Danfoss ECL Comfort 210, ECL Comfort 296, ECL Comfort 310 Operating guide [nl]

Handleiding
ECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

1.0Inhoudsopgave

1.0Inhoudsopgave..................................................1
1.1Belangrijkeveiligheids-enproductinformatie................2
2.0Installatie..........................................................5
2.1Voordatubegint....................................................5
2.2Hetsysteemtypeidentificeren...................................11
2.4Detemperatuurvoelersplaatsen................................16
2.5Elektrischeaansluitingen.........................................18
2.6DeECL-applicatiesleutelplaatsen..............................27
2.7Controlelijst.........................................................34
2.8Navigation,ECLApplicationKeyA217/A317................35
3.0Dagelijksgebruik.............................................41
3.1Navigeren...........................................................41
3.2Hetcontrollerdisplaybegrijpen.................................42
3.3Eenalgemeenoverzicht:watbetekenende
symbolen?..........................................................44
3.4Temperaturenensysteemonderdelenbewaken.............45
3.5Overzichtinvloed..................................................46
3.6Handbediening....................................................47
3.7Programma.........................................................48
4.0Overzichtinstellingen......................................50
5.0Settings...........................................................52
5.1Introductievandeinstellingen..................................52
5.2TankBoilertemperatuur..........................................53
5.3Flowtemperatuur.................................................57
5.4Retourgrens........................................................58
5.5Flow/verm.grens.................................................63
5.6Besturingsparameters............................................66
5.7Applicatie...........................................................72
5.8Anti-bacterie........................................................79
5.9Alarm................................................................81
5.10Alarmoverzicht.....................................................84
6.0Algemenecontrollerinstellingen.......................85
6.1Inleidingopde'Algemenecontrollerinstellingen':...........85
6.3Vakantie.............................................................87
6.4Ingangoverzicht...................................................90
6.5Log...................................................................91
6.6Uitgangoverride...................................................92
6.7Sleutelfuncties.....................................................93
6.8Systeem.............................................................95
7.0Diversen........................................................103
7.1Meerderecontrollersinhetzelfdesysteem..................103
7.2Veelgesteldevragen.............................................106
7.3Definities..........................................................108
7.4Type(ID6001),overview.......................................112
7.5Automatische/handmatigeupdatevan
firmware...........................................................113
7.6ParameterIDoverview..........................................114
©Danfoss|2021.04AQ055186460331nl-000501|1
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

1.1Belangrijkeveiligheids-enproductinformatie

1.1.1Belangrijkeveiligheids-enproductinformatie
DezeinstallatiehandleidingisgekoppeldaandeECL-applicatiekey A217(ordercodenr.087H3807).
DeA217-keybevattweesetsapplicaties:deset(A217.1/A217.2/ A217.3)endeset(A317.1/A317.2).
Defunctieskunnengerealiseerdwordenmet: deECLComfort210(A217)vooreenvoudigeoplossingen,of deECLComfort310(A217/A317)voorgeavanceerdeoplossingen, bv.M-bus-,Modbus-enEthernet-(Internet-)communicatie.
DeapplicatiesA217/A317zijncompatibelmetdeECLComfort controllers210/310vanafsoftwareversie1.11(zichtbaarbijhet opstartenvandecontrollerenin"Algemenecontrollerinstellingen" in"Systeem").
ExtradocumentatievoorECLComfort210-en310-modulesen
-accessoiresisbeschikbaarophttp://heating.danfoss.com/of http://store.danfoss.com/.
Veiligheidsaanwijzing
Omlichamelijkeletselsofschadeaanhetapparaattevoorkomen,is hetabsoluutnoodzakelijkdatudezeinstructiesnauwkeurigleest ennaleeft.
Montage,inbedrijfstellingenonderhoudswerkzaamhedenmogen alleendoordeskundigenerkendpersoneeluitgevoerdworden.
Delokaleregelgevingmoetwordenaangehouden.Ditgeldtookvoor dekabelafmetingenenhettypeisolatie(dubbelgeïsoleerdbij230V).
EenzekeringvoordeECLComfort-installatieisdoorgaansmax.10A.
DeomgevingstemperatuurvoordeECLComfortinbedrijfbedraagt: ECLComfort210/310:0-55°C ECLComfort296:0-45°C. Overschrijdingvandittemperatuurbereikkanleidentotstoringen.
Installatiemoetwordenvermedenwanneereenrisicoopcondensatie (dauw)bestaat.
Hetwaarschuwingstekenwordtgebruiktvoorhetbenadrukkenvan specialeomstandighedenwaarmeerekeningmoetwordengehouden.
Ditsymboolgeeftaandatdezespecifiekeinformatiebijzonder aandachtigmoetwordengelezen.
2|©Danfoss|2021.04
Applicatiekeyskunnenwordenvrijgegevenvoordatalle displaytekstenzijnvertaald.InditgevalisdetekstEngels.
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Automatischeupdatevancontrollersoftware(firmware):
Desoftwarevandecontrollerwordtautomatischgeüpdatetwanneer desleutelwordtgeplaatst(vanafcontrollerversie1.11(ECL210/
310)enversie1.58(ECL296)).Devolgendeanimatiewordtgetoond wanneerdesoftwarewordtgeüpdatet:
Voortgangsbalk
Tijdensdeupdate:
•VerwijderdeSLEUTELniet Alsudesleutelverwijdertvoordatdezandloperzichtbaarwordt, moetudeprocedurevanvorenafaanbeginnen.
•Onderbreekdevoedingniet Alsdevoedingwordtonderbrokenterwijldezandloperwordt getoond,functioneertdecontrollerniet.
•Handmatigeupdatevancontrollersoftware(firmware): Ziedeparagraaf'Automatische/handmatigeupdatevanfirmware'.
Omdatdezebedieningshandleidingopverschillendesysteemtypen betrekkingheeft,wordenspecialesysteeminstellingengemarkeerd meteensysteemtype.Allesysteemtypenwordenweergegeveninhet hoofdstuk:'Uwsysteemidentificeren'.
°C(gradenCelsius)iseengemetentemperatuurwaarde;K(Kelvin)is eenbepaaldaantalgradendateentemperatuurverschilaangeeft.
HetID-nr.isuniekvoordegeselecteerdeparameter.
Voorbeeld
1117411174
12174
AlseenID-beschrijvingmeerdaneenswordtvermeld,betekentdit daterspecialeinstellingenzijnvooreenofmeersysteemtypes.Dit wordtgemarkeerdmethetbetreffendesysteemtype(bijv.12174­A266.9).
EerstecijferTweedecijfer
-
1
-
Circuit1Parameternr.
2
Circuit2Parameternr.
Laatstedrie cijfers
174
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|3
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
ParametersgemarkeerdmeteenIDnr.zoals"1x607"zijnuniversele parameters.
xstaatvoorcircuit/parametergroep.
Verwijderingsinstructie
Ditsymboolophetproductgeeftaandathetproduct nietmagwordenafgevoerdalshuishoudelijkafval.
Hetmoetwordenafgegevenbijeeninzamelpunt voorderecyclingvanelektrischeenelektronische apparatuur.
•Voerhetproductafviadedaarvooraangewezen kanalen.
•Zorgdatuvoldoetaanallelokaalgeldendewetten envoorschriften.
4|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

2.0Installatie

2.1Voordatubegint

Detweeapplicaties,A217.1/A317.1,zijnbijnaidentiek.A317.1 heeftechtereenaantalextrafunctiesdieapartwordenbeschreven. DeapplicatiesA217.1/A317.1zijnergflexibel.Ditzijnde basisprincipes:
Tapwater(DHW-domestichotwater):
Metbehulpvaneenweekprogramma(maximaal3 "comfort"-periodes/dag)kanhettapwatercircuitin"comfort"­of"opslag"-moduswordengezet(tweeverschillende temperatuurwaardenvoordegewenstetapwatertemperatuurop S6). Deverwarmings-/laadtemperatuurvoelerS3isdebelangrijkste voeler. Wanneerdegemetentapwatertemperatuur(S6)lager wordtdandegewenstetapwatertemperatuur,wordtde tapwaterverwarmings-/laadpomp(P1)INGESCHAKELD.
Degemotoriseerdestuurklep(M1)wordtzogeregelddatde verwarmings-/laadtemperatuuropS3behoudenblijft.Deze temperatuuristypisch5–10gradenhogerdandegewenste tapwatertemperatuur.Erkaneenmax.waardeingesteldworden.
Tapwaterboilermet1temperatuurvoeler(S6): Wanneerdegemetentapwatertemperatuur(S6)hoger wordtdandegewenstetapwatertemperatuur,wordtde tapwaterverwarmings-/laadpomp(P1)UITGESCHAKELD.De post-runtijdkaningesteldworden.
Tapwaterboilermet2temperatuurvoelers(S6enS8): Wanneerdegemetentapwatertemperatuur(S6)hogerwordtdan degewenstetapwatertemperatuurendeonderstetemperatuur (opS8)hogerwordtdandeuitschakeltemperatuur,wordtde tapwaterverwarmings-/laadpomp(P1)UITGESCHAKELD.De post-runtijdkaningesteldworden.
Bijlaadtoepassingenkandetapwatercirculatiedoorde tapwatertank(aansluitingA)ofdoordewarmtewisselaar (aansluitingB)lopen.
DeoplossingmetaansluitingAresulteertinhetsluitenvande gemotoriseerdestuurklepnadelaadprocedurevandetapwater boiler. DeoplossingmetaansluitingBwordtgebruiktomhet warmteverliesindetapwatercirculatieleidingtecompenseren. Verderwordtdecirculatietemperatuur(opS3)nahetladen vandetapwaterboilergeregeld,overeenkomstigdegewenste tapwatertemperatuur.
TypischeA217.1./A317.1-toepassing:
Hetweergegevenschemaiseenfundamenteelenvereenvoudigd voorbeeldenbevatnietalleonderdelendienodigzijnineensysteem.
Allegenoemdeonderdelenwordenaangeslotenopde ECL-comfortcontroller.
Lijstvanonderdelen:
S1
Buitentemperatuurvoeler
S2
Aanvoertemperatuurvoeler
S3
Laadtemperatuurvoeler
S5
Retourtemperatuurvoeler
S6
Tapwaterboilertemperatuurvoeler,boven
S8
Tapwaterboilertemperatuurvoeler,onder
P1
Tapwaterlaadpomp(tapwaterverwarmingspomp)
P3
Tapwatercirculatiepomp
M1
Gemotoriseerdestuurklep
A1
Relaisuitgang,alarm
Deretourtemperatuur(S5)naardevoedingvande stadsverwarmingmagniettehoogzijn.Indiendathetgevalis, kandegewenstelaadtemperatuurwordenaangepast(naareen lagerewaarde),watresulteertinhetgeleidelijksluitenvande gemotoriseerdestuurklep. Bijeenboiler-gebaseerdeverwarmingsvoedingmagde retourtemperatuurniettelaagzijn(dezelfdeaanpassingsprocedure zoalshierboven). Deaanvoertemperatuur,S2,wordtgebruiktvoorhetaanpassenvan deproportioneleband(Xp)omeenstabieletemperatuurregeling terealiseren. Opbepaaldedagenvandeweekiseenanti-bacteriefunctie beschikbaarvooractivering. DebuitentemperatuurvoelerS1wordtgebruiktomhet circulatiecircuittebeschermentegenvorst. Detapwatercirculatiepomp(P3)heefteenweekprogrammamet maximaal3AAN-periodesperdag.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|5
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
ApplicatieA217.1(gebruiktindeECLComfort210)/A317.1 (gebruiktindeECLComfort310)inhetalgemeen:
Erkaneenafstandsbedieningsunit,deECA30,wordenaangesloten omdeECLcontrolleropafstandtebedienen.
Eenaangeslotenflow-meterofenergiemeter(indeECLComfort 210,gebaseerdoppulssignalenenindeECLComfort310, gebaseerdopM-bussignalen)kandeflowofdeenergiebegrenzen toteeningesteldmaximum.
Eenongebruikteingangkanmetbehulpvaneen override-schakelaargebruiktwordenomhetprogramma tenegerenentevervangendooreenvaste"comfort"-of "opslag"-modus.
Erkaneenmodbus-communicatiemeteenSCADA-systeem gerealiseerdworden.IndeECLComfort310kunnende M-bus-gegevensbovendienwordendoorgezondennaarde modbus-communicatie.
Alarmrelais(indeECLComfort210isditR4enindeECL Comfort310isditR6)kunnengeactiveerdwordenwanneer deflow-temperatuuropS3verschiltvandegewenste tapwaterlaadtemperatuur.
A217.1/A317.1voorbeelda:
A217.1/A317.1voorbeeldb:
A217.1/A317.1voorbeeldc:
A217.1/A317.1voorbeeldd:
A217.1/A317.1voorbeelde:
6|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Detweeapplicaties,A217.2/A317.2,zijnbijnaidentiek.A317.2 heeftechtereenaantalextrafunctiesdieapartwordenbeschreven.
DeapplicatiesA217.2/A317.2zijnergflexibel.Ditzijnde basisprincipes:
Tapwater(DHW-domestichotwater):
Metbehulpvaneenweekprogramma(maximaal3 "comfort"-periodes/dag)kanhettapwatercircuitin"comfort"­of"opslag"-moduswordengezet(tweeverschillende temperatuurwaardenvoordegewenstetapwatertemperatuurop S6).
DetapwaterverwarmingstemperatuurvoelerS3ende laadtemperatuurvoelerS4zijndebelangrijkstevoelers.
Wanneerdegemetentapwatertemperatuur(S6)lager wordtdandegewenstetapwatertemperatuur,wordtde pomp(P1)vandetapwaterverwarmingINGESCHAKELD.De gemotoriseerdestuurklep(M1)wordtzogeregelddatde tapwaterverwarmingstemperatuuropS3behoudenblijft.De tapwaterverwarmingstemperatuurwordtbepaalddoorde gewenstetapwaterlaadtemperatuuropS4.
Wanneerdetapwaterverwarmingstemperatuurwordtbereikt, wordtdetapwaterlaadpompP2INGESCHAKELD.
WanneerdetapwaterlaadtemperatuuropS4nietbereikt kanworden,verhoogtdeECLcontrollerdegewenste tapwaterverwarmingstemperatuuropS3geleidelijkomde laadtemperatuurteverkrijgen.Erkaneenmax.waardeingesteld worden.
DetapwaterlaadtemperatuuropS4istypisch5–10gradenhoger dandegewenstetapwatertemperatuur.
Tapwaterboilermet1temperatuurvoeler(S6): Wanneerdegemetentapwatertemperatuur(S6)hoger wordtdandegewenstetapwatertemperatuur,wordende tapwaterverwarmingspomp(P1)endetapwaterlaadpomp(P2) UITGESCHAKELD.Depost-runtijdkaningesteldworden.
TypischeA217.2./A317.2-toepassing:
Hetweergegevenschemaiseenfundamenteelenvereenvoudigd voorbeeldenbevatnietalleonderdelendienodigzijnineensysteem.
Allegenoemdeonderdelenwordenaangeslotenopde ECL-comfortcontroller.
Lijstvanonderdelen:
S1
Buitentemperatuurvoeler
S2
Aanvoertemperatuurvoeler
S3
Tapwaterverwarmingstemperatuurvoeler
S4
Tapwaterlaadtemperatuurvoeler
S5
Retourtemperatuurvoeler
S6
Tapwaterboilertemperatuurvoeler,boven
S8
Tapwaterboilertemperatuurvoeler,onder
Tapwaterverwarmingspomp
P1
P2
Tapwaterlaadpomp
P3
Tapwatercirculatiepomp
M1
Gemotoriseerdestuurklep
A1
Relaisuitgang,alarm
Tapwaterboilermet2temperatuurvoelers(S6enS8): Wanneerdegemetentapwatertemperatuur(S6)hogerwordtdan degewenstetapwatertemperatuurendeonderstetemperatuur (opS8)hogerwordtdandeuitschakeltemperatuur,wordende tapwaterverwarmingspomp(P1)endetapwaterlaadpomp(P2) UITGESCHAKELD.Depost-runtijdkaningesteldworden.
Bijlaadtoepassingenkandetapwatercirculatiedoordetapwater boiler(aansluitingA)ofdoordewarmtewisselaar(aansluitingB) lopen. DeoplossingmetaansluitingAresulteertinhetsluitenvande gemotoriseerdestuurklepnadelaadprocedurevandetapwater boiler. DeoplossingmetaansluitingBwordtgebruiktomhet warmteverliesindetapwatercirculatieleidingtecompenseren. Verderwordtdecirculatietemperatuur(opS4)nahetladen vandetapwaterboilergeregeld,overeenkomstigdegewenste tapwatertemperatuur.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|7
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Deretourtemperatuur(S5)naardevoedingvande stadsverwarming,magniettehoogzijn.Indiendathetgevalis, kandegewenstelaadtemperatuurwordenaangepast(naareen lagerewaarde),watresulteertinhetgeleidelijksluitenvande gemotoriseerdestuurklep. Bijeenboiler-gebaseerdeverwarmingsvoedingmagde retourtemperatuurniettelaagzijn(dezelfdeaanpassingsprocedure zoalshierboven).
Deaanvoertemperatuur,S2,wordtgebruiktvoorhetaanpassenvan deproportioneleband(Xp)omeenstabieletemperatuurregeling terealiseren.
Opbepaaldedagenvandeweekiseenanti-bacteriefunctie beschikbaarvooractivering.
DebuitentemperatuurvoelerS1wordtgebruiktomhet circulatiecircuittebeschermentegenvorst.
Detapwatercirculatiepomp(P3)heefteenweekprogrammamet maximaal3AAN-periodesperdag.
ApplicatieA217.2(gebruiktindeECLComfort210)/A317.2 (gebruiktindeECLComfort310)inhetalgemeen:
Erkaneenafstandsbedieningsunit,deECA30,wordenaangesloten omdeECLcontrolleropafstandtebedienen.
A217.2/A317.2voorbeelda:
A217.2/A317.2voorbeeldb:
Eenaangeslotenflow-meterofenergiemeter(indeECLComfort 210gebaseerdoppulssignalenenindeECLComfort310 gebaseerdopM-bussignalen)kandeflowofdeenergiebegrenzen toteeningesteldmaximum.
Eenongebruikteingangkanmetbehulpvaneen override-schakelaargebruiktwordenomhetprogramma tenegerenentevervangendooreenvaste"comfort"-of "opslag"-modus.
Erkaneenmodbus-communicatiemeteenSCADA-systeem gerealiseerdworden.IndeECLComfort310kunnende M-bus-gegevensbovendienwordendoorgezondennaarde modbus-communicatie.
Alarmrelais(indeECLComfort210isditR4enindeECL Comfort310isditR6)kunnengeactiveerdwordenwanneer deflow-temperatuuropS3verschiltvandegewenste tapwaterverwarmingstemperatuur.
8|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
DeapplicatieA217.3iszeerflexibel.Ditzijndebasisprincipes:
Tapwater(DHW-domestichotwater),voorbeelda:
Metbehulpvaneenweekprogramma(maximaal3 "comfort"-periodes/dag)kanhettapwatercircuitin"comfort"­of"opslag"-moduswordengezet(tweeverschillende temperatuurwaardenvoordegewenstetapwatertemperatuurop S3).DetapwatertemperatuurvoelerS3isdebelangrijkstevoeler.
Alsdegemetentapwatertemperatuur(S3)lagerisdandegewenste tapwatertemperatuur,wordtdegemotoriseerdestuurklep(M1) geleidelijkgeopendenomgekeerd.
Deretourtemperatuur(S5)naardevoedingvande stadsverwarmingmagniettehoogzijn.Indiendathetgevalis, kandegewensteflow-temperatuurwordenaangepast(naareen lagerewaarde),watresulteertinhetgeleidelijksluitenvande gemotoriseerdestuurklep,d.w.z.datderetourtemperatuurzal dalen.
DecirculatiepompP1wordtgecontroleerdmetbehulp vaneenafzonderlijkweekprogramma(maximaal3 "comfort"-periodes/dag).
WanneerereenaanvoertemperatuurvoelerS2isaangesloten, wordtdeproportionelebandXpaangepastaandeactuele aanvoertemperatuuromcontrole-instabiliteittevoorkomen.
TypischeA217.3-applicatie,voorbeelda:
Hetweergegevenschemaiseenfundamenteelenvereenvoudigd voorbeeldenbevatnietalleonderdelendienodigzijnineensysteem.
Allegenoemdeonderdelenwordenaangeslotenopde ECL-comfortcontroller.
Lijstvanonderdelen:
S1
Buitentemperatuurvoeler
S2
Aanvoertemperatuurvoeler
S3
Tapwateraanvoertemperatuurvoeler
S5
Retourtemperatuurvoeler
S8
(Flow-schakelaar—voorbeeldenb,c,d)
P1
Tapwatercirculatiepomp
M1
Gemotoriseerdestuurklep
A1
Relaisuitgang,alarm
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|9
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
A217.3voorbeelda:
Voorbeeldb:
Eensignaalvandeflow-schakelaar(S8)kanwordengebruiktom bijtapwatervraagteverwarmen(tappen/aftappenvantapwater). Eenidle-temperatuurvoordeaanvoertemperatuur(opS2)kan wordenaangehoudenomdeopwarmingstijdvoorhettapwater teminimaliseren.
Voorbeeldc:
Eensignaalvandeflow-schakelaar(S8)kanwordengebruikt omhettapwateropvraagteverwarmen(tappen/aftappenvan tapwater).DetemperatuuropS3wordtbehoudentijdensde comfortperiodesvancirculatiepompP1.Eenidle-temperatuur voordeaanvoertemperatuur(opS2)kanwordenaangehouden omdeopwarmingstijdvoorhettapwaterteminimaliseren.
Voorbeeldd:
Detapwaterboilerwordtdirectverwarmd.Deinstellingvande retourtemperatuurbegrenzing(opS5)kaneentehogeflowinde verwarmingsspiraalvoorkomen.Eenidle-temperatuurvoorde aanvoertemperatuur(opS2)kanwordenaangehoudenomde opwarmingstijdvoorhettapwaterteminimaliseren.
A217.3voorbeeldb:
A217.3voorbeeldc:
A217.3voorbeeldd:
10|©Danfoss|2021.04
Decontrollerisvoorgeprogrammeerdmetdefabrieksinstellingendie wordengetoondinde‘ParameterIDoverzicht‘bijlage.
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.2Hetsysteemtypeidentificeren
Uwapplicatieschetsen
DeECLComfort-controllerserieisontworpenvooreengroot assortimentverwarmings-,tapwater-enkoelsystemenmet verschillendeconfiguratiesencapaciteiten.Alsuwsysteem verschiltvandehierweergegevenschema's,wiltumogelijkeen schetsmakenvanhetsysteemdatwordtgeïnstalleerd.Ditmaakt hetgemakkelijkeromdebedieningshandleidingtegebruikendieu stapsgewijshelpt,vanafdeinstallatietotdelaatsteaanpassingen, totdeeindgebruikerhetoverneemt.
DeECLComfort-controlleriseenuniverselecontrollerdiekan wordengebruiktvoorverschillendesystemen.Hetismogelijk extrasystementeconfigurerenopbasisvandeweergegeven standaardsystemen.Indithoofdstukvindtudemeestgebruikte systemen.Alsuwsysteemnietlijktophetonderstaande,dientu hetschematezoekendathetbesteovereenkomtmetuwsysteem omuweigencombinatiestemaken.
Raadpleegookdeinstallatiehandleiding(meegeleverdmetde applicatiesleutel)voorapplicatietypen/-subtypen.
Decirculatiepomp(en)inhet(de)verwarmingscircuit(s)kan(kunnen) indefloweninderetourwordengeplaatst.Plaatsdepompvolgens despecificatiesvandefabrikant.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|11
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

