Artikelnummer:
088H3110
Omschrijving:
TWA-A therm. Motor 24V NC
Connectie: Danfoss RA
BUSBUS
Artikelnummer:
088U1055
Omschrijving:
Bedrade thermostaat
wandopbouw
Artikelnummer:
088H3140
Omschrijving:
TWA-K therm. Motor 24V NC
Connectie: M30 x 1,5
Artikelnummer:
088U1050
Omschrijving:
Bedrade thermostaat
wandinbouw
Stap 3: Kies de benodigde accessoires
Maakt u gebruik
van vloerkoeling?
Artikelnummer:
088U1100
Omschrijving:
Uitbreidingsmodule
Toelichting:
Deze uitbereidingsmodule
wordt in de hoofdregelaar
gestoken.
Bij meerdere master slave
gekoppelde regelaars hoeft u
alleen de master te voorzien.
Is er de wens om
het systeem via
een App op de
smartphone te
bedienen?
Artikelnummer:
088U1101
Omschrijving:
App-module
Toelichting:
Voor bediening via
Smartphone App rust u de
hoofdregelaar uit met deze
App module. Bij meerdere
master-slave gekoppelde
hoofdregelaars hoeft u alleen
de master te voorzien.
Wordt er gebruik
gemaakt van één
of meerdere
draadloze
thermostaten?
Artikelnummer:
088U1103
Omschrijving:
Radiomodule
Toelichting:
Om draadloze communicatie
mogelijk te maken, rust u de
hoofdregelaar uit met deze
radiomodule. Bij meerdere
master-slave gekoppelde
hoofdregelaars moeten alle
regelaars worden voorzien.
Is er door zware
constructie of
obstakels extra
draadloos bereik
nodig?
Artikelnummer:
088U1102
Omschrijving:
Signaalversterker
Toelichting:
Per systeem kunnen
maximaal 4 versterkers
worden toegepast
Bij meerdere hoofdregelaarsControleer of alle hoofdregelaars compatible zijn.
Zie blz. 14 van Danfoss Icon™ Technisch handboek
Controleer bij bedrade installaties of het juiste type bedrading toegepast is.
Zie blz. 5 en 6 van Danfoss Icon™ Technisch handboek
Sluit bij draadloze installaties de Radiomodule aan, aan de onderzijde van de hoofdregelaar bij de poort
'RADIO'.
Zie blz. 9 stap 1 van Danfoss Icon™ Technisch handboek
Per hoofdregelaarSluit de thermomotoren aan op de bovenste klemmenstrook. Verwijder eventueel aanwezige rode lipjes.
Zie blz. 9 stap 2 van Danfoss Icon™ Technisch handboek
Sluit bij bedrade thermostaten de bedrading aan op de onderste klemmenstrook.
Zie blz. 9 stap 1 van Danfoss Icon™ Technisch handboek
Sluit bij draadloze thermostaten de Radiomodule aan, aan de onderzijde van de hoofdregelaar bij de poort
'RADIO'.
Zie blz. 9 stap 1 van Danfoss Icon™ Technisch handboek
Bedrade opbouwthermostatenNa aansluiten bedrading, klik eerst de witte rand op de grijze onderkant, monteer daarna de touchscreen
printplaat.
Bedrade thermostatenZorg er voor dat de tekst op de witte buitenrand naar onder is gericht
KoeltoepassingDruk op 'OK' na het kiezen van de benodigde koeltoepassing
Koeltoepassing 0005 - 0010De meest voorkomende instellingen bij 'Settings' is: [Set 1: +4°C] [Set 2: 6 uur]
UK: Next roomDK: Næste rumDE: Nächtes RaumFR: Autre chambreIT: Prossima stanza NL: Volgende kamer
REPEAT
STEP 2-5
OK
Wired System
Koppelen van master-slave hoofdregelaars
Stap 1:
Master regelaar:
U kiest welke regelaar u als master regelaar wil gebruiken in het systeem. Kenmerkend voor de master regelaar is dat hier vaak de cv-ketel,
warmtepomp of centrale gemotoriseerde afsluiters op worden aangesloten.
Slave regelaar:
LET OP! U dient te wachten met het inbedrijfstellen van de slaveregelaar(s) omdat deze vooraf als slave dienen te worden gekoppeld aan
de master.
Stap 2:
Op de master regelaar selecteert u INSTALL modus en bevestigd dit met OK
OK
Stap 3:
Op de slave regelaar drukt u 2 sec op waarna u met of kunt kiezen tussen kiezen tussen SLA TYPA en SLA TYPB .
U kunt uw keuze bevestigen met OK
Type A: Bij het selecteren van ‘SLA TYPA’ wordt de pomp geactiveerd op de master regelaar wanneer er vraag is op
de master en/of op één of meerdere slaves.
Type B: Bij het selecteren van ‘SLA TYPB’ wordt het pomprelais enkel geactiveerd op de betreffende regelaar waar u
deze instelling heeft toegepast.
SLA TYPASLA TYPASLA TYP?
OK
1,5 seconden indrukkenSelecteer type A of BBevestig met OK
UK: Next roomDK: Næste rumDE: Nächtes RaumFR: Autre chambreIT: Prossima stanza NL: Volgende kamer
REPEAT
STEP 2-5
OK
Wired System
>
2 m
Max. 50°C
>
>
24V DRILLING TEMPLATE
>>
>
>>
Icon™ Display 24V
24V
AB
NTC
IP21
T30
>
1.
>
OK
2.3.
OK
>
4. THERMOSTAT
>
7.
RUN
INSTALL
UNINSTALL
TEST
OK
TEST NET
TEST APP
TEST FLO
~ 30 min.
>
8.
OK
>
9.
RUN
INSTALLUNINSTALLTEST
OK
>
Wired System
>
24V DRILLING TEMPLATE
>
>
Icon™ Display 24V
24V
AB
NTC
IP21
T30
>
>
5.
3
2
1
6.
UK: Next roomDK: Næste rumDE: Nächtes RaumFR: Autre chambreIT: Prossima stanza NL: Volgende kamer
REPEAT
STEP 2-5
OK
>
IN 1
APPLICATION
SETTINGS
IN 2IN 3
IN 1
APPLICATION
SETTINGS
IN 2IN 3
088U1100
Option
Max. 50°C
>
>
24V DRILLING TEMPLATE
>
>
Icon™ Display 24V
24V
AB
NTC
IP21
T30
>
OK
OK
>
4. THERMOSTAT
>
5.
3
2
1
6.
UK: Next roomDK: Næste rumDE: Nächtes RaumFR: Autre chambreIT: Prossima stanza NL: Volgende kamer
REPEAT
STEP 2-5
OK
>
9.
RUN
INSTALLUNINSTALLTEST
OK
>
IN 1
APPLICATION
SETTINGS
IN 2IN 3
IN 1
APPLICATION
SETTINGS
IN 2IN 3
088U1100
Option
>
5.
6.
UK: Next roomDK: Næste rumDE: Nächtes RaumFR: Autre chambreIT: Prossima stanza NL: Volgende kamer
REPEAT
STEP 2-5
>
24V DRILLING TEMPLATE
>
>
Icon™ Display 24V
24V
AB
NTC
IP21
T30
>
4. THERMOSTAT
>
5.
3
2
1
6.
UK: Next roomDK: Næste rumDE: Nächtes RaumFR: Autre chambreIT: Prossima stanza NL: Volgende kamer
REPEAT
STEP 2-5
OK
>
Max. 50°C
>
>
24V DRILLING TEMPLATE
>
>
>
Wireless System
Technisch handboek Danfoss Icon™
Inbedrijfstelling
Stap 1 - Verbind de thermostaten met de hoofdregelaar (laat stekker uit het stopcontact)
Bij een systeem
met 24V
thermostaten sluit
u de kabels aan
op de onderste
klemmenstrook.
