Handleiding
ECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
1.0Inhoudsopgave
1.0Inhoudsopgave..................................................1
1.1 Belangrijkeveiligheids-enproductinformatie................2
2.0Installatie..........................................................5
2.1 Voordatubegint....................................................5
2.2 Hetsysteemtypeidentificeren...................................11
2.3 Montage.............................................................12
2.4 Detemperatuurvoelersplaatsen................................16
2.5 Elektrischeaansluitingen.........................................18
2.6 DeECL-applicatiesleutelplaatsen..............................27
2.7 Controlelijst.........................................................34
2.8 Navigation,ECLApplicationKeyA217/A317................35
3.0Dagelijksgebruik.............................................41
3.1 Navigeren...........................................................41
3.2 Hetcontrollerdisplaybegrijpen.................................42
3.3 Eenalgemeenoverzicht:watbetekenende
symbolen?..........................................................44
3.4 Temperaturenensysteemonderdelenbewaken.............45
3.5 Overzichtinvloed..................................................46
3.6 Handbediening....................................................47
3.7 Programma.........................................................48
4.0Overzichtinstellingen......................................50
5.0Settings...........................................................52
5.1 Introductievandeinstellingen..................................52
5.2 TankBoilertemperatuur..........................................53
5.3 Flowtemperatuur.................................................57
5.4 Retourgrens........................................................58
5.5 Flow/verm.grens.................................................63
5.6 Besturingsparameters............................................66
5.7 Applicatie...........................................................72
5.8 Anti-bacterie........................................................79
5.9 Alarm................................................................81
5.10Alarmoverzicht.....................................................84
6.0Algemenecontrollerinstellingen.......................85
6.1 Inleidingopde'Algemenecontrollerinstellingen':...........85
6.2 Tijd&datum........................................................86
6.3 Vakantie.............................................................87
6.4 Ingangoverzicht...................................................90
6.5 Log...................................................................91
6.6 Uitgangoverride...................................................92
6.7 Sleutelfuncties.....................................................93
6.8 Systeem.............................................................95
7.0Diversen........................................................103
7.1 Meerderecontrollersinhetzelfdesysteem..................103
7.2 Veelgesteldevragen.............................................106
7.3 Definities..........................................................108
7.4 Type(ID6001),overview.......................................112
7.5 Automatische/handmatigeupdatevan
firmware...........................................................113
7.6 ParameterIDoverview..........................................114
©Danfoss|2021.04 AQ055186460331nl-000501|1
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
1.1Belangrijkeveiligheids-enproductinformatie
1.1.1Belangrijkeveiligheids-enproductinformatie
DezeinstallatiehandleidingisgekoppeldaandeECL-applicatiekey
A217(ordercodenr.087H3807).
DeA217-keybevattweesetsapplicaties:deset(A217.1/A217.2/
A217.3)endeset(A317.1/A317.2).
Defunctieskunnengerealiseerdwordenmet:
deECLComfort210(A217)vooreenvoudigeoplossingen,of
deECLComfort310(A217/A317)voorgeavanceerdeoplossingen,
bv.M-bus-,Modbus-enEthernet-(Internet-)communicatie.
DeapplicatiesA217/A317zijncompatibelmetdeECLComfort
controllers210/310vanafsoftwareversie1.11(zichtbaarbijhet
opstartenvandecontrollerenin"Algemenecontrollerinstellingen"
in"Systeem").
ExtradocumentatievoorECLComfort210-en310-modulesen
-accessoiresisbeschikbaarophttp://heating.danfoss.com/of
http://store.danfoss.com/.
Veiligheidsaanwijzing
Omlichamelijkeletselsofschadeaanhetapparaattevoorkomen,is
hetabsoluutnoodzakelijkdatudezeinstructiesnauwkeurigleest
ennaleeft.
Montage,inbedrijfstellingenonderhoudswerkzaamhedenmogen
alleendoordeskundigenerkendpersoneeluitgevoerdworden.
Delokaleregelgevingmoetwordenaangehouden.Ditgeldtookvoor
dekabelafmetingenenhettypeisolatie(dubbelgeïsoleerdbij230V).
EenzekeringvoordeECLComfort-installatieisdoorgaansmax.10A.
DeomgevingstemperatuurvoordeECLComfortinbedrijfbedraagt:
ECLComfort210/310:0-55°C
ECLComfort296:0-45°C.
Overschrijdingvandittemperatuurbereikkanleidentotstoringen.
Installatiemoetwordenvermedenwanneereenrisicoopcondensatie
(dauw)bestaat.
Hetwaarschuwingstekenwordtgebruiktvoorhetbenadrukkenvan
specialeomstandighedenwaarmeerekeningmoetwordengehouden.
Ditsymboolgeeftaandatdezespecifiekeinformatiebijzonder
aandachtigmoetwordengelezen.
2|©Danfoss|2021.04
Applicatiekeyskunnenwordenvrijgegevenvoordatalle
displaytekstenzijnvertaald.InditgevalisdetekstEngels.
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Automatischeupdatevancontrollersoftware(firmware):
Desoftwarevandecontrollerwordtautomatischgeüpdatetwanneer
desleutelwordtgeplaatst(vanafcontrollerversie1.11(ECL210/
310)enversie1.58(ECL296)).Devolgendeanimatiewordtgetoond
wanneerdesoftwarewordtgeüpdatet:
Voortgangsbalk
Tijdensdeupdate:
•VerwijderdeSLEUTELniet
Alsudesleutelverwijdertvoordatdezandloperzichtbaarwordt,
moetudeprocedurevanvorenafaanbeginnen.
•Onderbreekdevoedingniet
Alsdevoedingwordtonderbrokenterwijldezandloperwordt
getoond,functioneertdecontrollerniet.
•Handmatigeupdatevancontrollersoftware(firmware):
Ziedeparagraaf'Automatische/handmatigeupdatevanfirmware'.
Omdatdezebedieningshandleidingopverschillendesysteemtypen
betrekkingheeft,wordenspecialesysteeminstellingengemarkeerd
meteensysteemtype.Allesysteemtypenwordenweergegeveninhet
hoofdstuk:'Uwsysteemidentificeren'.
°C(gradenCelsius)iseengemetentemperatuurwaarde;K(Kelvin)is
eenbepaaldaantalgradendateentemperatuurverschilaangeeft.
HetID-nr.isuniekvoordegeselecteerdeparameter.
Voorbeeld
11174 1 1 174
12174
AlseenID-beschrijvingmeerdaneenswordtvermeld,betekentdit
daterspecialeinstellingenzijnvooreenofmeersysteemtypes.Dit
wordtgemarkeerdmethetbetreffendesysteemtype(bijv.12174A266.9).
Eerstecijfer Tweedecijfer
-
1
-
Circuit1 Parameternr.
2
Circuit2 Parameternr.
Laatstedrie
cijfers
174
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|3
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
ParametersgemarkeerdmeteenIDnr.zoals"1x607"zijnuniversele
parameters.
xstaatvoorcircuit/parametergroep.
