Danfoss NovoCon M, NovoCon DN 40-100 Data sheet [nl]

Datablad
NovoCon® M digitale motor en AB-QM NovoCon® DN 40-100-afsluiters
Omschrijving
Bestellen
Algemene kenmerken:
• Functies voor inbedrijfstelling/voorinstelling/ spoelen op afstand
• Indicatie van debiet, vermogensafgifte en energieverbruik
• Hoge stelnauwkeurigheid
• Algoritmen voor energiebeheer
• In-/uitgangen – 3 weerstandsingangen (PT1000, PT500,
PT100, NTC 10k type 2 en 3)
NovoCon® M is een zeer nauwkeurige multifunctionele veldbusmotor, speciaal ontworpen voor gebruik in combinatie met de drukonafhankelijke regelafsluiter van het type AB-QM NovoCon® in maten vanaf DN 40-100 voor toepassing in luchtbehandelingskasten (LBK’s), koelers en verdeelstations. De hoge nauwkeurigheid van de motor, in combinatie met de drukonafhankelijkheid en lineaire karakteristiek van de AB-QM, maakt het mogelijk om de NovoCon als debietindicator te gebruiken. De motor- en afsluiterparameters worden ingesteld via de veldbus. De besturing verloopt via de veldbus of via de analoge ingangen naar de NovoCon® M.
Motor
Typ e Voedingsspanning Bestelnr.
NovoCon® M
24 V AC/DC
Temperatuurvoelers
Typ e Bestelnr.
ESMB-12, universele temp.voeler, PT1000, 2,5m kabel
08 7B11 84
Accessoires
Omschrijving Bestelnr.
Messing dompelbuis, 40mm, Ø6,0mm, paar. Voor leidingen DN40/50/65. Messing dompelbuis, 85mm, Ø6,0mm, paar. Voor leidingen DN80/100.
087 G6061
087G6 062
– 1 analoge ingang (0-10 V of 0/4-20 mA) – 1 analoge uitgang (0-10 V)
• LED-indicatie voor status en alarm
• Geen gereedschap nodig voor montage op afsluiter
• Onderhoudsvrije levensduur
• Stille werking
• Automatische MAC-adressering voor BACnet
• Automatische detectie baudsnelheid
• Intrinsieke alarmrapportage voor BACnet
• Alarm bij blokkering afsluiter
• Keuze tussen BACnet MS/ TP en Modbus RTU in één product
Afsluiters
Typ e Bestelnr.
AB-QM NovoCon DN4 0 PN16 3TP 003Z177 0 AB-QM NovoCon DN50 PN16 3TP 003Z1771 AB-QM NovoCon DN50 PN16 - flens 3TP 00 3Z177 2 AB-QM NovoCon DN65 PN16 3TP 003Z1773 AB-QM NovoCon DN65 PN16 3TP HF 00 3Z179 3 AB-QM NovoCon DN80 PN16 3TP 00 3Z1774 AB-QM NovoCon DN80 PN16 3TP HF 00 3Z179 4 AB-QM NovoCon DN100 PN16 3TP 00 3Z1775 AB-QM NovoCon DN100 PN16 3TP HF 00 3Z179 5
Opmerking: De bovenstaande AB-QM NovoCon-afsluiters kunnen uitsluitend worden gebruikt met de NovoCon® M.
