
③ Ledvenster
④ Afsluitring
⑤ Handbediening
⑥ Resetknop
⑦ DIP-schakelaars
Voorinstelling van het debiet (maximaal toegestaan
debiet door de afsluiter) wordt elektronisch bereikt
met de NovoCon® S-motor. De voorinstelling op de
AB-QM-afsluiter wordt niet gebruikt bij normaal
bedrijf.
Normaal bedrijf
Laat de afsluiter op de standaard fabrieksinstelling
staan (100%).
Bedrijf bij groot debiet
Om een efficiënte spoeling en een voorinstelling van
de regelafsluiter van meer dan 100% te realiseren,
adviseren we om de voorinstelling van de AB-QMafsluiter in te stellen op het maximale debiet.
Hiervoor draait u de voorinstelknop volledig
linksom tot de aanslag.
Zie tekening.
Informatie over de voorinstelling van de AB-QM
is te vinden in het AB-QM datablad.
①
⑦
⑥
②
③
①②③
④
Montage-oriëntatie
Firmware-update
⑤
NovoCon® S kan in elke stand worden gemonteerd.
De montage-oriëntatie is echter wel van invloed op de
IP-beschermingsklasse. Het gebruik van NovoCon® S
ondersteboven in koeltoepassingen wordt afgeraden
vanwege het risico van condenstoetreding.
Zie afbeelding.
Let op!
De IP-beschermingsklasse geldt alleen wanneer
kabelstekkers of doppen aanwezig zijn in alle
aansluitopeningen.
Gebruik uw NovoCon® digitale motoren optimaal
en houd de firmware up-to-date met de meest
recente firmwareversie, die u kunt downloaden
op www.novocon.com via het tabblad:
Ondersteuningsbestanden.
Toepassingsprincipe
NovoCon® I/O en
multiplexers/relais
Bij het combineren van de NovoCon® S en de kabel NovoCon® I/O zijn veel opties mogelijk
Voorbeeld (DDC-opdracht)
Object /register
AV:1 / 3328085
AO:0 / 332865,5
Schrijfwaarde
DDC schr ijft openings waarde van de AB- QM-afslui ter
DDC schr ijft het spanni ngsniveau op de ana loge uitgang
van de Novo Con® S, die naar het aan gesloten exte rne
Omschrijving
als percentage
apparaat wordt gestuurd
Voorbeeld van lezen op het GBS
NovoC on® S
Weerstandsingangen kunnen ook
worden gebruikt als galvanisch
gescheiden digitale ingangen
voor detec tie van raamcontact,
condens schakelaar enz.
Aangesloten: < 9 00 ohm.
Losgekoppeld 100 kOhm.
Object /register LeeswaardeOmschrijving
AO:0 / 332865,5
AI:0 / 332166,5
AI:1 / 33218116 0
AI:2 / 33220126 3
Spanningsuitgang vanuit NovoCon® S
Spannin gs- (V) of stroo mniveau (mA) op de anal oge
naar extern apparaat
besturingsingang, gemeten door de motor
(kan ook m A zijn)
Weerstandswaarde (Ohm) ontvangen
van extern apparaat 1
Weerstandswaarde (ohm) ontvangen
van extern apparaat 2
Multiplexers en relais (analoge/digitale/analoge omvormers) in combinatie met NovoCon® S kunnen worden
gebruikt om informatie over aan/uit-apparaten te verzamelen of om die te besturen.
Met behulp van het 0-10V-uitgangssignaal van NovoCon (AO:0 / 33286) converteren multiplexerrelais dit signaal
om apparaten in of uit te schakelen. Bv. een 7V-signaal vanuit NovoCon® S wordt in de multiplexer omgezet
zodat apparaat1=aan, apparaat2=aan, apparaat3=uit. Bv. 4V-signaal vanuit NovoCon® S wordt in de multiplexer
omgezet zodat apparaat1=aan, apparaat2=uit, apparaat3=uit.
Met behulp van het 0-10V-ingangssignaal van NovoCon (AI:0 / 33216) dat vanuit de multiplexers wordt
ontvangen, kan de DDC de betekenis van het spanningssignaal ontcijferen, bv. een 7V-signaal vanuit de
multiplexer naar NovoCon® S wordt door de DDC ontcijferd als apparaat1=aan, apparaat 2=aan, apparaat3=uit.
4V-signaal vanuit de multiplexer naar NovoCon® S wordt door de DDC ontcijferd als apparaat1=aan, apparaat
2=uit, apparaat3=uit.
Toepassingsprincipes
Omschakeling centrale
installatie – 2-pijpssysteem
Met het object MSV:9 / register 32810, toestand 7 of 8, kan zowel een NovoCon® S als een NovoCon® ChangeOver6
worden geregeld via één spanningsuitgang van een ruimteregelaar.
NovoCon® S kan worden aangepast aan de spanningswaarden die door elke ruimteregelaar worden afgegeven
voor zowel omschakeling als debietregeling. Dat doet u door de objecten AV:50-53 / register 32848-32854 te
configureren.
h
NovoC on® S
h
ChangeOver
0 l/h
Instellingen
Object /register
MSV:9 / 32810 Analoge CO6-modus Debietregeling en changeoversignaal worden gestuurd via één analoge ingang.
MSV:3 / 32802 Afsluitertype
AV:30 / 32796 200Instelling ontwerpdebiet voor verwarming, bv. 200 l/h.
AV:31 / 32798 400Instelling o ntwerpdebie t voor koeling, bv. 40 0 l/h
Wordt gebruikt om het stuursignaal voor verwarming en koeling vanuit de ruimteregelaar
om te schake len. Moet worde n ingesteld vóór AV:50 -53 / register 3284 8-32554.
Het stuu rsignaal (V) vo or verwarmin g 100% op en wanneer MSV:9 / re gister 32810 =
toesta nd 7 of 8.
Het stuu rsignaal (V) vo or verwarmin g 0% open wanneer M SV:9 / register 32810 =
toesta nd 7 of 8.
Het stuu rsignaal (V) vo or koeling 0% ope n wanneer MSV:9 / re gister 32810 =
toesta nd 7 of 8.
Het stuu rsignaal (V) vo or koeling 100% op en wanneer MSV:9 / re gister 32810 =
toesta nd 7 of 8.
Wordt gebruikt om het stuursignaal voor verwarming en koeling vanuit de ruimteregelaar
om te schakelen.
Moet wor den ingesteld vó ór AV:50-53 / register 328 48-32554.
Het stuu rsignaal (V) vo or verwarmin g 100% op en wanneer MSV:9 / re gister 32810 =
toesta nd 7 of 8.
Het stuu rsignaal (V) vo or verwarmin g 0% open wanneer M SV:9 / register 32810 =
toesta nd 7 of 8.
Het stuu rsignaal (V) vo or koeling 0% ope n wanneer MSV:9 / re gister 32810 =
toesta nd 7 of 8.
Het stuu rsignaal (V) vo or koeling 100% op en wanneer MSV:9 / re gister 32810 =
toesta nd 7 of 8.
h
h
0 l/h
Omschrijving
NovoC on® S
ChangeOver
h
h
0 l/h
Instellingen
Object /register Schrijf-/leeswaardeOmschrijving
MSV:9 / 32810
MSV:3 / 32802 Afsluitertype
AV:30 / 32796200Instelling ontwerpdebiet voor verwarming, bv. 200 l/h.
AV:31 / 32798400Inst elling ontwerp debiet voor koe ling, bv. 400 l/h
BV:2 / 32786Direct
AV:50 / 328480
AV:51 / 328503,3
AV:52 / 328526,7
AV:53 / 3285410
Analoge geïnverteerde
CO6-modus
Debietregeling en changeoversignaal worden gestuurd via één analoge ingang.
Wordt gebr uikt om het stuu rsignaal voor ver warming en koel ing vanuit de
ruimteregelaar om te schakelen.
Moet wor den ingesteld vó ór AV:50-53 / register 328 48-32554.
Het stuu rsignaal (V) vo or verwarmin g 100% op en wanneer MSV:9 / re gister 32810 =
toesta nd 7 of 8.
Het stuu rsignaal (V) vo or verwarmin g 0% open wanneer M SV:9 / register 32810 =
toesta nd 7 of 8.
Het stuu rsignaal (V) vo or koeling 0% ope n wanneer MSV:9 / re gister 32810 =
toesta nd 7 of 8.
Het stuu rsignaal (V) vo or koeling 100% op en wanneer MSV:9 / re gister 32810 =
toesta nd 7 of 8.
Wordt gebr uikt om het stuu rsignaal voor ver warming en koel ing vanuit
de ruimter egelaar om te scha kelen. Moet word en ingesteld vóó r AV:50-53 /
regis ter 32848 -32554.
Het stuu rsignaal (V) vo or verwarmin g 100% op en wanneer MSV:9 / re gister 32810 =
toesta nd 7 of 8.
Het stuu rsignaal (V) vo or verwarmin g 0% open wanneer M SV:9 / register 32810 =
toesta nd 7 of 8.
Het stuu rsignaal (V) vo or koeling 0% ope n wanneer MSV:9 / re gister 32810 =
toesta nd 7 of 8.
Het stuu rsignaal (V) vo or koeling 100% op en wanneer MSV:9 / re gister 32810 =
toesta nd 7 of 8.
De ChangeOver6 is een 6-weg kogelafsluiter die omschakelt van verwarmen naar koelen. Een AB-QM
drukonafhankelijke regelafsluiter met servomotor wordt gebruikt voor het balanceren van het systeem
en het moduleren van het debiet. Bij gebruik van de NovoCon® S voor debietregeling werken NovoCon® S
en de NovoCon® ChangeOver6 motor via het veldbusnetwerk en hebben beide geen fysieke I/O nodig voor
de besturing.
Vereisten voor anti-sticking:
Om het risico te beperken
dat de kogelafsluiter blijft
'vastzitten' vanwege een
slechte waterkwaliteit, moet de
kogel minstens elke 7 dagen
gedeeltelijk worden gedraaid.
Dit is een fabrieksinstelling en
wordt afgehandeld door het
object MSV:11 / register 32812.
Normaal gesproken wordt koeling aangesloten op poorten 1 en 4 en verwarming op poorten 5 en 6. Als dat
om een of andere reden niet het geval is, moet de geïnverteerde CO6-modus (MSV:9/32810) worden gebruikt.
In tegenstelling tot andere kogelafsluiters bevat de CO6 een afsluitfunctie. Deze functie mag alleen worden
gebruikt tijdens onderhoud en niet tijdens bedrijf. Hierdoor zijn er geen kogelafsluiters nodig om de CO6 in
te blokken. Het afsluitcommando kan alleen worden uitgevoerd als het debietinstelpunt (AV:1/33280) 0 is.
MSV:9/ 32810
Toepassingsmodus
Toestand 3: CO6-modus
Normaal gesproken wordt koeling
aangesloten op poort 1 en 4 en
verwarming op poort 5 en 6.
Als dat niet mogelijk is, kunnen
de aansluitingen worden
verwisseld, waarbij toestand
4: Geïnverteerde CO6-modus
moet worden geselecteerd.
NovoCon® S en de ChangeOver6-motor communiceren door middel van spanningssignaal en feedbacksignaal.
Volledige functionaliteit is beschikbaar wanneer simpelweg veldbuscommando's worden gebruikt.
Onderstaande gedetailleerde uitleg over de communicatie tussen NovoCon® S en de ChangeOver6-motor
maakt de onderliggende techniek duidelijk.
CO6-modus
8,5 V
5,5 V
2,5 V
Sluiten
VerwarmenKoelen
Bron 1Bron 2
8,5 V
2,5 V
Rotatie
Koeling aangesloten op poort 1 en 4Verwarming aangesloten op poort 5 en 6
Geïnverteerde CO6-modus
8,5 V
5,5 V
2,5 V
Verwarmen
Sluiten
Koelen
Bron 1Bron 2
8,5 V
2,5 V
Rotatie
Verwarming aangesloten op poort 1 en 4Koeling aangesloten op poort 5 en 6
Signaal van NovoCon® S naar de motor NovoCon® ChangeOver
Stop de motorKoelenAfsluitenVerwarmen
CO6-modus1,0 V2,5 V5,5 V8,5 V
Geïnverteerde CO6-modus1,0 V8,5 V5,5 V2,5 V
6
Feedbacksignaal vanuit de motor NovoCon Changeover
NovoCon® S moet worden
verbonden na, of tegelijkertijd
met andere BACnet-apparaten.
NovoCon® S zal zich dan
automatisch aanpassen aan de
baudsnelheid van zijn netwerk.
Baudsnelheid MSV:6 / 32804 moet zijn ingesteld op 1 (default).
Wanneer de NovoCon® S activiteit op de veldbus detecteert binnen 45 seconden na inschakeling, wordt de
baudsnelheid overgenomen die momenteel wordt gebruikt door andere BACnet-apparaten. Als de motor
gedurende deze tijd geen activiteit detecteert op het netwerk, wordt er een token gegenereerd dat met de
standaard baudsnelheid van 38400 bps wordt verzonden.
Automatische
baudsnelheid
Activi teit op
Ja
de veldbus?
Worden gegevens
goed ontvangen – geen
framing-fouten?
Nee
Wijzig
baudsnelheid
Nee
Ja
Is er een wi llekeurige
tijd van 45 tot 6 0
seconden verstreken?
Genereer token bij
38400 bps
Gebruik
huidige
baudsnelheid
Ja
Einde automatische
Nee
baudsnelheid
Automatische MAC-adressering
– Alleen BACnet
MAC-adrestoekenningsmethode MSV:5 moet worden ingesteld op 1 (default).
De NovoCon® S-motor kijkt naar de bezette MAC-adressen op het subnetwerk en kent dan automatisch een
beschikbaar MAC-adres toe aan de motor, alleen bij de eerste keer inschakelen. Hierbij wordt aangenomen dat
het adres niet al handmatig is geselecteerd met de DIP-schakelaars. Als er een MAC-adresconflict ontstaat, wordt
automatische MAC-adressering ingeschakeld. Deze functie begint opnieuw met zoeken naar een beschikbaar
MAC-adres. Wanneer er een beschikbaar MAC-adres wordt gevonden, wordt via BACnet een 'I-Am'-melding
verstuurd. Er worden niet altijd opeenvolgende MAC-adressen toegewezen.
De bedrading van BACnet MS/TP of Modbus RTU
(RS485) moet worden uitgevoerd in overeenstemming
met de toepasselijke norm ANSI/TIA/EIA-485-A-1998.
Er moet worden voorzien in galvanische scheiding
voor segmenten die van het ene naar het andere
gebouw lopen.
Er moet een gemeenschappelijke aarde worden
gebruikt voor alle apparaten op hetzelfde
netwerk, waaronder routers en gateways.
Alle veldbusaansluitingen in de kabels zijn uitgevoerd
met getwiste draden.
Het kabeltype dat wordt gebruikt voor NovoCon® analoge, digitale en I/O-kabels is AWG22/0,32mm2.
Wanneer andere kabels worden gebruikt voor verlenging, gebruik dan altijd een getwist paar voor veldbussignaal
en gebruik een massa-aansluiting voor het veldbussignaal. Het aanbevolen kabeltype is AWG22/0,32mm2.
Gebruik bij grotere afstanden een AWG20/0,5mm2- of AWG18/0,75mm2-kabel. De impedantiekarakteristiek
van de kabel moet een waarde tussen 100 en 130 hebben. De capaciteit tussen geleiders moet minder
dan 100 pf per meter bedragen.
De lengte van de kabels is van invloed op de communicatiesnelheid. Langere kabellengtes leiden tot een
lagere baudsnelheid. De toegestane totale maximale kabellengte per netwerk bedraagt 1200 m.
Gebruik een minimale afstand van 20 cm tussen 110V/230V/400V-voedingskabels en veldbuskabels.
NovoCon® S heeft een beveiliging tegen onjuiste bedrading tot 30VAC/DC op alle aansluitingen, maar houd er
rekening mee dat bij aansluiting van 30VAC op de analoge ingang, de externe voeding dat als een kortsluiting
ziet en de zekering in de externe voeding doorbrandt.
Digitale poort
Multifunctionele
poort
Digitale poort
NovoCon® digitale daisychainkabel
Zwarte O-ring
Zwarte O-ring
De digitale daisychainkabel wordt gebruikt voor het aansluiten van de voeding en de veldbus tussen twee
NovoCon® S-apparaten.
NovoCon® digitale kabel
Witte O-ring
De digitale kabel wordt gebruikt om NovoCon® aan te sluiten op andere BACnet/Modbus-apparaten.
Hij wordt ook gebruikt om de NovoCon aan te sluiten op een langere voedings-/communicatiekabel
dan de standaard kabellengte.
Rood: Voeding
Gemeenschappelijke
Zwart:
aarding voor voeding
en veldbus
'+' niet-inverterende
Groen
signaalader
Groen/
'-' inverterende signaalader
wit:
Analoge kabel NovoCon®
Rode O-ring
De analoge kabel wordt gebruikt om de voeding en het analoge stuursignaal aan te sluiten.
De analoge kabel kan ook worden gebruikt als spanningsbooster voor NovoCon® S op het netwerk.
Wit V-uitgangssignaal
Geel T1- of weerstand ingang
Oranje T2- of weerstand ingang
De rode en zwarte draden kunnen worden gebruikt voor een spanningsbooster op de lijn. Ze kunnen ook
worden gebruikt om externe apparaten van spanning te voorzien; er moet dan een afzonderlijke berekening
worden gemaakt voor beschikbaar vermogen.
Om elektrische kortsluiting te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat losse kabeluiteinden zijn
aangesloten of geïsoleerd voordat u de stekker op de NovoCon® S-motor aansluit.
- Bij gebruik van meerdere 24VAC-voedingen moet
u de 24VAC-voedingen altijd scheiden als er
verschillende typen voedingen en/of verschillende
fasen worden gebruikt.
Bedrading met DC-voeding: (aanbevolen oplossing)
Digitale toepassing – 24VDC – PSU met mogelijkheid om vermogen te delen, zowel op dezelfde als op verschillende fasen.
230/110 V AC
L1 L2 L3
0
GND
24 V DC
Voeding
24 V DC
24 V DC
Voeding
24 V DC
Aarde
Aarde
Veldbus
DDC
Kabel NovoCon®
Digitaal
Kamer 1
Ruimte-
regelaar
Thermostaat
Daisychainkabels tussen NovoCon S-apparaten
Kamer 2
Ruimteregelaar
Thermostaat
X X
Kabel NovoCon® Analoog
Zet DIP-switch
8 op AAN voor
veldbusafsluiting
van het laatste
apparaat op de bus.
Zet DIP-switch
8 op AAN voor
veldbusafsluiting
van het laatste
apparaat op de bus.
Sluit de
aarde van
de voeding
en analoge
ingang aan op
de regelaar.
24V-voeding
kan ook op
NovoCon®S
worden
aangesloten
via de analoge
kabel, maar
dat is niet
vereist.
Zet DIP-switch 8 op AAN voor veldbusafsluiting van het laatste apparaat op de bus.
