Danfoss MCD 600 Operating guide [nl]

Bedieningshandleiding
VLT® Soft Starter MCD 600
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600

Inhoud

Inhoud
1 Inleiding 8
1.1 Productbeschrijving 8
1.2 Documentversie 8
1.3 Aanvullende informatiebronnen 8
1.4 Goedkeuringen en certificeringen 8
2 Veiligheid 9
2.1 Veiligheidssymbolen 9
2.2 Gekwalificeerd personeel 9
2.3 Veiligheidsmaatregelen 9
3 Systeemontwerp 12
3.1 Overzicht van kenmerken 12
3.2 Typecode 13
3.3 Selectie van de juiste softstarter 14
3.4 Nominale stroom (IEC-waarden) 14
3.5 Afmetingen en gewicht 16
3.6 Fysieke installatie/vrije ruimte voor koeling 17
3.7 Accessoires 17
3.7.1.1 Smartcard 17
3.7.1.2 Communicatie-uitbreidingskaarten 18
3.7.2 Extern LCP 601 18
3.8 Hoofdcontactor 19
3.9 Circuitbreaker 19
3.10 Arbeidsfactorcorrectie 19
3.11 Kortsluitbeveiligingen 20
3.12 IEC-coördinatie met kortsluitbeveiligingen 21
3.13 UL-coördinatie met kortsluitbeveiligingen 21
3.13.1 Nominale kortsluitstroom bij standaardfout 21
3.13.2 Nominale kortsluitstroom bij hoge fout 23
3.14 Zekeringselectie voor coördinatieklasse 2 24
4 Specificaties 26
4.1 Voeding 26
4.2 Kortsluitvastheid 26
AQ262141844215nl-000201 / | 3Danfoss A/S © 2018.10
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
4.3 Elektromagnetische capaciteit (voldoet aan EU-richtlijn 2014/35/EU) 26
4.4 Ingangen 26
4.5 Uitgangen 26
4.6 Omgeving 27
4.7 Warmtedissipatie 27
4.8 Overbelastingsbeveiliging van de motor 27
4.9 Certificering 27
4.10 Levensduur (interne bypasscontacten) 27
Inhoud
5 Installatie 28
5.1 Veiligheidsvoorschriften 28
5.2 Commandobron 28
5.3 De softstarter instellen 29
5.4 Ingangen 29
5.4.1 Ingangsklemmen 30
5.4.6 USB-poort 32
5.5 Uitgangen 32
5.5.1 Uitgangsklemmen 32
5.5.3 Hoofdcontactoruitgang 32
5.6 Stuurspanning 33
5.6.1 Stuurspanningsklemmen 33
5.6.2 UL-conforme installatie 34
5.7 Voedingsaansluitingen 34
5.7.2 Motoraansluiting 35
5.7.2.1 Inline-installatie 36
5.7.2.2 Interne-driehoeksinstallatie 37
5.8 Typische installatie 37
5.9 Snelle setup 39
6 Setuptools 41
6.1 Inleiding 41
6.2 Datum en tijd instellen 41
6.3 Commandobron 41
6.4 Inbedrijfstelling 41
6.5 Bedrijfssimulatie 41
AQ262141844215nl-000201 /4 | Danfoss A/S © 2018.10
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
6.6 Instellingen laden/opslaan 42
6.7 Opslaan en laden via USB 43
6.7.1 Procedure voor opslaan en laden 44
6.8 Autostart/-stop 45
6.9 Netwerkadres 45
6.9.1 Een netwerkadres instellen 46
6.10 Toestand digitale I/O 46
6.11 Toestand analoge I/O 47
6.12 Serienummer en nominale waarden 48
6.13 Softwareversies 48
6.14 Thermistorreset 48
6.15 Thermisch model resetten 48
Inhoud
7 Logs 50
7.1 Inleiding 50
7.2 Gebeurtenislog 50
7.3 Tellers 50
8 LCP en terugkoppeling 51
8.1 Lokaal LCP en terugkoppeling 51
8.2 Extern LCP 51
8.3 Het displaycontrast aanpassen 53
8.4 Statusleds softstarter 53
8.5 Displays 54
8.5.1 Informatie softstarter 54
8.5.2 Configureerbare terugkoppelingsschermen 54
9 Werking 57
9.1 Start-, stop- en resetcommando's 57
9.2 Onderdrukking commando 57
9.3 Autostart/-stop 57
9.3.1 Klokmodus 57
9.3.2 Timermodus 58
9.4 PowerThrough 58
9.5 Emergency Mode (Calamiteitenmodus) 58
9.6 Externe uitschakeling (trip) 59
9.7 Typische regelmethoden 59
9.8 Zachte-startmethoden 61
9.8.1 Constant Current (Constante stroom) 61
AQ262141844215nl-000201 / | 5Danfoss A/S © 2018.10
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
9.8.3 Starten met adaptieve regeling 62
9.8.3.1 Adaptieve regeling afstellen 63
9.9 Stopmethoden 64
9.9.1 Vrijloop 64
9.10 Pompreiniging 69
9.11 Werking in achterwaartse richting 70
9.12 Jogbedrijf 71
9.13 Werking met interne driehoek 72
9.14 Secundaire motorset 73
Inhoud
10 Programmeerbare parameters 74
10.1 Hoofdmenu 74
10.2 Parameterwaarden wijzigen 74
10.3 Adjustment Lock (Afstelvergrendeling) 74
10.4 Parameterlijst 74
10.5 Parametergroep 1-** Motor Details (Motorgegevens) 82
10.6 Parametergroep 2-** Motor Start/Stop (Motorstart/-stop) 84
10.7 Parametergroep 3-** Motor Start/Stop-2 (Motorstart/-stop-2) 87
10.8 Parametergroep 4-** Auto-Start/Stop (Autostart-/stop) 90
10.9 Parametergroep 5-** Protection Levels (Beveiligingsniveaus) 93
10.10 Parametergroep 6-** Protection Action (Beveiligingsactie) 96
10.11 Parametergroep 7-** Inputs (Ingangen) 102
10.12 Parametergroep 8-** Relay Outputs (Relaisuitgangen) 106
10.13 Parametergroep 9-** Analog Output (Analoge uitgang) 108
10.14 Parametergroep 10-** Display 109
10.15 Parametergroep 11-** Pump Clean (Pompreiniging) 112
10.16 Parametergroep 12-** Communication Card (Communicatiekaart) 113
10.17 Parametergroep 20-** Advanced (Geavanceerd) 116
10.18 Parametergroep 30-** Pump Input Configuration (Configuratie pompingang) 118
10.19 Parametergroep 31-** Flow Protection (Flowbeveiliging) 120
10.20 Parametergroep 32-** Pressure Protection (Drukbeveiliging) 120
10.21 Parametergroep 33-** Pressure Control (Drukregeling) 121
10.22 Parametergroep 34-** Depth Protection (Dieptebeveiliging) 122
10.23 Parametergroep 35-** Thermal Protection (Thermische beveiliging) 123
10.24 Parametergroep 36-** Pump Trip Action (Pompuitschakelingsactie) 123
AQ262141844215nl-000201 /6 | Danfoss A/S © 2018.10
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Inhoud
11 Toepassingsvoorbeelden 127
11.1 Smartcard – Pompregeling en -beveiliging 127
11.2 Smartcard – Niveaugestuurde pompactivering 128
12 Problemen verhelpen 131
12.1 Beveiligingsresponsen 131
12.2 Meldingen bij uitschakeling (trip) 131
12.3 Algemene fouten 145
13 Bijlage 148
13.1 Symbolen en afkortingen 148
AQ262141844215nl-000201 / | 7Danfoss A/S © 2018.10
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600

Inleiding

1 Inleiding
1.1 Productbeschrijving
De VLT® Soft Starter MCD 600 is een geavanceerde digitale softstartoplossing voor motoren met een vermogen van 11-315 kW. De softstarters bieden een complete reeks motor- en systeembeveiligingsfuncties en leveren betrouwbare prestaties in de meest veeleisende installatiesituaties.
1.2 Documentversie
Deze handleiding wordt regelmatig herzien en bijgewerkt. Alle suggesties voor verbetering zijn welkom.
Tabel 1: Documentversie
Versie Opmerkingen
AQ262141844215 Modelreeks uitgebreid. Parameternummering gewijzigd.
1.3 Aanvullende informatiebronnen
Er zijn andere informatiebronnen beschikbaar om inzicht te krijgen in geavanceerde functies van de softstarter en de bijbehorende programmering.
Bedieningshandleidingen voor gebruik met optionele apparatuur.
Installatiehandleidingen voor het installeren van diverse accessoires.
WinStart Design Tool om u te helpen bij het selecteren van de juiste softstarter voor uw toepassing.
Aanvullende documentatie en handleidingen zijn beschikbaar op www.danfoss.com/en/search/?filter=type%3Adocumentation.
1.4 Goedkeuringen en certificeringen
8 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
2 Veiligheid
2.1 Veiligheidssymbolen
De volgende symbolen worden gebruikt in deze handleiding:
GEVA AR
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, als die niet wordt vermeden, leidt tot ernstig of dodelijk letsel.
WA AR SC HU WI NG
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, als die niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
VO OR ZI CH TI G
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, als die niet wordt vermeden, kan leiden tot licht of matig letsel.

Veiligheid

LE T OP
Geeft een situatie aan die kan leiden tot schade aan eigendommen.
2.2 Gekwalificeerd personeel
Een probleemloze en veilige werking van de softstarter is alleen mogelijk als de softstarter op correcte en betrouwbare wijze wordt vervoerd, opgeslagen, geïnstalleerd, gebruikt en onderhouden. Deze apparatuur mag uitsluitend worden geïnstalleerd of bediend door gekwalificeerd personeel.
Gekwalificeerd personeel is gedefinieerd als opgeleide medewerkers die bevoegd zijn om apparatuur, systemen en circuits te installeren, in bedrijf te stellen en te onderhouden volgens relevante wetten en voorschriften. Het gekwalificeerde personeel moet tevens bekend zijn met de instructies en veiligheidsmaatregelen die in deze handleiding staan beschreven.
2.3 Veiligheidsmaatregelen
Veiligheidsmaatregelen kunnen niet elke mogelijke oorzaak van schade aan apparatuur wegnemen, maar kunnen u attent maken op veelvoorkomende oorzaken van schade. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur om de volgende aanwijzingen op te volgen:
Zorg ervoor dat u alle instructies in deze handleiding hebt gelezen en begrepen voordat u de apparatuur installeert, bedient of onderhoudt.
Neem goede elektrische praktijken in acht, inclusief het gebruik van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen.
Vraag om advies voordat u deze apparatuur gebruikt op andere wijze dan is beschreven in deze handleiding.
LE T OP
De VLT® Soft Starter MCD 600 kan niet door de gebruiker worden onderhouden. De eenheid mag uitsluitend door bevoegd onderhoudspersoneel worden onderhouden. Bij onbevoegd ingrijpen in de eenheid vervalt de garantie.
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 9
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
WA AR SC HU WI NG
CORRECTE AARDING
Het is de verantwoordelijkheid van de installateur van de softstarter om te zorgen voor een correcte aarding en aftakcircuitbeveiliging volgens de lokale voorschriften voor elektrische veiligheid. Als niet wordt gezorgd voor een correcte aarding en aftakcircuitbeveiliging, kan dat leiden tot ernstig of dodelijk letsel of schade aan apparatuur.
Koppel de softstarter los van de netvoeding voordat u reparatiewerkzaamheden uitvoert.
-
WA AR SC HU WI NG
ONBEDOELDE START
Wanneer de softstarter is aangesloten op de netvoeding, DC-voeding of loadsharing, kan de motor op elk moment starten. Een onbedoelde start tijdens programmeer-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel of schade aan eigendommen. De motor kan worden gestart door een externe schakelaar, een veldbuscommando, een ingangsreferentiesignaal vanuit het LCP of door het opheffen van een foutconditie.
Druk op [Off/Reset] op het LCP voordat u parameters gaat programmeren.
-
Koppel de softstarter los van de netvoeding.
-
Zorg dat de softstarter, motor en eventuele door de motor aangedreven werktuigen volledig bedraad en gemonteerd zijn
-
voordat u de softstarter aansluit op de netvoeding, DC-voeding of loadsharing.
Voorzie de voeding naar de softstarter van een lastscheider en een stroomonderbrekingsvoorziening (zoals een
-
voedingscontactor) die kan worden bestuurd via een extern veiligheidssysteem (zoals een noodstop of een foutdetector).
Veiligheid
VO OR ZI CH TI G
CORRECTIE ARBEIDSFACTOR
Het aansluiten van arbeidsfactorcorrigerende condensatoren aan de uitgangszijde veroorzaakt schade aan de softstarter.
Sluit geen arbeidsfactorcorrigerende condensatoren aan op de uitgang van de softstarter. Bij gebruik van statische
-
correctie van de arbeidsfactor moet die worden aangesloten aan de voedingszijde van de softstarter.
VO OR ZI CH TI G
KORTSLUITING
De VLT® Soft Starter MCD 600 is niet kortsluitvast.
Na een zware overbelasting of kortsluiting moet de werking van de MCD 600 volledig worden getest door een bevoegde
-
onderhoudstechnicus.
VO OR ZI CH TI G
MECHANISCHE SCHADE DOOR ONVERWACHT OPNIEUW STARTEN
De motor kan weer starten nadat de oorzaken van een uitval zijn weggenomen, wat gevaarlijk kan zijn voor bepaalde machines of installaties.
Zorg ervoor dat er adequate maatregelen worden genomen om een herstart na ongepland stoppen van de motor te
-
voorkomen.
10 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
WA AR SC HU WI NG
VEILIGHEID VAN PERSONEEL
De softstarter is geen beveiliging en voorziet niet in elektrische isolatie (scheiding) of loskoppeling van de voeding.
Als isolatie vereist is, moet de softstarter worden uitgerust met een hoofdcontactor.
-
Vertrouw niet op de start- en stopfuncties om het personeel te beschermen. Eventuele fouten in de netvoeding,
-
motoraansluiting of in de elektronica van de softstarter kunnen ertoe leiden dat de motor start of stopt.
Als er een fout optreedt in de elektronica van de softstarter, kan een gestopte motor weer starten. Een gestopte motor kan
-
ook opnieuw starten als gevolg van een tijdelijke fout in de netvoeding of een verbroken motoraansluiting.
Om personeel en apparatuur te beschermen, moet de isolerende voorziening worden bestuurd via een extern
-
veiligheidssysteem.
LE T OP
Sla de huidige parameterset met behulp van de MCD pc-software of de functie Save User Set (Gebruikersset opslaan) op in
-
een bestand voordat u parameterinstellingen wijzigt.
Veiligheid
LE T OP
Wees voorzichtig bij het gebruik van de autostartfunctie. Lees alle opmerkingen over autostart voordat u de functie in
-
gebruik neemt.
Disclaimer
De voorbeelden en schema's in deze handleiding dienen uitsluitend ter illustratie. De informatie in deze handleiding kan op elk moment en zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Wij aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor directe, indirecte of gevolgschade die voortvloeit uit het gebruik of de toepassing van deze apparatuur.
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 11
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
3 Systeemontwerp
3.1 Overzicht van kenmerken
Gestroomlijnd setupproces
Configuratieprofielen voor veelgebruikte toepassingen.
Ingebouwde metingen en in-/uitgangen.
Gebruiksvriendelijke interface
Meertalige menu's en displays.
Beschrijvende optienamen en terugkoppelingsmeldingen.
Realtime prestatiegrafieken.
Ondersteunt energierendement
Compatibel met IE3.
Energierendement van 99% tijdens bedrijf.
Interne bypass.
Softstarttechnologie voorkomt harmonische vervorming.