Stap 2 – Sluit de motoren aan op de hoofdregelaar (laat stekker uit het stopcontact)
Verwijder de
rode lipjes van
de motoren.
Stap 3 – Wijs de thermostaten toe aan de motoruitgangen (stop de stekker in het stopcontact)
OK
OK
088U1103
Bij een systeem
met draadloze
thermostaten sluit u
eerst de radiomodule
aan.
Sluit de Danfoss 24V
thermische motoren
aan op de bovenste
klemmenstrook. Max.
1 motor per uitgang.
1
3
2
OK
Bij eerste gebruik staat de hoofdregelaar
in de ‘INSTALL’ modus.
Als de hoofdregelaar niet in de ‘INSTALL’
modus staat, druk dan op de knop ‘ ‘ tot
het lampje naast ‘INSTALL’ brandt en druk
op ‘OK’.
Stap 4 – Start de automatische testfuncties
Activeer de thermostaat door
op het display te drukken.
Op de hoofdregelaar is de tekst
‘SET OUTPUT’ te zien.
U kunt een thermostaat resetten wanneer u deze uit het systeem wilt verwijderen.
Dit kan zijn omdat:
- De motoruitgangen verkeerd aangemeld zijn
- Het systeem geheel gereset moet worden
LET OP! Zorg ervoor dat bij draadloze thermostaten de stekker van de hoofdregelaar in het stopcontact zit
en dat de Radiomodule aangesloten is. Dit ter voorkoming van storingen op een later tijdstip.
1. Activeer de thermostaat door op het scherm te drukken.
2. Houd uw beide duimen op de hiernaast afgebeelde positie op het scherm
(de pijltjes toetsen , waar de temperatuur mee versteld wordt)
totdat het display weergeeft
3. Druk op het vinkje ‘ ’ naast ‘ ‘ .
De thermostaat is nu verwijderd uit het systeem.
Wanneer gaat u een hoofdregelaar resetten?
Door de hoofdregelaar te resetten brengt u deze terug in de fabrieksinstellingen.
Alle gegevens worden hierbij gewist. Dit doet u als u de installatie opnieuw in bedrijf wilt stellen.
LET OP! Als de hoofdregelaar gereset wordt moeten alle gekoppelde thermostaten en eventuele
App- en ZigBee modules gereset worden. Dit is nodig om deze componenten opnieuw aan te kunnen melden.
1. Houd de toetsen en op de Danfoss Icon™ Hoofdregelaar 24 V
ingedrukt totdat het display weergeeft.
2. Druk op OK. Alle instellingen op de hoofdregelaar zijn nu teruggezet naar
OK
de fabrieksinstellingen.
Wanneer gaat u een thermomotoruitgang leegmaken op de hoofdregelaar?
Wanneer een thermostaat niet te resetten is, en u wilt een nieuwe thermostaat aanmelden
op de uitgang(en) van de hoofdregelaar, moet deze uitgang(en) eerst vrijgemaakt worden.
1. Druk op om de modus UNINSTALL (VERWIJDEREN) te selecteren.
2. Selecteer op de hoofdregelaar de uitgang welke is toegewezen
aan de thermostaat die niet reageert.
3. Alle leds op uitgangen die met de niet-reagerende thermostaat zijn verbonden,
zullen oplichten en worden automatisch geselecteerd als u één van die
uitgangen selecteert. knippert op het display.
OK
4. Druk op om de thermostaat uit het systeem te verwijderen.
Menu installateursinstellingen Danfoss Icon™ Ruimtethermostaat
Het installatiemenu openen
Activeer de thermostaat. Houdt ingedrukt om het basis-menu (ME. 1 t/m 3) te openen.
Houdt vervolgens opnieuw ingedrukt om het installatiemenu ME. 4 t/m 7 te openen.
Wissel van menu met of , bevestig met . Druk op om een stap terug te gaan in het menu.
Let op:
Menu instellingen ME.4 en ME.5 zijn alleen beschikbaar wanneer de thermostaat is voorzien van een vloersensor.
Menu instellingen ME.6 en ME.7 zijn alleen beschikbaar als er een koeltoepassing gekozen is.
ME. 1
: Instelbegrenzing voor het setpoint van de ruimtetemperatuur.
ME. 2
: Info/versienummer, kan worden gebruikt om het product te identificeren.
ME. 3
: Voer een verbindingstest uit om de verbinding met de hoofdregelaar te testen.
Geeft een resultaat van 0-100% (80% of hoger duidt op een sterke verbinding).
ME. 4
: Vloersensormodus:
CO
= comfortmodus. Er wordt zowel een luchtsensor als een vloersensor gebruikt.
FL
= vloersensormodus. De eindgebruiker stelt de gewenste vloertemperatuur in.
DU
= duale modus. De thermostaat regelt een radiator en één of meerdere vloerverwarmingscircuit(s).
Vloerverwarmingscircuits zorgen voor een ingestelde comfortabele vloertemperatuur, terwijl de radiator wordt
gebruikt voor piekbelastingen.
ME. 5
: Minimale en maximale temperatuur voor de vloer, gebruikt in de modi
ME. 6
: Referentieruimte. Stel in op ON (AAN) wanneer u deze thermostaat wilt gebruiken als referentiethermostaat om te schakelen
tussen koelen en verwarmen.
ME. 7
: Koeling AAN/UIT. Deze instelling wordt gebruikt om de mogelijkheid tot koelen uit te schakelen, bijvoorbeeld in badkamers.
Toelichting op duale modus
In vertrekken waar vloerverwarming en convectoren zijn gecombineerd,
kan één thermostaat beide apart aansturen.
Hiervoor moet de draadloze of bedrade thermostaat zijn uitgerust met
een vloersensor. Op de hoofdregelaar worden de motoruitgangen voor de
vloerverwarming geconfigureerd op SLOW en de convectoren op FAST.
Het systeem zal een comfortabele constante vloertemperatuur regelen en
de mototuitgangen ten behoeve van convectoren aansturen wanneer de
gewenste ruimtetemperatuur niet is bereikt.
Problemen verhelpen bij de Danfoss Icon™ Hoofdregelaar 24V
AlarmcodeProbleemOplossing
Er01Systeem is nog niet klaar om te worden getest.Koppel alle thermostaten aan de thermische motoruitgang voordat u de
Er02De uitgang die op de Danfoss Icon™ Hoofd-
regelaar 24V knippert, is nog niet aan een
kamerthermostaat gekoppeld.
Er03U hebt een koeltoepassing geconfigureerd
waarvoor u een referentiekamerthermostaat
dient toe te wijzen.
Er04 + Er0XNetwerktest mislukt.Ga na welk apparaat niet werkt en zet deze op een andere plaats.
Er05Communicatie met radiomodule verbroken.Controleer of de kabel goed is aangesloten op de radiomodule en op de
testmodus start.
Koppel alle thermische motoren aan een kamerthermostaat voordat u de
testmodus start.
Ga naar de thermostaat in de gewenste referentieruimte en activeer het
installatiemenu op de thermostaat. Stel de waarde bij ME.6 ‘reference room
thermostat’ (referentiekamerthermostaat) in op ON (AAN).
Voer de test vervolgens opnieuw uit.
Danfoss Icon™ Hoofdregelaar 24V.
Er06 + NEtt ErrCommunicatie met thermostaat verbroken.
Communicatie App module met wifi verbroken.
Er07Communicatie met slave regelaar verbroken.Voor draadloze systemen: controleer de verbinding van de radiomodule naar
Er08Communicatie van slave regelaar naar
hoofd regelaar verbroken.
