
2)
Montering
Installatøren bør før monteringen
sikre sig at rørsystemet er fri for
snavs, og at:
1) der er plads til at dreje ventilen
360 grader, hvis den monteres
på gevindrør.
2) ventilen orienteres efter flow-
pilen for bedste nøjagtighed.
Afmontering af håndtag
1. Omløberen bliver tilgængelig når
den grønne pal trykkes ned.
2. Sæt indstillingen på 0.0 og skru
omløberen af.
Kalibrering
3. Skala stilles på 0.0 før hånd-
taget genmonteres
Afspærring
Ventilens lukkeindikator viser:
Hvid = åben, rød = lukket.
Flow-indstilling
1. Når ventilen er åben, kan låsen
åbnes. Inbusnøgle kan også
anvendes.
2. Håndtaget springer op ventilen
kan forindstilles.
Flowdiagrammer findes her:
http://varme.danfoss.dk
3. Lås indstillingen ved tryk på
håndtaget.
Plombering
DK
Manuel strengventil
Fitting
Before fitting the valve the installer
must ensure that the pipe system is
clean and:
1) the valve can be turned 360 de-
grees if threaded pipe is used.
2) the valve is oriented according
to the flow arrow.
Removal of handle
1. The union nut become accessible
when the green lock is released.
2. Turn scale to 0.0 and unscrew the
union nut.
Calibration
3. Before refitting handle ensure that
the setting displays 0.0
Open and close
An indicator shows:
White = open valve
Red = closed valve
Setting the flow
1. When valve is open the lock is
released. Allen key can also be
used.
2. The handle pops up and the
required flow may be set. Flow
diagrammes are found in
http://heating.danfoss.com
3. Lock the setting by pressing the
handle until click.
Seal
GB
Manual balancing valve
Монтаж
Перед установкой клапана
трубопроводы системы должны
быть промыты, а также:
1) следует предусмотреть
свободное пространство вокруг
клапана, для обеспечения его
наворачивания на трубопровод
2) стрелка на корпусе клапана
должна совпадать с
направлением движения среды.
Съемная рукоятка
Рукоятка может быть
демонтирована при
разболкированной настройке.
Открыть / Закрыть
Повернув рукоятку на 90°
по часовой стрелке, можно
полностью перекрыть клапан
без изменения его настройки.
При этом цвет индикатора в
окне рукоятки информирует о
положении клапана:
индекатор белый - клапан
открыт, индикатор красный -
клапан закрыт.
Настройка клапана
1. Разблокировать настройку
поворотом шестигранного ключа,
клапан при этом должен быть открыт.
2. Рукоятка приподнимется, что
позволит выставить требуемую
настройку.
Диаграммы для выбора настройки в
интернете www.heating.dnfoss.ru
3. Заблокировать настройку, нажав
на рукоятку сверху, рукоятка
защелкнется.
Пломбировка
RUS
Ручные балансировочные
клапаны
Manuelles Strangregulierventil
Montage
Vor dem Einbau des Ventils ist
sicherzustellen, dass das Rohrsys-
tem frei von Verunreinigungen ist
und folgende Bedingungen erfüllt
sind:
1) Das Ventil kann um 360 °
gedreht werden, falls ein Gewind-
erohr verwendet wird.
2) Das Flussrichtung entspricht
dem auf dem Ventil aufgeprägten
Durchflusspfeil.
Demontage des Griffs
1. Der Handgriff kann nach Lösen
einer Verriegelung (grüner Hebel)
abgenommen werden.
2. Die Skala auf 0 drehen und die
Überwurfmutter lösen
Kalibrierung
3. Vor wiedermontage Anzeige auf
0.0 stellen
Öffnen und Schließen
Eine spezielle Anzeige gibt Infor-
mation über folgende Betrieb-
szustände:
Weiß = offenes Ventil,
rot = geschlossenes Ventil
Einstellen der Durchflussmenge
1. Die Verriegelung (grüner Hebel) kann
gelöst werden, wenn das Ventil nicht
geschlossen ist. Alternativ kann hierzu ein
3mm Innnensechskantschlüssel verwendet
werden.