Verwijderingsinstructie
Ditsymboolophetproductgeeftaandathetproduct
nietmagwordenafgevoerdalshuishoudelijkafval.
Hetmoetwordenafgegevenbijeeninzamelpunt
voorderecyclingvanelektrischeenelektronische
apparatuur.
•Voerhetproductafviadedaarvooraangewezen
kanalen.
•Zorgdatuvoldoetaanallelokaalgeldendewetten
envoorschriften.
4|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.0Installatie
2.1Voordatubegint
Detweeapplicaties,A217.1/A317.1,zijnbijnaidentiek.A317.1
heeftechtereenaantalextrafunctiesdieapartwordenbeschreven.
DeapplicatiesA217.1/A317.1zijnergflexibel.Ditzijnde
basisprincipes:
Tapwater(DHW-domestichotwater):
Metbehulpvaneenweekprogramma(maximaal3
"comfort"-periodes/dag)kanhettapwatercircuitin"comfort"of"opslag"-moduswordengezet(tweeverschillende
temperatuurwaardenvoordegewenstetapwatertemperatuurop
S6).
Deverwarmings-/laadtemperatuurvoelerS3isdebelangrijkste
voeler.
Wanneerdegemetentapwatertemperatuur(S6)lager
wordtdandegewenstetapwatertemperatuur,wordtde
tapwaterverwarmings-/laadpomp(P1)INGESCHAKELD.
Degemotoriseerdestuurklep(M1)wordtzogeregelddatde
verwarmings-/laadtemperatuuropS3behoudenblijft.Deze
temperatuuristypisch5–10gradenhogerdandegewenste
tapwatertemperatuur.Erkaneenmax.waardeingesteldworden.
Tapwaterboilermet1temperatuurvoeler(S6):
Wanneerdegemetentapwatertemperatuur(S6)hoger
wordtdandegewenstetapwatertemperatuur,wordtde
tapwaterverwarmings-/laadpomp(P1)UITGESCHAKELD.De
post-runtijdkaningesteldworden.
Tapwaterboilermet2temperatuurvoelers(S6enS8):
Wanneerdegemetentapwatertemperatuur(S6)hogerwordtdan
degewenstetapwatertemperatuurendeonderstetemperatuur
(opS8)hogerwordtdandeuitschakeltemperatuur,wordtde
tapwaterverwarmings-/laadpomp(P1)UITGESCHAKELD.De
post-runtijdkaningesteldworden.
Bijlaadtoepassingenkandetapwatercirculatiedoorde
tapwatertank(aansluitingA)ofdoordewarmtewisselaar
(aansluitingB)lopen.
DeoplossingmetaansluitingAresulteertinhetsluitenvande
gemotoriseerdestuurklepnadelaadprocedurevandetapwater
boiler.
DeoplossingmetaansluitingBwordtgebruiktomhet
warmteverliesindetapwatercirculatieleidingtecompenseren.
Verderwordtdecirculatietemperatuur(opS3)nahetladen
vandetapwaterboilergeregeld,overeenkomstigdegewenste
tapwatertemperatuur.
TypischeA217.1./A317.1-toepassing:
Hetweergegevenschemaiseenfundamenteelenvereenvoudigd
voorbeeldenbevatnietalleonderdelendienodigzijnineensysteem.
Allegenoemdeonderdelenwordenaangeslotenopde
ECL-comfortcontroller.
Lijstvanonderdelen:
S1
Buitentemperatuurvoeler
S2
Aanvoertemperatuurvoeler
S3
Laadtemperatuurvoeler
S5
Retourtemperatuurvoeler
S6
Tapwaterboilertemperatuurvoeler,boven
S8
Tapwaterboilertemperatuurvoeler,onder
P1
Tapwaterlaadpomp(tapwaterverwarmingspomp)
P3
Tapwatercirculatiepomp
M1
Gemotoriseerdestuurklep
A1
Relaisuitgang,alarm
Deretourtemperatuur(S5)naardevoedingvande
stadsverwarmingmagniettehoogzijn.Indiendathetgevalis,
kandegewenstelaadtemperatuurwordenaangepast(naareen
lagerewaarde),watresulteertinhetgeleidelijksluitenvande
gemotoriseerdestuurklep.
Bijeenboiler-gebaseerdeverwarmingsvoedingmagde
retourtemperatuurniettelaagzijn(dezelfdeaanpassingsprocedure
zoalshierboven).
Deaanvoertemperatuur,S2,wordtgebruiktvoorhetaanpassenvan
deproportioneleband(Xp)omeenstabieletemperatuurregeling
terealiseren.
Opbepaaldedagenvandeweekiseenanti-bacteriefunctie
beschikbaarvooractivering.
DebuitentemperatuurvoelerS1wordtgebruiktomhet
circulatiecircuittebeschermentegenvorst.
Detapwatercirculatiepomp(P3)heefteenweekprogrammamet
maximaal3AAN-periodesperdag.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|5
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
ApplicatieA217.1(gebruiktindeECLComfort210)/A317.1
(gebruiktindeECLComfort310)inhetalgemeen:
Erkaneenafstandsbedieningsunit,deECA30,wordenaangesloten
omdeECLcontrolleropafstandtebedienen.
Eenaangeslotenflow-meterofenergiemeter(indeECLComfort
210,gebaseerdoppulssignalenenindeECLComfort310,
gebaseerdopM-bussignalen)kandeflowofdeenergiebegrenzen
toteeningesteldmaximum.
Eenongebruikteingangkanmetbehulpvaneen
override-schakelaargebruiktwordenomhetprogramma
tenegerenentevervangendooreenvaste"comfort"-of
"opslag"-modus.
Erkaneenmodbus-communicatiemeteenSCADA-systeem
gerealiseerdworden.IndeECLComfort310kunnende
M-bus-gegevensbovendienwordendoorgezondennaarde
modbus-communicatie.
Alarmrelais(indeECLComfort210isditR4enindeECL
Comfort310isditR6)kunnengeactiveerdwordenwanneer
deflow-temperatuuropS3verschiltvandegewenste
tapwaterlaadtemperatuur.
A217.1/A317.1voorbeelda:
A217.1/A317.1voorbeeldb:
A217.1/A317.1voorbeeldc:
A217.1/A317.1voorbeeldd:
A217.1/A317.1voorbeelde:
6|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Detweeapplicaties,A217.2/A317.2,zijnbijnaidentiek.A317.2
heeftechtereenaantalextrafunctiesdieapartwordenbeschreven.
DeapplicatiesA217.2/A317.2zijnergflexibel.Ditzijnde
basisprincipes:
Tapwater(DHW-domestichotwater):
Metbehulpvaneenweekprogramma(maximaal3
"comfort"-periodes/dag)kanhettapwatercircuitin"comfort"of"opslag"-moduswordengezet(tweeverschillende
temperatuurwaardenvoordegewenstetapwatertemperatuurop
S6).
DetapwaterverwarmingstemperatuurvoelerS3ende
laadtemperatuurvoelerS4zijndebelangrijkstevoelers.