Systeemontwerp

Uitgebreid assortiment modellen
20-579 A (nominaal).
200-525 V AC.
380-690 V AC.
Interne-driehoeksinstallatie.
Uitgebreide in- en uitgangsopties
Externe stuuringangen (2 x vast, 2 x programmeerbaar).
Relaisuitgangen (1 x vast, 2 x programmeerbaar).
Analoge uitgang.
Veelzijdige start- en stopopties
Start/stop volgens tijdschema.
Adaptieve regeling.
Constante stroom.
Stroomaanloop.
Pompreiniging.
Zachte stop met getimede spanningsuitloop.
Vrijloop.
DC-rem.
Zacht remmen.
Omgekeerde richting.
12 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
0 014
B T 5
Stuurspanning CV1 = 24 V AC/V DC CV2 = 110~120 V AC of
220~240 V AC
Bescherming 00 = IP00 (open frame) 20 = IP20 (in behuizing)
Framegrootte S1X = Framegrootte 1 S2X = Framegrootte 2
Netvoeding T5 = 200~525 V AC T7 = 380~690 V AC
Bypass B = Interne bypass
Nominale stroom
e77ha788.10
MCD6-
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Aanpasbare beveiliging
Overbelasting motor.
Te lange starttijd.
Onderstroom/overstroom.
Ondervermogen/oververmogen.
Stroomonbalans.
Uitschakeling (trip) ingang.
Motorthermistor.
Optionele functie voor geavanceerde toepassingen
Smartcards.
Communicatieopties:
- DeviceNet
- EtherNet/IP.
- Modbus RTU.
- Modbus TCP.
- PROFIBUS.
- PROFINET.
Systeemontwerp
3.2 Typecode
Afbeelding 1: Typecodereeks
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 13
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Systeemontwerp
3.3 Selectie van de juiste softstarter
De softstarter moet worden geselecteerd op basis van de gebruikte motor en de toepassing.
Selecteer een softstarter met een nominale stroom gelijk aan of groter dan de nominale vollaststroom van de motor (zie motortypeplaatje) tijdens de startcyclus.
De nominale stroom van de softstarter bepaalt het maximale motorvermogen waarmee de softstarter kan werken. De nominale waarde van de softstarter hangt af van het aantal starts per uur, de duur en het stroomniveau van de start en de tijd dat de softstarter in de uit-stand staat (geen stroom toevoert) tussen starts.
De nominale stroom van de softstarter geldt alleen bij gebruik onder de omstandigheden die in de AC53b-code zijn gespecificeerd. In andere bedrijfsomstandigheden kan de softstarter een hogere of lagere nominale stroom hebben.
3.4 Nominale stroom (IEC-waarden)
LE T OP
Neem contact op met de leverancier in uw regio voor de nominale waarden bij bedrijfscondities die niet worden gedekt door deze tabellen met nominale waarden.
Afbeelding 2: AC53b-indeling
LE T OP
Alle nominale waarden zijn berekend bij een hoogte van 1000 m (3280 ft) en een omgevingstemperatuur van 40 °C (104 °F).
Tabel 2: Inline-installatie, MCD6-0020B tot MCD6-0042B
3,0-10:350 3,5-15:345 4,0-10:350 4,0-20:340 5,0-5:355
MCD6-0020B 24 20 19 16 17
MCD6-0034B 42 34 34 27 32
MCD6-0042B 52 42 39 35 34
Tabel 3: Inline-installatie, MCD6-0063B tot MCD6-0579B
3,0-10:590 3,5-15:585 4,0-10:590 4,0-20:580 5,0-5:595
MCD6-0063B 64 63 60 51 54
MCD6-0069B 69 69 69 62 65
14 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Systeemontwerp
3,0-10:590 3,5-15:585 4,0-10:590 4,0-20:580 5,0-5:595
MCD6-0086B 105 86 84 69 77
MCD6-0108B 115 108 105 86 95
MCD6-0129B 135 129 126 103 115
MCD6-0144B 184 144 139 116 127
MCD6-0171B 200 171 165 138 150
MCD6-0194B 229 194 187 157 170
MCD6-0244B 250 244 230 200 202
MCD6-0287B 352 287 277 234 258
MCD6-0323B 397 323 311 263 289
MCD6-0410B 410 410 410 380 400
MCD6-0527B 550 527 506 427 464
MCD6-0579B 580 579 555 470 508
Tabel 4: Interne-driehoeksinstallatie
3,0-10:350 3,5-15:345 4,0-10:350 4,0-20:340 5,0-5:355
MCD6-0020B 36 30 28 24 25
MCD6-0034B 63 51 51 40 48
MCD6-0042B 78 63 58 52 51
3,0-10:590 3,5-15:585 4,0-10:590 4,0-20:580 5,0-5:595
MCD6-0063B 96 94 90 76 81
MCD6-0069B 103 103 103 93 97
MCD6-0086B 157 129 126 103 115
MCD6-0108B 172 162 157 129 142
MCD6-0129B 202 193 189 154 172
MCD6-0144B 276 216 208 174 190
MCD6-0171B 300 256 247 207 225
MCD6-0194B 343 291 280 235 255
MCD6-0244B 375 366 345 300 303
MCD6-0287B 528 430 415 351 387
MCD6-0323B 595 484 466 394 433
MCD6-0410B 615 615 615 570 600
MCD6-0527B 825 790 759 640 696
MCD6-0579B 870 868 832 705 762
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 15
4/T2
READY RUN
TRIP
LOCAL
Exit Reset
Menu Store
2/T1
6/T3
1/L1
3/L2
5/L3
READY RUN TRIP LOCAL
Exit Reset
Menu Store
VLT
®
Soft Starter
VLT
®
Soft Starter
A B
C D
E
A B
C
D
E
e77ha713.10
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
3.5 Afmetingen en gewicht
Systeemontwerp
Afbeelding 3: Afmetingen, framegrootte S1 (links) en S2 (rechts)
Tabel 5: Afmetingen en gewicht
Breedte [mm (in)] Hoogte [mm (in)] Diepte [mm (in)] Gewicht [kg (lb)]
A B C D E
MCD6-0020B 152 (6,0) 92 (3,6) 336 (13,2) 307 (12,1) 231 (9,1) 4,8 (10,7)
MCD6-0034B
MCD6-0042B
MCD6-0063B 4,9 (10,9)
MCD6-0069B
MCD6-0086B 5,5 (12,1)
MCD6-0108B
MCD6-0129B
MCD6-0144B 216 (8,5) 180 (7,1) 495 (19,5) 450 (17,7) 243 (9,6) 12,7 (28)
MCD6-0171B
MCD6-0194B
MCD6-0244B 15,5 (34,2)
MCD6-0287B 523 (20,6)
MCD6-0323B
MCD6-0410B
MCD6-0527B 19 (41,9)
MCD6-0579B
16 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
4/T2
2/T1
6/T3
1/L1
3/L2
5/L3
4/T2
READY
RUN
TRIP
LOCAL
Exit Reset
Menu Store
2/T1
6/T3
1/L1
3/L2
5/L3
VLT
®
Soft Starter
4/T2
READY
RUN
TRIP
LOCAL
Exit Reset
Menu Store
2/T1 6/T3
1/L1 3/L2 5/L3
VLT
®
Soft Starter
4/T2
READY RUN TRIP
LOCAL
Exit Reset
Menu Store
2/T1 6/T3
1/L1
3/L2
5/L3
VLT
®
Soft Starter
4/T2
READY RUN TRIP LOCAL
Exit Reset
Menu Store
2/T1 6/T3
1/L1 3/L2 5/L3
VLT
®
Soft Starter
4/T2
READY RUN TRIP LOCAL
Exit Reset
Menu Store
2/T1 6/T3
1/L1 3/L2 5/L3
VLT
®
Soft Starter
177HA714.10
A
B
C
D D
C
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
3.6 Fysieke installatie/vrije ruimte voor koeling
Systeemontwerp
Afbeelding 4: Vrije ruimte
Tabel 6: Vrij ruimte voor koeling
Vrije ruimte tussen softstarters Vrij ruimte tot massieve oppervlakken
A [mm (in)] B [mm (in)] C [mm (in)] D [mm (in)]
> 100 (3,9) > 10 (0,4) > 100 (3,9) > 10 (0,4)
3.7 Accessoires
3.7.1 Uitbreidingskaarten
De VLT® Soft Starter MCD 600 biedt uitbreidingskaarten voor gebruikers die behoefte hebben aan extra in- en uitgangen of geavanceerde functionaliteit. Elke MCD 600 biedt ondersteuning voor maximaal 1 uitbreidingskaart.
3.7.1.1 Smartcard
De smartcard is bedoeld om integratie in pomptoepassingen mogelijk te maken en biedt de volgende extra ingangen en uitgangen:
3 x digitale ingang.
3 x 4-20 mA-transductoringang.
1 x RTD-ingang.
1 x USB-B-poort.
Connector voor extern LCP.
Bestelnummer: 175G0133
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 17
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Systeemontwerp
3.7.1.2 Communicatie-uitbreidingskaarten
De VLT® Soft Starter MCD 600 biedt ondersteuning voor netwerkcommunicatie via eenvoudig te installeren communicatie­uitbreidingskaarten. Elke communicatiekaart is uitgerust met een aansluitpoort voor een extern LCP 601.
Tabel 7: Veldbusuitbreidingskaarten inclusief bestelnummers
Optiekaart Bestelnummer
VLT® Soft Starter MCD 600 Modbus RTU 175G0127
VLT® Soft Starter MCD 600 PROFIBUS 175G0128
VLT® Soft Starter MCD 600 DeviceNet 175G0129
VLT® Soft Starter MCD 600 Modbus TCP 175G0130
VLT® Soft Starter MCD 600 EtherNet/IP 175G0131
VLT® Soft Starter MCD 600 PROFINET 175G0132
VLT® Soft Starter MCD 600 Pomptoepassing 175G0133
3.7.2 Extern LCP 601
De VLT® Soft Starter MCD 600 softstarters kunnen worden gebruikt met een extern LCP dat op 3 m (9,8 ft) afstand van de softstarter is gemonteerd. Elke expansiekaart is uitgerust met een LCP-aansluitpoort, of er is een specifieke LCP-aansluitkaart beschikbaar.
Bestelnummer voor de uitbreidingskaart voor een extern LCP 601: 175G0134.
3.7.3 Vingerbeschermingsset
Vingerbeschermers kunnen worden gespecificeerd voor persoonlijke veiligheid. Vingerbeschermers kunnen over de softstarterklemmen worden aangebracht om onbedoeld aanraken van spanningvoerende klemmen te voorkomen. Vingerbeschermers voorzien in IP 20-beveiliging bij gebruik met kabels met een diameter van 22 mm of meer.
Vingerbeschermers zijn geschikt voor de modellen MCD6-0144B tot MCD6-0579B.
Bestelnummer voor de vingerbeschermingsset: 175G0186.
3.7.4 Softstarterbeheersoftware
De VLT® Soft Starter MCD 600 wordt geleverd inclusief een USB-flashinterface. De USB-flash moet worden geformatteerd in de FAT32­indeling. Om het flashstation te formatteren, volgt u de instructies op een pc wanneer u een standaard USB-stick (minimaal 4 MB) in een USB-poort steekt. De VLT® Motion Control Tool MCT 10 zet de setupbestanden over naar de USB-stick. Om de setupbestanden in de softstarter te laden, gebruikt u het LCP zoals beschreven in 6.7.1 Procedure voor opslaan en laden.
De VLT® Motion Control Tool MCT 10 kan nuttig zijn voor het beheer van de softstarter. Neem voor meer informatie contact op met de leverancier in uw regio.
De documentatie voor de VLT® Motion Control Tool MCT 10 is te downloaden via www.danfoss.com/en/search/?filter=type %3Adocumentation.
18 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
K1
K1
1
2
4
3
e77ha794.10
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Systeemontwerp
3.8 Hoofdcontactor
Het gebruik van een hoofdcontactor wordt aanbevolen om de softstarter in gestopte toestand te beschermen tegen spanningsstoringen op het netwerk. Selecteer een contactor met een AC3-waarde groter dan of gelijk aan de FLC-waarde van de aangesloten motor.
Gebruik de hoofdcontactoruitgang (13, 14) om de contactor te besturen.
Zie illustration 12 in 5.8 Typische installatie voor informatie over de bedrading van de hoofdcontactor.
WA AR SC HU WI NG
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN
Wanneer de softstarter is bedraad volgens een interne-driehoeksconfiguratie, is een deel van de motorwikkelingen altijd aangesloten op de netspanning (ook als de softstarter is uitgeschakeld). Deze situatie kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Installeer altijd een hoofdcontactor of shuntschakelaar als u de softstarter aansluit in een interne-driehoeksconfiguratie.
-
3.9 Circuitbreaker
In plaats van een hoofdcontactor kan er een shuntschakelaar worden gebruikt om het motorcircuit te isoleren bij een uitschakeling (trip) van de softstarter. Het shuntuitschakelmechanisme moet worden gevoed vanuit de voedingszijde van de circuitbreaker of vanuit een afzonderlijke stuurvoeding.
3.10 Arbeidsfactorcorrectie
Gebruik een afzonderlijke contactor voor het schakelen van de condensatoren als u gebruikmaakt van arbeidsfactorcorrectie.
Om de VLT® Soft Starter MCD 600 te gebruiken voor het regelen van de arbeidsfactorcorrectie moet u de arbeidsfactorcorrigerende contactor aansluiten op een programmeerbaar relais dat is ingesteld op Run (Draaien). Wanneer de motor het maximale toerental bereikt, sluit het relais en wordt de arbeidsfactorcorrectie ingeschakeld.
1 Softstarter
2 Programmeerbare uitgang (instelling = Run (Actief))
3 Arbeidsfactorcorrigerende contactor
4 Correctie arbeidsfactor
Afbeelding 5: Aansluitschema
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 19
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Systeemontwerp
VO OR ZI CH TI G
SCHADE AAN APPARATUUR
Het aansluiten van arbeidsfactorcorrigerende condensatoren aan de uitgangszijde veroorzaakt schade aan de softstarter.
Sluit arbeidsfactorcorrigerende condensatoren altijd aan op de ingangszijde van de softstarter.
-
Schakel de arbeidsfactorcorrectie niet rechtstreeks via de relaisuitgang van de softstarter.
-
3.11 Kortsluitbeveiligingen
Bij het ontwerpen van motorcircuitbeveiligingsmaatregelen moet u rekening houden van 2 typen coördinatie voor softstarters, zoals vastgelegd in IEC 60947-4-1:
Coördinatieklasse 1.
Coördinatieklasse 2.
3.11.1 Coördinatieklasse 1
Voor coördinatieklasse 1 geldt dat bij kortsluiting op de uitgangszijde van een softstarter de fout moet worden opgeheven zonder gevaar voor lichamelijk letsel of schade aan de installatie. Het is niet vereist dat de softstarter na de fout moet blijven werken. Om de softstarter weer operationeel te krijgen, is een reparatie en de vervanging van onderdelen vereist.
HRC-zekeringen (zoals Ferraz/Mersen AJT-zekeringen) kunnen worden gebruikt voor coördinatieklasse 1 volgens IEC 60947-4-2.
3.11.2 Coördinatieklasse 2
Voor coördinatieklasse 2 geldt dat bij kortsluiting op de uitgangszijde van een softstarter de fout moet worden opgeheven zonder gevaar voor lichamelijk letsel of schade aan de softstarter.
Coördinatieklasse 2 biedt het voordeel dat bevoegd personeel na het opheffen van de fout de doorgebrande zekeringen kan vervangen en kan controleren of de contactors niet zijn vastgesmolten. Daarna is de softstarter weer operationeel.
Halfgeleiderzekeringen voor circuitbeveiliging volgens klasse 2 zijn een aanvulling op HRC-zekeringen of MCCB's die deel uitmaken van de aftakcircuitbeveiliging van de motor.
VO OR ZI CH TI G
DC-REM
Een hoge instelling van het remkoppel kan ertoe leiden dat er piekstromen tot motor-DOL worden afgenomen terwijl de motor aan het stoppen is.
Verzeker u ervan dat u de juiste veiligheidszekeringen selecteert voor installatie in het aftakcircuit van de motor.
-
VO OR ZI CH TI G
GEEN AFTAKCIRCUITBEVEILIGING
Geïntegreerde halfgeleiderkortsluitbeveiliging voorziet niet in aftakcircuitbeveiliging.
Zorg voor een aftakcircuitbeveiliging volgens de nationale en lokale regels en voorschriften.
-
20 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
3.12 IEC-coördinatie met kortsluitbeveiligingen
Deze zekeringen zijn geselecteerd op basis van een startstroom van 300% FLC gedurende 10 s.
Tabel 8: IEC-zekeringen
Systeemontwerp
Nominale waarde [A]
MCD6-0020B 24 1150 40NHG000B 170M3010
MCD6-0034B 42 7200 63NHG000B 170M3013
MCD6-0042B 52 80NHG000B
MCD6-0063B 64 15000 100NHG000B 170M3014
MCD6-0069B 69
MCD6-0086B 105 80000 160NHG00B 170M3015
MCD6-0108B 115
MCD6-0129B 135 125000 170M3016
MCD6-0144B 184 320000 250NHG2B 170M3020
MCD6-0171B 200
MCD6-0194B 229 315NHG2B
MCD6-0244B 250 170M3021
MCD6-0287B 352 202000 355NHG2B 170M6009
MCD6-0323B 397 400NHG2B
MCD6-0410B 410 320000 425NHG2B 170M6010
SCR I²t (A²s)
Coördinatieklasse 1 480 V AC, 65 kA Bussmann NH-mespatronen
Coördinatieklasse 2 690 V AC, 65 kA Bussmann DIN 43 653
MCD6-0527B 550 781000 630NHG3B 170M6012
MCD6-0579B 579
3.13 UL-coördinatie met kortsluitbeveiligingen
3.13.1 Nominale kortsluitstroom bij standaardfout
Geschikt voor gebruik in een circuit dat maximaal het vermelde ampèreniveau (rms symmetrisch) en 600 V AC kan leveren.
Tabel 9: Maximale nominale stroom van zekering [A] – Kortsluitstroom bij standaardfout
Model Nominale waarde [A]
MCD6-0020B 24 5 kA
MCD6-0034B 42
Kortsluitwaarde op basis van 3 cycli bij 600 V AC
(1)
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 21
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Systeemontwerp
Model Nominale waarde [A]
Kortsluitwaarde op basis van 3 cycli bij 600 V AC
(1)
MCD6-0042B 52 10 kA
MCD6-0063B 64
MCD6-0069B 69
MCD6-0086B 105
MCD6-0108B 120
MCD6-0129B 135
MCD6-0144B 184 18 kA
MCD6-0171B 225
MCD6-0194B 229
MCD6-0244B 250
MCD6-0287B 352
MCD6-0323B 397
MCD6-0410B 410 30 kA
MCD6-0527B 550
MCD6-0579B 580
1
Geschikt voor gebruik in een circuit waarvan de ideële stroom bekend is en dat wordt beveiligd door de vermelde zekeringen of circuitbreakers met een nominale waarde volgens
NEC.
22 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
3.13.2 Nominale kortsluitstroom bij hoge fout
Tabel 10: Maximale nominale stroom van zekering [A] – Kortsluitstroom bij hoge fout
Systeemontwerp
Model Nominale waarde [A] Nominale kortsluitstroom bij
maximaal 480 V AC
Vermelde nominale waarde van zekering [A]
(1)
Zekeringklasse
(1)
MCD6-0020B 24 65 kA 30 Elke (J, T, K-1, RK1, RK5)
MCD6-0034B 42 50
MCD6-0042B 52 60
MCD6-0063B 64 80
MCD6-0069B 69 80
MCD6-0086B 105 125 J, T, K-1, RK1
MCD6-0108B 115 125
MCD6-0129B 135 150
MCD6-0144B 184 200 J, T
MCD6-0171B 200 225
MCD6-0194B 229 250
MCD6-0244B 250 300
MCD6-0287 352 400 Elke (J, T, K-1, RK1, RK5)
MCD6-0323B 397 450
MCD6-0410B 410 450
MCD6-0527B 550 600
MCD6-0579B 580 600
1
Geschikt voor gebruik in een circuit dat maximaal 65000 A
vermelde nominale waarde.
Tabel 11: Circuitbreakers – Nominale kortsluitstroom bij hoge fout
Model Nominale
waarde [A]
Circuitbreaker 1: Eaton (nominale waarde, A)
symmetrisch bij 480 V AC kan leveren bij beveiliging door middel van de zekeringen van de vermelde klasse en met de
rms
Circuitbreaker 2: GE (nominale
(1)
waarde, A)
(1)
Circuitbreaker 3: LS (nominale waarde, A)
(1) (2)
MCD6-0020B 24 HFD3030 (30 A) SELA36AT0060 (60 A) UTS150H-xxU-040 (40 A)
MCD6-0034B 42 HFD3050 (50 A) UTS150H-xxU-050 (50 A)
MCD6-0042B 52 HFD3060 (60 A) UTS150H-xxU-060 (60 A)
MCD6-0063B 64 HFD3100 (100 A) SELA36AT0150 (150 A) UTS150H-xxU-100 (100 A)
MCD6-0069B 69
MCD6-0086B 105 HFD3125 (125 A) UTS150H-xxU-125 (125 A)
MCD6-0108B 115
MCD6-0129B 135 HFD3150 (150 A) UTS150H-xxU-150 (150 A)
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 23
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Systeemontwerp
Model Nominale
waarde [A]
Circuitbreaker 1: Eaton (nominale waarde, A)
Circuitbreaker 2: GE (nominale
(1)
waarde, A)
(1)
Circuitbreaker 3: LS (nominale waarde, A)
(1) (2)
MCD6-0144B 184 HFD3250 (250 A) SELA36AT0250 (250 A) UTS150H-xxU-250 (250 A)
MCD6-0171B 200
MCD6-0194B 229
MCD6-0244B 250 HFD3300 (300 A) SELA36AT0400 (400 A) UTS150H-xxU-300 (300 A)
MCDF6-0287B 352 HFD3400 (400 A) SELA36AT0600 (600 A) UTS150H-xxU-400 (400 A)
MCD6-0323B 397
MCD6-0410B 410 HFD3600 (600 A) UTS150H-xxU-600 (600 A)
MCD6-0527B 550 UTS150H-xxU-800 (800 A)
MCD6-0579B 580 UTS150H-NG0-800
1
Geschikt voor gebruik in een circuit dat maximaal 65000 Arms symmetrisch bij 480 V AC kan leveren bij beveiliging door middel van de circuitbreakermodellen die in deze tabel staan
vermeld.
2
Voor LS-circuitbreakers, xx staat voor FM, FT of AT.
3.14 Zekeringselectie voor coördinatieklasse 2
Coördinatieklasse 2 kan worden verkregen door gebruik te maken van halfgeleiderzekeringen. Deze zekeringen moeten bestand zijn tegen de motorstartstroom en moeten een totale I²t hebben die lager is dan de I²t van de SCR's van de softstarter.
Maak bij het selecteren van halfgeleiderzekeringen voor VLT® Soft Starter MCD 600 gebruik van de I²t-waarden in table 12.
Neem contact op met de lokale leverancier voor meer informatie over het selecteren van halfgeleiderzekeringen.
Tabel 12: SCR-waarden voor halfgeleiderzekeringen
Model
SCR I²t [A²s]
MCD6-0020B 1150
MCD6-0034B 7200
MCD6-0042B
MCD6-0063B 15000
MCD6-0069B
MCD6-0086B 80000
MCD6-0108B
MCD6-0129B 125000
MCD6-0144B 320000
MCD6-0171B
MCD6-0194B
MCD6-0244B
24 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Systeemontwerp
Model
MCD6-0287B 202000
MCD6-0323B
MCD6-0410B 320000
MCD6-0527B 781000
MCD6-0579B
SCR I²t [A²s]
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 25
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600

Specificaties

4 Specificaties
4.1 Voeding
Netspanning (L1, L2, L3) MCD6-xxxxB-T5 200-525 V AC (±10%) MCD6-xxxxB-T7 380-690 V AC (±10%) Stuurspanning (A7, A8, A9) MCD6-xxxxB-xx-CV2 (A8, A9) 110-120 V AC (+10%/-15%), 600 mA MCD6-xxxxB-xx-CV2 (A7, A9) 220-240 V AC (+10%/-15%), 600 mA MCD6-xxxxB-xx-CV1 (A8, A9) 24 V AC/V DC (±20%), 2,8 A Netfrequentie 50-60 Hz (±5 Hz) Nominale isolatiespanning (spanningsstoten) 690 V AC Nominale stootspanningsvastheid 6 kV Vormbenaming Gebypasst of continu, halfgeleidermotorstarter vorm 1
4.2 Kortsluitvastheid
Afstemming met halfgeleiderzekeringen Type 2 Afstemming met HRC-zekeringen Type 1
4.3 Elektromagnetische capaciteit (voldoet aan EU-richtlijn 2014/35/EU)
EMC-immuniteit IEC 60947-4-2 EMC-emissie IEC 60947-4-2 klasse B
4.4 Ingangen
Nominale ingangswaarden Actief 24 V DC, 8 mA (ongeveer) Motorthermistor (TER-05, TER-06) Uitschakeling (trip) > 3,6 kΩ, reset > 1,6 kΩ
4.5 Uitgangen
Relaisuitgangen 10 A bij 250 V AC resistief, 5 A bij 250 V AC AC15 cos φ 0,3 Hoofdcontactor (13, 14). Normaal open (maakcontact) Relaisuitgang A (21, 22, 23) Omschakeling Relaisuitgang B (33, 34) Normaal open (maakcontact) Analoge uitgang (AO-07, AO-08) Maximale belasting 600 Ω (12 V DC bij 20 mA) Nauwkeurigheid ±5%
26 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Specificaties
4.6 Omgeving
Omgevingstemperatuur tijdens bedrijf -10 tot +60 °C (14 tot 140 °F), boven 40 °C (104 °F) met reductie Opslagtemperatuur -25 tot +60 °C (-13 tot +140 °F) Bedrijfshoogte 0-1000 m (0-3280 ft), boven 1000 m (3280 ft) met reductie Vochtigheid 5-95% relatieve vochtigheid Verontreinigingsgraad Verontreinigingsgraad 3 Trilling IEC 60068-2-6 Beveiliging MCD6-0020B tot MCD6-0129B IP20 MCD6-0144B tot MCD6-0579B IP00
4.7 Warmtedissipatie
Tijdens het starten 4,5 W per ampère Tijdens het draaien MCD6-0020B tot MCD6-0042B ≤ 35 W (ongeveer) MCD6-0063B tot MCD6-0129B ≤ 50 W (ongeveer) MCD6-0144B tot MCD6-0244B ≤ 120 W (ongeveer) MCD6-0287B tot MCD6-0579B ≤ 140 W (ongeveer)
4.8 Overbelastingsbeveiliging van de motor
De standaardinstellingen van parameter 1-4 tot en met 1-6 voorzien in een overbelastingsbeveiliging van de motor.
Klasse 10, een uitschakelingsstroom van 105% van FLA
(nominale vollaststroom), of vergelijkbaar
4.9 Certificering
CE EN 60947-4-2 UL/C-UL UL 508 Maritiem Lloyds Marine No 1 specification
ABS
DNV
4.10 Levensduur (interne bypasscontacten)
Verwachte levensduur 100000 bewerkingen
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 27
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
5 Installatie
5.1 Veiligheidsvoorschriften
Zie 2.3 Veiligheidsmaatregelen voor algemene veiligheidsvoorschriften.
WA AR SC HU WI NG
GEÏNDUCEERDE SPANNING
Door geïnduceerde spanning vanuit motorkabels die bij elkaar in de buurt lopen, kunnen de condensatoren van de apparatuur worden opgeladen, ook wanneer die apparatuur is uitgeschakeld en vergrendeld (lockout). Wanneer u de motorkabels niet van elkaar gescheiden houdt en ook geen afgeschermde kabels gebruikt, kan dat leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Houd motorkabels van elkaar gescheiden.
-
Gebruik afgeschermde kabels.
-
WA AR SC HU WI NG
ONBEDOELDE START
Wanneer de softstarter is aangesloten op de netvoeding, DC-voeding of loadsharing, kan de motor op elk moment starten. Een onbedoelde start tijdens programmeer-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel of schade aan eigendommen. De motor kan worden gestart door een externe schakelaar, een veldbuscommando, een ingangsreferentiesignaal vanuit het LCP of door het opheffen van een foutconditie.
Druk op [Off/Reset] op het LCP voordat u parameters gaat programmeren.
-
Koppel de softstarter los van de netvoeding.
-
Zorg dat de softstarter, motor en eventuele door de motor aangedreven werktuigen volledig bedraad en gemonteerd zijn
-
voordat u de softstarter aansluit op de netvoeding, DC-voeding of loadsharing.
Voorzie de voeding naar de softstarter van een lastscheider en een stroomonderbrekingsvoorziening (zoals een
-
voedingscontactor) die kan worden bestuurd via een extern veiligheidssysteem (zoals een noodstop of een foutdetector).