2.3Montage

2.3.1DeECLComfort-controllermonteren
Raadpleegookdeinstallatiehandleidingdieismeegeleverdmet deECLComfort-controller.
VoorgemakkelijketoegangmoetudeECLComfort-controller dichtbijhetsysteemmonteren.
DeECLComfort210/296/310kanwordengemonteerd
opeenmuur
opeenDIN-rail(35mm)
DeECLComfort296kanwordengemonteerd
ineenpaneeluitsparing
DeECLComfort210kanwordengemonteerdineenmontagedeel vandeECLComfort310(voortoekomstigemodernisering).
Schroeven,PG-kabelwartelsenpluggenzijnnietbijgeleverd.
DeECLComfort210/310-controllervergrendelen
OmdeECLComfort-regelaartebevestigenopzijnmontagedeel, sluituderegelaarmetdevergrendelingspin.
12|©Danfoss|2021.04
Omlichamelijkeletselsofschadeaandecontrollertevoorkomen, moetdecontrollerstevigopdevoetzijnvergrendeld.Drukhiervoor opdevergrendelingspinindevoettotueenklikhoortendecontroller nietmeervandevoetkanwordenverwijderd.
Alsdecontrollernietveiligisvergrendeldinhetmontagedeel,bestaat hetrisicodatdecontrollertijdensdewerkingkanwordenontgrendeld vandevoetendatdevoetmetdeaansluitingen(enookde230V a.c.-aansluitingen)wordenblootgesteld.Omlichamelijkeletselste voorkomen,moetueraltijdvoorzorgendatdecontrollerveiligis vergrendeldinzijnvoet.Alsdatniethetgevalis,magdecontroller nietwordenbediend!
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Monterenopeenmuur
Monteerhetmontagedeelopeenmuurmeteeneffenoppervlak. Maakdeelektrischeaansluitingenenplaatsdecontrollerinhet montagedeel.Maakdecontrollervastmetdevergrendelingspin.
MonterenopeenDIN-rail(35mm)
MonteerhetmontagedeelopeenDIN-rail.Maakdeelektrische aansluitingenenplaatsdecontrollerinhetmontagedeel.Maakde controllervastmetdevergrendelingspin.
Omdecontrollergemakkelijktevergrendelenopzijnvoetofomdeze teontgrendelen,gebruiktubesteenschroevendraaieralshefboom.
DeECLComfort-controllerloskoppelen
Omdecontrollervandevoetteverwijderen,trektude vergrendelingspinuitmeteenschroevendraaier.Decontrollerkan nuwordenverwijderdvanhetmontagedeel.
Omdecontrollergemakkelijktevergrendelenopzijnvoetofomdeze teontgrendelen,gebruiktubesteenschroevendraaieralshefboom.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|13
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.3.2DeafstandsbedieningsunitsECA30/31monteren
Selecteereenvandevolgendemethoden:
Monterenopeenmuur,ECA30/31
Monterenineenpaneel,ECA30
Schroevenenvezelpluggenzijnnietbijgeleverd.
Monterenopeenmuur
MonteerhetmontagedeelvandeECA30/31opeenmuurmet eeneffenoppervlak.Maakdeelektrischeaansluitingen.Plaatsde ECA30/31inhetmontagedeel.
VoordatudeECLComfort-controllerverwijdertuithetmontagedeel, moetucontrolerenofdetoevoerspanningislosgekoppeld.
Monterenineenpaneel
MonteerdeECA30ineenpaneelmetdeECA30framekit (ordercodenr.087H3236).Maakdeelektrischeaansluitingen. Bevestighetframemetdeklem.PlaatsdeECA30inhet montagedeel.DeECA30kanwordenaangeslotenopeenexterne kamertemperatuurvoeler.
DeECA31magnietwordengemonteerdineenpaneelalsde vochtigheidsfunctiemoetwordengebruikt.
14|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.3.3MonterenvandeinterneI/OmoduleECA32
MonterenvandeinterneI/O-moduleECA32
DeECA32-module(bestelcodenr.087H3202)kanwordengeplaatst inhetmontagedeelvandeECLComfort310/310B,voorextra ingangs-enuitgangssignaleninrelevantieapplicaties.
DeaansluitingtussendeECLComfort310/310BendeECA32 bestaatuiteen10-polige(2x5)connector.Deaansluitingwordt automatischtotstandgebrachtwanneerdeECLComfort310/ 310Bophetmontagedeelwordtgeplaatst.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|15
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

2.4Detemperatuurvoelersplaatsen

2.4.1Detemperatuurvoelersplaatsen
Hetisbelangrijkdatdevoelersopdejuistepositieopuwsysteem zijngemonteerd.
Dehierondervermeldetemperatuurvoelerszijnvoelersdieworden gebruiktvoordeECLComfort210/296/310-serieenzijnniet allemaalnodigvooruwapplicatie.
Buitentemperatuurvoeler(ESMT)
Debuitenvoelermoetwordengemonteerdopdezijdevanhet gebouwwaardezehetminstwaarschijnlijkaandirectzonlichtzal wordenblootgesteld.Umagdevoelernietdichtbijdeuren,ramen ofluchtuitlatenplaatsen.
Flowtemperatuurvoeler(ESMU,ESM-11ofESMC)
Plaatsdevoelermax.15cmvanhetmengpunt.Insystemenmet warmtewisselaar,beveeltDanfossaandathetESMU-typeinde flow-uitlaatvandewisselaarwordtgestopt.
Controleerofhetoppervlakvandebuisschoonis,zelfswaarde voelerwordtgemonteerd.
Retourtemperatuurvoeler(ESMU,ESM-11ofESMC)
Deretourtemperatuurvoelermoetaltijdzowordengeplaatst,dat dezeeenrepresentatieveretourtemperatuurmeet.
Ruimtetemperatuurvoeler (ESM-10,afstandsbedieningsunitsECA30/31)
Plaatsderuimtetemperatuurvoelerinderuimtewaarde temperatuurmoetwordengeregeld.Plaatsdevoelernietop buitenmurenofdichtbijradiatoren,ramenofdeuren.
Boilertemperatuurvoeler(ESMU,ESM-11ofESMC)
Plaatsdevoelervolgensdespecificatiesvandeboilerfabrikant.
Luchtkanaaltemperatuurvoeler(ESMB-12ofESMU-types)
Plaatsdevoelerzo,datdezeeenrepresentatievetemperatuur meet.
Tapwatertemperatuurvoeler(ESMUofESMB-12)
Plaatsdetapwatertemperatuurvoelervolgensdespecificatiesvan defabrikant.
Plaattemperatuurvoeler(ESMB-12)
Plaatsdevoelerineenbeschermingsbuisindeplaat.
ESM-11:verplaatsdevoelerniet,nadatdezeisbevestigdomschade aanhetvoelerelementtevoorkomen.
ESM-11,ESMCenESMB-12:Gebruikwarmtegeleidendepastavoor eensnelletemperatuurmeting.
ESMUenESMB-12:Hetgebruikvaneenvoelerzakomdevoelerte beschermen,zalechterresulterenineentrageretemperatuurmeting.
16|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Pt1000-temperatuurvoeler(IEC751B,1000Ω/0°C)Relatietussentemperatuurenohmsewaarde:
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|17
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

2.5Elektrischeaansluitingen

2.5.1Elektrischeaansluitingen230VAC
Waarschuwing
Deopdeprintkaartaanwezigeelektrischegeleidersvoor voedingsspanning,relaiscontactenentriac-uitgangenhebben geenonderlingeveiligheidsafstandvanminimaal6mm.De uitgangenmogennietwordengebruiktalsgalvanischgescheiden (spanningsvrije)uitgangen.
Alsereengalvanischgescheidenuitgangvereistis,wordthetgebruik vaneenhulprelaisaanbevolen.
24V-gestuurdecomponenten,zoalsservomotoren,moetenworden geregelddoormiddelvandeECLComfort310inde24V-versie.
Veiligheid
Montage,inbedrijfstellingenonderhoudswerkzaamhedenmogen alleendoordeskundigenerkendpersoneeluitgevoerdworden.
Delokaleregelgevingmoetwordenaangehouden.Ditgeldtookvoor kabeldiameterenisolatie(versterkttype).
EenzekeringvoordeECLComfortinstallatieisdoorgaansmax.10A.
DeomgevingstemperatuurvoordeECLComfortinbedrijfis 0-55°C.Overschrijdingvandittemperatuurbereikkanleidentot
storingen.
Installatiemoetwordenvoorkomenwanneereenrisicoop condensatie(dauw)bestaat.
18|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Degewoneaardingsaansluitingwordtgebruiktvoorhet aansluitenvanderelevanteonderdelen(pompen,gemotoriseerde stuurkleppen).
ECL210/310
ECL296
Raadpleegookdeinstallatiehandleiding(meegeleverdmetde applicatiesleutel)voorapplicatiespecifiekeaansluitingen.
Maximalebelastingwaarden:
Relaisklemmen
4(2)A/230VAC (4Avoorohmsebelasting, 2Avoorinductieve belasting)
Triac(=elektronisch
0,2(230)A/230VAC
relais)klemmen
Dwarsdoorsnededraad:0.5-1.5mm² Onjuisteaansluitingkandeelektronischeuitgangenbeschadigen. Max.2x1.5mm²dradenkunneninelkeschroefaansluitingworden
gestopt.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|19
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.5.2Elektrischeaansluitingen24VAC
Raadpleegookdeinstallatiehandleiding(meegeleverdmetde applicatiesleutel)voorapplicatiespecifiekeaansluitingen.
Maximalebelastingwaarden:
Relaisklemmen
Triac(=elektronisch relais)klemmen
4(2)A/24VAC (4Avoorohmsebelasting, 2Avoorinductieve belasting)
1A/24VAC
Sluitgeenonderdelendiewerkenop230Va.c.directaanopeen controllerdiewerktop24Va.c.stroom.Gebruikreserverelais(K)om 230Va.c.tescheidenvan24Va.c.
20|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.5.3Elektrischeaansluitingen,thermostaten,230Va.c.of24Va.c.
Raadpleegookdeinstallatiehandleiding(meegeleverdmetde applicatiesleutel)voorapplicatiespecifiekeaansluitingen.
Deaansluitschemaslatenverschillendeoplossingen/voorbeelden zien:
Veiligheidsthermostaat,1–stapsluiten: Gemotoriseerdestuurklepzonderveiligheidsfunctie
Veiligheidsthermostaat,1–stapsluiten: Gemotoriseerdestuurklepmetveiligheidsfunctie
Veiligheidsthermostaat,2–stapsluiten: Gemotoriseerdestuurklepmetveiligheidsfunctie
WanneerSTisgeactiveerddooreenhogetemperatuur,sluithet veiligheidscircuitindegemotoriseerdestuurkleponmiddellijk.
WanneerST1isgeactiveerddooreenhogetemperatuur(de TR-temperatuur),wordtdegemotoriseerdestuurklepgeleidelijk gesloten.Bijeenhogeretemperatuur(deST-temperatuur),sluithet veiligheidscircuitindegemotoriseerdestuurkleponmiddellijk.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|21
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.5.4Elektrischeaansluitingen,Pt1000-temperatuurvoelersensignalen
Raadpleegookdemontagehandleiding(meegeleverdmetde applicatiekey)voorsensor-eningangsaansluitingen.
A217/A317:
Voeler/beschrijving
S1
Buitentemperatuurvoeler* (optioneel)
S2
Aanvoertemperatuurvoeler* (optioneel)
S3Tapwaterverwarmings-
/laadtemperatuurvoeler** (A217.1/A317.1)
Tapwaterverwarmingstem­peratuurvoeler**(A217.2/ A317.2)
Tapwatertemperatuurvoe­ler**(A217.3)
S4Tapwaterverwarmingstem-
peratuurvoeler**(alleen A217.2/A317.2)
S5
Retourtemperatuurvoeler (optioneel)
S6
Tapwaterboiler temperatuurvoeler, bovenste***
S7
Flow-meter/energiemeter (alleenpulssignaalenECL
210)
S8
Tapwaterboiler temperatuurvoeler, onderste(A217.1/A217.2/ A317.1/A317.2).
Type (aanbevolen)
ESMT
ESM-11/ESMB/ ESMC/ESMU
ESM-11/ESMB/ ESMC/ESMU
ESM-11/ESMB/ ESMC/ESMU
ESM-11/ESMB/ ESMC/ESMU
ESMB/ ESMU
ESMB/ ESMU
Flow-schakelaar(A217.3) AlleenECL310:
nietgebruikt AlleenECL310:
nietgebruikt
*
Gebruiktvoorvorstbeschermingsdoeleinden.Alsde buitentemperatuurvoelernietisaangeslotenofalser kortsluitingindekabelis,verondersteltdecontrollerdatde buitentemperatuur0(nul)°Cis.
**
Detapwaterlaad-/verwarmingstemperatuurvoelermoet altijdaangeslotenzijnomdegewenstefunctionaliteit tehebben.Alsdevoelernietisaangeslotenofalser kortsluitingindekabelis,sluitdegemotoriseerdestuurklep (veiligheidsfunctie).
***
Dezevoelerwordtgebruiktwanneererslechtséénboiler temperatuurvoelervereistis.
22|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Aansluitingvanhetstuursignaal(0-10V)voorexterneregeling vandegewensteaanvoertemperatuur
Aansluitingvanflowmeter
Dwarsdoorsnededraadvoorsensoraansluitingen:Min.0.4mm². Totalekabellengte:Max.200m(allesensorenincl.interneECL
485-communicatiebus) Kabellengtenvanmeerdan200mkunnenruisgevoeligheid
veroorzaken(EMC).
Raadpleegookdeinstallatiehandleiding(meegeleverdmetde applicatiesleutel).
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|23
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.5.5Elektrischeaansluitingen,ECA30/31
Aanslui­tingECL
*
Nadateenexternekamertemperatuursensorisaangesloten,
Aansluiting ECA30/31
30 31 322 333
Beschrijving
4 1
Gedraaidpaar
Gedraaidpaar
4 5
Ext.kamertemperatuur­sensor*
Type(aan­bevolen)
Kabel2x gedraaid paar
ESM-10
moetdeECA30/31opnieuwwordeningeschakeld.
DecommunicatienaardeECA30/31moetwordeningesteldinde ECLComfort-controllerin'ECAadres'.
DeECA30/31moetovereenkomstigwordeningesteld.
Nadeapplicatie-instellingisdeECA30/31gereedna2–5min.Er wordteenvoortgangsbalkindeECA30/31weergegeven.
Wanneerdeactueleapplicatietweeverwarmingscircuitsbevat, danishetmogelijkeenECA30/31opelkcircuitaantesluiten.De elektrischeaansluitingenwordenparalleluitgevoerd.
Erkunnenmax.tweeECA30/31-unitswordenaangeslotenop eenECLComfort310-controllerofopECLComfort210/296/ 310-controllersineenmaster-slavesysteem.
InstelproceduresvoorECA30/31:Ziesectie'Diversen' .
ECA-informatiebericht: 'ApplicatievereistnieuwereECA ': Desoftware(firmware)vanuwECAkomtnietovereenmetdesoftware
(firmware)vanuwECLComfort-controller.Neemcontactopmetuw Danfoss-verkoopkantoor.
24|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.5.6Elektrischeaansluitingen,master-/slave-systemen
Decontrollerkanwordengebruiktalsmasterofslavein master-slavesystemenviadeinterneECL485-communicatiebus (kabelmet2xgedraaideparen).
DeECL485-communicatiebusisnietcompatibelmetdeECL-busin ECLComfort110,200,300en301!
TotalekabellengteMax.200m(allevoelersincl.interneECL 485-communicatiebus).
Kabellengtenvanmeerdan200mkunnenruisgevoeligheid veroorzaken(EMC).
Sommigeapplicatiesbevattengeenfunctiesgekoppeldaande actuelekamertemperatuur.DeaangeslotenECA30/31zalalleen fungerenalsafstandsbediening.
Aanslui-
Beschrijving
ting
30
Gewoneaansluiting
Type(aan­bevolen)
+12V*,ECL485-communicatiebus
31
*AlleenvoorECA30/31en master-slavecommunicatie
32
B,ECL485-communicatiebus
33
A,ECL485-communicatiebus
Kabel2x twistedpair
ECL485-buskabel
DemaximaalaanbevolenlengtevandeECL485-buswordtalsvolgt berekend:
trekdetotalelengtevanalleingangskabelsvanalleECL-controllersin hetmaster-slavesysteemafvan200m.
Eenvoudigvoorbeeldvandetotalelengtevanalleingangskabels, 3xECL:
1xECL
3xECL
3xECL
3xECL
Totaal:
Buitentemp.voeler:
Aanv.temp.voeler:
Retourtemp.voeler:
Ruimtetemp.voeler:
15m
18m
18m
30m
81m
MaximaalaanbevolenlengtevandeECL485-bus: 200-81m=119m
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|25
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.5.7Elektrischeaansluitingen,communicatie
Elektrischeaansluitingen,Modbus
ECLComfort210:NietgalvanischgescheidenModbus­aansluitingen ECLComfort296:GalvanischgescheidenModbus-aansluitingen ECLComfort310:GalvanischgescheidenModbus-aansluitingen
2.5.8Electricalconnections,communication
Elektrischeaansluitingen,M-bus
ECLComfort210:niettoegepast ECLComfort296:intern,nietgalvanischgescheiden.Max. kabellengte50m. ECLComfort310:intern,nietgalvanischgescheiden.Max. kabellengte50m.
26|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