Bedrading met AC-voeding:
230/110 V AC
L1 L2 L3
De powerb oosters moeten worden beveilig d tegen overbelasting, om te voorkomen dat de p owerbooster be schadigd raak t wanneer een va n de andere
powerboosters in het netwerk wordt losgekoppeld.
GND
0
Als het Novo Con® S-netwerk met twee of meer AC-powerboosters wor dt gebruikt , moet u voorzichtig te werk gaan wanneer u een van de
transformatoren loskoppelt van de voeding. Omdat de NovoCons in een daisychain zijn aangesloten, kan er aan de primaire zijde van de
losgekoppelde voeding een hoge spanning aanwezig zijn. Koppel altijd zowel de primaire als de secundaire zijde van de transformator los.
24 V AC
24 V AC
Voeding
24 V AC
24 V AC
Voeding
Aarde
Aarde
Digitale toepassing - Identieke transformatoren, zelfde fase
Kamer 1
Veldbus
DDC
Kabel NovoCon®
Digitaal
Ruimteregelaar
Thermostaat
Daisychainkabels tussen NovoCon® S-apparaten
Kamer 2
Ruimteregelaar
Zet DIP-switch
Thermostaat
8 op AAN voor
veldbusafsluiting
van het laatste
apparaat op de bus.
XX
Kabel NovoCon® Analoog
Draden die eindigen in een 'X', moeten correct worden geisoleerd.
Bij het daisychainen met 10 m NovoCon®-kabels
en bij gebruik van een 24VDC-voeding is een extra
spanningsbooster/voeding nodig wanneer een
aantal van meer dan 12 NovoCons in serie wordt
overschreden. Zie onderstaande tabel.
Regela ar (DDC) en 24VAC- of DC-voeding
Vergeet ni et om DIP-schakel aar 8 te activeren vo or
veldbus afsluiting op de l aatste NovoCon® in de d aisychain
AC-voeding
Bij het daisychainen met 10 m NovoCon®-kabels
en bij gebruik van een 24VAC-voeding is een extra
spanningsbooster/voeding nodig wanneer een
aantal van meer dan 7 NovoCons in serie wordt
overschreden. Zie onderstaande tabel.
Belangrijk: De gebruikte voeding moet 60%
meer vermogen kunnen leveren dan het nominale
vermogen van NovoCon® S.
U = 24 V
Spanningbooster/voeding, temperatuurvoeler kabel rechtst reeks of via de
NovoCon® I/O-kabel
Raadpleeg onderstaande voorbeelden als richtlijn wanneer alle apparaten op het subnetwerk
NovoCon® S-motoren zijn.
Alleen veldbus vanuit de regelaar/DDC
Voedingsspanning en veldbus vanaf regelaar/DDC
Gebruik van analoge kabel als spanningsbooster
NovoCo n® S
Als NovoCon® S wordt gebruikt om externe apparaten van spanning te voorzien, moet een afzonderlijke berekening
worden gemaakt om het aantal vermogensboosters en de juiste locatie te bepalen.
T-verbindingen (aftakkingen) worden niet aanbevolen.
Bij gebruik van T-verbindingen moet rekening worden gehouden met de volgende beperkingen:
- max. kabellengte T-verbinding 1,5 m (kortste digitale standaardkabel)
- totale lengte netwerk max. 640 m (+ 100 m lengte van aftakkingen)
- max. baudsnelheid 76 kb/s 1)
- max. aantal apparaten op netwerk 64 1)
- hoofdkabel moet standaard RS485-bus, getwist paar, min. dikte AWG22 / 0,32 mm2 zijn.
1)
Bij gebruik van minder dan 32 apparaten kunt u proberen de snelheid te verhogen tot 115kb/s.
Stertopologie
Stertopologie is niet in overeenstemming met de RS485-standaard en mag niet worden gebruikt
met NovoCon® S.
max.
Lasdoos
Daisychain
1,5 m
Wanneer de voedingsspanning voor het eerste apparaat in de daisychain lager is dan 24 V AC/DC, of als lange,
dunne kabels anders dan de NovoCon®-kabels worden gebruikt, dan kan het nodig zijn om het aantal apparaten
in de daisychain te reduceren.
Het aanbevolen maximumaantal NovoCon® S-apparaten in één daisychainaansluiting bedraagt 64 stuks.
Wanneer andere BACnet-apparaten samen met NovoCon® S in dezelfde daisychainaansluiting worden
toegevoegd, adviseren we een maximum van 32 stuks om een adequate netwerksnelheid te waarborgen.
Voor optimale prestaties adviseert Danfoss om NovoCon® S op zijn eigen subnetwerk te gebruiken.
Snelheid BACnet-netwerk
optimaliseren
Algemene vereisten en aanbevelingen:
Gebruik een Danfoss daisychainkabel om twee NovoCon® S-apparaten op elkaar aan te sluiten.
Gebruik de digitale kabel van Danfoss om NovoCon® S aan te sluiten op een ander BACnet-apparaat.
De stroom in de kabels mag niet hoger zijn dan 3 Arms bij 30 °C.
Gebruik de afsluitweerstand (DIP-schakelaar 8) aan het einde van de daisychain.
Een spanningsboost kan via elke poort worden gerealiseerd.
Over het algemeen geniet één voeding de voorkeur.
Als er twee voedingen worden gebruikt, moeten die dezelfde polariteit en dezelfde gemeenschappelijke
aarde hebben.
Er moet een gemeenschappelijke aarde worden gebruikt voor alle apparaten op hetzelfde subnetwerk,
waaronder routers en gateways.
Er moet worden voorzien in galvanische scheiding voor segmenten die van het ene naar het andere
gebouw lopen.
De totale maximale kabellengte van het subnetwerk bedraagt 1200 m.
Onnodig PollforMaster-verkeer beperken
De instelling MAX_MASTER in NovoCon® S kan boven het nummer van het hoogste gebruikte MAC-adres op het
MS/TP-subnetwerk worden ingesteld. De eigenschap MAX_MASTER is te vinden in het apparaatobject en heeft
de standaardwaarde 127. Indien gebruikt er rekening mee houden dat de MAX_MASTER property waarde in
een later stadium vóór het toevoegen van meer apparaten aan het netwerk wordt aangepast, als het hoogste
MAC-adres hoger wordt dan de waarde van de eigenschap MAX_MASTER.
Belangrijk: Voordat MAX_MASTER kan worden ingesteld, moet u controleren of ALLE MAC-adressen van
netwerkapparaten onder de beoogde waarde van de eigenschap MAX_MASTER liggen. Als u dat niet doet,
kan dat leiden tot problemen met de netwerkcommunicatie.
Correcte INFO_FRAMES toekennen
Instelling voor regelaar/DDC:
Netwerkrouters en regelaars die dataverkeer doorgeven op het MS/TP-netwerk, vereisen een groter aantal
INFO_FRAMES dan NovoCon® S. Daarom moeten die apparaten een hogere waarde hebben dan NovoCon® S.
Een vuistregel voor de waarde van de eigenschap MAX_INFO_FRAMES van de subnetrouter is dat deze gelijk
moet zijn aan het aantal MS/TP-apparaten op het subnetwerk van de router. De eigenschap MAX_INFO_FRAMES
is te vinden in het apparaatobject van MS/TP-apparaten. De standaard MAX_INFO_FRAMES waarde voor
NovoCon is 1.
Geen licht van led: motor detecteert geen activiteit op het netwerk.
Positie van afsluiter/motor
Led gaat snel aan en uit, 10x/seconde:
normaal bedrijf op het netwerk, communicatie is in orde. Led gaat langzaam aan
en uit met groen licht, 3x /seconde: normaal bedrijf op het netwerk – communicatie
gedurende langere tijd, rechtstreeks met deze motor.
BACnet/Mo dbus (RS485) act iviteit met FOUTEN
Led gaat langzaam aan en uit, 3x/seconde, met RODE kleur: motor detec teert activiteit,
maar met fouten.
LED gaat snel aan en uit, 10x/seconde, met RODE kleur: communicatie is in orde,
BEHALVE dat mogelijk een ander apparaat hetzelfde MAC-adres gebruikt.
AB-QM-afsluiter is volledig gesloten.
AB-QM staat open op 1-24% van het ontwerpdebiet.
AB-QM staat open op 25-49% van het ontwerpdebiet.
AB-QM staat open op 50-74% van het ontwerpdebiet.
AB-QM staat open op 75-99% van het ontwerpdebiet.
AB-QM-afsluiter staat open op 100% van het ontwerpdebiet.
Spoelfunctie is actief
Alle leds gaan aan/uit met een bepaalde frequentie.
Alle groene leds gaan aan en gaan vervolgens één voor één uit (herhaaldelijk).
NovoCon® S opent de afsluiter
Alle groene leds gaan uit en gaan vervolgens één voor één aan (herhaaldelijk).
NovoCon® S wordt gekalibreerd op AB -QM
Groen licht beweegt vooruit en achteruit, één voor één.
Ontluchtingfunctie is actief
Gele leds gaan aan en gaan vervolgens één voor één uit (herhaaldelijk).
Knipperfunctie, alle groene leds gaan aan/uit. Wordt gebruikt voor het fysiek
identificeren van de individuele motor op de veldbus.
Fout tijdens sluiten
Mogelijk zit er vuil vast onder de kegel van de AB-QM-afsluiter.
Spoelen kan het probleem mogelijk verhelpen.
Temperatuur in NovoCon® S ligt buiten het aanbevolen bereik
Leds geven af wisselend de alarmen en het normale bedrijf weer.
Waarschijnlijk is de omgevingstemperatuur hoger dan 60°C.
Interne fout NovoCon® S
Leds geven af wisselend de alarmen en het normale bedrijf weer. Probeer:
A: Opnieuw kalibreren.
B: Voeding uit- en inschakelen.
C: Als de fout niet verdwijnt, moet de motor mogelijk worden ver vangen.
Fout tijdens kalibratie NovoCon® S
Leds geven af wisselend de alarmen en het normale bedrijf weer. Controleer
of de NovoCon® S correct is bevestigd op de regelafsluiter en kalibreer opnieuw.
Voedingsspanning buiten limieten
Leds geven af wisselend de alarmen en het normale bedrijf weer.
Gebruik analoge kabels als spanningsbooster.
Geen stuursignaal
Tijdens analoge besturing wordt er een defecte stuurdraad gedetecteerd.
In de CO6-modus of de geïnverteerde CO6-modus is de ChangeOver6-motor
niet aangesloten of beschadigd.
ChangeOver6-motor
De ChangeOver6-motor is ingesteld op handbediening of kan de positie niet bereiken.
Leds geven afwisselend de alarmen en het normale bedrijf weer.
Druk op resetknop. Alle leds gaan uit.
Houd de resetknop ingedrukt gedurende
1 seconde: 1 led aan
2 seconden: 2 leds aan = Star t kalibratie (reset)
3 seconden: 3 leds aan
4 seconden: 4 leds aan = Star t spoelen
5 seconden of meer = terug naar normaal bedrijf
Fabrieksreset – terugzetten op standaardinstellingen
Houd de resetknop ingedrukt en schakel dan de motor in; alle leds worden eerst
uitgeschakeld.
Houd de resetknop ingedrukt totdat er 4 leds aan zijn = terugzetten op de
standaardinstellingen.
Wanneer de fabriek sreset wordt uitgevoerd, dan wordt dat als volgt aangegeven:
alle gele positieleds gaan 1 keer kort aan.
Na een fabrieksreset wordt automatisch een kalibratie uitgevoerd en worden alle
instellingen teruggezet op de fabrieksinstelling.
Algemeen
Er zijn eenvoudige BACnet- en Modbus-instellingen die essentieel zijn voor de basisconfiguratie van
de NovoCon® S voor communicatie en besturing. Deze zijn opgenomen in de BACnet-objecten of
in Modbus-registers met een decimale notatie.
Initiële configuratie
Toepassings modus:
MSV:9 / 32810
Digitale besturing
Analoge besturing,
Geïnverteerde CO6-modus,
NovoCon® S
CO6 zonder alarmen,
Geïnver teerde CO6
zonder alarmen,
Analoge CO6-modus,
Analoge geïnverteerde
(standaard),
CO6-modus,
CO6-modus
Afsluitertype
selecteren
MSV:3 / 32802
(standaard AB-QM
4.0 ISO DN 15)
Toepassing
selecteren
MSV:10 / 32811
Verwarming
(standaard)
Koeling
Ontwerpdebiet
AV:30 / 32796
Verwarmen
AV:31 / 32798
Koeling
Kalibratie activeren
MSV:0 / 33284
toestand 2
of gebruik
handmatige
kalibratie
Gebruik van BACnet-objecten
en Modbus-registers
- Geavanceerde configuratie
en functies
Als de standaard configuratie van de motor niet geschikt is, moet er speciale aandacht worden besteed aan
de volgende objecten:
MSV:9 / 32810 Toepassingsmodus
MSV:3 / 32802 Geselecteerd afsluitertype
MSV:10 / 32811 Toepassingsopdracht en -status
AV:30 / 32796 Ontwerpdebiet verwarming
AV:31 / 32798 Ontwerpdebiet koeling
MSV:0 / 33284 Motormodus en speciale functies
AI:1 / 33218 Temperatuur T1- of weerstandsingang
AI:2 / 33220 Temperatuur T2- of weerstandsingang
AV:32 / 33288 Vermogensafgifte
MSV:13 / 32815 Energiebeheer
Toepassingsmodus:
De standaard toepassingsmodus is Digitale besturing. In deze modus wordt de NovoCon® S via de veldbus
bestuurd en zijn de spanningsingangen en -uitgangen beschikbaar voor het aansluiten van andere apparaten.
In de analoge besturingsmodus verwacht de NovoCon® S in plaats daarvan een analoog stuursignaal.
Als de CO6-functie nodig is, moet de toepassingsmodus worden gewijzigd naar de CO6-modus. Dat zorgt ervoor
dat de NovoCon® S motor klaar is voor gebruik met de motor NovoCon® ChangeOver6. Als de verwarmings- en
koelleidingen geïnverteerd zijn aangesloten aan de CO6 ten opzichte van de aansluiting volgens het datablad,
moet u de geïnverteerde Co6-modus selecteren. Dat doet u met behulp van het object/register MSV:9 / 32810
Toepassingsmodus. Zo nodig is ook analoge besturing mogelijk.
Selecteer in Toepassingsopdracht & status MSV:10 / 32811 of de toepassing verwarming, koeling of CO6 is.
Selectie van AB-QM-afsluitertype:
Na het selecteren van de toepassingsmodus (zie hierboven) moet vervolgens het AB-QM-afsluitertype
worden geselecteerd waarop de motor is gemonteerd. Dat gebeurt met behulp van het object MSV:3 / 32802
Geselecteerd afsluitertype. De actuele waarde van MSV:3 / 32802 kan worden ingesteld op een waarde tussen
1 en 30. Elk nummer staat voor een specifiek AB-QM-afsluitertype, dat wordt vermeld in de tabel: Selectie
afsluitertype. De standaardwaarde voor MSV:3 / 32802 is 2, d.w.z. ABQM 4.0 ISO DN15-afsluiter.
- Geavanceerde configuratie
en functies (ver volg)
Selectie en instelling van technische eenheden:
Als het nodig is om de default waarden te wijzigen, gebeurt dat in BACnet via de objectenlijst, en in Modbus
via aparte registers. Zie de BACnet- en Modbus-tabel voor meer informatie.
Het ontwerpdebiet instellen:
Het maximale ontwerpdebiet van het bestuurde systeem moet worden ingesteld als het nominale debiet van
de afsluiter niet overeenkomt met het maximale ontwerpdebiet. Het ontwerpdebiet wordt ingesteld door de
actuele waarde te wijzigen van:
• AV:30 / 32796 Ontwerpdebiet voor verwarming
• AV:31 / 32798 Ontwerpdebiet voor koeling
Opmerking: Wanneer het ontwerpdebiet wordt ingesteld op een waarde die hoger is dan de nominale
deebietwaarde van de afsluiter, dan moet de mechanische voorinstelling op de afsluiter worden ingesteld
op maximaal open. Dat doet u door de mechanische voorinstellingsknop op de AB-QM-afsluiter volledig te
openen (100% open is de standaard mechanische voorinstelling af-fabriek).
Omschakelen van verwarmen naar koelen in CO6- en geïnverteerde CO6-modus
Het object / register MSV:10 / 32811 CO6-opdracht & status wordt gebruikt om van de verwarmingsfunctie over
te schakelen naar de koelfunctie en voor terugkoppeling van de status van de kogelstand. Een uitgebreidere
beschrijving hiervan vindt u in de tabellen voor BACnet-objecten / Modbus-registers.
Temperatuurmetingen:
AI:1 / 33218 Temperatuur T1- of weerstandsingang en AI:2 / 33220 Temperatuur T2- of weerstandsingang worden
gebruikt om de temperatuur te meten met temperatuurvoelers. De weerstandswaarde kan ook rechtstreeks
worden weergegeven als dat is geselecteerd, zodat die ingangen kunnen worden gebruikt voor andere
doeleinden dan het meten van de temperatuur, bv. raamcontacten of andere potentiaalvrije contacten.
Gesloten circuit < 900 , open circuit 100 k.
Vermogensafgifte:
AV:32 / 33288 Vermogensafgifte wordt gebruikt om de actuele hydraulische vermogensafgifte van de eindunit
weer te geven volgens berekeningen op basis van het debiet en het temperatuurverschil tussen aanvoer- en
retourleidingen.
Energieteller:
De verbruikte hydraulische koel- of verwarmingsenergie wordt geteld en geregistreerd onder AV:33 / 33290
of AV:34 / 33292. Deze functie wordt in- en uitgeschakeld met MSV:12 / 32814.
Een systeem spoelen:
Motormodus en speciale functies MSV:0 / 33284 heeft een optie waarmee de gebruiker het systeem via de
veldbus kan laten spoelen. Stel MSV:0 / 33284 in op 3, Spoelen, om het spoelen van het systeem te starten.
De motor zet de AB-QM-afsluiter dan volledig open. Het spoelen eindigt wanneer:
• MSV:0 / 33284 wordt teruggezet op 1 = normaal bedrijf.
• Of wanneer de voeding uit en weer in wordt geschakeld.
• Of wanneer er na 1 uur een time-out van de spoelfunctie optreedt.
Na beëindiging van het spoelen keert de motor terug naar normaal bedrijf.
Een systeem ontluchten:
Met MSV:0 / 33284 kan ook de ontluchtingsfunctie in de motor worden gestart. Deze functie opent en sluit
de AB-QM-afsluiter een aantal keren, waardoor in het hydraulische systeem ingesloten lucht wordt afgevoerd.
Start de ontluchting door MSV:0 / 33284 in te stellen op 4. De ontluchting gaat ononderbroken door tot die
voltooid is. Vervolgens keert de motor terug naar normaal bedrijf, d.w.z. MSV:0 / 33284 = 1, Normaal.
De motor besturen:
Bij normaal bedrijf van de motor, waarbij het debiet door de AB-QM-afsluiter geregeld moet worden, wordt
het object Debietinstelpunt AV:1 / 33280 gebruikt. De standaardinstelling voor de eenheid van het
Debietinstelpunt is %.