2. Der Griff springt nach oben und die
gewünschte Durchflussmenge kann
eingestellt werden. Durchflussdiagramme
können unter www.danfoss-waermeautoma-
tik, www.at.danfoss.com oder www.danfoss.
ch abgerufen werden.
3. Die Einstellungen werden gesichert,
indem der Griff bis zum Ertönen eines Klicks
heruntergedrückt wird.
Sicherung (Plombierung)
DE
0.0 !
Selectiegids
Inregelen van cv-installaties
met radiatoren of convectoren
In de utiliteit is het heel gebruikelijk om een klimaatinstallatie hydraulisch in te regelen.
Logisch, want een niet ingeregelde installatie levert nagenoeg altijd geluids- en
opwarmklachten op. Bovendien wordt er veel energie verspild. In de particuliere
sector is inregelen echter een grote onbekende. En dat is – zeker met het huidige
‘energieklimaat’ – een niet benutte kans om installaties beter en energiezuiniger te
laten functioneren.
Door cv-installaties, voorzien van radiatoren of convectoren, met radiatorthermostaten
te regelen en waterzijdig in te regelen kan het energieverbruik tot wel 20% afnemen!
Als toonaangevend leverancier van inregelappendages willen wij u helpen uw klanten
te motiveren om hun installatie in te laten regelen. Met behulp van deze inregelgids
heeft u alle informatie over het waterzijdig inregelen van cv-installaties bij de hand.
inregelen.danfoss.nl

Toelichting gebruik inregelgids
Om een cv-installatie met radiatoren of convectoren goed
in te kunnen regelen is het gebruik van voorinstelbare
radiatorafsluiters een eerste vereiste. Daarnaast is, in veel
Stap 1 en 2 doet u bij elke radiator of convector. Stap 3 of 4 is
de afsluitende handeling en geldt voor de gehele installatie.
Deze stap hoeft u dus maar 1x te doen.
gevallen, een centrale – handbediende – inregelafsluiter
noodzakelijk. In 3 stappen kunt u de cv-installatie inregelen
en zo het energieverbruik van de installatie tot een minimum
beperken.
Inregelen van de radiatoren en convectoren
Stap 1
Wanneer u geen informatie heeft over het afgegeven
vermogen van de radiatoren kunt u gebruik maken van
onderstaande tabel. Aan de hand van het type radiator
en de afmetingen kunt u in de tabel het gemiddelde
warmteafgevende vermogen aflezen. Dit getal heeft u
nodig bij stap 2.
Bepaal het warmteafgevende vermogen per radiator
Voorbeeld: U wilt de handafsluiter van een radiator type
11 met een hoogte van 40 cm en een lengte van 280 cm
vervangen door een thermostatische radiatorafsluiter en deze
inregelen. Uit de tabel volgt dat deze radiator bij benadering
een vermogen levert van 1805 W (bij 80/60/20°C). Als
dezelfde radiator wordt gebruikt bij 70/40/20°C levert deze
een vermogen van 1805 W x 0,58 = 1047 W.
Gemiddelde warmteafgifte radiatoren bij 80°C / 60°C / 20°C
Lengte 400 500 600 700 800 900 1000 1100 1200 1400 1600 1800 2000 2200 2400 2600 2800 3000
Hoogte Type
300 10 117 146 176 205 234 263 293 322 351 410 468 527 586 644 703 761 820 878
11 201 252 302 352 403 453 503 553 604 704 805 906 1006 1107 1208 1308 1409 1509
22 384 480 576 672 768 865 961 1057 1153 1345 1537 1729 1921 2113 2305 2498 2690 2882
33 546 683 820 956 1093 1230 1366 1503 1639 1913 2186 2459 2732 3006 3279 3552 3825 4099
400 10 150 188 225 263 300 338 375 413 450 525 600 675 750 825 900 975 1050 1125
11 258 322 387 451 516 580 645 709 774 903 1031 1160 1289 1418 1547 1676 1805 1934
21 375 469 563 656 750 844 938 1031 1125 1313 1500 1688 1875 2063 2251 2438 2626 2813
22 492 615 738 862 985 1108 1231 1354 1477 1723 1969 2215 2462 2708 2954 3200 3446 3692