Er09Communicatie met app-module verbroken.Controleer of de kabel goed is aangesloten op de app-module en op de Danfoss
Er10Communicatie met signaalversterker verbroken.Controleer of de signaalversterker in het stopcontact is aangesloten/niet is
Er11Communicatie met uitbreidingsmodule
verbroken.
Er12Thermische motor defect. De uitgang van de
defecte thermische motor knippert.
Er14Icon™ Hoofdregelaar kan niet worden
opgenomen als een slaveregelaar omdat er al
Icon™ componenten zijn aangemeld.
Er15Batterij van een kamerthermostaat bijna leeg.De betreffende ruimte wordt aangeduid via de led(s) voor de gekoppelde
Er16Deze applicatie vereist dat een specifieke
motor-uitgang beschikbaar is.
Er17Externe PT1000-sensor niet gemonteerd of
defect.
Nett ErrAanmelden thermostaten lukt niet.Maak de regelaar spanningsloos. Controleer of alle thermische motoren zijn
Draadloze thermostaten: Controleer/vervang batterijen. Muren, meubels en andere
obstakels veroorzaken demping of soms volledige absorptie van het draadloze
signaal. Metaal heeft een reflecterend effect op radiosignalen.
Bedrade thermostaten: 1. Controleer breuken in de kabels, of losse kabel
2. Kortsluiting als gevolg van onjuiste bedrading of verbogen contactpunten op
de print van de thermostaat. 3. Overmatige elektromagnetische interferentie
veroorzaakt door gebruik van verkeerd type kabel of kabels welke sterk worden
beïnvloed door elektromagnetische velden van andere kabels of apparaten.
Plaats een range extender voor wifi.
de Danfoss Icon™ Hoofdregelaar 24 V. Voor bekabelde systemen: controleer de
bedrading tussen de regelaars.
Voor draadloze systemen: controleer de verbinding van de radiomodule naar
de Danfoss Icon™ Hoofdregelaar 24V. Voor bekabelde systemen: controleer de
bedrading tussen de regelaars.
Icon™ Hoofdregelaar 24V.
verwijderd en of er spanning op het stopcontact staat (ON).
Controleer of de uitbreidingsmodule volledig op zijn plaats is geschoven.
Vervang de thermische motor.
Reset de hoofregelaar en meld deze aan als slave voordat u thermostaten of
signaalversterker gaat aanmelden.
thermische motoruitgang, zoals wanneer de verbinding verbroken is. Vervang de
batterijen (2 stuks AA alkaline) in de thermostaat.
U heeft deze uitgang reeds toegewezen aan een kamerthermostaat of op de
uitgang is nog geen motor gemonteerd. De-installeer de motoruitgang zodat deze
beschikbaar is voor de gekozen toepas sing (of monteer de motor - als dit nog niet
is gebeurd). Sluit motoren alleen aan wanneer de regelaar spanningsloos is.
Controleer de sensor en vervang deze indien nodig.
aangesloten. Controleer of de rode montagelipjes van de motoren verwijderd
zijn. Controleer of het 24V Danfoss thermische motoren zijn. Stop daarna pas de
stekker in het stopcontact.
Sinds de introductie van Danfoss Icon in 2018 zijn er diverse updates geweest om de gebruikerservaring verder te verbeteren en functionaliteiten
toe te voegen. Om een goede werking te garanderen is het belangrijk te weten welke software versies wel en niet kunnen worden gecombineerd.
Raadplegen versie Icon™ hoofdregelaar en controleren op compatibiliteit
Raadpleeg de sticker op de linker onderzijde van de regelaar voor het artikelnummer. Bij het koppelen van hoofdregelaars zijn uitsluitend de
onderstaande combinaties mogelijk.
088U1141 ↔ 088U1142 Compatibel
088U1071 ↔ 088U1072 Compatibel
088U1071 ↔ 088U1141 Niet compatibel
088U1071 ↔ 088U1142 Niet compatibel
088U1072 ↔ 088U1141 Niet compatibel
088U1072 ↔ 088U1142 Niet compatibel
Danfoss Icon™Master ControllerDate:
088U####Serial: xxxxxxxxxx 200602
Activeren koelfuncties op versie Icon™ thermostaten voor medio 2020
Wanneer uw thermostaat geen koel- of verwarmingssymbool weergeeft en/of het installatiemenu ME6 en ME7 niet beschikbaar is, kunt u te
maken hebben met een oudere software versie van de thermostaten.
Wilt u deze thermostaten gebruiken met Icon™ hoofdregelaars versie 088U1141 en 088U1142, dient er een instelling op iedere thermostaat te
worden aangepast.
De aanpassing geldt voor onderstaande info/versienummer en lager, welke is te raadplegen via het basismenu op de thermostaat.
Voor een juiste werking dient de minimum instelbegrenzing van de ruimtetemperatuur te worden verhoogd naar 5,5°C.
Artikelnr. Type Softwareversie
088U1055 Danfoss Icon™ Thermostaat opbouw 24V 2-draads 405 of lager
088U1050 Danfoss Icon™ Thermostaat inbouw 24V 2-draads 405 of lager
088U1081 Danfoss Icon™ Thermostaat draadloos 205 of lager
088U1082 Danfoss Icon™ Thermostaat met IR vloersensor draadloos 605 of lager
Raadplegen info/versienummer en aanpassen minimum instelbegrenzing ruimtetemperatuur
Activeer de thermostaat. Houdt ingedrukt om het basis-menu (ME. 1 t/m 3) te openen.
Houdt vervolgens opnieuw ingedrukt om het installatiemenu ME. 4 t/m 7 te openen.
Wissel van menu met of , bevestig met . Druk op om een stap terug te gaan in het menu.
QR
ME. 1
: Instelbegrenzing voor het setpoint van de ruimtetemperatuur.
ME. 2
: Info/versienummer, kan worden gebruikt om het product te identificeren.
!
LET OP! Koelfunctionaliteiten zijn alleen beschikbaar wanneer één van de hoofdregelaars is uitgerust met een uitbreidingsmodule.
Tevens moet op de hoofdregelaar het toepassingsnummer 0004 – 00010 zijn ingesteld.
Alleen Icon™ hoofdregelaars versies 088U1141 en 088U1142, kunnen worden voorzien van nieuwe software.
Stap 1: Plaats de app-module (088U1101) met nieuwe software in de rechter poort onderin de Icon hoofdregelaar.
Het installatieproces begint automatisch, nadat u via de Icon App akkoord hebt gegeven voor de upgrade.
Stap 2: Wacht tot “RUN” verschijnt in het display van de Icon™ hoofdregelaar en verwijder de App-module
Herhaal dit voor iedere hoofdregelaar wanneer er meerdere in de woning aanwezig zijn.
088U1101
Compatibiliteit van de Icon™ hoofdregelaar met Zigbee module
Alleen Icon™ hoofdregelaars versies 088U1141 en 088U1142, kunnen worden uitgerust met een Zigbee module.
De Zigbee module wordt gebruikt wanneer u een Icon hoofregelaar wilt koppelen met de Danfoss Ally™ Zigbee gateway
of een gateway van derden.
Wanneer u een Danfoss Icon™ regelsysteem wilt koppelen met de Danfoss Ally™ Gateway of een gateway van derden,
dient iedere hoofregelaar te worden uitgerust met deze Icon™ Zigbee module.
Vloerverwarmingssysteem met elektronische regeling van de
aanvoertemperatuur. De aanvoertemperatuur wordt op een vaste
waarde ingesteld.