Installatie

5.2 Commandobron
Start en stop de softstarter via de digitale ingangen en via een extern LCP 601, communicatienetwerk, smartcard of geprogrammeerde autostart/-stop. Stel de commandobron in via Set-up Tools (Setuptools) of via parameter 1-1 Command Source (Commandobron).
Als het externe LCP is geïnstalleerd, biedt de toets [CMD/Menu] een snelkoppeling naar de commandobronfunctie in Set-up Tools (Setuptools).
28 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
5.3 De softstarter instellen
Procedure
1. Monteer de softstarter; zie 3.6 Fysieke installatie/vrije ruimte voor koeling.
2. Sluit de stuurkabels aan; zie 5.4.1 Ingangsklemmen.
3. Schakel stuurspanning op de softstarter.
4. Configureer de toepassing (vermeld in de Quick Set-up (Snelle setup)):
A Druk op [Menu].
B Druk op [Menu/Store] om het menu Quick Set-up (Snelle setup) te openen.
C Schuif door de lijst om de toepassing te zoeken.
D Druk op [Menu/Store] om het configuratieproces te starten; zie
5. Configureer de toepassing (niet vermeld in de Quick Set-up (Snelle setup)):
A Druk op [Back] om terug te keren het Menu.
B Druk op [] om naar Main Menu te schuiven en druk dan op [Menu/Store].
C Schuif naar Motor Details (Motorgegevens), druk twee keer op [Menu/Store] en bewerk parameter 1-2 Motor Full Load Current
(Vollaststroom motor).
D Stel parameter 1-2 Motor Full Load Current (Vollaststroom motor) in op basis van de vollaststroom van de motor (FLC).
E Druk op [Menu/Store] om de instelling op te slaan.
6. Druk herhaaldelijk op [Back] om terug te keren naar Main Menu (Hoofdmenu).
7. (Optioneel) Gebruik de ingebouwde simulatietools om te controleren of de stuurkabels correct zijn aangesloten; zie
Bedrijfssimulatie.
8. Schakel de spanning naar de softstarter uit.
9. Sluit de motorkabels aan op de uitgangsklemmen 2/T1, 4/T2, 6/T3 van de softstarter.
10. Sluit de netvoedingskabels aan op de ingangsklemmen 1/L1, 3/L2, 5/L3 van de softstarter; zie
De softstarter is nu gereed om de motor te regelen.
5.9 Snelle setup.
6.5
5.7 Voedingsaansluitingen.
Installatie
5.4 Ingangen
VO OR ZI CH TI G
De stuuringangen worden gevoed door de softstarter. Schakel geen externe spanning op de stuuringangsklemmen.
LE T OP
Kabels naar de stuuringangen moeten gescheiden worden gehouden van de netspannings- en motorbekabeling.
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 29
READY
RUN
TRIP
LOCAL
Exit
Reset
Menu Store
VLT
®
Soft Starter
2/T1
4/T2
6/T3
1/L1 3/L2
5/L3
AO-08
AO-07
DI-B
DI-A
COM+
START
COM+
RESET
TER-06
TER-05
e77ha718.10
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
5.4.1 Ingangsklemmen
Installatie
TER-05, TER-06 Motorthermistoringang
RESET, COM+ Resetingang
START, COM+ Start/stop-ingang
DI-A, COM+ Programmeerbare ingang A (standaard = uitschakeling ingang (NO))
DI-B, COM+ Programmeerbare ingang B (standaard = uitschakeling ingang (NO))
USB-poort (voor flashstation, geen directe pc-aansluiting)
Afbeelding 6: Ingangsklemmen
5.4.2 Motorthermistor
Motorthermistoren kunnen rechtstreeks op de VLT® Soft Starter MCD 600 worden aangesloten. De softstarter wordt uitgeschakeld (trip) wanneer de weerstand van het thermistorcircuit hoger wordt dan circa 3,6 kΩ of lager wordt dan 20 Ω.
De thermistoren moeten in serie worden bedraad. Het thermistorcircuit moet in een afgeschermde kabel worden geplaatst en moet elektrisch worden geïsoleerd van aarde en alle andere vermogen- en stuurcircuits.
De thermistoringang is standaard uitgeschakeld maar wordt automatisch geactiveerd wanneer er een thermistor wordt gedetecteerd. Gebruik de thermistorresetfunctie om de thermistor uit te schakelen als er eerder thermistoren op de MCD 600
LE T OP
waren aangesloten maar die niet langer nodig zijn. De thermistorresetfunctie is toegankelijk via Set-up Tools (Setuptools).
30 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
RESET
COM+
START
A
B
e77ha721.10
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
5.4.3 Start/Stop
De VLT® Soft Starter MCD 600 vereist een 2-draads regeling.
A Reset
B Start/stop
Afbeelding 7: Stuurkabels voor Start/Stop
VO OR ZI CH TI G
Installatie
STARTPOGING
Als de startingang gesloten is wanneer de stuurspanning wordt geschakeld, probeert de softstarter te starten.
Controleer of de start-/stopingang open is voordat u stuurspanning schakelt.
-
LE T OP
De MCD 600 accepteert alleen commando's van de stuuringangen als parameter 1-1 Command Source (Commandobron) is ingesteld op Digital Input (Digitale ingang).
5.4.4 Reset/Starter uitschakelen
Standaard is de resetingang (RESET, COM+) normaal gesloten. De softstarter start niet als de resetingang open is. Het display toont in dat geval de melding Not ready (Niet gereed).
Als de resetingang wordt geopend terwijl de softstarter draait, onderbreekt de softstarter de voeding en laat hij de motor vrijlopen.
LE T OP
De resetingang is te configureren als maakcontact (NO) of als verbreekcontact (NC). Selecteer de gewenste waarde parameter 7-9 Reset/Enable Logic (Logica resetten/inschakelen).
5.4.5 Programmeerbare ingangen
De programmeerbare ingangen (DI-A, COM+ en DI-V, COM+) maken het mogelijk om de softstarter te regelen via externe apparatuur. De werking van de programmeerbare ingangen wordt bepaald door parameter 7-1 tot en met 7-8.
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 31
READY
RUN
TRIP
LOCAL
Exit
Reset
Menu Store
VLT
®
Soft Starter
2/T1
4/T2
6/T3
1/L1 3/L2
5/L3
AO-08
AO-07
DI-B
DI-A
COM+
START
COM+
RESET
TER-06
TER-05
34
33
23
22
21
14
13
e77ha719.10
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
5.4.6 USB-poort
De USB-poort kan worden gebruikt om een configuratiebestand te uploaden naar, of om parameterinstellingen en gebeurtenisloginformatie te downloaden uit, de softstarter. Zie 6.7 Opslaan en laden via USB voor meer informatie.
5.5 Uitgangen
5.5.1 Uitgangsklemmen
Installatie
AO-07, AO-08 Analoge uitgang
13, 14 Hoofdcontactoruitgang
21, 22, 23 Relaisuitgang A (standaard = Run (Draaien))
33, 34 Relaisuitgang B (standaard = Run (Draaien))
Afbeelding 8: Uitgangsklemmen
5.5.2 Analoge uitgang
De VLT® Soft Starter MCD 600 heeft een analoge uitgang die op bijbehorende apparatuur kan worden aangesloten om de motorprestaties te bewaken. De werking van de analoge uitgang wordt bepaald door parameter 9-1 tot en met 9-4.
5.5.3 Hoofdcontactoruitgang
De hoofdcontactoruitgang (13, 14) sluit zodra de softstarter een startcommando ontvangt en blijft gesloten terwijl de softstarter de motor regelt (totdat de motor gaat vrijlopen of tot het einde van een zachte stop). De hoofdcontactoruitgang gaat ook open als de softstarter wordt uitgeschakeld (trip).
32 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
READY RUN TRIP LOCAL
Exit
Reset
Menu Store
VLT
®
Soft Starter
2/T1 4/T2 6/T3
1/L1 3/L2 5/L3
A9
A8
A7
e77ha720.10
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Installatie
LE T OP
Sommige elektronische contactorspoelen zijn niet geschikt voor direct schakelen met op de printkaart aangebrachte relais. Raadpleeg de contactorfabrikant/-leverancier om na te gaan of de contactor hiervoor geschikt is.
5.5.4 Programmeerbare uitgangen
De programmeerbare uitgangen (21, 22, 23 en 33, 34) kunnen de status van de softstarter rapporteren of bijbehorende apparatuur regelen.
De werking van de programmeerbare uitgangen wordt bepaald door parameter 8-1 tot en met 8-6.
5.6 Stuurspanning
5.6.1 Stuurspanningsklemmen
Afbeelding 9: Stuurspanningsklemmen
Sluit de stuurspanning aan op basis van de gebruikte voedingsspanning.
MCD6-xxxxB-xx-CV2 (110-120 V AC): A8, A9.
MCD6-xxxxB-xx-CV2 (220-240 V AC): A7, A9.
MCD6-xxxxB-xx-CV1 (24 V AC/V DC): A8, A9.
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 33
e77ha646.11
e77ha648.11
e77ha647.11
e77ha649.11
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Installatie
5.6.2 UL-conforme installatie
Als MCD6-0144B tot MCD6-0579B aan UL moeten voldoen, moet op de stuurcircuitvoeding (A7, A8, A9) een extra overstroombeveiliging of aftakcircuitbeveiliging worden gebruikt volgens de voorschriften voor elektrische installaties die van kracht zijn op de installatielocatie.
5.7 Voedingsaansluitingen
WA AR SC HU WI NG
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN
De modellen MCD6-0144B tot MCD6-0579B zijn IP 00. Bij aanraking van de klemmen bestaat er gevaar voor elektrische schokken.
Installeer een vingerbeschermingsset op de softstarter.
-
Installeer de softstarters in een behuizing.
-
De voedingsingangsklemmen en -uitgangsklemmen voor VLT® Soft Starter MCD 600 bevinden zich onderaan de eenheid.
Bij de modellen MCD6-0020B tot MCD6-0129B worden kooiklemmen gebruikt. Gebruik gevlochten koperen geleiders of massieve geleiders die bestand zijn tegen 75 °C (167 °C) of hoger.
Bij de modellen MCD6-0144B tot MCD6-0579B worden stroomrails gebruikt. Gebruik koperen of aluminimum geleiders, gevlochten of massief, die bestand zijn tegen 60/75 °C (140/167 °F).
LE T OP
Bij sommige eenheden worden aluminium stroomrails gebruikt. Bij het aansluiten van voedingsklemmen moet u het contactoppervlak grondig reinigen (met een polijststeen of een roestvrijstalen borstel) en een geschikt hechtmiddel gebruiken om corrosie tegen te gaan.
Tabel 13: Voedingsaansluitingen, MCD6-0020B tot MCD6-0129B
MCD6-0020B tot MCD6-0129B
Kabelgrootte: 6-70 mm²
(AWG 10-2/0)
Aanhaalmo­ment: 4 Nm (2,9 ft-lb)
14 mm (0,55 in)
Torx T20 x 150
Plat 7 mm x 150
34 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
6 mm
0.24 in
10 mm
0.4 in
20 mm
0.8 in
9 mm
(M8)
e77ha722.10
6 mm
0.24 in
17 mm
0.7 in
34 mm
1.7 in
13 mm
(M12)
e77ha723.10
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Tabel 14: Voedingsaansluitingen, MCD6-0144B tot MCD6-0244B en MCD6-0287B tot MCD6-0579B
MCD6-0144B tot MCD6-0244B MCD6-0287B tot MCD6-0579B
Installatie
19 Nm (14 ft-lb)
66 Nm (49 ft-lb)
LE T OP
Als er voor de installatie kabels met een grotere doorsnede vereist zijn, is het mogelijk om elke aansluiting te verrichten met 2 dunnere kabels, 1 aan elke zijde van de stroomrail.
5.7.1 Bedrading van connectoren
Selecteer een connector op basis van de draaddoorsnede, het materiaal en de toepassingsvereisten.
Voor de modellen MCD6-0144B tot MCD6-0579B wordt het gebruik van een krimpconnector aanbevolen. De aanbevolen krimptang is TBM8-750.
Tabel 15: Aanbevolen kabelschoenen
Model Voorbeeld connector - aluminium kabel Voorbeeld connector - koperen kabel
MCD6-0144B 61162 60150
MCD6-0171B 61165 60156
MCD6-0194B 61171 60165
MCD6-0244B
MCD6-0287B 61162 60150
MCD6-0352B 61165 60156
MCD6-0410B 60156
MCD6-0527B 61178 60171
MCD6-0579B
5.7.2 Motoraansluiting
De VLT® Soft Starter MCD 600 kan op de motor worden aangesloten op basis van een inline- of interne-driehoeksconfiguratie (ook wel een 3-draads en 6-draads aansluiting genoemd). Voor een interne-driehoeksaansluiting moet u de FLC-waarde invoeren in parameter 1-2 Motor Full Load Current (Vollaststroom motor). De MCD 600 detecteert automatisch of de motor is aangesloten in een inline- of interne-driehoeksconfiguratie en berekent het juiste stroomniveau voor interne driehoek.
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 35
e77ha726.10
14
13
K1
K1F1
6/T3
2/T1
5/L3
3/L2
1/L1
4/T2
M
3
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
LE T OP
Gebruik parameter 20-6 Motor Connection (Motoraansluiting) als de softstarter de motoraansluiting niet correct detecteert.
5.7.2.1 Inline-installatie
Installatie
K1 Hoofdcontactor (sterk aanbevolen)
F1
Zekeringen of circuitbreaker (optioneel
()
)
13, 14 Hoofdcontactoruitgang
Als er geen zekeringen of circuitbreakers worden gebruikt, vervalt de garantie.
Afbeelding 10: Bedrading van een inline-installatie
36 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
M
3
U1(1) U2(4)
V1(2)
V2(5)
W1(3) W2(6)
K1
F1
e77ha727.10
14
13
K1
6/T3
2/T1
5/L3
3/L2
1/L1
4/T2
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
5.7.2.2 Interne-driehoeksinstallatie
Installatie
K1 Hoofdcontactor
F1
Zekeringen of circuitbreaker (optioneel
()
)
13, 14 Hoofdcontactoruitgang
Als er geen zekeringen of circuitbreakers worden gebruikt, vervalt de garantie.
Afbeelding 11: Bedrading van een interne-driehoeksinstallatie
5.8 Typische installatie
De VLT® Soft Starter MCD 600 is geïnstalleerd met een hoofdcontactor (AC3-klasse). De stuurspanning moet worden geleverd vanaf de ingangszijde van de contactor.
De hoofdcontactor wordt bestuurd door de hoofdcontactoruitgang (13, 14).
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 37
22
21
6/T3
2/T1
13
14
4/T2
44
33
23
AO-07
AO-08
TER-06
TER-05
START
COM+
DI-A
DI-B
COM+
A9
A8
A7
5/L3
3/L2
RESET
1/L1
F1
S1
S2
K1
K1
(L/+) (N/# )
A
#
+
M
7
6
5
3
2
1
10
4
9
8
e77ha728.10
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Installatie
1 Driefasevoeding
2 Motor
3 Stuurspanning (softstarter)
4 Digitale ingangen
5 Motorthermistoringang
6 Relaisuitgangen
7 Analoge uitgang
8 Stuurspanning (externe apparatuur)
9 Controlelampjes
10 Uitbreidingspoort voor communicatie/smartcard
K1 Hoofdcontactor
38 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
F1 Halfgeleiderzekeringen
RESET, COM+ (S1) Reset
START, COM+ (S2) Start/stop
DI-A, COM+ Programmeerbare ingang A (standaard = uitschakeling ingang (NO))
DI-B, COM+ Programmeerbare ingang B (standaard = uitschakeling ingang (NO))
TER-05, TER-06 Motorthermistoringang
13, 14 Hoofdcontactoruitgang
21, 22, 23 Relaisuitgang A (standaard = Run (Draaien))
33, 34 Relaisuitgang B (standaard = Run (Draaien))
AO-07, AO-08 Analoge uitgang
Afbeelding 12: Installatievoorbeeld
5.9 Snelle setup
Installatie
De snelle setup maakt het eenvoudig om de softstarter te configureren voor veelgebruikte toepassingen. De VLT® Soft Starter MCD 600 leidt u door de meestgebruikte installatieparameters en biedt suggesties voor een typische instelling voor de toepassing. Pas elke parameter aan voor afstemming op de exacte vereisten.
Alle andere parameters blijven op de standaardwaarden staan. Om andere parameterwaarden te wijzigen of de standaardinstellingen te bekijken, gebruikt u het Hoofdmenu (zie 10.4 Parameterlijst voor meer informatie).
Stel parameter 1-2 Motor Full Load Current (Vollaststroom motor) altijd in op de FLC-waarde die op het motortypeplaatje staat.
Tabel 16: Instellingssuggesties voor veelgebruikte toepassingen
Toepassing Startmodus Aan-
looptijd bij start [s]
Pomp, centrifu­gaal
Pomp, put Adaptieve
Pomp, hydrau­lisch
Ventilator, ge­dempt
Ventilator, on­gedempt
Adaptieve regeling
regeling
Constante stroom
Constante stroom
Constante stroom
10 200 500 Vroege
3 200 500 Vroege
2 200 350 n.v.t. Vrijloop n.v.t. n.v.t.
2 200 350 n.v.t. Vrijloop n.v.t. n.v.t.
2 200 450 n.v.t. Vrijloop n.v.t. n.v.t.
Startst­room [%]
Stroomg­rens [%]
Adaptief startpro­fiel
versnelling
versnelling
Stopmodus Stop-
tijd [s]
Adaptieve regeling
Adaptieve regeling
15 Late ver-
3 Late ver-
Adaptief stoppro­fiel
traging
traging
Compressor, schroef
Compressor, zuiger
Danfoss A/S © 2018.10
Constante stroom
Constante stroom
2 200 400 n.v.t. Vrijloop n.v.t. n.v.t.
2 200 450 n.v.t. Vrijloop n.v.t. n.v.t.
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 39
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Installatie
Toepassing Startmodus Aan-
looptijd bij start [s]
Transportband Constante
stroom
Boegschroef Constante
stroom
Bandzaag Constante
stroom
5 200 450 n.v.t. Vrijloop n.v.t. n.v.t.
5 100 400 n.v.t. Vrijloop n.v.t. n.v.t.
2 200 450 n.v.t. Vrijloop n.v.t. n.v.t.
Startst­room [%]
Stroomg­rens [%]
Adaptief startpro­fiel
Stopmodus Stop-
tijd [s]
LE T OP
De instellingen voor een adaptief start- en stopprofiel zijn alleen van toepassing bij gebruik van een adaptieve regeling. Deze instellingen worden genegeerd voor alle andere start- en stopmodi.
Adaptief stoppro­fiel
40 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600