33 700 875 1050 1225 1400 1575 1750 1925 2100 2451 2801 3151 3501 3851 4201 4551 4901 5251
500 10 183 229 274 320 366 412 457 503 549 640 732 823 915 1006 1098 1189 1281 1372
11 314 393 472 550 629 708 786 865 943 1101 1258 1415 1572 1730 1887 2044 2201 2359
21 457 572 686 800 915 1029 1144 1258 1372 1601 1830 2058 2287 2516 2745 2973 3202 3431
22 600 750 901 1051 1201 1351 1501 1651 1801 2101 2401 2702 3002 3302 3602 3902 4203 4503
33 854 1067 1281 1494 1708 1921 2135 2348 2562 2988 3415 3842 4269 4696 5123 5550 5977 6404
600 10 213 267 320 374 427 480 534 587 640 747 854 961 1067 1174 1281 1388 1494 1601
11 367 459 550 642 734 826 917 1009 1101 1284 1468 1651 1834 2018 2201 2385 2568 2752
21 534 667 800 934 1067 1201 1334 1468 1601 1868 2135 2401 2668 2935 3202 3469 3736 4002
22 700 876 1051 1226 1401 1576 1751 1926 2101 2451 2802 3152 3502 3852 4203 4553 4903 5253
33 996 1245 1494 1743 1992 2241 2490 2739 2988 3487 3985 4483 4981 5479 5977 6475 6973 7471
750 10 257 322 386 450 515 579 643 708 772 901 1030
11 442 553 664 774 885 995 1106 1217 1327 1548 1769 1991 2212 2433 2654 2875 3097 3318
21 643 804 965 1126 1287 1448 1609 1769 1930 2252 2574 2895 3217 3539 3861 4182 4504 4826
22 845 1056 1267 1478 1689 1900 2111 2322 2534 2956 3378 3800 4223 4645 5067 5489 5912 6334
33 1201 1501 1802 2102 2402 2702 3003 3303 3603 4204 4804 5405 6005 6606 7207 7807 8408 9008
900 10 300 375 450 525 600 675 750 825 900 1050 1200 1350 1500 1650 1800 1950 2100 2251
11 516 645 774 903 1031 1160 1289 1418 1547 1805 2063 2321 2579 2837 3094 3352 3610 3868
21 750 938 1125 1313 1500 1688 1875 2063 2251 2626 3001 3376 3751 4126 4501 4876 5251 5626
22 985 1231 1477 1723 1969 2215 2462 2708 2954 3446 3938 4431 4923 5415 5908 6400 6892 7385
33 1400 1750 2100 2451 2801 3151 3501 3851 4201 4901 5601 6301 7002 7702 8402 9102 9802 10502
1158 1287 1416 1544 1673 1802 1930
Bij een temperatuurtraject van 70/40/20°C, geldt een correctiefactor van x 0,58. Bij een temperatuurtraject van 70/50/20°C, geldt een correctiefactor van x 0,73. Gebruik voor type 20 de gegevens van type 11.

Stap 2
Bepaal de voorinstelling van de Danfoss radiatorafsluiter
of insert
Bepaal eerst het toelaatbare drukverschil (Δ P) over de
radiatorafsluiter en het temperatuurtraject (dΔ T) in het
systeem. Zoek in de betreffende kolom uit onderstaande
tabellen het bij stap 1 bepaalde vermogen op. Rechts in
de tabel kunt u vervolgens de voorinstelling van de RA-N
afsluiter of insert aflezen. Deze stelt u in door de instelring
van de RA-N op te tillen en te verdraaien. De afsluiters en
inserts worden in de neutrale stand ‘N’ geleverd.
Wanneer u geen gegevens heeft over het toelaatbare
drukverschil en temperatuurtraject adviseren wij u uit te
gaan van een drukverschil (Δ P) van 10 kPa en bij een ΔT
van 20 K.
Voorinstelling RA-N 1/2” radiatorafsluiters
Drukverschil (Δp) 10 kPa
Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen
ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K
1 0,04 150 300 450
2 0,08 300 600 900
3 0,12 450 900 1.300
4 0,2 750 1.500 2.200
5 0,3 1.150 2.200 3.300
6 0,4 1.500 3.000 4.400
7 0,51 1.900 3.750 5.650
N 0,73 2.700 5.350 8.100
Voorbeeld: De radiator van stap 1 (1805 W) wordt voorzien
van een afsluiter RA-N ½”. Het toelaatbaar drukverschil is 10
kPa en de ΔT is 20 K. Uit de tabel volgt bij een vermogen van
1805 W een voorinstelling op stand 4.5 van de RA-N afsluiter.
Voer de stappen 1 en 2 uit voor elke radiator in de installatie.