Wanneerdegemetentapwatertemperatuur(S6)lager
wordtdandegewenstetapwatertemperatuur,wordtde
pomp(P1)vandetapwaterverwarmingINGESCHAKELD.De
gemotoriseerdestuurklep(M1)wordtzogeregelddatde
tapwaterverwarmingstemperatuuropS3behoudenblijft.De
tapwaterverwarmingstemperatuurwordtbepaalddoorde
gewenstetapwaterlaadtemperatuuropS4.
Wanneerdetapwaterverwarmingstemperatuurwordtbereikt,
wordtdetapwaterlaadpompP2INGESCHAKELD.
WanneerdetapwaterlaadtemperatuuropS4nietbereikt
kanworden,verhoogtdeECLcontrollerdegewenste
tapwaterverwarmingstemperatuuropS3geleidelijkomde
laadtemperatuurteverkrijgen.Erkaneenmax.waardeingesteld
worden.
DetapwaterlaadtemperatuuropS4istypisch5–10gradenhoger
dandegewenstetapwatertemperatuur.
Tapwaterboilermet1temperatuurvoeler(S6):
Wanneerdegemetentapwatertemperatuur(S6)hoger
wordtdandegewenstetapwatertemperatuur,wordende
tapwaterverwarmingspomp(P1)endetapwaterlaadpomp(P2)
UITGESCHAKELD.Depost-runtijdkaningesteldworden.
TypischeA217.2./A317.2-toepassing:
Hetweergegevenschemaiseenfundamenteelenvereenvoudigd
voorbeeldenbevatnietalleonderdelendienodigzijnineensysteem.
Allegenoemdeonderdelenwordenaangeslotenopde
ECL-comfortcontroller.
Lijstvanonderdelen:
S1
Buitentemperatuurvoeler
S2
Aanvoertemperatuurvoeler
S3
Tapwaterverwarmingstemperatuurvoeler
S4
Tapwaterlaadtemperatuurvoeler
S5
Retourtemperatuurvoeler
S6
Tapwaterboilertemperatuurvoeler,boven
S8
Tapwaterboilertemperatuurvoeler,onder
Tapwaterverwarmingspomp
P1
P2
Tapwaterlaadpomp
P3
Tapwatercirculatiepomp
M1
Gemotoriseerdestuurklep
A1
Relaisuitgang,alarm
Tapwaterboilermet2temperatuurvoelers(S6enS8):
Wanneerdegemetentapwatertemperatuur(S6)hogerwordtdan
degewenstetapwatertemperatuurendeonderstetemperatuur
(opS8)hogerwordtdandeuitschakeltemperatuur,wordende
tapwaterverwarmingspomp(P1)endetapwaterlaadpomp(P2)
UITGESCHAKELD.Depost-runtijdkaningesteldworden.
Bijlaadtoepassingenkandetapwatercirculatiedoordetapwater
boiler(aansluitingA)ofdoordewarmtewisselaar(aansluitingB)
lopen.
DeoplossingmetaansluitingAresulteertinhetsluitenvande
gemotoriseerdestuurklepnadelaadprocedurevandetapwater
boiler.
DeoplossingmetaansluitingBwordtgebruiktomhet
warmteverliesindetapwatercirculatieleidingtecompenseren.
Verderwordtdecirculatietemperatuur(opS4)nahetladen
vandetapwaterboilergeregeld,overeenkomstigdegewenste
tapwatertemperatuur.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|7
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Deretourtemperatuur(S5)naardevoedingvande
stadsverwarming,magniettehoogzijn.Indiendathetgevalis,
kandegewenstelaadtemperatuurwordenaangepast(naareen
lagerewaarde),watresulteertinhetgeleidelijksluitenvande
gemotoriseerdestuurklep.
Bijeenboiler-gebaseerdeverwarmingsvoedingmagde
retourtemperatuurniettelaagzijn(dezelfdeaanpassingsprocedure
zoalshierboven).
Deaanvoertemperatuur,S2,wordtgebruiktvoorhetaanpassenvan
deproportioneleband(Xp)omeenstabieletemperatuurregeling
terealiseren.
Opbepaaldedagenvandeweekiseenanti-bacteriefunctie
beschikbaarvooractivering.
DebuitentemperatuurvoelerS1wordtgebruiktomhet
circulatiecircuittebeschermentegenvorst.
Detapwatercirculatiepomp(P3)heefteenweekprogrammamet
maximaal3AAN-periodesperdag.
ApplicatieA217.2(gebruiktindeECLComfort210)/A317.2
(gebruiktindeECLComfort310)inhetalgemeen:
Erkaneenafstandsbedieningsunit,deECA30,wordenaangesloten
omdeECLcontrolleropafstandtebedienen.
A217.2/A317.2voorbeelda:
A217.2/A317.2voorbeeldb:
Eenaangeslotenflow-meterofenergiemeter(indeECLComfort
210gebaseerdoppulssignalenenindeECLComfort310
gebaseerdopM-bussignalen)kandeflowofdeenergiebegrenzen
toteeningesteldmaximum.
Eenongebruikteingangkanmetbehulpvaneen
override-schakelaargebruiktwordenomhetprogramma
tenegerenentevervangendooreenvaste"comfort"-of
"opslag"-modus.
Erkaneenmodbus-communicatiemeteenSCADA-systeem
gerealiseerdworden.IndeECLComfort310kunnende
M-bus-gegevensbovendienwordendoorgezondennaarde
modbus-communicatie.
Alarmrelais(indeECLComfort210isditR4enindeECL
Comfort310isditR6)kunnengeactiveerdwordenwanneer
deflow-temperatuuropS3verschiltvandegewenste
tapwaterverwarmingstemperatuur.
8|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Deapplicatie A217.3iszeerflexibel.Ditzijndebasisprincipes:
Tapwater(DHW-domestichotwater),voorbeelda:
Metbehulpvaneenweekprogramma(maximaal3
"comfort"-periodes/dag)kanhettapwatercircuitin"comfort"of"opslag"-moduswordengezet(tweeverschillende
temperatuurwaardenvoordegewenstetapwatertemperatuurop
S3).DetapwatertemperatuurvoelerS3isdebelangrijkstevoeler.
Alsdegemetentapwatertemperatuur(S3)lagerisdandegewenste
tapwatertemperatuur,wordtdegemotoriseerdestuurklep(M1)
geleidelijkgeopendenomgekeerd.
Deretourtemperatuur(S5)naardevoedingvande
stadsverwarmingmagniettehoogzijn.Indiendathetgevalis,
kandegewensteflow-temperatuurwordenaangepast(naareen
lagerewaarde),watresulteertinhetgeleidelijksluitenvande
gemotoriseerdestuurklep,d.w.z.datderetourtemperatuurzal
dalen.
DecirculatiepompP1wordtgecontroleerdmetbehulp
vaneenafzonderlijkweekprogramma(maximaal3
"comfort"-periodes/dag).
