Handleiding
ECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
1.0Inhoudsopgave
1.0Inhoudsopgave..................................................1
1.1 Belangrijkeveiligheids-enproductinformatie................2
2.0Installatie..........................................................5
2.1 Voordatubegint....................................................5
2.2 Hetsysteemtypeidentificeren...................................11
2.3 Montage.............................................................12
2.4 Detemperatuurvoelersplaatsen................................16
2.5 Elektrischeaansluitingen.........................................18
2.6 DeECL-applicatiesleutelplaatsen..............................27
2.7 Controlelijst.........................................................34
2.8 Navigation,ECLApplicationKeyA217/A317................35
3.0Dagelijksgebruik.............................................41
3.1 Navigeren...........................................................41
3.2 Hetcontrollerdisplaybegrijpen.................................42
3.3 Eenalgemeenoverzicht:watbetekenende
symbolen?..........................................................44
3.4 Temperaturenensysteemonderdelenbewaken.............45
3.5 Overzichtinvloed..................................................46
3.6 Handbediening....................................................47
3.7 Programma.........................................................48
4.0Overzichtinstellingen......................................50
5.0Settings...........................................................52
5.1 Introductievandeinstellingen..................................52
5.2 TankBoilertemperatuur..........................................53
5.3 Flowtemperatuur.................................................57
5.4 Retourgrens........................................................58
5.5 Flow/verm.grens.................................................63
5.6 Besturingsparameters............................................66
5.7 Applicatie...........................................................72
5.8 Anti-bacterie........................................................79
5.9 Alarm................................................................81
5.10Alarmoverzicht.....................................................84
6.0Algemenecontrollerinstellingen.......................85
6.1 Inleidingopde'Algemenecontrollerinstellingen':...........85
6.2 Tijd&datum........................................................86
6.3 Vakantie.............................................................87
6.4 Ingangoverzicht...................................................90
6.5 Log...................................................................91
6.6 Uitgangoverride...................................................92
6.7 Sleutelfuncties.....................................................93
6.8 Systeem.............................................................95
7.0Diversen........................................................103
7.1 Meerderecontrollersinhetzelfdesysteem..................103
7.2 Veelgesteldevragen.............................................106
7.3 Definities..........................................................108
7.4 Type(ID6001),overview.......................................112
7.5 Automatische/handmatigeupdatevan
firmware...........................................................113
7.6 ParameterIDoverview..........................................114
©Danfoss|2021.04 AQ055186460331nl-000501|1
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
1.1Belangrijkeveiligheids-enproductinformatie
1.1.1Belangrijkeveiligheids-enproductinformatie
DezeinstallatiehandleidingisgekoppeldaandeECL-applicatiekey
A217(ordercodenr.087H3807).
DeA217-keybevattweesetsapplicaties:deset(A217.1/A217.2/
A217.3)endeset(A317.1/A317.2).
Defunctieskunnengerealiseerdwordenmet:
deECLComfort210(A217)vooreenvoudigeoplossingen,of
deECLComfort310(A217/A317)voorgeavanceerdeoplossingen,
bv.M-bus-,Modbus-enEthernet-(Internet-)communicatie.
DeapplicatiesA217/A317zijncompatibelmetdeECLComfort
controllers210/310vanafsoftwareversie1.11(zichtbaarbijhet
opstartenvandecontrollerenin"Algemenecontrollerinstellingen"
in"Systeem").
ExtradocumentatievoorECLComfort210-en310-modulesen
-accessoiresisbeschikbaarophttp://heating.danfoss.com/of
http://store.danfoss.com/.
Veiligheidsaanwijzing
Omlichamelijkeletselsofschadeaanhetapparaattevoorkomen,is
hetabsoluutnoodzakelijkdatudezeinstructiesnauwkeurigleest
ennaleeft.
Montage,inbedrijfstellingenonderhoudswerkzaamhedenmogen
alleendoordeskundigenerkendpersoneeluitgevoerdworden.
Delokaleregelgevingmoetwordenaangehouden.Ditgeldtookvoor
dekabelafmetingenenhettypeisolatie(dubbelgeïsoleerdbij230V).
EenzekeringvoordeECLComfort-installatieisdoorgaansmax.10A.
DeomgevingstemperatuurvoordeECLComfortinbedrijfbedraagt:
ECLComfort210/310:0-55°C
ECLComfort296:0-45°C.
Overschrijdingvandittemperatuurbereikkanleidentotstoringen.
Installatiemoetwordenvermedenwanneereenrisicoopcondensatie
(dauw)bestaat.
Hetwaarschuwingstekenwordtgebruiktvoorhetbenadrukkenvan
specialeomstandighedenwaarmeerekeningmoetwordengehouden.
Ditsymboolgeeftaandatdezespecifiekeinformatiebijzonder
aandachtigmoetwordengelezen.
2|©Danfoss|2021.04
Applicatiekeyskunnenwordenvrijgegevenvoordatalle
displaytekstenzijnvertaald.InditgevalisdetekstEngels.
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Automatischeupdatevancontrollersoftware(firmware):
Desoftwarevandecontrollerwordtautomatischgeüpdatetwanneer
desleutelwordtgeplaatst(vanafcontrollerversie1.11(ECL210/
310)enversie1.58(ECL296)).Devolgendeanimatiewordtgetoond
wanneerdesoftwarewordtgeüpdatet:
Voortgangsbalk
Tijdensdeupdate:
•VerwijderdeSLEUTELniet
Alsudesleutelverwijdertvoordatdezandloperzichtbaarwordt,
moetudeprocedurevanvorenafaanbeginnen.
•Onderbreekdevoedingniet
Alsdevoedingwordtonderbrokenterwijldezandloperwordt
getoond,functioneertdecontrollerniet.
•Handmatigeupdatevancontrollersoftware(firmware):
Ziedeparagraaf'Automatische/handmatigeupdatevanfirmware'.
Omdatdezebedieningshandleidingopverschillendesysteemtypen
betrekkingheeft,wordenspecialesysteeminstellingengemarkeerd
meteensysteemtype.Allesysteemtypenwordenweergegeveninhet
hoofdstuk:'Uwsysteemidentificeren'.
°C(gradenCelsius)iseengemetentemperatuurwaarde;K(Kelvin)is
eenbepaaldaantalgradendateentemperatuurverschilaangeeft.