Dit is de meest geschikte instelling, omdat de regelaar hierbij niets hoeft te weten over de
ontwerpdebietinstelling van de motor. Het uitgangssignaal vanuit de regelaar hoeft slechts zo te worden
geconfigureerd dat het regelt van 0 tot 100% van Ontwerpdebiet verwarming AV:30 / 32796 of Ontwerpdebiet
koeling AV:31 /32798. In plaats daarvan kan ook Ontwerpdebiet AV:0 / 32768 worden gebruikt.
Om het debiet door de afsluiter te wijzigen, wordt de actuele waarde van AV:1 / 33280 weggeschreven,
in het bereik 0-100%.
Als de voor AV:1 / 33280 geselecteerde technische eenheid l/h moet zijn, moet het debietinstelpunt worden
weggeschreven in gehele getallen, die voor l/h staan. Een voorbeeld hiervan is een regelaar die waarden in het
bereik van 0 tot 450 l/h naar de motor schrijft voor een DN15-afsluiter.
Alarmen en waarschuwingen:
Systeemproblemen kunnen worden gedetecteerd met behulp van BACnet-objectwaarde BV:10 tot en
met BV:24 of Modbus-register 33536. Zie de BACnet- en Modbus-tabel voor meer informatie.
MSV:9 / 32810 heeft ook een toestand 'CO6 zonder alarmen', wat betekent dat in feite dezelfde CO6-functionaliteit
aanwezig is (2 ontwerpdebieten en het omschakelingssignaal) zonder alarmen. Dat houdt in dat het analoge
ingangssignaal zo nodig kan worden gebruikt om andere apparaten aan te sluiten.
Voor alle 'begrenzingstoestanden' binnen MSV:13/32815 wordt op de bus een waarschuwing geactiveerd en
zichtbaar gemaakt om de gebruiker te informeren dat NovoCon® de regeling van het debiet via de AB-QMafsluiter heeft overgenomen. Bij besturing door NovoCon® wordt de afsluiter op geen enkel moment gesloten,
d.w.z. dat er in de algoritmen restricties voor % sluiting zijn opgenomen, hoewel het stuursignaal vanuit een
extern apparaat altijd in staat zal zijn om de afsluiter te sluiten. Als de instellingen voor energiebegrenzing niet
kunnen worden gerealiseerd zonder dat NovoCon® zichzelf sluit, wordt er een waarschuwing gegenereerd om
de gebruiker te informeren dat de instelwaarde 'buiten bereik' ligt. Houd er rekening mee dat NovoCon® de
besturing van het debiet niet automatisch vrijgeeft zodra het instelpunt is bereikt als het externe apparaat,
bijvoorbeeld DDC, sterk afwijkt van het berekende debiet-/openingspercentage van NovoCon®. TIP: Deze
informatie kan door de gebruiker worden gebruikt om de PID van het externe regelapparaat te verbeteren.
Algemene informatie – Energieregelingstoestanden:
Voor alle 'regelingstoestanden' binnen MSV:13/32815 neemt NovoCon® de volledige regeling van het debiet door
de AB-QM-afsluiter over en wordt er geen stuursignaal vanuit een extern apparaat geaccepteerd. Bij besturing
door NovoCon® wordt de afsluiter op geen enkel moment gesloten, d.w.z. dat er in de algoritmen restricties voor
% sluiting zijn opgenomen. Als de instellingen voor energieregeling niet kunnen worden gerealiseerd zonder
dat NovoCon® zichzelf volledig sluit of opent, wordt er een waarschuwing gegenereerd om de gebruiker te
informeren dat de instelwaarde 'buiten bereik' ligt.
NovoCon® S berekent het momentaan verbruikte hydraulische vermogen en onderdrukt zo nodig het DDCstuursignaal om het debiet / hydraulische vermogen te beperken volgens de door de gebruiker in object /
register AV:35 of 36 / 32832 of 32834 gedefinieerde waarden. Het hydraulische vermogen wordt begrensd
door de afsluiter te sluiten totdat de gemeten kW-waarde weer onder de gedefinieerde grens ligt. Er zijn door
de gebruiker gedefinieerde limieten voor zowel koelvermogen als verwarmingsvermogen. Wanneer deze
begrenzing actief is, wordt het waarschuwingsobject BV:23 / bit 23 in register 33536 ingesteld op 'aan'.
Toepassingsvoorbeeld: Wanneer het vermogen op deze wijze begrensd is, kan excessief verbruik (tijdens
piekbelasting) worden vermeden, om energie te besparen.
Object/
register
Energiebesparing
h
DDCregeling
NovoConregeling
Limiet instelling 40 kW
Tijd
Overrideperiode NovoCon
DDCregeling
MSV:9 /
32810
MSV:3 /
32802
AV:31 /
32798
MS V:13 /
32815
AV:36 /
32834
AV: 46 /
32862
Schrijf-/
leeswaarde
Digitaal
Geselecteerd
afsluitertype
Vermogensbegrenzing
vermogens-
waarde koeling
Opdracht voor openingsgraad NovoCon/AB-QM
via veldbu s
ISO-af sluiter gesele cteerd = l/h, °C , kW en kg/m3.
ANSI-af sluiter gesele cteerd = g/min, ° F en kBTU.
KoelenInstelli ng ontwerpde biet voor koeling , bv. 400 l/h
De maximale hydraulische vermogenswaarde
voor koeli ng die NovoCon niet o verschrijdt,
bv.2 kW
Max.
De waarde vo or berekende af gifte die NovoCo n
zal bewaken, zodat die waarde niet wordt
overschr eden, bv. 4kW
Minimumdebiet voor energiebeheer als
10%
percentage van Ontwerpdebiet
Omschrijving
Vermogensbeheer
Toestand 3: Vermogensregeling
De vermogensafgifte wordt rechtstreeks in kW, kBTU of % geregeld, niet in l/h of GPM. Het debiet door de
afsluiter wordt geregeld door het debietinstelpunt AV:1 in kW of kBTU/h (geselecteerd in MSV:21 / 32788) en
is gebaseerd op de debiet- en temperatuuringang die worden gebruikt om het energieverbruik te berekenen.
Toepassingsvoorbeeld: Conditionering van een ruimte (bv. in een opslaghal) waar we de energieafgifte kunnen
instellen en constant kunnen houden.
Verschiltemperatuurbeheer
Toestand 4: Min. Delta T begrenzing (voorbeeld verwarmingswater)
NovoCon® S onderdrukt zo nodig het DDC-stuursignaal en handhaaft een minimaal temperatuurverschil tussen
de aanvoer- en retourtemperatuur door de afsluiter zeer langzaam te sluiten wanneer het door de gebruiker
gedefinieerde minimale delta T niet wordt bereikt. Bij het stijgen/dalen van de aanvoertemperatuur stijgt/
daalt ook het berekende minimale instelpunt voor de retourtemperatuur. Dat zorgt altijd voor een minimale
energieoverdracht naar de eindunit, ongeacht de aanvoertemperatuur. Deze toestand kan ook worden
gebruikt in de CO6-modus en past de juiste waarde toe in de koel-/verwarmingsmodus.
Voor verwarming wordt de delta T waarde ingesteld in het object / register AV:37 / 32836. Wanneer
de omstandigheden toelaten dat deze begrenzing wordt geactiveerd, wordt het waarschuwingsobject
BV:23 / bit 23 in register 33536 ingesteld op 'aan'.
Toepassingsvoorbeeld: Als we het rendement van de ketel/koeler willen verbeteren, kunnen we de minimale
delta T in het systeem definiëren ten opzichte van de buitentemperatuur.
Object/
register
CV aanvoer
Min. bandbreedte ∆T
Min. instelling ∆T
DDCregeling
Energiebesparing
NovoConregeling
regeling
CV retour
l/h
DDCregeling
Tijd
Energiebesparing
Tijd
NovoConregeling
regelin
DDCregeling
MSV:9 /
32810
MSV:3 /
32802
MSV:10 /
32 811
AV:30 /
32796
MSV:13 /
32815
AV:37 /
32836
AV: 46 /
32862
Schrijf-/
leeswaarde
Digitaal
Geselecteerd
afsluitertype
Verwarmen
250
Min. Delt a T
begrenzing
Delta T waa rde
verwarming
10%
Opdracht voor openingsgraad NovoCon/AB-QM
via veldbu s
ISO-af sluiter gesele cteerd = l/h, °C e n kW.
ANSI-af sluiter gesele cteerd = GPM, °F e n kBTU.
Alle gebruikte besturingsalgoritmen gaan uit
van AI:1 > AI:2
Instelling ontwerpdebiet voor verwarming,
bv. 250 l/h
Zorgt er voo rtdurend voor d at het temperatuu rverschil tussen aanvoer- en retourtemperatuur
niet tot onder een bepaalde waarde daalt
De delta T w aarde waar NovoCon n iet onder daalt,
bv. 20 °C
Minimumdebiet voor energiebeheer als
percentage van Ontwerpdebiet
Toestand 4: Min. Delta T begrenzing (voorbeeld gekoeld water)
Toepassingsvoorbeeld: Om het rendement van het systeem te verbeteren, kunnen we de minimale delta T in de
eindunits definiëren.
Object/
register
MSV:9 /
r
Min.
instelling ∆T
l/h
DDC-
regeling
Energiebesparing
NovoCon
Min ∆T begrenzing geacveerd
DDC-
regeling
NovoCon
Min ∆T begr. geacv.
Energiebesparing
Tijd
32810
MSV:3 /
32802
MSV:10 /
32 811
AV:31 /
32798
MSV:13 /
32815
AV:38 /
32838
AV: 46 /
32862
Schrijf-/
leeswaarde
Digitaal
Geselecteerd
afsluitertype
Koelen
400
Min. Delt a T
begrenzing
Delta T waa rde
koeling
10%
Opdracht voor openingsgraad
Omschrijving
NovoCon/AB -QM via veldbus
ISO-af sluiter gesele cteerd = l/h, °C , kW
en kg/m3.
ANSI-af sluiter gesele cteerd = g/min,
°F, kBTU en lb/f t³.
Alle gebruikte besturingsalgoritmen gaan
uit van AI:1 > AI:2
Instelling ontwerpdebiet voor koeling,
bv. 400 l/h
Zorgt er voo rtdurend voor d at het
temperatuurverschil tussen aanvoer- en
retourtemperatuur niet tot onder een
bepaalde waarde daalt
De delta T w aarde waar NovoCon n iet
onder daa lt, bv. 5°C
Minimumdebiet voor energiebeheer als
percentage van Ontwerpdebiet
Toestand 5: Constante delta T regeling (voorbeeld verwarmingswater)
NovoCon® S onderdrukt het DDC-stuursignaal wanneer het geactiveerd is voortdurend en handhaaft een
constant temperatuurverschil tussen de aanvoer- en retourtemperatuur door de afsluiter te openen en te
sluiten. Bij het stijgen/dalen van de aanvoertemperatuur stijgt/daalt ook het berekende instelpunt voor de
delta T voor de retourtemperatuur. Dat zorgt altijd voor een constante delta T over de eindunit, ongeacht de
aanvoertemperatuur. Deze toestand kan ook worden gebruikt in de CO6-modus en past de juiste waarde toe
inde koel-/verwarmingsmodus.
De constante delta T wordt voor verwarming ingesteld in het object / register AV:37 / 32836 en voor koeling
in AV:38 / 32838.
Toepassingsvoorbeeld: Conditionering van een ruimte (bv. in een opslaghal) waar we een constante delta T
kunnen instellen en handhaven.
°C
l/h
CV aanvoer
Constante ∆T
CV retour
ovoCon werkt als DDC-regelaar
NovoCon werkt als DDC-regelaar
n handhaa een constante ∆
en handhaa een constante ∆T
Object/
register
MSV:9 /
32810
MSV:3 /
32802
MSV:10 /
32 811
Tijd
Tijd
AV:30 /
32796
MSV:13 /
32815
AV:37 /
32836
AV: 46 /
32862
Schrijf-/
leeswaarde
Digitaal
Geselecteerd
afsluitertype
Verwarmen
250
Constante
delta T
regeling
Delta T waa rde
verwarming
10%
Opdracht voor openingsgraad NovoCon/
Omschrijving
AB-QM v ia veldbus
ISO-af sluiter gesele cteerd = l/h, °C e n kW.
ANSI-af sluiter gesele cteerd = GPM, °F e n
kBTU.
Alle gebruikte besturingsalgoritmen gaan
uit van AI:1 > AI:2
Instelling ontwerpdebiet voor verwarming,
bv. 250 l/h
Zorgt er voo rtdurend voor d at het
temperatuurverschil tussen aanvoer- en
retourtemperatuur niet afwijkt van een
gespecificeerde waarde
De delta T w aarde die NovoCon al s instelpunt
gebruik t, bv. 20°C
Minimumdebiet voor energiebeheer als
percentage van Ontwerpdebiet
Wanneer deze begrenzing actief is, wordt het waarschuwingsobject BV:23 / bit 23 in register 33536 ingesteld op 'aan'.
NovoCon® S waarborgt de min. retourtemp. die is ingesteld in register / object AV:40 / 32842.
Deze functie wordt voornamelijk gebruikt voor koeltoepassingen waarbij de retourtemperatuur hoger is
dan de aanvoertemperatuur. NovoCon® S onderdrukt het DDC-stuursignaal en handhaaft een minimale
retourtemperatuur door te beginnen de afsluiter te sluiten wanneer de door de gebruiker gedefinieerde
minimale retourtemperatuur niet wordt bereikt. Wanneer de omstandigheden toelaten dat deze begrenzing
actief is, wordt waarschuwingsobject BV:23 / bit 23 in register 33536 ingesteld op 'aan'.
Toepassingsvoorbeeld:
Om het rendement van een koeler te verbeteren en te zorgen voor een correcte aanvoertemperatuur
voor koelsystemen, kunnen we een minimale retourtemperatuur voorschrijven om COP-reductie en
delta-T syndroom te voorkomen.
Object/
register
GKW retour
GKW aanvoer
l/h
DDCregeling
NovoConregeling
Tijd
Tijd
Min. Retour °C
DDCregeling
MSV:9 /
32810
MSV:3 /
32802
MSV:10 /
32 811
AV:31 /
32798
MSV:13 /
32815
AV:40 /
32842
AV: 46 /
32862
Schrijf-/
leeswaarde
Digitaal
Geselecteerd
afsluitertype
Koelen
400
Min.
Begrenzing
retour T
T2-waard e voor
koeling
10%
Opdracht voor openingsgraad NovoCon/
Omschrijving
AB-QM v ia veldbus
ISO-af sluiter gesele cteerd = l/h, °C e n kW.
ANSI-af sluiter gesele cteerd = GPM, °F e n
kBTU.
Alle gebruikte besturingsalgoritmen gaan
uit van AI:1 < AI:2
Instelling ontwerpdebiet voor koeling,
bv. 400 l/h
Zorgt er voor dat de retour temperatuur
niet tot onder een bepaalde waarde daalt
De waarde die NovoCon bewaakt,
zodat T2 ni et lager wordt dan bv. 13 °C
Minimumdebiet voor energiebeheer als
percentage van Ontwerpdebiet
NovoCon® S waarborgt de max. retourtemperatuur die is ingesteld in register / object AV:39 / 32840.
Deze functie wordt voornamelijk gebruikt voor verwarmingstoepassingen waarbij de retourtemperatuur lager
is dan de aanvoertemperatuur. NovoCon® S onderdrukt het DDC-stuursignaal en handhaaft een maximale
retourtemperatuur door te beginnen de afsluiter te sluiten wanneer de door de gebruiker gedefinieerde
maximale retourtemperatuur niet wordt bereikt. Wanneer de omstandigheden toelaten dat deze begrenzing
actief is, wordt waarschuwingsobject BV:23 / bit 23 in register 33536 ingesteld op 'aan'.
Toepassingsvoorbeeld: Verwarmingssystemen die een maximale retourtemperatuur vereisen voor een efficiënte
warmteopwekking, bv. condensatieketels en warmtepompen.
h
CV aanvoer
CV retour
DDC-
regeling
Energiebesparing
NovoCon-
regeling
DDC-
regeling
Energiebesparing
Max. Retour
Tijd
NovoCon-
regeling
Object/
register
MSV:9 /
32810
MSV:3 /
32802
MSV:10 /
32 811
AV:30 /
32796
MSV:13 /
32815
AV:39 /
32840
AV: 46 /
32862
Schrijf-/
leeswaarde
Digitaal
Geselecteerd
afsluitertype
Verwarmen
250
Max.
Begrenzing
retour T
T2-waard e voor
verwarming
10%
Opdracht voor openingsgraad NovoCon/
AB-QM v ia veldbus
ISO-af sluiter gesele cteerd = l/h, °C e n kW.
ANSI-af sluiter gesele cteerd = GPM, °F e n
kBTU.
Alle gebruikte besturingsalgoritmen gaan
uit van AI:1 > AI:2
Instelling ontwerpdebiet voor verwarming,
bv. 250 l/h
Zorgt er voor dat de retour temperatuur
niet tot bove n een bepaalde w aarde stijgt
De waarde d ie door NovoCon wor dt bewaakt,
zodat T2 di e waarde niet overs chrijdt, bv.
60°C
Minimumdebiet voor energiebeheer als
percentage van Ontwerpdebiet
Omschrijving
Toestand 7: Constante retour T regeling (voorbeeld verwarmingswater)
Een constante retourtemperatuurwaarde T2 wordt ingesteld in object / register AV:37 / 32836 en/of AV:38 / 32838.
NovoCon® S onderdrukt het DDC-stuursignaal voortdurend en handhaaft een constante retourtemperatuur
door de afsluiter te openen en te sluiten wanneer de door de gebruiker gedefinieerde retourtemperatuur
wordt overschreden of niet wordt bereikt. Bij het stijgen/dalen van de aanvoertemperatuur blijft het instelpunt
voor retour T gelijk. Dat zorgt voor een constante retourtemperatuur terug naar de energiebron.
Toepassingsvoorbeeld: Wanneer we van plan zijn het retourwater te gebruiken voor een secundaire toepassing,
bv. voorverwarming op een LBK of een zelfstandige eindunit, waarbij de T2-waarde wordt gebruikt als het
temperatuurinstelpunt dat moet worden gehandhaafd.
°C
CV aanvoer
CV retour
l/h
NovoCon accepteert geen DDC-aanvoertemperatuurregeling
ovoCon accepteert geen DDC-aanvoertemperatuurregelin
en handhaa een constante retour T
n handh
r T
Object/
register
MSV:9 /
32810
MSV:3 /
32802
MSV:10 /
32 811
Tijd
Tijd
AV:30 /
32796
MSV:13 /
32815
AV:37 /
32836
AV: 46 /
32862
Schrijf-/
leeswaarde
Digitaal
Geselecteerd
afsluitertype
Verwarmen
250
Constante
retour T
regeling
T2-waard e voor
verwarming
10%
Opdracht voor openingsgraad NovoCon/
AB-QM v ia veldbus
ISO-af sluiter gesele cteerd = l/h, °C e n kW.
ANSI-af sluiter gesele cteerd = GPM, °F e n
kBTU.