WanneerereenaanvoertemperatuurvoelerS2isaangesloten,
wordtdeproportionelebandXpaangepastaandeactuele
aanvoertemperatuuromcontrole-instabiliteittevoorkomen.
TypischeA217.3-applicatie,voorbeelda:
Hetweergegevenschemaiseenfundamenteelenvereenvoudigd
voorbeeldenbevatnietalleonderdelendienodigzijnineensysteem.
Allegenoemdeonderdelenwordenaangeslotenopde
ECL-comfortcontroller.
Lijstvanonderdelen:
S1
Buitentemperatuurvoeler
S2
Aanvoertemperatuurvoeler
S3
Tapwateraanvoertemperatuurvoeler
S5
Retourtemperatuurvoeler
S8
(Flow-schakelaar—voorbeeldenb,c,d)
P1
Tapwatercirculatiepomp
M1
Gemotoriseerdestuurklep
A1
Relaisuitgang,alarm
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|9
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
A217.3voorbeelda:
Voorbeeldb:
Eensignaalvandeflow-schakelaar(S8)kanwordengebruiktom
bijtapwatervraagteverwarmen(tappen/aftappenvantapwater).
Eenidle-temperatuurvoordeaanvoertemperatuur(opS2)kan
wordenaangehoudenomdeopwarmingstijdvoorhettapwater
teminimaliseren.
Voorbeeldc:
Eensignaalvandeflow-schakelaar(S8)kanwordengebruikt
omhettapwateropvraagteverwarmen(tappen/aftappenvan
tapwater).DetemperatuuropS3wordtbehoudentijdensde
comfortperiodesvancirculatiepompP1.Eenidle-temperatuur
voordeaanvoertemperatuur(opS2)kanwordenaangehouden
omdeopwarmingstijdvoorhettapwaterteminimaliseren.
Voorbeeldd:
Detapwaterboilerwordtdirectverwarmd.Deinstellingvande
retourtemperatuurbegrenzing(opS5)kaneentehogeflowinde
verwarmingsspiraalvoorkomen.Eenidle-temperatuurvoorde
aanvoertemperatuur(opS2)kanwordenaangehoudenomde
opwarmingstijdvoorhettapwaterteminimaliseren.
A217.3voorbeeldb:
A217.3voorbeeldc:
A217.3voorbeeldd:
10|©Danfoss|2021.04
Decontrollerisvoorgeprogrammeerdmetdefabrieksinstellingendie
wordengetoondinde‘ParameterIDoverzicht‘bijlage.
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.2Hetsysteemtypeidentificeren
Uwapplicatieschetsen
DeECLComfort-controllerserieisontworpenvooreengroot
assortimentverwarmings-,tapwater-enkoelsystemenmet
verschillendeconfiguratiesencapaciteiten.Alsuwsysteem
verschiltvandehierweergegevenschema's,wiltumogelijkeen
schetsmakenvanhetsysteemdatwordtgeïnstalleerd.Ditmaakt
hetgemakkelijkeromdebedieningshandleidingtegebruikendieu
stapsgewijshelpt,vanafdeinstallatietotdelaatsteaanpassingen,
totdeeindgebruikerhetoverneemt.
DeECLComfort-controlleriseenuniverselecontrollerdiekan
wordengebruiktvoorverschillendesystemen.Hetismogelijk
extrasystementeconfigurerenopbasisvandeweergegeven
standaardsystemen.Indithoofdstukvindtudemeestgebruikte
systemen.Alsuwsysteemnietlijktophetonderstaande,dientu
hetschematezoekendathetbesteovereenkomtmetuwsysteem
omuweigencombinatiestemaken.
Raadpleegookdeinstallatiehandleiding(meegeleverdmetde
applicatiesleutel)voorapplicatietypen/-subtypen.
Decirculatiepomp(en)inhet(de)verwarmingscircuit(s)kan(kunnen)
indefloweninderetourwordengeplaatst.Plaatsdepompvolgens
despecificatiesvandefabrikant.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|11
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.3Montage
2.3.1DeECLComfort-controllermonteren
Raadpleegookdeinstallatiehandleidingdieismeegeleverdmet
deECLComfort-controller.
VoorgemakkelijketoegangmoetudeECLComfort-controller
dichtbijhetsysteemmonteren.
DeECLComfort210/296/310kanwordengemonteerd
• opeenmuur
• opeenDIN-rail(35mm)
DeECLComfort296kanwordengemonteerd
• ineenpaneeluitsparing
DeECLComfort210kanwordengemonteerdineenmontagedeel
vandeECLComfort310(voortoekomstigemodernisering).
Schroeven,PG-kabelwartelsenpluggenzijnnietbijgeleverd.
DeECLComfort210/310-controllervergrendelen
OmdeECLComfort-regelaartebevestigenopzijnmontagedeel,
sluituderegelaarmetdevergrendelingspin.
12|©Danfoss|2021.04
Omlichamelijkeletselsofschadeaandecontrollertevoorkomen,
moetdecontrollerstevigopdevoetzijnvergrendeld.Drukhiervoor
opdevergrendelingspinindevoettotueenklikhoortendecontroller
nietmeervandevoetkanwordenverwijderd.
Alsdecontrollernietveiligisvergrendeldinhetmontagedeel,bestaat
hetrisicodatdecontrollertijdensdewerkingkanwordenontgrendeld
vandevoetendatdevoetmetdeaansluitingen(enookde230V
a.c.-aansluitingen)wordenblootgesteld.Omlichamelijkeletselste
voorkomen,moetueraltijdvoorzorgendatdecontrollerveiligis
vergrendeldinzijnvoet.Alsdatniethetgevalis,magdecontroller
nietwordenbediend!
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Monterenopeenmuur
Monteerhetmontagedeelopeenmuurmeteeneffenoppervlak.
Maakdeelektrischeaansluitingenenplaatsdecontrollerinhet
montagedeel.Maakdecontrollervastmetdevergrendelingspin.
MonterenopeenDIN-rail(35mm)
MonteerhetmontagedeelopeenDIN-rail.Maakdeelektrische
aansluitingenenplaatsdecontrollerinhetmontagedeel.Maakde
controllervastmetdevergrendelingspin.
Omdecontrollergemakkelijktevergrendelenopzijnvoetofomdeze
teontgrendelen,gebruiktubesteenschroevendraaieralshefboom.
DeECLComfort-controllerloskoppelen
Omdecontrollervandevoetteverwijderen,trektude
vergrendelingspinuitmeteenschroevendraaier.Decontrollerkan
nuwordenverwijderdvanhetmontagedeel.
Omdecontrollergemakkelijktevergrendelenopzijnvoetofomdeze
teontgrendelen,gebruiktubesteenschroevendraaieralshefboom.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|13
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.3.2DeafstandsbedieningsunitsECA30/31monteren
Selecteereenvandevolgendemethoden:
• Monterenopeenmuur,ECA30/31
• Monterenineenpaneel,ECA30
Schroevenenvezelpluggenzijnnietbijgeleverd.