HetID-nr.isuniekvoordegeselecteerdeparameter.
Voorbeeld
11174 1 1 174
12174
AlseenID-beschrijvingmeerdaneenswordtvermeld,betekentdit
daterspecialeinstellingenzijnvooreenofmeersysteemtypes.Dit
wordtgemarkeerdmethetbetreffendesysteemtype(bijv.12174A266.9).
Eerstecijfer Tweedecijfer
-
1
-
Circuit1 Parameternr.
2
Circuit2 Parameternr.
Laatstedrie
cijfers
174
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|3
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
ParametersgemarkeerdmeteenIDnr.zoals"1x607"zijnuniversele
parameters.
xstaatvoorcircuit/parametergroep.
Verwijderingsinstructie
Ditsymboolophetproductgeeftaandathetproduct
nietmagwordenafgevoerdalshuishoudelijkafval.
Hetmoetwordenafgegevenbijeeninzamelpunt
voorderecyclingvanelektrischeenelektronische
apparatuur.
•Voerhetproductafviadedaarvooraangewezen
kanalen.
•Zorgdatuvoldoetaanallelokaalgeldendewetten
envoorschriften.
4|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.0Installatie
2.1Voordatubegint
Detweeapplicaties,A217.1/A317.1,zijnbijnaidentiek.A317.1
heeftechtereenaantalextrafunctiesdieapartwordenbeschreven.
DeapplicatiesA217.1/A317.1zijnergflexibel.Ditzijnde
basisprincipes:
Tapwater(DHW-domestichotwater):
Metbehulpvaneenweekprogramma(maximaal3
"comfort"-periodes/dag)kanhettapwatercircuitin"comfort"of"opslag"-moduswordengezet(tweeverschillende
temperatuurwaardenvoordegewenstetapwatertemperatuurop
S6).
Deverwarmings-/laadtemperatuurvoelerS3isdebelangrijkste
voeler.
Wanneerdegemetentapwatertemperatuur(S6)lager
wordtdandegewenstetapwatertemperatuur,wordtde
tapwaterverwarmings-/laadpomp(P1)INGESCHAKELD.
Degemotoriseerdestuurklep(M1)wordtzogeregelddatde
verwarmings-/laadtemperatuuropS3behoudenblijft.Deze
temperatuuristypisch5–10gradenhogerdandegewenste
tapwatertemperatuur.Erkaneenmax.waardeingesteldworden.
Tapwaterboilermet1temperatuurvoeler(S6):
Wanneerdegemetentapwatertemperatuur(S6)hoger
wordtdandegewenstetapwatertemperatuur,wordtde
tapwaterverwarmings-/laadpomp(P1)UITGESCHAKELD.De
post-runtijdkaningesteldworden.
Tapwaterboilermet2temperatuurvoelers(S6enS8):
Wanneerdegemetentapwatertemperatuur(S6)hogerwordtdan
degewenstetapwatertemperatuurendeonderstetemperatuur
(opS8)hogerwordtdandeuitschakeltemperatuur,wordtde
tapwaterverwarmings-/laadpomp(P1)UITGESCHAKELD.De
post-runtijdkaningesteldworden.
Bijlaadtoepassingenkandetapwatercirculatiedoorde
tapwatertank(aansluitingA)ofdoordewarmtewisselaar
(aansluitingB)lopen.
DeoplossingmetaansluitingAresulteertinhetsluitenvande
gemotoriseerdestuurklepnadelaadprocedurevandetapwater
boiler.
DeoplossingmetaansluitingBwordtgebruiktomhet
warmteverliesindetapwatercirculatieleidingtecompenseren.
Verderwordtdecirculatietemperatuur(opS3)nahetladen
vandetapwaterboilergeregeld,overeenkomstigdegewenste
tapwatertemperatuur.
TypischeA217.1./A317.1-toepassing:
Hetweergegevenschemaiseenfundamenteelenvereenvoudigd
voorbeeldenbevatnietalleonderdelendienodigzijnineensysteem.
Allegenoemdeonderdelenwordenaangeslotenopde
ECL-comfortcontroller.
Lijstvanonderdelen:
S1
Buitentemperatuurvoeler
S2
Aanvoertemperatuurvoeler
S3
Laadtemperatuurvoeler
S5
Retourtemperatuurvoeler
S6
Tapwaterboilertemperatuurvoeler,boven
S8
Tapwaterboilertemperatuurvoeler,onder
P1
Tapwaterlaadpomp(tapwaterverwarmingspomp)
P3
Tapwatercirculatiepomp
M1
Gemotoriseerdestuurklep
A1
Relaisuitgang,alarm
Deretourtemperatuur(S5)naardevoedingvande
stadsverwarmingmagniettehoogzijn.Indiendathetgevalis,
kandegewenstelaadtemperatuurwordenaangepast(naareen
lagerewaarde),watresulteertinhetgeleidelijksluitenvande
gemotoriseerdestuurklep.
Bijeenboiler-gebaseerdeverwarmingsvoedingmagde
retourtemperatuurniettelaagzijn(dezelfdeaanpassingsprocedure
zoalshierboven).
Deaanvoertemperatuur,S2,wordtgebruiktvoorhetaanpassenvan
deproportioneleband(Xp)omeenstabieletemperatuurregeling
terealiseren.
Opbepaaldedagenvandeweekiseenanti-bacteriefunctie
beschikbaarvooractivering.
DebuitentemperatuurvoelerS1wordtgebruiktomhet
circulatiecircuittebeschermentegenvorst.
Detapwatercirculatiepomp(P3)heefteenweekprogrammamet
maximaal3AAN-periodesperdag.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|5
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
ApplicatieA217.1(gebruiktindeECLComfort210)/A317.1
(gebruiktindeECLComfort310)inhetalgemeen:
Erkaneenafstandsbedieningsunit,deECA30,wordenaangesloten
omdeECLcontrolleropafstandtebedienen.
Eenaangeslotenflow-meterofenergiemeter(indeECLComfort
210,gebaseerdoppulssignalenenindeECLComfort310,
gebaseerdopM-bussignalen)kandeflowofdeenergiebegrenzen
toteeningesteldmaximum.
Eenongebruikteingangkanmetbehulpvaneen
override-schakelaargebruiktwordenomhetprogramma
tenegerenentevervangendooreenvaste"comfort"-of
"opslag"-modus.