Alle gebruikte besturingsalgoritmen gaan
uit van AI:1 > AI:2
Instelling ontwerpdebiet voor verwarming,
bv. 250 l/h
Zorgt er voo rtdurend voor d at de
retourtemperatuur niet afwijkt van
een bepaalde waarde
De retour T w aarde die NovoCon
als instel punt gebruikt , bv. 40 °C
Minimumdebiet voor energiebeheer als
percentage van Ontwerpdebiet
AV:19 T ime-outfout servern.v.t .R0MAX.n.v.t.1Time-outfout serverNee
AV:20 Serienummer van de motor n .v.t.Rn.v.t .n .v.t.n.v. t.1
De naam van de
AV:21
geselecteerde afsluiter
wordt hier weergegeven
Stand afslu iter bij nominaal
AV:22
debiet
Maximumwaarde voor het
AV:23
ontwerpdebiet
Hier wordt d e naam van
de door de gebruiker
AV:24
gedefinieerde afsluiter
weergegeven
Stand afslu iter bij nominaal
debiet voor een door de
AV:25
gebruiker gedefinieerde
afsluiter
Maximumwaarde voor het
ontwerpdebiet in door de
AV:26
gebruiker gedefinieerde
afsluiter
AV:27 Telling alarmoverzicht95: Geen eenhedenRn .v.t.n.v. t.0n.v.t .
Ontwerpdebiet voor
AV:30
verwarming
Ontwerpdebiet voor
AV:31
koeling
AV:32 Vermogensafgifte
98: %
136: l/h
89: GPM
98: %
136: l/h
89: GPM
48: kW
157: kBTU/h
73: SecondenR/W1870 0n.v.t .1
VoltR1250n.v.t .0,01
MinutenR0MAX.n.v.t.1Aantal minut en sinds de laatste i nschakeling van d e motor.Nee
MinutenR0MAX.n.v.t.1
MinutenR0MAX.n.v.t.1
MinutenR0MAX.n.v.t.1
L/h of GPM ,
type ee nheid is
afkomst ig van
MSV:3 Geselecteerd
afsluitertype
MillimeterRn.v.t .n.v.t.n.v.t.1
%Rn.v. t.
136: l/h of 89: GPM.
Het hier ges chreven
type ee nheid wordt
gekopieerd naar
de afsluit ertabel.
Standaard: l/h
30: MillimeterR/W1,55, 840,01
98: %R/W10 01501001
98: %
136: l/h
89: GPM
98: %
136: l/h
89: GPM
48: kW
157: kBTU/h
Lezen/
schrijven
R/W
R/W0100% of ontwerpdebiet100 %0,01
Rn.v. t.n.v.t.n.v.t.1
R/W150006000,1
R/W
R/W
R 0n.v.t.n.v.t.0,01
Min.Max.Default
AB-QM 4. 0: 10%
van het nomi nale
debiet
AB-QM : 20% van het
nominale debiet
AB-QM 4. 0: 10%
van het nomi nale
debiet.
AB-QM : 20% van het
nominale debiet
AB-QM 4. 0: 10%
van het nomi nale
debiet.
AB-QM : 20% van het
nominale debiet
Maximaal instelbereik uit
afsluitertabel
Als l/h (GPM) is
geselecteerd, wordt het
afsluiterdebiet ingesteld op
de maximumwaarde van
de geselecteerde afsluiter
(MSV:3). Anders 10 0%
Maximaal instelbereik uit
afsluitertabel
Maximaal instelbereik uit
afsluitertabel
Maximaal instelbereik uit
afsluitertabel
Nominale
waarde uit
afsluitertabel
in l/h
l/h of GPM,
afhankelijk
van de
geselecteerde
afsluiter
%1
Nominale
waarde uit
afsluitertabel
in l/h
Nominale
waarde uit
afsluitertabel
in l/h
Resolutie
Het wordt aa nbevolen om AV:30 te geb ruiken voor verw arming
en/of AV:31 voor koelin g.
Vooraf ingestelde waarde voor het ontwerpdebiet wanneer het
stuursig naal 100% bedraag t en de toepassings modus Analoge of
0,1
digitale besturing is. Wordt in andere gevallen niet gebruikt.
Eenheden kunnen worden gewijzigd via de eigenschap technische
eenhede n van het object e n/of MSV:20. De eenhe id l/h (ISO-af sluiters)
of GPM (ANSI-a fsluiters) is af komstig van het obj ect MSV:3 Gese lecteerd
afsluitertype.
Het instel punt voor debiet (ma x. debiet) doo r de AB-QM-af sluiter.
Eenheden kunnen worden gewijzigd via de eigenschap technische
eenhede n van het object e n/of MSV: 21.
Als de energiebeheerfuncties actief zijn, volgt het debietinstelpunt de
huidige instelling die wordt geregeld door de Energiebeheerfunctie.
OPMERKIN G: Om kW of kBTU/h te ac tiveren, moet M SV:13
Vermogensregelaar (toestand:3) worden gekozen.
Debietindicatie op basis van de stand van de motorspindel. Eenheden
kunnen worden gewijzigd via de eigenschap technische eenheden
0,001
van het obje ct en/of MSV:22.
Dit object wordt ondersteund door COV.
Tijd voordat de motor reageert op een ontbrekend stuursignaal, d.w.z.
wanneer MS V:9 = 1 Analoge best uring en er geen ana loog stuursig naal
wordt ontvangen.
Waarde die in de m odus handmatig g edefinieer de functie (Manu al
Define d Function; MDF) w ordt gebruikt o m de curve aan te pass en aan
de karakteristieke curve van de warmtewisselaar. Lineaire instelling:
MDF=1. Zie curve on der tabel. Als AV:1 is ingest eld op l/h in de digit ale
modus, wordt de alfa-instelling genegeerd. Zie het alfawaardediagram.
De tijd die de m otor nodig heef t om van 0% naar 100% va n het
ontwerp debiet te gaan. G ebruiken met MSV:4 .
Gelijkgerichte spanning die de motor aandrijft.
Spanning te l aag: 16,1-7, 5 V.
Spanning te h oog: 38,3- 43,4 V.
Wordt gebruikt om de vermogensboosternummers in de opbouw te
controleren.
Temperatuur di e in de motor wordt ge meten.
Eenheden kunnen worden gewijzigd via de eigenschap technische
eenhede n van het object .
Aantal minu ten sinds de laats te keer dat de motor wer d gekalibreerd
op een AB- QM-afsluit er.
Aantal minu ten sinds de laats te keer dat de AB-Q M-afsluiter vo lledig
werd gesloten.
Aantal minu ten sinds de laats te keer dat de AB-Q M-afsluiter vo lledig
werd geopend.
Berekend percentage van verstreken levensduur. Bij 100% hebben
de afsluit er en motor de gescha tte minimale leve nsduur bereik t.
Vervanging van de afsluiter en de motor wordt aanbevolen.
Beschrij ving van dit objec t bevat het seri enummer van de moto r –
geprogrammeerd tijdens de productie.
Nominaal debiet van de geselecteerde AB-QM-afsluiter wordt
weergegeven in de actuele waarde.
Stand in mm voor nominaal debiet van de geselecteerde AB-QMafsluiter.
Maximumniveau tot waar het ontwerpdebiet kan worden verhoogd
voor de geselecteerde AB-QM-afsluiter.
Naam en nominaal debiet voor door de gebruiker gedefinieerde
regelafsluiter.
Dit object wordt alleen gebruikt als NovoCon® niet wordt gebruikt met
een AB- QM-afsluite r. Vraag bij de Danfoss-ve rtegenwoord iger na of
de gewenste a ansluiting moge lijk is.
Stand in mm voor het nominale debiet van een door de gebruiker
gedefinieerde regelafsluiter.
Dit object wordt alleen gebruikt als NovoCon® niet wordt gebruikt met
een AB- QM-afsluite r. Vraag bij de Danfoss-ve rtegenwoord iger na of de
gewenste aansluiting mogelijk is.
Maximumniveau tot waar het ontwerpdebiet kan worden verhoogd
voor door de gebruiker gedefinieerde afsluiter.
Dit object wordt alleen gebruikt als NovoCon® niet wordt gebruikt
met een AB -QM-afslui ter. Vraag bij de Danfos s-vertegenwo ordiger
na of de gewens te aansluiting mo gelijk is.
Numeriek overzicht van gedetecteerde uitstaande fouten.
De codering voor AV:27 Alarmoverzicht luidt:
Als BV:10 actief is, da n is AV:27 1,0.
Als BV:11 actief is, dan is AV:27 2,0.
Als BV:12 actief is, dan is AV:27 4, 0.
Als BV:13 actief is, dan is AV:27 8 ,0.
Als BV:14 actief is, dan i s AV:27 16,0.
Als BV:15 actief is, dan is AV:27 32, 0.
Als BV:16 actief is, da n is AV:27 64,0.
Als BV:17 actief is, dan is AV:27 128,0.
Als BV:18 actief is, da n is AV:27 256,0.
Als BV:19 actief is, dan i s AV:27 512,0.
Als BV:20 acti ef is, dan is AV:27 1024,0.
Als BV:21 actief i s, dan is AV:27 2048,0.
Als BV:22 acti ef is, dan is AV:27 4096, 0.
Als BV:23 act ief is, dan is AV:27 8192,0.
Als BV:24 actie f is, dan is AV:27 16384,0.
Als bv. zowel BV:11 als BV:12 actief is, dan is AV:27 6,0.
Dit object wordt ondersteund door COV.
Vooraf ingestelde waarde voor het ontwerpdebiet in de
verwarm ingsmodus, wann eer het stuursi gnaal 100% bedraa gt.
0,1
MSV:10 moet zijn ingesteld op Verwarming.
De eenhei d l/h (ISO-afs luiters) of GPM (ANSI- afsluiters) is af komstig van
het object MSV:3 Geselecteerd afsluitertype.
Vooraf ingestelde waarde voor het ontwerpdebiet in de koelmodus,
wanneer h et stuursignaal 10 0% bedraagt. MS V:10 moet zijn i ngesteld
0,1
op Koeling.
De eenhei d l/h (ISO-afs luiters) of GPM (ANSI- afsluiters) is af komstig van
het object MSV:3 Geselecteerd afsluitertype.
De hydraulische vermogensafgifte van de eindunit volgens
berekeningen op basis van het debiet en het temperatuurverschil tussen
de aanvoer- (AI:1) en retourleidingen (AI:2).
Als AV:41 Glycolcorrectie wordt gebruikt, wordt de vermogensafgifte op
basis daarvan aangepast.
Eenheden kunnen worden gewijzigd via de eigenschap technische
eenhede n van het object .
AV:41Glycolfactorn.v.t. R/W0,521GlycolcorrectiefactorKies de jui ste factor van 0, 5 tot 2 als er een glycol mengsel wordt ge bruikt.Ja
AV:42Positie-feedback 98: %R0100n.v.t. Stand van de motorspindel als percentage Debietindicatie als percentage op basis van de stand van de motorspindel.Nee
AV:46
AV:47 Regelversterking P
AV:48 Regelversterking I
AV:50
AV:51
AV:52
AV:53
Voedi ng
Max. verm ogen
koeling
Min. debiet
energiebeheer
Analoog CO6
verwarmingspunt
100%
Analoog CO6
verwarmingspunt 0%
Analoog CO6
koeling 0%
Analoog CO6
koeling 100%
Lezen/
Eenheid
schrijven
19: k Wh
126: MJ
147: kBT U
19: k Wh
126: MJ
147: kBT U
48: kW
157:
kBTU/ h
48: kW
157:
kBTU/ h
62: °C
64 °F
62: °C
64 °F
62: °C
64 °F
62: °C
64 °F
98: %R/W010010
95: Geen
eenheden
95: Geen
eenheden
95: Geen
eenheden
95: Geen
eenheden
95: Geen
eenheden
95: Geen
eenheden
Min.Max. DefaultOmschrijvingInformatie
R0n .v.t.n.v. t. Cumulatieve energieteller voor verwarming.
R0n .v.t.n.v. t. Cumulatieve energieteller voor koeling.
R/W0n.v.t.0
R/W0n.v.t.0
R/Wn.v.t .n.v.t.15
R/Wn.v.t .n.v.t.5
R/Wn.v.t .n.v.t.35
R/Wn.v.t .n.v.t.13
R/Wn.v.t .n.v.t.7Stel proportioneel deel van regeling in
R/Wn.v.t .n.v.t.0, 35 St el integrerend de el van regeling i n
R/W0100Signaalpunt voor analoge CO6-modus
R/W0103,3 Signaalpunt voor analoge CO6-modus
R/W0106,7 Signaalpunt voor analoge CO6-modus
R/W01010 Signaalpunt voor analoge CO6-modus
Vooraf ingestelde waarde voor het
ontwerpdebiet, in de verwarmingsmodus.
Vooraf ingestelde waarde voor het
ontwerpdebiet, in de koelmodus.
Instelwaarde voor het temperatuurverschil
tussen de aanvoer- en retourleidingen
Instelwaarde voor het temperatuurverschil
tussen de aanvoer- en retourleidingen
Instelwaarde voor T2 verwarming
(temperatuur retourleiding verwarming)
Instelwa arde voor T2 koelin g
(temperatuur retourleiding koeling)
Minimaal debiet voor energiebeheer
als percent age van AV:30 of AV:31
Ontwerpdebiet.
Geactiveerd/gedeactiveerd via MSV:12. Eenheden ingesteld via MSV:27.
Als AV:41 Glycolcorre ctie wordt geb ruikt, wordt de ve rwarmingse nergieteller o p basis
daarvan aangepast.
Geactiveerd/gedeactiveerd via MSV:12. Eenheden ingesteld via MSV:27.
Als AV:41 Glycolcorrectie wordt gebruikt, wordt de koelenergieteller op basis daarvan
aangepast.
Bij gebrui k van MSV:13, toestand Vermoge nsbegrenzin g, is dit de maximaal t oegestane
hydraulische energieafgifte. Deze waarde is bedoeld om het verwarmingsvermogen
via de eindu nit te begrenzen .
Bij gebrui k van MSV:13, toestand Vermoge nsbegrenzin g, is dit de maximaal t oegestane
hydraulisc he energieafgi fte. Deze waard e is bedoeld om he t koelvermogen v ia de
eindunit te begrenzen.
Voor MSV:13, toestand mi n. delta T begren zing en constant d elta T regeling, i s dit de
waarde waarop de regeling is gebaseerd voor verwarming.
Voor MSV:13, toestand mi n. delta T begren zing en constante d elta T regeling , is dit de
waarde waar op de regeling is g ebaseerd voor ko eling.
Voor MSV:13, toestand Beheer max. retourtemperatuur en Retourtemperatuurregeling
instellen , is dit de waarde waa rop de regeling is g ebaseerd voor ve rwarming.
Voor MSV:13, toestand Beheer min. retourtemperatuur en Retourtemperatuurregeling
instellen , is dit de waarde waa rop de regeling is g ebaseerd voor ko eling.
Minimaal toegestaan debiet terwijl Energiebeheerfunctie MSV:13 actief is.
Uitzonderingen: het object heeft geen effect als
de energiebegrenzing niet actief is of als de functie Energiebeheer vermogensregeling
is gesele cteerd. In dat gev al is de min. debiet limiet ingeste ld op 2% van het
ontwerpdebiet.
Stelt het pro portionel e deel in voor rege ling van het objec t MSV:13
Energiebeheerfuncties.
Stelt het inte grerende deel i n voor regeling va n object MSV:13 Energiebe heerfunc ties.
I paramete r in s = (Pgain / Igain) * 2 s.
7/0,35 * 2 s = 40 s.
Het stuur signaal voor ver warming 100% open w anneer MSV:9 = toes tand 7 of 8.
Overlappende regelcurves voor verwarming en koeling worden niet geaccepteerd.
Het stuur signaal voor ver warming 0% open w anneer MSV:9 = toes tand 7 of 8.
Overlappende regelcurves voor verwarming en koeling worden niet geaccepteerd.
Het stuur signaal voor koel ing 0% open wanne er MSV:9 = toestan d 7 of 8. Overlappe nde
regelcurves voor verwarming en koeling worden niet geaccepteerd.
Het stuur signaal voor koel ing 100% open wanne er MSV:9 = toestan d 7 of 8.
Overlappende regelcurves voor verwarming en koeling worden niet geaccepteerd.
Persistent
ja/nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
BACnet-objecten
– Multi State waarden
AV:4 / 32772 Alfawaardecurve
MDF = 1 (lineair)
LOG (MDF = 0,2)
Naam object/
Ident
parameter
Motormodus en
MSV:0
speciale functies
Type en bereik
MSV :1
analoog
stuursignaal
Terugvalactie
MSV:2
bij ontbrekend
stuursignaal
Geselecteerd
MSV:3
afsluitertype
MSV:4 MotorsnelheidR/W
Methode MAC-
MSV:5
adrestoewijzing
MSV:6 BaudsnelheidR/W
MSV:7 LedsturingR/W
1)
Hierdoor wo rdt de afsluiter geduren de één uur volledig geop end totdat er een nieuwe mod us wordt geselecteerd
2)
Hierdoor wo rdt de afsluiter 5 keer geop end en gesloten met de ma ximale snelheid
Lezen/
schrijven
1: Normaal
2: Kalibratie
R/W
3: Spoelen
4: Ontluchten
5: Alarm
1: 0-5 V DC
2: 0-10 V DC
3: 2-10 V DC
4: 5-10 V DC
1: Normale ledmodus
2: Alleen alarmen weergeven
3: Alle leds ui t
4: Knipperen
Toestandtekst
1)
2)
Standaardtoestand
1: Normaal
2: 0-10 V DC
1: Geen actie
2: AB-QM 4 .0
ISO DN 15
4: 24 s/mm
1: Instelling
DIP-schakelaars
of automatische
adressering
1: Automatische
detecti e
baudsnelheid
1: Normale
ledmodus
BV:2 / 32786 Directe of omgekeerde bedrijfsmodus
Omschrijving
Toont huidige modus van de motor. Kalibratie, spoelen
en ontluchten kunnen hiervandaan worden gestart.
Gebruik t voor select ie van het ingangs type en berei k
van het analoge stuursignaal.
De actie di e de motor ondern eemt als het analo ge stuursignaal
ontbreek t, wanneer MSV: 9 = 1.
Dit is het AB -QM-afslu itertype vo or de regeling waa rvoor
de motor is geconfigureerd.
De tijd die de m otor nodig heef t om 1 mm te bewegen of, i n plaats
daarvan , een opgegeven co nstante tijdfu nctie (zie AV:5).
Het berei k voor de constante ti jdwaarde is 18-700 seco nden.
Gebruikte methode voor het instellen van het BACnet-MAC-adres.
Als het MAC-adres n iet met de DIP-sc hakelaars wordt in gesteld,
wijst de motor zichzelf automatisch een beschikbaar MAC-adres
toe.