Monterenopeenmuur
MonteerhetmontagedeelvandeECA30/31opeenmuurmet
eeneffenoppervlak.Maakdeelektrischeaansluitingen.Plaatsde
ECA30/31inhetmontagedeel.
VoordatudeECLComfort-controllerverwijdertuithetmontagedeel,
moetucontrolerenofdetoevoerspanningislosgekoppeld.
Monterenineenpaneel
MonteerdeECA30ineenpaneelmetdeECA30framekit
(ordercodenr.087H3236).Maakdeelektrischeaansluitingen.
Bevestighetframemetdeklem.PlaatsdeECA30inhet
montagedeel.DeECA30kanwordenaangeslotenopeenexterne
kamertemperatuurvoeler.
DeECA31magnietwordengemonteerdineenpaneelalsde
vochtigheidsfunctiemoetwordengebruikt.
14|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.3.3MonterenvandeinterneI/OmoduleECA32
MonterenvandeinterneI/O-moduleECA32
DeECA32-module(bestelcodenr.087H3202)kanwordengeplaatst
inhetmontagedeelvandeECLComfort310/310B,voorextra
ingangs-enuitgangssignaleninrelevantieapplicaties.
DeaansluitingtussendeECLComfort310/310BendeECA32
bestaatuiteen10-polige(2x5)connector.Deaansluitingwordt
automatischtotstandgebrachtwanneerdeECLComfort310/
310Bophetmontagedeelwordtgeplaatst.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|15
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.4Detemperatuurvoelersplaatsen
2.4.1Detemperatuurvoelersplaatsen
Hetisbelangrijkdatdevoelersopdejuistepositieopuwsysteem
zijngemonteerd.
Dehierondervermeldetemperatuurvoelerszijnvoelersdieworden
gebruiktvoordeECLComfort210/296/310-serieenzijnniet
allemaalnodigvooruwapplicatie.
Buitentemperatuurvoeler(ESMT)
Debuitenvoelermoetwordengemonteerdopdezijdevanhet
gebouwwaardezehetminstwaarschijnlijkaandirectzonlichtzal
wordenblootgesteld.Umagdevoelernietdichtbijdeuren,ramen
ofluchtuitlatenplaatsen.
Flowtemperatuurvoeler(ESMU,ESM-11ofESMC)
Plaatsdevoelermax.15cmvanhetmengpunt.Insystemenmet
warmtewisselaar,beveeltDanfossaandathetESMU-typeinde
flow-uitlaatvandewisselaarwordtgestopt.
Controleerofhetoppervlakvandebuisschoonis,zelfswaarde
voelerwordtgemonteerd.
Retourtemperatuurvoeler(ESMU,ESM-11ofESMC)
Deretourtemperatuurvoelermoetaltijdzowordengeplaatst,dat
dezeeenrepresentatieveretourtemperatuurmeet.
Ruimtetemperatuurvoeler
(ESM-10,afstandsbedieningsunitsECA30/31)
Plaatsderuimtetemperatuurvoelerinderuimtewaarde
temperatuurmoetwordengeregeld.Plaatsdevoelernietop
buitenmurenofdichtbijradiatoren,ramenofdeuren.
Boilertemperatuurvoeler(ESMU,ESM-11ofESMC)
Plaatsdevoelervolgensdespecificatiesvandeboilerfabrikant.
Luchtkanaaltemperatuurvoeler(ESMB-12ofESMU-types)
Plaatsdevoelerzo,datdezeeenrepresentatievetemperatuur
meet.
Tapwatertemperatuurvoeler(ESMUofESMB-12)
Plaatsdetapwatertemperatuurvoelervolgensdespecificatiesvan
defabrikant.
Plaattemperatuurvoeler(ESMB-12)
Plaatsdevoelerineenbeschermingsbuisindeplaat.
ESM-11:verplaatsdevoelerniet,nadatdezeisbevestigdomschade
aanhetvoelerelementtevoorkomen.
ESM-11,ESMCenESMB-12:Gebruikwarmtegeleidendepastavoor
eensnelletemperatuurmeting.
ESMUenESMB-12:Hetgebruikvaneenvoelerzakomdevoelerte
beschermen,zalechterresulterenineentrageretemperatuurmeting.
16|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Pt1000-temperatuurvoeler(IEC751B,1000Ω/0°C) Relatietussentemperatuurenohmsewaarde:
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|17
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.5Elektrischeaansluitingen
2.5.1Elektrischeaansluitingen230VAC
Waarschuwing
Deopdeprintkaartaanwezigeelektrischegeleidersvoor
voedingsspanning,relaiscontactenentriac-uitgangenhebben
geenonderlingeveiligheidsafstandvanminimaal6mm.De
uitgangenmogennietwordengebruiktalsgalvanischgescheiden
(spanningsvrije)uitgangen.
Alsereengalvanischgescheidenuitgangvereistis,wordthetgebruik
vaneenhulprelaisaanbevolen.
24V-gestuurdecomponenten,zoalsservomotoren,moetenworden
geregelddoormiddelvandeECLComfort310inde24V-versie.
Veiligheid
Montage,inbedrijfstellingenonderhoudswerkzaamhedenmogen
alleendoordeskundigenerkendpersoneeluitgevoerdworden.
Delokaleregelgevingmoetwordenaangehouden.Ditgeldtookvoor
kabeldiameterenisolatie(versterkttype).
EenzekeringvoordeECLComfortinstallatieisdoorgaansmax.10A.
DeomgevingstemperatuurvoordeECLComfortinbedrijfis
0-55°C.Overschrijdingvandittemperatuurbereikkanleidentot
storingen.
Installatiemoetwordenvoorkomenwanneereenrisicoop
condensatie(dauw)bestaat.
18|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Degewoneaardingsaansluitingwordtgebruiktvoorhet
aansluitenvanderelevanteonderdelen(pompen,gemotoriseerde
stuurkleppen).
ECL210/310
ECL296
Raadpleegookdeinstallatiehandleiding(meegeleverdmetde
applicatiesleutel)voorapplicatiespecifiekeaansluitingen.
Maximalebelastingwaarden:
Relaisklemmen
4(2)A/230VAC
(4Avoorohmsebelasting,
2Avoorinductieve
belasting)
Triac(=elektronisch
0,2(230)A/230VAC
relais)klemmen
Dwarsdoorsnededraad:0.5-1.5mm²
Onjuisteaansluitingkandeelektronischeuitgangenbeschadigen.
Max.2x1.5mm²dradenkunneninelkeschroefaansluitingworden
gestopt.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|19
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.5.2Elektrischeaansluitingen24VAC
Raadpleegookdeinstallatiehandleiding(meegeleverdmetde
applicatiesleutel)voorapplicatiespecifiekeaansluitingen.
Maximalebelastingwaarden:
Relaisklemmen
Triac(=elektronisch
relais)klemmen
4(2)A/24VAC
(4Avoorohmsebelasting,
2Avoorinductieve
belasting)
1A/24VAC
Sluitgeenonderdelendiewerkenop230Va.c.directaanopeen
controllerdiewerktop24Va.c.stroom.Gebruikreserverelais(K)om
230Va.c.tescheidenvan24Va.c.