2.6DeECL-applicatiesleutelplaatsen

2.6.1DeECL-applicatiesleutelplaatsen
DeECL-toepassingssleutelbevat
deapplicatieenzijnsubtypes,
momenteelbeschikbaretalen,
fabrieksinstellingen;bijv.programma's,gewenste temperaturen,grenswaardenenz.Hetisaltijdmogelijkde fabrieksinstellingenteherstellen,
geheugenvoorgebruikersinstellingen:specialegebruikers­/systeeminstellingen.
Nahetinschakelenvandecontroller,kunnenverschillende situatiesoptreden:
1.Decontrollerisnieuwvandefabriek,deECL-applicatiesleutel wordtnietgeplaatst.
2.Decontrollervoertaleenapplicatieuit.DeECL-applicatiesleutel wordtgeplaatst,maardeapplicatiemoetwordengewijzigd.
3.Eenkopievandecontrollerinstellingenisnodigvoorhet configurerenvaneenanderecontroller.
ECLComfort210/310
ECLComfort210/310
Gebruikersinstellingenzijn,onderandere,gewenste kamertemperatuur,gewenstetapwatertemperatuur,programma's, stooklijn,grenswaarden,enz.
Systeeminstellingenzijn,onderandere,communicatie-instellingen, helderheidvanhetdisplayenz.
AQ055186460331nl-000501
ECLComfort296
©Danfoss|2021.04|27
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Automatischeupdatevancontrollersoftware(firmware):
Desoftwarevandecontrollerwordtautomatischgeüpdatetwanneer desleutelwordtgeplaatst(vanafcontrollerversie1.11(ECL210/
310)enversie1.58(ECL296)).Devolgendeanimatiewordtgetoond wanneerdesoftwarewordtgeüpdatet:
Voortgangsbalk
Tijdensdeupdate:
•VerwijderdeSLEUTELniet Alsudesleutelverwijdertvoordatdezandloperzichtbaarwordt, moetudeprocedurevanvorenafaanbeginnen.
•Onderbreekdevoedingniet Alsdevoedingwordtonderbrokenterwijldezandloperwordt getoond,functioneertdecontrollerniet.
•Handmatigeupdatevancontrollersoftware(firmware): Ziedeparagraaf'Automatische/handmatigeupdatevanfirmware'.
Het“Keyoverzicht”geeftgeeninformatie—viaECA30/31—over desubtupesvandeapplicatiekey.
Keygeplaatst/nietgeplaatst,omschrijving:
ECLComfort210/310,controllerversieslagerdan1.36:
-
Verwijderdeapplicatiekey;gedurende20 minutenkunnendeinstellingenworden gewijzigd.
-
Schakeldecontrollerinzonderde applicationkeyingestoken;gedurende 20minutenkunneninstellingenworden gewijzigd.
ECLComfort210/310,controllerversies1.36enhoger:
-
Verwijderdeapplicatiekey;gedurende20 minutenkunnendeinstellingenworden gewijzigd.
-
Schakeldecontrollerinzonderde applicationkeyingestoken;instellingen kunnennietwordengewijzigd.
ECLComfort296,controllerversies1.58enhoger:
-
Verwijderdeapplicatiekey;gedurende20 minutenkunnendeinstellingenworden gewijzigd.
-
Schakeldecontrollerinzonderde applicationkeyingestoken;instellingen kunnennietwordengewijzigd.
28|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Applicatiesleutel:Situatie1 Decontrollerisnieuwvandefabriek,deECL-applicatiesleutel
isnietgeplaatst.
Erwordteenanimatievoorhetplaatsenvande ECL-applicatiesleutelweergegeven.Plaatsdeapplicatiesleutel. Denaamenversievandeapplicatiesleutelwordenaangegeven (voorbeeld:A266Ver.1.03).
AlsdeECL-applicatiesleutelnietgeschiktisvoorde controller,verschijnteen'kruis'bovenhetsymboolvande ECL-applicatiesleutel.
Actie:
*‘Autom.daglicht’isdeautomatischeoverschakelingtussen zomer-enwintertijd.
AfhankelijkvandeinhoudvandeECL-applicatiesleutel,vindt procedureAofBplaats:
A DeECL-applicatiesleutelbevatfabrieksinstellingen:
Decontrollerleest/draagtgegevensovervande ECL-applicatiesleutelnaardeECL-controller.
Doel:
Selecteerdetaal
Bevestig Selecteerdeapplicatie(subtype)
Sommigesleutelshebbenslechtséén applicatie.
Bevestigmet'Ja'
Stel'Tijdendatum'in Draaiaanendrukopdedraaiknopom 'Uur','Minuten' ,'Datum','Maand'en 'Jaar'teselecterenentewijzigen.
Kies'Volgende' .
Bevestigmet'Ja'
Ganaar'Autom.daglicht' Kiesof'Autom.daglicht'*aldanniet
actiefmoetzijn
Voorbeel-
den:
JAofNEE
Deapplicatiewordtgeïnstalleerdendecontrollerwordtgereset enopgestart.
B DeECL-applicatiesleutelbevatgewijzigdesysteeminstellingen:
Drukherhaaldelijkopdedraaiknop.
'NEE':
’JA*:
Alsdesleutelgebruikersinstellingenbevat:
Drukherhaaldelijkopdedraaiknop.
‘NEE:
‘JA*:
*Als‘ JA’nietkanwordengekozen,bevatdeECL-applicatiesleutel geenspecialeinstellingen. Kies‘Startkopiëren’enbevestigmet'Ja'.
AQ055186460331nl-000501
AlleenfabrieksinstellingenvandeECL-applicatiesleutel wordengekopieerdnaardecontroller.
Specialesysteeminstellingen(andersdande fabrieksinstellingen)wordengekopieerdnaarde controller.
AlleenfabrieksinstellingenvandeECL-applicatiesleutel wordengekopieerdnaardecontroller.
Specialegebruikersinstellingen(andersdande fabrieksinstellingen)wordengekopieerdnaarde controller.
©Danfoss|2021.04|29
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
(Voorbeeld):
De"i"inderechterbovenhoekgeeftaandat-behalvede fabrieksinstellingen-hetsubtypeookspecialegebruikers-/ systeeminstellingenbevat.
Applicatiesleutel:Situatie2 Decontrollervoertaleenapplicatieuit.DeECL-
applicatiesleutelwordtgeplaatst,maardeapplicatiemoet wordengewijzigd.
Omteschakelennaareenandereapplicatieopde ECL-applicatiesleutel,moetdehuidigeapplicatiewordengewist (verwijderd)vandecontroller.
Houderrekeningmeedatdeapplicatiesleutelmoetworden geplaatst.
Actie:
Decontrollerwordtgeresetenisgereedomteworden geconfigureerd.
Doel:
Kies"MENU"ineenvandecircuits
Bevestig
Kiesdecircuitkiezerinde rechterbovenhoekvanhetdisplay
Bevestig
Kies'Algemenecontrollerinstellingen'
Bevestig
Kies"Sleutelfuncties'
Bevestig
Kies‘Verwijderapplicatie’
Bevestigmet'Ja'
Voorbeel-
den:
Volgdeproceduredieisbeschreveninsituatie1.
30|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Applicatiesleutel:Situatie3 Eenkopievandecontrollerinstellingenisnodigvoorhet
configurerenvaneenandereregelaar.
Dezefunctiewordtgebruikt
voorhetopslaan(makenvaneenback-up)vanspeciale gebruikers-ensysteeminstellingen
wanneereenandereECLComfort-regelaarvanhetzelfdetype (210,296of310)moetwordengeconfigureerdmetdezelfde applicatie,maardegebruikers-/systeeminstellingenverschillen vandefabrieksinstellingen.
HoetekopiërennaareenandereECLComfort-regelaar:
Actie:
Doel:
Kies'MENU'
Bevestig
Kiesdecircuitkiezerinde rechterbovenhoekvanhetdisplay
Bevestig
Kies'Algemeneregelaarinstellingen'
Bevestig
Ganaar'Sleutelfuncties'
Bevestig
Kies'Kopie'
Bevestig
Kies'Naar' ‘ECL’of‘KEY’wordtaangeduid.Kies ’ECL’ofKEY’
Drukherhaaldelijkopdedraaiknop omdekopieerstandtekiezen
Kies'Systeeminstell.'of'Instel. gebruiker' Drukherhaaldelijkopdedraaiknop om'Ja'of'Nee'tekiezenin'Kopie' . Indrukkenomtebevestigen.
Kies'Startkopiëren' Deapplicatiesleutelofderegelaar
wordtbijgewerktmetspeciale systeem-ofgebruikersinstellingen.
Voorbeel-
den:
*
’ECL’ofKEY’ .
**
‘NEE’of‘JA’
* ‘ECL’:
‘KEY’:
** ‘NEE’:
‘JA':
AQ055186460331nl-000501
gegevenswordengekopieerdvandeapplicatiesleutel naardeECL-regelaar. gegevenswordengekopieerdvandeECL-regelaarnaar deapplicatiesleutel.
deinstellingenvandeECL-regelaarwordenniet gekopieerdnaardeapplicatiesleutelofdeECL Comfort-regelaar. specialeinstellingen(andersdandefabrieksinstellin­gen)wordengekopieerdnaardeapplicatiesleutelof deECLComfort-regelaar.AlsuJAnietkuntselecteren, zijnergeenspecialeinstellingendiemoetenworden gekopieerd.
©Danfoss|2021.04|31
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Taal
Bijhetuploadenvaneenapplicatiemoetereentaalworden geselecteerd.* AlseenanderetaaldanhetEngelswordtgeselecteerd,wordende geselecteerdetaalENhetEngelsnaardeECL-controllergeüpload. DatvereenvoudigthetonderhouddoorEngelssprekende servicemedewerkers,omdatdeEngelstaligemenu'szichtbaar kunnenwordengemaaktdoordetaalinstellingtewijzigennaar Engels. (Navigatie:MENU>Algemenecontroller>Systeem>Taal)
Alsdegeüploadetaalnietgeschiktis,moetdeapplicatieworden verwijderd.Degebruikers-ensysteeminstellingenkunnenopde applicatiesleutelwordenopgeslagenvoordatdeapplicatiewordt verwijderd. Naeennieuweuploadmetdegewenstetaalkunnendebestaande gebruikers-ensysteeminstellingenwordengeüpload.
*) (ECLComfort310,24V)Alsdetaalnietkanwordengeselecteerd, komtdatomdatergeenwisselstroom(AC)wordtgebruikt.
2.6.2ECL-applicatiesleutel,gegevenskopiëren
Algemeneprincipes
Wanneerdecontrollerisaangeslotenenwerkt,kuntualleof sommigebasisinstellingencontrolerenenaanpassen.Denieuwe instellingenkunnenwordenopgeslagenopdesleutel.
HoedeECL-applicatiesleutelbijwerkennadatdeinstellingen zijngewijzigd?
Allenieuweinstellingenkunnenwordenopgeslagenopde ECL-applicatiesleutel.
Hoedefabrieksinstellingopslaanindecontrollervande applicatiesleutel?
Leesdealineaoverdeapplicatiesleutel,situatie1:Decontrolleris nieuwvandefabriek,deECL-applicatiesleutelisnietgeplaatst.
Hoedepersoonlijkeinstellingenopslaanvandecontroller naardesleutel?
Leesdealineaoverdeapplicatiesleutel,situatie3:Eenkopievan decontrollerinstellingenisnodigvoorhetconfigurerenvaneen anderecontroller
AlsbelangrijksteregelmoetdeECL-applicatiesleutelaltijdin decontrollerblijven.Alsdesleutelwordtverwijderd,ishetniet mogelijkdeinstellingentewijzigen.
Fabrieksinstellingenkunnenaltijdwordenhersteld.
Letopdenieuweinstellingenindetabel'Overzichtinstellingen' .
VerwijderdeECL-applicatiesleutelniettijdenshetkopiëren.De gegevensopdeECL-applicatiesleutelkunnenbeschadigdraken!
HetismogelijkinstellingenvandeeneECLComfort-controllerte kopiërennaareenanderecontroller,opvoorwaardedatdetwee controllersvandezelfdeseriezijn(210of310). Verderishetmogelijkom,wanneereenapplicatiesleutel(minimaal versie2.44)indeECLComfort-controllerisgeüpload,persoonlijke instellingenvanapplicatiesleutels(minimaalversie2.14)teuploaden.
32|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Het“Keyoverzicht”geeftgeeninformatie—viaECA30/31—over desubtupesvandeapplicatiekey.
Keygeplaatst/nietgeplaatst,omschrijving:
ECLComfort210/310,controllerversieslagerdan1.36:
-
Verwijderdeapplicatiekey;gedurende20 minutenkunnendeinstellingenworden gewijzigd.
-
Schakeldecontrollerinzonderde applicationkeyingestoken;gedurende 20minutenkunneninstellingenworden gewijzigd.
ECLComfort210/310,controllerversies1.36enhoger:
-
Verwijderdeapplicatiekey;gedurende20 minutenkunnendeinstellingenworden gewijzigd.
-
Schakeldecontrollerinzonderde applicationkeyingestoken;instellingen kunnennietwordengewijzigd.
ECLComfort296,controllerversies1.58enhoger:
-
Verwijderdeapplicatiekey;gedurende20 minutenkunnendeinstellingenworden gewijzigd.
-
Schakeldecontrollerinzonderde applicationkeyingestoken;instellingen kunnennietwordengewijzigd.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|33
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

2.7Controlelijst

IsdeECL-comfortcontrollerklaarvoorgebruik?
Controleerofdejuistevoedingsspanningisaangeslotenopklemmen9en10(230Vof24V).
Zorgervoordatdejuistefase-conditieszijnaangesloten: 230V:Spanningsvoerend=klem9enneutraal=klem10 24V:SP=klem9enSN=klem10
Controleerofdevereistegecontroleerdeonderdelen(aandrijving,pompenz.)zijnaangeslotenopdejuiste aansluitingen.
Controleerofallevoelers/signalenzijnverbondenmetdejuisteaansluitingen(zie'Elektrischeaansluitingen').
Monteerdecontrollerenschakeldevoedingin.
IsdeECL-toepassingssleutelgeplaatst(zie'Detoepassingssleutelplaatsen')?
BevatdeECLComfortcontrollereenbestaandeapplicatie(zie'invoegenvandeapplicatiesleutel').
Isdejuistetaalgekozen(zie'Taal'in'Algemenecontrollerinstellingen')?
ZijnTijd&Datumcorrectingesteld(zie'Tijd&Datum'in'Algemenecontrollerinstellingen')?
Isdejuisteapplicatiegekozen(zie'Hetsysteemtypeidentificeren').
Controleerofalleinstellingenindecontroller(zie'Overzichtinstellingen')zijningesteldofdatdefabrieksinstellingen voldoenaanuwvereisten.
Kieshandbediening(Zie'Handbediening').Controleerofdekleppenopenenensluitenenofdevereistegecontroleerde onderdelen(pompenz.)startenenstoppenwanneerzehandmatigwordenbediend.
Controleerofdetemperaturen/signalendieophetdisplaywordenweergegeven,overeenkomenmetdeeigenlijke aangeslotenonderdelen.
Nadatudehandbedieningscontrolehebtvoltooid,kiestudecontrollermodus(geprogrammeerd,comfort,opslagof vorstbescherming).
34|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

