Handleiding
Bewakingsen alarmsysteem m2
Inhoud |
|
Systeem configureren via het toetsenbord |
16 |
|
Introductie |
4 |
Karakters invullen in diverse schermen |
16 |
|
|
|
|||
|
|
Numerieke velden |
16 |
|
Veiligheid |
4 |
Systeem configuratie |
16 |
|
Wachtwoord invullen |
16 |
|||
|
|
|||
Systeemoverzicht |
5 |
Installatienaam invullen |
16 |
|
Temperatuureenheid instellen |
16 |
|||
|
|
|||
Alarmen |
5 |
Datumweergave instellen |
16 |
|
Puntdetails instellen |
17 |
|||
Beveiliging |
5 |
Een punt selecteren |
17 |
|
Batterij back-up |
5 |
Naam |
17 |
|
Externe aansluitingen |
5 |
Punttype instellen |
17 |
|
|
|
Meeteenheid instellen |
18 |
|
Technische gegevens |
6 |
Alarmgrenzen instellen |
18 |
|
|
|
Alarmactie instellen |
18 |
|
Toetsenbordbediening |
6 |
Registratieactie instellen |
18 |
|
|
|
Grafiekactie instellen |
19 |
|
Alarm aannemen toets |
6 |
Puntinstellingen (scherm 2) |
19 |
|
Ingansbron |
19 |
|||
Menu toets |
7 |
|||
Remote adres |
19 |
|||
Print toets |
7 |
|||
Ingangstype |
19 |
|||
Pijltoets“boven” |
7 |
|||
Ingangsnummer |
19 |
|||
Pijltoets“beneden” |
7 |
|||
Y as (grafiek) |
20 |
|||
Pijltoets“links” |
7 |
|||
Y basis (grafiek) |
20 |
|||
Pijltoets“rechts” |
7 |
|||
4 - 20 mA ingangen |
20 |
|||
“Enter”toets |
7 |
|||
Instelling pulserende ingang |
20 |
|||
Meervoudige toetsfuncties |
8 |
|||
Mode |
20 |
|||
|
|
|||
Bediening via het toetsenbord |
9 |
Pls/KWh |
20 |
|
Installatieadvies pulserende ingang |
20 |
|||
|
|
|||
Puntoverzicht |
9 |
Resolutie |
21 |
|
Wachtwoord instellen |
21 |
|||
Puntdetail |
9 |
|||
Wachtwoordbeveiliging kalibratie |
21 |
|||
Een punt non-actief maken |
10 |
|||
Instellingen registratie |
22 |
|||
Kalibratie van een punt (offset) |
10 |
|||
Alarmactie instelling |
23 |
|||
Printen registratie van enkel punt |
11 |
|||
Naam |
23 |
|||
Grafieken |
11 |
|||
Functie |
23 |
|||
Pulserende ingang |
11 |
|||
Wacht |
23 |
|||
Alarm mode |
12 |
|||
Tijdsduur |
23 |
|||
Aannemen en opheffen van een alarm |
12 |
|||
Reset |
23 |
|||
Hoofdmenu |
12 |
|||
Instellingen modem |
24 |
|||
Scan selectie |
12 |
|||
Uitbellen (Dailout) |
24 |
|||
Geen scan |
12 |
|||
Uitbelmogelijkheden (Call type) |
24 |
|||
Puntoverzicht scan |
12 |
|||
Nummer |
25 |
|||
Puntdetail scan |
12 |
|||
Pieper informatie |
25 |
|||
Alarmhistorie |
13 |
|||
Definieer voeler curve |
25 |
|||
Punt alarmlijst |
13 |
|||
Definieer curvetabel |
26 |
|||
Gebeurtenis historie |
13 |
|||
4 - 20 mA instelling |
26 |
|||
Printmenu |
13 |
|||
Modem configuratie |
27 |
|||
Uitprinten van alle punten |
13 |
|||
Baud rate |
27 |
|||
Grafiek van alle punten |
13 |
|||
Bel |
27 |
|||
Print alarmhistorie |
13 |
|||
Antwoord |
27 |
|||
Softwareversie |
14 |
|||
Taal selectie |
27 |
|||
Instelling van systeemtijd en datum |
14 |
|||
|
|
|||
Zomer/wintertijd |
15 |
|
|
|
Set-up informatie |
15 |
|
|
2 |
Handleiding RS.8A.N4.10 © Danfoss 09-2003 |