NovoCon®-configuratietool
Typ e Lengte Aansluitingen Kabelmateriaal Bestelnr. Kabel NovoCon®-configuratietool 5 m USB / motor Halogeenvrij. USB-converter, pvc 003Z8620
Softwa re beschikbaar op ww w.novocon.com
Technische gegevens
NovoCon® M
Voedingsspanning V 24 ± 25% AC/DC
Energieverbruik
Frequentie Hz 50 /60 ±1 0%
Stuursignaal
Impedantie
Sluitkracht N 550 Max. slag mm 20 Stelnauwkeurigheid mm ± 0,2 Instellingen motorsnelheid (open naar gesloten) s/mm 3, 6, 12, 24, constante tijd Max. mediumtemperatuur Omgevingstemperatuur –10…50 Opslag- en transporttemperatuur –4 0…70 Omgevingsvochtigheid 5-95% RLV, niet-condenserend (volgens EN 60730-1) Beschermingsklasse III Behuizingsklasse IP 54 Gewicht kg 0,5
bedrijf VA < 3,5 bij 24 V AC / < 2,0 bij 24 V DC stand-by W 2,0 ac / 0,9 dc
V DC BACnet MS/TP, Modbus RTU, 0-10, 0-5, 2-10, 5-10, 2-6, 6-10
mA 0-20, 4 -20
°C
Rin 90 k (V). 500  (mA)
R
250 
out
120
© Danfoss | 2021.03 AI296453648398nl-000601 | 1
Datablad NovoCon® M digitale motor en AB-QM NovoCon® DN 40-100-afsluiters
Technische gegevens (vervolg)
Opmerking:
Min. tempe ratuur 2 C zonder spindelverwarming. Min. temperatuur
-10 °C met spindelver warming. Water voor verwa rmingssystemen volgens VDI 2035, zuur stofvrije systemen, 7 < p H < 10, ammoniak-/sulfidevrij water.
AB-QM NovoCon® DN 40-100
Nominale diameter DN 40 50 50 65 65 HF 80 80 HF 100 100 H F
Debietbereik Instelbereik ontwerpdebiet
Drukverschil
Druktrap
Regelbereik
Karakteristiek van de regelafsluiter Lineair (kan via instelling motor worden gewijzigd naar equiprocentueel) Mate van lekkage bij aanbevolen motoren max. 0,05% van Q
Medium
Mediumtemperatuur Opslag- en vervoerstemperatuur –4 0…70 Slag
Aansluiting
Materiaal in contact met water
Afsluiterhuizen Grijs gietijzer EN-GJL-250 (GG25) Membraan/balg EPDM-rubber O-ringen EPDM-rubber Veren W.Nr. 1.4568, W.Nr. 1.4310 Kegel (Pc) CuZn40Pb3 - CW 614N, W.Nr. 1.4305 Zitting (Pc) W.Nr. 1.4305 Kegel (Cv ) CuZn40Pb3 – CW 614N Zitting (Cv) W.Nr. 1.4305 Schroef Roestvrij staal (A2) Vlakke pakking NBR
 Fabrieksi nstelling van de afsluiter word t uitgevoerd bij het nomin ale instelbereik.  Geregel d door de instelling van de moto r. Ong eacht de instelling kan de afsl uiter moduleren onde r 1% van het ingestelde debiet.  Bij het minimale drukverschil behaalt de afsluiter minimaal 90% van het nominale debiet. De Declaration of pe rformance
is op aanvraag ver krijgbaar.
Volg de instructies van de fabrikant van het koelmiddel op ten aanzien van geschiktheid en gebruik, met name in niet-zuurstofdichte systemen. Pc – drukregelaargedeelte Cv – regela fsluitergedeelte
Q
∆p
3)
∆p
1)
(100 %)
nom
1,2)
min
max
buitendr. (ISO 228/1) G 2 A G 2½ A
Flens - - PN 16
Motor Danfoss standaard
7.500 12 .500 12. 500 20.000 25.000 28.000 40.000 38.000 59.000
l/h
% 40 -100
kPa
PN 16
Water en watermengsel voor gesloten verwarmings- en koelsystemen,
volgens installatietype I voor DIN EN 14868. Bij gebruik in een installatie van type
II worden voor DIN EN 14868 afdoende beschermende maatregelen getroffen.
De vereisten van VDI 2035, deel 1 + 2 moeten in acht worden genomen.
°C
mm
30 60 30 60 30 60
Volgens de norm IEC 534 is het regelbereik hoog
wanneer de Cv-karakteristiek lineair is. (1:1000)
10 15
600
nom
−10 …+120
Installatie
Er is geen gereedschap nodig om de motor op de afsluiter te monteren. De afsluiter met de motor kan in horizontale stand of opwaarts worden gemonteerd. Neerwaartse installatie is niet toegestaan. Installeer de motor niet in een explosiegevaarlijke atmosfeer, bij een omgevingstemperatuur lager dan 0 °C of bij een omgevingstemperatuur hoger dan 50 °C. Stel hem niet bloot aan stoomstralen, waterstralen of druppelende vloeistof.