Erkaneenmodbus-communicatiemeteenSCADA-systeem
gerealiseerdworden.IndeECLComfort310kunnende
M-bus-gegevensbovendienwordendoorgezondennaarde
modbus-communicatie.
Alarmrelais(indeECLComfort210isditR4enindeECL
Comfort310isditR6)kunnengeactiveerdwordenwanneer
deflow-temperatuuropS3verschiltvandegewenste
tapwaterlaadtemperatuur.
A217.1/A317.1voorbeelda:
A217.1/A317.1voorbeeldb:
A217.1/A317.1voorbeeldc:
A217.1/A317.1voorbeeldd:
A217.1/A317.1voorbeelde:
6|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Detweeapplicaties,A217.2/A317.2,zijnbijnaidentiek.A317.2
heeftechtereenaantalextrafunctiesdieapartwordenbeschreven.
DeapplicatiesA217.2/A317.2zijnergflexibel.Ditzijnde
basisprincipes:
Tapwater(DHW-domestichotwater):
Metbehulpvaneenweekprogramma(maximaal3
"comfort"-periodes/dag)kanhettapwatercircuitin"comfort"of"opslag"-moduswordengezet(tweeverschillende
temperatuurwaardenvoordegewenstetapwatertemperatuurop
S6).
DetapwaterverwarmingstemperatuurvoelerS3ende
laadtemperatuurvoelerS4zijndebelangrijkstevoelers.
Wanneerdegemetentapwatertemperatuur(S6)lager
wordtdandegewenstetapwatertemperatuur,wordtde
pomp(P1)vandetapwaterverwarmingINGESCHAKELD.De
gemotoriseerdestuurklep(M1)wordtzogeregelddatde
tapwaterverwarmingstemperatuuropS3behoudenblijft.De
tapwaterverwarmingstemperatuurwordtbepaalddoorde
gewenstetapwaterlaadtemperatuuropS4.
Wanneerdetapwaterverwarmingstemperatuurwordtbereikt,
wordtdetapwaterlaadpompP2INGESCHAKELD.
WanneerdetapwaterlaadtemperatuuropS4nietbereikt
kanworden,verhoogtdeECLcontrollerdegewenste
tapwaterverwarmingstemperatuuropS3geleidelijkomde
laadtemperatuurteverkrijgen.Erkaneenmax.waardeingesteld
worden.
DetapwaterlaadtemperatuuropS4istypisch5–10gradenhoger
dandegewenstetapwatertemperatuur.
Tapwaterboilermet1temperatuurvoeler(S6):
Wanneerdegemetentapwatertemperatuur(S6)hoger
wordtdandegewenstetapwatertemperatuur,wordende
tapwaterverwarmingspomp(P1)endetapwaterlaadpomp(P2)
UITGESCHAKELD.Depost-runtijdkaningesteldworden.
TypischeA217.2./A317.2-toepassing:
Hetweergegevenschemaiseenfundamenteelenvereenvoudigd
voorbeeldenbevatnietalleonderdelendienodigzijnineensysteem.
Allegenoemdeonderdelenwordenaangeslotenopde
ECL-comfortcontroller.
Lijstvanonderdelen:
S1
Buitentemperatuurvoeler
S2
Aanvoertemperatuurvoeler
S3
Tapwaterverwarmingstemperatuurvoeler
S4
Tapwaterlaadtemperatuurvoeler
S5
Retourtemperatuurvoeler
S6
Tapwaterboilertemperatuurvoeler,boven
S8
Tapwaterboilertemperatuurvoeler,onder
Tapwaterverwarmingspomp
P1
P2
Tapwaterlaadpomp
P3
Tapwatercirculatiepomp
M1
Gemotoriseerdestuurklep
A1
Relaisuitgang,alarm
Tapwaterboilermet2temperatuurvoelers(S6enS8):
Wanneerdegemetentapwatertemperatuur(S6)hogerwordtdan
degewenstetapwatertemperatuurendeonderstetemperatuur
(opS8)hogerwordtdandeuitschakeltemperatuur,wordende
tapwaterverwarmingspomp(P1)endetapwaterlaadpomp(P2)
UITGESCHAKELD.Depost-runtijdkaningesteldworden.
Bijlaadtoepassingenkandetapwatercirculatiedoordetapwater
boiler(aansluitingA)ofdoordewarmtewisselaar(aansluitingB)
lopen.
DeoplossingmetaansluitingAresulteertinhetsluitenvande
gemotoriseerdestuurklepnadelaadprocedurevandetapwater
boiler.
DeoplossingmetaansluitingBwordtgebruiktomhet
warmteverliesindetapwatercirculatieleidingtecompenseren.
Verderwordtdecirculatietemperatuur(opS4)nahetladen
vandetapwaterboilergeregeld,overeenkomstigdegewenste
tapwatertemperatuur.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|7
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Deretourtemperatuur(S5)naardevoedingvande
stadsverwarming,magniettehoogzijn.Indiendathetgevalis,
kandegewenstelaadtemperatuurwordenaangepast(naareen
lagerewaarde),watresulteertinhetgeleidelijksluitenvande
gemotoriseerdestuurklep.
Bijeenboiler-gebaseerdeverwarmingsvoedingmagde
retourtemperatuurniettelaagzijn(dezelfdeaanpassingsprocedure
zoalshierboven).
Deaanvoertemperatuur,S2,wordtgebruiktvoorhetaanpassenvan
deproportioneleband(Xp)omeenstabieletemperatuurregeling
terealiseren.
Opbepaaldedagenvandeweekiseenanti-bacteriefunctie
beschikbaarvooractivering.
DebuitentemperatuurvoelerS1wordtgebruiktomhet
circulatiecircuittebeschermentegenvorst.
Detapwatercirculatiepomp(P3)heefteenweekprogrammamet
maximaal3AAN-periodesperdag.
ApplicatieA217.2(gebruiktindeECLComfort210)/A317.2
(gebruiktindeECLComfort310)inhetalgemeen:
Erkaneenafstandsbedieningsunit,deECA30,wordenaangesloten
omdeECLcontrolleropafstandtebedienen.
A217.2/A317.2voorbeelda:
A217.2/A317.2voorbeeldb:
Eenaangeslotenflow-meterofenergiemeter(indeECLComfort
210gebaseerdoppulssignalenenindeECLComfort310
gebaseerdopM-bussignalen)kandeflowofdeenergiebegrenzen
toteeningesteldmaximum.