2.8Navigation,ECLApplicationKeyA217/A317

Navigatie,applicatieA217.1/A317.1(*alleenA217.1,**alleenA317.1)
Home
ID-nr. MENU Programma Programmacirc.P InstellingenBoilertemperatuur
Retourgrens
Flow-/verm.grensActueel
Controleparam.
Applicatie
Anti-bacterieSelecteerbaar
VakantieSelecteerbaar Alarm
Overzichtinvloed
Temp.monit.
DigitaalS9**
Alarmoverzicht Gew.tapwaterT
11193Laadverschil
11195
11194
11152
11030
11035
11036
11037
11111
11112
11113
11109
11115
11114
11174
11185
11186
11187
11189
11055
11054
11041
11500
11076
11093
11141
11142
11147
11148
11149
11150
11636
11637
Functie
Selecteerbaar Selecteerbaar
Startverschil Stopverschil Max.laadT Grens Infl.-max. Infl.-min. Adapt.tijd
Grens Adapt.tijd Filterconstante Ingangstype Units Puls* Motorpr. Xpactueel Tn Mrun Nz Min.act.tijd Circ.Pprioriteit Cont.Tcontrole Tapw.Ppost-run Zendengew.T Circ.PvorstT VorstD Ext.ingang Ext.mode
Verschilhoog Laagsteverschil Vertraging Laagstetemp. Alarmwaarde Alarmtime-out
Retourgrens Flow-/verm.begr. Vakantie Ext.override Anti-bacterie SCADAoverride
Tapwater,circuit1
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|35
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Navigatie,applicatieA217.1/A317.1,algemenecontrollerinstellingen(*alleenA317.1)
Home MENU Tijd&datumSelecteerbaar Programmauitgang* Ingangoverzicht
Log(voelers)
Uitgangoverride
Key-functies
SysteemECL-versie
AanvoerT Tapw.flow&gew. Tapw.ret.T&grens BoilerThg&gew.Log4dagen BoilerThg&lg
NieuweapplicatieVerwijderapplicatie Applicatie Fabrieksinst.Systeeminstell.
Kopie
Sleuteloverzicht
Extra Ethernet M-busconfig. Energiemeters Display
Communicatie
Taal
ID-nr.
Algemenecontrollerinstellingen
Functie
Selecteerbaar AanvoerT TapwaterflowT Tapwaterret.T BoilerThoog BoilerTlaag S9status* Logvandaag Loggisteren Log2dagen
M1,P1,P3,A1
Instel.gebruiker Terugnaarfabriek Naar Systeeminstell. Instel.gebruiker Startkopiëren
Codenr. Hardware Software Prod.nr. Serienr. MAC Productieweek
Selecteerbaar Selecteerbaar
60058
Achtergrondlicht
60059
Contrast
38
Modbus-adres
2048
ECL485-adres
2150
Servicepin
2151
Ext.reset
2050
Taal
36|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Navigatie,applicatieA217.2/A317.2(*alleenA217.2,**alleenA317.2)
Home
ID-nr. MENU Programma Programmacirc.P InstellingenBoilertemperatuur
11193Laadverschil
11195
11194
11152
11068
Retourgrens
Flow-/verm.grensActueel
Controleparam.
Applicatie
Anti-bacterieSelecteerbaar
VakantieSelecteerbaar Alarm
Overzichtinvloed
Temp.monit.
DigitaalS9**
Alarmoverzicht Gew.tapwaterT
11030
11035
11036
11037
11111
11112
11113
11109
11115
11114
11174
11185
11186
11187
11189
11055
11054
11041
11042
11500
11076
11093
11141
11142
11147
11148
11149
11150
11136
11137
Functie
Selecteerbaar Selecteerbaar
Startverschil Stopverschil Max.laadT FlowTadapt.tijd Grens Infl.-max. Infl.-min. Adapt.tijd
Grens Adapt.tijd Filterconstante Ingangstype Units Puls* Motorpr. Xpactueel Tn Mrun Nz Min.act.tijd Circ.Pprioriteit Cont.Tcontrole Tapw.Ppost-run LaadPpost-run Zendengew.T Circ.PvorstT VorstD Ext.ingang Ext.mode
Verschilhoog Laagsteverschil Vertraging Laagstetemp. Alarmwaarde Alarmtime-out
Retourgrens Flow-/verm.begr. Vakantie Ext.override Anti-bacterie SCADAoverride
Tapwater,circuit1
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|37
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Navigatie,applicatieA217.2/A317.2,algemenecontrollerinstellingen(*alleenA217.2,**alleenA317.2)
Home MENU Tijd&datumSelecteerbaar Programmauitgang** Ingangoverzicht
Log(voelers)
Uitgangoverride
Key-functies
SysteemECL-versie
AanvoerT Tapw.flow&gew. LaadTLog2dagen Tapw.ret.T&grens BoilerThg&gew. BoilerThg&lg
NieuweapplicatieVerwijderapplicatie Applicatie Fabrieksinst.Systeeminstell.
Kopie
Sleuteloverzicht
Extra Ethernet M-busconfig. Energiemeters Display
Communicatie
Taal
ID-nr.
Algemenecontrollerinstellingen
Functie
Selecteerbaar AanvoerT TapwaterflowT LaadT* Tapwaterret.T BoilerThoog BoilerTlaag S9status** Logvandaag Loggisteren
Log4dagen
M1,P1,P2,P3,A1
Instel.gebruiker Terugnaarfabriek Naar Systeeminstell. Instel.gebruiker Startkopiëren
Codenr. Hardware Software Prod.nr. Serienr. MAC Productieweek
Selecteerbaar Selecteerbaar
60058
Achtergrondlicht
60059
Contrast
38
Modbus-adres
2048
ECL485-adres
2150
Servicepin
2151
Ext.reset
2050
Taal
38|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Navigatie,applicatieA217.3
Home
ID-nr. MENU Programma Programmacirc.P InstellingenFlow-temperatuur
11178Temp.max.
11177
Retourgrens
Flow-/verm.grensActueel
Controleparam.
Applicatie
Anti-bacterieSelecteerbaar
VakantieSelecteerbaar Alarm
Overzichtinvloed
Temp.monit.
Alarmoverzicht Gew.tapwaterT
11030
11035
11036
11037
11085
11111
11112
11113
11109
11115
11114
11173
11174
11185
11186
11187
11189
11097
11096
11094
11095
11500
11022
11023
11076
11040
11093
11141
11142
11147
11148
11149
11150
11150
Functie
Selecteerbaar Selecteerbaar
Temp.min. Grens Infl.-max. Infl.-min. Adapt.tijd Prioriteit
Grens Adapt.tijd Filterconstante Ingangstype Units Puls Autom.tuning Motorpr. Xpactueel Tn Mrun Nz Min.act.tijd AanvoerT(idle) Tn(idle) Opentijd Sluittijd Zendengew.T Pexercise Mexercise Circ.PvorstT Ppost-run VorstD Ext.ingang Ext.mode
Verschilhoog Laagsteverschil Vertraging Laagstetemp. Laagstetemp. 2:Temp.monit. Retourgrens Flow-/verm.begr. Vakantie Ext.override Anti-bacterie SCADAoffset
Tapwater,circuit1
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|39
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Navigatie,applicatieA217.3,algemenecontrollerinstellingen
Home MENU Tijd&datumSelecteerbaar Ingangoverzicht
Log(voelers)
Uitgangoverride
Key-functies
SysteemECL-versie
BuitenT Tapw.flow&gew. Tapw.ret.T&grens AanvoerT
NieuweapplicatieVerwijderapplicatie Applicatie Fabrieksinst.Systeeminstell.
Kopie
Sleuteloverzicht
Extra(alleenECL310) Ethernet(alleenECL310)Selecteerbaar Poortconfig.(alleenECL310)
M-busconfig.(alleenECL310) Energiemeters(alleenECL310)Selecteerbaar Alg.ing.overz.Selecteerbaar Alarm Display
Communicatie
Taal
ID-nr.
Algemenecontrollerinstellingen
Functie
BuitenT TapwaterflowT Tapwaterret.T AanvoerT Flow-schakelaar Logvandaag Loggisteren Log2dagen Log4dagen M1,P1,A1
Instel.gebruiker Terugnaarfabriek Naar Systeeminstell. Instel.gebruiker Startkopiëren
Codenr. Hardware Software Prod.nr. Serienr. MAC Productieweek
ECLportal Poortstatus Poortinfo Selecteerbaar
32:Temp.monit.
60058
Achtergrondlicht
60059
Contrast
2048
ECL485-adres
38
Modbus-adres
39
Band
2150
Servicepin
2151
Ext.reset
2050
Taal
40|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

3.0Dagelijksgebruik

3.1Navigeren

Unavigeertindecontrollerdoordedraaiknopnaarlinksofrechts tedraaiennaardegewenstepositie().
Dedraaiknopheefteeningebouwdeversnelling.Hoesnelleru deknopdraait,hoesnellerdegrenzenvanelkbreedinstelbereik wordenbereikt.
Depositie-indicatorophetdisplay(
Drukopdedraaiknopomuwkeuzestebevestigen().
Dedisplayvoorbeeldenzijnvantoepassingopeendubbelcircuit: éénverwarmingscircuit()enééntapwatercircuit().De voorbeeldenkunnenafwijkenvanuwtoepassing.
)toontualtijdwaarubent.
VoorbeeldtoontECL210/310
Verwarmingscircuit():Tapwatercircuit():
Sommigealgemeneinstellingendievantoepassingzijnopde volledigecontroller,bevindenzichineenspecifiekdeelvande controller.
Toegangkrijgentot'Algemenecontrollerinstellingen':
Actie:
Doel:
Kies"MENU"ineenvandecircuits
Bevestig
Kiesdecircuitkiezerinde rechterbovenhoekvanhetdisplay
Bevestig
Kies'Algemenecontrollerinstellingen'
Bevestig
Voorbeel-
Circuitkiezer
den:
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|41
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

3.2Hetcontrollerdisplaybegrijpen

Dezeparagraafgeefteenalgemenebeschrijvingvandefunctie indeECLComfort210/296/310-serie.Degetoondedisplays zijnstandaardennietgerelateerdaanspecifiekeapplicaties.Zij kunnendaaromafwijkenvandedisplaysinuwapplicatie.
Eenfavorietdisplaykiezen
Uwfavorietedisplayishetdisplaydatuhebtgekozenals standaarddisplay.Hetfavorietedisplaygeeftueensneloverzicht vandetemperaturenofunitsdieuinhetalgemeenwiltmonitoren.
Alsdedraaiknoplangerdan20min.nietwordtgeactiveerd,zalde controllerterugkerennaarhetoverzichtdisplaydatualsfavoriet hebtgekozen.
Verschuiventussendisplays:Draaidedraaiknoptotudedisplaykiezer (
)rechtsonderaanhetdisplaybereikt.Drukopdedraaiknop omuwfavorieteoverzichtdisplaytekiezen.Duwopnieuwopde draaiknop.
Tapwatercircuit
Overzichtdisplay1informeertover: actueletapwatertemperatuur,controllermodus,gewenste tapwatertemperatuurenhetcomfortprogrammavandehuidige dag.
Overzichtdisplay2informeertover: destatusvandegecontroleerdeonderdelen,actuele tapwatertemperatuur,(gewenstetapwatertemperatuur), controllermodus,retourtemperatuur(grenswaarde),invloedopde gewenstetapwatertemperatuur.
Afhankelijkvanhetgekozendisplay,informerende overzichtdisplaysvoorhettapwatercircuituover:
•actueletapwatertemperatuur(50.3)
•controllermodus(
)
•gewenstetapwatertemperatuur(50°C)
•comfortprogrammavoordehuidigedag(0-12-24)
•statusvandegecontroleerdeonderdelen(M1,P1)
•actueletapwatertemperatuur(50°C),(gewenste tapwatertemperatuur(50))
•retourtemperatuur(--°C)(grenstemperatuur(30))
Degewenstetemperatuurinstellen
Afhankelijkvanhetgekozencircuitendemodusishet mogelijkalledagelijkseinstellingendirectintevoerenvanafde overzichtdisplays(zieookdevolgendepaginametbetrekkingtot symbolen).
Overzichtdisplay1:Overzichtdisplay2:
Voorbeeldvanoverzichtsdisplay metindicatievandeinvloed:
42|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Degewenstetapwatertemperatuurinstellen
Degewenstetapwatertemperatuurkangemakkelijkworden aangepastindeoverzichtdisplaysvoorhettapwatercircuit.
Actie:
Doel:
Gewenstetapwatertemperatuur
Bevestig
Degewenstetapwatertemperatuur aanpassen
Bevestig
Naastdeinformatieoverdegewensteenactuele tapwatertemperatuur,isookhetprogrammavanvandaag zichtbaar.
Hetdisplayvoorbeeldgeeftaandatdecontrollerineen programmabewerkingenindecomfortmodusis.
Voorbeel-
den:
50
55
Overzichtvaninstelbereikeninstellingenvoortapwatermodi:
ModusInstelbereikFabrieksinst.
Comfort
Opslaan
Vorstbescherming*
10...150°C50°C
10...150°C10°C
5...40°C10°C
*gekoppeldaangewensteflow-temperatuur
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|43
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

3.3Eenalgemeenoverzicht:watbetekenendesymbolen?

SymboolBeschrijving
Buitentemp.
Relatievevochtigheid binnen
Ruimtetemp.
Warmtapwatertemp.
Positie-indicator
Geprogrammeerdemodus
Comfortmodus
Afwezigheidsmodus
Vorstbeschermingsmodus
Handmatigemodus
Stand-by
Koelmodus
Temperatuur
Modus
SymboolBeschrijving
Alarm
Bericht
Gebeurtenis
Bewakingaansluitingtemperatuurvoe­ler
Displaykiezer
Max.enmin.waarde
Trendinbuitentemperatuur
Windsnelheidsvoeler
Voelernietaangeslotenofnietingebruik
Kortsluitingvoeleraansluiting
Vastgelegdecomfortdag(vakantie)
Actieveinvloed
Verwarmingactief(+) Koelingactief(-)
ActieveUitgangoverride
Geoptimaliseerdestart-of stoptijd
Verwarming
Koelen
Warmtapwater
Algemene regelaarinstellingen
PompAAN
PompUIT
VentilatorAAN
VentilatorUIT
Aandrijvingopent
Aandrijvingsluit Aandrijving,analoog
stuursignaal Pomp-/ventilatorsnelheid
DemperAAN
Circuit
Gecontroleerd onderdeel
Aantalwarmtewisselaars
Extrasymbolen,ECA30/31
SymboolBeschrijving
ECA-afstandsbedieningsunit
Aansluitingsadres(master:15,slaves:1-9)
15
Dagvrij
Vakantie
Ontspannen(verlengdecomfortperiode)
Uitgaan(verlengdezuinigeperiode)
IndeECA30/31wordenalleendesymbolengetoonddierelevant zijnvoordeapplicatieindecontroller.
44|©Danfoss|2021.04
DemperUIT
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

3.4Temperaturenensysteemonderdelenbewaken

Dezeparagraafgeefteenalgemenebeschrijvingvandefunctie indeECLComfort210/296/310-serie.Degetoondedisplays zijnstandaardennietgerelateerdaanspecifiekeapplicaties.Zij kunnendaaromafwijkenvandedisplaysinuwapplicatie.
Tapwatercircuit
Hetoverzichtsdisplayinhettapwatercircuitbiedteensnel overzichtvandeactueleen(gewenste)temperaturenenvande actuelestatusvandesysteemonderdelen.
Displayvoorbeeld(warmtewisselaar):
50°C
(50)
--
(30)
Ingangoverzicht
Eenandereoptieomeensneloverzichttekrijgenvangemeten temperaturen,is'Ingangoverzicht'datzichtbaarisinde algemenecontrollerinstellingen(zie"Inleidingopdealgemene controllerinstellingen'voorhetopenenvandealgemene controllerinstellingen.)
Aangezienditoverzicht(ziedisplayvoorbeeld)alleendegemeten actueletemperaturenvermeldt,ishetalleen-lezen.
Flow-temperatuur
Gewensteflow-temperatuur
Retourtemperatuur:voelernietaangesloten
Retourtemperatuurgrens
Displayvoorbeeldmetwarmtewisselaar:
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|45
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

3.5Overzichtinvloed

Dezeparagraafgeefteenalgemenebeschrijvingvandefunctie indeECLComfort210/296/310-serie.Degetoondedisplays zijnstandaardennietgerelateerdaanspecifiekeapplicaties.Zij kunnendaaromafwijkenvandedisplaysinuwapplicatie.
Ditmenugeefteenoverzichtvandeinvloedenopdegewenste flowtemperatuur.Ditverschiltafhankelijkvandeapplicatie waarvandeparameterszijnweergegeven.Ineenservicesituatie kanhetnuttigzijnomo.a.onverwachteomstandighedenof temperaturentoetelichten.
Alsdegewensteflowtemperatuurwordtbeïnvloed(gecorrigeerd) dooreenofmeerparameters,wordtditaangegevendooreen kleinelijnmeteenpijlomlaag,pijlomhoogofeendubbelepijl:
Pijlomlaag: debetreffendeparameterverlaagtdegewensteflowtemperatuur.
Pijlomhoog: debetreffendeparameterverhoogtdegewensteflowtemperatuur.
Dubbelepijl: debetreffendeparametervormteenoverride(bijv.vakantie).
Rechtelijn: geenactieveinvloed.
Inhetvoorbeeld,wijstdepijlinhetsymboolomlaagvoor'Ruimte grens'.Ditbetekentdatdeactuelekamertemperatuurhogerisdan degewenstekamertemperatuurdieopnieuwresulteertineen verhogingvandegewensteflowtemperatuur.
Voorbeeldvanoverzichtsdisplaymetindicatievandeinvloed:
46|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

3.6Handbediening

Dezeparagraafgeefteenalgemenebeschrijvingvandefunctie indeECLComfort210/296/310-serie.Degetoondedisplays zijnstandaardennietgerelateerdaanspecifiekeapplicaties.Zij kunnendaaromafwijkenvandedisplaysinuwapplicatie.
Hetismogelijkdegeïnstalleerdeonderdelenhandmatigte bedienen.
Dehandbedieningkanalleenwordengeselecteerdinfavoriete displayswaarindesymbolenvoordebestuurdeonderdelen(klep, pompenz.)zichtbaarzijn.
Actie:
Doel:
Kiesdemoduskiezer
Voorbeel-
den:
Bevestig
Kiesdehandmatigemodus
Bevestig
Kiespomp
Bevestig
SchakeldepompIN
SchakeldepompUIT.
Bevestigpompmodus
Kiesdegemotoriseerderegelklep
Bevestig
Opendeklep
Stophetopenenvandeklep
Sluitdeklep
Stophetsluitenvandeklep
Bevestigklepmodus
GecontroleerdeonderdelenCircuitkiezer
Tijdenshandmatigbedrijf:
•Alleregelfunctieszijngedeactiveerd
•Uitgangoverrideisnietmogelijk
•Vorstbeschermingisnietactief
Wanneerhandbedieningisgeselecteerdvoorééncircuit,wordtdeze automatischgeselecteerdvoorallecircuits!
Omdehandmatigebedieningteverlaten,gebruiktude moduskiezeromdegewenstemodustekiezen.Drukopde draaiknop.
Dehandbedieningwordtstandaardgebruiktbijhetmachtigen vandeinstallatie.Degecontroleerdeonderdelen,klep,pompenz. kunnenwordengestuurdvooreenjuistewerking.
AQ055186460331nl-000501
Handbedieningvan0-10V oltgestuurdeaandrijving:
Hetaandrijvingssymboolheefteenwaarde(in%)diekanworden gewijzigd.De%-waardekomtovereenmeteenspanningswaardein hetbereik0-10Volt.
©Danfoss|2021.04|47
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

3.7Programma

3.7.1Uwprogrammainstellen
Dezeparagraafgeefteenalgemenebeschrijvingvanhet programmaindeECLComfort210/296/310-serie.Degetoonde displayszijnstandaardennietgerelateerdaanspecifieke applicaties.Zijkunnendaaromafwijkenvandedisplaysinuw applicatie.Sommigeapplicatieskunnenechtermeerdanéén programmabevatten.Aanvullendeprogramma'svindtuin 'Algemeneregelaarinstellingen' .
48|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Hetprogrammabestaatuiteen7-dagenweek:
=
M
Maandag
=
D
Dinsdag
=
W
Woensdag
=
D
Donderdag
=
V
Vrijdag
=
Z
Zaterdag
=
Z
Zondag
Hetprogrammazaluperdagdestart-enstoptijdenvanuw comfortperiodestonen(verwarming-/tapwatercircuit)
Uwprogrammawijzigen:
Actie:
Doel:
Voorbeel-
den:
Kies"MENU"ineenvande overzichtdisplays.
Bevestig
Bevestigdekeuze"Programma"
Kiesdetewijzigendag
Bevestig*
NaarStart1gaan
Bevestig
Pasdetijdaan
Bevestig
DoorgaannaarStop1,Start2,enz.,enz.
Terugkerennaar"MENU"
Bevestig
Kies'Ja'of'Nee'in'Opslaan'
Bevestig
*Erkunnenmeerderedagenwordengemarkeerd.
Degekozenstart-enstoptijdenzullengeldigzijnvoorallegekozen dagen(inditvoorbeelddonderdagenzaterdag).
Elkcircuitheeftzijneigenprogramma.Omeenandercircuittekiezen, gaatunaarhet'Startscherm',draaituaandedraaiknopenkiestu hetgewenstecircuit.
Ukuntmax.3comfortperiodesperdaginstellen.Ukunteen comfortperiodewissendoordestart-enstoptijdintestellenop dezelfdewaarde.
AQ055186460331nl-000501
Destart-enstoptijdenkunnenwordeningesteldinintervallenvan eenhalfuur(30min.).
©Danfoss|2021.04|49
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