Opmerking: De motor kan tot 360° ten opzichte van de afsluiterspindel worden gedraaid door de borgklem los te draaien. Draai de borgklem
weer aan wanneer de motor in de juiste positie is geplaatst.
Opmerking: De gebruikte kabel en kabelwartel/­doorvoer mogen de IP-bescherming van de motor niet aantasten. De connectoren mogen niet worden belast. De rubberen kabeldoorvoeren die af fabriek worden geleverd, doen geen afbreuk aan de IP-waarde, maar bieden geen volledige trekontlasting volgens de laagspanningsrichtlijn. Neem de lokale regels en voorschriften in acht.
Firmware-update
Benut uw NovoCon® digitale motoren optimaal en houd de firmware up-to-date met de meest
recente firmwareversie, die u kunt downloaden op www.novocon.com via het tabblad: Support files.
2 | AI296453648398nl-000601 © Danfoss | 2021.03
Datablad NovoCon® M digitale motor en AB-QM NovoCon® DN 40-100-afsluiters
Installatie (vervolg)
BACnet-gegevens
Modbus RTU data
DIP-schakelaars
Instellingen DIP-schakelaars
Typ e Omschrijving
BACnet-apparaatprofiel BACnet Application Specific Controller (B-ASC) BACnet-protocol BACnet Master Slave / Token Passing (MS/TP) Ondersteunde
BACnet-baudsnelheden
Automatische detectie baudsnelheid* / 9600 bps / 19200 bps / 38400 bps / 56700 bps /
76800 bps / 115200 bps
Typ e Omschrijving
Ondersteunde baudsnelheden
Ondersteunde transmissiemodi
Automatische detectie baudsnelheid* / 9600 bps / 19200 bps / 38400 bps / 56700 bps /
76800 bps / 115200 bps
Pariteit: geen (1-8-N-2) / oneven (1-8-O -1) / even (1-8-E-1) / geen (1-8-N-1) / automatische pariteit*
Gegevensindeling: pariteit (startbit - databits - pariteit - stopbits)
* Standaard
De DIP-schakelaars onder de afdekkap van de behuizing dienen voor handmatige adressering. De jumper naast de connectors wordt gebruikt voor het instellen van de afsluitweerstand.
BACnet: Automatische MAC-adressering is standaard. Voor handmatige MAC-adressering gebruikt
u de DIP-schakelaars.
Modbus: Handmatige MAC-adressering is standaard. Automatische adressering is niet beschikbaar
voor Modbus. Als er echter vóór de omschakeling naar Modbus een adres is toegewezen in BACnet, wordt dit adres ook in Modbus gebruikt als de DIP-schakelaars in de standaardposities blijven staan.
DIP-schakelaar Naam configuratie UIT-toestand (standaard) AAN-toestand
1 2 3 4 5 6 7 8 R
1.
1 2 3 4 5 6 7 8 R
2.
1 2 3 4 5 6 7 8 R
3.
1 2 3 4 5 6 7 8 R
4.
1 2 3 4 5 6 7 8 R
5.
1 2 3 4 5 6 7 8 R
6.
1 2 3 4 5 6 7 8 R
7.
1 2 3 4 5 6 7 8 R
8.
BACnet-adre s / bit 0
AAN
Modbus-eenheid-ID
UIT
BACnet-adre s / bit 1
AAN
Modbus-eenheid-ID
UIT
BACnet-adre s / bit 2
AAN
Modbus-eenheid-ID
UIT
BACnet-adre s / bit 3
AAN
Modbus-eenheid-ID
UIT
BACnet-adre s / bit 4
AAN
Modbus-eenheid-ID
UIT
BACnet-adre s / bit 5
AAN
Modbus-eenheid-ID
UIT
BACnet-adre s / bit 6
AAN
Modbus-eenheid-ID
UIT
AAN
UIT
Logische ‘0’ Logische ‘1’
Logische ‘0’ Logische ‘1’
Logische ‘0’ Logische ‘1’
Logische ‘0’ Logische ‘1’
Logische ‘0’ Logische ‘1’
Logische ‘0’ Logische ‘1’
Logische ‘0’ Logische ‘1’
- BACnet MS/TP M odbus RTU
1 2 3 4 5 6 7 8 R
R.