Eenongebruikteingangkanmetbehulpvaneen
override-schakelaargebruiktwordenomhetprogramma
tenegerenentevervangendooreenvaste"comfort"-of
"opslag"-modus.
Erkaneenmodbus-communicatiemeteenSCADA-systeem
gerealiseerdworden.IndeECLComfort310kunnende
M-bus-gegevensbovendienwordendoorgezondennaarde
modbus-communicatie.
Alarmrelais(indeECLComfort210isditR4enindeECL
Comfort310isditR6)kunnengeactiveerdwordenwanneer
deflow-temperatuuropS3verschiltvandegewenste
tapwaterverwarmingstemperatuur.
8|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Deapplicatie A217.3iszeerflexibel.Ditzijndebasisprincipes:
Tapwater(DHW-domestichotwater),voorbeelda:
Metbehulpvaneenweekprogramma(maximaal3
"comfort"-periodes/dag)kanhettapwatercircuitin"comfort"of"opslag"-moduswordengezet(tweeverschillende
temperatuurwaardenvoordegewenstetapwatertemperatuurop
S3).DetapwatertemperatuurvoelerS3isdebelangrijkstevoeler.
Alsdegemetentapwatertemperatuur(S3)lagerisdandegewenste
tapwatertemperatuur,wordtdegemotoriseerdestuurklep(M1)
geleidelijkgeopendenomgekeerd.
Deretourtemperatuur(S5)naardevoedingvande
stadsverwarmingmagniettehoogzijn.Indiendathetgevalis,
kandegewensteflow-temperatuurwordenaangepast(naareen
lagerewaarde),watresulteertinhetgeleidelijksluitenvande
gemotoriseerdestuurklep,d.w.z.datderetourtemperatuurzal
dalen.
DecirculatiepompP1wordtgecontroleerdmetbehulp
vaneenafzonderlijkweekprogramma(maximaal3
"comfort"-periodes/dag).
WanneerereenaanvoertemperatuurvoelerS2isaangesloten,
wordtdeproportionelebandXpaangepastaandeactuele
aanvoertemperatuuromcontrole-instabiliteittevoorkomen.
TypischeA217.3-applicatie,voorbeelda:
Hetweergegevenschemaiseenfundamenteelenvereenvoudigd
voorbeeldenbevatnietalleonderdelendienodigzijnineensysteem.
Allegenoemdeonderdelenwordenaangeslotenopde
ECL-comfortcontroller.
Lijstvanonderdelen:
S1
Buitentemperatuurvoeler
S2
Aanvoertemperatuurvoeler
S3
Tapwateraanvoertemperatuurvoeler
S5
Retourtemperatuurvoeler
S8
(Flow-schakelaar—voorbeeldenb,c,d)
P1
Tapwatercirculatiepomp
M1
Gemotoriseerdestuurklep
A1
Relaisuitgang,alarm
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|9
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
A217.3voorbeelda:
Voorbeeldb:
Eensignaalvandeflow-schakelaar(S8)kanwordengebruiktom
bijtapwatervraagteverwarmen(tappen/aftappenvantapwater).
Eenidle-temperatuurvoordeaanvoertemperatuur(opS2)kan
wordenaangehoudenomdeopwarmingstijdvoorhettapwater
teminimaliseren.
Voorbeeldc:
Eensignaalvandeflow-schakelaar(S8)kanwordengebruikt
omhettapwateropvraagteverwarmen(tappen/aftappenvan
tapwater).DetemperatuuropS3wordtbehoudentijdensde
comfortperiodesvancirculatiepompP1.Eenidle-temperatuur
voordeaanvoertemperatuur(opS2)kanwordenaangehouden
omdeopwarmingstijdvoorhettapwaterteminimaliseren.
Voorbeeldd:
Detapwaterboilerwordtdirectverwarmd.Deinstellingvande
retourtemperatuurbegrenzing(opS5)kaneentehogeflowinde
verwarmingsspiraalvoorkomen.Eenidle-temperatuurvoorde
aanvoertemperatuur(opS2)kanwordenaangehoudenomde
opwarmingstijdvoorhettapwaterteminimaliseren.
A217.3voorbeeldb:
A217.3voorbeeldc:
A217.3voorbeeldd:
10|©Danfoss|2021.04
Decontrollerisvoorgeprogrammeerdmetdefabrieksinstellingendie
wordengetoondinde‘ParameterIDoverzicht‘bijlage.
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.2Hetsysteemtypeidentificeren
Uwapplicatieschetsen
DeECLComfort-controllerserieisontworpenvooreengroot
assortimentverwarmings-,tapwater-enkoelsystemenmet
verschillendeconfiguratiesencapaciteiten.Alsuwsysteem
verschiltvandehierweergegevenschema's,wiltumogelijkeen
schetsmakenvanhetsysteemdatwordtgeïnstalleerd.Ditmaakt
hetgemakkelijkeromdebedieningshandleidingtegebruikendieu
stapsgewijshelpt,vanafdeinstallatietotdelaatsteaanpassingen,
totdeeindgebruikerhetoverneemt.
DeECLComfort-controlleriseenuniverselecontrollerdiekan
wordengebruiktvoorverschillendesystemen.Hetismogelijk
extrasystementeconfigurerenopbasisvandeweergegeven
standaardsystemen.Indithoofdstukvindtudemeestgebruikte
systemen.Alsuwsysteemnietlijktophetonderstaande,dientu
hetschematezoekendathetbesteovereenkomtmetuwsysteem
omuweigencombinatiestemaken.
Raadpleegookdeinstallatiehandleiding(meegeleverdmetde
applicatiesleutel)voorapplicatietypen/-subtypen.
Decirculatiepomp(en)inhet(de)verwarmingscircuit(s)kan(kunnen)
indefloweninderetourwordengeplaatst.Plaatsdepompvolgens
despecificatiesvandefabrikant.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|11
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.3Montage
2.3.1DeECLComfort-controllermonteren
Raadpleegookdeinstallatiehandleidingdieismeegeleverdmet
deECLComfort-controller.
VoorgemakkelijketoegangmoetudeECLComfort-controller
dichtbijhetsysteemmonteren.