Setuptools

6 Setuptools
6.1 Inleiding
Set-up Tools (Setuptools) bevat opties voor het laden of opslaan van parameters in een backupbestand, het instellen van het netwerkadres van de softstarter, het controleren van de status van de in- en uitgangen, het resetten van de thermische modellen en het testen van de werking met behulp van Run Simulation (Bedrijfssimulatie).
Om naar Set-up Tools (Setuptools) te gaan, drukt u op [Menu] om het hoofdmenu te openen en selecteert u vervolgens Set-up Tools (Setuptools).
6.2 Datum en tijd instellen
Procedure
1. Druk op [Menu] om het menu te openen.
2. Selecteer Set-up Tools (Setuptools).
3. Schuif naar Set Date & Time (Datum en tijd instellen).
4. Druk op [Menu/Store] om naar de bewerkingsmodus te gaan.
5. Druk op [Menu/Store] en [Back] om te selecteren welk deel van de datum of tijd u wilt bewerken.
6. Druk [] of [] om de waarden te wijzigen.
7. Druk na het laatste cijfer op [Menu/Store] om de instelling op te slaan.
Wanneer de actie is voltooid, wordt op het scherm kortstondig een bevestigingsbericht weergegeven en keert u vervolgens terug naar het vorige menuniveau.
6.3 Commandobron
Start en stop de softstarter via de digitale ingangen en via een extern LCP 601, communicatienetwerk, smartcard of geprogrammeerde autostart/-stop. Stel de commandobron in via Set-up Tools (Setuptools) of via parameter 1-1 Command Source (Commandobron).
Als het externe LCP is geïnstalleerd, biedt de toets [CMD/Menu] een snelkoppeling naar de commandobronfunctie in Set-up Tools (Setuptools).
6.4 Inbedrijfstelling
Bij de inbedrijfstelling kan de softstarter worden gestart en gestopt via het LCP. Druk op [] of [] om een functie te selecteren en druk vervolgens op [Menu/Store] om het geselecteerde commando naar de softstarter te verzenden. De beschikbare functies zijn:
Snelle stop (vrijloop)/reset.
Start.
Stop.
6.5 Bedrijfssimulatie
Context:
De functie Run Simulation (Bedrijfssimulatie) simuleert het starten, draaien en stoppen van de motor om na te gaan of de softstarter en de bijbehorende apparatuur correct zijn geïnstalleerd.
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 41
e77ha731.10
Run Simulation
Ready
Apply Start Signal
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
LE T OP
Onderbreek de netvoeding naar de softstarter als u de simulatiemodus wilt gebruiken.
De simulatiemodus is alleen beschikbaar wanneer de softstarter in de gereedtoestand is.
Procedure
1. Druk op [Menu] en selecteer Set-up Tools (Setuptools).
2. Ga naar Run Simulation (Bedrijfssimulatie) en druk op [Menu/Store].
3. Activeer een startcommando vanuit de geselecteerde commandobron.
De softstarter simuleert de controles vóór het starten en sluit het hoofdcontactorrelais. De Run-led knippert.
Setuptools
LE T OP
Als de netspanning is aangesloten, wordt er een foutmelding weergegeven.
4. Druk op [Menu/Store].
De softstarter simuleert het starten. De Run-led knippert.
5. Druk op [Menu/Store].
De softstarter simuleert het draaien.
6. Activeer een startcommando vanuit de geselecteerde commandobron.
De softstarter simuleert het stoppen. De Run-led knippert.
7. Druk op [Menu/Store].
De Gereed-led knippert en het hoofdcontactorrelais gaat open.
8. Druk op [Menu/Store].
De softstarter activeert en deactiveert elke programmeerbare uitgang.
9. Druk op [Menu/Store].
De softstarter keert terug naar Set-up Tools (Setuptools).
6.6 Instellingen laden/opslaan
Context:
Via Load/Save Settings (Instellingen laden/opslaan) kunt u:
De parameters van de softstarter weer instellen op de standaardwaarden.
Parameterinstellingen laden vanuit een intern bestand.
De huidige parameterinstellingen opslaan in een intern bestand.
Het interne bestand bevat standaardwaarden totdat er een gebruikersbestand wordt opgeslagen.
42 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
e77ha732.10
Load/Save Settings
Load Defaults
Load User Set
Save User Set
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Setuptools
Procedure
1. Druk op [Menu] en selecteer Set-up Tools (Setuptools).
2. Ga naar Load/Save Settings (Instellingen laden/opslaan) en druk op [Menu/Store].
3. Ga naar de gewenste functie en druk op [Menu/Store].
4. Selecteer bij de bevestigingsprompt Yes [Ja] om te bevestigen of No (Nee) om te annuleren.
5. Druk op [Menu/Store] om door te gaan.
Wanneer de actie is voltooid, wordt op het scherm kortstondig een bevestigingsbericht weergegeven voordat u terugkeert naar het vorige menuniveau.
6.7 Opslaan en laden via USB
Via het menu USB Save & Load (Opslaan en laden via USB) kunt u:
Parameterinstellingen en alle gegevens in de gebeurtenislog opslaan in een extern bestand (CSV-indeling).
Parameterinstellingen opslaan in een extern bestand (bedrijfseigen indeling).
Parameterinstellingen laden vanuit een eerder opgeslagen extern bestand.
Aangepaste meldingen laden voor weergave op het LCP wanneer een programmeerbare ingang actief is.
LE T OP
De VLT® Soft Starter MCD 600 ondersteunt FAT32-bestandssystemen. De USB-functies van de MCD 600 zijn niet compatibel met NTFS-bestandssystemen.
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 43
e77ha733.10
USB Save & Load
Save Params and Logs
Save Master Params
Load Master Params
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Setuptools
6.7.1 Procedure voor opslaan en laden
Procedure
1. Sluit het externe station aan op de USB-poort.
2. Druk op [Menu] en selecteer Set-up Tools (Setuptools).
3. Ga naar USB Save & Load (USB opslaan en laden) en druk op [Menu/Store].
4. Ga naar de gewenste functie en druk op [Menu/Store].
5. Selecteer bij de bevestigingsprompt Yes [Ja] om te bevestigen of No (Nee) om te annuleren.
6. Druk op [Menu/Store] om door te gaan.
Wanneer de actie is voltooid, wordt op het scherm kortstondig een bevestigingsbericht weergegeven en keert u vervolgens terug naar het vorige menuniveau.
6.7.2 Bestandslocaties en -indelingen
Parameters en logs opslaan
De softstarter maakt op het hoogste niveau van het USB-station een map aan met als naam het serienummer van de softstarter. De gebeurtenislog en de parameterinstellingen worden opgeslagen als afzonderlijke CSV-bestanden, terwijl de software- en systeemgegevens van de softstarter worden opgeslagen in een tekstbestand.
Masterparameters opslaan
De softstarter maakt een bestand met de naam Master_Parameters.par aan en slaat dit op het USB-station op.
Masterparameters laden
De softstarter laadt het bestand Master_Parameters.par vanuit het hoogste niveau van het USB-station. De bestanden kunnen worden aangemaakt of bewerkt met behulp van de VLT® Motion Control Tool MCT 10. Download de MCT-10 tool via www.danfoss.com/en/ service-and-support/downloads/dds/vlt-motion-control-tool-mct-10/.
Aangepaste melding laden
De softstarter laadt de bestanden Custom_Message_A.txt en Custom_Message_B.txt vanuit het hoogste niveau van het USB-station.
44 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
e77ha730.10
e77ha734.10
Auto-Start/Stop
Start/Stop Mode
Start/Stop Sunday
Start/Stop Monday
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Afbeelding 13: USB-map
Setuptools
6.8 Autostart/-stop
Context:
De softstarter kan zo worden geconfigureerd dat die de motor automatisch start en/of stopt op een specifieke tijd of laat werken in cycli van een gespecificeerde tijdsduur.
De functie Auto-Start/Stop (Autostart/-stop) in Set-up Tools (Setuptools) biedt snelle toegang tot de parameters voor autostart/-stop.
Procedure
1. Druk op [Menu] en selecteer Set-up Tools (Setuptools).
2. Ga naar Auto-Start/Stop (Autostart/-stop) en druk op [Menu/Store].
3. Ga naar de gewenste functie en druk op [Menu/Store].
4. Pas de instellingen waar nodig aan:
A Druk op [Menu/Store] en [Back] om te selecteren welke gegevens u wilt bewerken.
B Druk [] of [] om de waarde te wijzigen.
Druk op [Menu/Store] om wijzigingen op te slaan. De softstarter bevestigt de wijzigingen. Druk op [Back] om de wijzigingen te annuleren.
6.9 Netwerkadres
Om de VLT® Soft Starter MCD 600 op een Ethernetnetwerk te gebruiken, moet u afzonderlijke adressen configureren voor:
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 45
e77ha735.10
Set IP Address
192.168.000.002
e77ha711.10
Digital I/O State
Inputs: 0100
Outputs: 100
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
IP-adres.
Gatewayadres.
Subnetmasker.
6.9.1 Een netwerkadres instellen
Procedure
1. Druk op [Menu] en selecteer Set-up Tools (Setuptools).
2. Ga naar Network Address (Netwerkadres) en druk op [Menu/Store].
3. Ga naar de gewenste functie en druk op [Menu/Store].
Setuptools
4. Het 1e cijfer van het adres wordt gemarkeerd.
5. Druk op [Back] en [Menu/Store] om te selecteren welk cijfer u wilt wijzigen.
6. Druk [] of [] om de waarde te wijzigen.
7. Druk na het laatste cijfer op [Menu/Store] om de instelling op te slaan.
Wanneer de actie is voltooid, wordt op het scherm kortstondig een bevestigingsbericht weergegeven en keert u vervolgens terug naar het vorige menuniveau.
LE T OP
U kunt de netwerkadressen ook instellen met behulp van parameter 12-8 tot en met 12-19.
LE T OP
Gebruik parameter 12-1 tot en met 12-7 als u de softstarter wilt configureren voor gebruik met andere communicatieprotocollen.
6.10 Toestand digitale I/O
Afbeelding 14: Statusscherm digitale I/O
46 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
AO-08
AO-07
DI-B
DI-A
COM+
START
COM+
RESET
TER-06
TER-05
3433232221
14
13
e77ha717.10
7
6
5
4
32
1
e77ha736.10
Analog I/O State
Thermistor: 0
4-20 mA Output: 04.0 mA
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
1 RESET, COM+: Resetingang
2 START, COM+: Start/stop-ingang
3 DI-A, COM+: Programmeerbare ingang A
4 DI-B, COM+: Programmeerbare ingang B
5 13, 14: Hoofdcontactoruitgang
6 21, 22, 23: Relaisuitgang A
Setuptools
7 33, 34: Relaisuitgang B
Afbeelding 15: Positie van digitale I/O's
6.11 Toestand analoge I/O
De bovenste regel van het scherm toont de toestand van de motorthermistoringang. De onderste regel van het scherm toont de waarde van de analoge uitgang.
Afbeelding 16: Statusscherm analoge I/O
Thermistoringang
S Kort
H Warm
C Koud
O Open
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 47
e77ha789.10
Serial Number & Rating
MCD 600
123456-123
0410-T5-S1-CV2
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
6.12 Serienummer en nominale waarden
De bovenste regel van het scherm toont de productnaam.
De middelste regel toont het serienummer van de eenheid.
De onderste regel van het scherm toont het modelnummer.
Afbeelding 17: Scherm met serienummer en nominale waarden
6.13 Softwareversies
Setuptools
Het softwareversiescherm toont de versie van elke softwarecomponent van de softstarter:
Gebruikersinterface.
Motorbesturing.
Extern LCP (indien aangesloten).
Parameterlijst.
Bootloader.
Uitbreidingskaart (indien geïnstalleerd).
LE T OP
Bijgewerkte software, inclusief alternatieve talen, kunnen zo nodig via de USB-poort in de softstarter worden geladen. Neem voor meer informatie contact op met de leverancier in uw regio.
6.14 Thermistorreset
De thermistoringang is standaard uitgeschakeld maar wordt automatisch geactiveerd wanneer er een thermistor wordt gedetecteerd. Als er eerder thermistoren waren aangesloten op de softstarter, maar deze zijn niet meer nodig, schakel de thermistor dan uit met behulp van de thermistorresetfunctie.
6.15 Thermisch model resetten
De thermische-modelleringssoftware in de softstarter bewaakt de motorprestaties continu. Daardoor kan de softstarter op elk moment de motortemperatuur en de kans op een succesvolle start berekenen.
Het thermische model kan zo nodig worden gereset.
48 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
LE T OP
GEREDUCEERDE LEVENSDUUR VAN MOTOR
Het resetten van het thermische motormodel ondermijnt de beschermende werking van het thermische model en kan ook de levensduur van de motor negatief beïnvloeden.
Reset het thermische model uitsluitend in een noodsituatie.
-
Setuptools
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 49
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600

Logs

7 Logs
7.1 Inleiding
De logmenu's bieden informatie over gebeurtenissen, uitschakelingen (trips) en de prestaties van de softstarter.
Om naar het logmenu op het lokale LCP te gaan, drukt u op [Menu] en selecteert u vervolgens Logs. Op het externe LCP drukt u op [Logs].
7.2 Gebeurtenislog
In de gebeurtenislog worden gegevens opgeslagen over de meest recente uitschakelingen (trips), waarschuwingen en bewerkingen (waaronder starts, stops en configuratiewijzigingen).
Gebeurtenis 1 is de meeste recente en gebeurtenis 384 de oudste gebeurtenis die is opgeslagen.
LE T OP
De gebeurtenislog kan naar een extern bestand worden geëxporteerd voor analyse op een andere locatie.
Zie 6.7.2 Bestandslocaties en -indelingen.
7.3 Tellers
De tellers slaan statische gegevens over de werking van de softstarter op:
Draaiuren (totaal en sinds de laatste tellerreset).
Aantal starts (totaal en sinds de laatste tellerreset).
Aantal keren dat het thermische model is gereset.
7.3.1 De tellers weergeven
Procedure
1. Open de Logs; zie 7.1 Inleiding.
2. Ga naar Counters (Tellers) en druk op [Menu/Store].
3. Druk op [] of [] om door de tellers te schuiven.
4. Druk op [Menu/Store] om details weer te geven.
5. Om een teller te resetten, drukt u op [Menu/Store] en vervolgens op [] of [] om Reset (Resetten)/Do Not Reset (Niet resetten) te
selecteren.
6. Druk op [Store] om de actie te bevestigen.
7. Druk op [Menu/Store] om de teller te sluiten en terug te keren naar Logs.
50 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
READY
RUN
TRIP LOCAL
Menu Store
Back
Reset
1
2
3
e77ha715.10
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
8 LCP en terugkoppeling
8.1 Lokaal LCP en terugkoppeling

LCP en terugkoppeling

1 Vierregelig display voor status- en programmeergegevens.
2 Statusleds.
3 Menunavigatietoetsen: Back: sluit het menu of de
parameter of annuleer een parameterwijziging. Met deze toets kunt u ook een uitschakeling (trip) opheffen.
Afbeelding 18: Lokaal LCP
Menu/Store: open een menu of parameter of sla een parameterwijziging op.
Pijlen: ga naar het volgende/ vorige menu of de volgende/ vorige parameter, wijzig de instelling van de huidige parameter of schuif door de statusschermen.
8.2 Extern LCP
U kunt de softstarter via het externe LCP regelen als parameter 1-1 Command Source (Commandobron is ingesteld op Remote Keypad (Extern bedieningspaneel).
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 51
READY RUN TRIP
LOCAL
RESET
LOGS
Alt
GRAPH
TOOLS
CMD
MENU
MENU STORE
BACK
e77ha716.10
1
2
3
4
5
6
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
LCP en terugkoppeling
Als het externe LCP niet is geselecteerd als de commandobron, hebben [Start], [Stop] en [Reset] geen effect.
De menunavigatietoetsen en het display op het externe LCP zijn altijd actief.
Als er op het externe LCP een toets worden ingedrukt, wordt het display op het externe LCP daarop aangepast.
LE T OP
Het externe LCP kan veilig worden aangesloten of verwijderd terwijl de softstarter draait. Het is niet nodig om de netvoeding of de stuurspanning te onderbreken.
LE T OP
Als parameter 1-1 Command Source (Commandobron) is ingesteld op Remote Keypad (Extern bedieningspaneel), veroorzaakt het verwijderen van het externe LCP een uitschakeling (trip).
1 Vierregelig display voor status- en programmeergegevens.
2 Statusleds.
3 Menunavigatietoetsen: Back: sluit het menu of de
4 Snelkoppeling naar het commandobronmenu in Set-up Tools (Setuptools).
parameter of annuleer een parameterwijziging.
5 Lokale bedieningstoetsen.
52 | Danfoss A/S © 2018.10
Menu/Store: open een menu of parameter of sla een parameterwijziging op.
Pijltoetsen: ga naar het volgende/ vorige menu of de volgende/vorige parameter, wijzig de instelling van de huidige parameter of schuif door de statusschermen.
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Ready Run Trip Local
e77ha724.10
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
LCP en terugkoppeling
6 Sneltoetsen voor snelle
toegang tot veelgebruikte taken:
Afbeelding 19: Extern LCP
Logs: open het logmenu.
Graph: selecteer welke grafiek u wilt weergeven, of zet de grafiek op pauze / start deze weer (langer dan 0,5 s ingedrukt houden).
8.3 Het displaycontrast aanpassen
Context:
LE T OP
Het lokale en het externe LCP kunnen afzonderlijk worden aangepast.
1. Houd [Back] ingedrukt.
2. Druk op [] om het display lichter te maken of druk op [] om het display donkerder te maken.
8.4 Statusleds softstarter
Tools: open Set-up Tools (Setuptools).
Afbeelding 20: Statusleds op LCP
Tabel 17: Beschrijving leds
Naam led Aan Knippert
Ready De motor is gestopt en de softstarter is
gereed om te starten.
Run De motor is in de draaitoestand (ont-
vangt volledige spanning).
Trip De softstarter is uitgeschakeld (trip). De softstarter is in een waarschuwingstoestand.
Local De softstarter wordt geregeld via een
extern LCP.
Als alle leds uit zijn, ontvangt de softstarter geen stuurspanning.
De motor is gestopt en de softstarter is niet gereed om te starten:
Wacht op de herstartvertraging (parameter 5-16 Restart Delay (Herstart- vertraging)).
De thermische modellen geven aan dat de softstarter en/of de motor te warm is om veilig te starten.
De resetingang (RESET, COM+) is open.
De motor is bezig met starten of stoppen.
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 53
e77ha790.10
WELCOME
01.01/01.00/01.00
MCD6-0069B-T5-S1-CV2
1
2
e77ha791.10
69.0 A
Running
69.0 A 415 V
1
2 3
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
LCP en terugkoppeling
8.5 Displays
8.5.1 Informatie softstarter
Bij het inschakelen toont het softstarterinformatiescherm details over de specificaties, de softwareversies en het serienummer van de softstarter.
1 Softwareversie: Gebruikersinterface, motorregeling, extern LCP
2 Modelcode: Nominale stroom, netspanning, framegrootte, stuurspanning (softwareversie van extern LCP wordt alleen
weergegeven als er een extern LCP is aangesloten)
Afbeelding 21: Welkomstscherm
8.5.2 Configureerbare terugkoppelingsschermen
Selecteer de informatie die u op het display wilt weergeven. Druk op [] of [] om tussen de 2 configureerbare schermen te schakelen.
1 Bedrijfsstroom motor
2 Status softstarter
3 Parameter 10-8 User Parameter 1 (Gebruikersparameter 1) en parameter 10-9 User Parameter 2 (Gebruikersparameter 2)
Afbeelding 22: Statusscherm softstarter
54 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
e77ha792.10
Motor pf
Motor power
1
2
3
Mains Frequency 59.7 Hz
1.01
37.0 kW
4 Motor Temp 85%
e77ha793.10
69.0 A
Last start
350% FLC
1
2 3
010s
D Temp 5%
4
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
LCP en terugkoppeling
1 Parameter 10-10 User Parameter 3 (Gebruikersparameter 3) (standaard: Mains frequency (Netfrequentie))
2 Parameter 10-11 User Parameter 4 (Gebruikersparameter 4) (standaard: Power factor (Arbeidsfactor))
3 Parameter 10-12 User Parameter 5 (Gebruikersparameter 5) (standaard: Motor running power (Bedrijfsvermogen motor))
4 Parameter 10-13 User Parameter 6 (Gebruiksparameter 6) (standaard: Motor temperature (Motortemperatuur))
Afbeelding 23: Door de gebruiker te configureren scherm
8.5.3 Bedrijfsterugkoppelingsschermen
De bedrijfsterugkoppelingsschermen tonen de bedrijfsstroom van de motor op de bovenste helft van het scherm. Gebruik [] en [] om te selecteren welke informatie er op de onderste helft wordt weergegeven.
Realtime netstroom op elke fase.
Informatie over de laatste start.
Datum en tijd.
1 Bedrijfsstroom motor
2 Startduur (seconden)
3 Maximale startstroom die wordt afgenomen (als een percentage van de vollaststroom van de motor)
4 Berekende stijging van de motortemperatuur
Afbeelding 24: Bedrijfsterugkoppelingsschermen
8.5.4 Prestatiegrafiek
De prestatiegrafiek biedt een realtime weergave van de bedrijfsprestaties. Gebruik parameter 10-2 tot en met 10-5 om de indeling van de grafiek te bepalen.
Het display van het hoofd-LCP toont informatie over de motorstroom.
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 55
e77ha757.10
000.0 A 0-400%
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
LCP en terugkoppeling
Bij gebruik van een extern LCP drukt u op [Graph] om de grafiekgegevens te wijzigen. De grafiek kan de volgende gegevens weergeven:
Motorstroom.
Motortemperatuur.
Arbeidsfactor van de motor.
Analoge ingangsgegevens vanuit de smartcard (indien geïnstalleerd).
56 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600

Werking

9 Werking
9.1 Start-, stop- en resetcommando's
De VLT® Soft Starter MCD 600 kan worden gestart en gestopt via de digitale ingangen en via een extern LCP, communicatienetwerk, smartcard of geprogrammeerde autostart/-stop. De commandobron is in te stellen via Set-up Tools (Setuptools) of via parameter 1-1 Command Source (Commandobron).
De MCD 600 accepteert alleen start- en resetcommando's van de ingestelde commandobron.
De MCD 600 accepteert stopcommando's van de ingestelde commandobron, maar een stop kan ook worden geforceerd door de resetingang te openen of door de start-/stopingang te openen tijdens een autostart/-stopcyclus.
U kunt de geprogrammeerde ingang gebruiken om de geselecteerde commandobron te onderdrukken (zie parameter 7-1 Input A Function (Functie ingang A)).
9.2 Onderdrukking commando
U kunt de geprogrammeerde ingang (DI-A, COM+) gebruiken om de commandobron te onderdrukken in situaties waarbij het normale regelmechanisme is uitgevallen. Stel parameter 7-1 Input A Function (Functie ingang A) in op de alternatieve regelbron (bijvoorbeeld Command Override: Keypad (Commando onderdrukken: Bedieningspaneel)).
Zolang de ingang actief is, accepteert de softstarter alleen commando's vanuit de geselecteerde onderdrukkingsbron. Om de regeling via de in parameter 1-1 Commando Source (Commandobron) geselecteerde commandobron te herstellen opent u de ingang weer.
9.3 Autostart/-stop
De softstarter kan zo worden geconfigureerd dat die de motor automatisch start en/of stopt op een specifieke tijd of laat werken in cycli van een gespecificeerde tijdsduur.
LE T OP
Startvertraging, herstartvertraging en autoresetvertraging hebben allemaal betrekking op de autostartfunctie.
9.3.1 Klokmodus
De softstarter kan de motor eenmaal per dag starten en/of stoppen.
Om de klokmodus te gebruiken:
Parameter 4-1 Auto-Start/Stop Mode (Autostart-/stopmodus moet zijn ingesteld op Enable (Inschakelen).
Parameter 1-1 Command Source (Commandobron) moet zijn ingesteld op Clock (Klok).
De resetingang moet gesloten zijn.
De startingang (START, COM+) moet actief zijn. Dit maakt het mogelijk om de softstarter in een noodsituatie te stoppen via de digitale ingangen.
De werking van de klokmodus wordt bepaald door parameter 4-4 tot en met 4-24.
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 57
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Werking
9.3.2 Timermodus
De softstarter kan de motor automatisch stoppen na een gespecificeerde draaitijd en weer starten na een gespecificeerde uit (gestopt)-tijd. De softstarter herhaalt de cyclus zolang het startsignaal actief blijft.
Om de timermodus te gebruiken:
Parameter 4-1 Auto-Start/Stop Mode (Autostart-/stopmodus moet zijn ingesteld op Enable (Inschakelen).
Parameter 1-1 Command Source (Commandobron) moet zijn ingesteld op Timer.
De resetingang moet gesloten zijn.
Het commando voor de eerste start moet worden gegeven via een startsignaal.
De werking van de timermodus wordt bepaald door parameter 4-2 tot en met 4-3.
9.4 PowerThrough
PowerThrough stelt de softstarter in staat om de motor te blijven regelen, ook als de softstarter op 1 fase beschadigd is. VLT® Soft Starter MCD 600 gebruikt 2-faseregelingstechnieken om een zachte start en een zachte stop van de motor uit te voeren.
LE T OP
De softstarter wordt uitgeschakeld (trip) door Lx-Tx Shorted (Lx-Tx kortgesloten) bij de eerste startpoging nadat er stuurspanning wordt geschakeld. PowerThrough werkt niet als de stuurspanning tussen starts wordt uit- en weer ingeschakeld.
PowerThrough is alleen beschikbaar bij inline-installaties. Als de softstarter op basis van interne driehoek is geïnstalleerd, werkt PowerThrough niet.
PowerThrough blijft actief totdat 3-Phase Control Only (Alleen 3-faseregeling) weer wordt geselecteerd. Als PowerThrough actief is, knippert de Trip-led en toont het display de melding 2 Phase - Damaged SCR (2-fase - SCR beschadigd).
Werking in PowerThrough biedt geen ondersteuning voor zacht starten en stoppen op basis van een adaptieve regeling. Als PowerThrough actief is, selecteert de softstarter automatisch de opties zachte start met constante stroom en zachte stop met getimede spanningsuitloop. Als PowerThrough is ingeschakeld, moeten de waarden van parameter 2-3 en 2-4 hierop worden afgestemd.
LE T OP
PowerThrough maakt gebruik van een 2-fasesoftstarttechnologie die extra aandacht vereist bij de dimensionering van circuitbreakers en beveiligingen. Vraag de leverancier in uw regio om advies.
9.5 Emergency Mode (Calamiteitenmodus)
In de calamiteitenmodus kan de softstarter de motor door laten draaien en uitschakelingscondities (trips) negeren.
De calamiteitenmodus wordt bestuurd via een programmeerbare ingang (ingang A DI-A, COM+ of ingang B DI-B, COM+). Parameter