AAN
Afsluit weerstand (120 Ω) Geen afsluiting Afsluitweerstand geacti veerd
UIT
 D e motor is uitgerust met een we erstand, die zich tussen de co nnectors bevindt, D IP-schakelaar 9 R aan/uit, di e in de laatste motor
op de bus kan worde n geactiveerd voor een co rrecte afsluiting van de bus .
 Wann eer u het protocol op DIP-s chakelaar 8 wijzigt, moe t u de motor uit en weer in schakel en om het nieuw geselec teerde protocol
te activeren.
AI296453648398nl-000601 | 3© Danfoss | 2021.03
Datablad NovoCon® M digitale motor en AB-QM NovoCon® DN 40-100-afsluiters
Instellingen DIP-schakelaars – Handmatige adressering
Bedrading
MAC-adres BACnet / slave-ID Modbus wordt ingesteld met DIP-schakelaar 1 t/m 7. 0 = UIT, 1 = AAN
DIP-sch akelaar 1, 2, 3, 4 DIP-
0000 1000 010 0 110 0 00 10 1010 0 110 111 0 0001 1001 0101 11 01 0 011 10 11 0111 1111
0* 1 2 3 4
16 17 18 19 20
32 33 34 35
48 49 50 51 52
64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 001
80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 101
96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 11 0 111 011
112 113 11 4 115 116 11 7 118 119 120 121 12 2 123 124 12 5 126 127* 111
* De adressen 0 en 127 mogen niet worden gebruik t.
Voor beeld
MAC-adres instellen op 37:
5
6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 000
21
22 23 24 25 26 27 28 29 30
36 37 38 39 40 41
53
54 55 56 57 58 59 60 61 62
DIP 1 DIP 2 DIP 3 DIP 4 DIP 5 DIP 6 DIP 7
AAN UIT AAN UIT UIT AAN UIT
42 43 44 45 46
schakelaar
5, 6, 7
31 100
47 010
63 110
De bedrading van BACnet MS/TP of Modbus RTU (RS485) moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de toepasselijke norm ANSI/TIA/EIA-485-A-1998. Er moet worden voorzien in galvanische scheiding voor segmenten die van het ene naar het andere gebouw lopen. De busaansluiting ‘A+’ is de niet-inverterende signaalader en ‘B-’ is de inverterende signaalader.
Er moet een gemeenschappelijke aarde worden gebruikt voor alle apparaten op hetzelfde netwerk, waaronder routers, gateways enz. Het aanbevolen kabeltype is AWG22/0,32 mm2 met getwiste paren. Gebruik bij grotere afstanden een AWG20/0,5mm2- of AWG18/0,75mm2-kabel. De impedantie van de kabel moet een waarde tussen 100 en 130 hebben. De capaciteit tussen geleiders moet minder dan 100pf per meter bedragen. De lengte van de kabels is van invloed op de communicatiesnelheid. Langere kabellengtes leiden tot een lagere baudsnelheid. De toegestane totale maximale kabellengte per netwerk bedraagt 1200m.
Zorg voor een minimale scheidingsafstand van 20 cm tussen 110V/230V/400V-voedingskabels en buskabels. NovoCon® M heeft een beveiliging tegen onjuiste bedrading tot 30VAC/DC op alle draden, maar houd er rekening mee dat bij aansluiting van 30VAC op de analoge ingang, de externe voeding dat als een kortsluiting ziet en de zekering in de externe voeding doorbrandt.
+24 V 0 V A+ B− GND T3
R aan R uit
T2 T1 GND GND AO AI
GND is gemeenschappelijk voor alle signalen
24VAC/DC
BACnet MS/TP of Modbus RTU
Temperatuurvoeler 3
Temperatuurvoeler 1
Analoge uitgang
Temperatuurvoeler 2
Analoge ingang
Voor optimale prestaties adviseert Danfoss om NovoCon® M op zijn eigen subnetwerk te gebruiken.
Algemene vereisten en aanbevelingen:
• Gebruik de afsluitweerstand (tussen de 2 connectors) aan het einde van elke daisy-chain.
• Over het algemeen geniet één voeding de voorkeur.
• Als er twee voedingen worden gebruikt, moeten die dezelfde polariteit en dezelfde gemeenschappelijke aarde hebben.
• Er moet een gemeenschappelijke aarde worden gebruikt voor alle apparaten op hetzelfde subnetwerk, waaronder routers en gateways.