4.0Overzichtinstellingen

Hetisaanbevolenallegewijzigdeinstellingenaanteduidenindelegekolommen.
Instelling
Actueel(actueleflowofvermogen)
Xpactueel
Dag
Starttijd
Tijdsduur
Tgewenst
Pgebruik(pompgebruik)
Mgebruik(klepgebruik)
Grens(retourtemp.begrenzing)
Infl.-max.(retourtemp.grens-max.invloed)
Infl.-min.(retourtemp.grens-min.invloed)
Adapt.tijd(adaptatietijd)
Ppost-run
Tapw.Ppost-run-
LaadPpost-run
Cont.Tcontrol
Circ.Pprioriteit
FlowTadapttijd
Circ.PvorstT
Prioriteit(prioriteitvoorretourtemp.grens)
Vorstpr.T(vorstbeveiligingstemp.)
Opentijd
Sluittijd
Tn(idle)
AanvoerT(idle)
Ingangtype
Maximum(grenswaarde)
Adapt.tijd(adaptatietijd)
Filterconstante
Puls
Units
Ext.ingang(externeoverride)
Ext.mode(externeoverride-modus)
Verschilhoog
Laagsteverschil
Vertraging,voorbeeld
Laagstetemp.
Max.laadT(maximaleverwarmings-/laadtemperatuur)
Autom.tuning
ID
1x02272
1x02372
1x03060
1x03560
1x03661
1x03762
1x04072
1x04173
1x04273
1x05473
1x055
1x06853
1x076
1x08562
1x093
1x09467
1x09567
1x09668
1x09768
1x10963
1x111
1x11264
1x11364
1x114
1x115
1x14174
1x142
1x147
1x14881
1x14982
1x15082
1x15253
1x17368
Blz.Fabrieksinstellingincircuit(s)
1
64
69
79
79
80
80
74
74
74
64
65
65
75
81
50|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Instelling
Motorpr(motorbescherming)
Temp.min.(aanvoertemp.min.grens.)
Temp.max.(aanvoertemp.max.grens.)
Tn(integratietijdconstante)
Mrun(looptijdvandegemotoriseerderegelklep)
Nz(neutralezone)
Min.act.tijd(min.activeringstijdaandrijfmotor)
Laadverschil
Stopverschil
Startverschil
ZendenTgewenst
Alarmwaarde
Alarmtime-out
Modbusadres
ID
1x174
1x17757
1x178
1x18570
1x18670
1x18770
1x189
1x19353
1x194
1x195
1x500
1x63682
1x63783
38100
Blz.Fabrieksinstellingincircuit(s)
1
69
57
71
54
55
77
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|51
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

5.0Settings

5.1Introductievandeinstellingen

Deomschrijvingenvandeinstellingen(parameterfuncties) zijnverdeeldingroepenzoalsgebruiktindemenustructuur vandeECLComfort210/296/310-controller.Voorbeelden: 'Flowtemperatuur' ,'Ruimtegrens'enz.Elkegroepstartmeteen algemeneuitleg.
Deomschrijvingenvanelkeparameterzijninnumeriekevolgorde, gerelateerdaanhetID-nummervandeparameter.Devolgorde indezebedieningshandleidingenindeECLComfort210/296/ 310-controllerkanverschillen.
Sommigeparameterbeschrijvingenhoudenverbandmet specifiekeapplicatiesubtypen.Ditbetekentdatudebetreffende parameterwellichtnietinhetdaadwerkelijkesubtypeinde ECL-controllerziet.
Deopmerking'Ziebijlage… 'verwijstnaardebijlageaanheteinde vandezebedieningshandleiding,waarhetinstelbereikvande parametersendefabrieksinstellingenwordenopgesomd.
Denavigatiehints(bijvoorbeeldMENU>Instellingen>Retourgrens …)beslaanmeerderesubtypen.
52|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

5.2TankBoilertemperatuur

ParametersgemarkeerdmeteenIDnr.zoals"1x607"zijnuniversele parameters.
xstaatvoorcircuit/parametergroep.
MENU>Settings>TankBoilertemperatuur
FlowTadapttijd
Steldeadaptatietijd(seconden)invoordegewenstetemperatuuropS3, gebaseerdopdegewenstelaadtemperatuuropS4. DeECLComfort-controllerverhoogtdegewenstetemperatuuropS3 geleidelijkomdegewenstetemperatuuropS4tebehouden.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
Degewensteflow-temperatuuropS3wordtniet aangepastaandegewenstelaadtemperatuuropS4.
1:
50:
Deadaptatieissnel. Deadaptatieistraag.
MENU>Settings>TankBoilertemperatuur
Max.laadT(maximaleverwarmings-/laadtemperatuur)
Steldemax.verwarmings-/laadtemperatuurvoorhetwarmtapwaterin.
Ziebijlage'Parameter-ID-overzicht'
Waarde:Steldetemperatuurin.
1x068
Degewensteflow-temperatuuropS3kanniethogerzijndande ingesteldetemperatuurin"Max.laadT" .
1x152
OPMERKING: Degewenstetapwatertemperatuurwordtverlaagdals'Max.laadT'
lagerisdan(gewenstetapwatertemp.+laadverschil).
Voorbeeld:
Gewenste warmtapwatertemp.= Laadverschil=
Max.laadT=
50°C
10K
55°C
Resultaat: Gewenstetapwatertemp.wordtverlaagdnaar45°C.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|53
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>TankBoilertemperatuur
Laadverschil
Stelhetaantalgradeninbovendegewenstetapwatertemperatuur,watde warmtapwatertemperatuur(laadtemperatuur)zalopleveren.
Ziebijlage'Parameter-ID-overzicht'
Waar­de:
Aantalgradendatmoetwordentoegevoegd aandegewenstetapwatertemperatuuromde tapwaterverwarmingstemperatuur(laadtemperatuur) teverkrijgen.
1x193
=
X
#1#
#2#
#3#
#4#
#5#
Degewenstetapwatertemperatuurisgekoppeldaande temperatuursensorvandeboiler.
Wanneerertweetemperatuursensorenindeboilergeïnstalleerdzijn, isdekoppelingmetdebovenstetemperatuursensorvandeboiler.
Tijd
=
Laadverschil(ID1x193)
=
Gewenstewarmtapwatertemperatuur
=
Startverschil(ID1x195)
=
Actuelewarmtapwatertemperatuur
=
Tapwaterverwarming/laadactiviteit
54|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>TankBoilertemperatuur
Stopverschil
Eéntapwaterboilertemperatuurvoeler: Stelhetaantalgradenbovendegewenstetapwatertemperatuurin,waarbij detapwaterverwarming(lading)zalstoppen.
Tweetapwaterboilertemperatuurvoelers: Stelhetaantalgradenbovenofonderdegewenstetapwatertemperatuur in,maargemetendoordeondersteboilertemperatuurvoeler,waarbijde tapwaterverwarming(lading)zalstoppen.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
–50...50:
Stelhetaantalgradenin.
Eéntapwaterboilertemperatuurvoeler(voorbeeldmetpositieve "stopverschil"-waarde):
1x194
Temp.
Stopverschil
Gewenstetapwatertemp.
Tijd
Tapwaterverwarming
Eéntapwaterboilertemperatuurvoeler(voorbeeldmet negatieve"stopverschil"-waarde):
Temp.
Stopverschil
Gewenstetapwatertemp.
Tijd
Tapwaterverwarming
Tweetapwaterboilertemperatuurvoelers,bovenenonder
Temp.
Bovenstetapwatertempera­tuurvoeler
Stopverschil
Gewenstetapwatertemp.
Onderstetapwatertempera­tuurvoeler
Tijd
Tapwaterverwarming
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|55
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>TankBoilertemperatuur
Startverschil
Stelhetaantalgradenonderdegewenstetapwatertemperatuurin,waarbij detapwaterverwarming(lading)zalstarten.
Ziebijlage'Parameter-ID-overzicht'
Waarde:Stelhetaantalgradenin.
1x195
=
X
#1#
#2#
#3#
#4#
#5#
Voorbeeld:
Gewenstetapwatertemp.:
Startverschil:
Resultaat: Detapwaterverwarmingstartwanneerdedoorde(bovenste)
temperatuursensorvandeboilergemetentemperatuurlagerisdan 52°C.
Tijd
=
Laadverschil(ID1x193)
=
Gewenstewarmtapwatertemperatuur
=
Startverschil(ID1x195)
=
Actuelewarmtapwatertemperatuur
=
Tapwaterverwarming/laadactiviteit
55°C
-3K
56|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

5.3Flowtemperatuur

DeECLComfort210/296/310regeltdetapwatertemperatuur volgensdegewensteflowtemperatuur,bijvoorbeeldonderinvloed vanderetourtemperatuur. Degewenstetapwatertemperatuurisingesteldinde overzichtsdisplay.
Actueletapwatertemp.
50,3:
50:
Actueletapwatertemperatuur
Gewenstetapwatertemperatuur
ParametersgemarkeerdmeteenIDnr.zoals"1x607"zijnuniversele parameters.
xstaatvoorcircuit/parametergroep.
MENU>Settings>Flowtemperatuur
Temp.min.(aanvoertemp.min.grens.)
1x177
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
Steldemin.aanvoertemperatuurvoorhetsysteemin.Degewenste aanvoertemperatuurzalnietlagerzijndandezeinstelling.Pas, indiennodig,defabrieksinstellingaan.
‘Temp.min.’wordtgenegeerdals'Totalestop'actiefisinde opslagmodusofals'Cut-out'actiefis.
'Temp.min.'kanwordengenegeerddoordeinvloedvande retourtemperatuurgrens(zie'Prioriteit').
Gewenste tapwatertemp.
MENU>Settings>Flowtemperatuur
Temp.max.(aanvoertemp.max.grens.)
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
Steldemax.aanvoertemperatuurvoorhetsysteemin.De gewensteaanvoertemperatuurzalniethogerzijndandeze instelling.Pas,indiennodig,defabrieksinstellingaan.
Deinstellingvoor‘Temp.max. ’heefteenhogereprioriteitdan‘Temp. min.’ .
1x178
Deinstellingvande‘stooklijn‘isalleenmogelijkvoor verwarmingscircuits.
Deinstellingvoor‘Temp.max. ’heefteenhogereprioriteitdan‘Temp. min.’ .
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|57
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

5.4Retourgrens

Deretourtemperatuurgrensisgebaseerdopdebuitentemperatuur. Standaardwordtinstadsverwarmingssystemeneen hogereretourtemperatuuraanvaardbijeendaling vandebuitentemperatuur.Derelatietussende retourtemperatuurgrenzenendebuitentemperatuur wordtingesteldintweecoördinaten. Decoördinatenvandebuitentemperatuurwordeningesteld in'HoogTuitX1'en'LaagTuitX2' .Decoördinatenvande retourtemperatuurwordeningesteldin'GrenshoogY2'en'Grens laagY1'. Decontrollerwijzigtautomatischdegewensteaanvoertemperatuur omeenaanvaardbareretourtemperatuurteverkrijgen,wanneer deretourtemperatuurdaalttotonderofstijgttotbovende berekendegrens. DezegrensisgebaseerdopeenPI-regeling,waarbijP('Infl.' factor)snelreageertopafwijkingenenI('Adapt.tijd')langzamer reageertennaverloopvantijddekleineverschuivingentussende gewensteenactuelewaardenverwijdert.Ditwordtgedaandoor hetwijzigenvandegewensteaanvoertemperatuur.
X Y #X1# #X2# #Y1# #Y2#
= = = = = =
Buitentemperatuur Grenstemperatuur HoogTuit(1x031) LaagTuit(1x033)
Grenslaag(1x032) Grenshoog(1x034)
Deberekendegrenswordttussenhaakjesweergegeven()inhet bewakingsdisplay.
Raadpleegdeparagraaf'Temperaturenensysteemonderdelen bewaken'.
58|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Warmtapwatercircuit
Deretourtemperatuurgrensisgebaseerdopeenconstante temperatuurwaarde. Decontrollerwijzigtautomatischdegewensteflowtemperatuur omeenaanvaardbareretourtemperatuurteverkrijgenwanneerde retourtemperatuurdaalttotonderofstijgttotbovendeingestelde grens. DezegrensisgebaseerdopeenPI-regeling,waarbijP('Infl.' factor)snelreageertopafwijkingenenI('Adapt.tijd')langzamer reageertennaverloopvantijddekleineverschuivingentussende gewensteenactuelewaardenverwijdert.Ditwordtgedaandoor hetwijzigenvandegewensteaanvoertemperatuur.
=
X #1#
#2#
#3#
#4#
#5#
Retourtemperatuur
=
Grenstemperatuur
Negatieveinvloed(1x035)wanneerderetourtemp.hogerwordt
=
dandegrenstemp. Negatieveinvloed(1x036)wanneerderetourtemp.lagerwordt
=
dandegrenstemp. Positieveinvloed(1x036)wanneerderetourtemp.lagerwordt
=
dandegrenstemp. Positieveinvloed(1x035)wanneerderetourtemp.hogerwordt
=
dandegrenstemp.
Voorbeeld,maximumretourtemperatuurgrens: retourtemperatuurwordthogerdangrenswaarde
Alsdefactor‘Infl. ’tehoogen/of‘Adapt.tijd’telaagis,bestaathet risicoopinstabieleregeling.
=
T
Temperatuur
=
Y
Temperatuur
=
X
Tijd
=
#1#
Retourtemperatuur
=
#2#
Retourtemperatuurgrens
=
#3#
Gewensteaanvoer-temperatuur
=
#4#
Actiepunt
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|59
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Voorbeeld,minimumretourtemperatuurgrens: retourtemperatuurwordtlagerdangrenswaarde
=
T
Y
X
#1#
#2#
#3#
#4#
Temperatuur
=
Temperatuur
=
Tijd
=
Retourtemperatuur
=
Retourtemperatuurgrens
=
Gewensteaanvoer-temperatuur
=
Actiepunt
ParametersgemarkeerdmeteenIDnr.zoals"1x607"zijnuniversele parameters.
xstaatvoorcircuit/parametergroep.
MENU>Settings>Retourgrens
Grens(retourtemp.begrenzing)
Stelderetourtemperatuurdieuaccepteertvoorhetsysteem.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
Wanneerderetourtemperatuurlagerofhogerwordtdan deingesteldewaarde,wijzigtdecontrollerautomatischde gewensteaanvoer-/kanaaltemperatuuromeenaanvaardbare retourtemperatuurteverkrijgen.Deinvloedwordtingesteldin 'Infl.-max.'en'Infl.-min. ' .
1x030
60|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Retourgrens
Infl.-max.(retourtemp.grens-max.invloed)
Bepaaltdematewaarindegewensteaanvoertemperatuurwordtbeïnvloed alsderetourtemperatuurhogerisdandeberekendegrens.
Ziebijlage'Parameter-ID-overzicht'
Invloedhogerdan0:
Degewensteaanvoertemperatuurwordtverhoogdwanneerde retourtemperatuurhogerwordtdandeberekendegrens.
Invloedlagerdan0:
Degewensteaanvoertemperatuurwordtverlaagdwanneerde retourtemperatuurhogerwordtdandeberekendegrens.
1x035
=
X #1#
#2#
#3#
#4#
#5#
Retourtemperatuur
=
Grenstemperatuur
Negatieveinvloed(1x035)wanneerderetourtemp.hogerwordt
=
dandegrenstemp. Negatieveinvloed(1x036)wanneerderetourtemp.lagerwordt
=
dandegrenstemp. Positieveinvloed(1x036)wanneerderetourtemp.lagerwordt
=
dandegrenstemp. Positieveinvloed(1x035)wanneerderetourtemp.hogerwordt
=
dandegrenstemp.
Alsdefactor‘Infl. ’tehoogen/of‘Adapt.tijd’telaagis,bestaathet risicoopinstabieleregeling.
Voorbeeld
Deretourgrensisactiefboven50°C. Deinvloedisingesteldop-2.0. Deactueleretourtemperatuuris2gradentehoog. Resultaat: Degewensteflowtemperatuurwordtgewijzigdmet-2,0x2=-4,0
graden.
Normaalisdezeinstellinglagerdan0instadsverwarmingssystemen omeenhogeretourtemperatuurtevoorkomen.
Dezeinstellingisstandaard0inboilersystemenomdateenhogere retourtemperatuuracceptabelis(zieook'Infl.-min. ‘).
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|61
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Retourgrens
Infl.-min.(retourtemp.grens-min.invloed)
Bepaaltdematewaarindegewensteaanvoertemperatuurwordtbeïnvloed alsderetourtemperatuurlagerisdandeberekendegrens.
Ziebijlage“Parameter-ID-overzicht”
Invloedhogerdan0:
Degewensteaanvoertemperatuurwordtverhoogdwanneerde retourtemperatuurlagerwordtdandeberekendegrens.
Invloedlagerdan0:
Degewensteaanvoertemperatuurwordtverlaagdwanneerde retourtemperatuurlagerwordtdandeberekendegrens.
MENU>Settings>Retourgrens
Adapt.tijd(adaptatietijd)
Bepaalthoesnelderetourtemperatuurwordtaangepastaandegewenste retourtemperatuurgrens(I-regeling).
Ziebijlage“Parameter-ID-overzicht”
UIT:
Deregelfunctiewordtnietbeïnvloeddoorde'Adapt. tijd'.
Lage
Degewenstetemperatuurwordtsnelaangepast.
waar­de:
Hoge
Degewenstetemperatuurwordtlangzaamaangepast.
waar­de:
Voorbeeld
1x036
1x037
Deretourgrensisactiefonder50°C. Deinvloedisingesteldop-3,0. Deactueleretourtemperatuuris2gradentelaag. Resultaat: Degewensteaanvoertemperatuurwordtgewijzigdmet-3,0x2=
-6,0graden.
Normaalisdezeinstelling0instadsverwarmingssystemen,omdateen lagereretourtemperatuuraanvaardbaaris.
Dezeinstellingishogerdan0inketelsystemenomeentelage retourtemperatuurtevoorkomen(zieook'Infl.-max. ‘).
Deaanpassingsfunctiekandegewensteflowtemperatuurcorrigeren metmax.8K.
MENU>Settings>Retourgrens
Prioriteit(prioriteitvoorretourtemp.grens)
Selecteerofdegrensvanderetourtemperatuurdeingesteldemin. aanvoer-temperatuur‘Temp.min. ’moetnegeren.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
Demin.grensvoordeaanvoer-temperatuurwordtniet genegeerd.
AAN:
Demin.grensvoordeaanvoer-temperatuurwordt genegeerd.
1x085
Wanneerueentapwater-toepassingheeft: Zieook‘Parallelwerkend’(ID11043).
Wanneerueentapwater-toepassingheeft: Wanneerparallelwerkendactiefis:
•Degewensteaanvoertemperatuurvoorhetverwarmingscircuit
zalwordenbeperkt,wanneer"Prioriteitvoorretourtemperatuur" (ID1x085)wordtingesteldopUIT.
•Degewensteaanvoertemperatuurvoorhetverwarmingscircuitzal
nietwordenbeperkt,wanneer"Prioriteitvoorretourtemperatuur" (ID1x085)wordtingesteldopAAN.
62|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