7-1 Input A Function (Functie ingang A)/parameter 7-5 Input B Function (Functie ingang B) moet worden ingesteld op Emergency Mode (Calamiteitenmodus). De calamiteitenmodus wordt geactiveerd vanwege een gesloten circuit over DI-A, COM+. Wanneer de softstarter

een startcommando ontvangt, blijft hij draaien totdat hij een stopcommando ontvangt en worden alle uitschakelingen (trips) en waarschuwingen genegeerd.
De calamiteitenmodus kan worden gebruikt bij elke commandobron.
58 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Werking
LE T OP
Hoewel de werking in de calamiteitenmodus voldoet aan de functie-eisen van een brandmodus, raadt Danfoss het gebruik ervan af in situaties waarbij de functie moet worden getest en/of aan specifieke normen moet voldoen, aangezien deze functie niet gecertificeerd is.
LE T OP
GEREDUCEERDE LEVENSDUUR VAN APPARATUUR
Langdurig gebruik van de calamiteitenmodus wordt afgeraden. De calamiteitenmodus kan de levensduur van de softstarter en/of de motor verkorten omdat alle beveiligingen en uitschakelingen (trips) gedeactiveerd zijn. De productgarantie vervalt als de softstarter in de calamiteitenmodus wordt gebruikt.
Laat de softstarter niet continu in de calamiteitenmodus werken.
-
9.6 Externe uitschakeling (trip)
Er kan een extern uitschakelingscircuit (zoals een lagedrukalarmschakelaar voor een pompsysteem) worden gebruikt om de softstarter uit te schakelen (trip) en de motor te stoppen. Het externe circuit wordt aangesloten op een programmeerbare ingang (ingang A DI-A, COM+ of ingang B DI-B, COM+). Stel de volgende parameters in om het gedrag van de uitschakeling (trip) te bepalen:
Parameter 7-1 Input A Function (Functie ingang A): Selecteer Input Trip (N/O) (Uitschakeling ingang (NO)).
Parameter 7-2 Input A Trip (Uitschakeling ingang A): Stel in op de gewenste waarde. Zo zorgt Run Only (Alleen tijdens draaien) er bijvoorbeeld voor dat de uitschakeling (trip) van de ingang alleen kan plaatsvinden wanneer de softstarter draait.
Parameter 7-3 Input A Trip Delay (Uitschakelvertraging ingang A): Bepaalt de vertragingstijd tussen activering van de ingang en uitschakeling (trip) van de softstarter.
Parameter 7-4 Input A Initial Delay (Startvertraging ingang A): Bepaalt hoelang de softstarter na ontvangst van een startsignaal wacht voordat hij de toestand van de ingang gaat bewaken. Er kan bijvoorbeeld een vertraging vereist zijn om de leidingdruk op te bouwen.
Parameter 7-10 Input A Name (Naam ingang A): Selecteer een naam, bijvoorbeeld Input A Trip (Uitschakeling ingang A) (optioneel).
9.7 Typische regelmethoden
De vereisten voor een toepassing verschillen per installatie, maar de hieronder vermelde methoden zijn een goed uitgangspunt voor veelgebruikte toepassingen.
Tabel 18: Typische regelmethoden
Toepassing Startmodus Aanloop-
tijd bij start [s]
Boegschroef Constante stroom 5 100 400 Vrijloop n.v.t.
Centrifuge (scheider) Constante stroom 1 200 450 Vrijloop n.v.t.
Verspaner Constante stroom 1 200 450 Vrijloop n.v.t.
Compressor – zuiger – belast Constante stroom 1 200 450 Vrijloop n.v.t.
Compressor – zuiger – onbe­last
Constante stroom 1 200 400 Vrijloop n.v.t.
Startst­room (%FLC)
Stroomgrens (%FLC)
Stopmodus Stoptijd
[s]
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 59
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Werking
Toepassing Startmodus Aanloop-
tijd bij start [s]
Compressor – schroef – be­last
Compressor – schroef – on­belast
Transportband – horizontaal Constante stroom 5 200 400 Zachte stop met
Transportband – helling Constante stroom 2 200 450 Vrijloop n.v.t.
Emmerelevator – verticaal Constante stroom 2 200 450 Vrijloop n.v.t.
Breker – kegel Constante stroom 1 200 350 Vrijloop n.v.t.
Breker – kaak Constante stroom 1 200 450 Vrijloop n.v.t.
Breker – roterend Constante stroom 1 200 400 Vrijloop n.v.t.
Ontschorser Constante stroom 1 200 350 Vrijloop n.v.t.
Ventilator – axiaal (gedempt) Constante stroom 1 200 350 Vrijloop n.v.t.
Ventilator – axiaal (onge­dempt)
Ventilator – centrifugaal (ge­dempt)
Constante stroom 1 200 400 Vrijloop n.v.t.
Constante stroom 1 200 350 Vrijloop n.v.t.
Constante stroom 1 200 450 Vrijloop n.v.t.
Constante stroom 1 200 350 Vrijloop n.v.t.
Startst­room (%FLC)
Stroomgrens (%FLC)
Stopmodus Stoptijd
[s]
10
TVR
Ventilator – centrifugaal (on­gedempt)
Ventilator – hoge druk Constante stroom 1 200 450 Vrijloop n.v.t.
Molen – kogel Constante stroom 1 200 450 Vrijloop n.v.t.
Molen – hamer Constante stroom 1 200 450 Vrijloop n.v.t.
Pomp – put Adaptieve regeling
Pomp – centrifugaal Adaptieve regeling
Pomp – hydraulisch Constante stroom 2 200 350 Vrijloop n.v.t.
Pomp – verdringer Adaptieve regeling
Pomp – dompel Adaptieve regeling
Zaag – bandzaag Constante stroom 1 200 450 Vrijloop n.v.t.
Zaag – cirkel Constante stroom 1 200 350 Vrijloop n.v.t.
Constante stroom 1 200 450 Vrijloop n.v.t.
(vroege versnelling)
(vroege versnelling)
(constante versnel­ling)
(vroege versnelling)
3 n.v.t. 500 Adaptieve regel-
ing (late vertrag­ing)
10 n.v.t. 500 Adaptieve regel-
ing (late vertrag­ing)
10 n.v.t. 400 Adaptieve regel-
ing (constante vertraging)
5 n.v.t. 500 Adaptieve regel-
ing (late vertrag­ing)
3
15
10
5
Versnipperaar Constante stroom 1 200 450 Vrijloop n.v.t.
60 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
10 20 30 40 50 60 70 80 90
1
3
2
%
%
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
9.8 Zachte-startmethoden
9.8.1 Constant Current (Constante stroom)
Een constante stroom is de traditionele vorm van zacht starten. Daarbij wordt de stroom van 0 naar een gespecificeerd niveau verhoogd en wordt de stroom constant op dat niveau gehouden totdat de motor op snelheid is gekomen.
Starten met constant stroom is ideaal voor toepassingen waarbij de startstroom onder een bepaald niveau moet blijven.
Werking
1 Startstroom (ingesteld in parameter 2-3 Initial Current (Startstroom))
2 Stroomgrens (ingesteld in parameter 2-4 Current Limit (Stroomgrens))
3 Vollaststroom
Afbeelding 26: Voorbeeld van constante stroom
9.8.2 Constante stroom met stroomaanloop
Bij een zachte start met stroomaanloop wordt de stroom vanaf een gespecificeerd startniveau (1) in de loop van een bepaalde periode (2) verhoogd tot aan een bovengrens (3).
Starten met stroomaanloop kan nuttig zijn voor toepassingen waarbij:
De belasting per start kan variëren (bijvoorbeeld een transportband die belast of onbelast kan starten). Stel parameter 2-3 Initial
Current (Startstroom) in op een niveau dat geschikt is om de motor met een lichte belasting te starten. Stel vervolgens parameter 2-4 Current Limit (Stroomgrens) in op een niveau dat geschikt is om de motor met een zware belasting te starten.
De belasting komt gemakkelijk in beweging, maar de starttijd moet worden verlengd (bijvoorbeeld bij een centrifugaalpomp waarbij de leidingdruk langzaam moet worden opgebouwd).
De elektriciteitsvoorziening is beperkt (bijvoorbeeld een aggregaat) en door de belasting trager op te bouwen, heeft de voeding meer tijd om te reageren.
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 61
10 20 30 40
50
60 70 80 90
1
4
3
2
%
%
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
4
1
2
3
%
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
1 Parameter 2-3 Initial Current (Startstroom)
2 Parameter 2-2 Start Ramp Time (Aanlooptijd start)
3 Parameter 2-4 Current Limit (Stroomgrens)
Werking
4 Vollaststroom
Afbeelding 27: Voorbeeld van zachte start met stroomaanloop
9.8.3 Starten met adaptieve regeling
Bij een zachte start met adaptieve regeling past de softstarter de stroom aan om de motor binnen een gespecificeerde tijd te starten op basis van een geselecteerd versnellingsprofiel.
LE T OP
De softstarter past de stroomgrens toe op alle zachte starts, ook bij een adaptieve regeling. Als de stroomgrens te laag is of de aanlooptijd bij het starten (ingesteld in parameter 2-2 Start Ramp Time (Aanlooptijd start)) te kort is, start de motor mogelijk niet goed.
1 Vroege versnelling
62 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
10 20 30 40 50 60 70 80 90
1
5
4
6
3
2
%
%
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
2 Constante versnelling
3 Late versnelling
4 Parameter 2-2 Start Ramp Time (Aanlooptijd start)
Afbeelding 28: Voorbeeld van een start met adaptieve regeling (parameter 2-5 Adaptive Start Profile (Adaptief startprofiel))
Werking
9.8.3.1 Adaptieve regeling afstellen
Pas parameter 2-12 Adaptive Control Gain (Versterking adaptieve regeling) aan als de motor niet soepel start of stopt. De versterkingswaarde bepaalt hoeveel de softstarter toekomstige starts en stops via de adaptieve regeling aanpast op basis van de informatie van de eerdere start. De versterkingswaarde is van invloed op zowel de start- als de stopprestaties.
Als de motor aan het eind van een start of stop te snel versnelt of vertraagt, moet u de versterkingswaarde met 5-10% verhogen.
Als het motortoerental tijdens het starten of stoppen fluctueert, moet u de versterkingswaarde iets verlagen.
LE T OP
De softstarter stemt de adaptieve regeling af op de motor. Als u de volgende parameters wijzigt, wordt de adaptieve regeling gereset. De eerstvolgende start-/stopcyclus zal dan gebruikmaken van een start met constante stroom en een stop met getimede spanningsuitloop: Parameter 1-2 Motor Full Load Current (Vollaststroom motor), parameter 2-4 Current Limit (Stroomgrens) en parameter 2-12 Adaptive Gain (Adaptieve versterking).
9.8.4 Constante stroom met kickstart
Kickstart levert een korte koppelboost aan het begin van een start en kan worden gebruikt in combinatie met starten met stroomaanloop of constante stroom.
Kickstart kan worden gebruikt bij het starten van belastingen die een hoog startkoppel vereisen maar vervolgens gemakkelijk versnellen (zoals excentrische schroefpompen).
1 Parameter 2-7 Kickstart Level (Kickstartniveau)
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 63
70 60 50
30
10
40
20
80
90
1
%
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Werking
2 Parameter 2-6 Kickstart Time (Kickstarttijd)
3 Parameter 2-3 Initial Current (Startstroom)
4 Parameter 2-2 Start Ramp Time (Aanlooptijd start)
5 Parameter 2-4 Current Limit (Stroomgrens)
6 Vollaststroom
Afbeelding 29: Voorbeeld van kickstart in combinatie met constante stroom
9.9 Stopmethoden
9.9.1 Vrijloop
Vrijloop laat de motor op eigen tempo afremmen zonder dat dit door de softstarter wordt geregeld. De tijd die nodig is om te stoppen, hangt af van het type belasting.
9.9.2 Getimede spanningsuitloop
Een getimede spanningsuitloop (TVR – timed voltage ramp) verlaagt de spanning naar de motor geleidelijk, in de loop van een gedefinieerde tijd. Hierdoor kan de stoptijd van de motor worden verlengd en kunnen kortstondige pieken op aggregaatvoedingen worden voorkomen.
LE T OP
De belasting kan blijven draaien nadat de stopuitloop is voltooid.
1 Parameter 2-10 Stop Time (Stoptijd)
Afbeelding 30: Voorbeeld van TVR
64 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
1
2
4
3
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Werking
9.9.3 Stoppen met adaptieve regeling
Bij een zachte stop met adaptieve regeling past de softstarter de stroom aan om de motor binnen een gespecificeerde tijd te laten stoppen op basis van een geselecteerd vertragingsprofiel. Een adaptieve regeling kan nuttig zijn om de stoptijd van belastingen met een lage massatraagheid te verlengen.
Als er een adaptieve regeling wordt geselecteerd, maakt de eerstvolgende stop gebruik van TVR. Hierdoor kan de softstarter de karakteristieken van de aangesloten motor leren kennen. Die motorgegevens worden door de softstarter gebruikt tijdens daaropvolgende stops met adaptieve regeling.
LE T OP
Een adaptieve regeling vertraagt de motor niet actief en stopt de motor ook niet sneller dan een vrijloop. Gebruik een rem om de stoptijd van belastingen met een hoge massatraagheid te verkorten.
LE T OP
Een adaptieve regeling regelt het toerentalprofiel van de motor, binnen de geprogrammeerde tijdslimiet. Dat kan resulteren in een hoger stroomniveau dan bij traditionele regelmethoden.
Bij vervanging van een motor die is aangesloten op een softstarter die is geprogrammeerd voor starten of stoppen met een adaptieve regeling, moet de softstarter de karakteristieken van de nieuwe motor leren kennen. Wijzig de waarde van parameter 1-2 Motor Full Load Current (Vollaststroom motor) of parameter 2-12 Adaptive Control Gain (Versterking adaptieve regeling) om het nieuwe leerproces te starten. De eerstvolgende start maakt gebruik van constante stroom en de daaropvolgende stop maakt gebruik van TVR.
1 Vroege vertraging
2 Constante vertraging
3 Late vertraging
4 Parameter 2-10 Stop Time (Stoptijd)
Afbeelding 31: Voorbeeld van een stop met adaptieve regeling (parameter 2-11 Adaptive Stop Profile (Adaptief stopprofiel))
Een adaptieve regeling is ideaal voor pomptoepassingen, waarbij de regeling de schadelijke effecten van waterslag kan minimaliseren. Test de 3 profielen om het beste profiel voor de toepassing te bepalen.
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 65
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Adaptief stopprofiel Toepassing
Late vertraging Systemen met een hoge opvoerhoogte waarbij zelfs een kleine verlaging van het motor-/pomptoerental
leidt tot een snelle overgang tussen voorwaartse flow en achterwaartse flow.
Constante vertraging Lage tot gemiddelde opvoerhoogte, toepassingen met hoog debiet waarbij de vloeistof een hoog
momentum heeft.
Vroege vertraging Openpompsystemen waarbij de vloeistof door de pomp heen moet teruglopen zonder dat de pomp
daardoor in omgekeerde richting wordt aangedreven.
Werking
9.9.4 DC-rem
Een rem beperkt de tijd die nodig is om de motor te stoppen.
Tijdens het remmen kan de motor meer geluid produceren. Dat is normaal bij het gebruik van een motor om te remmen.
LE T OP
Bij gebruik van een DC-rem moet de netvoeding in positieve fasevolgorde zijn aangesloten op de softstarter (ingangsklem L1, L2, L3).
LE T OP
MOTORSCHADE
Als de instelling voor het remkoppel te hoog is, stopt de motor vóór het einde van de remtijd en loopt de motortemperatuur onnodig op, wat schade kan veroorzaken. Een hoge instelling van het remkoppel kan er ook toe leiden dat er piekstromen tot motor-DOL worden afgenomen terwijl de motor aan het stoppen is.
Een zorgvuldige configuratie is vereist om een veilige werking van de softstarter en de motor te waarborgen.
-
Verzeker u ervan dat u de juiste veiligheidszekeringen selecteert voor installatie in het aftakcircuit van de motor.
-
LE T OP
KANS OP OVERVERHITTING
Bij gebruik van een rem warmt de motor sneller op dan de waarde die wordt berekend door het thermische model van de motor.
Installeer een motorthermistor of zorg voor een adequate herstartvertraging (ingesteld in parameter 5-16 Restart Delay
-
(Herstartvertraging)).
66 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
70
0
30
1
2
3
%
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
1 Parameter 2-10 Stop Time (Stoptijd)
2 Parameter 2-16 Brake Time (Remtijd)
3 Vrijlooptijd
Werking
Afbeelding 32: Voorbeeld van remtijd
Parameterinstellingen:
Parameter 2-9 Stop Mode (Stopmodus): Stel in op DC Brake (DC-rem).
Parameter 2-10 Stop Time (Stoptijd): Dit is de totale remtijd (1) en deze moet voldoende veel langer worden ingesteld dan de remtijd (in parameter 2-16 DC Brake Time (DC-remtijd)) om het motortoerental tijdens de voorremfase te kunnen verlagen tot ongeveer 70%. Als de stoptijd te kort is, mislukt het remmen en blijft de motor vrijlopen tot hij tot stilstand komt.
Parameter 2-15 DC Brake Torque (DC-remkoppel): Stel in op de waarde die nodig is om de belasting te vertragen. Bij een te lage waarde komt de motor niet volledig tot stilstand en gaat hij na de remtijd vrijlopen tot hij tot stilstand komt.
Parameter 2-16 DC Brake Time (DC-remtijd): Stel deze parameter in op ongeveer 1 kwart van de geprogrammeerde stoptijd. Hiermee stelt u de tijd voor de volledige remfase (2) in.
9.9.5 DC-rem met externe nultoerensensor
Voor belastingen die per remcyclus kunnen verschillen, installeert u een externe nultoerensensor om ervoor te zorgen dat de softstarter het remmen met de DC-rem beëindigt wanneer de motor stilstaat. Het gebruik van een sensor voorkomt onnodig opwarmen van de motor.
Configureer de DC-rem voor de langste remtijd die nodig kan zijn en stel parameter 7-1 Input A Function (Functie ingang A) in op Zero Speed Sensor (Nultoerensensor). Wanneer de motor tot stilstand is gekomen, opent de nultoerensensor het circuit over DI-A, COM+ en beëindigt de softstarter de stop.
9.9.6 Soft Brake (Zacht remmen)
Voor toepassingen met hoge massatraagheid en/of variabele belasting waarbij het maximale remvermogen vereist is, kan de softstarter worden geconfigureerd voor zacht remmen.
De softstarter gebruikt een omschakelrelais om de contactors voor voorwaarts draaien en remmen te regelen. Tijdens het remmen draait de softstarter de fasevolgorde naar de motor om en levert hij minder stroom, waardoor de belasting geleidelijk wordt vertraagd.
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 67
M1
22 21
K2 K1
K2 K1
4/T2
6/T3
1/L1
3/L2
5/L3
2/T1
A7 A8 A9
COM+
DI-A
23
A2
e77ha729.10
1
2
3
5
4
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Werking
Wanneer het motortoerental bijna 0 is, stopt de nultoerensensor (A2) de softstarter en wordt de remcontactor (K2) geopend.
Zacht remmen kan worden gebruikt met zowel de primaire als de secundaire motorsets en moet voor beide afzonderlijk worden geconfigureerd.
Parameterinstellingen:
Parameter 2-9 Stop Mode (Stopmodus): Stel in op Soft Brake (Zacht remmen).
Parameter 2-17 Brake Current Limit (Begrenzing remstroom): Stel in op de waarde die nodig is om de belasting te vertragen.
Parameter 2-18 Soft Brake Delay (Vertraging zacht remmen): Bepaalt hoelang de softstarter na ontvangst van een stopsignaal wacht voordat hij remstroom aan de motor gaat leveren. Stel de waarde zo in dat K1 en K2 tijd hebben om te schakelen.
Parameter 7-1 Input A Function (Functie ingang A): Stel in op Zero Speed Sensor (Nultoerensensor).
Parameter 8-1 Relay A Function (Functie relais A): Stel in op Soft Brake Relay (Zacht-remmenrelais).
1 Driefasevoeding
2 Motorklemmen
3 Relaisuitgang A
4 Voeding K1/K2-spoel
5 Programmeerbare ingang A
K1 Lijncontactor (Draaien)
K2 Lijncontactor (Remmen)
68 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
300
200
100
400
50
25
0
e77ha787.10
2
4
8
6
1
7
5
3
Reverse torque/ Forward current (%FLC)
Current
Torque
Time
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Werking
A2 Nultoerensensor
Afbeelding 33: Bedradingsvoorbeeld voor zacht remmen
9.10 Pompreiniging
De softstarter kan een pompreinigingsfunctie uitvoeren voorafgaand aan een zachte start van de motor. Dat kan helpen om residuen van de waaier te verwijderen.
Pompreiniging start de motor eerst in achterwaartse richting en vervolgens in voorwaartse richting en daarna stopt de motor. Pompreiniging kan zo worden ingesteld dat het proces tot 5 keer wordt herhaald. Na het gespecificeerde aantal reinigingscycli voert de softstarter de geprogrammeerde zachte start uit.
Pompreinigingsbedrijf wordt geregeld door de start-/stopingang (START, COM+). Stel een programmeerbare ingang in op pompreiniging (zie parameter 7-1 Input A Function (Functie ingang A) voor meer informatie). Zorg dat de ingang gesloten is wanneer het startsignaal wordt toegepast.
LE T OP
Schakel pompreiniging niet in bij pompen die niet in achterwaartse richting kunnen werken.
1 Parameter 11-1 Reverse Torque (Koppel achterwaarts)
2 Parameter 11-2 Reverse Time (Tijd achterwaarts)
3 Parameter 11-3 Forward Current Limit (Stroomgrens voorwaarts)
4 Parameter 11-4 Forward Time (Tijd voorwaarts)
5 Parameter 11-6 Pump Stop Time (Stoptijd pomp)
6 Reinigingscyclus
7 Parameter 11-7 Pump Clean Cycles (Pompreinigingscycli)
8 Geprogrammeerde zachte start
Afbeelding 34: Pompreiniging
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 69
M
22
21
K2
K1
K2 K1
4/T2
6/T3
1/L1
3/L2
5/L3
2/T1
A1 A2
A3
COM+
DI-A
23
e77ha795.10
1
2
4
3
5
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Werking
9.11 Werking in achterwaartse richting
De softstarter kan een omkeercontactor gebruiken om de motor in omgekeerde richting te laten werken. Wanneer achterwaarts bedrijf is geselecteerd, voert de softstarter een zachte start uit met gebruik van de omgekeerde fasevolgorde ten opzichte van normaal bedrijf.
Achterwaarts bedrijf wordt geregeld door de start-/stopingang (START, COM+). Stel een programmeerbare ingang in op de omgekeerde richting (parameter 7-1 Input A Function (Functie ingang A)) en stel een uitgang in op omkeercontactor (parameter 8-1 Relay A Function (Functie relais A)).
De ingang moet gesloten zijn wanneer het startsignaal wordt toegepast. De softstarter houdt het omkeerrelais in dezelfde toestand tot aan het einde van de start-/stopcyclus.
LE T OP
De eerste start na wijziging van de richting is een start met constante stroom.
LE T OP
Als beveiliging van de fasevolgorde vereist is, moet u de omkeercontactor installeren op de uitgangszijde (motorzijde) van de softstarter.
1 Driefasevoeding
2 Motorklemmen
3 Programmeerbare ingang A (instelling = Reverse direction (Omgekeerde richting))
70 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
4 Relaisuitgang A (instelling = Reversing contactor (Omkeercontactor))
5 Voeding K1/K2-spoel
K1 Voorwaarts-contactor
K2 Omkeercontactor
Afbeelding 35: Aansluitschema
Werking
9.12 Jogbedrijf
Jog laat de motor op een lager toerental werken om de belasting uit te lijnen of bij het uitvoeren van onderhoud. De motor kan zowel in voorwaartse als achterwaartse richting worden gejogd.
Jog is alleen beschikbaar wanneer de softstarter wordt geregeld via de digitale ingangen (parameter 1-1 Commando Source (Commandobron) ingesteld op Digital Input (Digitale ingang)). Om de jogfunctie te activeren, stelt u een programmeerbare ingang in op jog (zie parameter 7-1 Input A Function (Functie ingang A) voor meer informatie). Zorg dat de ingang gesloten is wanneer het startsignaal wordt toegepast.
LE T OP
MINDER MOTORKOELING
Werking op lage toeren is niet geschikt voor continu gebruik, vanwege de verminderde motorkoeling. Bij gebruik van de jogfunctie warmt de motor sneller op dan de waarde die wordt berekend door het thermische model van de motor.
Installeer een motorthermistor of zorg voor een adequate herstartvertraging (parameter 5-16 Restart Delay
-
(Herstartvertraging)).
Het maximaal beschikbare koppel voor voorwaarts joggen is ongeveer 50-75% van de motor-FLT, afhankelijk van de motor. Wanneer de motor in achterwaartse richting wordt gejogd, is het koppel ongeveer 25-50% van FLT.
Parameter 2-8 Jog Torque (Jogkoppel) en parameter 3-10 Jog Torque-2 (Jogkoppel-2) bepalen hoeveel van het maximaal beschikbare jogkoppel de softstarter aan de motor levert.
LE T OP
Koppelinstellingen hoger dan 50% kunnen leiden tot sterkere trilling van de as.
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 71
e77ha512.12
3
2
1
70
60
50
30
10
40
20
80
90
100
0
%
Available torque
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
1 Motor-FLT
Werking
2 Maximaal koppel bij voorwaarts joggen
3 Maximaal koppel bij achterwaarts joggen
Afbeelding 36: Beschikbaar koppel tijdens jogbedrijf
9.13 Werking met interne driehoek
Voor een aansluiting met interne driehoek moet u de FLC-waarde invoeren in parameter 1-2 Motor Full Load Current (Vollaststroom motor). De softstarter detecteert automatisch of de motor is aangesloten in een inline- of interne-driehoeksconfiguratie en berekent het juiste stroomniveau voor interne driehoek.
De functies Adaptieve regeling, jog, rem en PowerThrough worden niet ondersteund in geval van een interne-driehoeksaansluiting (6­draads). Als deze functies zijn geprogrammeerd wanneer de softstarter op basis van interne driehoek is aangesloten, werkt de softstarter als volgt.
Start met adaptieve regeling
Stoppen met adaptieve regeling
Jog De softstarter genereert een waarschuwing met de foutmelding Unsupported option (Niet-
DC-rem De softstarter voert een vrijloop uit.
Zacht remmen De softstarter voert een vrijloop uit.
PowerThrough De softstarter schakelt uit (trip) en genereert de foutmelding Lx-Tx Shorted (Lx-Tx kortgesloten).
De softstarter voert een start met constante stroom uit.
De softstarter voert een zachte stop met getimede spanningsuitloop uit als parameter 2-10 Stop Times (Stoptijd) is ingesteld op een waarde > 0 s. Als parameter 2-10 Stop Time (Stoptijd) op 0 s wordt ingesteld, voert de softstarter een vrijloop uit.
ondersteunde optie).
72 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Werking
LE T OP
In geval van een interne-driehoeksaansluiting detecteert de softstarter tijdens het draaien geen faseverlies op T2.
LE T OP
Gebruik parameter 20-6 Motor Connection (Motoraansluiting) als de softstarter de motoraansluiting niet correct detecteert.
9.14 Secundaire motorset
De softstarter kan worden geprogrammeerd met 2 afzonderlijke start- en stopprofielen. Hierdoor kan de softstarter de motor op basis van 2 verschillende start- en stopconfiguraties regelen. De secundaire motorset is ideaal voor motoren met dubbele wikkelingen (Dahlander-motoren), toepassingen met meerdere motoren of situaties waarbij de motor in 2 verschillende omstandigheden kan starten (zoals belaste en onbelaste transportbanden). De secundaire motorset kan ook worden gebruikt voor toepassingen die afwisselend aan en stand-by moeten zijn.
LE T OP
Voor aan-/stand-bytoepassingen moet u parameter 6-17 Motor Overtemperature (Overtemperatuur motor) instellen op Log Only (Alleen loggen) en moet u voor elke motor een temperatuurbeveiliging installeren.
Om de secundaire motorset te gebruiken, moet u een programmeerbare ingang instellen op Motor Set Select (Motorsetselectie). De ingang moet gesloten zijn wanneer er een startcommando wordt gegeven (zie parameter 7-1 Input A Function (Functie ingang A) en parameter 7-5 Input B Function (Functie ingang B)). De softstarter controleert bij de start welke motorset moet worden gebruikt en gebruikt die motorset voor de volledige start-/stopcyclus.
De softstarter gebruikt de instellingen voor de secundaire motor om een start te regelen wanneer die hiervoor een commando ontvangt via een programmeerbare ingang (zie parameter 7-1 Input A Function (Functie ingang A) en parameter 7-5 Input B Function (Functie ingang B)).
LE T OP
Het thermische motormodel is minder nauwkeurig als de softstarter 2 afzonderlijke motoren regelt.
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 73
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600