Baudsnelheid die wordt gebruikt voor BACnet-communicatie.Ja
Dient om de ge wenste ledweer gave te selectere n.Ja
instellen v an de
terugkoppeling van
het actuele debiet
Eenheden die worden
gebruikt voor het
MSV:23
instellen v an de
temperatuur
Eenheden die worden
MSV:24
gebruikt voor het
instellen v an T1
Eenheden die worden
MSV:25
gebruikt voor het
instellen v an T2
Eenheden die worden
gebruikt voor het
MSV:26
instellen v an het
vermogen
Eenheden die worden
gebruikt voor het
MSV:27
instellen v an de
energieteller
1)
Een opd racht voor nul debietins telpunt (AV:1) sluit de A B-QM, zod at er geen ver warming en ge en koeling pl aatsvindt . Gebruik
hiervoor niet de CO6-onderhoudsafsluitfunctie.
De afsluitfunctie van de CO6-afsluiter mag uitsluitend worden gebruikt voor onderhoud en alleen als de watertemperatuur
in de ein dunit geli jk is aan de omge vingstemp eratuur of al s de einduni t niet is gemon teerd. Een ve randering in d e
watertemperatuur in een gesloten circuit kan leiden tot een toenemende druk en mogelijke schade aan de eindunit.
Lezen/
schrijven
R/W
R/W (1-4)
R (5-9)
R/W
R/W
R/W
R/W
R/W
R/W
R/W
R/W
R/W
R/W
R/W
Toestandtekst
1: DIP-schakelaar
2: BACnet
3: Modbus
1: Analoge besturing
2: Digitale besturing
3: CO6-modus
4: Geïnver teerde CO6modus
5: CO6 zonder ala rmen
6: Geïnver teerde CO6
zonder alarmen
7: Analoge CO6-modus
8: Analoge
geïnverteerde CO6modus
1: Verwarmen
2: Koelen
3: CO6 afsluite n
4: CO6 Start activering
5: CO6 Omschake ling
naar koeling
6: CO6 Omschak eling
naar verwarming
7: CO6 Alarm
8: CO6 activering
1: AA N
2: UIT
1: Ui t
2: Aan
1: Niet actief
Vermogensbeheer:
2:
Vermogensbegrenzing
3: Regelin g constant
vermogen
Delta T manager:
4: Min. Delt a T
begrenzing
5: Regeling c onstante
delta T
6: Begrenzing retour T
7: Regeling co nstante
retour T
1: NTC10k type 2
2: NTC10k type 3
3: PT1000
1: L/ h
2: %
3: GPM
1: L/ h
2: %
3: GPM
4: kW
5: kBT U/h
1: L/ h
2: %
3: GPM
1: °C
2: °F
1: °C
2: °F
3: ohm
1: °C
2: °F
3: ohm
1: kW
2: kBT U/h
1: kW h
2: MJ
3: kBTU
1)
Standaard-
toestand
Selectie van veldbusprotocol.
1: DI P-
Zie ook de se ctie DIP-schak elaars van het dat ablad.
schakelaar
Wanneer u het p rotocol wijzig t, moet u de motor uit- e n weer inschakele n om
het nieuw ge selecteerd e protocol te acti veren.
Selecteer de toepassingsmodus van de motor.
Toestand 1: Analoge b esturing. Het d ebiet wordt gere geld met een ana loog
signaal, bv. 0 -10 V. Ontwerp debiet ingeste ld via AV:30 Verwarmin g en/of AV:31
Koeling. U k unt hiervoor oo k AV:0 gebruiken.
Toestand 2: Digitale besturing. AV:1 wordt gebruikt om het debiet te regelen.
Ontwerpdebiet ingesteld via AV:30 Verwarming en/of AV:31 Koeling. U kunt
hiervoor ook AV:0 gebruiken.
Toestand 3: CO6-modus. AV:1 wordt gebruikt om het debiet te regelen.
Ontwerpdebiet verwarming ingesteld via AV:30 en ontwerpdebiet koeling via
AV:31. Op de CO6-afslu iter wordt verwa rming aangeslo ten op poort 5 & 6 en
koeling op p oort 1 & 4.
Toestand 4: Geïnverteerde CO6-modus. AV:1 wordt gebruikt om het debiet
te regelen. Ontwerpdebiet verwarming ingesteld via AV:30 en ontwerpdebiet
koeling vi a AV:31. De poor ten zijn omgekee rd ten opzichte van to estand 3.
Toestand 5: CO6 zonder alarmen. AV:1 wordt g ebruikt om het d ebiet te
regelen. Ontwerpdebiet verwarming ingesteld via AV:30 en ontwerpdebiet
koeling vi a AV:31. Deze toes tand kan worden g ebruikt als de an aloge ingang
moet worden gebruikt voor andere doeleinden dan CO6-terugkoppeling.
Houd er reke ning mee dat in deze t oestand de stat us van de CO6-afs luiter niet
wordt weergegeven.
Toestand 6: Geïnverteerde CO6 zonder alarmen. AV:1 wordt gebruikt om
2: Digital e
het debiet te regelen. Ontwerpdebiet verwarming ingesteld via AV:30 en
besturing
ontwerp debiet koeling v ia AV:31. De poorten zijn om gekeerd ten opzic hte van
toestand 3 . Deze toestand k an worden gebru ikt als de analog e ingang moet
worden gebruikt voor andere doeleinden dan CO6-terugkoppeling. Houd er
rekening me e dat in deze toest and de status van de CO 6-afsluiter n iet wordt
weergegeven.
Toestand 7: Analoge CO6-modus. Het debiet wordt geregeld vanuit de
ruimteregelaar via het analoge ingangssignaal. Ontwerpdebiet verwarming
ingestel d via AV:30 en ontwerp debiet koeling v ia AV:31. BV:2 wordt in dat geval
gebruikt om het stuursignaal om te schakelen.
Houd er reke ning mee dat in deze t oestand de stat us van de CO6-afs luiter niet
wordt weergegeven.
Toestand 8: Analoge geïnverteerde CO6-modus. Het debiet wordt geregeld
vanuit de ruimteregelaar via het analoge ingangssignaal. Ontwerpdebiet
verwarming ingesteld via AV:30 en ontwerpdebiet koeling via AV:31.
In deze toes tand zijn de koeli ng en verwarmin g andersom aange sloten ten
opzichte van t oestand 7.
Bij een wijz iging naar deze toe stand worden de w aarden in AV:50-53
omgekeerd.
BV:2 wordt in dat g eval gebruik t om het stuursign aal om te schakelen . Houd er
rekening me e dat in deze toest and de status van de CO 6-afsluiter n iet wordt
weergegeven.
De toesta nden 1 tot 4 zijn opdr achten voor de motor N ovoCon® ChangeO ver6
en zijn van invloed op Energiebeheertoepassing MSV:13.
De toesta nden 5 tot 8 zijn feed back vanuit de moto r NovoCon® ChangeO ver6.
1:
Toestand 3, afsluitmodus, mag uitsluitend worden gebruikt voor
Verwarmen
onderhoud en is alleen mogelijk als het debietinstelpunt 0% is.
In centrale ChangeOver-toepassingen worden toestand 1 en 2 gebruikt om
verwarming of koeling te activeren.
AAN: Als de CO6 -modus is gese lecteerd, wo rdt de ChangeOve r6-motor
eenmaal pe r week van de huidig e positie naar de ge sloten stand en we er terug
1: AA N
bewogen, om vrije beweging te waarborgen.
UIT: Het kort ac tiveren van de af sluiter moet wor den afgehande ld door het GBS.
1: Ui tDe energietellers AV:33 en AV:34 in- of uitschakelen.Ja
Functies activeren om de systeemprestaties te optimaliseren. Het berekende
debiet van de geactiveerde energiefuncties wordt begrensd op de waarde
van AV:46 Min. debiet energiebeheer, met uitzondering van de functie
Vermogensr egeling, die ee n begrenzing he eft van min. 2% va n het
ontwerpdebiet. Zo nodig kunnen de PI-waarden nauwkeurig worden afgesteld
in de objec ten AV:47 en AV:48.
Toestand 1: Niet actief
Toestand 2: Als het vermogen bo ven de in AV:35/36 ingestel de waarde ligt,
regelt Nov oCon tot de opgege ven limiet AV:35 en/of AV:36. Wanne er deze
begrenz ing actief is, wo rdt de waarschuwi ng BV:23 ingestel d op 'aan'.
Toestand 3: Het debiet door de af sluiter wordt do or AV:1 geregeld in %, kW
of kBTU/h (ge selecteerd i n MSV:26) en is gebasee rd op de berekenin g van de
1: Niet
debiet- en temperatuuringangen.
gebruikt
Toestand 4: Als de delta T waarde in AV:37 en /of AV:38 wordt overschre den,
begint Novo Con de afsluiter te s luiten totdat de waa rde van AV:37 en/of AV:38
is bereik t. Wanneer deze be grenzing act ief is, wordt de waar schuwing BV:23
ingestel d op 'aan'.
Toestand 5: De constante delta T wo rdt ingesteld in AV:37 en /of AV:38 en
NovoCon voe rt de regeling u it binnen deze lim ieten. Wanneer de ze begrenzing
actief is , wordt de waarsch uwing BV:23 ingest eld op 'aan'.
Toestand 6: NovoCon waarborg t de min. of max. reto urtemp. T2 die is
ingestel d in AV:39 en AV:40. In MSV:10 / 32811 moet de to epassing Verwar men/
koelen zij n geselectee rd. Wanneer deze b egrenzing act ief is, wordt de
waarschu wing BV:23 ingeste ld op 'aan'.
Toestand 7: In AV:39 en/of AV:40 is ee n constante T2-wa arde ingesteld .
Deze waarden worden constant gehouden door de regeling van NovoCon.
3: PT1000 Selecteer het aangesloten type temperatuurvoeler.Ja
1: l/ hEenheden d ie worden gebrui kt voor het ont werpdebiet in AV:0, AV:30 e n AV:31Ja
Eenheden die worden gebruikt voor het gewenste debiet AV:1.
2: %
OPMERKIN G: Als kW of kBTU/h wor dt gekozen, wordt MS V:13
Vermogensregelaar (toestand:3) ook actief
1: l/ hEenheden die worden gebruikt voor AV:2Ja
1: °CEenheden die worden gebruikt voor AV:8, AV:37-40Ja
1: °CTechnische eenheden die worden gebruikt voor AI:1Ja
1: °CTechnische eenheden die worden gebruikt voor AI:2Ja
1: kWTechnische eenheden die worden gebruikt voor AV:32Ja
1: kW hEenhede n die worden gebru ikt voor AV:33 en AV:34Ja
BV:3Analoog feedbacksignaal R/WActiefInacti ef Inactief
Waarschuw ing: De temperat uur van de
BV:10
motor ligt buiten het aanbevolen bereik.
BV :11Alarm: Geen stuursignaalRAANUITn.v.t . De motor hee ft gedetec teerd dat hij geen an aloog stuursi gnaal ontvangt .Nee
BV:12Alarm: Fout tijdens sluitenRAANUI Tn.v.t . De motor kan de beoogde sluitstand niet bereiken. Controleer de afsluiter op blokkades.Nee
BV:13 Waarschuwing: Conflic t voorinstellingRAANUITn.v. t.
Waarschuwing: Voedingsspanning is
BV:14
Waarschuwing: Voedingsspanning is
BV:15
BV:16Alarm: Fout tijdens kalibratieRAANUITn .v.t.
Waarschuwing: Conflict BACnet-MAC-
BV: 17
BV:18
BV:19
Alarm: CO6 in handbediening of CO6 kan
BV:20
Alarm: CO6-motor niet aangesloten of
BV:21
Waarschuwing: Temperatuurvoelers
BV:22
Waarschuwing: Energiebegrenzing
BV:23
Waarschuwing: Energiebeheerregelaar
BV:24
te hoog
te laag
adres gedetecteerd
Waarschuw ing: Er zijn fouten
gedetecteerd op BACnet
Alarm: Er is e en interne fout
gedetecteerd
niet bewegen
beschadigd
ontbreken of zijn verwisseld
is actie f
buiten bereik
schrijven
Omgekeerd
RAANUITn .v.t. De te mperatuur in de mo tor ligt buiten het a anbevolen bere ik.Nee
RAANUITn .v.t.
RAANUITn .v.t.
RAANUITn .v.t. Twee of meer apparaten op hetzelfde BACnet-netwerk hebben hetzelfde MAC-adres.Nee
RAANUITn .v.t. Er zij n problemen met d e communicatie op h et netwerk ged etecteerd.Nee
RAANUITn .v.t.
RAANUITn .v.t.
RAANUITn .v.t. De ChangeOver6-motor is niet aangesloten of is beschadigd.Nee
RAANUITn .v.t. Temperatuurvoelers ontbreken of zijn verwisseldNee
RAANUITn .v.t. Be grenzing is acti ef. Bv. begrenzing v an vermogen, min . delta T of min./ma x. retour T begre nzing Nee
RAANUITn .v.t.
tekst (1)
Inactieve
DefaultOmschrijving
tekst (0)
DirectDirect
Keuze tussen directe en omgekeerde bedrijfsmodus. Zie het schema Direct/omgekeerd.
Voor de toestanden Analoge CO6-modus en Geïnverteerd analoge CO6-modus wordt dit object gebruikt
om het stuu rsignaal om te scha kelen.
Door dez e functie te act iveren, worden he t analoge uitgan gssignaal (AO:0) en de o peningsstan d van de
afsluite r aan elkaar gekop peld. Het typ e en het bereik van d e spanningsuitga ng zijn gekoppel d aan de
actuele waarde van MSV:1. Deze functie kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor FCU-ventilatorbesturing
en is allee n beschikbaar al s MSV:9 Toepassingsmo dus zich in Toestand 1 b evindt: Analog e besturing of
toestand 2: Digitale besturing.
Als BV:3 acti ef is en er handmati g naar het analoge u itgangssignaal (AO :0) wordt wegges chreven, moet
dat worden v rijgegeven. Sc hrijf dus 'NULL' om terug te ke ren naar de oorspr onkelijke instel ling van BV:3.
Conflic t tussen de mecha nische afstell ing van de AB-QM -afsluiter en d e NovoCon® S. De mecha nische
afsluite rinstelling mo et 100% of hoger zijn . De waarschuwin g wordt ook geac tiveerd als het
gesele cteerde afslu itertype e en andere slag hee ft dan de daadwer kelijk gebruik te afsluiter.
Voedingsspanning wordt gemeten en is te hoog.
Wanneer de g emeten spannin g hoger wordt dan 43,4V w ordt het alarm ing eschakeld wegen s een te
hoge spanning.
Wanneer de g emeten spannin g weer lager wordt da n 38,3V wordt het al arm uitgeschakel d.
Voedingsp anning wordt geme ten en is te laag.
Wanneer de g emeten spannin g lager wordt dan 16,5V wo rdt het alarm inge schakeld wegens e en te lage
spanning.
Wanneer de g emeten spannin g lager wordt dan 16,1V wordt oo k de motor uitgesch akeld.
Wanneer de g emeten spannin g weer hoger wordt d an 17,5V wordt de moto r weer ingeschake ld.
Er is een fout opgetreden tijdens de kalibratie van de motor. De NovoCon® S-motor is bijvoorbeeld niet
op de afslu iter gemonteerd o f de afsluiter zit v ast.
Kalibre er de motor opnieu w of schakel hem uit en w eer in om de fout te res etten – het kan no dig zijn om
de motor te vervangen
De ChangeOver6-motor is in gesteld op handb ediening of kan d e positie niet be reiken.
Nadat de oo rzaak van het al arm is weggenome n, kan het tot 2 minute n duren voordat he t alarm is
opgeheven.
Instelpu nt vermogen, del ta T of retour T buite n bereik of het inst elpunt kan niet wor den gerealisee rd.
Actie: con troleer of het ins telpunt haalbaa r is bij de gegeven deb iet- en temperatu urwaarden.
Persistent
ja/nee
Ja
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
BACnet-objecten
– Apparaatobject
BACnet-objecten
– Analoge ingang
Lijst met enkele belangrijke apparaatobjecteigenschappen.
EigenschapWaarde
Objec t-IDInstantiebereik: 0 tot 4194302R/W
Objectnaam
FirmwarerevisieHuidige f irmwareversieRRevisi e BACnet-software.Ja
Versie toepassingssoftware
Locatie
Omschrijving
Segmentatie ondersteund SEGMENTATIERKan gesegmenteerde berichten verzenden en ontvangen.Ja
Max-master
Max. len gte ADPU480RMaximaal toegestane lengte ADPU.Ja
Max. aant al geaccepteerd e
segmenten
Naam object/
Ident
parameter
Spanning o f stroom
AI:0
op analog e ingang
T1- of
AI:1
weerstandsingang
T2- of
AI:2
weerstandsingang
Combinati e van 'NovoCon S' +
type en o bject-ID
Huidige ve rsie van de
toepassingssoftware
Deze str ing is leeg wanne er de
motor nieu w is.
Danfoss Nov oCon-motor me t
BACnet MS/TP
Standaard: 127
Bereik: 0-127
5RMax. aant al geaccepteerde segmentenJa
Lezen/
Eenheid
5: Volt
2: mA
62: °C
64 : ° F,
4: ohm
schrijven
R0
R
Min. Max.
-10 °C
10 °F
900
Lezen/
10 V
20 mA
120 ° C
250 °F
10 k
schrijven
Deze eige nschap wordt gewo onlijk instanti enummer of uniek e
ID van apparaat genoemd.
Productnaam.
R/W
Max. 25 ka rakters.
RVersie toepassingssoftware motor.Ja
Vrije tek st kan worden gebr uikt om de locat ie en dergelijke
R/W
aan te geven.
50 tekens.
Productbeschrijving.
R/W
Max. 50 tek ens.
De instell ing MAX_ma ster in NovoCon® S kan b oven het
R/W
hoogste gebruikte MAC-adres op het MS/TP-subnetwerk
worden ingesteld.
Standaard
eenheid
Spanning s- (V) of stroo mniveau (mA) op de analo ge
besturingsingang, gemeten door de motor.
De eenhe id is afkomstig va n MSV:1 Type en be reik analoog
Volt
stuursignaal.
Dit object wordt ondersteund door COV.
In de modi CO6 e n Geïnverteerd e CO6 kan mA niet worde n
geselecteerd.
Temperatuur/weerstand gemeten via aangesloten sensoren.
Voor vermog ensafgifte AV:32 is AI :1 de temperatuur op de
aanvoerleiding en AI:2 de temperatuur op de retourleiding.
Bij gebru ik als potentiaalv rije contacten : Gesloten circuit < 9 00
, open cir cuit 100 k.
Aanbevol en maximale kab ellengte 2 m.
°C
Eenheden kunnen worden gewijzigd via de eigenschap
technisc he eenheden van h et object of via o bject MSV:24 en
MSV:25.
De bovengr ens voor de temper atuur voor NTC-voele rs 10k type
2 is 90°C/194°F. De bove ngrens voor de temp eratuur van NTCvoeler 10k t ype 3 is 95°C/203°F.
Dit object wordt ondersteund door COV.
Omschrijving
Omschrijving
Persistent
Persistent
ja/nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
ja/nee
Nee
Nee
BACnet-objecten
– Analoge uitgang
Ident
AO:0
Naam object/
parameter
Spanning o p
analoge uitgang
Lezen/
Eenheid
VoltR/ W010Volt
schrijven
Min. Max.