Het systeem gebruikt een PT1000-sensor voor het detecteren en
regelen van de aanvoertemperatuur. Deze sensor zorgt er tevens
voor dat de temperatuur de maximaal toegestane temperatuur niet
overschrijdt. Als de sensor is aangesloten, regelt het systeem de
circulatiepomp en het warmtevraagsignaal voor bijvoorbeeld een
cv-ketel of warmtepomp. De pomp en het warmtevraagsignaal
worden geactiveerd wanneer er op ten minste één circuit een
warmtevraag is. Zowel pomp (PWR1) als het warmtevraag signaal
(RELAY) hebben een inschakelvertraging van 180 seconden.
Uitgang 1 moet worden gebruikt voor TWA op een menginjectie.
De algemene stand-by is een potentiaalvrije ingang die kan worden
gebruikt om het systeem in te stellen op de algemene niet-thuismodus.
Als de ingang voor algemene stand-by actief is, krijgen alle ruimtes
een setpoint van 15 °C.
Instellingen
‘SET 1’ = stel de gewenste aanvoerstromingstemperatuur
in [25-70 °C].
‘SET 2’ = stel de gewenste temperatuur voor veiligheidsuitschakeling
in [30-75 °C].
Let op: deze temperatuur dient hoger te zijn dan de stromingstemperatuur.
Toepassingstestfunctie
Gebruik de installatietoets om naar het menu ‘Test’ te gaan.
De toepassingstest (APP test) is specifiek voor elke toepassing. De test
is in stappen opgedeeld om ervoor te zorgen dat alle componenten
correct worden geïnstalleerd. Volg de aangegeven procedure.
RUN
INSTALL
UNINSTALL
TEST
TEST NET
TEST APP
TEST FL
OK
O
Teststappen
Stap 1:1 Ga naar de thermische motor van de meng injectieregelafsluiter en controleer of de afsluiter volledig opent (een
openingstijd tot 3 minuten is normaal). Na 5 minuten zal de
thermische motor van de menginjectieafsluiter weer sluiten. Tijdens
de testperiode van 5 minuten zal de display op de hoofdregelaar ook
de gemeten aanvoerstromingstemperatuur weergeven.
LET OP!
APPLICATION
SETTINGS
OK
OK
OK
OK
OK
OK
Applicatienummer
kan niet achteraf
gewijzigd worden.
Toepassing 0002: 2-pijps systeem met een op vraag gebaseerde
regeling van de aanvoertemperatuur.
Optioneel: algemene stand-by.
Toepassingsbeschrijving
Vloerverwarmingssysteem met elektronische regeling van de
aanvoertemperatuur.
De op vraag gebaseerde aanvoertemperatuur wordt geregeld op
basis van de warmtevraag van de ruimten.
Het systeem gebruikt een PT1000-sensor voor het detecteren van
de aanvoertemperatuur. Deze sensor zorgt er tevens voor dat de
temperatuur de maximaal toegestane temperatuur, ingesteld via een
veiligheidswaarde Tmax, niet overschrijdt. Als de sensor is aangesloten,
regelt het systeem de circulatiepomp en het warmtevraagsignaal
voor bijvoorbeeld een cv-ketel of warmtepomp. De pomp en
het warmtevraagsignaal worden geactiveerd wanneer er op ten
minste één circuit een warmtevraag is. Zowel pomp (PWR1) als het
warmtevraag signaal (RELAY) hebben een inschakelvertraging van
180 seconden. Uitgang 1 moet worden gebruikt voor TWA op
een menginjectie.
De algemene stand-by is een potentiaalvrije ingang die kan worden
gebruikt om het systeem in te stellen op de algemene niet-thuismodus.
Als de ingang voor algemene stand-by actief is, krijgen alle ruimtes
een setpoint van 15 °C.
APPLICATION
SETTINGSSETTINGS
OK
OKOK
OKOK
OKOK
OKOK
OK
LET OP!
Applicatienummer
kan niet achteraf
gewijzigd worden.
OKOK
OKOK
Instellingen
‘SET 1’ = stel de gewenste minimale aanvoerstromingstemperatuur
in [25-65 °C].
‘SET 2’ = stel de gewenste maximale aanvoerstromingstemperatuur
in [30-70 °C].
Let op: de temperatuur dient te worden ingesteld op een waarde
die ten minste 5 °C hoger is dan de minimale
aanvoerstromingstemperatuur.
‘SET 3’ = stel de gewenste temperatuur voor veiligheidsuitschakeling
in [30-75 °C].
Let op: deze temperatuur moet hoger zijn dan de stromingstemperatuur.
Toepassingstestfunctie
Gebruik de installatietoets om naar het menu ‘Test’ te gaan.
De toepassingstest (APP test) is specifiek voor elke toepassing. De test
is in stappen opgedeeld om ervoor te zorgen dat alle componenten
correct worden geïnstalleerd. Volg de aangegeven procedure.
RUN
INSTALL
UNINSTALL
TEST
TEST NET
TEST APP
TEST FL
OK
O
Teststappen
Stap 1:1 Ga naar de thermische motor van de menginjectieregelafsluiter en controleer of de afsluiter volledig opent (een
openingstijd tot 3 minuten is normaal). Na 5 minuten zal de
thermische motor van de menginjectieafsluiter weer sluiten. Tijdens
de testperiode van 5 minuten zal de display op de hoofdregelaar ook
de gemeten aanvoerstromingstemperatuur weergeven.
Toepassing 0003: 2-pijps systeem met automatische omschakeling
voor koeling op basis van de aanvoertemperatuur.
Optioneel: dauwpuntsensor (aanbevolen), algemene stand-by, circulatiepomp en warmtevraagsignaal.
Toepassingsbeschrijving
Vloerverwarmingssysteem met automatische omschakeling voor
koeling op basis van de aanvoertemperatuuringang.
De aanvoertemperatuur wordt bewaakt door middel van een
PT1000-sensor. Op basis van de meting schakelt het systeem over op
verwarmen of koelen. Als de sensor is aangesloten, regelt het systeem
de circulatiepomp, die wordt ingeschakeld als in ten minste 1 ruimte
een warmte- of koelvraag is.
Het verwarmingssignaal voor bijvoorbeeld een cv-ketel of
warmtepomp wordt alleen geactiveerd als het systeem zich in
de verwarmingsmodus bevindt en er in ten minste 1 ruimte een
warmtevraag is. Voor koeltoepassingen adviseren we altijd om een
dauwpuntsensor in het systeem te installeren om vochtschade aan de
vloer en de installaties te voorkomen in gevallen waarbij de relatieve
vochtigheid hoger is dan het dauwpunt.
De algemene stand-by is een potentiaalvrije ingang die kan worden
gebruikt om het systeem in te stellen op de algemene niet-thuismodus.
Als de ingang voor algemene stand-by actief is, krijgen alle ruimtes
een setpoint van 15 °C.
Instellingen
‘SET 1’ = stel de aanvoerstromingstemperatuur voor omschakeling
naar verwarmen in [25-55 °C].
‘SET 2’ = stel de aanvoerstromingstemperatuur voor omschakeling
naar koelen in [15-25 °C].
Let op: de temperatuur moet worden ingesteld op een waarde die
ten minste 2 °C lager is dan de temperatuur voor omschakeling naar
verwarmen.
Instellingen op de thermostaat
Ruimten uitsluiten van koeling: Om een ruimte uit te sluiten van
koeling – gewoonlijk in badkamers, waar het toepassen van koeling
oncomfortabel zou zijn – gaat u naar de thermostaat en stelt u menu
ME.7
in op
OF F
. Zie de installatiehandleiding van de thermostaat voor
meer informatie.
Toepassingstestfunctie
Gebruik de installatietoets om naar het menu ‘Test’ te gaan.
De toepassingstest (APP test) is specifiek voor elke toepassing. De test
is in stappen opgedeeld om ervoor te zorgen dat alle componenten
correct worden geïnstalleerd. Volg de aangegeven procedure.