• Er moet worden voorzien in galvanische scheiding voor segmenten die van het ene naar het andere gebouw lopen.
• De totale maximale kabellengte van het subnetwerk bedraagt 1200 m.
4 | AI296453648398nl-000601 © Danfoss | 2021.03
Datablad NovoCon® M digitale motor en AB-QM NovoCon® DN 40-100-afsluiters
Daisy-chain & vermogensbooster
DC-voeding (aanbevolen)
Bij het daisychainen met 10 m AWG20/0,5mm²­kabels met getwiste paren en bij gebruik van een 24VDC-voeding is een extra vermogensbooster/ voeding nodig wanneer er meer dan 12 NovoCons in serie worden geschakeld.
AC-voeding
Zorg voor:
• Gemeenschappelijke aarde
• 24VDC-voeding wordt aanbevolen
• Bij gebruik van meerdere 24VAC-voedingen moet u de 24VAC-voedingen altijd scheiden als er verschillende typen voedingen en/of verschillende fasen worden gebruikt.
Bij het daisychainen met AWG20/0,5mm²-kabels met getwiste paren en bij gebruik van een 24VAC-voeding is een extra vermogensbooster/ voeding nodig wanneer er meer dan 7 NovoCons in serie worden geschakeld. Belangrijk: De gebruikte voeding moet 60% meer vermogen kunnen leveren dan het nominale vermogen van NovoCon® M.
NovoCon® M in daisy-chain NovoCon® M in daisy-chain met NovoCon® S
NovoCon® S
+24 V 0 V A+ B− GND T3
R aan R uit
T2 T1 GND GND AO AI
BACnet MS/T P of Modbus R TU
+24 V 0 V A+ B− GND T3
R aan R uit
T2 T1 GND GND AO AI
NovoCon® S
GND is gemeenschappelijk voor alle signalen
Als het N ovoCon® M-netwe rk met twee of me er AC-vermogensb oosters word t gebruikt, m oet u voorzich tig te werk gaa n wanneer u een van d e transforma toren loskop pelt van de hoogs panningsl eiding. Omd at de NovoCons in een da isy-chain z ijn aangesl oten, kan er aan d e primaire zi jde van de losgeko ppelde voedi ng een hoge spanning aanwezig zijn. Koppel altijd zowel de primaire als de secundaire zijde van de transformator los. De vermogensboosters moeten worden beveiligd tegen overbelasting, om te voorkomen dat de vermogensbooster besch adigd raakt wa nneer een van de a ndere vermoge nsboosters i n het netwerk wo rdt losgekop peld.
AI296453648398nl-000601 | 5© Danfoss | 2021.03
Datablad NovoCon® M digitale motor en AB-QM NovoCon® DN 40-100-afsluiters
T-verbindingen Algemene vereisten en aanbevelingen:
T-verbindingen (aftakkingen):
• max. kabellengte T-verbinding 1,5 m (kortste digitale standaardkabel)
• totale lengte netwerk max. 640 m (+ 100 m lengte van aftakkingen)
• max. baudsnelheid 76 kb/s
• max. aantal apparaten op netwerk 64
• hoofdkabel moet standaard RS485-bus, getwist paar, min. dikte AWG22/0,32 mm² zijn.
1)
Bij gebruik va n minder dan 32apparaten kunt u pr oberen de baudsnelhe id te verhogen tot 115 kb/s.
1)
1)
BACnet MS/ TP of
Modbus R TU
24VAC/DC
Stertopologie
Stertopologie is niet in overeenstemming met de RS485-standaard en mag niet worden gebruikt met NovoCon® M.
LED Opties
• Normaal gebruik: LED’s geven de positie en eventuele alarmen aan.
• Alleen alarmen: LED’s gaan alleen branden als er een alarm actief is.
• Geen licht: er branden geen LED’s tijdens normaal bedrijf of wanneer er alarmen actief zijn.
+24 V 0 V A+ B− GND T3
R aan R uit
T2 T1 GND GND AO AI
GND is gemeenschappelijk voor alle signalen
24VAC/DC
Max. 1,5 m
BACnet MS/ TP of Modbus R TU
Modbus R TU
Lasdoos
BACnet MS/ TP of
24VAC/DC
Opmerki ng: De linker LED in ondersta and overzicht is de LED die zich het di chtst bij de draadconnecto rs bevindt.