5.5Flow/verm.grens

Afhankelijkvanhetcontrollertypeisdeflow-/verm.grens gebaseerdopverschillendeingangstypes:
ECL-keyapplicatie
A2xx
A3xx
Eenflow-ofenergiemeterkanwordenaangeslotenopde ECL-controlleromdeflowofhetverbruiktevermogentebeperken. Hetsignaalvandeflow-ofenergiemeterkangebaseerdzijnop eenpulsofeenM-bus-signaal.
Wanneerdeflow/hetvermogenhogerwordtdandeingestelde grens,vermindertdecontrollergeleidelijkdegewenste tapwatertemperatuuromeenaanvaardbaremax.flowof vermogensverbruikteverkrijgen.
Warmtapwatercircuit
Eenflow-ofenergiemeterkanwordenaangesloten(M-bussignaal) opdeECL-controlleromhetdebietofhetverbruiktevermogente beperken. Wanneerhetdebiet/vermogenhogerwordtdandeingestelde grens,verlaagtdecontrollergeleidelijkdegewenste aanvoertemperatuuromeenaanvaardbaarmax.debietofeen aanvaardbaarvermogensverbruikteverkrijgen.
ECLComfort210
ECLComfort310
controller
PulssignaalPulssignaal
NietmogelijkM-bussignaal
controller
Flow-/verm. begr.
Gewenste flow-temp.
Grens
Tijd
ParametersgemarkeerdmeteenIDnr.zoals"1x607"zijnuniversele parameters.
xstaatvoorcircuit/parametergroep.
AQ055186460331nl-000501
=
X
Y
#1#
#2#
#3#
Tijd
=
Debietofvermogen
=
Debietofvermogensgrens
=
Actueeldebietofenergie
=
Gewensteaanvoertemperatuur
©Danfoss|2021.04|63
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Flow/verm.grens
Ingangtype
Keuzevaningangtypevanflow/warmtemeter
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
IM1-
Geeningang
Flow/warmtemetersignaalgebaseerdoppulsen.
IM5: EM1-
Flow/warmtemetersignaalvanM-bus
EM5:
MENU>Settings>Flow/verm.grens
Actueel(actueleflowofvermogen)
Dewaardeisdeactueleflowofhetvermogen,gebaseerdophetsignaal vandeflow/energiemeter.
MENU>Settings>Flow/verm.grens
Maximum(grenswaarde)
Dezewaardeisinsommigeapllicatieseenberekendegrenswaarde, gebaseerdopdedaadwerkelijkebuitentemperatuur. Inandereapplicatiesisdewaardeeenselecteerbaregrenswaarde.
1x109
HetinstelbereikvoorIMenEMhangtafvanhetgekozensubtype.
1x111
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
MENU>Settings>Flow/verm.grens
Adapt.tijd(adaptatietijd)
Bepaalthoesneldeflow-/vermogensgrensaanpastaandegewenstegrens.
1x112
Ziebijlage“Parameter-ID-overzicht”
UIT:
Deregelfunctiewordtnietbeïnvloeddoorde'Adapt. tijd'.
Lage
Degewenstetemperatuurwordtsnelaangepast.
waar­de:
Hoge
Degewenstetemperatuurwordtlangzaamaangepast.
waar­de:
Als‘ Adapt.tijd’telaagis,bestaateenrisicoopeeninstabieleregeling.
64|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Flow/verm.grens
Filterconstante
Dewaardevandefilterconstantebepaaltdedempingvandemeetwaarde. Hoehogerdewaarde,destemeerdemping. Hiermeekaneentesnellewijzigingvandemeetwaardewordenvoorkomen.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
Kleine
Minderdemping.
waar­de:
Grote
Meerdemping.
waar­de:
MENU>Settings>Flow/verm.grens
Puls
Steldewaardevandepulsenvandeflow-/energiemeterin.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
1...9999:
Geeningang.
Pulswaarde.
1x113
Voorbeeld:
1x114
Eénpulskaneenaantalliter(vaneenflow-meter)ofeenaantal kWh(vaneenenergiemeter)voorstellen.
MENU>Settings>Flow/verm.grens
Units
Keuzevaneenhedenvoorgemetenwaarden.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
Eenhedenlinks:pulswaarde. Eenhedenrechts:actuele-engrenswaarden.
Dewaardevandeflow-meterwordtuitgedruktalsmlofl. DewaardevandeenergiemeterwordtuitgedruktalsWh,kWh, MWhofGWh.
Dewaardenvoordeactueleflowendeflow-grensworden uitgedruktinl/hofm³/h.
Dewaardenvoorhetactuelevermogenendevermogensgrens wordenuitgedruktalskW,MWofGW.
1x115
Lijstvoorinstelbereikvan'Units': ml,l/u l,l/u ml,m³/u l,m³/u Wh,kW kWh,kW kWh,MW MWh,MW MWh,GW GWh,GW
Voorbeeld1:
'Units'(11115):
'Puls'(11114):
l,m³/u 10
Elkepulsstaatvoor10literendeflowwordtuitgedruktin kubiekemeter(m³)peruur.
Voorbeeld2:
'Units'(11115):
'Puls'(11114):
kWh,kW(=kilowattuur,kilowatt) 1
Elkepulsstaatvoor1kWhenhetvermogenisuitgedruktin kiloWatt.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|65
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

5.6Besturingsparameters

Regelingvanventielen
Degemotoriseerderegelventielenwordengeregeldmetbehulp vaneen3-puntsregelsignaal.
Klepbesturing: Degemotoriseerderegelklepwordtgeleidelijkgeopendwanneer deflowtemperatuurlagerisdandegewensteflowtemperatuur enomgekeerd. Dewaterdoorstromingdoorhetregelventielwordtgeregeld m.b.v.eenelektrischeaandrijving.Decombinatie“aandrijving“en “regelventiel“wordtookgemotoriseerdeaandrijvinggenoemd. Deaandrijvingkanopdezemanierdeflowgeleidelijkverhogen ofverlagen,omdetoegevoerdeenergietewijzigen.Erzijn verschillendetypenaandrijvingenbeschikbaar.
3-puntsgeregeldeaandrijving: Deelektrischeaandrijvingbevateenomkeerbarereductiemotor. Elektrische“open“en“sluiten“signalenzijnafkomstigvande elektronischeuitgangenvandeECLComfortcontrollervoorhet beherenvanhetregelventiel.DesignalenindeECLComfort controllerzijnuitgedruktals"pijlomhoog"(open)en"pijlomlaag" (sluiten)enwordenweergegevenbijhetafsluitersymbool. Wanneerdeflowtemperatuur(bijv.bijS3)lagerisdandegewenste aanvoertemperatuur,dankomenerkorteopen-commando'svan deECLComfortomdeflowgeleidelijkteverhogen.Hierdoorwordt aanvoertemperatuuropdegewenstetemperatuurgebracht. Andersomgeldt,wanneerdeaanvoertemperatuurhogeris dandegewensteaanvoertemperatuur,dankomenerkorte sluit-commando'svandeECLComfortomdeflowgeleidelijkte reduceren.Ookhierweerwordtdeaanvoertemperatuurzoopde gewenstetemperatuurgebracht. Ertredengeenopen-ofsluitencommando'sopzolangdeflow temperatuurcorrespondeertmetdegewenstetemperatuur.
66|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Thermo-hydraulischeaandrijving,ABV
DeDanfossthermischeaandrijvingtypeABViseenlangzaam werkendeventielaandrijving.BinnenindeABVverwarmteen elektrischespoeleenthermostatischelementwanneereen elektrischsignaalwordtaangebracht.Bijverwarmenzethet thermostatischeelementuitomhetregelventielaantesturen.
Erzijntweebasistypenleverbaar:ABVNC(NormalClosed)enABV NO(normalopen).ABVNCbijvoorbeeld,houdteen2-poorts regelventielgeslotenwanneerergeenopensignalentoegepast.
Elektrische“open“signalenzijnafkomstigvandeelektronische uitgangvandeECLComfortcontrollervoorhetbeherenvanhet regelventiel.Wanneeropen-signalenwordentoegepastophet ABVNC,danopenthetventielgeleidelijk.
Open-signalenindeECLComfortcontrollerzijnuitgedruktals"pijl omhoog"(open)enwordenweergegevenbijhetafsluitersymbool.
Wanneerdeflowtemperatuur(bijv.bijS3)lagerisdandegewenste flowtemperatuur,dankomenerkorteopen-commando'svande ECLComfortomdeflowteverhogen.Hierdoorwordtaanvoer temperatuurnaarverloopvantijdafgestemdopdegewenste temperatuur.
Andersomgeldt,wanneerdeaanvoertemperatuurhogeris dandegewensteflowtemperatuur,dankomenerrelatiefkorte open-commando'svandeECLComfortomdeflowgeleidelijk tereduceren.Ookhierweerwordtdeflowtemperatuurzonaar verloopvantijdopdegewenstetemperatuurgebracht.
DeregelingvandeDanfossthermische-aandrijvingtypeABV maaktgebruikvaneenuniekalgoritmeenisgebaseerdophet PBMprincipe(pulsbreedtemodulatie),waarbijdeduurvandepuls hetbeheervanhetregelventielbepaalt.Depulsenwordenelke 10sherhaald.
Zolangdeflowtemperatuurcorrespondeertmetdegewenste temperatuur,zaldetijdsduurvandeopen-signalenconstant blijven.
ParametersgemarkeerdmeteenIDnr.zoals"1x607"zijnuniversele parameters.
xstaatvoorcircuit/parametergroep.
MENU>Settings>Besturingsparameters
Opentijd
De'Opentijd'isdegeforceerdetijd(inseconden)dienodigisomde gemotoriseerderegelklepteopenen,wanneer(warmwater)tappenis gedetecteerd(deflowschakelaarisgeactiveerd).Defunctiecompenseert devertragingvoordatdeaanvoertemperatuurvoelereenveranderingin detemperatuurmeet.
1x094
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|67
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Besturingsparameters
Sluittijd
De'Sluittijd'isdegeforceerdetijd(inseconden)dienodigisomde gemotoriseerderegelkleptesluitenwanneer(warmwater)tappenwordt gestopt(deflowschakelaarisgedeactiveerd).Defunctiecompenseertde vertragingvoordatdeaanvoertemperatuurvoelereenveranderinginde temperatuurmeet.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
MENU>Settings>Besturingsparameters
Tn(idle)
Wanneerhettappennietwordtgedetecteerd(deflowschakelaaris gedeactiveerd),wordtdetemperatuuropeenlaagniveaugehouden (opslagtemperatuur).Deintegratietijdin‘Tn(idle)’kanwordeningesteld omeenlangzamemaarstabielecontroleteverkrijgen.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
MENU>Settings>Besturingsparameters
AanvoerT(idle)
De" AanvoerT(idle)"isdeaanvoertemperatuurwanneerergeentapwater wordtgetapt(tappen).Wanneerhettappennietisgedetecteerd(de flowschakelaarisgedeactiveerd),wordtdetemperatuuropeenlager niveaugehouden(opslagtemperatuur).Kieswelketemperatuurvoelerde opslagtemperatuurmoethandhaven.
1x095
1x096
1x097
AlsdeS2-temperatuursensornietisaangesloten,wordtdeidle aanvoertemperatuurgehandhaafdbijdetapwateraanvoer temperatuursensor.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
Deopslagtemperatuurwordtgehandhaafdopde aanvoertemperatuursensorvanhettapwater.
AAN:
Deopslagtemperatuurwordtgehandhaafdopde aanvoertemperatuursensor.
68|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Besturingsparameters
Autom.tuning
Bepaaltautomatischdebesturingsparametersvoordetapwaterbesturing. 'Xp''Tn'en'Mrun'moetennietwordeningesteldwanneeruAutom.tuning gebruikt.'Nz'moetwordeningesteld.
1x173
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
AAN:
Autom.tuningisnietgeactiveerd. Autom.tuningisgeactiveerd.
DefunctieAutom.tuningbepaaltautomatischde besturingsparametersvoordetapwaterbesturing.Daaromhoeft u'Xp' ,'Tn'en'Mrun'nietintestellenomdatzeautomatischzijn ingesteldwanneerdefunctieAutom.tuningisingesteldopAAN.
Autom.tuningwordtstandaardgebruiktinverbandmetde installatievandecontroller,maarkanwordengeactiveerdwanneer nodig,bijv.vooreenextracontrolevandebesturingsparameters.
Voordatuautom.tuningstart,moetdetapflowwordenaangepast aanderelevantewaarde(zietabel).
Indienmogelijkmoetelktapwaterverbruikwordenvermeden tijdenshetprocesvandeautomatischetuning.Alsdetapbelasting teveelvarieert,zalautom.tuningenderegelaarterugkerennaar destandaardinstellingen.
Aantalap­partemen­ten
Warmteo­verdracht (kW)
1-230-493 3-950-796 10-4980-14912
50-129150-24918
130-210250-35024
Omtevoldoenaandezomer-/wintervariaties,moetdeECL-klok wordeningesteldopdejuistedatumvooreengeslaagde automatischetuning.
Demotorbeschermingsfunctie('Motorpr.')moetworden gedeactiveerdtijdensdeautomatischetuning.Tijdensde automatischetuning,moetdecirculatiepompvoorhettapwater wordenuitgeschakeld.Ditgebeurtautomatischalsdepompwordt bestuurddoordeECL-controller.
Automatischetuningisalleentoepasselijkvoorkleppendiezijn goedgekeurdvoorautomatischtunen,d.w.z.deDanfoss-typesVB2 enVM2metgesplitstekenmerkenenlogaritmischekleppen,zoals VFenVFS.
Constantetapwaterbelasting(l /min)
(of1kraan25%open) (of1kraan50%open) (of1kraan100%open)
(of1kraan100%+1kraan 50%open)
(of2kranen100%open)
Autom.tuningwordtgeactiveerddoordefunctieintestellenop AAN.Wanneerautomatischetuningisbeëindigd,wordtdefunctie automatischgeconverteerdnaarUIT(standaardinstelling).Dit wordtaangegevenophetdisplay.
Hetprocesvoorautomatischetuningneemttot25minutenin beslag.
MENU>Settings>Besturingsparameters
Motorpr(motorbescherming)
Verhindertdeonstabieletemperatuurregeling(enresulterendeaandrijvings oscillaties)vandecontroller.Ditkanzichvoordoenbijeenzeerlage belasting.Demotorbeschermingverhoogtdelevensduurvanallebetrokken onderdelen.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
Waarde:
Motorbeschermingisnietgeactiveerd. Demotorbeschermingwordtgeactiveerdnade
ingesteldeactiveringsvertraginginminuten.
1x174
Aanbevolenvoorkanaalsystemenmetvariabelebelasting.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|69
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Besturingsparameters
Xpactueel
Circuit
1
‘Xpactueel’isdeaflezingvandeactueleXp(proportioneleband)opbasis vandevermogenstemperatuur.Xpwordtvastgestelddoorinstellingenmet betrekkingtotdevermogenstemperatuur.Standaardgeldt,hoehoger devermogenstemperatuur,hoehogerdeXpmoetzijnomeenstabiele temperatuurcontroletebereiken.
InstelbereikFabrieksinst.
Alleenaflezing
Xp-instelbereik: Instellingenvaste
5...250K
65°Cen90°C
vermogenstemperatuur: Fabrieksinstellingen:
(65,40)en(90,120)
Ditbetekentdatde‘Xp’40Kisbij65°Cvermogenstemperatuur en‘Xp’120Kisbij90°C.
SteldegewensteXp-waardeninopdetweevaste vermogenstemperaturen.
Alsdevermogenstemperatuurnietwordtgemeten(de vermogenstemperatuurvoelerisnietaangesloten),wordtde Xp-waardeaandeinstellingen65°Cgebruikt.
MENU>Settings>Besturingsparameters
Tn(integratietijdconstante)
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
Steleenhogeintegratietijdconstante(inseconden)inomeen langzame,maarstabielereactieopafwijkingenteverkrijgen.
Eenlageintegratietijdconstantelaatdecontrollersnelreageren metminderstabiliteit.
1x185
MENU>Settings>Besturingsparameters
Mrun(looptijdvandegemotoriseerderegelklep)
‘Mrun’isdetijdinsecondendiehetaangestuurdeonderdeelnodigheeftom vanvollediggeslotennaarvolledigopenpositietegaan.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
Stel'Mrun'involgensdevoorbeeldenofmeetdelooptijdmet behulpvaneenstopwatch.
70|©Danfoss|2021.04
1x186
Delooptijdvaneengemotoriseerdeaandrijvingberekenen
Delooptijdvandegemotoriseerdeaandrijvingwordtberekendmet devolgendemethoden:
Kleppenmetzitting
Looptijd=
Voorbeeld:
Roterendekleppen
Looptijd=Rotatiegradenxaandrijvingssnelheid(s/gr.)
Voorbeeld:
Slagvandeafsluiter(mm)xsnelheidvanaandrijving (s/mm)
5.0mmx15s/mm=75s.
90g.x2s/gr.=180s
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Besturingsparameters
Nz(neutralezone)
Wanneerdeactueleflowtemperatuurbinnendeneutralezoneligt,activeert decontrollerdegemotoriseerderegelklepniet.
Ziebijlage“Parameter-ID-overzicht”
Steldeaanvaardbareafwijkingvoordeaanvoertemperatuurin.
Steldeneutralezoneinopeenhogewaardealsueenhogevariatie indeflowtemperatuurkuntaanvaarden.
MENU>Settings>Besturingsparameters
Min.act.tijd(min.activeringstijdaandrijfmotor)
Demin.pulsperiodevan20ms(milliseconden)vooractiveringvande aandrijfmotor.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
1x187
Deneutralezoneissymmetrischronddegewenste flowtemperatuurwaarde,d.w.z.dehelftvandewaardeligtboven dezetemperatuurendeanderehelftligteronder.
InstelvoorbeeldWaardex20ms
1x189
240ms 10200ms 501000ms
Houddeinstellingzohoogalsaanvaardbaaromdelevensduurvan deaandrijving(aandrijfmotor)teverhogen.
AlsudePI-regelingnauwkeurigwiltafstemmen,kuntudevolgendemethodegebruiken:
Stel‘Tn’(integratietijdconstante)inopzijnmax.waarde(999sec.).
Verlaagdewaardevoorde‘Xp’(proportioneleband)tothetsysteembeginttezoeken(m.a.w.instabielwordt)meteenconstante amplitude(hetkannodigzijnhetsysteemteforcerendooreenextreemlagewaardeintestellen).
Zoekdekritiekeperiodeopdetemperatuurrecorderofgebruikeenstopwatch.
Temp.
Kritiekeperiode
Tijd
Dezekritiekeperiodezalkenmerkendzijnvoorhetsysteemenukuntdeinstellingenvandezekritiekeperiodeevalueren.
‘Tn’=
0.85xkritiekeperiode
‘Xp’=
2.2xproportionelebandwaardeindekritiekeperiode
Alsderegelingtelangzaamlijkt,kuntudeproportionelebandwaardeverminderenmet10%Zorgdatereenverbruikiswanneeru deparametersinstelt.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|71
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