m2 Version B2.2 |
Op afstand bedienen van regelaars |
28 |
Configureren van m2-BBm of m2+ |
|
via het toetsenbord |
28 |
Type |
28 |
Ingangsbron |
28 |
Remote adres |
28 |
Ingangstype |
28 |
Ingangsnummer |
28 |
Onderhoud |
29 |
Schoonmaken |
29 |
Service |
29 |
Volledige karakterset |
29 |
Alfanumerieke karakterset |
29 |
Appendix A |
30 |
‘AKM’bel type |
30 |
Achtergrond |
30 |
ModemM2 aansluiting |
30 |
Uitbelinstellingen |
30 |
m2 Version B2.2 |
Handleiding RS.8A.N4.10 © Danfoss 09-2003 |
3 |
Introductie
De m2 is ontwikkeld als een alles omvattend maar eenvoudig te gebruiken systeem ten behoeve van bewaking,
temperatuurregistratie in klimaaten tapwater installaties. Een grote variëteit aan aanvullende regelapparatuur wordt vaak gebruikt in dergelijke installaties,ieder met zijn eigen specificaties wat betreft aansluiting en bewaking.De m2 kan geconfigureerd worden om met dergelijke apparatuur te communiceren.
Eenmaal geconfigureerd geeft het systeem de status van ieder afzonderlijk punt weer in het display,tezamen met eventuele alarmmeldingen door middel van een visueel en/of audio alarm. Via het toetsenbord.kan een grote hoeveelheid gegevens van de installatie worden opgeroepen.
Gemachtigd personeel heeft de mogelijkheid om instellingen te wijzigen met betrekking tot de regeling en bewaking.De temperatuurregistraties worden in de m2 opgeslagen en kunnen te allen tijde bekeken en/of geprint worden.Deze gegevens zijn ook op afstand toegankelijk,als er een extern modem is op de m2 is aangesloten.Op deze manier kunnen alarmen verstuurd worden.
De volgende hoofdstukken geven een beknopte beschrijving van de m2 en meer gedetailleerde informatie betreffende het configureren,bedienen en onderhouden van het systeem.
Veiligheid
Ter voorkoming van schade als gevolg van verkeerde handelingen tijdens het installeren en bedienen van de m2,raden wij u aan deze handleiding zorgvuldig door te lezen.De m2 is veilig te bedienen zolang de instructies in deze handleiding gevolgd worden. I.v.m.de aanwezigheid van hoge spanningen in de m2, wordt het niet aangeraden het frontpaneel te openen zolang de voeding is aangesloten. Verzeker u ervan dat de voeding is uitgeschakeld voordat u enig onderhoud aan de m2 gaat uitvoeren.Danfoss gaat ervan uit dat gebruikers van het systeem een adequate training hebben gehad hoe de m2 te gebruiken. Danfoss kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor mogelijke schade of gegevensverlies,ontstaan door onoordeelkundig gebruik
Geldigheid
Deze handleiding is gemaakt in Februari 2002 en heeft betrekking op de m2‘Dual comms’met softwareversie B2.2.
4 |
Handleiding RS.8A.N4.10 © Danfoss 09-2003 |
m2 Version B2.2 |
Systeemoverzicht
Alarmen
Het m2 systeem bestaat uit een centrale unit met acht of zestien vrij te programmeren ingangen. De precieze lay-out en configuratie van deze ingangen is per installatie verschillend.