Schrijf de bepaalde vermogens van stap 1 op, deze heeft u
bij stap 3 nodig.
Drukverschil (Δp) 20 kPa
Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen
ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K
1 0,04 200 450 600
2 0,08 400 850 1.250
3 0,12 650 1.250 1.900
4 0,2 1.050 2.100 3.150
5 0,3 1.550 3.150 4.650
6 0,4 2.100 4.200 6.300
7 0,51 2.650 5.350 7.950
N 0,73 3.800 7.600
11.400
Voorinstelling RA-N 1/2” radiatorinserts
Drukverschil (Δp) 10 kPa
Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen
ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K
1 0,14 500 1.050 1.550
2 0,21 800 1.550 2.300
3 0,26 950 1.950 2.900
4 0,32 1.200 2.350 3.500
5 0,46 1.700 3.400 5.100
6 0,59 2.200 4.350 6.500
7 0,73 2.750 5.400 8.050
N 0,87 3.200 6.400
9.600
Drukverschil (Δp) 20 kPa
Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen
ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K
1 0,14 750 1.500 2.200
2 0,21 1.100 2.200 3.300
3 0,26 1.350 2.700 4.050
4 0,32 1.700 3.350 5.000
5 0,46 2.400 4.800 7.200
6 0,59 3.050 6.150 9.200
7 0,73 3.800 7.600
N
0,87
4.550 9.100 13.600
De afsluiters RA-N kunnen met halve stappen worden ingesteld. Als het vermogen precies tussen 2 waarden in ligt
kunt u dus tussen de twee gevonden voorinstellingen instellen. De RA-N inserts zijn traploos instelbaar. Voor een
duidelijk overzicht is gekozen alleen afsluiters van het type RA-N met een ½” aansluiting weer te geven.
Omrekentabellen
Vermogen Druk Flow
3
W kW kPa Pa mbar Bar l/h m
1 0,001 1 1.000 10 0,01 1 0,001
1000 1 100 100.000 1.000 1 1.000 1
/h
11.400

Stap 3
Inregelen m.b.v. een handbediende inregelafsluiter
De totale volumestroom wordt ingeregeld m.b.v. een
handbediende inregelafsluiter type MSV-BD welke het
overschot aan restopvoerhoogte van de circulatiepomp
weg regelt. Een overstort drukverschilregelaar type AVDO
garandeert watercirculatie in geval alle afsluiters worden
afgesloten.
320
100
500
= weg te regelen restopvoerhoogte
Stap 3a
Bepaal de totale volumestroom
door de installatie
Dit doet u door allereerst de vermogens van alle radiatoren
die in stap 1 zijn bepaald bij elkaar op te tellen. De totale
volumestroom kunt u vervolgens berekenen met de formule
Q = P x 0,86 / ΔT
Waarbij Q = volumestroom in m3/h
P = totale vermogen in kW
ΔT = delta T in K
Voorbeeld: in een woning wordt totaal 11.600 W (=11,6 kW)
aan radiatorvermogen geïnstalleerd. Er wordt gekozen voor
een temperatuurtraject van 20K. De totale volumestroom
bedraagt dan 11,6 x 0,86 / 20 ≈ 0,5 m3/h ≈ 500 l/h.
Stap 3b
Bepaal de restopvoerhoogte
van de ketel/pomp
Zoek in de technische beschrijving van de cv-ketel of
pomp de pompgrafiek op. Zet in deze grafiek de bij stap
3a bepaalde maximum volumestroom uit en bepaal de
bijbehorende restopvoerhoogte van de pomp. Let eventueel
op de ingestelde pompstand (kies deze bij voorkeur in de
laagste stand). Het verschil tussen de restopvoerhoogte
(behorend bij de bij 3a berekende volumestroom) en het
gekozen ontwerp drukverschil (bij stap 2) noemen we het
overschot aan restopvoerhoogte. Deze heeft u nodig in de
volgende stap.