5.7Applicatie

Indeparagraaf'Applicatie'wordenspecifiekeapplicatiegerela­teerdezakenbeschreven. Sommigeparameterbeschrijvingenzijnhetzelfdevoor verschillendeapplicatiesleutels.
ParametersgemarkeerdmeteenIDnr.zoals"1x607"zijnuniversele parameters.
xstaatvoorcircuit/parametergroep.
MENU>Settings>Applicatie
Pgebruik(pompgebruik)
Laatdepompdraaienomblokkeringtevoorkomeninperiodenzonder warmtevraag.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
AAN:
Hetpompgebruikisnietactief. Depompwordtelkederdedag'smiddags(12:14uur)
gedurende1minuutINGESCHAKELD.
MENU>Settings>Applicatie
Mgebruik(klepgebruik)
Gebruiktdeklepomblokkeringtevoorkomeninperiodezonder warmtevraag.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
AAN:
Hetklepgebruikisnietactief. Deklepopentelkederdedag'smiddags(12:00uur)
gedurende7minutenensluitgedurende7minuten.
1x022
1x023
72|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Applicatie
Ppost-run
Verwarmingstoepassingen:
Decirculatiepompinhetverwarmingscircuitkaneenaantalminuten(m) INGESCHAKELDzijnnahetstoppenvandeverwarmingvanhettapwater. Verwarmingstoptreedtopwanneerdegewensteaanvoertemperatuur lagerwordtdandeinstellingin‚PverwarmingT‘(IDnr.1x078).
Koelapplicaties:
Decirculatiepompinhetkoelcircuitkaneenaantalminuten(m) INGESCHAKELDzijnnahetstoppenvankoeling.Koelingstoptreedtop wanneerdegewensteflowtemperatuurhogerwordtdandeinstellingin ‚PkoelenT‘(IDnr.1x070).
DezePpost-runfunctiekanderesterendeenergiegebruiken,bijv.ineen warmtewisselaar.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
0:
Decirculatiepompstoptonmiddellijknahetstoppen vandeverwarmingofkoeling.
Waar­de:
DecirculatiepompisAANgedurendedeingesteldetijd nadatdeverwarmingisgestopt.
MENU>Settings>Applicatie
Tapw .Ppost-run-
Steldepostrun-tijdvandepomp(P1)vandetapwaterverwarmingin (minuten).DepompvandetapwaterverwarmingkanINGESCHAKELD blijvennadetapwaterverwarmingsprocedureomderesterendewarmtein dewarmtewisselaar/boilertegebruiken.
1x040
1x041
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
0...30:
Stelhetaantalminutenvoordepostrunin.
MENU>Settings>Applicatie
LaadPpost-run
Steldepostrun-tijdvandetapwaterlaadpomp(P2)in(minuten). DetapwaterlaadpompkanINGESCHAKELDblijvennade tapwaterverwarmingsprocedureomderesterendewarmteinde warmtewisselaartegebruiken.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
0...30:
Stelhetaantalminutenvoordepostrunin.
1x042
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|73
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Applicatie
Cont.Tcontrol
Afhankelijkvandeaansluitingvandetapwatercirculatieleidingkande gewenstetapwaterverwarmings-/laadtemperatuurverlaagdworden wanneerdetapwaterverwarmingsprocedureisafgelopen.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
DegewenstetemperatuuropS3ofS4wordtverlaagd tot10°C.Hettapwaterwordttypischdoorde tapwaterboilergecirculeerd.
AAN:
DegewenstetemperatuuropS3ofS4wordtverlaagd totdegewenstetapwatertemperatuur.Hettapwater wordttypischdoordewarmtewisselaargecirculeerd omtecompenserenvoorhetwarmteverliesinde tapwatercirculatieleiding.
MENU>Settings>Applicatie
Circ.Pprioriteit
KiesofdetapwatercirculatiepompINGESCHAKELDmoetzijntijdensde tapwaterverwarming.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
DetapwatercirculatiepompisUITGESCHAKELDtijdens detapwaterverwarming.
AAN:
DetapwatercirculatiepompisNIETUITGESCHAKELD tijdensdetapwaterverwarming.
1x054
1x055
Wanneerde"Circ.Pprioriteit"isingesteldopUIT,wordthet programmavoordetapwatercirculatiepompgenegeerd.
MENU>Settings>Applicatie
Circ.PvorstT
Steldebuitentemperatuurin,waarbijdecirculatiepompvanhettapwater actiefmoetzijnomhettapwatercircuittebeschermentegenvorst.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
–10...20:
Decirculatiepompvanhettapwaterisnietactief. Decirculatiepompvanhettapwaterisactiefwanneerde
buitentemperatuurlagerisdandeingesteldewaarde.
MENU>Settings>Applicatie
Vorstpr.T(vorstbeveiligingstemp.)
Steldegewensteaanvoer-temperatuurvoortemperatuurvoelerS3inomhet systeemtebeschermentegenvorst(bijstopverwarming,totalestopenz.). WanneerdetemperatuuropS3onderdeingesteldewaardedaalt,wordt degemotoriseerdestuurklepgeleidelijkgeopend.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
1x076
1x093
Ukuntdevorstbeschermingstemperatuurookinstellenin uwfavorietedisplaywanneerdemodusselectorzichinde vorstbeschermingsmodusbevindt.
74|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Overridemodusfuncties:
Devolgendeinstellingengeveneenalgemenebeschrijvingvande functievandeECLComfort210/296/310-serie.Deuitgelegde modizijnstandaardennietgerelateerdaaneenspecifieke applicatie.Zijkunnendaaromafwijkenvandeoverridemodiin uwapplicatie.
MENU>Settings>Applicatie
Ext.ingang(externeoverride)
Kiesdeingangvoor'Ext.ingang'(externeoverride).Metbehulpvaneen schakelaarkanderegelaarwordenoverrulednaardemodus‘Comfort’, 'Zuinig','Vorstbescherming'of'Constantetemperatuur' .
Ziebijlage'Parameter-ID-overzicht'
UIT:
Erzijngeeningangengeselecteerdvooreenexterne override.
S1...S16:
Inganggeselecteerdvoorexterneoverride.
WanneerS1...S6wordtgekozenalsoverride-ingang,moetde overrideschakelaarverguldecontactenhebben. WanneerS7...S16wordtgekozenalsoverride-ingang,danmagde overrideschakelaareenstandaardcontactzijn.
Ziedetekeningenvooraansluitvoorbeeldenvan overrideschakelaarenoverriderelaisopingangS8.
Voorbeeld:Aansluitingvaneenoverrideschakelaar
1x141
Voorbeeld:Aansluitingvaneenoverriderelais
S7...S16wordenaanbevolenvoordeoverrideschakelaar.
AlsECA32isgemonteerd,kanookS11...S16wordengebruikt.
AlsECA35isgemonteerd,kanookS11ofS12wordengebruikt.
Kiesalleeneenongebruikteingangvooroverride.Alseenalgebruikte ingangistoegepastvooroverride,wordtdefunctionaliteitvandeze ingangookgenegeerd.
Zieook'Ext.mode'.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|75
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Applicatie
Ext.mode(externeoverride-modus)
Deoverride-moduskanwordengeactiveerdvoordezuinigemodus, comfortmodus,vorstbeschermingsmodusofconstanteDmodus. Vooroverridemoetdecontrollermoduszichindeprogrammamodus bevinden.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
Kieseenoverridemodus:
OPSLAAN:
Hetbetreffendecircuitbevindtzichindezuinige moduswanneerdeoverrideschakelaarisgesloten.
COMFORT:
Hetbetreffendecircuitbevindtzichindecomfort moduswanneerdeoverrideschakelaarisgesloten.
VORST
Deverwarmingofhetwarmwatercircuitsluit,maar isnogsteedstegenvorstbeschermd.
CONSTANTT:
Hetbetreffendecircuitregelteenconstante temperatuur*)
*)
Zieook‘Tgewenst‘(1x004),instellingvangewenste flowtemperatuur(MENU>Instellingen>Flow temperatuur)
Zieook'Con.T,ret.Tgrens.'(1x028),instellingvan retourtemperatuurgrens(MENU>Instellingen> Retourgrens)
1x142
Zieook'Ext.ingang'.
Voorbeeld:OverridenaarComfort-modus
#1#=Overrideschakelaar(nietgeactiveerd/geactiveerd) #2#=Functiemodus(Programma/Comfort) #3#=Tijd
Voorbeeld:Overridenaar"Opslag"-modus
Hetprocesdiagramtoontdefunctionaliteit.
#1#=Overrideschakelaar(nietgeactiveerd/geactiveerd) #2#=Functiemodus(Programma/Opslaan) #3#=Tijd
Hetresultaatvandeoverridenaar"Opslag"-modushangtafvande instellingin"Totalestop".
Totalestop=UIT:Verwarminggereduceerd Totalestop=AAN:Verwarminggestopt
76|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Voorbeeld:OverridenaarVorstbeveiligingsmodus
#1#=Overrideschakelaar(nietgeactiveerd/geactiveerd) #2#=Functiemodus(Programma/Vorst) #3#=Tijd
Voorbeeld:OverridenaarConstantetemperatuurmodus
#1#=Overrideschakelaar(nietgeactiveerd/geactiveerd) #2#=Functiemodus(Programma/Const.D) #3#=Tijd
De"Const.T"waardekanwordenbeïnvloeddoor:
•temp.max.
•temp.min.
•ruimtetemp.grens
•retourtemp.grens
•flow-/verm.begr.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|77
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Applicatie
ZendenTgewenst
Wanneerdecontrollerfungeertalseenslavecontrollerineen master-slavesysteem,kandeinformatieoverdegewensteflowtemperatuur naardemastercontrollerverzondenwordenviadeECL485-bus. Standalonecontroller: Subcircuitskunnendegewensteflowtemperatuurnaarhetmastercircuit verzenden.
Ziebijlage“Parameter-ID-overzicht”
UIT:
Informatieoverdegewensteflowtemperatuurwordt nietnaardemastercontrollerverzonden.
AAN:
Informatieoverdegewensteflowtemperatuurwordt naardemastercontrollerverzonden.
1x500
Indemastercontrollermoet'Vereisteoffset'ingesteldwordenopeen waardeomtereagerenopeengewensteflowtemperatuurvaneen slavecontroller.
Wanneerdecontrollerfungeertalsslavemoethetadreservan1,2,
3...9zijnomdegewenstetemperatuurnaardemastertekunnen verzenden(raadpleegdeparagraaf'Diversen' ,'Meerderecontrollersin hetzelfdesysteem').
78|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

5.8Anti-bacterie

Opbepaaldedagentijdensdeweekkandetapwatertemperatuur wordenverhoogdombacteriëninhettapwatersysteemte neutraliseren.Degewenstetapwatertemperatuur'Tgewenst' (standaard80°C)isgedurendedegeselecteerdedag(en)enduur aanwezig. Deantibacteriefunctieisnietactiefindevorstbeschermingsmodus.
=
X Y #1# #2# #3# #4# #5#
Tijd
=
Gewenstetapwatertemperatuur
=
Tijdsduur
=
Waardegewensteantibacterietemperatuur
=
Gewensteantibacterietemperatuur
=
Gewenstetapwatertemperatuur
=
Starttijd
MENU>Settings>Anti-bacterie
Dag
Circuit
Selecteer(markeer)dedag(en)vandeweekwaardeanti-bacteriefunctie actiefmoetzijn.
=
Maandag
M
=
Dinsdag
D
=
Woensdag
W
=
Donderdag
D
=
Vrijdag
V
=
Zaterdag
Z
=
Zondag
Z
InstelbereikFabrieksinstel-
Weekdagen
Tijdenshetantibacterieprocesisderetourtemperatuurgrensniet actief.
ling
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|79
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Anti-bacterie
Starttijd
Circuit
Steldestarttijdinvoordeanti-bacteriefunctie.
MENU>Settings>Anti-bacterie
Tijdsduur
Circuit
Steldetijdsduur(minuten)invoordeanti-bacteriefunctie.
MENU>Settings>Anti-bacterie
Tgewenst
Circuit
Steldegewenstetapwatertemperatuurinvoordeanti-bacteriefunctie.
InstelbereikFabrieksinstel-
00:00...23:3000:00
InstelbereikFabrieksinstel-
10...600m:120m
InstelbereikFabrieksinstel-
**
ling
ling
ling
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
Waarde:
Deanti-bacteriefunctieisnietactief. Gewenstetapwatertemperatuurtijdensdeperiodevan
deanti-bacteriefunctie.
80|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

5.9Alarm

VeelapplicatiesindeECLComfort210-en310-seriehebbeneen alarmfunctie.Dealarmfunctieactiveertstandaardrelais4(ECL Comfort210)ofrelais6(ECLComfort310).
Hetalarmrelaiskaneenlamp,eenclaxon,eeningangnaareen alarmverzendapparaatenz.activeren.
Hetbetreffenderelaiswordtgeactiveerdzolangde alarmvoorwaardeaanwezigis.
Standaardalarmen:
Actueleflow-temperatuurverschiltvandegewenste flow-temperatuur.
ParametersgemarkeerdmeteenIDnr.zoals"1x607"zijnuniversele parameters.
xstaatvoorcircuit/parametergroep.
5.9.1Temp.monitor .
MENU>Settings>Alarm
Verschilhoog
Hetalarmwordtgeactiveerdalsdeactueleflowtemperatuurmeertoeneemt danhetingesteldeverschil(aanvaardbaartemperatuurverschilbovende gewensteaanvoertemperatuur).Zieook'Vertraging'.
Ziebijlage'Parameter-ID-overzicht'
UIT:
Waarde:
Degerelateerdealarmfunctieisnietactief Dealarmfunctieisactiefalsdeactueletemperatuur
hogerwordtdanhetaanvaardbareverschil.
1x147
Verschilhoog
=
X Y #1# #2#
Tijd
=
Temperatuur
=
Verschilhoog
=
Gewensteaanvoertemperatuur
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|81
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Alarm
Laagsteverschil
Hetalarmwordtgeactiveerdalsdeactueleaanvoertemperatuurmeer afneemtdanhetingesteldeverschil(aanvaardbaartemperatuurverschil onderdegewensteaanvoertemperatuur).Zieook'Vertraging' .
Ziebijlage'Parameter-ID-overzicht'
1x148
Laagsteverschil
UIT:
Waarde:
Degerelateerdealarmfunctieisnietactief Dealarmfunctieisactiefalsdeactueletemperatuur
lagerwordtdanhetaanvaardbareverschil.
MENU>Settings>Alarm
Vertraging,voorbeeld
Alseenalarmvoorwaardevan'Verschilhoog'of'Laagsteverschil' langeraanwezigisdandeingesteldevertraging(inmin.),danwordtde alarmfunctiegeactiveerd.
Ziebijlage“Parameter-ID-overzicht”
Waarde:
Dealarmfunctiewordtgeactiveerdalsde alarmvoorwaardeblijftbestaannadeingestelde vertraging.
=
X Y #1# #2#
1x149
= = =
Vertraging,voorbeeld
Tijd Temperatuur
Laagsteverschil Gewensteaanvoertemperatuur
MENU>Settings>Alarm
Laagstetemp.
Dealarmfunctiewordtnietgeactiveerdalsdegewensteaanvoertempera­tuurlagerisdandeingesteldewaarde.
Ziebijlage'Parameter-ID-overzicht'
=
X Y #1# #2# #3# #4#
1x150
Alsdeoorzaakvanhetalarmverdwijnt,verdwijnenookde alarmindicatieen-uitvoer.
Tijd
=
Temperatuur
=
Laagsteverschil
=
Gewensteaanvoertemperatuur
=
Actueleflowtemperatuur
=
Vertraging(ID1x149)
82|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Alarm
Alarmwaarde
OpdeingangS8kaneenbrandthermostaatwordenaangesloten.Alsde doordezevoelergemetentemperatuurbovendeingesteldewaardestijgt, wordtdeingangS8geactiveerd. Hetbrandalarmkanwordengeactiveerdbijhetopenenofhetsluitenvande contactenindebrandthermostaat.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
0
Brandalarmwordtgeactiveerdbijsluitenvande contactenindebrandthermostaat.
1:
Brandalarmwordtgeactiveerdbijopenenvande contactenindebrandthermostaat.
MENU>Settings>Alarm
Alarmtime-out
Hetalarmwordtgeactiveerdwanneerdealarmredenlangeraanwezigis(in seconden)dandeingesteldewaarde.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
Waarde:Steldetime-outwaardevanhetalarmin
1x636
Eenactiefbrandalarmwordtophetdisplayaangeduidmeteen.
S8ingangstatus: MENU>Algemenecontrollerinstellingen>Systeem>Alg.ing.
overz.>S8: 0=Inganggeactiveerd.1=Ingangnietgeactiveerd
Zieookparameter1x637'Alarmtime-out'.
1x637
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|83
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

5.10Alarmoverzicht

MENU>Alarm>Alarmoverzicht
Ditmenutoontdealarmsoorten,bijvoorbeeld:
'2:Temp.monitor'
'32:Tsensordefect'
Hetalarmisgeactiveerdalshetalarmsymbool(eenbel)( vanhetalarmtypeaanwezigis.
)rechts
Resettenvaneenalarm,algemeen:
MENU>Alarm>Alarmoverzicht: Zoeknaareenalarmsymboolopeenspecifiekeregel.
(Voorbeeld:'2:Temp.monitor') Verplaatsdecursornaardebetreffenderegel. Drukopdedraaiknop.
Alarmoverzicht:
Alarmbronnenwordeninditoverzichtsmenuzichtbaar.
Enkelevoorbeelden: '2:Temp.monitor' '5:Pomp1' '10:DigitaalS12' '32:Tsensordefect'
Indevoorbeeldenwordendecijfers2,5en10gebruiktinde alarmcommunicatiemethetBMS-/SCADA-systeem.
Indevoorbeeldenzijn'Temp.monitor','Pomp1'en'DigitaalS12'de alarmpunten.
Indevoorbeeldengeeft'32:Tsensordefect'geeftdebewakingvan aangeslotensensorenaan.
Alarmnummersenalarmpuntenkunnenverschillen,afhankelijkvan debetreffendeapplicatie.
84|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

6.0Algemenecontrollerinstellingen

6.1Inleidingopde'Algemenecontrollerinstellingen':

Sommigealgemeneinstellingendievantoepassingzijnopde volledigecontroller,bevindenzichineenspecifiekdeelvande controller.
Toegangkrijgentot'Algemenecontrollerinstellingen':
Actie:
Doel:
Kies"MENU"ineenvandecircuits
Bevestig
Kiesdecircuitkiezerinde rechterbovenhoekvanhetdisplay
Bevestig
Kies'Algemenecontrollerinstellingen'
Bevestig
Voorbeel-
Circuitkiezer
den:
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|85
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

6.2Tijd&datum

Hetisalleennodigdejuistedatumentijdintestellenmet betrekkingtotheteerstegebruikvandeECLComfort-controllerof naeenstroomonderbrekingvanmeerdan72uur.
Decontrollerheefteen24-uursklok.
Autom.daglicht(overschakelingzomertijd)
JA:
NEE:
Deingebouwdeklokvanderegelaarverandert automatisch+/-éénuuropdegestandaardiseerde dagenvoordezomertijdvoorMidden-Europa.
Ukunthandmatigschakelentussenzomer-enwintertijd doordeklokachteruitofvooruittedraaien.
Detijdendedatuminstellen:
Actie:
Doel:
Kies'MENU'
Bevestig Kiesdecircuitkiezerinde
rechterbovenhoekvanhetdisplay Bevestig
Kies'Algemeneregelaarinstellingen'
Bevestig
Ganaar'Tijdendatum'
Bevestig Plaatsdecursoroppositiedieuwilt
wijzigen Bevestig
Voerdegewenstewaardein
Bevestig
Verplaatsdecursornaardevolgende positiedieuwiltwijzigenHerhaaldit tot'TijdenDatum'isingesteld.
Verplaatsdecursustenslottenaar 'MENU'
Bevestig
Wanneercontrollerswordenaangeslotenalsslavesineen
Voorbeel-
den:
master-slavesysteem(viaECL485-communicatiebus),zullenze‘Tijd endatum’ontvangenvandemaster.
86|©Danfoss|2021.04
Verplaatsdecursornaar'HOME'
Bevestig
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

6.3Vakantie

Dezeparagraafgeefteenalgemenebeschrijvingvandefunctie indeECLComfort210/296/310-serie.Degetoondedisplays zijnstandaardennietgerelateerdaanspecifiekeapplicaties.Zij kunnendaaromafwijkenvandedisplaysinuwapplicatie.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|87
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Eriseenvakantieprogrammavoorelkcircuiteneen vakantieprogrammavoordegemeenschappelijkecontroller.
Elkvakantieprogrammabevatéénofmeerprogramma's.Elk programmakanwordeningesteldopeenstartdatumeneen einddatum.Deingesteldeperiodestartopdestartdatumom00.00 enstoptopdeeinddatumom00.00.
SelecteerbaremodizijnComfort,Opslaan,Vorstbeschermingof Comfort7-23(voor7enna23isdemodusgeprogrammeerd).
Uwvakantieprogrammainstellen:
Actie:
Doel:
Voorbeel-
Kies'MENU'
Bevestig Kiesdecircuitkiezerinde
rechterbovenhoekvanhetdisplay Bevestig
Kieseencircuitof"Algemene controllerinstellingen"
Verwarming Tapwater
Algemenecontrollerinstellingen
Bevestig
Ganaar'Vakantie'
Hetvakantieprogrammainde'Algemenecontrollerinstellingen'is geldigvoorallecircuits.Hetvakantieprogrammakanookafzonderlijk ingesteldwordenindeverwarmings-entapwatercircuits.
Deeinddatummoetminstensééndagnadestartdatumvallen.
den:
Bevestig
Kieseenprogramma
Bevestig
Bevestigkeuzevanmoduskiezer
Kiesmodus
Comfort
·Comfort7–23
Opslaan
·Vorstbeveiliging
Bevestig Voereerstdestarttijdendande
eindtijdin Bevestig
Ganaar‘Menu’
Bevestig
Kies'Ja'of'Nee'kiezenonder'Opslaan' . Kies,indienvereist,hetvolgende programma
88|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Vakantie,specifiekcircuit/Algemenecontroller
Bijhetinstellenvaneenvakantieprogrammaineenspecifiekcircuit eneenandervakantieprogrammaineenAlgemenecontroller, wordtrekeninggehoudenmeteenprioriteit:
1.Comfort
2.Comfort7-23
3.Afwezig
4.Vorstbescherming
Vakantie,eeningesteldeperiodeverwijderen:
Kieshetbetreffendeprogramma
Wijzigdemodusnaar'Klok'
Bevestig
Voorbeeld1:
Circuit1: Vakantieingesteldop'Zuinig'
Algemenecontroller: Vakantieingesteldop'Comfort'
Resultaat: Zolang'Comfort'actiefisindeAlgemenecontroller,bevindtcircuit1
zichindemodus'Comfort'.
Voorbeeld2:
Circuit1: Vakantieingesteldop'Comfort'
Algemenecontroller: Vakantieingesteldop'Zuinig'
Resultaat: Zolang'Comfort'actiefisincircuit1,bevindtditzichindemodus
'Comfort'.
Voorbeeld3:
Circuit1: Vakantieingesteldop'Vorstbescherming'
DeECA30/31kanhetvakantieprogrammavandecontroller tijdelijknietnegeren.
HetisechtermogelijkdevolgendeoptiestegebruikenvandeECA 30/31wanneerdecontrollerindegeprogrammeerdemodusis:
Dagvrij
Vakantie
Ontspannen(verlengdecomfortperiode)
Uitgaan(verlengdezuinigeperiode)
Algemenecontroller: Vakantieingesteldop'Zuinig'
Resultaat: Zolang'Zuinig'actiefisindeAlgemenecontroller,bevindtcircuit1
zichindemodus'Zuinig' .
Energiebesparendetruc: Gebruik'Uitgaan'(verlengdezuinigeperiode)voorventilatie doeleinden(bijv.voorhetventilerenvankamersdoorramente openenvoorverselucht).
AansluitingeneninstelproceduresvoorECA30/31: Ziesectie'Diversen' .
Beknoptehandleiding"ECA30/31vooroverridemodus":
1.Ganaar"ECAMENU"
2.Verplaatsdecursornaarhet"Klok"symbool
3.Selecteerhet"Klok"symbool
4.Kiesenselecteeréénvande4overridefuncties
5.Onderhetoverridesymbool:Stelurenofdatumin
6.Onderuren/datum:Steldegewensteruimtetemperatuurinvoor deoverrideperiode
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|89
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