Standaard
eenheid
Waarde uitgangsspanning.
Opmerk ing: In CO6-mod i kan de huidige waa rde niet worden
geschreven.
Waarden voor het
nominale debiet
zijn geldig voor
toepassingen met
water. Gebruik voor
glycolmengsels een
correctiefactor.
IdentNaam object/parameterOmschrijving
NC:0Alarmmelding, selec teer apparaat voor alarmmelding Meld apparaten aan voor het ontvangen van alarmen
NC:0 is een ob ject waarmee andere BAC net-apparaten kunne n worden aangemeld om recht streeks vanuit dat appa raat te worden
geïnforme erd als er een alarm geac tiveerd of opgeheven word t. Er kunnen maximaal 4 ap paraten worden aangemel d voor deze service.
Apparaten di e bij dit object zijn aan gemeld, worden geïnfo rmeerd als een van de waarschu wingen of alarmen BV:10 tot BV:24 wordt
geactiveerd of opgeheven.
Wanneer de mel dingsklasse NC:0 wordt geb ruikt om meldinge n over veranderingen te gene reren met de status van waarschu wingen
en alarmen (BV:10 - BV:24), moeten apparaten voor d e hele dag en week voor mel dingen worden aangeme ld: van 00:00:00: 00 tot
23:59:59:99 en alle 7 dagen van d e week. Dat is nodig omda t de motor geen ingebouw de klok heeft en daar om niet in staat is om
meldinge n met betrekking tot tijd te ve rwerken.
Ident
AVO: 0
Index NaamHet nominale debiet Eenheid Afsluiterstand voor nominaal debiet [mm] Maximaal instelbereik [%]
1AB -QM 4.0 ISO DN 15LF200l/h4100
21)AB-Q M 4.0 ISO DN 15650l/h4100
3AB -QM 4.0 ISO DN 15HF120 0l/h4100
4AB -QM 4.0 ISO DN 20110 0l/h4100
5AB -QM 4.0 ISO DN 20H F19 00l/h4100
6AB -QM 4.0 ISO DN 252200l/h4100
7AB -QM 4.0 ISO DN 25HF4200l/h410 0
8AB -QM 4.0 ISO DN 324200l/h410 0
9AB -QM 4.0 ISO DN 32HF6000l/ h4100
10AB- QM ISO DN 10LF15 0l/h2,25120
11AB-Q M ISO DN 10275l/h2,2512 0
12AB -QM ISO DN 15LF2 75l/h2,25120
13AB -QM ISO DN 15450l/h2, 25120
14AB- QM ISO DN 15HF113 5l/h4110
15AB -QM ISO DN 20900l/h2,2512 0
16AB- QM ISO DN 20HF1700l/h411 0
17AB -QM ISO DN 251700l/h4,5110
18AB- QM ISO DN 25HF2700l/h4, 5110
19AB- QM ISO DN 32320 0l/h4,5110
20AB-QM ISO D N 32HF4000l/h4,5110
21AB- QM ANSI ½" LF1,2GPM2,25100
22AB-QM ANSI ½"2GPM2,2510 0
23AB-QM ANSI ½" HF5G PM410 0
24AB-Q M ANSI ¾"4GPM2,2510 0
25AB-QM ANSI ¾" HF7,5GPM4100
26AB-QM AN SI 1"7, 5GPM4,510 0
27AB-Q M ANSI 1" HF12GPM4,510 0
28AB-QM ANS I 1¼"14,1GPM4,510 0
29AB-QM ANS I 1¼" HF17, 5GPM4,510 0
2)
30
1)
Standaard
2)
De door de gebruiker gedefinieerde afsluiter wordt alleen gebruikt als NovoCon® S niet wordt gebruikt met een AB-QM-afsluiter van NovoCon®.
Vraag bij de D anfoss-verte genwoordiger na o f de gewenste aansl uiting mogelijk i s.
Wanneer e en ANSI-afslui ter wordt gesele cteerd, worde n de eenheden voo r debiet en tempe ratuur standaar d gewijzigd van l/ h naar GPM en van
Celsius naa r Fahrenheit, en vic e versa wanneer e en ISO-afslui ter wordt gesele cteerd.
Naam object/
parameter
Gemiddelde
gelijkgerichte spanning
die wordt g emeten door
de motor
Door gebruiker
gedefinieerde afsluiter
Min.
Gemiddelde
Waarde
Bijgewer kt op basis van
daadwerkelijke metingen
waarde
NFUFVPNFSRM
Max.
Waarde
Venster
interval
1 dag24
Venster
sample
Omschrijving
Gemiddelde van de
gelijkgerichte spanning
die de motor aandrijft.
Persistent
ja/nee
Nee
BACnet BIBBs-services
ServiceBIBBsI nit/Exe
ReadPropertyDS-RP-Bexe
WritePropertyDS-WP-Bexe
Who-IsDM-DDB-Ainit
Who-IsDM-DDB-Bexe
I-AmDM-DDB-Binit
I-AmDM -DDB-Ae xe
Who-HasDM-DOB-Bexe
I-HaveDM-DOB-Binit
DeviceCommunicationControlDM-DCC-Bexe
ReinitializeDevice
ConfirmedEventNotificationAE-N-I-Binit
UnconfirmedEventNotificationAE-N-I-Binit
AcknowledgeAlarmAE-ACK- Bexe
GetEventInformationAE-INFO-Bexe
1)
DM-RD-Bexe
ServiceBIBBsI nit/Exe
GetAlarmSummaryAE-ASUM-Bexe
GetEnrollmentSumma ryAE-ESUM-Bexe
AddListElementDM-LM-Bexe
RemoveListElementDM-LM-Be xe
ReadPropertyMultipl eDS-RPM-Bexe
WritePropertyMultipleDS-WPM-Bexe
SubscribeCOV
RestartDM-R-Bexe
AtomicWriteFilen .v.t.e xe
1)
NovoCon® S biedt on dersteuning voor BACnet z achte reset
(voeding uit- en inschakelen) en harde reset (fabrieksreset).
Na een harde/fabrieksreset wordt automatisch een kalibratie
uitgevoerd en wo rden alle instellingen ter uggezet op de
fabrieksinstelling.
2)
COV is geïmpleme nteerd voor het volgende: An aloge ingang
AI:0, AI:1 en AI:2, en voor de vo lgende analoge waard en: AV:2
en AV: 27.
BACnet: Automatische MAC-adressering is standaard. Voor handmatige MAC-adressering gebruikt
u de DIP-schakelaars.
Modbus: handmatige MAC-adressering is standaard. Automatische adressering is niet beschikbaar voor Modbus.
Als er echter vóór de omschakeling naar Modbus een adres is toegewezen in BACnet, wordt dit adres
ook in Modbus gebruikt als de DIP-schakelaars in de standaardposities blijven staan.
DIP-schakelaarNaam configuratieUIT-toestand (standaard)AAN-toe stand
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
1.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
2.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
3.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
4.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
5.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
6.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
7.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
8.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
9.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
10.
De motor is uitger ust met een weerstand, DI P-schakelaar 8, die in d e laatste motor op de veldbus kan w orden geactiveerd voo r een
correcte afs luiting van de veldbus.
Wanneer u het proto col met DIP-schakelaar 10 wijzi gt, moet u de motor uit en wee r in schakelen om het nieuw ge selecteerde protocol
te activeren.
Het nomi nale
debiet van door
de gebruiker
gedefinieerde
afsluiter
Stand afs luiter bij
nominaal debiet
voor een d oor
de gebruiker
gedefinieerde
afsluiter
Maximumwaarde
voor het
ontwerpdebiet
in door de
gebruiker
gedefinieerde
afsluiter
Direc te of
omgekeerde
bedrijfsmodus
Eenheden die
worden gebruikt
voor het in stellen
en weergeven
van het
ontwerpdebiet
Eenheden die
worden gebruikt
voor het in stellen
en weergeven
van het
debietinstelpunt
Eenheden die
worden gebruikt
voor het in stellen
en weergeven
van de fee dback
van het debiet
Eenheden
die worde n
gebruikt voor het
instell en van de
temperatuur
Eenheden die
worden gebruikt
voor het in stellen
en weergeven
van T1
Eenheden die
worden gebruikt
voor het in stellen
en weergeven
van T2
Eenheden
die worde n
gebruikt voor het
instell en van het
vermogen
Ontwerpdebiet
voor
verwarming
Ontwerpdebiet
voor koeling
OmschrijvingDefaultEenheidBeschrijving van gebruik
Het wordt a anbevolen om 32796 te
gebruiken voor verwarming en/of
32798 voor koeling.
Vooraf ingestelde waarde voor
het ontwerpdebiet wanneer het
stuursignaal 100% bedraagt. Eenheid
volgt 32787
Tijd voo rdat de motor reage ert op een
ontbrekend analoog stuursignaal.
Waarde die in d e modus handmati g
gedefinieerde functie (Manual
Defin ed Function; MDF ) wordt
gebruik t om de curve aan te p assen
aan de kar akteristieke c urve van de
warmtewi sselaar. Als 33280 is inges teld
op l/h in de d igitale modus, w ordt de
alfa-instelling genegeerd.
De tijd die d e motor nodig hee ft
om van 0% naa r 100% van h et
ontwerpdebiet te gaan. Gebruiken
met 328 03.
Het nominale debiet van de door de
gebruiker gedefinieerde afsluiter
wordt hier weergegeven.
Dit object wordt alleen gebruikt als
NovoCon® ni et wordt gebruik t met een
AB-Q M-afsluiter. Vraa g bij de Danfossverteg enwoordiger na o f de gewenste
aansluiting mogelijk is.
Stand in mm vo or het nominale
debiet van een door de gebruiker
gedefinieerde regelafsluiter.
Dit object wordt alleen gebruikt als
NovoCon® ni et wordt gebruik t met een
AB-Q M-afsluiter. Vraa g bij de Danfossverteg enwoordiger na o f de gewenste
aansluiting mogelijk is.
Maximumniveau tot waar het
ontwerpdebiet kan worden
verhoogd voor de door de gebruiker
gedefinieerde afsluiter.
Dit object wordt alleen gebruikt als
NovoCon® ni et wordt gebruik t met een
AB-Q M-afsluiter. Vraa g bij de Danfossverteg enwoordiger na o f de gewenste
aansluiting mogelijk is.
Keuze tussen directe en omgekeerde
bedrij fsmodus. Zie he t schema Direct /
omgekeerd.
Eenheden die worden gebruikt voor
het inste llen en weergeve n van het
ontwerpdebiet. De eenheden voor
l/h en GPM zi jn afkomstig van h et
geselecteerde afsluitertype.
Eenheden die worden gebruikt voor
het inste llen en weergeve n van het
debietinstelpunt
Eenheden die worden gebruikt voor
het inste llen en weergeve n van de
feedba ck van het debiet
Kies tuss en °C of °F voor het i nstellen
en weergeven van de temperatuur
Eenheden die worden gebruikt voor
het uitle zen van de temper atuur- of
weerstandswaarde.
Eenheden die worden gebruikt
voor het ui tlezen van het
vermogensgebruik.
Woord-i ndeling voor LONG - en
FLOAT-typen
Vooraf ingestelde waarde voor
het ontwerpdebiet wanneer het
stuursignaal 100% bedraagt.
32810 moet zijn ing esteld op
Verwarmen of Koelen.
Eenheid volgt 32787
Nominale
waarde uit
afsluitertabel
in l/h
Nominale
waarde uit
afsluitertabel
in l/h
%, l/h, G PM
10Minuten
1,0n. v.t.
n.v.t .Seconden
L/h of GPM ,
n.v.t .
0: Direc t
0: l/h
0: l/h
0: kW
0: Big
type eenheid
is afkoms tig
van de
afsluitertabel
4Millime ter
Het ty pe
eenheid
100
1: %
0: °C
0: °C
volgt de
32787-selectie:
% of (l/h of
GPM)
0: Direc t
1: Omgekeerd
0: l/h
1: %
2: GPM
0: l/h
1: %
2: GPM
3: kW
4: kBTU/h
0: l/h
1: %
2: GPM
0: °C
1: °F
0: °C
1: °F
2: ohm
0: kW,
1: kB TU/h
0: Big
1: Little
%, l/h, G PM
Persistent
Ontwerpdebiet in liter per uur
d.w.z. 60. ..600 komt overe en met 60...6 00 l/h
of als perce ntage,
d.w.z. 10...100 komt o vereen met 10...100%.
Het maxi male instelber eik is afhankelij k
van de gese lecteerde af sluiter. Zie Selec tie
afsluitertype.
Minimuminstelling:
AB-Q M 4.0: 10% van het nomin ale debiet.
AB-Q M: 20% van het nomin ale debiet.
Regeling terugvaltijd in minuten, d.w.z.
0…60 komt overe en met 0…60 minuten
Alfawaardecurve, d.w.z. 0,05…1,00 komt
overeen m et 0,05…1,00. Alfa = 1,0 0 is lineair.
Alfa = 0,2 i s gelijk aan de LOG- functie. Zie
het alfawaardeschema.
Sluit- of op eningstijd van de a fsluiter in
seconde n, d.w.z. 18…700 komt overee n met
18…700 seconden.
Het nomi nale debiet in bv. liter p er uur,
d.w.z. 0.. .600 komt overee n met 0...600 l /h
Afsluite rstand voor he t nominale debie t in
millime ter, d.w.z. 0,5...5 ,8 komt overeen met
0,5...5,8 millimeter
d.w.z. 100. ..150 komt overee n met
100...150%.
Keuze tussen directe en omgekeerde
bedrij fsmodus. Zie he t schema Direct /
omgekeerd.
Eenheden die worden gebruikt voor het
ontwerpdebiet.
Eenheden die worden gebruikt voor het
Gewenste debiet 33280.
Opmerk ing: Als kW of kBTU/ h wordt
gekozen, wordt 32815 Vermogensregelaar
(toestan d 3) ook actief.
Eenheden die worden gebruikt voor 33282.Ja
Technische e enheden voor 33796, 3283 6.
32838, 32 840 en 32842 .
Eenheden die worden gebruikt voor 33218.
Eenheden die worden gebruikt voor 33220.
Technische e enheden voor 33288 .Ja
Gebruikt endian-type voor float- en longregisters
Ontwerpdebiet in liter per uur
d.w.z. 60. ..600 komt overe en met 60...6 00 l/h
of als perce ntage,
d.w.z. 10...100 komt o vereen met 10...100%.
Het maxi male instelber eik is afhankelij k
van de gese lecteerde af sluiter. Zie Selec tie
afsluitertype.
Minimuminstelling:
AB-Q M 4.0: 10% van het nomin ale debiet.
AB-Q M: 20% van het nomin ale debiet.
Een opdracht voo r nuldebietinstelpunt (33280) slui t de AB-QM, zodat er g een verwarming en gee n koeling plaatsvind t. Gebruik hiervoo r niet de CO6-afslui tfunctie.
Lezen/
32810
32 811
0x802C
328 12
0x802 E
32814
0x802 F
32815
0x802 0
32800
0x8 021
32801
schrijven
Modbus-
functie
R/W3, 4 & 6WORD
R/W3, 4 & 6WORD
R/W3, 4 & 6WORD
R/W3, 4 & 6WORD
R/W3, 4 & 6WORDEnergiebeheer
R/W3, 4 & 6WORD
R/W3, 4 & 6WORD
Modbus-
gegevenstype
Naam object/
parameter
Toepassingsmodus
Toepassingsopdrac ht en
-status
CO6 automatisch
activeren
Activering
energiemeting
Type en berei k
analoog
stuursignaal
Terugvalactie
bij ontbrekend
stuursignaal
OmschrijvingDefaultBeschrijving van gebruik
Selecteer de toepassingsmodus van de motor.
Toestand 1: Analoge b esturing. Het d ebiet wordt gere geld met een anal oog
signaal, b v. 0-10 V. Ontwerp debiet ingeste ld via register 32796 Ver warming en/
of 32798 Koelin g. U kunt hiervoo r ook 32738 gebruiken.
Toestand 2: Digitale best uring. Registe r 33280 word t gebruikt om he t debiet te
regelen. Ontwerpdebiet ingesteld via register 32796 Verwarming en/of 32798
Koeling . U kunt hiervoor o ok 32738 gebruiken.
Toestand 3: CO6- modus. Registe r 33280 wordt gebruik t om het debiet te
regelen. Ontwerpdebiet ingesteld via register 32796 Verwarming of 32798
Koeling . Op de CO6-afslu iter wordt verwa rming aangeslot en op poort 5 & 6 en
koeling o p poort 1 & 4.
Toestand 4: Geïnverteerd e CO6-modus. R egister 33280 wordt g ebruikt om het
debiet te regelen. Ontwerpdebiet ingesteld via register 32796 Verwarming of
32798 Koeling . De poorten zij n omgekeerd ten opz ichte van toesta nd 3.
Toestand 5: CO6 zonde r alarmen. Regi ster 33280 wordt gebr uikt om het debi et
1: Analoge besturing
2: Digitale besturing
3: CO6-modus
4: Geïnver teerde CO6modus.
5: CO6 zonder a larmen
6: Geïnver teerde CO6
zonder alarmen
7: Analoge CO6-modus
8: Analog e
geïnverteerde CO6modus
1: Verwarmen
2: Koelen
3: CO6 afslui ten
4: CO6 Start a ctivering
5: CO6 Omschak eling
naar koeling
6: CO6 Omsch akeling
naar verwarming
7: CO6 Alarm
8: CO6 activering
1: AA N
2: UIT
1: Ui t
2: Aan
1: Niet actie f
Vermogensbeheer:
2:
Vermogensbegrenzing
3: Regeli ng constant
vermogen
Delta T manager:
4: Min. De lta T
begrenzing
5: Regelin g constante
delta T
6: Begren zing retour T
7: Regelin g constante
retour T
Wordt gebruikt
voor sel ectie van
het ingan gstype en
bereik van het analoge
stuursignaal
De acti e die de motor
onderneemt als het
analoge stuursignaal
ontbreekt.
1)
2: Digitaal
1:
Verwarmen
1: AA N
1: Ui tDe en ergietellers 3329 0 en 33292 in- of uitschake len.Ja
1: Niet
gebruikt
2: 0-10 V DC
1: Geen
actie
te regelen. Ontwerpdebiet ingesteld via register 32796 Verwarming of 32798
Koeling . Deze toestand k an worden gebrui kt als de analog e ingang moet
worden gebruikt voor andere doeleinden dan CO6-terugkoppeling. Houd er
rekening m ee dat in deze toes tand de status van d e CO6-afsluite r niet wordt
weergegeven.
Toestand 6: Geïnverteerd e CO6 zonder alarme n. Register 33280 wor dt
gebruik t om het debiet te r egelen. Ontw erpdebiet ing esteld via regis ter 32796
Verwarm ing of 32798 Koeling. De p oorten zijn om gekeerd ten opzich te van
toesta nd 3. Deze toestan d kan worden gebr uikt als de analo ge ingang moet
worden gebruikt voor andere doeleinden dan CO6-terugkoppeling. Houd er
rekening m ee dat in deze toes tand de status van d e CO6-afsluite r niet wordt
weergegeven.