6 | AI296453648398nl-000601 © Danfoss | 2021.03
Datablad NovoCon® M digitale motor en AB-QM NovoCon® DN 40-100-afsluiters
LED-display Activiteit BACnet/Modbus (RS485)
Activiteit BACnet/Modbus (RS485)
Geen licht van LED: motor ziet geen activiteit op het netwerk. LED gaat snel aan en uit, 10x/seconde: normaal bedrijf op het netwerk, communicatie is in orde. LED gaat langz aam aan en uit met groen licht, 3x/seconde: normaal bedrijf op het netwerk – communicatie gedurende langere tijd, recht streeks met deze motor.
Activi teit met FOUTEN BACnet/Mod bus (RS485)
LED gaat langz aam aan en uit, 3x/seconde, met RODE kleur: motor detecteert activiteit, maar met fouten. LED gaat snel aan en uit, 10x/seconde, met RODE kleur: communicatie is in orde, BEHALVE dat mogelijk een ander apparaat hetzelfde MAC-adres gebruikt.
Stand van afsluiter/motor
AB-QM-afsluiter is volledig gesloten.
AB-QM staat open op 1-24% van het ontwerpdebiet.
AB-QM staat open op 25-49% van het ontwerpdebiet.
AB-QM staat open op 50-74% van het ontwerpdebiet.
Beweging van afsluiter/motor
AB-QM staat open op 75-99% van het ontwerpdebiet.
AB-QM-afsluiter staat open op 100% van het ontwerpdebiet.
Spoelfunctie is actief
Alle LED’s gaan aan/uit met een bepaalde frequentie.
NovoCon® sluit de afsluiter
Alle groene LED’s gaan aan en gaan vervolgens één voor één uit (herhaaldelijk).
NovoCon® opent de afsluiter
Alle groene LED’s gaan uit en gaan vervolgens één voor één aan (herhaaldelijk).
NovoCon® wordt gekalibreerd
Groen licht beweegt vooruit en achteruit, één voor één.
Ontluchtingsfunctie is actief
Gele LED’s gaan aan en gaan vervolgens één voor één uit (herhaaldelijk).
AI296453648398nl-000601 | 7© Danfoss | 2021.03
Datablad NovoCon® M digitale motor en AB-QM NovoCon® DN 40-100-afsluiters
LED-display (vervolg) Informatie vanuit de motor
Knipperfunctie, alle groene LED’s gaan aan/uit. Wordt gebruik t voor het fysiek identificeren van de individuele motor op de bus.
Fout tijdens sluiten
Mogelijk zit er vuil vast onder de k lepkegel van de AB- QM. Spoelen kan het probleem mogelijk verhelpen.
Temperatuur in NovoCon® ligt buiten het aanbevolen bereik
LED’s geven afwisselend de alarmen en het normale bedrijf weer. Waarschijnlijk is de omgevingstemperatuur hoger dan 60 °C .
Interne fout NovoCon®
LED’s geven afwisselend de alarmen en het normale bedrijf weer. Probeer: A: Opnieuw kalibreren. B: Voeding uit- en inschakelen. C: Als de fout niet verdwijnt, moet de motor mogelijk worden vervangen.
Fout tijdens kalibratie NovoCon®
LED’s geven afwisselend de alarmen en het normale bedrijf weer. Controleer of de NovoCon® M correct is bevestigd op de afsluiter en kalibreer opnieuw.
Voedingsspanning buiten limieten
LED’s geven afwisselend de alarmen en het normale bedrijf weer.
Gebruik van BACnet-objecten en Modbus-registers
– Instelling ontwerpdebiet
Geen stuursignaal
Er wordt in de analoge besturingsmodus een defecte stuurdraad gedetecteerd.
LED’s geven afwisselend de alarmen en het normale bedrijf weer.
De resetknop indrukken tijdens normaal bedrijf
Kalibratie/reset/spoelen
Druk op resetknop. Alle LED’s gaan uit.