6.4Ingangoverzicht

Dezeparagraafgeefteenalgemenebeschrijvingvandefunctie indeECLComfort210/296/310-serie.Degetoondedisplays zijnstandaardennietgerelateerdaanspecifiekeapplicaties.Zij kunnendaaromafwijkenvandedisplaysinuwapplicatie.
Ingangoverzichtbevindtzichindealgemenecontrollerinstellin­gen.
Ditoverzichttoontaltijddeactueletemperatureninhetsysteem (alleen-lezen).
'Buitenacc.T'betekent'Geaccumulieerdebuitentemperatuur'enis eenberekendewaardeindeECLComfort-controller.
90|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

6.5Log

Dezeparagraafgeefteenalgemenebeschrijvingvandefunctie indeECLComfort210/296/310-serie.Degetoondedisplays zijnstandaardennietgerelateerdaanspecifiekeapplicaties.Zij kunnendaaromafwijkenvandedisplaysinuwapplicatie.
Viadelogfunctie(temperatuurgeschiedenis)kuntudelogsvan vandaag,gisteren,deafgelopentweedagenendeafgelopenvier dagenvoordeaangeslotenvoelersbewaken.
Eriseenlogdisplayvoorderelevantevoelerwaarbijdegemeten temperatuurwordtweergegeven.
Delogfunctieisalleenbeschikbaarinde'Algemene controllerinstellingen' .
Voorbeeld1:
Eenlogvan1dagvoorgisterenmetdeontwikkelinginde buitentemperatuurgedurendedeafgelopen24uur.
Voorbeeld2:
Delogvanvandaagvoordeactueleflow-temperatuurvande verwarmingendegewenstetemperatuur.
Voorbeeld3:
Delogvangisterenvoordeflowtemperatuurvanhettapwater endegewenstetemperatuur.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|91
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

6.6Uitgangoverride

Dezeparagraafgeefteenalgemenebeschrijvingvandefunctie indeECLComfort210/296/310-serie.Degetoondedisplays zijnstandaardennietgerelateerdaanspecifiekeapplicaties.Zij kunnendaaromafwijkenvandedisplaysinuwapplicatie.
Uitgangoverridewordtgebruiktomeenofmeervande gecontroleerdeonderdelenuitteschakelen.Ditkanondermeer nuttigzijnineenservicesituatie.
Actie:
Doel:
Voorbeel-
den:
GecontroleerdeonderdelenCircuitkiezer
Kies"MENU"ineenvande overzichtdisplays.
Bevestig
Kiesdecircuitkiezerinde rechterbovenhoekvanhetdisplay
Bevestig
Algemenecontrollerinstellingen kiezen
Bevestig
Kies'Uitgangoverride'
“Handmatigeregeling“heefteenhogereprioriteitdan"Uitgang
Bevestig
Kieseengecontroleerdonderdeel
M1,P1enz.
override".
Bevestig
Pasdestatusvanhetgecontroleerde onderdeelaan: Gemotoriseerdestuurklep:AUTO, STOP ,SLUITEN,OPEN Pomp:AUTO,UIT,AAN
Wanneerhetgeselecteerdegecontroleerdeonderdeel(uitgang) niet‘AUTO’is,controleertdeECLComfort-controllerhetbetreffende onderdeelniet(bijv.pompofgemotoriseerderegelklep). Vorstbeschermingisnietactief.
Statuswijzigingbevestigen
Denkeraandestatusopnieuwtewijzigenzodraernietlangereen overrideisvereist.
Wanneeruitgangoverridevaneengeregeldonderdeelactiefis,dan wordthetsymbool‘!’weergegevenrechtsvandemodus-indicatorin dedisplaysvandeeindgebruiker.
92|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

6.7Sleutelfuncties

NieuweapplicatieVerwijderapplicatie:
Applicatie
Fabrieksinst.Systeeminstell.:
Kopie
Sleuteloverzicht
Verwijdertdebestaandeapplicatie. ZodradeECL-keygeplaatstis,kaneen andereapplicatiegekozenworden.
Geefteenoverzichtvandeactuele applicatieindeECLcontroller.Druk weeropdedraaiknopomhetoverzicht teverlaten.
Systeeminstellingenzijn,onderandere, communicatie-instellingen,helderheid vanhetdisplayenz.
Instel.gebruiker:
Gebruikersinstellingenzijnonder anderegewenstekamertemperatuur, gewenstetapwatertemperatuur, programma's,stooklijn,grenswaarden enz.
Terugnaarfabriek:
Hersteltdefabrieksinstellingen.
Naar:
kopieerinstelling
Systeeminstell.
Instel.gebruiker
Startkopiëren
Geefteenoverzichtvandeingestoken ECLkey.(Voorbeeld:A266Ver.2.30). Draaiaandedraaiknopomdesubtypes tezien.Drukweeropdedraaiknopom hetoverzichtteverlaten.
Eenmeergedetailleerdebeschrijvingoverhoemende afzonderlijke"key-functies"moetgebruikenvindtmenterugin: "DeECL-applicatiekeyplaatsen" .
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|93
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Het“Keyoverzicht”geeftgeeninformatie—viaECA30/31—over desubtupesvandeapplicatiekey.
Keygeplaatst/nietgeplaatst,omschrijving:
ECLComfort210/310,controllerversieslagerdan1.36:
-
Verwijderdeapplicatiekey;gedurende20 minutenkunnendeinstellingenworden gewijzigd.
-
Schakeldecontrollerinzonderde applicationkeyingestoken;gedurende 20minutenkunneninstellingenworden gewijzigd.
ECLComfort210/310,controllerversies1.36enhoger:
-
Verwijderdeapplicatiekey;gedurende20 minutenkunnendeinstellingenworden gewijzigd.
-
Schakeldecontrollerinzonderde applicationkeyingestoken;instellingen kunnennietwordengewijzigd.
ECLComfort296,controllerversies1.58enhoger:
-
Verwijderdeapplicatiekey;gedurende20 minutenkunnendeinstellingenworden gewijzigd.
-
Schakeldecontrollerinzonderde applicationkeyingestoken;instellingen kunnennietwordengewijzigd.
94|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317

6.8Systeem

6.8.1ECLversie
In'ECL-versie'vindtualtijdeenoverzichtvandegegevens betreffendeuwelektronischeregelaar.
Houddezeinformatiebijdehandalsucontactmoetopnemenmet deDanfoss-verkoopafdelingbetreffendedecontroller.
UkuntinformatievooruwECL-applicatiesleutelvindenin 'Sleutelfuncties'en'Sleuteloverzicht' .
Codenr.:Hetverkoop-enordernr.van
Hardware:Hardwareversievanderegelaar
Software:Softwareversie(firmwareversie)
Serienr.:
Productieweek:Weeknr.enjaar(WW.JJJJ)
6.8.2Extra
ECLComfort310/310B: 'Extra'biedtuinformatieoverbijkomendemodules,indien aanwezig.EenvoorbeeldhiervanisdeECA32-module.
Danfossvoordecontroller
vandecontroller Unieknummervoorde
individuelecontroller
Voorbeeld,ECLversie
6.8.3Ethernet
DeECLComfort296/310/310BheefteenModbus/TCP­communicatie-interfacediehetmogelijkmaaktdeECL-controller aantesluitenopeenEthernet-netwerk.Ditmaakttoegangtotde ECL296/310/310B-controlleropafstandmogelijk,gebaseerdop standaardcommunicatie-infrastructuren.
In'Ethernet'ishetmogelijkdevereisteIP-adressenintestellen.
6.8.4Portalconfig
DeECLComfort296/310/310BheefteenModbus/TCP­communicatie-interfacediehetmogelijkmaaktdeECL-controller tebewakenenbedienenviahetECLPortal.
ECLPortal-gerelateerdeparameterswordenhieringesteld.
DocumentatievoorECLPortal:ziehttps://ecl.portal.danfoss.com
6.8.5M-busconfig
DeECLComfort296/310/310BheefteenM-buscommunicatie­interfacediehetmogelijkmaaktenergiemetersaantesluitenals slaves.
M-bus-gerelateerdeparameterswordenhieringesteld.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|95
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
6.8.6Energiemeter(warmtemeter)enM-bus,algemeneinformatie
AlleenECL296/310/310B
BijhetgebruikvandeapplicatiekeyindeECLComfort296/310/ 310B,kunnenertotmax.5energiemeters(warmtemeters)worden aangeslotenopdeM-busaansluitingen.
Aansluitingvandeenergiemeterkan:
deflowbeperken
hetvermogenbeperken
datavandeenergiemeteroverdragenaanhetECLPortal,via Etherneten/ofeenSCADAsysteem,viaModbus.
Veleapplicatiesmetwarmteregeling,tapwaterofkoelcircuit hebbendemogelijkheidomtereagerenomenergiemeterdata. Omteverifiërenofdeactuelekeykanwordeningesteldomte reagerenopenergiemeterdata: Ziecircuit>MENU>Instellingen>Flow/Vermogen.
DeECLComfort296/310/310Bkanaltijdwordengebruiktvoor hetbewakenmax.5energiemeters.
DeECLComfort296/310/310BfungeertalseenM-busmaster enmoetwordeningesteldvoorhetcommunicerenmetde aangeslotenenergiemeter(s). ZieMENU>Algemenecontroller>Systeem>M-busconfig.
Energiemeterdata-acquisitieismogelijkvanuitdeECLPortalzonder deM-busconfiguratieoptezetten.
Technischeinfo:
DdeM-busdatazijngebaseerdopdestandaardEN-1434.
DanfossadviseertAC-gevoedeenergiemetersomleeglopen vandebatterijtevermijden.
MENU>Algemenecontroller>Systeem>M-busconfig.
Status
Circuit
InstelbereikFabrieksinstel-
---
InformatieoverdehuidigeM-busactiviteit.
IDLE:
INIT:
SCAN:
GATEW:
Normaletoestand Hetcommandovoorinitialisatieisgeactiveerd Hetcommandovoorscannenisgeactiveerd HetcommandoGatewayisgeactiveerd
Uitlezing
DeECLComfort296/310/310BzalteruggaannaarIDLEwanneerde
ling
commando'szijnafgerond. Gatewaywordtgebruiktvoorhetuitlezenvandeenergiemetervia
ECLPortal.
96|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Algemenecontroller>Systeem>M-busconfig.
Baud(bitsperseconde)
Circuit
-
300/600/1200/2400
InstelbereikFabrieksinstel-
DecommunicatiesnelheidtussenECLComfort296/310/310Ben deaangeslotenenergiemeter(s).
MENU>Algemenecontroller>Systeem>M-busconfig.
Commando
Circuit
-
NONE/INIT/SCAN/GATEWNONE
InstelbereikFabrieksinstel-
DeECLComfort296/310/310BiseenM-busmaster.Omde aangeslotenenergiemetersteverifiëren,kunnenverschillende commando'swordengeactiveerd.
NONE:
INIT:
SCAN:
Geencommandogeactiveerd Initialisatieisgeactiveerd Scannenwordtgeactiveerdomtezoekennaar
aangeslotenenergiemeters.DeECLComfort296 /310/310BdetecteertdeM-busadressenvan max.5aangeslotenenergiemetersenplaatst dezeautomatischindesectie'Energiemeters' .Het geverifieerdeadreswordtgeplaatstna'Energiemeter 1(2,3,4,5)'
5997
Meestalwordt300of2400baudgebruikt.
ling
300
WanneerECLComfort296/310/310BwordtaangeslotenopdeECL Portal,daniseenbaudratevan2400aantebevelen,opvoorwaarde datdeenergiemeterdittoestaat.
5998
Descantijdkantot12minutenbedragen.
ling
Wanneeralleenergiemeterszijngevonden,kanhetcommando wordengewijzigdnaarINITofNONE.
GATEW:
DeECLComfort296/310/310Bfungeertalseen gatewaytussenenergiemetersenECLPortal.Wordt alleenvoorservicedoeleindengebruikt.
MENU>Algemenecontroller>Systeem>M-busconfig.
Energiemeter1(2,3,4,5) M-busadres
Circuit
-
InstelbereikFabrieksinst.
0-255255
Desetofhetgeverifieerdeadresvanenergiemeter1(2,3,4,5)
0:
1-250:
251-254:
Wordtnormaalgesprokennietgebruikt GeldigeM-busadressen
Specialefuncties.GebruikalleenM-busadres254 wanneeréénenergiemeterisaangesloten.
255:
nietgebruikt
6000
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|97
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Algemenecontroller>Systeem>M-busconfig.
Type Energiemeter1(2,3,4,5)
Circuit
-
InstelbereikFabrieksinstel-
0-40
SelecterendatabereikvanM-bustelegram.
0
1:
2:
3:
4:
Kleinedataset,kleineunits Kleinedataset,groteunits Grotedataset,kleineunits Grotedataset,groteunits Alleenvolumeenenergiedata
(voorbeeld:HydroPortPuls)
MENU>Algemenecontroller>Systeem>M-busconfig.
Energiemeter1(2,3,4,5) Scantijd
Circuit
-
InstelbereikFabrieksinst.
1-3600s60s
Instellenvandescantijdvoorhetverzamelenvandatavan aangeslotenenergiemeter(s).
6001
Datavoorbeelden:
ling
0: Aanvoertemp.,retourtemp.,flow,vermogen,geacc.volume,geacc.
energie.
3: Aanvoertemp.,retourtemp.,flow,vermogen,geacc.volume,geacc.
energie, tarief1,tarief2.
Zieookde"Handleiding,ECLComfort210/310,communicatiebe­schrijving"voormeerdetails.
Zieookdebijlagevooreengedetailleerdeomschrijvingvan“Type“ .
6002
Wanneerdeenergiemetermetbehulpvaneenbatterijwordtgevoed, danmoetdescantijdwordeningesteldopeenhogerewaarde,omte voorkomendatdebatterijtesnelontlaadt.
Aandeanderekant,wanneerdeflow/vermogensgrensfunctiewordt gebruiktindeECLComfort310,danmoetdescantijdopeenlage waardewordeningesteldomeensnellegrensterealiseren.
MENU>Algemenecontroller>Systeem>M-busconfig.
Energiemeter1(2,3,4,5) ID
Circuit
InstelbereikFabrieksinst.
---
Informatieoverhetserienummervandeenergiemeter
MENU>Algemenecontroller>Systeem>Energiemeters
Energiemeter1(2,3,4,5)
Circuit
-
InstelbereikFabrieksinst.
0-40
Informatieoverdeactueleenergiemeteroverbijv.ID,temperaturen, flow/volume,vermogen/energie. Deweergegeveninformatiehangtafvandeinstellingendiezijn gemaaktinhet"M-busconfig. "menu.
Uitlezing
Uitlezing
98|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
6.8.7Energiemeters
DeECLComfort296/310/310Bmaaktcommunicatiemet maximaal5energiemetersmogelijkviaM-bus.In'Energiemeters' kunnengegevenswordenuitgelezenvanenergiemetersdievia M-buszijnaangesloten.
6.8.8Overzichtgemetenwarden
Gemetentemperaturen,ingangsstatusenspanningenworden weergegeven.
Bovendienkaneendetectievanstoringengeselecteerdworden voorgeactiveerdetemperatuuringangen.
Monitorenvandevoelers: Selecteerdevoelerdieeentemperatuurmeet,bv.deS5.Wanneer dedraaiknopingedruktwordt,verschijntereenvergrootglasin degeselecteerderegel.DeS5-temperatuurwordtnugemonitord.
Alarmindicatie: Wanneerdeverbindingmetdetemperatuurvoelerverbrokenof kortgeslotenzouworden,ofdevoelerzelfdefectzouraken,wordt dealarmfunctiegeactiveerd.
Inhet"Alg.ing.overz."wordteenalarmsymboolgetoondbijde defectetemperatuurvoelerinkwestie.
Hetalarmresetten: Selecteerdevoeler(S-nummer)waarvooruhetalarmwiltwissen. Drukopdedraaiknop.Hetvergrootglasenhetalarmsymbool
verdwijnen.
Wanneernogmaalsopdedraaiknopwordtgedrukt,wordtde monitoringfunctieopnieuwgeactiveerd.
6.8.9Sensoroffset(nieuwefunctionaliteitvanaffirmware1.59)
Deoffsetvandegemetentemperatuurkanwordeningesteldter compensatievankabelweerstandofeenniet-optimaleplaatsing vandetemperatuurvoeler.Deaangepastetemperatuurwordt weergegevenin'Alg.ing.overz.'en'Ingangoverzicht' .
Detemperatuurvoeleringangenhebbeneenmeetbereikvan-60... 150°C.
Wanneereentemperatuurvoelerofdeverbindingdefectraakt,wordt dewaarde-indicatie"--" .
Wanneereentemperatuurvoelerofdeverbindingervanwordt kortgesloten,wordtdewaarde-indicatie"---".
Algemenecontroller>Systeem>Sensoroffset
Voeler1...(temperatuurvoeler)
Circuit
InstelbereikFabrieksin-
Deoffsetvandegemetentemperatuurinstellen.
Positieve
detemperatuurwaardewordtverhoogd
offset­waarde:
Negatieve
detemperatuurwaardewordtverlaagd
offset­waarde:
AQ055186460331nl-000501
stelling
**
©Danfoss|2021.04|99
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
6.8.10Display
Achtergrondlicht(displayhelderheid)
Circuit
InstelbereikFabrieksinst.
0...10
Pasdehelderheidvanhetdisplayaan.
0:
10:
Zwakkeachtergrondverlichting. Sterkachtergrondverlichting.
Contrast(displaycontrast)
Circuit
InstelbereikFabrieksinst.
0...103
Pashetcontrastvanhetdisplayaan.
0:
10:
Laagcontrast. Hoogcontrast.
6.8.11Communicatie
MENU>Algemenecontrollerinstellingen>Communicatie
60058
5
60059
Modbusadres
Circuit
StelModbusadresinalsdecontrollerdeeluitmaaktvaneen Modbus-netwerk.
1...247:
WijsdeModbusadrestoebinnenhetvermelde
InstelbereikFabrieksinst.
1...247
instelbereik.
38
1
100|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
Loading...