20|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.5.3Elektrischeaansluitingen,thermostaten,230Va.c.of24Va.c.
Raadpleegookdeinstallatiehandleiding(meegeleverdmetde
applicatiesleutel)voorapplicatiespecifiekeaansluitingen.
Deaansluitschemaslatenverschillendeoplossingen/voorbeelden
zien:
Veiligheidsthermostaat,1–stapsluiten:
Gemotoriseerdestuurklepzonderveiligheidsfunctie
Veiligheidsthermostaat,1–stapsluiten:
Gemotoriseerdestuurklepmetveiligheidsfunctie
Veiligheidsthermostaat,2–stapsluiten:
Gemotoriseerdestuurklepmetveiligheidsfunctie
WanneerSTisgeactiveerddooreenhogetemperatuur,sluithet
veiligheidscircuitindegemotoriseerdestuurkleponmiddellijk.
WanneerST1isgeactiveerddooreenhogetemperatuur(de
TR-temperatuur),wordtdegemotoriseerdestuurklepgeleidelijk
gesloten.Bijeenhogeretemperatuur(deST-temperatuur),sluithet
veiligheidscircuitindegemotoriseerdestuurkleponmiddellijk.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|21
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.5.4Elektrischeaansluitingen,Pt1000-temperatuurvoelersensignalen
Raadpleegookdemontagehandleiding(meegeleverdmetde
applicatiekey)voorsensor-eningangsaansluitingen.
A217/A317:
Voeler/beschrijving
S1
Buitentemperatuurvoeler*
(optioneel)
S2
Aanvoertemperatuurvoeler*
(optioneel)
S3 Tapwaterverwarmings-
/laadtemperatuurvoeler**
(A217.1/A317.1)
Tapwaterverwarmingstemperatuurvoeler**(A217.2/
A317.2)
Tapwatertemperatuurvoeler**(A217.3)
S4 Tapwaterverwarmingstem-
peratuurvoeler**(alleen
A217.2/A317.2)
S5
Retourtemperatuurvoeler
(optioneel)
S6
Tapwaterboiler
temperatuurvoeler,
bovenste***
S7
Flow-meter/energiemeter
(alleenpulssignaalenECL
210)
S8
Tapwaterboiler
temperatuurvoeler,
onderste(A217.1/A217.2/
A317.1/A317.2).
Type
(aanbevolen)
ESMT
ESM-11/ESMB/
ESMC/ESMU
ESM-11/ESMB/
ESMC/ESMU
ESM-11/ESMB/
ESMC/ESMU
ESM-11/ESMB/
ESMC/ESMU
ESMB/
ESMU
ESMB/
ESMU
Flow-schakelaar(A217.3)
AlleenECL310:
nietgebruikt
AlleenECL310:
nietgebruikt
*
Gebruiktvoorvorstbeschermingsdoeleinden.Alsde
buitentemperatuurvoelernietisaangeslotenofalser
kortsluitingindekabelis,verondersteltdecontrollerdatde
buitentemperatuur0(nul)°Cis.
**
Detapwaterlaad-/verwarmingstemperatuurvoelermoet
altijdaangeslotenzijnomdegewenstefunctionaliteit
tehebben.Alsdevoelernietisaangeslotenofalser
kortsluitingindekabelis,sluitdegemotoriseerdestuurklep
(veiligheidsfunctie).
***
Dezevoelerwordtgebruiktwanneererslechtséénboiler
temperatuurvoelervereistis.
22|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Aansluitingvanhetstuursignaal(0-10V)voorexterneregeling
vandegewensteaanvoertemperatuur
Aansluitingvanflowmeter
Dwarsdoorsnededraadvoorsensoraansluitingen:Min.0.4mm².
Totalekabellengte:Max.200m(allesensorenincl.interneECL
485-communicatiebus)
Kabellengtenvanmeerdan200mkunnenruisgevoeligheid
veroorzaken(EMC).
Raadpleegookdeinstallatiehandleiding(meegeleverdmetde
applicatiesleutel).
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|23
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.5.5Elektrischeaansluitingen,ECA30/31
AansluitingECL
*
Nadateenexternekamertemperatuursensorisaangesloten,
Aansluiting
ECA30/31
30
31
32 2
33 3
Beschrijving
4
1
Gedraaidpaar
Gedraaidpaar
4
5
Ext.kamertemperatuursensor*
Type(aanbevolen)
Kabel2x
gedraaid
paar
ESM-10
moetdeECA30/31opnieuwwordeningeschakeld.
DecommunicatienaardeECA30/31moetwordeningesteldinde
ECLComfort-controllerin'ECAadres'.
DeECA30/31moetovereenkomstigwordeningesteld.
Nadeapplicatie-instellingisdeECA30/31gereedna2–5min.Er
wordteenvoortgangsbalkindeECA30/31weergegeven.
Wanneerdeactueleapplicatietweeverwarmingscircuitsbevat,
danishetmogelijkeenECA30/31opelkcircuitaantesluiten.De
elektrischeaansluitingenwordenparalleluitgevoerd.
Erkunnenmax.tweeECA30/31-unitswordenaangeslotenop
eenECLComfort310-controllerofopECLComfort210/296/
310-controllersineenmaster-slavesysteem.
InstelproceduresvoorECA30/31:Ziesectie'Diversen' .
ECA-informatiebericht:
'ApplicatievereistnieuwereECA ':
Desoftware(firmware)vanuwECAkomtnietovereenmetdesoftware
(firmware)vanuwECLComfort-controller.Neemcontactopmetuw
Danfoss-verkoopkantoor.
24|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.5.6Elektrischeaansluitingen,master-/slave-systemen
Decontrollerkanwordengebruiktalsmasterofslavein
master-slavesystemenviadeinterneECL485-communicatiebus
(kabelmet2xgedraaideparen).
DeECL485-communicatiebusisnietcompatibelmetdeECL-busin
ECLComfort110,200,300en301!
TotalekabellengteMax.200m(allevoelersincl.interneECL
485-communicatiebus).
Kabellengtenvanmeerdan200mkunnenruisgevoeligheid
veroorzaken(EMC).
Sommigeapplicatiesbevattengeenfunctiesgekoppeldaande
actuelekamertemperatuur.DeaangeslotenECA30/31zalalleen
fungerenalsafstandsbediening.
Aanslui-
Beschrijving
ting
30
Gewoneaansluiting
Type(aanbevolen)
+12V*,ECL485-communicatiebus
31
*AlleenvoorECA30/31en
master-slavecommunicatie
32
B,ECL485-communicatiebus
33
A,ECL485-communicatiebus
Kabel2x
twistedpair
ECL485-buskabel
DemaximaalaanbevolenlengtevandeECL485-buswordtalsvolgt
berekend:
trekdetotalelengtevanalleingangskabelsvanalleECL-controllersin
hetmaster-slavesysteemafvan200m.