De m2 geeft een visueel en/of audio alarmsignaal zodra een ingangssignaal het ingestelde alarmniveau overschrijdt.Het systeem kan geprogrammeerd worden om alarmen automatisch uit te bellen via een modem of telefoonkiezer (via het menu“Uitgebreide configuratie”)
Beveiliging |
De beveiliging wordt gewaarborgd door toegangscodes voor bepaalde |
|
instellingen.In geval van spanningsuitval wordt er een alarm geactiveerd,na |
|
een eventueel ingestelde vertraging. |
|
De m2 is‘Fail Safe’(behalve voor uitbellen via modem). |
Batterij back-up |
De m2 is voorzien van een back-up batterij om,in geval van spanningsuitval, |
|
toch temperaturen te blijven registreren.Tijdens een spanningsuitval,zal de |
|
achtergrondverlichting van het display uitvallen,maar het display zelf blijft |
|
wel zichtbaar.Als er een alarm optreedt,zal de sirene in werking gaan en de |
|
achtergrond van de display zal iedere 5 seconden even rood knipperen,totdat |
|
het alarm is aangenomen. |
|
Let op: Als de spanningsuitval langer duurt dan 1 uur,zal de temperatuurregistratie |
|
stoppen en alarmen worden niet meer gemeld.Alle opgeslagen registraties blijven |
|
bewaard. |
Externe aansluitingen |
De m2 kan met behulp van BBM modules worden uitgebreid tot 99 |
|
meetpunten. |
|
Via de parallelle printerpoort kunnen,op een Epson compatibel parallelle |
|
printer,registraties uitgeprint worden |
|
De m2 is uitgerust met een 9-pins seriële poort waarop een IBM compatibel |
|
computer,een Minitel of een modem aangesloten kan worden. |
|
Als er een computer op de m2 is aangesloten,rechtstreeks of via een modem, |
|
kunnen alle alarmen,waarden en instellingen op afstand veranderd en |
|
uitgelezen worden.Hiervoor is de AKM software van Danfoss nodig (raadpleeg |
|
Danfoss Klimaatregeltechniekvoor meer informatie).Er is ook software |
|
beschikbaar waar alleen gegevens mee kunnen worden uitgelezen,zonder dat |
|
instellingen in de M2 kunnen worden gewijzigd. |
|
Deze handleiding behandeld de configuratie en gebruik van de m2 voor het |
|
bewaken en registreren van de temperaturen in een tapwaterinstallatie. |
m2 Version B2.2 |
Handleiding RS.8A.N4.10 © Danfoss 09-2003 |
5 |
Technische gegevens
Voedingsspanning |
230 V ac 10/-15% 50-60 Hz |
|
|
Display |
Grafisch LCD, 240 x 64 |
|
|
Bediening |
Drukknoppen op frontpaneel |
|
|
Ingangssignaal |
Pt1000 temperatuursensors, aan/uit signaal, 4-20 mA |
|
|
Meetnauwkeurigheid |
± 1 K in het gebied van -80 tot +80 ºC |
|
|
Dataopslag |
2 mB max. capaciteit1) (optie 8 mB) |
Alarmrelais |
2: Max belasting 24 V ac 1 A |
|
|
Printeraansluiting |
Parallel (Epson compatible) |
|
|
Batterij back-up |
1 uur2) |
Datacommunicatie |
RS232, LON bus, 'Third Party', RS485 |
|
|
Talen |
Engels, Duits, Frans, Nederlands, Italiaans, Portugees, |
|
Spaans, Noors, Deens, IJslands, Fins, Hongaars, Pools, |
|
Tsjechisch, Zweeds3) |
Omgevingstemperatuur |
Transport: -20 tot +70 ºC |
|
Bedrijf: 0 tot +50 ºC |
|
Vochtigheid: 20 - 80% RV |
|
|
Omkasting |
IP20 |
|
|
Gewicht |
1,65 kg |
|
|
Toetsenbordbediening
Alarm aannemen toets
Menutoets
Printtoets
1)De opslagcapaciteit is afhankelijk van het in de m2 geïnstalleerde geheugen.
2)Als een spanningsuitval langer duurt dan 1 uur,stopt de m2 met de registratie en alarmering.Opgeslagen data blijft bewaard.
Hieronder volgt een beschrijving van de diverse functies van de toetsen op het frontpaneel op de m2.
Hoofdfunctie
Deze toets wordt gebruikt voor het aannemen van alarmen,het audiosignaal uit te schakelen en het alarm te resetten.Na de aanname zal het rode displaylicht stoppen met knipperen en continue gaan branden.
Secundaire functie
Werkt als een“shift”toets voor uitgebreide functies met overige toetsen.
________________________________________________________
Hoofdfunctie
Met deze toets komt u in het hoofdof voorgaande menu.