RUN
INSTALL
UNINSTALL
TEST
TEST NET
TEST APP
TEST FL
OK
O
Teststappen
Stap 1:1 Tijdens de testperiode van 1 minuut zal de display
op de hoofdregelaar de gemeten aanvoerstromings temperatuur
weergeven.
LET OP!
APPLICATION
SETTINGS
OK
OK
OK
OK
OK
OK
Applicatienummer
kan niet achteraf
gewijzigd worden.
OK
OK
Onderdelenlijst
Positie 1087B11651 stuks ESM-11 PT1000-sensor
Positie 2088U05XX / 088U06XX / 088U07XX1 set Danfoss verdeler (type FHF of BasicPlus of SSM)
Toepassing 0004: 2-pijps systeem met door warmtepomp geregelde
omschakeling naar koelen.
Optioneel: dauwpuntsensor (aanbevolen), circulatiepomp en warmtevraagsignaal.
Toepassingsbeschrijving
Vloerverwarmingssysteem met automatische omschakeling
voor koeling, geregeld door een warmtebron, bijvoorbeeld een
warmtepomp.
De warmtepomp levert het koelsignaal aan de Danfoss Icon™
hoofdregelaar wanneer de warmtepomp naar de koelmodus gaat
en de koelmodus dus wordt geactiveerd. Als de warmtepomp is
aangesloten, regelt het systeem de circulatiepomp en wordt die
ingeschakeld wanneer er in ten minste 1 ruimte een warmte- of
koelvraag is.
Het verwarmingssignaal voor bijvoorbeeld een cv-ketel of
warmtepomp wordt alleen geactiveerd als het systeem zich in
de verwarmingsmodus bevindt en er in ten minste 1 ruimte een
warmtevraag is. Voor koeltoepassingen adviseren we altijd om een
dauwpuntsensor in het systeem te installeren om vochtschade
aan de vloer en de installaties te voorkomen in gevallen waarbij de
relatieve vochtigheid hoger is dan het dauwpunt.
Instellingen
Geen instellingen benodigd.
LET OP!
APPLICATION
OK
OK
Applicatienummer
kan niet achteraf
gewijzigd worden.
Instellingen op de thermostaat
Ruimten uitsluiten van koeling: Om een ruimte uit te sluiten van
koeling – gewoonlijk in badkamers, waar het toepassen van koeling
oncomfortabel zou zijn – gaat u naar de thermostaat en stelt u menu
ME.7
in op
OF F
. Zie de installatiehandleiding van de thermostaat voor
meer informatie.
Toepassingstestfunctie
Niet relevant.
Onderdelenlijst
Positie 1Levering door derdenwarmtepomp
Positie 2088U05XX / 088U06XX / 088U07XX1 set Danfoss verdeler (type FHF of BasicPlus of SSM)
Positie 3088H3110n.t.b. stuks thermische motor, T WA-A 24V NC
Positie 4088U02511 stuks dauwpuntsensor, type CF-DS
Toepassing 0005: 2-pijps systeem met hybride lucht/waterwarmtepomp met geïntegreerde HR-ketel.
Omschakeling verzocht door referentiekamerthermostaat.
Optioneel: dauwpuntsensor (aanbevolen) en algemene stand-by.
Toepassingsbeschrijving
Het Danfoss Icon™ systeem regelt de warmte- en koelvraag door
het betreffende relais (PWR1 en potentiaalvrij relais) te activeren.
Voor koel toepassingen adviseren we altijd om een dauw puntsensor
in het systeem te installeren om vochtschade aan de vloer en de
installaties te voorkomen in gevallen waarbij de relatieve vochtigheid
hoger is dan het dauwpunt. Voordat het koelen van een ruimte wordt
toegestaan, moet er aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
• De ruimtetemperatuur in de referentieruimte moet hoger zijn dan
het ruimtesetpoint + de koelhysterese (2 of 4 K).
• Geen enkele ruimte heeft binnen de neutrale tijd om warmte
gevraagd (3 of 6 uur).
• De dauwpuntsensor is niet actief/er bestaat geen kans op
condensatie.
• De kamerthermostaat dient te zijn ingeschakeld voor koeling
(standaard = ingeschakeld).
De algemene stand-by is een potentiaalvrije ingang die kan worden
gebruikt om het systeem in te stellen op de algemene niet-thuismodus.
Als de ingang voor algemene stand-by actief is, krijgen alle ruimten
een setpoint van 15 °C.
Instellingen
‘SET 1’ = stel de gewenste koel hysterese voor omschakeling in
[+2 of +4 K].
‘SET 2’ = stel de neutrale tijd in die dient te verstrijken zonder actieve
verwarming of koeling voordat een omschakeling kan
worden geactiveerd [3 of 6 uur].
LET OP!
APPLICATION
SETTINGS
OK
OK
OK
OK
OK
OK
Applicatienummer
kan niet achteraf
gewijzigd worden.
OK
OK
Instellingen op de thermostaat
Ruimten uitsluiten van koeling: Om een ruimte uit te sluiten van
koeling – gewoonlijk in badkamers, waar het toepassen van koeling
oncomfortabel zou zijn – gaat u naar de thermostaat en stelt u menu
ME.7
in op
OF F
. Zie de installatiehandleiding van de thermostaat voor
meer informatie.
Een referentiekamerthermostaat selecteren: Om een
thermostaat als referentiethermostaat toe te wijzen, gaat u naar de
gewenste referentiethermostaat en stelt u menu
ME.6
in op ON.
De eventueel geselecteerde thermostaat zal op basis van de werkelijke
temperatuur in de ruimte bepalen wanneer het systeem van de
verwarmingsmodus naar de koelmodus gaat.
Er kan per systeem slechts één referentiethermostaat worden
toegewezen. Als er meerdere thermostaten als referentie thermostaat
worden toegewezen, zal de laatst toegewezen thermostaat de
eerdere referentiethermostaat overschrijven, waardoor die eerdere
thermostaat terug zal keren naar de normale werking.
Toepassingstestfunctie
Gebruik de installatietoets om naar het menu ‘Test’ te gaan.
De toepassingstest (APP test) is specifiek voor elke toepassing.
De test is in stappen opgedeeld om ervoor te zorgen dat alle
componenten correct worden geïnstalleerd. Volg de aangegeven
procedure.
RUN
INSTALL
UNINSTALL
TEST
TEST NET
TEST APP
TEST FL
OK
O
Teststappen
Stap 1:3 Tijdens de eerste minuut van de test wordt de warmtebron
via ‘PWR1 output’ (PWR1-uitgang) ingesteld op ‘heating mode’
(verwarmingsmodus). Controleer op de gebruikersinterface van de
warmtebron of verwarming actief is.
Stap 2:3 Tijdens de tweede minuut van de test wordt de warmtebron
via ‘Relay output’ (Relaisuitgang) ingesteld op ‘cooling mode’
(koelmodus). Controleer op de gebruikersinterface van de warmtebron
of koeling actief is.
Stap 3:3 Tijdens de derde minuut van de test wordt de warmtebron
ingesteld op ‘neutral mode’ (neutrale modus), waarbij noch
verwarming noch koeling actief is.
Onderdelenlijst
Positie 1Levering door derdenhybride waterpomp
Positie 2088U05XX / 088U06XX / 088U07XX1 set Danfoss verdeler (type FHF of BasicPlus of SSM)
Toepassing 0006: 3-pijps systeem met koelregeling via
een gemotoriseerde afsluiter en een gezamenlijke retour,
omschakelsignaal op verzoek van referentiekamerthermostaat.
Optioneel: dauwpuntsensor (aanbevolen), algemene stand-by en warmtevraagsignaalrelais.