Programmeerbare parameters

10 Programmeerbare parameters
10.1 Hoofdmenu
Gebruik het hoofdmenu voor het weergeven en wijzigen van programmeerbare parameters die bepalen hoe de softstarter werkt.
Om het hoofdmenu te openen, drukt u op [Main Menu] terwijl de bewakingsschermen worden weergegeven.
10.2 Parameterwaarden wijzigen
Procedure
1. Ga naar de parameter in het hoofdmenu.
2. Druk op [Menu/Store] om naar de bewerkingsmodus te gaan.
3. Druk op [] of [] om parameterinstellingen te wijzigen.
Als u eenmaal op [] of [] drukt, wordt de waarde met 1 eenheid verhoogd of verlaagd. Als u de toets langer dan 5 s ingedrukt houdt, wordt de waarde sneller verhoogd of verlaagd.
Druk op [Store] om wijzigingen op te slaan. De op het display weergegeven instelling wordt opgeslagen en het LCP keert terug naar de parameterlijst.
Druk op [Back] om wijzigingen te annuleren. Het LCP vraagt om een bevestiging en keert vervolgens terug naar de parameterlijst zonder de wijzigingen op te slaan.
10.3 Adjustment Lock (Afstelvergrendeling)
Gebruik parameter 10-7 Adjustment Lock (Afstelvergrendeling) om te voorkomen dat gebruikers de parameterinstellingen kunnen wijzigen.
Als een gebruiker probeert om een parameterwaarde te wijzigen wanneer de afstelvergrendeling actief is, wordt de volgende foutmelding weergegeven. Access Denied. Adj Lock is On (Toegang geweigerd. Afstelvergrendeling ingeschakeld).
10.4 Parameterlijst
Tabel 19: Parameterlijst
Nummer param­etergroep
1 Motor Details (Motorgegevens)
1-1 Command Source (Commandobron) Digital Input (Digitale ingang)
1-2 Motor Full Load Current (Vollaststroom motor) Model dependent (Afhankelijk van het model)
1-3 Motor kW (kW motor) 0 kW
1-4 Locked Rotor Time (Tijd geblokkeerde rotor) 00:10 (mm:ss)
1-5 Locked Rotor Current (Stroom geblokkeerde rotor) 600%
1-6 Motor Service Factor (Motorservicefactor) 105%
Naam parametergroep Standaardinstelling
1-7 Reserved (Gereserveerd)
2 Motor Start/Stop (Motorstart/-stop)
74 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Programmeerbare parameters
Nummer param­etergroep
2-1 Start Mode (Startmodus) Constant Current (Constante stroom)
2-2 Start Ramp Time (Aanlooptijd start) 00:10 (mm:ss)
2-3 Initial Current (Startstroom) 200%
2-4 Current Limit (Stroomgrens) 350%
2-5 Adaptive Start Profile (Adaptief startprofiel) Constant Acceleration (Constante versnelling)
2-6 Kickstart Time (Kickstarttijd) 000 ms
2-7 Kickstart Level (Kickstartniveau) 500%
2-8 Jog Torque (Jogkoppel) 50%
2-9 Stop Mode (Stopmodus) TVR Soft Stop (Zachte stop met TVR)
2-10 Stop Time (Stoptijd) 00:00 (mm:ss)
2-11 Adaptive Stop Profile (Adaptief stopprofiel) Constant Deceleration (Constante vertraging)
2-12 Adaptive Control Gain (Versterking adaptieve regeling) 75%
2-13 Multi Pump (Multipomp) Single Pump (Eén pomp)
2-14 Start Delay (Startvertraging) 00:00 (mm:ss)
2-15 DC Brake Torque (DC-remkoppel) 20%
Naam parametergroep Standaardinstelling
2-16 DC Brake Time (DC-remtijd) 00:01 (mm:ss)
2-17 Brake Current Limit (Begrenzing remstroom) 250%
2-18 Soft Brake Delay (Vertraging zacht remmen) 400 ms
3 Motor Start/Stop 2 (Motorstart/-stop 2)
3-1 Motor Full Load Current-2 (Vollaststroom motor-2) Model dependent (Afhankelijk van het model)
3-2 Motor kW-2 0 kW
3-3 Start Mode-2 (Startmodus-2) Constant Current (Constante stroom)
3-4 Start Ramp Time-2 (Aanlooptijd start-2) 00:10 (mm:ss)
3-5 Initial Current-2 (Startstroom-2) 200%
3-6 Current Limit-2 (Stroomgrens-2) 350%
3-7 Adaptive Start Profile-2 (Adaptief startprofiel-2) Constant Acceleration (Constante versnelling)
3-8 Kickstart Time-2 (Kickstarttijd-2) 000 ms
3-9 Kickstart Level-2 (Kickstartniveau-2) 500%
3-10 Jog Torque-2 (Jogkoppel-2) 50%
3-11 Stop Mode-2 (Stopmodus-2) TVR Soft Stop (Zachte stop met TVR)
3-12 Stop Time-2 (Stoptijd-2) 00:00 (mm:ss)
3-13 Adaptive Stop Profile-2 (Adaptief stopprofiel-2) Constant Deceleration (Constante vertraging)
3-14 Adaptive Control Gain-2 (Versterking adaptieve regeling-2) 75%
3-15 Multi Pump-2 (Multipomp-2) Single Pump (Eén pomp)
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 75
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Programmeerbare parameters
Nummer param­etergroep
3-16 Start Delay-2 (Startvertraging-2) 00:00 (mm:ss)
3-17 DC Brake Torque-2 (DC-remkoppel-2) 20%
3-18 DC Brake Time-2 (DC-remtijd-2) 00:01 (mm:ss)
3-19 Brake Current Limit-2 (Begrenzing remstroom-2) 250%
3-20 Soft Brake Delay-2 (Vertraging zacht remmen-2) 400 s
4 Auto-Start/Stop (Autostart/-stop)
4-1 Auto-Start/Stop Mode (Autostart-/stopmodus) Disable (Uitschakelen)
4-2 Run Time (Bedrijfstijd) 00:00 (hh:mm)
4-3 Stopped Time (Gestopt-tijd) 00:00 (hh:mm)
4-4 Sunday Mode (Zondagmodus) Start/Stop Disable (Start/stop uitschakelen)
4-5 Sunday Start Time (Starttijd zondag) 00:00 (hh:mm)
4-6 Sunday Stop Time (Stoptijd zondag) 00:00 (hh:mm)
4-7 Monday Mode (Maandagmodus) Start/Stop Disable (Start/stop uitschakelen)
4-8 Monday Start Time (Starttijd maandag) 00:00 (hh:mm)
4-9 Monday Stop Time (Stoptijd maandag) 00:00 (hh:mm)
Naam parametergroep Standaardinstelling
4-10 Tuesday Mode (Dinsdagmodus) Start/Stop Disable (Start/stop uitschakelen)
4-11 Tuesday Start Time (Starttijd dinsdag) 00:00 (hh:mm)
4-12 Tuesday Stop Time (Stoptijd dinsdag) 00:00 (hh:mm)
4-13 Wednesday Mode (Woensdagmodus) Start/Stop Disable (Start/stop uitschakelen)
4-14 Wednesday Start Time (Starttijd woensdag) 00:00 (hh:mm)
4-15 Wednesday Stop Time (Stoptijd woensdag) 00:00 (hh:mm)
4-16 Thursday Mode (Donderdagmodus) Start/Stop Disable (Start/stop uitschakelen)
4-17 Thursday Start Time (Starttijd donderdag) 00:00 (hh:mm)
4-18 Thursday Stop Time (Stoptijd donderdag) 00:00 (hh:mm)
4-19 Friday Mode (Vrijdagmodus) Start/Stop Disable (Start/stop uitschakelen)
4-20 Friday Start Time (Starttijd vrijdag) 00:00 (hh:mm)
4-21 Friday Stop Time (Stoptijd vrijdag) 00:00 (hh:mm)
4-22 Saturday Mode (Zaterdagmodus) Start/Stop Disable (Start/stop uitschakelen)
4-23 Saturday Start Time (Starttijd zaterdag) 00:00 (hh:mm)
4-24 Saturday Stop Time (Stoptijd zaterdag) 00:00 (hh:mm)
5 Protection Levels (Beveiligingsniveaus)
5-1 Current Imbalance (Stroomonbalans) 30%
5-2 Current Imbalance Delay (Vertraging stroomonbalans) 00:03 (mm:ss)
5-3 Undercurrent (Onderstroom) 20%
76 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Programmeerbare parameters
Nummer param­etergroep
5-4 Undercurrent Delay (Vertraging onderstroom) 00:05 (mm:ss)
5-5 Overcurrent (Overstroom) 400%
5-6 Overcurrent Delay (Vertraging overstroom) 00:00 (mm:ss)
5-7 Undervoltage (Onderspanning) 350 V
5-8 Undervoltage Delay (Vertraging onderspanning) 00:01 (mm:ss)
5-9 Overvoltage (Overspanning) 500 V
5-10 Overvoltage Delay (Vertraging overspanning) 00:01 (mm:ss)
5-11 Underpower (Ondervermogen) 10%
5-12 Underpower Delay (Vertraging ondervermogen) 00:01 (mm:ss)
5-13 Overpower (Oververmogen) 150%
5-14 Overpower Delay (Vertraging Oververmogen) 00:01 (mm:ss)
5-15 Excess Start Time (Te lange starttijd) 00:20 (mm:ss)
5-16 Restart Delay (Herstartvertraging) 00:10 (mm:ss)
5-17 Starts per Hour (Starts per uur) 0
5-18 Phase Sequence (Fasevolgorde) Any Sequence (Elke volgorde)
Naam parametergroep Standaardinstelling
6 Protection Actions (Beveiligingsacties)
6-1 Auto-Reset Count (Autoresetteller) 0
6-2 Auto-Reset Delay (Autoresetvertraging) 00:05 (mm:ss)
6-3 Current Imbalance (Stroomonbalans) Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
gen)
6-4 Undercurrent (Onderstroom) Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
gen)
6-5 Overcurrent (Overstroom) Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
gen)
6-6 Undervoltage (Onderspanning) Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
gen)
6-7 Overvoltage (Overspanning) Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
gen)
6-8 Underpower (Ondervermogen) Log Only (Alleen loggen)
6-9 Overpower (Oververmogen) Log Only (Alleen loggen)
6-10 Excess Start Time (Te lange starttijd) Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
gen)
6-11 Input A Trip (Uitschakeling ingang A) Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
gen)
6-12 Input B Trip (Uitschakeling ingang B) Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
gen)
6-13 Network Communications (Netwerkcommunicatie) Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
gen)
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 77
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Programmeerbare parameters
Nummer param­etergroep
6-14 Remote Keypad Fault (Fout extern bedieningspaneel) Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
6-15 Frequency (Frequentie) Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
6-16 Phase Sequence (Fasevolgorde) Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
6-17 Motor Overtemperature (Overtemperatuur motor) Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
6-18 Motor Thermistor Circuit (Motorthermistorcircuit) Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
6-19 Shorted SCR Action (Actie bij kortgesloten SCR) 3-phase Control Only (Alleen 3-faseregeling)
6-20 Battery/Clock (Batterij/klok) Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
7 Inputs (Ingangen)
7-1 Input A Function (Functie ingang A) Input Trip (N/O) (Uitschakeling ingang (NO))
7-2 Input A Trip (Uitschakeling ingang A) Operating Only (Alleen tijdens bedrijf)
7-3 Input A Trip Delay (Uitschakelvertraging ingang A) 00:00 (mm:ss)
7-4 Input A Initial Delay (Startvertraging ingang A) 00:00 (mm:ss)
Naam parametergroep Standaardinstelling
gen)
gen)
gen)
gen)
gen)
gen)
7-5 Input B Function (Functie ingang B) Input Trip (N/O) (Uitschakeling ingang (NO))
7-6 Input B Trip (Uitschakeling ingang B) Operating Only (Alleen tijdens bedrijf)
7-7 Input B Trip Delay (Uitschakelvertraging ingang B) 00:00 (mm:ss)
7-8 Input B Initial Delay (Startvertraging ingang B) 00:00 (mm:ss)
7-9 Reset/Enable Logic (Logica resetten/inschakelen) Normally Closed (N/C) (Normaal gesloten (NC))
7-10 Input A Name (Naam ingang A) Input A Trip (Uitschakeling ingang A)
7-11 Input B Name (Naam ingang B) Input B Trip (Uitschakeling ingang B)
8 Relay Outputs (Relaisuitgangen)
8-1 Relay A Function (Functie relais A) Run (Draaien)
8-2 Relay A On Delay (Aan-vertraging relais A) 00:00 (mm:ss)
8-3 Relay A Off Delay (Uit-vertraging relais A) 00:00 (mm:ss)
8-4 Relay B Function (Functie relais B) Run (Draaien)
8-5 Relay B On Delay (Aan-vertraging relais B) 00:00 (mm:ss)
8-6 Relay B Off Delay (Uit-vertraging relais B) 00:00 (mm:ss)
8-7 Low Current Flag (Vlag lage stroom) 50%
8-8 High Current Flag (Vlag hoge stroom) 100%
8-9 Motor Temperature Flag (Vlag motortemperatuur) 80%
8-10 Main Contactor Time (Hoofdcontactortijd) 400 ms
9 Analog Output (Analoge uitgang)
78 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Programmeerbare parameters
Nummer param­etergroep
9-1 Analog Output A (Analoge uitgang A) Current (% FLC) (Stroom (%FLC))
9-2 Analog A Scale (Schaal analoog A) 4-20 mA
9-3 Analog A Maximum Adjustment (Aanpassing maximum
9-4 Analog A Minimum Adjustment (Aanpassing minimum
10 Display
10-1 Language (Taal) English
10-2 Temperature Scale (Temperatuurschaal) Celsius
10-3 Graph Timebase (Tijdbasis grafiek) 30 s
10-4 Graph Maximum Adjustment (Aanpassing maximum gra-
10-5 Graph Minimum Adjustment (Aanpassing minimum gra-
10-6 Current Calibration (Stroomkalibratie) 100%
10-7 Adjustment Lock (Afstelvergrendeling) Read & Write (Lezen en schrijven)
10-8 User Parameter 1 (Gebruikersparameter 1) Current (Stroom)
Naam parametergroep Standaardinstelling
100%
analoog A)
000%
analoog A)
400%
fiek)
0%
fiek)
10-9 User Parameter 2 (Gebruikersparameter 2) Motor Voltage (Motorspanning)
10-10 User Parameter 3 (Gebruikersparameter 3) Mains Frequency (Netfrequentie)
10-11 User Parameter 4 (Gebruikersparameter 4) Motor pf (Arbeidsfactor motor)
10-12 User Parameter 5 (Gebruikersparameter 5) Motor Power (Motorvermogen)
10-13 User Parameter 6 (Gebruikersparameter 6) Motor Temp (%) (Motortemperatuur (%))
11 Pump Clean (Pompreiniging)
11-1 Reverse Torque (Koppel achterwaarts) 20%
11-2 Reverse Time (Tijd achterwaarts) 00:10 (mm:ss)
11-3 Forward Current Limit (Stroomgrens voorwaarts) 100%
11-4 Forward Time (Tijd voorwaarts) 00:10 (mm:ss)
11-5 Pump Stop Mode (Stopmodus pomp) Vrijloop
11-6 Pump Stop Time (Stoptijd pomp) 00:10 (mm:ss)
11-7 Pump Clean Cycles (Pompreinigingscycli) 1
12 Communication Card (Communicatiekaart)
12-1 Modbus Address (Modbus-adres) 1
12-2 Modbus Baud Rate (Baudsnelheid Modbus) 9600
12-3 Modbus Parity (Pariteit Modbus) None (Geen)
12-4 Modbus Timeout (Time-out Modbus) Off (Uit)
12-5 Devicenet Address (DeviceNet-adres) 0
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 79
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Programmeerbare parameters
Nummer param­etergroep
12-6 Devicenet Baud Rate (Baudsnelheid DeviceNet) 125 kB
12-7 PROFIBUS Address (PROFIBUS-adres) 1
12-8 Gateway Address (Gatewayadres) 192
12-9 Gateway Address 2 (Gatewayadres)) 168
12-10 Gateway Address 3 (Gatewayadres 3) 0
12-11 Gateway Address 4 (Gatewayadres 4) 100
12-12 IP Address (IP-adres) 192
12-13 IP Address 2 (IP-adres 2) 168
12-14 IP Address 3 (IP-adres 3) 0
12-15 IP Address 4 (IP-adres 4) 2
12-16 Subnet Mask (Subnetmasker) 255
12-17 Subnet Mask 2 (Subnetmasker 2) 255
12-18 Subnet Mask 3 (Subnetmasker 3) 255
12-19 Subnet Mask 4 (Subnetmasker 4) 0
12-20 DHCP Disable (Uitschakelen)
Naam parametergroep Standaardinstelling
12-21 Location ID (Locatie-id) 0
20 Advanced (Geavanceerd)
20-1 Tracking Gain (Volgversterking) 50%
20-2 Pedestal Detect (Kolomdetectie) 80%
20-3 Bypass Contactor Delay (Vertraging bypasscontactor) 150 ms
20-4 Model Rating (Modelklasse) Afhankelijk van het model
20-5 Screen Timeout (Schermtime-out) 1 minute (1 minuut)
20-6 Motoraansluiting Auto-detect (Automatische detectie)
30 Pump Input Configuration (Configuratie pompingang)
30-1 Pressure Sensor Type (Type druksensor) None (Geen)
30-2 Pressure Units (Drukeenheden) kPa
30-3 Pressure at 4 mA (Druk bij 4 mA) 0
30-4 Pressure at 20 mA (Druk bij 20 mA) 0
30-5 Flow Sensor Type (Type flowsensor) None (Geen)
30-6 Flow Units (Floweenheden) liters/second (liter/seconde)
30-7 Flow at 4 mA (Flow bij 4 mA) 0
30-8 Flow at 20 mA (Flow bij 20 mA) 0
30-9 Units per Minute at Max Flow (Eenheden per minuut bij
max. flow)
80 | Danfoss A/S © 2018.10
0
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Programmeerbare parameters
Nummer param­etergroep
30-10 Pulses per Minute at Max Flow (Pulsen per minuut bij max.
30-11 Units per Pulse (Eenheden per puls) 0
30-12 Depth Sensor Type (Type dieptesensor) None (Geen)
30-13 Depth Units (Diepte-eenheden) meters (meter)
30-14 Depth at 4 mA (Diepte bij 4 mA) 0
30-15 Depth at 20 mA (Diepte bij 20 mA) 0
31 Flow Protection (Flowbeveiliging)
31A High Flow Trip Level (Uitschakelingsniveau hoge flow) 10
31B Low Flow Trip Level (Uitschakelingsniveau lage flow) 5
31C Flow Start Delay (Startvertraging flow) 00:00:500 (mm:ss:ms)
31D Flow Response Delay (Responsvertraging flow) 00:00:500 (mm:ss:ms)
32 Pressure Protection (Drukbeveiliging)
32-1 High Pressure Trip Level (Uitschakelingsniveau hoge druk) 10
32-2 High Pressure Start Delay (Startvertraging hoge druk) 00:00:500 (mm:ss:ms)
32-3 High Pressure Response Delay (Responsvertraging hoge
Naam parametergroep Standaardinstelling
0
flow)
00:00:500 (mm:ss:ms)
druk)
32-4 Low Pressure Trip Level (Uitschakelingsniveau lage druk) 5
32-5 Low Pressure Start Delay (Startvertraging lage druk) 00:00:500 (mm:ss:ms)
32-6 Low Response Start Delay (Responsvertraging lage druk) 00:00:500 (mm:ss:ms)
33 Pressure Control (Drukregeling)
33-1 Pressure Control Mode (Drukregelingsmodus) Off (Uit)
33-2 Start Pressure Level (Drukniveau start) 5
33-3 Start Response Delay (Responsvertraging start) 00:00:500 (mm:ss:ms)
33-4 Stop Pressure Level (Drukniveau stop) 10
33-5 Stop Response Delay (Responsvertraging stop) 00:00:500 (mm:ss:ms)
34 Depth Protection (Dieptebeveiliging)
34-1 Depth Trip Level (Uitschakelingsniveau diepte) 5
34-2 Depth Reset Level (Resetniveau diepte) 10
34-3 Depth Start Delay (Startvertraging diepte) 00:00:500 (mm:ss:ms)
34-4 Depth Response Delay (Responsvertraging diepte) 00:00:500 (mm:ss:ms)
35 Thermal Protection (Thermische beveiliging)
35-1 Temperature Sensor Type (Type temperatuursensor) None (Geen)
35-2 Temperature Trip Level (Uitschakelingsniveau tempera-
tuur)
40
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 81
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Programmeerbare parameters
Nummer param­etergroep
36 Pump Trip Action (Pompuitschakelingsactie)
36-1 Pressure Sensor (Druksensor) Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
36-2 Flow Sensor (Flowsensor) Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