DeECLComfort210/296/310kanwordengemonteerd
• opeenmuur
• opeenDIN-rail(35mm)
DeECLComfort296kanwordengemonteerd
• ineenpaneeluitsparing
DeECLComfort210kanwordengemonteerdineenmontagedeel
vandeECLComfort310(voortoekomstigemodernisering).
Schroeven,PG-kabelwartelsenpluggenzijnnietbijgeleverd.
DeECLComfort210/310-controllervergrendelen
OmdeECLComfort-regelaartebevestigenopzijnmontagedeel,
sluituderegelaarmetdevergrendelingspin.
12|©Danfoss|2021.04
Omlichamelijkeletselsofschadeaandecontrollertevoorkomen,
moetdecontrollerstevigopdevoetzijnvergrendeld.Drukhiervoor
opdevergrendelingspinindevoettotueenklikhoortendecontroller
nietmeervandevoetkanwordenverwijderd.
Alsdecontrollernietveiligisvergrendeldinhetmontagedeel,bestaat
hetrisicodatdecontrollertijdensdewerkingkanwordenontgrendeld
vandevoetendatdevoetmetdeaansluitingen(enookde230V
a.c.-aansluitingen)wordenblootgesteld.Omlichamelijkeletselste
voorkomen,moetueraltijdvoorzorgendatdecontrollerveiligis
vergrendeldinzijnvoet.Alsdatniethetgevalis,magdecontroller
nietwordenbediend!
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Monterenopeenmuur
Monteerhetmontagedeelopeenmuurmeteeneffenoppervlak.
Maakdeelektrischeaansluitingenenplaatsdecontrollerinhet
montagedeel.Maakdecontrollervastmetdevergrendelingspin.
MonterenopeenDIN-rail(35mm)
MonteerhetmontagedeelopeenDIN-rail.Maakdeelektrische
aansluitingenenplaatsdecontrollerinhetmontagedeel.Maakde
controllervastmetdevergrendelingspin.
Omdecontrollergemakkelijktevergrendelenopzijnvoetofomdeze
teontgrendelen,gebruiktubesteenschroevendraaieralshefboom.
DeECLComfort-controllerloskoppelen
Omdecontrollervandevoetteverwijderen,trektude
vergrendelingspinuitmeteenschroevendraaier.Decontrollerkan
nuwordenverwijderdvanhetmontagedeel.
Omdecontrollergemakkelijktevergrendelenopzijnvoetofomdeze
teontgrendelen,gebruiktubesteenschroevendraaieralshefboom.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|13
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.3.2DeafstandsbedieningsunitsECA30/31monteren
Selecteereenvandevolgendemethoden:
• Monterenopeenmuur,ECA30/31
• Monterenineenpaneel,ECA30
Schroevenenvezelpluggenzijnnietbijgeleverd.
Monterenopeenmuur
MonteerhetmontagedeelvandeECA30/31opeenmuurmet
eeneffenoppervlak.Maakdeelektrischeaansluitingen.Plaatsde
ECA30/31inhetmontagedeel.
VoordatudeECLComfort-controllerverwijdertuithetmontagedeel,
moetucontrolerenofdetoevoerspanningislosgekoppeld.
Monterenineenpaneel
MonteerdeECA30ineenpaneelmetdeECA30framekit
(ordercodenr.087H3236).Maakdeelektrischeaansluitingen.
Bevestighetframemetdeklem.PlaatsdeECA30inhet
montagedeel.DeECA30kanwordenaangeslotenopeenexterne
kamertemperatuurvoeler.
DeECA31magnietwordengemonteerdineenpaneelalsde
vochtigheidsfunctiemoetwordengebruikt.
14|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.3.3MonterenvandeinterneI/OmoduleECA32
MonterenvandeinterneI/O-moduleECA32
DeECA32-module(bestelcodenr.087H3202)kanwordengeplaatst
inhetmontagedeelvandeECLComfort310/310B,voorextra
ingangs-enuitgangssignaleninrelevantieapplicaties.
DeaansluitingtussendeECLComfort310/310BendeECA32
bestaatuiteen10-polige(2x5)connector.Deaansluitingwordt
automatischtotstandgebrachtwanneerdeECLComfort310/
310Bophetmontagedeelwordtgeplaatst.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|15
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.4Detemperatuurvoelersplaatsen
2.4.1Detemperatuurvoelersplaatsen
Hetisbelangrijkdatdevoelersopdejuistepositieopuwsysteem
zijngemonteerd.
Dehierondervermeldetemperatuurvoelerszijnvoelersdieworden
gebruiktvoordeECLComfort210/296/310-serieenzijnniet
allemaalnodigvooruwapplicatie.
Buitentemperatuurvoeler(ESMT)
Debuitenvoelermoetwordengemonteerdopdezijdevanhet
gebouwwaardezehetminstwaarschijnlijkaandirectzonlichtzal
wordenblootgesteld.Umagdevoelernietdichtbijdeuren,ramen
ofluchtuitlatenplaatsen.
Flowtemperatuurvoeler(ESMU,ESM-11ofESMC)
Plaatsdevoelermax.15cmvanhetmengpunt.Insystemenmet
warmtewisselaar,beveeltDanfossaandathetESMU-typeinde
flow-uitlaatvandewisselaarwordtgestopt.
Controleerofhetoppervlakvandebuisschoonis,zelfswaarde
voelerwordtgemonteerd.
Retourtemperatuurvoeler(ESMU,ESM-11ofESMC)
Deretourtemperatuurvoelermoetaltijdzowordengeplaatst,dat
dezeeenrepresentatieveretourtemperatuurmeet.
Ruimtetemperatuurvoeler
(ESM-10,afstandsbedieningsunitsECA30/31)
Plaatsderuimtetemperatuurvoelerinderuimtewaarde
temperatuurmoetwordengeregeld.Plaatsdevoelernietop
buitenmurenofdichtbijradiatoren,ramenofdeuren.
Boilertemperatuurvoeler(ESMU,ESM-11ofESMC)
Plaatsdevoelervolgensdespecificatiesvandeboilerfabrikant.
Luchtkanaaltemperatuurvoeler(ESMB-12ofESMU-types)
Plaatsdevoelerzo,datdezeeenrepresentatievetemperatuur
meet.