Toepassingsbeschrijving
3-pijps vloerverwarmingssysteem met koeling, geregeld via een
gemotoriseerde afsluiter en een gezamenlijke retour.
Het Danfoss Icon™ systeem regelt de koelvraag door het betreffende
relais (PWR1) te activeren.
Voor koeltoepassingen adviseren we altijd om een dauw puntsensor
in het systeem te installeren om vochtschade aan de vloer en de
installaties te voorkomen in gevallen waarbij de relatieve vochtigheid
hoger is dan het dauwpunt. Voordat het koelen van een ruimte wordt
toegestaan, moet er aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
• De ruimtetemperatuur in de referentieruimte moet hoger zijn dan
het ruimtesetpoint + de koelhysterese (2 of 4 K).
• Geen enkele ruimte heeft binnen de neutrale tijd (3 of 6 uur) om
warmte gevraagd.
• De dauwpuntsensor is niet actief/er bestaat geen kans op
condensatie.
• De kamerthermostaat dient te zijn ingeschakeld voor koeling
(standaard = ingeschakeld).
De algemene stand-by is een potentiaalvrije ingang die kan worden
gebruikt om het systeem in te stellen op de algemene niet-thuismodus.
Als de ingang voor algemene stand-by actief is, krijgen alle ruimtes
een setpoint van 15 °C.
Instellingen
‘SET 1’ = stel de gewenste koelhysterese voor omschakeling in
[+2 of +4 K].
‘SET 2’ = stel de neutrale tijd in die dient te verstrijken zonder actieve
verwarming of koeling voordat een omschakeling kan
worden geactiveerd [3 of 6 uur].
Instellingen op de thermostaat
Ruimten uitsluiten van koeling: Om een ruimte uit te sluiten van
koeling – gewoonlijk in badkamers, waar het toepassen van koeling
oncomfortabel zou zijn – gaat u naar de thermostaat en stelt u menu
ME.7
in op
OF F
. Zie de installatiehandleiding van de thermostaat voor
meer informatie.
Een referentiekamerthermostaat selecteren: Om een
thermostaat als referentiethermostaat toe te wijzen, gaat u naar de
gewenste referentiethermostaat en stelt u menu
ME.6
in op ON.
De eventueel geselecteerde thermostaat zal op basis van de werkelijke
temperatuur in de ruimte bepalen wanneer het systeem van de
verwarmingsmodus naar de koelmodus gaat.
Er kan per systeem slechts één referentiethermostaat worden
toegewezen. Als er meerdere thermostaten als referentie thermostaat
worden toegewezen, zal de laatst toegewezen thermostaat de
eerdere referentiethermostaat over schrijven, waardoor die eerdere
thermostaat terug zal keren naar de normale werking.
Toepassingstestfunctie
Gebruik de installatietoets om naar het menu ‘Test’ te gaan.
De toepassingstest (APP test) is specifiek voor elke toepassing.
De test is in stappen opgedeeld om ervoor te zorgen dat alle
componenten correct worden geïnstalleerd. Volg de aangegeven
procedure.
RUN
INSTALL
UNINSTALL
TEST
TEST NET
TEST APP
TEST FL
OK
O
LET OP!
APPLICATION
SETTINGS
OK
OK
OK
OK
OK
Applicatienummer
OK
kan niet achteraf
gewijzigd worden.
OK
OK
Onderdelenlijst
Positie 1
Positie 2088U05XX / 088U06XX / 088U07XX1 set Danfoss verdeler (type FHF of BasicPlus of SSM)
Positie 4088U02511 stuks dauwpuntsensor, type CF-DS
Positie 5088U1100Uitbreidingsmodule noodzakelijk
DN 15: 082G5418 DN 20: 082G5419
1 stuks AMZ 113 (3-wegafsluiter) 230V
Teststappen
Stap 1:2 Tijdens de eerste minuut van de test wordt de AMZ 113
afsluiter via ‘PWR1 output going ON’ (Inschakeling PWR1-uitgang)
ingesteld op ‘heating mode’ (verwarmingsmodus).
Controleer op de afsluiter/thermische motor of de geselecteerde stand
correct is voor ‘heating’ (verwarming).
Stap 2:2 Tijdens de tweede minuut van de test wordt de AMZ 113
afsluiter via ‘PWR1 output going OFF’ (Uitschakeling PWR1-uitgang)
ingesteld op ‘cooling mode’ (koelmodus). Controleer op de afsluiter/
thermische motor of de geselecteerde stand correct is voor ‘cooling’
(koeling).
Toepassing 0007: 3-pijps systeem met koelregeling via thermische
motoren en een gezamenlijke retour, geregeld door een
referentiekamerthermostaat.
Optioneel: dauwpuntsensor (aanbevolen), algemene stand-by, pomprelais en warmtevraagsignaal.
Toepassingsbeschrijving
3-pijps vloerverwarmingssysteem met koeling, geregeld via
thermische motoren en een gezamenlijke retour.
Het Danfoss Icon™ systeem regelt de warmte- en koelvraag door de
betreffende uitgang (M1 en M2) te activeren.
Voor koeltoepassingen adviseren we altijd om een dauw puntsensor
in het systeem te installeren om vochtschade aan de vloer en de
installaties te voorkomen in gevallen waarbij de relatieve vochtigheid
hoger is dan het dauwpunt. Voordat het koelen van een ruimte wordt
toegestaan, moet er aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
• De ruimtetemperatuur in de referentieruimte moet hoger zijn dan
het ruimtesetpoint + de koelhysterese (2 of 4 K).
• Geen enkele ruimte heeft binnen de neutrale tijd (3 of 6 uur) om
warmte gevraagd.
• De dauwpuntsensor is niet actief/er bestaat geen kans op
condensatie.
• De kamerthermostaat dient te zijn ingeschakeld voor koeling
(standaard = ingeschakeld).
De algemene stand-by is een potentiaalvrije ingang die kan worden
gebruikt om het systeem in te stellen op de algemene niet-thuismodus.
Als de ingang voor algemene stand-by actief is, krijgen alle ruimtes
een setpoint van 15 °C.
Instellingen
‘SET 1’ = stel de gewenste koelhysterese voor omschakeling in
[+2 of +4 K].
‘SET 2’ = stel de neutrale tijd in die dient te verstrijken zonder actieve
verwarming of koeling voordat een omschakeling kan
worden geactiveerd [3 of 6 uur].
Instellingen op de thermostaat
Ruimten uitsluiten van koeling: Om een ruimte uit te sluiten van
koeling – gewoonlijk in badkamers, waar het toepassen van koeling
oncomfortabel zou zijn – gaat u naar de thermostaat en stelt u menu
ME.7
in op
OF F
. Zie de installatiehandleiding van de thermostaat voor
meer informatie.
Een referentiekamerthermostaat selecteren: Om een
thermostaat als referentiethermostaat toe te wijzen, gaat u naar de
gewenste referentiethermostaat en stelt u menu
ME.6
in op ON.
De eventueel geselecteerde thermostaat zal op basis van de werkelijke
temperatuur in de ruimte bepalen wanneer het systeem van de
verwarmingsmodus naar de koelmodus gaat.
Er kan per systeem slechts één referentiethermostaat worden
toegewezen. Als er meerdere thermostaten als referentiethermostaat
worden toegewezen, zal de laatst toegewezen thermostaat de
eerdere referentiethermostaat overschrijven, waardoor die eerdere
thermostaat terug zal keren naar de normale werking.
Toepassingstestfunctie
Gebruik de installatietoets om naar het menu ‘Test’ te gaan.
De toepassingstest (APP test) is specifiek voor elke toepassing.
De test is in stappen opgedeeld om ervoor te zorgen dat alle
componenten correct worden geïnstalleerd. Volg de aangegeven
procedure.