Secundaire functie
Escape toets (Data wordt niet opgeslagen)
________________________________________________________
Hoofdfunctie
Toets voor printermenu.In het menu“Alarm/Gebeurtenis”wordt na een druk op deze toets meteen een lijst met de alarm historie afgedrukt.
Secundaire functie
Schakelt tussen grote en kleine letters in het invoerveld.
________________________________________________________
6 |
Handleiding RS.8A.N4.10 © Danfoss 09-2003 |
m2 Version B2.2 |
Pijltoets“boven”
Pijltoets“beneden”
Pijltoets“links”
Pijltoets“rechts”
Entertoets
Hoofdfunctie
Deze toets dient om door het menu heen te‘scrollen’of in een invoerveld de waarde te verhogen.
Secundaire functie
Met behulp van deze toets kunt u één voor één alle punten afgaan en inzoomen in het grafische display.
________________________________________________________
Hoofdfunctie
Deze toets dient om door een menu heen te‘scrollen’of in een invoerveld de waarde te verlagen.
Secundaire functie
Met behulp van deze toets kunt u één voor één alle punten afgaan en inzoomen in het grafische display.
________________________________________________________
Hoofdfunctie
Met deze toets verplaatst u,in het invoerveld,de cursor naar links of‘bladert’u terug naar een vorig scherm.
Secundaire functie
Verplaatst de cursor in het overzichtscherm.
________________________________________________________
Hoofdfunctie
Met deze toets verplaatst u,in een invoerveld,de cursor naar rechts of‘bladert’ u verder naar een volgend scherm.
Secundaire functie
Verplaatst de cursor in het overzichtscherm.
________________________________________________________
Hoofdfunctie
Met deze toets selecteert u een item in een menu,bevestigt een ingestelde waarde en verplaatst u de cursor naar een volgend invoerveld.
Secundaire functie
Onderdrukt punten,toevoegen van een grafische cursor in het grafisch scherm, en selecteren van punten in het overzichtscherm.
_________________________________________________________
m2 Version B2.2 |
Handleiding RS.8A.N4.10 © Danfoss 09-2003 |
7 |
Meervoudige toetsfuncties
+
+ OF
+
+
‘Backspace’in invoervelden
Instellen schermcontrast
Start en stopt de‘scan mode’in het‘Punt detail’en overzichtscherm
Accenten en speciale lettertypen.of Sorteren en weergeven van alarmen per punt in het scherm‘Punt detail’.
_________________________________________________________
8 |
Handleiding RS.8A.N4.10 © Danfoss 09-2003 |
m2 Version B2.2 |
Bediening via het toetsenbord
Puntoverzicht
Punt detail
Het‘ Punt overzicht’scherm is het standaard scherm en geeft een overzicht van alle punten.De actieve punten worden aangeduid met één van de onderstaande iconen afhankelijk van de conditie van het betreffende punt. Dit scherm kan ook worden opgeroepen via de‘Punt overzicht’optie in het hoofdmenu.
- actief punt in normale conditie |
- een non-actief punt |
- actief punt in alarmconditie |
- een punt in ontdooiing |
- een punt in opstart na ontdooiing |
|
N.B.:Als er meer dan 20 punten op het systeem zijn,zullen extra regels worden toegevoegd onder de eerste 20 punten (tot een maximum van 99 punten).
Een punt wordt geselecteerd door de punt selectie box rond het gewenste punt te plaatsen met behulp van de‘‘ of‘‘ toets.Als een punt is geselecteerd wordt de huidige status/temperatuur van dit kanaal weergegeven in een scherm,rechts in het display.
Als de‘Automatische scan’mode is geselecteerd,zal de cursor automatisch langs alle punten‘lopen’,zodat de huidige status kan worden afgelezen (ca.3 seconden per meetpunt).
Voor meer details van een bepaald punt plaatst u de selectie box weer op het gewenste punt en drukt u op de‘ ’. toets.Het scherm‘Punt detail’is nu zichtbaar.
N.B.:Als een kanaal is voorzien van een correctie,wordt dit aangegeven met het correctie icoon in het‘Punt detail’scherm.