Tapwatertemperatuurvoeler(ESMUofESMB-12)
Plaatsdetapwatertemperatuurvoelervolgensdespecificatiesvan
defabrikant.
Plaattemperatuurvoeler(ESMB-12)
Plaatsdevoelerineenbeschermingsbuisindeplaat.
ESM-11:verplaatsdevoelerniet,nadatdezeisbevestigdomschade
aanhetvoelerelementtevoorkomen.
ESM-11,ESMCenESMB-12:Gebruikwarmtegeleidendepastavoor
eensnelletemperatuurmeting.
ESMUenESMB-12:Hetgebruikvaneenvoelerzakomdevoelerte
beschermen,zalechterresulterenineentrageretemperatuurmeting.
16|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Pt1000-temperatuurvoeler(IEC751B,1000Ω/0°C) Relatietussentemperatuurenohmsewaarde:
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|17
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.5Elektrischeaansluitingen
2.5.1Elektrischeaansluitingen230VAC
Waarschuwing
Deopdeprintkaartaanwezigeelektrischegeleidersvoor
voedingsspanning,relaiscontactenentriac-uitgangenhebben
geenonderlingeveiligheidsafstandvanminimaal6mm.De
uitgangenmogennietwordengebruiktalsgalvanischgescheiden
(spanningsvrije)uitgangen.
Alsereengalvanischgescheidenuitgangvereistis,wordthetgebruik
vaneenhulprelaisaanbevolen.
24V-gestuurdecomponenten,zoalsservomotoren,moetenworden
geregelddoormiddelvandeECLComfort310inde24V-versie.
Veiligheid
Montage,inbedrijfstellingenonderhoudswerkzaamhedenmogen
alleendoordeskundigenerkendpersoneeluitgevoerdworden.
Delokaleregelgevingmoetwordenaangehouden.Ditgeldtookvoor
kabeldiameterenisolatie(versterkttype).
EenzekeringvoordeECLComfortinstallatieisdoorgaansmax.10A.
DeomgevingstemperatuurvoordeECLComfortinbedrijfis
0-55°C.Overschrijdingvandittemperatuurbereikkanleidentot
storingen.
Installatiemoetwordenvoorkomenwanneereenrisicoop
condensatie(dauw)bestaat.
18|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Degewoneaardingsaansluitingwordtgebruiktvoorhet
aansluitenvanderelevanteonderdelen(pompen,gemotoriseerde
stuurkleppen).
ECL210/310
ECL296
Raadpleegookdeinstallatiehandleiding(meegeleverdmetde
applicatiesleutel)voorapplicatiespecifiekeaansluitingen.
Maximalebelastingwaarden:
Relaisklemmen
4(2)A/230VAC
(4Avoorohmsebelasting,
2Avoorinductieve
belasting)
Triac(=elektronisch
0,2(230)A/230VAC
relais)klemmen
Dwarsdoorsnededraad:0.5-1.5mm²
Onjuisteaansluitingkandeelektronischeuitgangenbeschadigen.
Max.2x1.5mm²dradenkunneninelkeschroefaansluitingworden
gestopt.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|19
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.5.2Elektrischeaansluitingen24VAC
Raadpleegookdeinstallatiehandleiding(meegeleverdmetde
applicatiesleutel)voorapplicatiespecifiekeaansluitingen.
Maximalebelastingwaarden:
Relaisklemmen
Triac(=elektronisch
relais)klemmen
4(2)A/24VAC
(4Avoorohmsebelasting,
2Avoorinductieve
belasting)
1A/24VAC
Sluitgeenonderdelendiewerkenop230Va.c.directaanopeen
controllerdiewerktop24Va.c.stroom.Gebruikreserverelais(K)om
230Va.c.tescheidenvan24Va.c.
20|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.5.3Elektrischeaansluitingen,thermostaten,230Va.c.of24Va.c.
Raadpleegookdeinstallatiehandleiding(meegeleverdmetde
applicatiesleutel)voorapplicatiespecifiekeaansluitingen.
Deaansluitschemaslatenverschillendeoplossingen/voorbeelden
zien:
Veiligheidsthermostaat,1–stapsluiten:
Gemotoriseerdestuurklepzonderveiligheidsfunctie
Veiligheidsthermostaat,1–stapsluiten:
Gemotoriseerdestuurklepmetveiligheidsfunctie
Veiligheidsthermostaat,2–stapsluiten:
Gemotoriseerdestuurklepmetveiligheidsfunctie
WanneerSTisgeactiveerddooreenhogetemperatuur,sluithet
veiligheidscircuitindegemotoriseerdestuurkleponmiddellijk.
WanneerST1isgeactiveerddooreenhogetemperatuur(de
TR-temperatuur),wordtdegemotoriseerdestuurklepgeleidelijk
gesloten.Bijeenhogeretemperatuur(deST-temperatuur),sluithet
veiligheidscircuitindegemotoriseerdestuurkleponmiddellijk.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|21
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.5.4Elektrischeaansluitingen,Pt1000-temperatuurvoelersensignalen
Raadpleegookdemontagehandleiding(meegeleverdmetde
applicatiekey)voorsensor-eningangsaansluitingen.
A217/A317:
Voeler/beschrijving
S1
Buitentemperatuurvoeler*
(optioneel)
S2
Aanvoertemperatuurvoeler*
(optioneel)
S3 Tapwaterverwarmings-
/laadtemperatuurvoeler**
(A217.1/A317.1)
Tapwaterverwarmingstemperatuurvoeler**(A217.2/
A317.2)
Tapwatertemperatuurvoeler**(A217.3)
S4 Tapwaterverwarmingstem-
peratuurvoeler**(alleen
A217.2/A317.2)
S5
Retourtemperatuurvoeler
(optioneel)
S6
Tapwaterboiler
temperatuurvoeler,
bovenste***
S7
Flow-meter/energiemeter
(alleenpulssignaalenECL
210)
S8
Tapwaterboiler
temperatuurvoeler,
onderste(A217.1/A217.2/
A317.1/A317.2).
Type
(aanbevolen)
ESMT
ESM-11/ESMB/
ESMC/ESMU
ESM-11/ESMB/
ESMC/ESMU
ESM-11/ESMB/
ESMC/ESMU
ESM-11/ESMB/
ESMC/ESMU
ESMB/
ESMU
ESMB/
ESMU
Flow-schakelaar(A217.3)
AlleenECL310:
nietgebruikt
AlleenECL310:
nietgebruikt
*
Gebruiktvoorvorstbeschermingsdoeleinden.Alsde
buitentemperatuurvoelernietisaangeslotenofalser
kortsluitingindekabelis,verondersteltdecontrollerdatde
buitentemperatuur0(nul)°Cis.