Toestand 7: Analoge CO6-modus. Het debiet wordt geregeld vanuit de
ruimteregelaar via het analoge ingangssignaal. Ontwerpdebiet ingesteld via
registe r 32796 Verwarming of 32798 Ko eling. Registe r 32786 wordt i n dat geval
gebruikt om het stuursignaal om te schakelen.
Houd er re kening mee dat in dez e toestand de st atus van de CO6-af sluiter niet
wordt weergegeven.
Toestand 8: Analoge geïnverteerde CO6-modus. Het debiet wordt geregeld
vanuit de ruimteregelaar via het analoge ingangssignaal. Ontwerpdebiet
ingesteld via register 32796 Verwarming of 32798 Koeling.
In deze toe stand zijn de koel ing en verwarmi ng andersom aan gesloten ten
opzichte v an toestand 7.
Bij een wij ziging naar deze to estand worden d e waarden in 32848 -32854
omgekeerd.
Registe r 32786 wordt in dat geval g ebruikt om het s tuursignaal om te
schakel en. Houd er rekenin g mee dat in deze toe stand de status v an de CO6afsluit er niet wordt weerg egeven.
De toest anden 1 tot 4 zijn opd rachten voor de moto r NovoCon® ChangeO ver6
en zijn van invloed op Energiebeheertoepassing register 32815.
De toest anden 5 tot 8 zijn voor t erugkoppelin g vanuit de motor Novo Con®
ChangeOver6.
Toestand 3, afsluitmodus, mag uitsluitend worden gebruikt voor
onderhoud en is alleen mogelijk als het debietinstelpunt 0% is.
In centrale ChangeOver-toepassingen worden toestand 1 en 2 gebruikt om
verwarming of koeling te activeren.
1: AAN: Als de CO6 -modus is gese lecteerd, wor dt de ChangeOver 6-motor
eenmaal p er week van de huid ige positie naar de u it-stand en weer te rug
bewogen, om vrije beweging te waarborgen.
2: UIT: Het kor t activeren van de a fsluiter moet wo rden afgehand eld door het
GBS.
Functies activeren om de systeemprestaties te optimaliseren. Het berekende
debiet van de geactiveerde energiefuncties wordt begrensd op de waarde
van regis ter 32862 Min. debie t energiebehe er, met uitzonder ing van de
functi e Vermogensrege ling, die een beg renzing heef t van min. 2% van het
ontwerpdebiet.
Zo nodig ku nnen de PI-waard en nauwkeurig wor den aangepast i n register
32856 en 32858.
Toestand 1: Niet actief
Toestand 2: Als het vermogen b oven de in register 32832 o f register 32834
ingeste lde waarde ligt, r egelt NovoCon de o pgegeven limie t register 32832 en/
of AV:32834. Wanne er deze begrenz ing actief is, wo rdt waarschuwi ngsbit 23 in
registe r 33536 inges teld op 'aan'.
Toestand 3: Het debiet door d e afsluiter wordt d oor register 33280 ge regeld
in %, kW of k BTU/h (geselec teerd in 32793) en is gebasee rd op de debiet- en
temperatuuringangen.
Toestand 4: Als de delta T waard e in register 32836 en/of 32838 w ordt
overschr eden, begint No voCon de afsluite r te sluiten totdat de wa arde van
32836 en/of 32838 is be reikt. Wannee r deze begrenzi ng actief is, word t
waarsch uwingsbit 23 in reg ister 33536 ingesteld o p 'aan'.
Toestand 5: De constante delt a T is ingesteld in re gister 32836 en/of 32838 en
NovoCon vo ert de regelin g uit binnen deze gr enzen. Wanneer d eze begrenzing
actief i s, wordt waarsch uwingsbit 23 in reg ister 33536 ingesteld o p 'aan'.
Toestand 6: NovoCon waarbor gt de min. of max. re tourtemp. T2 di e is
ingeste ld in 32840 en 32842. In re gister 32811 moet de t oepassing Verwa rmen/
koelen zijn geselecteerd.
Wanneer de ze begrenzing a ctief is, wordt w aarschuwingsb it 23 in register
33536 ingeste ld op 'aan'.
Toestand 7: In 32840 en /of 32842 is een c onstante T2-waa rde ingesteld. D eze
waarden worden constant gehouden door de regeling van NovoCon.
Selec teer 1, 2 of ... op basis va n onderstaand e tabel:
1: 0-5 V DC
2: 0-10 V DC
3: 2-10 V DC
4: 5-10 V DC
5: 2-6 V DC
6: 6-10 V DC
7: 0-20 mA
8: 4-20 mA
Selec teer 1, 2 of ... op basis va n onderstaand e tabel:
1: Geen acti e
2: SLUITEN
3: OPENEN
4: Naar 50% v an het ontwerpd ebiet gaan
De afsl uitfunct ie van de CO6-a fsluiter mag u itsluitend w orden gebrui kt voor onderh oud en alleen a ls de watertem peratuur in de e indunit gel ijk is aan de
omgevi ngstempera tuur of als de ei ndunit niet is g emonteerd. E en veranderi ng in de waterte mperatuur in e en gesloten c ircuit kan leid en tot een toene mende
druk en mo gelijke scha de aan de eindu nit.
Eenheden
die worde n
gebruikt voor
het inste llen van
de energieteller
Analoog terugkoppelingssignaal
Typ e
temperatuurvoeler
Analoog CO6
verwarmingspun t 100%
Analoog CO6
verwarmingspunt 0%
Analoog CO6
koeling 0%
Analoog CO6
koeling 100%
Regelversterking
P
Regelversterking
I
Min. debiet
energiebeheer
OmschrijvingDefault
Dit is het AB -QM-afsl uitertype w aarvoor
de motor is geconfigureerd
De tijd die d e motor nodig hee ft om 1
mm te beweg en of, in plaats daar van,
een opgegeven constante tijdfunctie
(z ie 327 74).
Het bere ik voor de constant e tijdwaarde
is 18-700 seconden.
Baudsnelheid die wordt gebruikt voor
veldbuscommunicatie
Ondersteunde transmissiemodi
De metho de voor select ie van slaveID-adres.
Selec teer het te gebru iken
veldbusprotocol.
Zie ook de s ectie DIP-sch akelaars van
het datablad.
Wanneer u h et protocol wijzi gt, moet u
de motor ui t- en weer inschakele n om
het nieuw g eselectee rde protocol te
activeren.
Dient om de g ewenste ledwee rgave te
selecteren.
Eenheden die worden gebruikt voor het
instellen van de energieteller
Analoge uitgang instellen volgens stand
afsluiter
Selec teer het aangesl oten type
temperatuurvoeler.
Signaalpunt voor analoge CO6-modus0n .v.t.
Signaalpunt voor analoge CO6-modus3,3n.v. t.
Signaalpunt voor analoge CO6-modus6,7n.v. t.
Signaalpunt voor analoge CO6-modus10n.v.t.
Stel proportioneel deel van regeling in7n.v.t.
Stel integr erend deel van re geling in0, 35n.v.t.
Minimumdebiet voor energiebeheer als
percent age van register 32796 o f 32798
Ontwerpdebiet.
Zachte res et = voeding ui t- en inschakele n.
Harde reset = fabrieksreset.
Na een fabrieksreset wordt automatisch
een kali bratie uitgevoe rd en worden
alle instellingen teruggezet op de
fabrieksinstelling.
2: AB-Q M 4.0
ISO DN 15
4: 24 s/mmn.v. t.
1:
Automatische
detec tie
baudsnelheid
5:
Automatische
pariteit
1: Instelling en
DIPschakelaars
1: DI Pschakelaar
1: Normale
ledmodus
0: kWh
0: Inact iefn.v. t.
3: PT1000n.v.t .
Eenheid
n.v.t . Zie de tab el Selectie af sluiterty peJa
n.v.t .
n.v.t .
n.v.t .
n.v.t .
n.v.t .
0: kWh
1: MJ
2: kBTU
10%
n.v.t .n.v. t.
Beschrijving van gebruik
Selec teer 1, 2 of ... op basis va n onderstaand e tabel:
1: 3 s/mm
2: 6 s/mm
3: 12 s/mm
4: 24 s/mm
5: Constant e tijd (ingesteld d oor register 0x 8006)
Selec teer 1, 2 of ... op basis va n onderstaand e tabel:
1: Automatische detectie baudsnelheid
2: 9600 bp s
3: 19200 bps
4: 3840 0 bps
5: 57600 bps
6: 76800 bps
7: 115200 bps
Selec teer 1, 2, 3 of 4 op basis van on derstaande
tabel:
1: 1- 8-N -2
2: 1 -8- O-1
3: 1- 8- E-1
4: 1-8-N -1
5: Automatis che pariteit
Gegeve nsindeling: (sta rtbit - databit s - pariteit stopbits)
1: Instellingen DIP-schakelaars
2: Gebruikersconfiguratie via Modbus
Als de DIP- schakelaars in ee n ongeldige pos itie
staan, co ntroleert de m otor automatisch o f er een
slave-ID aanwezig is in de gebruikersconfiguratie.
Selec teer 1, 2 of 3 op basis van ond erstaande ta bel:
1: DIP-schakelaar
2: BACnet
3: Modbus
Selec teer 1, 2 of ... op basis va n onderstaand e tabel:
1: Normale ledmodus
2: Alleen alarmen weergeven
3: Alle leds u it
4: Knipperen (kan worden gebruikt om de locatie
van de motor te bepalen)
Technische eenheden die worden gebruikt voor
33290 en 33292 .
0: Inact ief
1: Ac tief
Door dez e functie te act iveren, worden h et analoge
uitgangssignaal (33286) en de openingsstand
van de afs luiter aan elkaar g ekoppeld. Het t ype
en het bereik van de spanningsuitgang zijn
gekoppeld aan de actuele waarde van 32800. Deze
functie kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor
FCU-ventilatorbesturing en is alleen beschikbaar
als 32810 Toepassingsm odus zich in Toestand 1
bevindt : Analoge best uring of toestan d 2: Digitale
besturing.
Als 32817 actief is en er h andmatig moet wo rden
weggeschreven naar het analoge uitgangssignaal
(33286), moet 32817 worden ing esteld op inact ief.
Selecteer het type temperatuurvoeler:
1: NTC10k type 2
2: NTC10k typ e 3
3: PT1000
Kies de ju iste factor van 0, 5 tot 2 als er een
glycolmengsel wordt gebruikt.
Het stuu rsignaal voor ver warming 100% ope n
wannee r register 32810 = toestand 7 o f 8.
Overlappende regelcurves voor verwarming en
koeling worden niet geaccepteerd.
Het stuu rsignaal voor ver warming 0% ope n
wannee r register 32810 = toestand 7 o f 8.
Overlappende regelcurves voor verwarming en
koeling worden niet geaccepteerd.
Het stuu rsignaal voor koe ling 0% open wann eer
registe r 32810 = toestan d 7 of 8. Overlappe nde
regelc urves voor verw arming en koelin g worden
niet geaccepteerd.
Het stuu rsignaal voor koe ling 100% open wann eer
registe r 32810 = toestan d 7 of 8. Overlappe nde
regelc urves voor verw arming en koelin g worden
niet geaccepteerd.
Stelt het proportionele deel in voor regeling van
register 32815 Energiebeheerfuncties.
Stelt het in tegrerende dee l in voor regeling v an
register 32815 Energiebeheerfuncties.
I parame ter in s = (Pgain / Igain) * 2 s.
Standaar d: 7/0,35 * 2 s = 40 s.
Minimaal toegestaan debiet terwijl register 32815
Energiebeheerfunctie actief is.
Uitzonderingen: het object heeft geen effect als
de energiebegrenzing niet actief is of als de functie
Energiebeheer vermogensregeling is geselecteerd.
In dat geva l is de min. debietli miet ingesteld o p 2%
van het ontwerpdebiet.
0…100 komt overeen met 0…100%.
R3 & 4FLOATKoelenergiemeting Energiemeting voor koelingn .v.t.
R3 & 4FLOATPositie-feedbackStand van de motorspindel als percentagen .v.t. %
R/W3, 4 & 16FLOAT
R/W3, 4 & 16FLOAT
R/W3, 4 & 16FLOATDelta T verwarming
R/W3, 4 & 16FLOATDelta T koel ing
R/W3, 4 & 16FLOATT2 verwarming
R/W3, 4 & 16FLOATT2 koeling
Modbus-
gegevenstype
Naam object/
parameter
Motormodus en
speciale functies
Spanning op
analoge uitgang
Verwarmingsenergiemeting
Verwarming max.
Voedi ng
Max. ver mogen
koeling
OmschrijvingDefault EenheidBeschrijving van gebruik
Het inste lpunt voor het deb iet door de AB- QMafsluiter.
Eenheid volgt 32788.
Als de energiebeheerfuncties actief zijn, volgt het
debiet instelpunt de huid ige instelling di e wordt
geregeld door de Energiebeheerfunctie.
Indicat ief debiet, geb aseerd op de posi tie van de
motorspindel.
Eenheid volgt 32789
Toont huidige modus van de motor. Kalibratie,
spoelen en ontluchten kunnen hiervandaan
worden gestart
Uitgangsspanning in digitale en analoge modus
32810.
Opmerk ing: In de modi CO6 en G eïnverteerde CO 6
kan de actuele waarde niet worden geschreven.
De hydraulische vermogensafgifte van de eindunit
volgens b erekeningen op b asis van het debie t en
het temp eratuurvers chil tussen de aanvoe r- (33218)
en retourleidingen (33220).
Positieve waarden geven afgifte van
verwarmingsvermogen aan.
Negatieve waarden geven afgifte van
koelvermogen aan.
Eenheden kunnen worden gewijzigd via de
eigenschap technische eenheden van het object.
Energiemeting voor verwarmingn.v.t .
Vooraf ingestelde waarde voor het
ontwerpvermogen, in de verwarmingsmodus,
wanneer het stuursignaal 100% bedraagt
Vooraf ingestelde waarde voor het
ontwerpvermogen, in de koelmodus, wanneer het
stuursignaal 100% bedraagt
Instelwaarde voor het temperatuurverschil tussen
de aanvoer- en retourleidingen
Instelwaarde voor het temperatuurverschil tussen
de aanvoer- en retourleidingen
Instelwaarde voor verwarming T2 (temperatuur van
de verwarmingsretourleiding)
Instelw aarde voor koelin g T2 (temperatuur v an de
koelretourleiding)
100%
n.v.t .
1:
Normaal
n.v.t .Volt
n.v.t .
0
0
15°C of ° F
5°C o f °F
35°C of °F
13°C of ° F
%, l/h,
Debietinstelpunt als p ercentage,
GPM, kW,
d.w.z. 0.. .100 komt overe en met 0...100%
kBT U/h
Terugkoppeling debiet als percentage,
d.w.z. 0.. .100 komt overe en met 0...100%.
%, l/h,
Als l/h (GPM) is g eselecteer d in 32787,
GPM
wordt het afsluiterdebiet ingesteld
op de maxi mumwaarde 32776 van de
geselecteerde afsluiter. Anders 100%
Selec teer 1, 2 of ... op basis va n
onderstaande tabel:
1: Normaal
n.v.t .
2: Kalibratie
3: Spoele n
4: Ontluchten
5: Alarm
Spanningsniveau
d.w.z. 0,0 0...10,00 komt overee n met
0,00...10,00 V
Vermogen i n kW of kBTU/h.
Als regis ter 32844 Glycolc orrectie word t
gebruikt, wordt de vermogensafgifte op
basis daarvan aangepast.
kW,
d.w.z. -1000,00...1000,00 komt overeen
kBT U/h
met -1000,00...1000,00 kW
of in kBTU/ h,
d.w.z. -1000,00...1000,00 komt overeen
met -1000,00...1000,00 kBTU/h
Cumulatieve energieteller voor
verwarming.
D.w.z. 0,00 ...1000, 00 komt overeen me t
0,00...1000,00 kWh.
kWh, MJ,
Als regis ter 32844 Glycolc orrectie
kBTU
wordt gebruikt, wordt de afgifte van de
verwarmingsenergiemeting op basis
daarvan aangepast.
Geactiveerd/gedeactiveerd via register
32814 .
Cumulatieve energieteller voor koeling.
D.w.z. 0,00 ...1000, 00 komt overeen me t
0,00...1000,00 kWh.
Als regis ter 32844 Glycolc orrectie
kWh, MJ,
wordt gebruikt, wordt de afgifte van
kBTU
de koelen ergieteller op b asis daarvan
aangepast.
Geactiveerd/gedeactiveerd via register
32814 .
Terugkoppeling ontwerpdebiet als
percentage,
0…100 komt overeen met 0…100%.
Bij gebru ik van 32815, toestand
Vermogensbegrenzing, is dit de
maximaal toegestane hydraulische
kW,
energieafgifte. Deze waarde is bedoeld
kBT U/h
om het ver warmingsverm ogen via de
eindunit te begrenzen.
D.w.z. 0,00 ...10,00 kom t overeen met
0,00...10,00 kW.
Bij gebru ik van 32815, toestand
Vermogensbegrenzing, is dit de
maximaal toegestane hydraulische
kW,
energieafgifte. Deze waarde is bedoeld
kBT U/h
om het koe lvermogen via de e indunit te
begrenzen.
D.w.z. 0,00 ...10,00 kom t overeen met
0,00...10,00 kW.
D.w.z. 5... 50 komt overeen met 5° C ...
50°C. Voor re gister 32815, toestand
minimaal d elta T Beheer en d elta T
regelin g instellen, is dit d e waarde
waarop de r egeling is gebas eerd voor
verwarming.
D.w.z. 5... 50 komt overeen met 5° C ...
50°C. Voor re gister 32815, toestand
minimaal d elta T Beheer en d elta T
regelin g instellen, is dit d e waarde
waarop de r egeling is gebas eerd voor
koeling.
Voor regis ter 32815, toesta nd max.
Begren zing min/max retou r T en
Regeli ng constante retou r T, is dit de
waarde waarop de regeling is gebaseerd
voor verwarming.
D.w.z. 5... 50 komt overeen met
5°C... 50°C.
Voor regis ter 32815, toesta nd min.
Begren zing min/max retou r T en
Regeli ng constante retou r T, is dit de
waarde waarop de regeling is gebaseerd
voor koeling.
D.w.z. 5... 50 komt overeen met
5 °C... 5 0°C.