RUN
INSTALL
UNINSTALL
TEST
TEST NET
TEST APP
TEST FL
OK
O
APPLICATION
LET OP!
OK
Applicatienummer
OK
kan niet achteraf
gewijzigd worden.
Teststappen
Stap 1:2 Tijdens de eerste 5 minuten van de test is de op uitgang
2 aangesloten thermische motor ingeschakeld (ON) = ‘heating mode’
(verwarmingsmodus) (een openingstijd tot 3 minuten is normaal).
Vervolgens sluit de thermische motor weer.
SETTINGS
OK
OK
OK
Stap 2:2 Tijdens de laatste 5 minuten van de test is de op uitgang
1 aangesloten thermische motor ingeschakeld (ON) = ‘cooling mode’
(koelmodus) (een openingstijd tot 3 minuten is normaal). Vervolgens
sluit de thermische motor weer.
Toepassing 0008: 3-pijps systeem met koelregeling via thermische motoren
en een gezamenlijke retour, geregeld door een referentiethermostaat.
Optioneel: dauwpuntsensor (aanbevolen), algemene stand-by, pomprelais en warmtevraagsignaal.
Toepassingsbeschrijving
3-pijps vloerverwarmingssysteem met koeling, geregeld via
thermische motoren en een gezamenlijke retour.
Het Danfoss Icon™ systeem regelt de warmte- en koelvraag door
de betreffende uitgang (PWR1 en potentiaalvrij relais) te activeren.
Voor koeltoepassingen adviseren we altijd om een dauwpuntsensor
in het systeem te installeren om vochtschade aan de vloer en de
installaties te voorkomen in gevallen waarbij de relatieve vochtigheid
hoger is dan het dauwpunt. Voordat het koelen van een ruimte wordt
toegestaan, moet er aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
• De ruimtetemperatuur in de referentieruimte moet hoger zijn dan
het ruimtesetpoint + de koelhysterese (2 of 4 K).
• Geen enkele ruimte heeft binnen de neutrale tijd (3 of 6 uur) om
warmte gevraagd.
• De dauwpuntsensor is niet actief/er bestaat geen kans op
condensatie.
• De kamerthermostaat dient te zijn ingeschakeld voor koeling
(standaard = ingeschakeld)
Wanneer er geen warmte- of koelvraag aanwezig is, sluiten de twee
afsluiters (AMZ 112). De algemene stand-by is een potentiaalvrije
ingang die kan worden gebruikt om het systeem in te stellen op de
algemene niet-thuis-modus.
Als de ingang voor algemene stand-by actief is, krijgen alle ruimten
een setpoint van 15 °C.
Instellingen
‘SET 1’ = stel de gewenste koelhysterese voor omschakeling in
[+2 of +4 K].
‘SET 2’ = stel de neutrale tijd in die dient te verstrijken zonder actieve
verwarming of koeling voordat een omschakeling kan
worden geactiveerd [3 of 6 uur].
Instellingen op de thermostaat
Ruimten uitsluiten van koeling: Om een ruimte uit te sluiten van
koeling – gewoonlijk in badkamers, waar het toepassen van koeling
oncomfortabel zou zijn – gaat u naar de thermostaat en stelt u menu
ME.7
in op
OF F
. Zie de installatiehandleiding van de thermostaat voor
meer informatie.
Een referentiekamerthermostaat selecteren: Om een
thermostaat als referentiethermostaat toe te wijzen, gaat u naar de
gewenste referentiethermostaat en stelt u menu
ME.6
in op ON.
De eventueel geselecteerde thermostaat zal op basis van de werkelijke
temperatuur in de ruimte bepalen wanneer het systeem van de
verwarmingsmodus naar de koelmodus gaat.
Er kan per systeem slechts één referentiethermostaat worden
toegewezen. Als er meerdere thermostaten als referentie thermostaat
worden toegewezen, zal de laatst toegewezen thermostaat de
eerdere referentiethermostaat overschrijven, waardoor die eerdere
thermostaat terug zal keren naar de normale werking.
Toepassingstestfunctie
Gebruik de installatietoets om naar het menu ‘Test’ te gaan.
De toepassingstest (APP test) is specifiek voor elke toepassing.
De test is in stappen opgedeeld om ervoor te zorgen dat alle
componenten correct worden geïnstalleerd. Volg de aangegeven
procedure.
RUN
INSTALL
UNINSTALL
TEST
TEST NET
TEST APP
TEST FL
OK
O
APPLICATION
LET OP!
OK
Applicatienummer
OK
kan niet achteraf
gewijzigd worden.
Teststappen
Stap 1:2 Tijdens de eerste minuut van de test wordt de AMZ 112
afsluiter aan de kant van de warme stroming via ‘PWR1 output
going ON’ (Inschakeling PWR1-uitgang) ingesteld op ‘heating mode’
(verwarmingsmodus). Controleer op de afsluiter/thermische motor of
SETTINGS
OK
OK
OK
de geselecteerde stand correct is voor ‘heating’ (verwarming).
Stap 2:3 Tijdens de tweede minuut van de test wordt de AMZ 112
afsluiter via ‘PWR1 output going OFF’ (Uitschakeling PWR1-uitgang)
en ‘Relay output going ON’ (Inschakeling relaisuitgang) ingesteld op
‘cooling mode’ (koelmodus). Controleer op de afsluiter/thermische
OK
OK
OK
motor of de geselecteerde stand correct is voor ‘cooling’ (koeling).
Stap 3:3 Tijdens de laatste minuut van de test worden beide AMZ 112
afsluiters gesloten.
Toepassing 0009: 4-pijps systeem met 6-wegafsluiter, automatische
omschakeling voor koeling op basis van een referentiekamer thermostaat.
Optioneel: dauwpuntsensor (aanbevolen), algemene stand-by, pomprelais en warmtevraagsignaal.
Toepassingsbeschrijving
Ververwarmingssysteem met automatische omschakeling voor
koeling via een 6-weg afsluiter die wordt geregeld door een
referentiethermostaat. Optioneel kan er worden gekozen voor een
extra gemotoriseerde afsluiter AMZ 112 om het systeem volledig af te
sluiten wanneer er geen warmte- of koudevraag is. Voor koeltoepassingen adviseren we altijd om een dauwpuntsensor in het
systeem te installeren om vocht schade aan de vloer en de installaties
te voorkomen in gevallen waarbij de relatieve vochtig heid hoger is
dan het dauwpunt. Voordat het koelen van een ruimte wordt
toegestaan, moet er aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
• De ruimtetemperatuur in de referentieruimte moet hoger zijn dan
het ruimte setpoint + de koelhysterese (2 of 4 K).
• Geen enkele ruimte heeft binnen de neutrale tijd (3 of 6 uur) om warmte
gevraagd.
• De dauwpuntsensor is niet actief/er bestaat geen kans op condensatie.
• De kamerthermostaat dient te zijn ingeschakeld voor koeling
(standaard = ingeschakeld).
De algemene stand-by is een potentiaalvrije ingang die kan worden
gebruikt om het systeem in te stellen op de algemene niet-thuismodus. Als de ingang voor algemene stand-by actief is, krijgen alle
ruimten een setpoint van 15 °C.
Instellingen
‘SET 1’ = stel de gewenste koelhysterese voor omschakeling in
[+2 of +4 K].
‘SET 2’ = stel de neutrale tijd in die dient te verstrijken zonder actieve
verwarming of koeling voordat een omschakeling kan
worden geactiveerd [3 of 6 uur].
Instellingen op de thermostaat
Ruimten uitsluiten van koeling: Om een ruimte uit te sluiten van
koeling – gewoonlijk in badkamers, waar het toepassen van koeling
oncomfortabel zou zijn – gaat u naar de thermostaat en stelt u menu
ME.7
in op
OF F
. Zie de installatiehandleiding van de thermostaat voor
meer informatie.