**
Detapwaterlaad-/verwarmingstemperatuurvoelermoet
altijdaangeslotenzijnomdegewenstefunctionaliteit
tehebben.Alsdevoelernietisaangeslotenofalser
kortsluitingindekabelis,sluitdegemotoriseerdestuurklep
(veiligheidsfunctie).
***
Dezevoelerwordtgebruiktwanneererslechtséénboiler
temperatuurvoelervereistis.
22|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Aansluitingvanhetstuursignaal(0-10V)voorexterneregeling
vandegewensteaanvoertemperatuur
Aansluitingvanflowmeter
Dwarsdoorsnededraadvoorsensoraansluitingen:Min.0.4mm².
Totalekabellengte:Max.200m(allesensorenincl.interneECL
485-communicatiebus)
Kabellengtenvanmeerdan200mkunnenruisgevoeligheid
veroorzaken(EMC).
Raadpleegookdeinstallatiehandleiding(meegeleverdmetde
applicatiesleutel).
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|23
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.5.5Elektrischeaansluitingen,ECA30/31
AansluitingECL
*
Nadateenexternekamertemperatuursensorisaangesloten,
Aansluiting
ECA30/31
30
31
32 2
33 3
Beschrijving
4
1
Gedraaidpaar
Gedraaidpaar
4
5
Ext.kamertemperatuursensor*
Type(aanbevolen)
Kabel2x
gedraaid
paar
ESM-10
moetdeECA30/31opnieuwwordeningeschakeld.
DecommunicatienaardeECA30/31moetwordeningesteldinde
ECLComfort-controllerin'ECAadres'.
DeECA30/31moetovereenkomstigwordeningesteld.
Nadeapplicatie-instellingisdeECA30/31gereedna2–5min.Er
wordteenvoortgangsbalkindeECA30/31weergegeven.
Wanneerdeactueleapplicatietweeverwarmingscircuitsbevat,
danishetmogelijkeenECA30/31opelkcircuitaantesluiten.De
elektrischeaansluitingenwordenparalleluitgevoerd.
Erkunnenmax.tweeECA30/31-unitswordenaangeslotenop
eenECLComfort310-controllerofopECLComfort210/296/
310-controllersineenmaster-slavesysteem.
InstelproceduresvoorECA30/31:Ziesectie'Diversen' .
ECA-informatiebericht:
'ApplicatievereistnieuwereECA ':
Desoftware(firmware)vanuwECAkomtnietovereenmetdesoftware
(firmware)vanuwECLComfort-controller.Neemcontactopmetuw
Danfoss-verkoopkantoor.
24|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.5.6Elektrischeaansluitingen,master-/slave-systemen
Decontrollerkanwordengebruiktalsmasterofslavein
master-slavesystemenviadeinterneECL485-communicatiebus
(kabelmet2xgedraaideparen).
DeECL485-communicatiebusisnietcompatibelmetdeECL-busin
ECLComfort110,200,300en301!
TotalekabellengteMax.200m(allevoelersincl.interneECL
485-communicatiebus).
Kabellengtenvanmeerdan200mkunnenruisgevoeligheid
veroorzaken(EMC).
Sommigeapplicatiesbevattengeenfunctiesgekoppeldaande
actuelekamertemperatuur.DeaangeslotenECA30/31zalalleen
fungerenalsafstandsbediening.
Aanslui-
Beschrijving
ting
30
Gewoneaansluiting
Type(aanbevolen)
+12V*,ECL485-communicatiebus
31
*AlleenvoorECA30/31en
master-slavecommunicatie
32
B,ECL485-communicatiebus
33
A,ECL485-communicatiebus
Kabel2x
twistedpair
ECL485-buskabel
DemaximaalaanbevolenlengtevandeECL485-buswordtalsvolgt
berekend:
trekdetotalelengtevanalleingangskabelsvanalleECL-controllersin
hetmaster-slavesysteemafvan200m.
Eenvoudigvoorbeeldvandetotalelengtevanalleingangskabels,
3xECL:
1xECL
3xECL
3xECL
3xECL
Totaal:
Buitentemp.voeler:
Aanv.temp.voeler:
Retourtemp.voeler:
Ruimtetemp.voeler:
15m
18m
18m
30m
81m
MaximaalaanbevolenlengtevandeECL485-bus:
200-81m=119m
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|25
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.5.7 Elektrischeaansluitingen,communicatie
Elektrischeaansluitingen,Modbus
ECLComfort210:NietgalvanischgescheidenModbusaansluitingen
ECLComfort296:GalvanischgescheidenModbus-aansluitingen
ECLComfort310:GalvanischgescheidenModbus-aansluitingen
2.5.8Electricalconnections,communication
Elektrischeaansluitingen,M-bus
ECLComfort210:niettoegepast
ECLComfort296:intern,nietgalvanischgescheiden.Max.
kabellengte50m.
ECLComfort310:intern,nietgalvanischgescheiden.Max.
kabellengte50m.
26|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.6DeECL-applicatiesleutelplaatsen
2.6.1DeECL-applicatiesleutelplaatsen
DeECL-toepassingssleutelbevat
• deapplicatieenzijnsubtypes,
• momenteelbeschikbaretalen,
• fabrieksinstellingen;bijv.programma's,gewenste
temperaturen,grenswaardenenz.Hetisaltijdmogelijkde
fabrieksinstellingenteherstellen,
• geheugenvoorgebruikersinstellingen:specialegebruikers/systeeminstellingen.
Nahetinschakelenvandecontroller,kunnenverschillende
situatiesoptreden:
1.Decontrollerisnieuwvandefabriek,deECL-applicatiesleutel
wordtnietgeplaatst.
2.Decontrollervoertaleenapplicatieuit.DeECL-applicatiesleutel
wordtgeplaatst,maardeapplicatiemoetwordengewijzigd.
3.Eenkopievandecontrollerinstellingenisnodigvoorhet
configurerenvaneenanderecontroller.