Eenvoudigvoorbeeldvandetotalelengtevanalleingangskabels,
3xECL:
1xECL
3xECL
3xECL
3xECL
Totaal:
Buitentemp.voeler:
Aanv.temp.voeler:
Retourtemp.voeler:
Ruimtetemp.voeler:
15m
18m
18m
30m
81m
MaximaalaanbevolenlengtevandeECL485-bus:
200-81m=119m
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|25
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.5.7 Elektrischeaansluitingen,communicatie
Elektrischeaansluitingen,Modbus
ECLComfort210:NietgalvanischgescheidenModbusaansluitingen
ECLComfort296:GalvanischgescheidenModbus-aansluitingen
ECLComfort310:GalvanischgescheidenModbus-aansluitingen
2.5.8Electricalconnections,communication
Elektrischeaansluitingen,M-bus
ECLComfort210:niettoegepast
ECLComfort296:intern,nietgalvanischgescheiden.Max.
kabellengte50m.
ECLComfort310:intern,nietgalvanischgescheiden.Max.
kabellengte50m.
26|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.6DeECL-applicatiesleutelplaatsen
2.6.1DeECL-applicatiesleutelplaatsen
DeECL-toepassingssleutelbevat
• deapplicatieenzijnsubtypes,
• momenteelbeschikbaretalen,
• fabrieksinstellingen;bijv.programma's,gewenste
temperaturen,grenswaardenenz.Hetisaltijdmogelijkde
fabrieksinstellingenteherstellen,
• geheugenvoorgebruikersinstellingen:specialegebruikers/systeeminstellingen.
Nahetinschakelenvandecontroller,kunnenverschillende
situatiesoptreden:
1.Decontrollerisnieuwvandefabriek,deECL-applicatiesleutel
wordtnietgeplaatst.
2.Decontrollervoertaleenapplicatieuit.DeECL-applicatiesleutel
wordtgeplaatst,maardeapplicatiemoetwordengewijzigd.
3.Eenkopievandecontrollerinstellingenisnodigvoorhet
configurerenvaneenanderecontroller.
ECLComfort210/310
ECLComfort210/310
Gebruikersinstellingenzijn,onderandere,gewenste
kamertemperatuur,gewenstetapwatertemperatuur,programma's,
stooklijn,grenswaarden,enz.
Systeeminstellingenzijn,onderandere,communicatie-instellingen,
helderheidvanhetdisplayenz.
AQ055186460331nl-000501
ECLComfort296
©Danfoss|2021.04|27
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Automatischeupdatevancontrollersoftware(firmware):
Desoftwarevandecontrollerwordtautomatischgeüpdatetwanneer
desleutelwordtgeplaatst(vanafcontrollerversie1.11(ECL210/
310)enversie1.58(ECL296)).Devolgendeanimatiewordtgetoond
wanneerdesoftwarewordtgeüpdatet:
Voortgangsbalk
Tijdensdeupdate:
•VerwijderdeSLEUTELniet
Alsudesleutelverwijdertvoordatdezandloperzichtbaarwordt,
moetudeprocedurevanvorenafaanbeginnen.
•Onderbreekdevoedingniet
Alsdevoedingwordtonderbrokenterwijldezandloperwordt
getoond,functioneertdecontrollerniet.
•Handmatigeupdatevancontrollersoftware(firmware):
Ziedeparagraaf'Automatische/handmatigeupdatevanfirmware'.
Het“Keyoverzicht”geeftgeeninformatie—viaECA30/31—over
desubtupesvandeapplicatiekey.
Keygeplaatst/nietgeplaatst,omschrijving:
ECLComfort210/310,controllerversieslagerdan1.36:
-
Verwijderdeapplicatiekey;gedurende20
minutenkunnendeinstellingenworden
gewijzigd.
-
Schakeldecontrollerinzonderde
applicationkeyingestoken;gedurende
20minutenkunneninstellingenworden
gewijzigd.
ECLComfort210/310,controllerversies1.36enhoger:
-
Verwijderdeapplicatiekey;gedurende20
minutenkunnendeinstellingenworden
gewijzigd.
-
Schakeldecontrollerinzonderde
applicationkeyingestoken;instellingen
kunnennietwordengewijzigd.
ECLComfort296,controllerversies1.58enhoger:
-
Verwijderdeapplicatiekey;gedurende20
minutenkunnendeinstellingenworden
gewijzigd.
-
Schakeldecontrollerinzonderde
applicationkeyingestoken;instellingen
kunnennietwordengewijzigd.
28|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Applicatiesleutel:Situatie1
Decontrollerisnieuwvandefabriek,deECL-applicatiesleutel
isnietgeplaatst.
Erwordteenanimatievoorhetplaatsenvande
ECL-applicatiesleutelweergegeven.Plaatsdeapplicatiesleutel.
Denaamenversievandeapplicatiesleutelwordenaangegeven
(voorbeeld:A266Ver.1.03).
AlsdeECL-applicatiesleutelnietgeschiktisvoorde
controller,verschijnteen'kruis'bovenhetsymboolvande
ECL-applicatiesleutel.
Actie:
*‘Autom.daglicht’isdeautomatischeoverschakelingtussen
zomer-enwintertijd.
AfhankelijkvandeinhoudvandeECL-applicatiesleutel,vindt
procedureAofBplaats:
A
DeECL-applicatiesleutelbevatfabrieksinstellingen:
Decontrollerleest/draagtgegevensovervande
ECL-applicatiesleutelnaardeECL-controller.
Doel:
Selecteerdetaal
Bevestig
Selecteerdeapplicatie(subtype)
Sommigesleutelshebbenslechtséén
applicatie.
Bevestigmet'Ja'
Stel'Tijdendatum'in
Draaiaanendrukopdedraaiknopom
'Uur','Minuten' ,'Datum','Maand'en
'Jaar'teselecterenentewijzigen.
Kies'Volgende' .
Bevestigmet'Ja'
Ganaar'Autom.daglicht'
Kiesof'Autom.daglicht'*aldanniet
actiefmoetzijn
Voorbeel-
den:
JAofNEE
Deapplicatiewordtgeïnstalleerdendecontrollerwordtgereset
enopgestart.
B
DeECL-applicatiesleutelbevatgewijzigdesysteeminstellingen:
Drukherhaaldelijkopdedraaiknop.
'NEE':
’JA*:
Alsdesleutelgebruikersinstellingenbevat:
Drukherhaaldelijkopdedraaiknop.
‘NEE:
‘JA*:
*Als‘ JA’nietkanwordengekozen,bevatdeECL-applicatiesleutel
geenspecialeinstellingen.
Kies‘Startkopiëren’enbevestigmet'Ja'.
AQ055186460331nl-000501
AlleenfabrieksinstellingenvandeECL-applicatiesleutel
wordengekopieerdnaardecontroller.
Specialesysteeminstellingen(andersdande
fabrieksinstellingen)wordengekopieerdnaarde
controller.
AlleenfabrieksinstellingenvandeECL-applicatiesleutel
wordengekopieerdnaardecontroller.
Specialegebruikersinstellingen(andersdande
fabrieksinstellingen)wordengekopieerdnaarde
controller.