Stap 3c
Bepaal de Kv-waarde van de centrale
inregelafsluiter
Dit doet u door de bij 3a en 3b gevonden waarden in te
vullen in de formule Kv = Q / √ ΔP
Waarbij: Q = volumestroom in m3/h
ΔP = overschot aan restopvoerhoogte in Bar
Voorbeeld: De Kv waarde kan nu worden berekend door
de maximum volumestroom Q = 0,5 m3/h te delen door
de wortel van het overschot aan restopvoerhoogte
ΔP = 0,22 bar. Kv = 0,5 / √0,22 = 1,07
Stap 3d
Bepaal de voorinstelling van de
centrale inregelafsluiter
Dit doet u door de bij 3c bepaalde Kv waarde op te zoeken
in de tabel van de MSV-BD inregelafsluiter. Let hierbij op
de juiste maat van de MSV-BD. Rechts in de tabel wordt de
instelling in stappen van 0.2 nauwkeurig weergegeven.
Draai de MSV-BD naar de bepaalde instelling en de
installatie is ingeregeld.
Voorbeeld: de totale volumestroom voor de woning
bedraagt 500 l/h (0,5 m3/h). Met de pomp in de lage stand
wordt bij deze volumestroom een restopvoerhoogte van
ca. 320 mbar = 32 kPa gecreëerd. Als bij stap 2 is gekozen
voor een toelaatbaar drukverschil van 10 kPa is het overschot
aan restopvoerhoogte 32 – 10 = 22 kPa = 0,22 Bar. Deze druk
moet door de centrale inregelafsluiter worden weggeregeld.

Stap 3d
2)
Montering
Installatøren bør før monteringen
sikre sig at rørsystemet er fri for
snavs, og at:
1) der er plads til at dreje ventilen
360 grader, hvis den monteres
på gevindrør.
2) ventilen orienteres efter flow-
pilen for bedste nøjagtighed.
Afmontering af håndtag
1. Omløberen bliver tilgængelig når
den grønne pal trykkes ned.
2. Sæt indstillingen på 0.0 og skru
omløberen af.
Kalibrering
3. Skala stilles på 0.0 før hånd-
taget genmonteres
Afspærring
Ventilens lukkeindikator viser:
Hvid = åben, rød = lukket.
Flow-indstilling
1. Når ventilen er åben, kan låsen
åbnes. Inbusnøgle kan også
anvendes.
2. Håndtaget springer op ventilen
kan forindstilles.
Flowdiagrammer findes her:
http://varme.danfoss.dk
3. Lås indstillingen ved tryk på
håndtaget.
Plombering
DK
Manuel strengventil
Fitting
Before fitting the valve the installer
must ensure that the pipe system is
clean and:
1) the valve can be turned 360 de-
grees if threaded pipe is used.
2) the valve is oriented according
to the flow arrow.
Removal of handle
1. The union nut become accessible
when the green lock is released.
2. Turn scale to 0.0 and unscrew the
union nut.
Calibration
3. Before refitting handle ensure that
the setting displays 0.0
Open and close
An indicator shows:
White = open valve
Red = closed valve
Setting the flow
1. When valve is open the lock is
released. Allen key can also be
used.
2. The handle pops up and the
required flow may be set. Flow
diagrammes are found in
http://heating.danfoss.com
3. Lock the setting by pressing the
handle until click.
Seal
GB
Manual balancing valve
Manuelles Strangregulierventil
Montage
Vor dem Einbau des Ventils ist
sicherzustellen, dass das Rohrsys-
tem frei von Verunreinigungen ist
und folgende Bedingungen erfüllt
sind:
1) Das Ventil kann um 360 °
gedreht werden, falls ein Gewind-
erohr verwendet wird.
2) Das Flussrichtung entspricht
dem auf dem Ventil aufgeprägten
Durchflusspfeil.
Demontage des Griffs
1. Der Handgriff kann nach Lösen
einer Verriegelung (grüner Hebel)
abgenommen werden.