ECLComfort210/310
ECLComfort210/310
Gebruikersinstellingenzijn,onderandere,gewenste
kamertemperatuur,gewenstetapwatertemperatuur,programma's,
stooklijn,grenswaarden,enz.
Systeeminstellingenzijn,onderandere,communicatie-instellingen,
helderheidvanhetdisplayenz.
AQ055186460331nl-000501
ECLComfort296
©Danfoss|2021.04|27
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Automatischeupdatevancontrollersoftware(firmware):
Desoftwarevandecontrollerwordtautomatischgeüpdatetwanneer
desleutelwordtgeplaatst(vanafcontrollerversie1.11(ECL210/
310)enversie1.58(ECL296)).Devolgendeanimatiewordtgetoond
wanneerdesoftwarewordtgeüpdatet:
Voortgangsbalk
Tijdensdeupdate:
•VerwijderdeSLEUTELniet
Alsudesleutelverwijdertvoordatdezandloperzichtbaarwordt,
moetudeprocedurevanvorenafaanbeginnen.
•Onderbreekdevoedingniet
Alsdevoedingwordtonderbrokenterwijldezandloperwordt
getoond,functioneertdecontrollerniet.
•Handmatigeupdatevancontrollersoftware(firmware):
Ziedeparagraaf'Automatische/handmatigeupdatevanfirmware'.
Het“Keyoverzicht”geeftgeeninformatie—viaECA30/31—over
desubtupesvandeapplicatiekey.
Keygeplaatst/nietgeplaatst,omschrijving:
ECLComfort210/310,controllerversieslagerdan1.36:
-
Verwijderdeapplicatiekey;gedurende20
minutenkunnendeinstellingenworden
gewijzigd.
-
Schakeldecontrollerinzonderde
applicationkeyingestoken;gedurende
20minutenkunneninstellingenworden
gewijzigd.
ECLComfort210/310,controllerversies1.36enhoger:
-
Verwijderdeapplicatiekey;gedurende20
minutenkunnendeinstellingenworden
gewijzigd.
-
Schakeldecontrollerinzonderde
applicationkeyingestoken;instellingen
kunnennietwordengewijzigd.
ECLComfort296,controllerversies1.58enhoger:
-
Verwijderdeapplicatiekey;gedurende20
minutenkunnendeinstellingenworden
gewijzigd.
-
Schakeldecontrollerinzonderde
applicationkeyingestoken;instellingen
kunnennietwordengewijzigd.
28|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Applicatiesleutel:Situatie1
Decontrollerisnieuwvandefabriek,deECL-applicatiesleutel
isnietgeplaatst.
Erwordteenanimatievoorhetplaatsenvande
ECL-applicatiesleutelweergegeven.Plaatsdeapplicatiesleutel.
Denaamenversievandeapplicatiesleutelwordenaangegeven
(voorbeeld:A266Ver.1.03).
AlsdeECL-applicatiesleutelnietgeschiktisvoorde
controller,verschijnteen'kruis'bovenhetsymboolvande
ECL-applicatiesleutel.
Actie:
*‘Autom.daglicht’isdeautomatischeoverschakelingtussen
zomer-enwintertijd.
AfhankelijkvandeinhoudvandeECL-applicatiesleutel,vindt
procedureAofBplaats:
A
DeECL-applicatiesleutelbevatfabrieksinstellingen:
Decontrollerleest/draagtgegevensovervande
ECL-applicatiesleutelnaardeECL-controller.
Doel:
Selecteerdetaal
Bevestig
Selecteerdeapplicatie(subtype)
Sommigesleutelshebbenslechtséén
applicatie.
Bevestigmet'Ja'
Stel'Tijdendatum'in
Draaiaanendrukopdedraaiknopom
'Uur','Minuten' ,'Datum','Maand'en
'Jaar'teselecterenentewijzigen.
Kies'Volgende' .
Bevestigmet'Ja'
Ganaar'Autom.daglicht'
Kiesof'Autom.daglicht'*aldanniet
actiefmoetzijn
Voorbeel-
den:
JAofNEE
Deapplicatiewordtgeïnstalleerdendecontrollerwordtgereset
enopgestart.
B
DeECL-applicatiesleutelbevatgewijzigdesysteeminstellingen:
Drukherhaaldelijkopdedraaiknop.
'NEE':
’JA*:
Alsdesleutelgebruikersinstellingenbevat:
Drukherhaaldelijkopdedraaiknop.
‘NEE:
‘JA*:
*Als‘ JA’nietkanwordengekozen,bevatdeECL-applicatiesleutel
geenspecialeinstellingen.
Kies‘Startkopiëren’enbevestigmet'Ja'.
AQ055186460331nl-000501
AlleenfabrieksinstellingenvandeECL-applicatiesleutel
wordengekopieerdnaardecontroller.
Specialesysteeminstellingen(andersdande
fabrieksinstellingen)wordengekopieerdnaarde
controller.
AlleenfabrieksinstellingenvandeECL-applicatiesleutel
wordengekopieerdnaardecontroller.
Specialegebruikersinstellingen(andersdande
fabrieksinstellingen)wordengekopieerdnaarde
controller.
©Danfoss|2021.04|29
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
(Voorbeeld):
De"i "inderechterbovenhoekgeeftaandat-behalvede
fabrieksinstellingen-hetsubtypeookspecialegebruikers-/
systeeminstellingenbevat.
Applicatiesleutel:Situatie2
Decontrollervoertaleenapplicatieuit.DeECL-
applicatiesleutelwordtgeplaatst,maardeapplicatiemoet
wordengewijzigd.
Omteschakelennaareenandereapplicatieopde
ECL-applicatiesleutel,moetdehuidigeapplicatiewordengewist
(verwijderd)vandecontroller.
Houderrekeningmeedatdeapplicatiesleutelmoetworden
geplaatst.
Actie:
Decontrollerwordtgeresetenisgereedomteworden
geconfigureerd.
Doel:
Kies"MENU"ineenvandecircuits
Bevestig
Kiesdecircuitkiezerinde
rechterbovenhoekvanhetdisplay
Bevestig
Kies'Algemenecontrollerinstellingen'
Bevestig
Kies"Sleutelfuncties'
Bevestig
Kies‘Verwijderapplicatie’
Bevestigmet'Ja'
Voorbeel-
den:
Volgdeproceduredieisbeschreveninsituatie1.
30|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501