36-3 Depth Sensor (Dieptesensor) Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
36-4 High Pressure (Hoge druk) Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
36-5 Low Pressure (Lage druk) Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
36-6 High Flow (Hoge flow) Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
36-7 Low Flow (Lage flow) Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
36-8 Flow Switch (Flowschakelaar) Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
36-9 Well Depth (Putdiepte) Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
Naam parametergroep Standaardinstelling
gen)
gen)
gen)
gen)
gen)
gen)
gen)
gen)
gen)
36-10 RTD/PT100 B Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en log-
gen)
10.5 Parametergroep 1-** Motor Details (Motorgegevens)
Tabel 20: 1-1 - Command Source (Commandobron)
Optie Functie
Bepaalt de commandobron voor het regelen van de softstarter.
* Digital input (Digitale
ingang)
Network (Netwerk) De softstarter accepteert start- en stopcommando's vanuit de communicatie-uitbreidingskaart.
Remote LCP (Extern LCP)
Clock (Klok) De softstarter accepteert de starts en stops die zijn geprogrammeerd in parameter 4-1 tot en met 4-24.
Smart card (Smart­card)
Smart card + clock (Smartcard + klok)
De softstarter accepteert start- en stopcommando's vanuit de digitale ingangen.
De softstarter accepteert start- en stopcommando's vanuit het externe LCP.
De softstarter accepteert start- en stopcommando's via de smartcard.
De softstarter accepteert startcommando's vanuit de smartcard als die zich binnen het in parameter 4-1 tot en met 4-24 ingestelde bedrijfsschema bevinden. Een stopcommando vanuit de smartcard wordt altijd geaccepteerd, ongeacht het ingestelde schema.
Timer Na ontvangst van een startsignaal start en stopt de softstarter de motor op basis van de timers die zijn
ingesteld in parameter 4-2 Run Time (Draaitijd) en parameter 4-3 Stopped Time (Gestopt-tijd).
82 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Tabel 21: 1-2 Motor Full Load Current (Vollaststroom motor)
Programmeerbare parameters
Bereik Functie
Afhankelijk van het model Stemt de softstarter af op de FLC van de motor. Stel de waarde in volgens de FLC-waarde op het
motortypeplaatje.
Tabel 22: 1-3 Motor kW
Bereik Functie
*0 0-9999 kW Stelt het bedrijfsvermogen van de aangesloten motor in, in kW. Deze instelling vormt de basis voor vermogens-
rapportage en -beveiliging.
Tabel 23: 1-4 Locked Rotor Time (Tijd geblokkeerde rotor)
Bereik Functie
*10 s 0:01-2:00 (mi-
nuten:seconden)
Bepaalt de maximale tijd dat de motor de stroom als gevolg van een geblokkeerde rotor kan ver­dragen (vanuit een koude toestand) voordat de maximumtemperatuur wordt bereikt. Stel de waarde in op basis van het motordatablad.
Tabel 24: 1-5 Locked Rotor Current (Stroom geblokkeerde rotor).
Bereik Functie
*600% 400-1200% FLC Stelt de stroom bij een geblokkeerde rotor van de aangesloten motor in als een percentage van de vol-
laststroom. Stel de waarde in op basis van het motordatablad.
Tabel 25: 1-6 Motor Service Factor (Motorservicefactor)
Bereik Functie
*105% 100–
130%
Bepaalt de motorservicefactor die door het thermische model wordt gebruikt. De waarde is 100% als de mo­tor op vollaststroom werkt. Stel de waarde in op basis van het motordatablad.
LE T OP
De parameters 1-4 tot en met 1-6 bepalen de uitschakelingsstroom voor de overbelastingsbeveiliging van de motor. De standaardinstellingen van de parameters 1-4 tot en met 1-6 voorzien in een overbe­lastingsbeveiliging van de motor: klasse 10, een uitschakelingsstroom van 105% van FLA (nominale vollaststroom), of vergelijkbaar.
Tabel 26: 1-7 Reserved (Gereserveerd)
Bereik Functie
Deze parameter is gereserveerd voor toekomstig gebruik.
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 83
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
10.6 Parametergroep 2-** Motor Start/Stop (Motorstart/-stop)
Tabel 27: 2-1 - Start Mode (Startmodus)
Optie Functie
Selecteert de zachte-startmodus.
LE T OP
De VLT® Soft Starter MCD 600 past de stroomgrens toe op alle zachte starts, ook bij een adaptieve regeling. Als de stroomgrens te laag is of de aanlooptijd bij het starten (parame- ter 2-2 Start Ramp Time (Aanlooptijd start)) te kort is, start de motor mogelijk niet goed.
* Constant Current (Con-
stante stroom)
Adaptive Control (Adap­tieve regeling)
Tabel 28: 2-2 - Start Ramp Time (Aanlooptijd start)
Bereik Functie
Programmeerbare parameters
* 10 s 0:01-3:00 (minuten:secon-
den)
Tabel 29: 2-3 - Initial Current (Startstroom)
Bereik Functie
*200% 100-600% FLC Stel het startstroomniveau voor een start met stroomaanloop in als een percentage van de vollastst-
room van de motor. Stel de waarde zo in dat de motor meteen begint te versnellen nadat er een start wordt geïnitieerd. Stel de startstroom in op de waarde van de stroomgrens als geen start met stroo­maanloop vereist is.
Tabel 30: 2-4 - Current Limit (Stroomgrens)
Bereik Functie
* 350% 100-600% FLC Stel de stroomgrens voor een start met constante stroom en een zachte start met stroomaanloop in als
een percentage van de vollaststroom van de motor.
Tabel 31: 2-5 - Adaptive Start Profile (Adaptief startprofiel)
Optie Functie
Bepaalt de totale starttijd voor een start met adaptieve regeling of de aanlooptijd voor een start met stroomaanloop (vanaf de startstroom tot aan de stroomgrens).
Bepaalt welk profiel de VLT® Soft Starter MCD 600 gebruikt voor een zachte start met adap­tieve regeling.
84 | Danfoss A/S © 2018.10
LE T OP
De MCD 600 past de stroomgrens toe op alle zachte starts, ook bij een adaptieve regeling. Als de stroomgrens te laag is of de aanlooptijd bij het starten (parameter 2-2 Start Ramp Time (Aanlooptijd start)) te kort is, start de motor mogelijk niet goed.
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Optie Functie
Early Acceleration (Vroege versnelling)
* Constant Acceleration (Con-
stante versnelling)
Late Acceleration (Late versnel­ling)
Tabel 32: 2-6 - Kickstart Time (Kickstarttijd)
Bereik Functie
*0000 ms 0-2000 ms Bepaalt de duur van de kickstart. Bij een instelling van 0 wordt de kickstart uitgeschakeld.
Tabel 33: 2G - Kickstartniveau
Bereik Functie
* 500% 100-700% FLC Bepaalt het niveau van de kickstartstroom.
Programmeerbare parameters
LE T OP
Bij een kickstart worden mechanische werktuigen blootgesteld aan verhoogde koppelniveaus. Verzeker u ervan dat de motor, belasting en koppelingen het hogere koppel aankunnen voordat u deze functie gebruikt.
Tabel 34: 2-8 - Jog Torque (Jogkoppel)
Bereik Functie
* 50% 20–100% De VLT® Soft Starter MCD 600 kan de motor op een lager toerental joggen, wat een nauwkeurige positioner-
ing van banden en vliegwielen mogelijk maakt. Jog kan zowel in voorwaartse als achterwaartse richting wor­den toegepast.
Bepaalt de stroomgrens voor jogbedrijf.
Tabel 35: 2-9 - Stop Mode (Stopmodus)
Optie Functie
Bepaalt de stopmodus.
Coast To Stop (Vrijloop)
* TVR Soft Stop (Zachte stop met TVR)
Adaptive Control (Adaptieve regeling)
DC Brake (DC-rem)
Soft Brake (Zacht remmen)
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 85
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Tabel 36: 2-10 - Stop Time (Stoptijd)
Bereik Functie
Programmeerbare parameters
* 0 s 0:00-4:00 (mi-
nuten:seconden)
Bepaalt de tijd voor een zachte stop van de motor op basis van TVR of een adaptieve regeling. Als er een hoofdcontactor is geïnstalleerd, moet de contactor gesloten blijven tot aan het einde van de stoptijd. Gebruik de hoofdcontactoruitgang (13, 14) om de hoofdcontactor te besturen.
Tabel 37: 2-11 - Adaptive Stop Profile (Adaptief stopprofiel)
Optie Functie
Bepaalt welk profiel de VLT® Soft Starter MCD 600 gebruikt voor een zachte stop met adaptieve regeling.
Early Deceleration (Vroege vertraging)
* Constant Deceleration (Constante vertraging)
Late Deceleration (Late vertraging)
Tabel 38: 2-12 - Adaptive Control Gain (Versterking adaptieve regeling)
Bereik Functie
* 75% 1–200% Past de prestaties van de adaptieve regeling aan. Deze instelling is van toepassing op zowel de startregeling als
de stopregeling.
Tabel 39: 2-13 - Multi Pump (Multipomp)
Optie Functie
Past de prestaties van de adaptieve regeling aan voor installaties waarbij meerdere pompen zijn aangesloten op een gemeenschappelijke uitlaatverdeler.
* Single Pump (Eén pomp)
Manifold Pump (Verdeelpomp)
Tabel 40: 2-14 - Start Delay (Startvertraging)
Bereik Functie
* 0 s 0:00-60:00 (minuten:seconden) Bepaalt hoelang de softstarter na ontvangst van een startsignaal wacht voordat hij de
motor start.
Tabel 41: 2-15 - DC Brake Torque (DC-remkoppel)
Bereik Functie
* 20% 20–100% Bepaalt het remkoppel dat de softstarter gebruikt om de motor te vertragen.
Tabel 42: 2-16 - DC Brake Time (DC-remtijd)
Bereik Functie
* 1 s 0:01-0:30 (minuten:seconden) Bepaalt de duur voor gelijkstroominjectie om af te remmen tot stop.
86 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Tabel 43: 2-17- Brake Current Limit (Begrenzing remstroom)
Programmeerbare parameters
Bereik Functie
* 250% 100-600% FLC Bepaalt de stroomgrens voor zacht remmen.
Tabel 44: 2-18 - Soft Brake Delay (Vertraging zacht remmen)
Bereik Functie
*400 ms 400-2000 ms Bepaalt hoelang de softstarter na ontvangst van een stopsignaal wacht voordat hij remstroom aan de
motor gaat leveren. Stel de waarde zo in dat K1 en K2 tijd hebben om te schakelen.
10.7 Parametergroep 3-** Motor Start/Stop-2 (Motorstart/-stop-2)
De parameters in deze groep bepalen de werking van de secundaire configuratie van de motor. Gebruik de programmeerbare ingang om de actieve motorset te selecteren.
Zie 9.14 Secundaire motorset voor meer informatie.
Tabel 45: 3-1 - Motor Full Load Current-2 (Vollaststroom motor-2)
Bereik Functie
Afhankelijk van het model Bepaalt de vollaststroom van de secundaire motor.
Tabel 46: 3-2 - Motor kW-2
Bereik Functie
* 0 0-9999 kW Stelt het bedrijfsvermogen van de secundaire motor in, in kW.
Tabel 47: 3-3 - Start Mode-2 (Startmodus-2)
Optie Functie
Selecteert de zachte-startmodus.
* Constant Current (Constante stroom)
Adaptive Control (Adaptieve regeling)
Tabel 48: 3-4 - Start Ramp Time-2 (Aanlooptijd start-2)
Bereik Functie
*10 s 0:01-3:00 (minuten:secon-
den)
Bepaalt de totale starttijd voor een start met adaptieve regeling of de aanlooptijd voor een start met stroomaanloop (vanaf de startstroom tot aan de stroomgrens).
Tabel 49: 3-5 - Initial Current-2 (Startstroom-2)
Bereik Functie
*200% 100-600% FLC Stel het startstroomniveau voor een start met stroomaanloop in als een percentage van de vollastst-
room van de motor. Stel de waarde zo in dat de motor meteen begint te versnellen nadat er een start wordt geïnitieerd. Stel de startstroom in op de waarde van de stroomgrens als geen start met stroo­maanloop vereist is.
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 87
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Tabel 50: 3-6 - Current Limit-2 (Stroomgrens-2)
Bereik Functie
Programmeerbare parameters
*350% 100-600%
FLC
Stel de stroomgrens voor een start met constante stroom en een zachte start met stroomaanloop in als een percentage van de vollaststroom van de motor.
De VLT® Soft Starter MCD 600 past de stroomgrens toe op alle zachte starts, ook bij een adap­tieve regeling. Als de stroomgrens te laag is of de aanlooptijd bij het starten (parameter 2-2 Start Ramp Time (Aanlooptijd start)) te kort is, start de motor mogelijk niet goed.
Tabel 51: 3-7 - Adaptive Start Profile-2 (Adaptief startprofiel-2)
Optie Functie
Bepaalt welk profiel de VLT® Soft Starter MCD 600 gebruikt voor een zachte start met adaptieve regeling.
Early Acceleration (Vroege versnelling)
* Constant Acceleration (Constante versnelling)
Late Acceleration (Late versnelling)
Tabel 52: 3-8 - Kickstart Time-2 (Kickstarttijd-2)
Bereik Functie
* 0000 ms 0-2000 ms Bepaalt de duur van de kickstart.
LE T OP
Bij een instelling van 0 wordt de kickstart uitgeschakeld.
Tabel 53: 3-9 - Kickstart Level-2 (Kickstartniveau-2)
Bereik Functie
*500% 100-700% FLC Bepaalt het niveau van de kickstartstroom.
Tabel 54: 3-10 - Jog Torque-2 (Jogkoppel-2)
Bereik Functie
*50% 20–100% Bepaalt de stroomgrens voor jogbedrijf.
Tabel 55: 3-11 - Stop Mode-2 (Stopmodus-2)
Optie Functie
Bepaalt de stopmodus.
Coast To Stop (Vrijloop)
* TVR Soft Stop (Zachte stop met TVR)
Adaptive Control (Adaptieve regeling)
DC Brake (DC-rem)
88 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Optie Functie
Soft Brake (Zacht remmen)
Tabel 56: 3-12 - Stop Time-2 (Stoptijd-2)
Bereik Functie
Programmeerbare parameters
*0 s 0:00-4:00 (mi-
nuten:seconden)
Bepaalt de tijd voor een zachte stop van de motor op basis van TVR of een adaptieve regeling. Als er een hoofdcontactor is geïnstalleerd, moet de contactor gesloten blijven tot aan het einde van de stoptijd. Gebruik de hoofdcontactoruitgang (13, 14) om de hoofdcontactor te besturen.
Tabel 57: 3-13 - Adaptive Stop Profile-2 (Adaptief stopprofiel-2)
Optie Functie
Bepaalt welk profiel de softstarter gebruikt voor een zachte stop met adap­tieve regeling.
Early Deceleration (Vroege vertraging)
* Constant Deceleration (Constante vertraging)
Late Deceleration (Late vertraging)
Tabel 58: 3-14 - Adaptive Control Gain-2 (Versterking adaptieve regeling-2)
Bereik Functie
*75% 1–200% Past de prestaties van de adaptieve regeling aan.
Deze instelling is van toepassing op zowel de startregeling als de stopregeling.
Tabel 59: 3-15 - Multi Pump-2 (Multipomp-2)
Optie Functie
Past de prestaties van de adaptieve regeling aan voor installaties waarbij meerdere pompen zijn aangesloten op een gemeenschappelijke uitlaatverdeler.
* Single Pump (Eén pomp)
Manifold Pump (Verdeelpomp)
Tabel 60: 3-16 - Start Delay-2 (Startvertraging-2)
Bereik Functie
* 0 s 0:00-60:00 (minuten:seconden) Bepaalt hoelang de starter na ontvangst van een startcommando wacht voordat hij de
motor start.
Tabel 61: 3-17 - DC Brake Torque-2 (DC-remkoppel-2)
Bereik Functie
*20% 20–100% Bepaalt het remkoppel dat de softstarter gebruikt om de motor te vertragen.
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 89
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Tabel 62: 3-18 - DC Brake Time-2 (DC-remtijd-2)
Programmeerbare parameters
Bereik Functie
*1 s 0:01-0:30 (minuten:seconden) Bepaalt de duur voor gelijkstroominjectie om af te remmen tot stop.
Tabel 63: 3-19 - Brake Current Limit-2 (Begrenzing remstroom-2)
Bereik Functie
*250% 100-600% FLC Bepaalt de stroomgrens voor zacht remmen.
Tabel 64: 3-20 - Soft Brake Delay-2 (Vertraging zacht remmen-2)
Bereik Functie
*400 ms 400-2000 ms Bepaalt hoelang de softstarter na ontvangst van een stopsignaal wacht voordat hij remstroom aan de
motor gaat leveren. Stel de waarde zo in dat K1 en K2 tijd hebben om te schakelen.
10.8 Parametergroep 4-** Auto-Start/Stop (Autostart-/stop)
Tabel 65: 4-1 - Auto-Start/Stop Mode (Autostart-/stopmodus)
Optie Functie
Schakelt autostart-/stopbedrijf in of uit.
* Disable (Uitschakelen)
Enable Clock Mode (Klokmodus inschakelen)
Enable Timer Mode (Timermodus inschakelen)
Tabel 66: 4-1 - Auto-Start/Stop Mode (Autostart-/stopmodus)
Bereik Functie
*00:00 00:00-23:59 hh:mm Bepaalt hoelang de softstarter actief blijft na een autostart in de timermodus.
Tabel 67: 4-3 - Stopped Time (Gestopt-tijd)
Bereik Functie
*00:00 00:00-23:59 hh:mm Bepaalt hoelang de softstarter gestopt blijft wanneer die in de timermodus werkt.
Tabel 68: 4-4 - Sunday Mode (Zondagmodus)
Optie Functie
* Start/Stop Disable (Start/stop
uitschakelen)
Start Only Enable (Alleen start inschakelen)
90 | Danfoss A/S © 2018.10
Schakelt autostart/-stop op zondagen in of uit.
Schakelt de automatische start-/stopregeling uit. Tijden die zijn ingesteld in parameter 4-5 Sunday Start Time (Starttijd zondag) of parameter 4-6 Sunday Stop Time (Stoptijd zondag), wor­den genegeerd.
Schakelt een autostartregeling in. Eventueel in parameter 4-6 Sunday Stop Time (Stoptijd zon- dag) ingestelde autostoptijden worden genegeerd.
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Optie Functie
Programmeerbare parameters
Stop Only Enable (Alleen stop inschakelen)
Start/Stop Enable (Start/stop
Schakelt een autostopregeling in. Eventueel in parameter 4-5 Sunday Start Time (Starttijd zon- dag) ingestelde autostarttijden worden genegeerd.
Schakelt een autostart- en autostopregeling in.
inschakelen)
Tabel 69: 4-5 - Sunday Start Time (Starttijd zondag)
Bereik Functie
*00:00 00:00–23:59 Bepaalt de autostarttijd op zondagen (24-uursnotatie).
Tabel 70: 4-6 - Sunday Stop Time (Stoptijd zondag)
Bereik Functie
*00:00 00:00–23:59 Bepaalt de autostoptijd op zondagen (24-uursnotatie).
Tabel 71: 4-7 - Monday Mode (Maandagmodus)
Optie Functie
Schakelt autostart/-stop op maandagen in of uit.