2. Die Skala auf 0 drehen und die
Überwurfmutter lösen
Kalibrierung
3. Vor wiedermontage Anzeige auf
0.0 stellen
Öffnen und Schließen
Eine spezielle Anzeige gibt Infor-
mation über folgende Betrieb-
szustände:
Weiß = offenes Ventil,
rot = geschlossenes Ventil
Einstellen der Durchflussmenge
1. Die Verriegelung (grüner Hebel) kann
gelöst werden, wenn das Ventil nicht
geschlossen ist. Alternativ kann hierzu ein
3mm Innnensechskantschlüssel verwendet
werden.
2. Der Griff springt nach oben und die
gewünschte Durchflussmenge kann
eingestellt werden. Durchflussdiagramme
können unter www.danfoss-waermeautoma-
tik, www.at.danfoss.com oder www.danfoss.
ch abgerufen werden.
3. Die Einstellungen werden gesichert,
indem der Griff bis zum Ertönen eines Klicks
heruntergedrückt wird.
Sicherung (Plombierung)
DE
0.0 !
2
3
User Guide
Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV
Dynamic Valves™ Type RA-DV
10 mm
Select Enter
0.1
kPa
0.0
CLOSE
Select Enter
0.1
kPa
CLOS
User Guide
Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV
Dynamic Valves™ Type RA-DV
10 mm
Select Enter
0.1
kPa
0.0
Select Enter
0.1
kPa
OPEn
CLOSE
Select Enter
0.1
kPa
CLOS
1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9.
User Guide
Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV
Dynamic Valves™ Type RA-DV
10 mm
Select Enter
0.1
kPa
0.0
Select Enter
0.1
kPa
OPEn
CLOSE
Select Enter
0.1
kPa
CLOS
Select Enter
0.1
kPa
0.0
10 mm
Preset Q max.
w/
RA2000
w/ RAW,
RAE or
RAS-C
1 25 l/h 20 l/h 15 l/h
2 30 l/h 25 l/h 20 l/h
3 35 l/h 30 l/h 30 l/h
4 45 l/h 40 l/h 40 l/h
5 60 l/h 50 l/h 50 l/h
6 80 l/h 75 l/h 70 l/h
7 100 l/h 95 l/h 90 l/h
N 135 l/h 125 l/h 110 l/h
1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9.
10. 11.
Select Enter
0.1
kPa
CLOS
Bepaal de voorinstelling van de centrale
inregelafsluiter (vervolg)
Voorinstelling centrale inregelafsluiter MSV-BD
Inregelstand
DN
DN 15 DN 20 DN 25 DN 32 DN 40 DN 50
15LF
0 0,07 0,1 0,12 0,34 0,51 1,05 1,75
0,2 0,09 0,12 0,2 0,53 0,92 1,36 2,25
0,4 0,12 0,14 0,32 0,67 1,26 1,74 2,69
0,6 0,15 0,19 0,45 0,79 1,6 2,17 3,12
0,8 0,17 0,24 0,6 0,9 1,97 2,64 3,58
1 0,2 0,29 0,74 1,01 2,39 3,13 4,07
1,2 0,23 0,34 0,89 1,14 2,87 3,64 4,6
1,4 0,27 0,4 1,03 1,29 3,38 4,16 5,18
1,6 0,32 0,47 1,16 1,46 3,92 4,69 5,8
1,8 0,37 0,54 1,3 1,65 4,48 5,24 6,46
2 0,43 0,61 1,45 1,85 5,05 5,8 7,14
2,2 0,49 0,69 1,61 2,07 5,65 6,38 7,84
2,4 0,56 0,77 1,78 2,29 6,27 6,99 8,55
2,6 0,62 0,85 1,97 2,53 6,94 7,63 9,27
2,8 0,69 0,93 2,17 2,77 7,67 8,33 10
3 0,76 1,01 2,4 3,01 8,48 9,08 10,74
3,2 0,83 1,08 2,65 3,25 9,38 9,9 11,49
3,4 0,9 1,16 2,91 3,49 10,38 10,79 12,27
3,6 0,97 1,25 3,19 3,74 11,46 11,74 13,09
3,8 1,06 1,35 3,47 4 12,58 12,77 13,95
4 1,14 1,47 3,75 4,26 13,64 13,85 14,88
4,2 1,23 1,59 4,02 4,53 14,52 14,98 15,89
4,4 1,31 1,73 4,28 4,82 16,13 17
4,6 1,39 1,91 4,52 5,13 17,25 18,21
4,8 1,47 2,08 4,72 5,46 18,32 19,54
5,0 1,54 2,23 4,9 5,81 19,25 20,97
5,2 1,66 2,36 5,04 6,19 19,98 22,51
5,4 1,79 2,46 5,14 6,57 20,41 24,12
5,6 1,93 2,54 5,21 6,96 25,76
5,8 2,04 5,27 7,34 27,38
6 2,14 7,69 28,9
6,2 2,22 7,98 30,21
6,4 8,17 31,17
6,6 31,61
Voorbeeld: Er is gekozen voor een inregelafsluiter MSV-BD
in de maat DN 15LF. De berekende Kv waarde van 1,07 is
bij benadering te realiseren door de inregelafsluiter in te
regelen op stand 3.8.