Een referentiekamerthermostaat selecteren: Om een
thermostaat als referentiethermostaat toe te wijzen, gaat u naar de
gewenste referentiethermostaat en stelt u menu
ME.6
in op ON.
De eventueel geselecteerde thermostaat zal op basis van de werkelijke
temperatuur in de ruimte bepalen wanneer het systeem van de
verwarmingsmodus naar de koelmodus gaat.
Er kan per systeem slechts één referentiethermostaat worden
toegewezen. Als er meerdere thermostaten als referentie thermostaat
worden toegewezen, zal de laatst toegewezen thermostaat de
eerdere referentiethermostaat over schrijven, waardoor die eerdere
thermostaat terug zal keren naar de normale werking.
Toepassingstestfunctie
Gebruik de installatietoets om naar het menu ‘Test’ te gaan.
De toepassingstest (APP test) is specifiek voor elke toe passing. De test
is in stappen opgedeeld om ervoor te zorgen dat alle componenten
correct worden geïnstalleerd. Volg de aangegeven procedure.
RUN
INSTALL
UNINSTALL
TEST
TEST NET
TEST APP
TEST FL
OK
O
LET OP!
APPLICATION
OK
Applicatienummer
OK
kan niet achteraf
gewijzigd worden.
Teststappen
Stap 1:3 Tijdens de eerste 2 minuten gaat de AMZ 112 afsluiter naar
de stand ‘Flow’ (Stroming) en gaat de ChangeOver afsluiter
gedurende 1 minuut naar de stand ‘Cooling’ (Koeling).
SETTINGS
OK
OK
OK
Stap 2:3 De ChangOver afsluiter gaat nu gedurende
1 minuut naar de stand ‘Heating’ (Verwarming).
Stap 3:3 De AMZ 112 afsluiter gaan naar de stand ‘No Flow’ (Geen
stroming).
Toepassing 0010: 4-pijps systeem met 2-wegafsluiters, automatische
omschakeling voor koeling op basis van een referentiekamerthermostaat.
Optioneel: dauwpuntsensor (aanbevolen), circulatiepomp, warmtevraagsignaal en algemene stand-by.
Toepassingsbeschrijving
4-pijps systeem met 2-wegafsluiters op aanvoerleidingen en automatische omschakeling voor koeling op basis van een referentiethermostaat. Het systeem activeert de koel modus via 2-weg afsluiters
met thermische motoren op de aanvoer- en retourzijde door de
betreffende uitgang (M1-M4) te activeren. Let op: in deze toepassing
worden de uitgangen 1, 2, 3 & 4 op de Danfoss Icon™ Hoofdregelaar
gebruikt voor de toepassing, waardoor ze niet kunnen worden
toegewezen aan thermostaten.
Voor koeltoepassingen adviseren we altijd om een dauw puntsensor
in het systeem te installeren om vochtschade aan de vloer en de
installaties te voorkomen in gevallen waarbij de relatieve vochtigheid
hoger is dan het dauwpunt. Voordat het koelen van een ruimte wordt
toegestaan, moet er aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
• De ruimtetemperatuur in de referentieruimte moet hoger zijn dan
het ruimtesetpoint + de koelhysterese (2 of 4 K).
• Geen enkele ruimte heeft binnen de neutrale tijd (3 of 6 uur) om warmte
gevraagd.
• De dauwpuntsensor is niet actief/er bestaat geen kans op condensatie.
• De kamerthermostaat dient te zijn ingeschakeld voor koeling
(standaard = ingeschakeld).
De algemene stand-by is een potentiaalvrije ingang die kan worden
gebruikt om het systeem in te stellen op de algemene niet-thuismodus. Als de ingang voor algemene stand-by actief is, krijgen alle
ruimten een setpoint van 15 °C.
Instellingen
‘SET 1’ = stel de gewenste koelhysterese voor omschakeling in
[+2 of +4 K].
‘SET 2’ = stel de neutrale tijd in die dient te verstrijken zonder actieve
verwarming of koeling voordat een omschakeling kan
worden geactiveerd [3 of 6 uur].
Instellingen op de thermostaat
Ruimten uitsluiten van koeling: Om een ruimte uit te sluiten van
koeling – gewoonlijk in badkamers, waar het toepassen van koeling
oncomfortabel zou zijn – gaat u naar de thermostaat en stelt u menu
ME.7
in op
OF F
. Zie de installatiehandleiding van de thermostaat voor
meer informatie.
Een referentiekamerthermostaat selecteren: Om een
thermostaat als referentiethermostaat toe te wijzen, gaat u naar de
gewenste referentiethermostaat en stelt u menu
ME.6
in op ON.
De eventueel geselecteerde thermostaat zal op basis van de werkelijke
temperatuur in de ruimte bepalen wanneer het systeem van de
verwarmingsmodus naar de koelmodus gaat.
Er kan per systeem slechts één referentiethermostaat worden
toegewezen. Als er meerdere thermostaten als referentie thermostaat
worden toegewezen, zal de laatst toegewezen thermostaat de
eerdere referentiethermostaat over schrijven, waardoor die eerdere
thermostaat terug zal keren naar de normale werking.
Toepassingstestfunctie
Gebruik de installatietoets om naar het menu ‘Test’ te gaan.
De toepassingstest (APP test) is specifiek voor elke toepassing.
De test is in stappen opgedeeld om ervoor te zorgen dat alle
componenten correct worden geïnstalleerd. Volg de aangegeven
procedure.
RUN
INSTALL
UNINSTALL
TEST
TEST NET
TEST APP
TEST FL
OK
O
Teststappen
Stap 1:3 Tijdens de eerste 5 minuten van de test worden de
uitgangen 1 & 2 ingesteld op ‘ON’ (AAN) = verwarmingsmodus/
aan de kant van warme stroming (een openingstijd tot 3 minuten is
APPLICATION
LET OP!
OK
OK
Applicatienummer
kan niet achteraf
gewijzigd worden.
normaal).
Stap 2:3 Tijdens de volgende 5 minuten van de test worden de
SETTINGS
OK
OK
OK
uitgangen 1 & 2 ingesteld op ‘OFF’ (UIT) en worden de uitgangen 3 & 4
ingesteld op ‘ON’ (AAN) = koelmodus/aan de kant van koude stroming
(een openingstijd tot 3 minuten is normaal).
Stap 3:3 Tijdens de laatste 5 minuten van de test moeten alle
uitgangen (1, 2, 3 en 4) sluiten.
Alle informatie, waaronder maar niet beperkt tot informatie over de keuze van het product, de toepassing of het gebruik ervan, het productontwerp, het gewicht, de afmetingen, de capaciteit of
andere technische gegevens in handleidingen, catalogi, beschrijvingen, advertenties, enz., en ongeacht of die schriftelijk, mondeling, elektronisch, online of via downloaden is verkregen, wordt
geacht informatief te zijn, en is uitsluitend bindend indien en voor zover hiernaar expliciet wordt verwezen in een oerte of opdrachtbevestiging. Danfoss kan niet verantwoordelijk worden
gehouden voor mogelijke fouten in catalogi, brochures, video's en andere materialen. Danfoss behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving haar producten te wijzigen. Dit geldt
eveneens voor reeds bestelde maar nog niet geleverde producten, op voorwaarde dat zulke wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder de (pas)vorm of functie van het product wezenlijk aan te
tasten. Alle in deze publicatie genoemde handelsmerken zijn eigendom van Danfoss A/S of bedrijven van de Danfoss groep. Danfoss en het Danfoss-logo zijn handelsmerken van Danfoss A/S.
Alle rechten voorbehouden.