* Start/Stop Disable (Start/stop uitschakelen) Stop Only Enable (Alleen stop inschakelen)
Start Only Enable (Alleen start inschakelen) Start/Stop Enable (Start/stop inschakelen)
Tabel 72: 4-8 - Monday Start Time (Starttijd maandag)
Bereik Functie
*00:00 00:00–23:59 Bepaalt de autostarttijd op maandagen (24-uursnotatie).
Tabel 73: 4-9 - Monday Stop Time (Stoptijd maandag)
Bereik Functie
*00:00 00:00–23:59 Bepaalt de autostoptijd op maandagen (24-uursnotatie).
Tabel 74: 4-10 - Tuesday Mode (Dinsdagmodus)
Optie Functie
Schakelt autostart/-stop op dinsdagen in of uit.
* Start/Stop Disable (Start/stop uitschakelen)
Start Only Enable (Alleen start inschakelen)
Stop Only Enable (Alleen stop inschakelen)
Start/Stop Enable (Start/stop inschakelen)
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 91
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Tabel 75: 4-11 - Tuesday Start Time (Starttijd dinsdag)
Bereik Functie
*00:00 00:00–23:59 Bepaalt de autostarttijd op dinsdagen (24-uursnotatie).
Tabel 76: 4-13 - Wednesday Mode (Woensdagmodus)
Optie Functie
Schakelt autostart/-stop op woensdagen in of uit.
* Start/Stop Disable (Start/stop uitschakelen)
Start Only Enable (Alleen start inschakelen)
Stop Only Enable (Alleen stop inschakelen)
Start/Stop Enable (Start/stop inschakelen)
Tabel 77: 4-14 - Wednesday Start Time (Starttijd woensdag)
Bereik Functie
Programmeerbare parameters
*00:00 00:00–23:59 Bepaalt de autostarttijd op woensdagen (24-uursnotatie).
Tabel 78: 4-15 - Wednesday Stop Time (Stoptijd woensdag)
Bereik Functie
*00:00 00:00–23:59 Bepaalt de autostoptijd op woensdagen (24-uursnotatie).
Tabel 79: 4-16 - Thursday Mode (Donderdagmodus)
Optie Functie
Schakelt autostart/-stop op donderdagen in of uit.
* Start/Stop Disable (Start/stop uitschakelen)
Start Only Enable (Alleen start inschakelen)
Stop Only Enable (Alleen stop inschakelen)
Start/Stop Enable (Start/stop inschakelen)
Tabel 80: 4-17 - Thursday Start Time (Starttijd donderdag)
Bereik Functie
*00:00 00:00–23:59 Bepaalt de autostarttijd op donderdagen (24-uursnotatie).
Tabel 81: 4-18 - Thursday Stop Time (Stoptijd donderdag)
Bereik Functie
*00:00 00:00–23:59 Bepaalt de autostoptijd op donderdagen (24-uursnotatie).
92 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Tabel 82: 4-19 - Friday Mode (Vrijdagmodus)
Optie Functie
Schakelt autostart/-stop op vrijdagen in of uit.
* Start/Stop Disable (Start/stop uitschakelen)
Start Only Enable (Alleen start inschakelen)
Stop Only Enable (Alleen stop inschakelen)
Start/Stop Enable (Start/stop inschakelen)
Tabel 83: 4-20 - Friday Start Time (Starttijd vrijdag)
Bereik Functie
*00:00 00:00–23:59 Bepaalt de autostarttijd op vrijdagen (24-uursnotatie).
Tabel 84: 4-21 - Friday Stop Time (Stoptijd vrijdag)
Bereik Functie
Programmeerbare parameters
*00:00 00:00–23:59 Bepaalt de autostoptijd op vrijdagen (24-uursnotatie).
Tabel 85: 4-22 - Saturday Mode (Zaterdagmodus)
Optie Functie
Schakelt autostart/-stop op zaterdagen in of uit.
* Start/Stop Disable (Start/stop uitschakelen)
Start Only Enable (Alleen start inschakelen)
Stop Only Enable (Alleen stop inschakelen)
Start/Stop Enable (Start/stop inschakelen)
Tabel 86: 4-23 - Saturday Start Time (Starttijd zaterdag)
Bereik Functie
*00:00 00:00–23:59 Bepaalt de autostarttijd op zaterdagen (24-uursnotatie).
Tabel 87: 4-24 - Saturday Stop Time (Stoptijd zaterdag)
Bereik Functie
*00:00 00:00–23:59 Bepaalt de autostoptijd op zaterdagen (24-uursnotatie).
10.9 Parametergroep 5-** Protection Levels (Beveiligingsniveaus)
Tabel 88: 5-1 - Current Imbalance (Stroomonbalans)
Bereik Functie
*30% 10–50% Bepaalt het uitschakelingspunt voor beveiliging tegen stroomonbalans.
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 93
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Tabel 89: 5-2 - Current Imbalance Delay (Vertraging stroomonbalans)
Programmeerbare parameters
Bereik Functie
*3 s 0:00-4:00 (minuten:seconden) Vertraagt de reactie van de softstarter op een stroomonbalans, om uitschakeling (trip) door
kortstondige schommelingen te voorkomen.
Tabel 90: 5-3 - Undercurrent (Onderstroom)
Bereik Functie
*20% 0–100% Stelt het uitschakelingspunt voor onderstroombeveiliging in als een percentage van de vollaststroom van de
motor. Stel de waarde in op een niveau tussen het normale werkbereik van de motor en de magnetiseringsst­room (onbelast) van de motor (gewoonlijk 25-35% van FLC). Bij een instelling van 0% wordt de onderstroombe­veiliging uitgeschakeld.
Tabel 91: 5-4 - Undercurrent Delay (Vertraging onderstroom)
Bereik Functie
* 5 s 00:00-4:00 (minuten:seconden) Vertraagt de reactie van de softstarter op onderstroom, om uitschakeling (trip) door kort-
stondige schommelingen te voorkomen.
Tabel 92: 5-5 - Overcurrent (Overstroom)
Bereik Functie
*400% 80–600% Stelt het uitschakelingspunt voor overstroombeveiliging in als een percentage van de vollaststroom van de
motor.
Tabel 93: 5-6 - Overcurrent Delay (Vertraging overstroom)
Bereik Functie
* 0 s 0:00-1:00 (minuten:seconden) Vertraagt de reactie van de softstarter op overstroom, om uitschakeling (trip) door kort-
stondige overstroomgebeurtenissen te voorkomen.
Tabel 94: 5-7 - Undervoltage (Onderspanning)
Bereik Functie
*350 100-1000 V Bepaalt het uitschakelingspunt voor onderspanningsbeveiliging. Stel in op de gewenste waarde.
LE T OP
De spanningsbeveiliging zal pas correct werken wanneer de softstarter in de draaimodus werkt.
Tabel 95: 5-8 - Undervoltage Delay (Vertraging onderspanning)
Bereik Functie
* 1 s 0:00-1:00 (minuten:seconden) Vertraagt de reactie van de softstarter op onderspanning, om uitschakeling (trip) door kort-
stondige schommelingen te voorkomen.
94 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Tabel 96: 5-9 - Overvoltage (Overspanning)
Programmeerbare parameters
Bereik Functie
*500 100-1000 V Bepaalt het uitschakelingspunt voor overspanningsbeveiliging. Stel in op de gewenste waarde.
Tabel 97: 5-10 - Overvoltage Delay (Vertraging overspanning)
Bereik Functie
* 1 s 0:00-1:00 (minuten:seconden) Vertraagt de reactie van de softstarter op overspanning, om uitschakeling (trip) door kort-
stondige schommelingen te voorkomen.
Tabel 98: 5-11 - Underpower (Ondervermogen)
Bereik Functie
*10% 10–120% Bepaalt het uitschakelingspunt voor beveiliging tegen ondervermogen. Stel in op de gewenste waarde.
Tabel 99: 5-12 - Underpower Delay (Vertraging ondervermogen)
Bereik Functie
*1 s 0:00-1:00 (minuten:seconden) Vertraagt de reactie van de softstarter op ondervermogen, om uitschakeling (trip) door
kortstondige schommelingen te voorkomen.
Tabel 100: 5-13 - Overpower (Oververmogen)
Bereik Functie
*150% 80–200% Bepaalt het uitschakelingspunt voor beveiliging tegen oververmogen. Stel in op de gewenste waarde.
Tabel 101: 5-14 - Overpower Delay (Vertraging Oververmogen)
Bereik Functie
* 1 s 0:00-1:00 (minuten:seconden) Vertraagt de reactie van de softstarter op oververmogen, om uitschakeling (trip) door kort-
stondige schommelingen te voorkomen.
Tabel 102: 5-15 - Excess Start Time (Te lange starttijd)
Bereik Functie
*20 s 0:00-4:00 (mi-
nuten:seconden)
Excess start time (Te lange starttijd) is de maximale tijd dat de softstarter probeert om de motor te starten.
Als de motor niet binnen de geprogrammeerde maximumtijd naar de draaimodus gaat, wordt de softstarter uitgeschakeld.
Stel de waarde in op een tijd die iets langer is dan nodig is voor een normale gezonde start. Bij een instelling van 0 wordt de beveiliging tegen een te lange starttijd uitgeschakeld.
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 95
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Tabel 103: 5-16- Restart Delay (Herstartvertraging)
Bereik Functie
Programmeerbare parameters
*10 s 00:01-60:00 (mi-
nuten:seconden)
Tabel 104: 5-17 - Starts per Hour (Starts per uur)
Bereik Functie
*0 0–10 Bepaalt het maximale aantal startpogingen dat de softstarter mag uitvoeren binnen een periode van 60 minuten. Bij
een instelling van 0 wordt deze beveiliging uitgeschakeld.
Tabel 105: 5-18 - Phase Sequence (Fasevolgorde)
Optie Functie
* Any Sequence (Elke
volgorde)
Positive only (Alleen positief)
Negative Only (Alleen negatief)
De softstarter kan zo worden geconfigureerd dat die een vertraging forceert tussen het einde van een stop en het begin van de volgende start.
Tijdens de herstartvertragingstijd wordt op het display weergegeven hoeveel tijd er nog moet ver­strijken voordat er een nieuwe startpoging kan worden ondernomen.
Bepaalt welke fasevolgorde de softstarter bij een start toestaat. Tijdens de controles vóór het starten controleert de softstarter de volgorde van de fasen op de ingangsklemmen en wordt hij uitgeschakeld (trip) als de feitelijke volgorde niet overeenkomt met de geselecteerde optie.
LE T OP
Bij gebruik van een DC-rem moet de netvoeding in een positieve fasevolgorde zijn aangesloten op de softstarter (ingangsklem L1, L2, L3). Parameter 2-1 Phase Sequence (Fasevolgorde) moet worden ingesteld op Positive Only (Alleen positief).
10.10 Parametergroep 6-** Protection Action (Beveiligingsactie)
Tabel 106: 6-1 - Auto-Reset Count (Autoresetteller)
Bereik Functie
*0 0–5 Bepaalt het aantal keren dat de softstarter automatisch wordt gereset na herhaaldelijke uitschakelingen (trips).
De resetteller wordt bij elke automatische reset van de softstarter met 1 verhoogd, en wordt na een succesvolle start gereset.
Als deze parameter op 0 wordt ingesteld, wordt de autoresetfunctie uitgeschakeld.
Tabel 107: 6-2 - Auto-Reset Delay (Autoresetvertraging)
Bereik Functie
*5 s 0:05-15:00 (minuten:seconden) Bepaalt hoelang de softstarter wacht voordat hij een uitschakeling (trip) automatisch re-
set.
96 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Tabel 108: 6-3 - Current Imbalance (Stroomonbalans)
Optie Functie
Bepaalt de reactie van de softstarter op elke beveiligingsgebeurtenis.
Alle beveiligingsgebeurtenissen worden naar de gebeurtenislog geschreven.
Programmeerbare parameters
* Soft Trip and Log (Zachte
uitschakeling en loggen)
De softstarter stopt de motor zoals is ingesteld in parameter 2-9 Stop Mode (Stopmodus) of parame- ter 3-11 Stop Mode (Stopmodus), en wordt vervolgens uitgeschakeld (trip). De uitschakeling (trip) moet worden gereset voordat de softstarter opnieuw kan starten.
Soft Trip and Reset (Zachte uitschakeling en reset)
Trip Starter (Uitschakel­ing starter)
Trip and Reset (Uitschak­eling en reset)
Warn and Log (Waar­schuwing en loggen)
De softstarter stopt de motor zoals is ingesteld in parameter 2-9 Stop Mode (Stopmodus) of parame- ter 3-11 Stop Mode (Stopmodus), en wordt vervolgens uitgeschakeld (trip). De uitschakeling (trip) wordt na het verstrijken van de autoresetvertraging gereset.
De softstarter onderbreekt de voeding, waardoor de motor gaat vrijlopen. De uitschakeling (trip) moet worden gereset voordat de softstarter opnieuw kan starten.
De softstarter onderbreekt de voeding, waardoor de motor gaat vrijlopen. De uitschakeling (trip) wordt na het verstrijken van de autoresetvertraging gereset.
De beveiligingsgebeurtenis wordt naar de gebeurtenislog geschreven en op het display wordt een waarschuwing weergegeven, maar de softstarter blijft werken.
Log Only (Alleen loggen) De beveiligingsgebeurtenis wordt naar de gebeurtenislog geschreven, maar de softstarter blijft
werken.
Tabel 109: 6-4 - Undercurrent (Onderstroom)
Optie Functie
Bepaalt de reactie van de softstarter op de beveiligingsgebeurtenis.
* Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en loggen)
Soft Trip and Reset (Zachte uitschakeling en reset)
Trip Starter (Uitschakeling starter)
Trip and Reset (Uitschakeling en reset)
Warn and Log (Waarschuwing en loggen)
Log Only (Alleen loggen)
Tabel 110: 6-5 - Overcurrent (Overstroom)
Optie Functie
Bepaalt de reactie van de softstarter op de beveiligingsgebeurtenis.
* Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en loggen)
Soft Trip and Reset (Zachte uitschakeling en reset)
Trip Starter (Uitschakeling starter)
Trip and Reset (Uitschakeling en reset)
Warn and Log (Waarschuwing en loggen)
Log Only (Alleen loggen)
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 97
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Tabel 111: 6-6 - Undervoltage (Onderspanning)
Optie Functie
Bepaalt de reactie van de softstarter op de beveiligingsgebeurtenis.
* Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en loggen)
Soft Trip and Reset (Zachte uitschakeling en reset)
Trip Starter (Uitschakeling starter)
Trip and Reset (Uitschakeling en reset)
Warn and Log (Waarschuwing en loggen)
Log Only (Alleen loggen)
Tabel 112: 6-7 - Overvoltage (Overspanning)
Optie Functie
Bepaalt de reactie van de softstarter op de beveiligingsgebeurtenis.
* Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en loggen)
Programmeerbare parameters
Soft Trip and Reset (Zachte uitschakeling en reset)
Trip Starter (Uitschakeling starter)
Trip and Reset (Uitschakeling en reset)
Warn and Log (Waarschuwing en loggen)
Log Only (Alleen loggen)
Tabel 113: 6-8 - Underpower (Ondervermogen)
Optie Functie
Bepaalt de reactie van de softstarter op de beveiligingsgebeurtenis.
Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en loggen)
Soft Trip and Reset (Zachte uitschakeling en reset)
Trip Starter (Uitschakeling starter)
Trip and Reset (Uitschakeling en reset)
Warn and Log (Waarschuwing en loggen)
* Log Only (Alleen loggen)
Tabel 114: 6-9 - Overpower (Oververmogen)
Optie Functie
Bepaalt de reactie van de softstarter op de beveiligingsgebeurtenis.
Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en loggen)
Soft Trip and Reset (Zachte uitschakeling en reset)
Trip Starter (Uitschakeling starter)
98 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Optie Functie
Trip and Reset (Uitschakeling en reset)
Warn and Log (Waarschuwing en loggen)
* Log Only (Alleen loggen)
Tabel 115: 6-10 - Excess Start Time (Te lange starttijd)
Optie Functie
Bepaalt de reactie van de softstarter op de beveiligingsgebeurtenis.
* Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en loggen)
Soft Trip and Reset (Zachte uitschakeling en reset)
Trip Starter (Uitschakeling starter)
Trip and Reset (Uitschakeling en reset)
Warn and Log (Waarschuwing en loggen)
Log Only (Alleen loggen)
Programmeerbare parameters
Tabel 116: 6-11 - Input A Trip (Uitschakeling ingang A)
Optie Functie
Bepaalt de reactie van de softstarter op de beveiligingsgebeurtenis.
* Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en loggen)
Soft Trip and Reset (Zachte uitschakeling en reset)
Trip Starter (Uitschakeling starter)
Trip and Reset (Uitschakeling en reset)
Warn and Log (Waarschuwing en loggen)
Log Only (Alleen loggen)
Tabel 117: 6-12 - Input B Trip (Uitschakeling ingang B)
Optie Functie
Bepaalt de reactie van de softstarter op de beveiligingsgebeurtenis.
* Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en loggen)
Soft Trip and Reset (Zachte uitschakeling en reset)
Trip Starter (Uitschakeling starter)
Trip and Reset (Uitschakeling en reset)
Warn and Log (Waarschuwing en loggen)
Log Only (Alleen loggen)
Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174| 99
Bedieningshandleiding | VLT® Soft Starter MCD 600
Tabel 118: 6-13 - Network Communications (Netwerkcommunicatie)
Optie Functie
Bepaalt de reactie van de softstarter op de beveiligingsgebeurtenis.
Als de waarde op Stop wordt ingesteld, voert de softstarter een zachte stop uit, waarna hij opnieuw kan worden gestart zonder reset.
* Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en loggen)
Soft Trip and Reset (Zachte uitschakeling en reset)
Trip Starter (Uitschakeling starter)
Trip and Reset (Uitschakeling en reset)
Warn and Log (Waarschuwing en loggen)
Log Only (Alleen loggen)
Stop
Tabel 119: 6-14 - Remote Keypad Fault (Fout extern bedieningspaneel)
Programmeerbare parameters
Optie Functie
Bepaalt de reactie van de softstarter op de beveiligingsgebeurtenis.
* Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en loggen)
Soft Trip and Reset (Zachte uitschakeling en reset)
Trip Starter (Uitschakeling starter)
Trip and Reset (Uitschakeling en reset)
Warn and Log (Waarschuwing en loggen)
Log Only (Alleen loggen)
Tabel 120: 6-15 - Frequency (Frequentie)
Optie Functie
Bepaalt de reactie van de softstarter op de beveiligingsgebeurtenis.
* Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en loggen)
Soft Trip and Reset (Zachte uitschakeling en reset)
Trip Starter (Uitschakeling starter)
Trip and Reset (Uitschakeling en reset)
Warn and Log (Waarschuwing en loggen)
Log Only (Alleen loggen)
Tabel 121: 6-16 - Phase Sequence (Fasevolgorde)
Optie Functie
Bepaalt de reactie van de softstarter op de beveiligingsgebeurtenis.
100 | Danfoss A/S © 2018.10
AQ262141844215nl-000201 / 175R1174
Loading...