Via de‘Punt detail’optie uit het hoofdmenu kan een enkel punt worden bekeken of selecteer het punt uit het‘Punt overzicht’scherm en druk op‘ ’. Het ‘Punt detail’scherm is nu zichtbaar.
Gebruik de‘’toets om naar het volgende punt te gaan of de‘’toets om naar het vorige punt te gaan.Het kanaalnummer wordt weergegeven in de linker bovenhoek van het scherm en de huidige status ziet u in grote letters in het midden van het scherm.
Aan de rechterkant van het scherm worden de volgende teksten en symbolen weergegeven:
Bovenste alarmgrens.Als het symbool van beneden naar boven beweegt,betekent dit dat de alarmgrens is overschreden.
Alarmvertraging in minuten.Als het symbool in de klok roteert,betekent dit dat het punt in alarmconditie is,maar dat de alarmvertraging nog niet is verstreken.
Onderste alarmgrens.Als het symbool van boven naar beneden beweegt,betekent dit dat de onderste alarmgrens is overschreden.
Type ingang.
Dit icoon geeft aan of de alarmering‘local’of ’remote’ plaatsvindt.
m2 Version B2.2 |
Handleiding RS.8A.N4.10 © Danfoss 09-2003 |
9 |
Een punt non-actief maken
Kalibratie van een punt (offset)
- Local - De alarmering vindt plaats aan de hand van de alarminstellingen in de m2.
- Remote - De alarmering vindt plaats aan de hand van de alarminstellingen in de regelaar.
Het gebied aangrenzend aan‘Punt type’,laat ook het‘Non-actief’icoon zien,als het punt is ingesteld als‘Local’.
- een non-actief punt
- een non-actief punt buiten de alarmgrenzen
N.B.:Als er op een punt een locale offset is toegepast,zal dit door middel van het icoon worden weergegeven onder de temperatuureenheid in het‘Punt detail’scherm.
Als de‘Punt detail scan’mode is geselecteerd,zal het display door alle geactiveerde punten‘lopen’en overal 3 seconden pauzeren,zodat de huidige status van dat punt is af te lezen.
Druk op de‘ ’of de‘’toets om terug te gaan naar het hoofdmenu,of op de‘ ’toets om de registratie van dat punt te bekijken.
Om te voorkomen dat tijdens werkzaamheden of onderhoud een punt een alarm creëert,kan dat punt worden onderdrukt.Selecteer het juiste punt in het scherm‘Punt detail’en druk op‘ ’. Het bericht‘Non-actief JA/NEE’wordt weergegeven.Gebruik de‘’of‘’toets om het gewenste antwoord te selecteren en druk op‘ ’. Als een punt non-actief is,wordt dit in het scherm ‘Punt detail’aangegeven met een symbool naast het punttype.Om de onderdrukking te verwijderen herhaal bovenstaande procedure.
Als de alarmgrenzen overschreden worden bij een non-actief punt,wordt dit aangegeven met pijlen naast het non-actief symbool (zie boven).
De non-actief functie kan worden beveiligd met een toegangscode die kan worden ingesteld in het hoofdmenu onder‘Systeem configuratie’en dan onder ‘Instellingen wachtwoord’.
Ieder op de m2 aangesloten sensor kan gekalibreerd worden (offset) om bijvoorbeeld verliezen als gevolg van lange kabellengtes,etc.te compenseren Deze "offsets" zijn punt gerelateerd en kunnen alleen via het m2 toetsenbord worden ingesteld,maar wel op afstand worden uitgelezen.Deze offsets worden normaal gesproken (indien nodig) alleen bij installatie uitgevoerd,maar kunnen ook later nog worden bijgesteld.Ieder punt dat een offset heeft gekregen,heeft een zichtbaar icoon in zowel het scherm‘Punt detail’als het‘Punt overzicht’. Druk gelijktijdig op de en de ‘ ’ toetsen om een punt een offset te geven. Verander de offset door middel van de pijltoetsen en bevestig de offset door op ‘ ’ te drukken.
De offset functie kan op dezelfde manier met een toegangscode worden beveiligd als de non-actief functie.
10 |
Handleiding RS.8A.N4.10 © Danfoss 09-2003 |
m2 Version B2.2 |