Stap 3e
Als laatste wordt de overstort drukverschilregelaar AVDO
ingesteld. Deze kan worden ingesteld tussen 5 en 25 kPa.
De juiste instelling is 5 kPa hoger dan het bij stap 2 gekozen
Stel de overstort drukverschilregelaar in
drukverschil over de radiatorafsluiters.
Voorbeeld: Bij stap 2 is gekozen voor een toelaatbaar
drukverschil van 10 kPa. De AVDO kan worden ingesteld op
10+5 = 15 kPa = 0,15 bar.
Stap 4
Alternatief op Stap 3,
instellen handbediende
inregelafsluiter m.b.v.
dP-tool
Om het overschot van de restopvoerhoogte weg te smoren
met de MSV-BD handbediende inregelafsluiter, kunt u
ook de dP-tool gebruiken. Dit bespaart u veel rekenwerk
en biedt uitkomst wanneer u niet beschikt over de juiste
gegevens van de pompcapaciteit.
Stap 4a
Kies de meest ongunstig gelegen radiator (verste weg van
de pomp) voor de meting van het drukverschil. Stel de RA-N
afsluiter in op stand 2 en verwijder de pakkingbus (onder
druk) met ringsleutel 10. Plaats vervolgens de dP-tool op de
radiatorafsluiter.
Plaatsen van dP-tool

2)
Montering
Installatøren bør før monteringen
sikre sig at rørsystemet er fri for
snavs, og at:
1) der er plads til at dreje ventilen
360 grader, hvis den monteres
på gevindrør.
2) ventilen orienteres efter flow-
pilen for bedste nøjagtighed.
Afmontering af håndtag
1. Omløberen bliver tilgængelig når
den grønne pal trykkes ned.
2. Sæt indstillingen på 0.0 og skru
omløberen af.
Kalibrering
3. Skala stilles på 0.0 før hånd-
taget genmonteres
Afspærring
Ventilens lukkeindikator viser:
Hvid = åben, rød = lukket.
Flow-indstilling
1. Når ventilen er åben, kan låsen
åbnes. Inbusnøgle kan også
anvendes.
2. Håndtaget springer op ventilen
kan forindstilles.
Flowdiagrammer findes her:
http://varme.danfoss.dk
3. Lås indstillingen ved tryk på
håndtaget.
Plombering
DK
Manuel strengventil
Fitting
Before fitting the valve the installer
must ensure that the pipe system is
clean and:
1) the valve can be turned 360 de-
grees if threaded pipe is used.
2) the valve is oriented according
to the flow arrow.
Removal of handle
1. The union nut become accessible
when the green lock is released.
2. Turn scale to 0.0 and unscrew the
union nut.
Calibration
3. Before refitting handle ensure that
the setting displays 0.0
Open and close
An indicator shows:
White = open valve
Red = closed valve
Setting the flow
1. When valve is open the lock is
released. Allen key can also be
used.
2. The handle pops up and the
required flow may be set. Flow
diagrammes are found in
http://heating.danfoss.com
3. Lock the setting by pressing the
handle until click.
Seal
GB
Manual balancing valve
Manuelles Strangregulierventil
Montage
Vor dem Einbau des Ventils ist
sicherzustellen, dass das Rohrsys-
tem frei von Verunreinigungen ist
und folgende Bedingungen erfüllt
sind:
1) Das Ventil kann um 360 °
gedreht werden, falls ein Gewind-
erohr verwendet wird.