R/W3 & 4STRINGNaam apparaat ProductnaamNovoCon Sn .v.t.ASCII-gecodeerde STRINGJa
R3 & 4STRIN GModelnaamType van de motorCO6n .v.t.ASCII-gecodeerde STRINGJa
R3 & 4STRIN GNaam leverancier Naam van de fabrikantDanfoss A/Sn.v.t.ASCII-gecodeerde STRINGJa
R/W3, 4 & 16STRING
R3, 4STRINGSerienummerSerienummer van de motorn.v. t.1
R3, 4LO NGProduc t-IDSerienummer van de motorn.v. t.1
R3 & 4WORDSoftwareversieSoftwareversie van de motorn .v.t.n.v. t.ASCII-gecodeerde WORDJa
R3 & 4WORDHardwareversie Hardwareversie van de motorn.v. t.n .v.t.ASCII-gecodeerde WORDJa
R3 & 4FLOAT
R3 & 4FLOAT
R3 & 4FLOAT
R3 & 4FLOAT
R3 & 4FLOAT
R3 & 4LONG
R3 & 4LONG
R3 & 4LONG
R3 & 4LONG
R3 & 4LONG
R3 & 4LONG
Modbus-
gegevenstype
Naam object/
parameter
Nominaal
debiet v an het
geselecteerde
afsluitertype
Stand afs luiter bij
nominaal debiet
Maximale
waarde van het
ontwerpdebiet
Beschrijving
locatie
Spannin g of
stroom o p
analoge ingang
T1- of
weerstandsingang
T2- of
weerstandsingang
Gelijkgerichte
spanning die
wordt gem eten
door de motor
Temperatuu r in
de motor
Totaal aantal
bedrijfsuren
Schatting
levensduur
Aantal mi nuten
sinds de laa tste
inschakeling
Aantal mi nuten
sinds laat ste
kalibratie
Aantal mi nuten
sinds volledige
sluiting
Aantal mi nuten
sinds volledige
opening
OmschrijvingDefaultEenheidBeschrijving van gebruik
Nominaa l debiet van het
geselecteerde afsluitertype
Stand in mm vo or het nominale
debiet van de geselecteerde
afsluiter
Maximumniveau waartoe het
ontwerpdebiet kan worden
verhoogd voor de geselecteerde
afsluiter
Vrije tek st kan worden geb ruikt
om de loca tie en dergelijke a an
te geven. Bv. K amer 1
Spannin gs- (V) of stroo mniveau
(mA) op de anal oge
besturingsingang, gemeten door
de motor. In CO6 -modi kan mA
niet worden geselecteerd.
Temperatuur/weerstand
gemeten via aangesloten
PT1000-regelelementen. Voor
vermogensafgifte 33288 is
registe r 33218 de temperat uur op
de aanvoerleiding en 33220 de
temperatuur op de retourleiding.
Temperatuur/weerstand
gemeten via aangesloten
PT1000-regelelementen. Voor
vermogensafgifte 33288 is
registe r 33218 de temperat uur op
de aanvoerleiding en 33220 de
temperatuur op de retourleiding.
Gemeten gelijkgerichte spanning
die de motor aandrijft
Temperatuu r die in de motor
wordt gem eten
Totaal aantal bedrijfsuren van
de motor
Berekend percentage van
verstreken levensduur
Aantal mi nuten sinds de laats te
inschakeling van de motor
Aantal mi nuten sinds de
laatste ke er dat de motor werd
gekalibreerd op een AB-QMafsluiter
Aantal mi nuten sinds de laats te
keer dat de a fsluiter volled ig
werd gesloten
Aantal mi nuten sinds de laats te
keer dat de a fsluiter volled ig
werd geopend
L/h of GPM ,
type e enheid is
afkoms tig van de
afsluitertabel
%
Nominaa l debiet bv. in liter per u ur
d.w.z. 0.. .450 komt overeen me t 0...450 l/h.
Afsluite rstand voor he t nominale debie t in
millimeter,
d.w.z. d.w. z. 0,5...5,8 k omt overeen met
0,5...5,8 millimeter.
Maximumniveau van het ontwerpdebiet
als percen tage,
d.w.z. 20. ..100 komt overe en met 20...100%.
Beschri jving van dit obje ct bevat het
serienummer van de motor, geprogrammeerd
tijdens de productie.
Uniek pro duct-ID. Het laat ste deel van het
serienummer.
Gemeten spanningsniveau
d.w.z. 0,0 0...10,00 komt overee n met 0,00...10,00 V
of in mA,
d.w.z. 0,0 0...20,00 ko mt overeen met
0,00...20,00 mA
Gemete n temperatuur in °C , d.w.z. -10 °C... 120 °C
of gemete n weerstand, d .w.z. 9 00 … 10 k.
De boveng rens voor de tempe ratuur voor NTCvoeler s 10k typ e 2 is 90°C/194°F. De bovengre ns
voor de tem peratuur van NTC-voe ler 10k type 3
is 95°C/203° F.
Bij gebru ik als potentiaalv rije contacte n: Gesloten
circuit < 9 00 , open circuit 10 0 k.
De boveng rens voor de tempe ratuur voor NTCvoeler s 10k typ e 2 is 90°C/194°F. De bovengre ns
voor de tem peratuur van NTC-voe ler 10k type 3
is 95°C/203° F.
Aanbevo len maximale ka bellengte 2 m.
Gemete n temperatuur in °C , d.w.z. -10 °C... 120 °C
of gemete n weerstand, d .w.z. 9 00 … 10 k.
De boveng rens voor de tempe ratuur voor NTCvoeler s 10k typ e 2 is 90°C/194°F. De bovengre ns
voor de tem peratuur van NTC-voe ler 10k type 3
is 95°C/203° F.
Bij gebru ik als potentiaalv rije contacte n: Gesloten
circuit < 9 00 , open circuit 10 0 k.
De boveng rens voor de tempe ratuur voor NTCvoeler s 10k typ e 2 is 90°C/194°F. De bovengre ns
voor de tem peratuur van NTC-voe ler 10k type 3
is 95°C/203° F.
Aanbevo len maximale ka bellengte 2 m.
Gelijkgerichte spanning die de motor aandrijft.
Spannin g te laag: 16,1-17,5 V
Spannin g te hoog: 38,3- 43,4 V
Temperatuu r die in de motor wordt g emeten.
Eenheid wordt bepaald door 32790.
Bij 100% heb ben de afsluiter e n motor de
geschatte minimale levensduur bereikt.
Vervang ing van de afsluite r en de motor wordt
aanbevolen.
Aantal mi nuten sinds de laats te inschakeling v an
de motor
Aantal mi nuten sinds de laats te keer dat de motor
werd gek alibreerd op een a fsluiter
Aantal mi nuten sinds de laats te keer dat de
afsluiter volledig werd gesloten
Aantal mi nuten sinds de laats te keer dat de
afsluiter volledig werd geopend
De motor k an de beoogde slu itstand niet b ereiken. Control eer de
afsluiter op blokkades.
Er is een fou t opgetreden ti jdens de kalibra tie van de motor. De
NovoCon® S-motor is bijvoorbeeld niet op de afsluiter gemonteerd of de
afsluit er zit vast.
Kalibre er de motor opnie uw of schakel hem uit e n weer in om de fout te
resett en – het kan nodig zi jn om de motor te verv angen
De ChangeOver6-motor is i ngesteld op hand bediening of ka n de positie
niet bereiken.
Nadat de o orzaak van het al arm is weggenom en, kan het tot 2 minut en
duren voo rdat het alarm is op geheven.
De ChangeOver6-motor is niet aangesloten of is beschadigd.0: UIT Bit 5: 0: UIT; 1: AANNee
Temperatuurvoelers ontbreken of zijn verwisseld0: UIT Bit 6: 0 : UIT; 1: AANNee
De tempe ratuur binnen in de m otor ligt buiten he t aanbevolen ber eik0: UIT Bit 16: 0: UIT; 1: AANNee
Waarschuwing: Conflict tussen de mechanische afs telling van de ABQM-af sluiter en de NovoCo n® S. De mechanisch e afsluiterinst elling moet
100% of hog er zijn. De waarsc huwing wordt ook g eactiveerd als h et
gesele cteerde afslu itertype e en andere slag hee ft dan de daadwe rkelijk
gebruikte afsluiter.
Voedingss panning wordt ge meten en is te hoog. Wa nneer de gemeten
spannin g hoger wordt dan 43,4V w ordt het alarm ing eschakeld wegen s
een te hog e spanning. Wannee r de gemeten spann ing lager is dan
38,3V, wordt h et alarm uitgesch akeld.
Voedingsp anning wordt gem eten en is te laag. Wann eer de gemeten
spannin g lager wordt dan 16,5V wo rdt het alarm inge schakeld
wegens e en te lage spanning . Wanneer de gemete n spanning lager
wordt dan 16,1V wordt o ok de motor uitges chakeld. Wannee r de
gemeten s panning weer hog er wordt dan 17,5V, wordt de motor weer
ingeschakeld.
Er zijn prob lemen met de comm unicatie op het ne twerk gedete cteerd0: UIT Bit 21: 0: UIT; 1: AANNee
Slave- ID is foutief inge steld op 0 of 1270: UIT Bit 22: 0 : UIT; 1: AANNee
Begren zing is actief. Bv. be grenzing van verm ogen, min. delt a T of min./
max. ret our T begrenzing
Instelp unt vermogen, de lta T of retour T ligt b uiten bereik of he t
instelpunt kan niet worden gerealiseerd.
Actie: co ntroleer of het in stelpunt haalba ar is bij de gegeven de biet- en
temperatuurwaarden.
Bestan d dat
wordt gebruikt
voor het
bijwerken van
de firmware
Standaardtoestand
Opdrac hten en status voor f irmware-u pdate.
Method e voor het bijwerke n van de firmware :
• Stuur de op dracht ‘Voorber eiding’ naar MSV:19. NovoCon® S b ereidt
1: Normaal
StandaardtoestandOmschrijving
n.v.t .
zich voor o p de firmware- update en wijzig t de status naar 'Ge reed'.
• Stuur bes tand naar FIL:0. Al s dit lukt, moet d e status 'Ontva ngen' zijn.
• Stuur de op dracht ‘Update’. Novo Con® S wordt opnieuw o pgestart
en de fir mware wordt bijgew erkt. Na een ges laagde firmwa reupdate mo et de status 'Nor maal' zijn.
Wordt gebr uikt om de nieuwe f irmware over te ze tten
naar NovoCon® S.
• Stuur de op dracht ‘Voorber eiding’ naar 34 049.
NovoCon® S be reidt zich voor op d e firmwareupdate en w ijzigt de status n aar 'Gereed'.
• Verstuur h et bestand met M odbus-func tie 21. Als
dit lukt , moet de status 'O ntvangen' zijn .
• Stuur de op dracht ‘Update’. Novo Con® S wordt
opnieuw opgestart en de software wordt
bijgewerkt. Na een geslaagde software-update
moet de st atus 'Normaal ' zijn.
Bij gebruik van Modbus-functie 21 (0x15) om de firmware in NovoCon® S bij te werken, moet de upload
in kleinere delen worden uitgevoerd vanwege beperkingen van de bestandsgrootte in Modbus.
Zie de Modbus-standaard voor meer details.
Broadcasting, het bijwerken van meerdere NovoCon® S-apparaten door de firmware naar slave-ID 0 te sturen,
wordt in Modbus ondersteund. Elke NovoCon® S moet echter worden voorbereid voordat de firmware-upload
wordt uitgevoerd.
Danfoss NovoCon®-conguratietool
Eenvoudige configuratie, inbedrijfstelling en firmware-updates kunnen worden uitgevoerd met de
Danfoss-configuratietool. Zie de aparte bedieningshandleiding.
De voelereenheid bestaat uit een platina element,
waarvan de weerstandswaarde evenredig aan de
temperatuur verandert.
PT1000-ohmsensor (1000ohm bij 0°C).
De sensor is afgesteld en voldoet aan de
tolerantievereisten van EN 60751 klasse B.
De nauwkeurigheid van de temperatuurmeting
bedraagt ongeveer 0,5° in het typische werkbereik.
Het is onwaarschijnlijk dat tijdens de berekening van
T de afwijking van beide sensoren wordt opgeteld.
Daarom wordt geschat dat de T-meetnauwkeurigheid
0,5° is wanneer de sensoren correct zijn gemonteerd.
Het gebruik op temperatuurvoelers van draden
langer dan 2m wordt afgeraden vanwege het risico
op elektromagnetische interferentie. Bij gebruik
van lange of dunne draden kan het nodig zijn om
de temperatuuruitlezing in het GBS-systeem te
compenseren.
R (typ.)
Ohm
111730860,45
107820680,40
103910500,35
10000320,30
961−10140, 35
922−2 0-40,40
882−30−220,45
Tem p.
°C
Tem p.
°F
Tolerantie.
°C
12, 5
9,5
39,5
Oppervlaktetemperatuurvoeler
ø5,8
ø4,8
Dompelbuis/universele temperatuurvoeler
8,7
12, 5
Bestektekst
NovoCon® S
Modulerende, zeer nauwkeurige tandwielmotor met veldbusconnectiviteit (BACnet MS/TP en Modbus RTU)
voor het regelen van drukonafhankelijke inregel- en regelafsluiters van het type AB-QM DN10-32.
Digitaal stuursignaal: BACnet MS/TP, Modbus RTU. Analoog stuursignaal: 0 -10 V/2-10 V, 0-20 mA/4-20 mA
Directe aansluiting op 6-weg kogelafsluitermotor met positie-feedbacksignaal 1)
Directe aansluiting op 2x PT1000-oppervlakte-/ondergedompelde voelers en vermogensemissie-indicatie 2)
Directe aansluiting I/O: 2x weerstand, AO en AI 3)
De motorfuncties zijn op afstand toegankelijk via de veldbus:
- Voorinstelling ontwerpdebiet
- Afsluiter en eindunit spoelen
- Foutmelding tijdens sluiten met intrinsieke alarmrapportage
- Alarm als de 6 -wegmotor van de CO6-kogelafsluiter geblokkeerd is, in handmatige bediening staat
of is losgekoppeld 1)
- Uitlezing aanvoer- en retourtemperatuur, indicatie vermogensafgifte 2)
- Energieteller (kWh, MJ, kBTU)
- Alarm hoog/laag deltaT- en temperatuurvoelers losgekoppeld
2)
2)
- Instelling alfa-karakteristiek
- Snelheidsselectie 3/6/12/24 s/mm
- Selectie open/sluittijd van 18s tot 700s
- Automatische MAC-adressering (alleen BACnet)
- Automatische detectie baudsnelheid
- Debietindicatie op basis van gemeten slag in l/h
Uitwisselbaarheid Eu.bac goedgekeurd in combinatie met PIBCV-afsluiter
Voedingsspanning: 24 V DC/AC 50/60 Hz
Nauwkeurigheid spindelpositie: ± 0,05mm
Kabels: Halogeenvrije kabel met vaste stekker, leverbaar in lengtes van 1,5, 5 en 10m.
Temperatuurvoelers: insteekbaar 2x PT1000 aanleg- of dompelbuissensor 1,5m lang
Er kunnen 64 motoren worden aangesloten op een enkele daisychain
Ondersteunt BACnet-service Change of Value (COV)
Ondersteunt firmware-updates op afstand
IP-klasse: 54
Slag: 7mm
Door BACnet Testing Laboratories (BTL) geregistreerd BACnet MS/TP-veldbusapparaat
Functie voor handmatige bediening
Configuratietool beschikbaar voor eenvoudige configuratie, inbedrijfstelling en firmware-updates
Inbedrijfstellingstool beschikbaar voor adressering, parameterinstelling en continue hydraulische inregeling
Het is mogelijk de veldbustoestand te controleren door de foutmelding met betrekking tot de motor te
onderzoeken, om de communicatie te verifiëren en mogelijke veldbusproblemen vroegtijdig te detecteren.
Dit wordt gedaan door de objectwaarden AV:15 t/m AV:19.
Kwaliteit van het BACnet-netwerk:
Een andere belangrijke factor voor een goede werking van de motor is een goed werkend netwerk. Enkele
waarden die een indicatie geven van de kwaliteit van het netwerk kunt u vinden in de objecten AV:15 t/m AV:19.
De belangrijke waarden zijn AV:17 Aantal serverfouten en AV:19 Time-outfout server. Deze twee waarden moeten
aanzienlijk lager zijn dan AV:15, AV:16 en AV:18. In het algemeen is het belangrijk dat de waarden voor AV:17 en
AV:19 niet continu hoger worden.
Kwaliteit van de voedingsspanning:
Het object / register AV:6 / 33794 kan worden gebruikt om te controleren of de voedingsspanning en bekabeling
die wordt gebruikt om de motor van voeding te voorzien, voldoet aan de specificaties. De huidige waarde van
AV:6 / 33794 vertegenwoordigt de huidige spanning die in de motor wordt gemeten. Dit is de spanning die
de motor altijd bewaakt en waarop hij vervolgens reageert wanneer die buiten het aanbevolen bereik ligt.
Kijk in onderstaande tabel hoe de motor reageert op verschillende spanningsniveaus.
Spanning (huidige waarde van AV:6 / 33794) Reactie
Spanning lager dan 16,5V
Spanning lager dan 16,1V
Wanneer de spanning weer hoger wordt
dan 17,5V
Wanneer de spanning hoger wordt dan 43,4VStart alarmindicatie met led. Genereer t een alarm BV:14 / 33536 Bit 18.
Wanneer de spanning weer lager wordt dan
38,3V
Start alarmindicatie met led. Initieer en alarm BV: 15 / 33536 Bit 19 om
aan te geven dat de voedingsspanning te laag is.
Motor is gestopt. De leds geven een alarm aan en de motor genereert nog
steeds alarm BV:15 / 33535 Bit 19 als de spanning niet te laag is geworden.
Motor kan weer draaien. Ledalarmindicatie stopt en keert terug naar normaal
bedrijf. Alarm BV:15 / 33536 Bit 19 keert terug naar normaal bedrijf.
Ledalarmindicatie stopt en keert terug naar normaal bedrijf.
Alarm BV:14 / 33536 Bit 18 keert terug naar normaal bedrijf.
Opmerking: het spanningsniveau zal constant wijzigen, afhankelijk van de operationele activiteit van de hele
groep motoren en andere aangesloten apparaten. De voedingsspanning gaat omhoog en omlaag in waarde als:
- De voedingsspanning niet sterk en stabiel is
- Wanneer lange kabels worden gebruikt in een daisychainconfiguratie
Als er gelijktijdig een groter aantal motoren actief is, zal de voedingsspanning afnemen (dat geldt met name
voor de laatste apparaten op een daisychainkabel).
De spanningen van de motoren worden in orde bevonden wanneer alle waarden van AV:6 / 33794 hoger zijn dan
18V terwijl alle motoren actief zijn. Om te waarborgen dat de spanning in elk apparaat in orde is onder de slechtst
denkbare operationele omstandigheden, wordt het volgende aanbevolen:
- Laat alle motoren op de daisychainkabel tegelijkertijd werken. Controleer de waarde van AV:6 / 32794
terwijl alle motoren actief zijn. Deze waarden moeten nog steeds hoger zijn dan 18V en er mogen geen
eerder genoemde spanningsniveaualarmen zijn gegenereerd of worden aangegeven. Wanneer leds een
alarmtoestand aangeven of wanneer een BACnet-alarm is gegenereerd, of een waarde lager dan 18V
wordt gedetecteerd, dan moet de bekabeling worden gecontroleerd.
- Controleer de waarden van AVO:0. Dit BACnet-object bevat 3 waarden: Gemiddeld gemeten spanning,
maximaal gemeten spanning en minimaal gemeten spanning. De belangrijkste waarde hier is de minimaal
gemeten spanning. Daar kunt u de laagste spanning zien die is gemeten tijdens de werking van de motor.