Houd de resetknop ingedrukt gedurende 1 seconde: 1 LED aan. 2 seconden: 2 LED’s aan = Start kalibratie (reset). 3 seconden: 3 LED’s aan. 4 seconden: 4 LED’s aan = Start spoelen. 5 seconden of meer = Terug naar normaal bedrijf.
Fabrieksreset – terugzetten op standaardinstellingen
Houd de resetknop ingedruk t en schakel dan de motor in; alle LEDs worden eerst uitgeschakeld. Houd de resetknop ingedruk t totdat er 4 LED’s aan zijn = terugzetten op de standaardinstellingen.
Wanneer de fabriek sreset wordt uitgevoerd, dan wordt dat als volgt aangegeven:
alle gele positie LED’s gaan 1 keer kort aan. Na een fabrieksreset wordt automatisch een kalibratie uitgevoerd en worden alle instellingen teruggezet op de fabrieksinstelling.
Algemeen
Er zijn eenvoudige BACnet- en Modbus-instellingen die essentieel zijn voor de basisconfiguratie van de NovoCon® M voor communicatie en besturing. Deze zijn opgenomen in de BACnet-objecten of in Modbus-registers met een decimale notatie.
Initiële configuratie
Toepassingsmodus:
MSV:9 / 32810
Digitale sturing
NovoCon® M
Analoge sturing
(standaard),
Afsluitertype
selecteren
MSV:3 / 32802
(standaard AB-QM
NovoCon® DN40)
Toepassing
selecteren
MSV:10 / 32811
Verwarming
(standaard)
Koeling
Ontwerpdebiet
AV:30 / 32796
Verwarming
AV:31 / 32798 Koeling
Kalibratie activeren
MSV:0 / 33284 st atus 2
of gebruik handmatige
kalibratie
8 | AI296453648398nl-000601 © Danfoss | 2021.03
Datablad NovoCon® M digitale motor en AB-QM NovoCon® DN 40-100-afsluiters
Gebruik van BACnet-objecten en Modbus-registers
– Geavanceerde configuratie en functies
Als de standaardconfiguratie van de motor niet geschikt is, moet er speciale aandacht worden besteed aan de volgende objecten: MSV:9 / 32810 Toepassingsmodus MSV:3 / 32802 Geselecteerd afsluitertype MSV:10 / 32811 Toepassingsopdracht en -status AV:30 / 32796 Ontwerpdebiet verwarming AV:31 / 32798 Ontwerpdebiet koeling MSV:0 / 33284 Motormodus en speciale functies AI:1 / 33218 Temperatuur T1- of weerstandsingang AI:2 / 33220 Temperatuur T2- of weerstandsingang AI:3 / 33222 Temperatuur T3- of weerstandsingang AV:32 / 33288 Vermogensafgifte MSV:13 / 32815 Energiebeheer
Toepassingsmodus:
De standaard toepassingsmodus is Digitale besturing. In deze modus wordt de NovoCon® M via de veldbus bestuurd en zijn de spanningsingangen en -uitgangen beschikbaar om andere apparaten aan te sluiten. In de analoge besturingsmodus verwacht de NovoCon in plaats daarvan een analoog stuursignaal.
Selectie van AB-QM-afsluitertype:
Na het selecteren van de toepassingsmodus (zie hierboven) moet vervolgens het AB-QM-afsluitertype worden geselecteerd waarop de motor is gemonteerd. Dat gebeurt met behulp van het object MSV: 3 / 32802 Geselecteerd afsluitertype. De actuele waarde van MSV:3 / 32802 kan worden ingesteld op een waarde tussen 1 en 9. Elk nummer staat voor een specifiek AB-QM-afsluitertype, dat wordt vermeld in de tabel Selectie afsluitertype. De standaardwaarde voor MSV:3 / 32802 is 1, d.w.z. ABQM ISO DN40-afsluiter.
Selectie en instelling van technische eenheden:
Als het nodig is om de standaard technische eenheden te wijzigen, gebeurt dat in BACnet via de objectenlijst, en in Modbus via aparte registers. Zie de BACnet- en Modbus-tabel voor meer informatie.