2) Das Flussrichtung entspricht
dem auf dem Ventil aufgeprägten
Durchflusspfeil.
Demontage des Griffs
1. Der Handgriff kann nach Lösen
einer Verriegelung (grüner Hebel)
abgenommen werden.
2. Die Skala auf 0 drehen und die
Überwurfmutter lösen
Kalibrierung
3. Vor wiedermontage Anzeige auf
0.0 stellen
Öffnen und Schließen
Eine spezielle Anzeige gibt Infor-
mation über folgende Betrieb-
szustände:
Weiß = offenes Ventil,
rot = geschlossenes Ventil
Einstellen der Durchflussmenge
1. Die Verriegelung (grüner Hebel) kann
gelöst werden, wenn das Ventil nicht
geschlossen ist. Alternativ kann hierzu ein
3mm Innnensechskantschlüssel verwendet
werden.
2. Der Griff springt nach oben und die
gewünschte Durchflussmenge kann
eingestellt werden. Durchflussdiagramme
können unter www.danfoss-waermeautoma-
tik, www.at.danfoss.com oder www.danfoss.
ch abgerufen werden.
3. Die Einstellungen werden gesichert,
indem der Griff bis zum Ertönen eines Klicks
heruntergedrückt wird.
Sicherung (Plombierung)
DE
0.0 !
2
3
CLOSE
Select Enter
0.1
kPa
CLOS
User Guide
Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV
Dynamic Valves™ Type RA-DV
10 mm
Select Enter
0.1
kPa
0.0
Select Enter
0.1
kPa
OPEn
CLOSE
Select Enter
0.1
kPa
CLOS
1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9.
Stap 4b
User Guide
Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV
Dynamic Valves™ Type RA-DV
10 mm
Select Enter
0.1
kPa
0.0
Select Enter
0.1
kPa
OPEn
CLOSE
Select Enter
0.1
kPa
CLOS
Select Enter
0.1
kPa
0.0
10 mm
Preset Q max.
w/
RA2000
w/ RAW,
RAE or
RAS-C
1 25 l/h 20 l/h 15 l/h
2 30 l/h 25 l/h 20 l/h
3 35 l/h 30 l/h 30 l/h
4 45 l/h 40 l/h 40 l/h
5 60 l/h 50 l/h 50 l/h
6 80 l/h 75 l/h 70 l/h
7 100 l/h 95 l/h 90 l/h
N 135 l/h 125 l/h 110 l/h
1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9.
10. 11.
Select Enter
0.1
kPa
CLOS
Meting verrichten met dP tool
Stap 4c
Aanpassen drukverschil
Zorg dat alle radiatorafsluiters geopend zijn en de pomp
draait.
Meting 1: Meetstuk in geopende toestand en druk op
enter
Meting 2: Druk meetstuk dicht en druk op enter
Wanneer het resultaat van de meting uit Stap 4b hoger is
dat het gewenste drukverschil (10kPa of 20kPa), kunt u
indien mogelijk de pompcapaciteit verlagen of u verkleint
de doorlaat van de MSV-BD inregelafsluiter.
1. Indien mogelijk pompcapaciteit verlagen
2. Wanneer nodig, overtollig drukverschil wegsmoren door
de doorlaat van de MSV-BD inregelafsluiter te verkleinen.
1 2
U herhaalt de stappen 4b en 4c tot u het gewenste
drukverschil heeft bereikt.
Resultaat: Uw display geeft aan wat het gemeten
drukverschil is
Danfoss B.V. • Heating Segment • Postbus 218, 3100 AE Schiedam
Tel.: 010 80 82 222 • Email cs@danfoss.nl • www.klimaatregeling.danfoss.nl
Danfoss kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor mogelijke fouten in catalogi, handboeken en andere documentatie. Danfoss behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving haar
producten te wijzigen. Dit geldt eveneens voor reeds bestelde producten, mits zulke wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder dat veranderingen in reeds overeengekomen specificaties
noodzakelijk zijn. Alle in deze publicatie genoemde handelsmerken zijn eigendom van de respectievelijke bedrijven.
Danfoss en het Danfoss-logo zijn handelsmerken van Danfoss A/S. Alle rechten voorbehouden.
VRHSC110 © Copyright Danfoss | 2017.06