Het ontwerpdebiet instellen:
Het maximale ontwerpdebiet van het bestuurde systeem moet worden ingesteld als het nominale debiet van de afsluiter niet overeenkomt met het maximale ontwerpdebiet. Het ontwerpdebiet wordt ingesteld door de actuele waarde te wijzigen van:
• MSV:30 / 32796 Ontwerpdebiet voor verwarmingstoepassingen
• MSV:31 / 32798 Ontwerpdebiet voor koeltoepassingen
Temperatuurmetingen:
AI:1 / 33218 Temperatuur T1- of weerstandsingang, AI:2 / 33220 Temperatuur T2- of weerstandsingang en AI:3 / 33222 Temperatuur T3- of weerstandsingang worden gebruikt om de temperatuur te meten met temperatuurvoelers. De weerstandswaarde kan ook rechtstreeks worden weergegeven als dat is geselecteerd, zodat die ingangen kunnen worden gebruikt voor andere doeleinden dan het meten van de temperatuur, bv. venstercontacten of andere potentiaalvrije contacten. Gesloten circuit < 900 , open circuit 100 k.
Vermogensafgifte:
AV:32 / 33288 Vermogensafgifte wordt gebruikt om de actuele hydraulische vermogensafgifte van de eind-unit weer te geven volgens berekeningen op basis van het debiet en het temperatuurverschil tussen aanvoer- en retourleidingen.
Energieteller:
De verbruikte hydraulische koel- of verwarmingsenergie wordt geteld en geregistreerd onder AV:33 / 33290 of AV:34 / 33292. Deze functie wordt in- en uitgeschakeld met MSV:12 / 32814.
Een systeem spoelen:
Motormodus en speciale functies MSV:0 / 33284 heeft een optie waarmee de gebruiker het systeem via de veldbus kan laten spoelen. Stel MSV:0 / 33284 in op 3, Spoelen om het spoelen van het systeem te starten. De motor zet de AB-QM-afsluiter dan volledig open. Het spoelen eindigt wanneer:
• MSV:0 / 33284 wordt teruggezet op 1 = normaal bedrijf.
• Of wanneer de voeding uit en weer in wordt geschakeld.
• Of wanneer er na 1 uur een time-out van de spoelfunctie optreedt. Na beëindiging van het spoelen keert de motor terug naar normaal bedrijf.
Een systeem ontluchten:
Met MSV:0 / 33284 kan ook de ontluchtingsfunctie in de motor worden gestart. Deze functie opent en sluit de AB-QM-afsluiter een aantal keren, waardoor in het hydraulische systeem ingesloten lucht wordt afgevoerd. Start de ontluchting door MSV:0 / 33284 in te stellen op 4. De ontluchting gaat ononderbroken door tot die voltooid is. Vervolgens keert de motor terug naar normaal bedrijf, d.w.z. MSV:0 / 33284 = 1, Normaal.
De motor besturen:
Bij normaal bedrijf (digitale besturing) van de motor, waarbij het debiet door de AB-QM-afsluiter geregeld moet worden, wordt het object Debietinstelpunt AV:1 / 33280 gebruikt. De standaardinstelling voor de eenheid van het debietinstelpunt is %.
Dit is de meest geschikte instelling, omdat de regelaar hierbij niets hoeft te weten over de ontwerpdebie­tinstelling van de motor. Het uitgangssignaal vanuit de regelaar hoeft slechts zo te worden geconfigureerd dat het regelt van 0 tot 100% van Ontwerpdebiet verwarming AV:30 / 32796 of Ontwerpdebiet koeling AV:31 /32798. In plaats daarvan kan ook ontwerpdebiet AV:0 / 32768 worden gebruikt. Om het debiet door de afsluiter te wijzigen, wordt de actuele waarde van AV:1 / 33280 weggeschreven, in het bereik 0-100%.
Als de voor AV:1 / 33280 geselecteerde technische eenheid l/h moet zijn, moet het debietinstelpunt worden weggeschreven in gehele getallen, die voor l/h staan. Een voorbeeld hiervan is een regelaar die waarden in het bereik van 0 tot 7500 l/h naar de motor schrijft voor een DN40-afsluiter.
Alarmen en waarschuwingen:
Systeemproblemen kunnen worden gedetecteerd met behulp van BACnet-objectwaarde BV:10 tot en met BV:24 of Modbus-register 33536. Zie de BACnet- en Modbus-tabel voor meer informatie.
AI296453648398nl-000601 | 9© Danfoss | 2021.03
Loading...
+ 19 hidden pages