©Danfoss|2021.04|29
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
(Voorbeeld):
De"i "inderechterbovenhoekgeeftaandat-behalvede
fabrieksinstellingen-hetsubtypeookspecialegebruikers-/
systeeminstellingenbevat.
Applicatiesleutel:Situatie2
Decontrollervoertaleenapplicatieuit.DeECL-
applicatiesleutelwordtgeplaatst,maardeapplicatiemoet
wordengewijzigd.
Omteschakelennaareenandereapplicatieopde
ECL-applicatiesleutel,moetdehuidigeapplicatiewordengewist
(verwijderd)vandecontroller.
Houderrekeningmeedatdeapplicatiesleutelmoetworden
geplaatst.
Actie:
Decontrollerwordtgeresetenisgereedomteworden
geconfigureerd.
Doel:
Kies"MENU"ineenvandecircuits
Bevestig
Kiesdecircuitkiezerinde
rechterbovenhoekvanhetdisplay
Bevestig
Kies'Algemenecontrollerinstellingen'
Bevestig
Kies"Sleutelfuncties'
Bevestig
Kies‘Verwijderapplicatie’
Bevestigmet'Ja'
Voorbeel-
den:
Volgdeproceduredieisbeschreveninsituatie1.
30|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Applicatiesleutel:Situatie3
Eenkopievandecontrollerinstellingenisnodigvoorhet
configurerenvaneenandereregelaar.
Dezefunctiewordtgebruikt
• voorhetopslaan(makenvaneenback-up)vanspeciale
gebruikers-ensysteeminstellingen
• wanneereenandereECLComfort-regelaarvanhetzelfdetype
(210,296of310)moetwordengeconfigureerdmetdezelfde
applicatie,maardegebruikers-/systeeminstellingenverschillen
vandefabrieksinstellingen.
HoetekopiërennaareenandereECLComfort-regelaar:
Actie:
Doel:
Kies'MENU'
Bevestig
Kiesdecircuitkiezerinde
rechterbovenhoekvanhetdisplay
Bevestig
Kies'Algemeneregelaarinstellingen'
Bevestig
Ganaar'Sleutelfuncties'
Bevestig
Kies'Kopie'
Bevestig
Kies'Naar'
‘ECL’of‘KEY’wordtaangeduid.Kies
’ECL’ofKEY’
Drukherhaaldelijkopdedraaiknop
omdekopieerstandtekiezen
Kies'Systeeminstell.'of'Instel.
gebruiker'
Drukherhaaldelijkopdedraaiknop
om'Ja'of'Nee'tekiezenin'Kopie' .
Indrukkenomtebevestigen.
Kies'Startkopiëren'
Deapplicatiesleutelofderegelaar
wordtbijgewerktmetspeciale
systeem-ofgebruikersinstellingen.
Voorbeel-
den:
*
’ECL’ofKEY’ .
**
‘NEE’of‘JA’
*
‘ECL’:
‘KEY’:
**
‘NEE’:
‘JA':
AQ055186460331nl-000501
gegevenswordengekopieerdvandeapplicatiesleutel
naardeECL-regelaar.
gegevenswordengekopieerdvandeECL-regelaarnaar
deapplicatiesleutel.
deinstellingenvandeECL-regelaarwordenniet
gekopieerdnaardeapplicatiesleutelofdeECL
Comfort-regelaar.
specialeinstellingen(andersdandefabrieksinstellingen)wordengekopieerdnaardeapplicatiesleutelof
deECLComfort-regelaar.AlsuJAnietkuntselecteren,
zijnergeenspecialeinstellingendiemoetenworden
gekopieerd.
©Danfoss|2021.04|31
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Taal
Bijhetuploadenvaneenapplicatiemoetereentaalworden
geselecteerd.*
AlseenanderetaaldanhetEngelswordtgeselecteerd,wordende
geselecteerdetaalENhetEngelsnaardeECL-controllergeüpload.
DatvereenvoudigthetonderhouddoorEngelssprekende
servicemedewerkers,omdatdeEngelstaligemenu'szichtbaar
kunnenwordengemaaktdoordetaalinstellingtewijzigennaar
Engels.
(Navigatie:MENU>Algemenecontroller>Systeem>Taal)
Alsdegeüploadetaalnietgeschiktis,moetdeapplicatieworden
verwijderd.Degebruikers-ensysteeminstellingenkunnenopde
applicatiesleutelwordenopgeslagenvoordatdeapplicatiewordt
verwijderd.
Naeennieuweuploadmetdegewenstetaalkunnendebestaande
gebruikers-ensysteeminstellingenwordengeüpload.
*)
(ECLComfort310,24V)Alsdetaalnietkanwordengeselecteerd,
komtdatomdatergeenwisselstroom(AC)wordtgebruikt.
2.6.2ECL-applicatiesleutel,gegevenskopiëren
Algemeneprincipes
Wanneerdecontrollerisaangeslotenenwerkt,kuntualleof
sommigebasisinstellingencontrolerenenaanpassen.Denieuwe
instellingenkunnenwordenopgeslagenopdesleutel.
HoedeECL-applicatiesleutelbijwerkennadatdeinstellingen
zijngewijzigd?
Allenieuweinstellingenkunnenwordenopgeslagenopde
ECL-applicatiesleutel.
Hoedefabrieksinstellingopslaanindecontrollervande
applicatiesleutel?
Leesdealineaoverdeapplicatiesleutel,situatie1:Decontrolleris
nieuwvandefabriek,deECL-applicatiesleutelisnietgeplaatst.
Hoedepersoonlijkeinstellingenopslaanvandecontroller
naardesleutel?
Leesdealineaoverdeapplicatiesleutel,situatie3:Eenkopievan
decontrollerinstellingenisnodigvoorhetconfigurerenvaneen
anderecontroller
AlsbelangrijksteregelmoetdeECL-applicatiesleutelaltijdin
decontrollerblijven.Alsdesleutelwordtverwijderd,ishetniet
mogelijkdeinstellingentewijzigen.
Fabrieksinstellingenkunnenaltijdwordenhersteld.
Letopdenieuweinstellingenindetabel'Overzichtinstellingen' .
VerwijderdeECL-applicatiesleutelniettijdenshetkopiëren.De
gegevensopdeECL-applicatiesleutelkunnenbeschadigdraken!
HetismogelijkinstellingenvandeeneECLComfort-controllerte
kopiërennaareenanderecontroller,opvoorwaardedatdetwee
controllersvandezelfdeseriezijn(210of310).
Verderishetmogelijkom,wanneereenapplicatiesleutel(minimaal
versie2.44)indeECLComfort-controllerisgeüpload,persoonlijke
instellingenvanapplicatiesleutels(minimaalversie2.14)teuploaden.
32|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Het“Keyoverzicht”geeftgeeninformatie—viaECA30/31—over
desubtupesvandeapplicatiekey.
Keygeplaatst/nietgeplaatst,omschrijving:
ECLComfort210/310,controllerversieslagerdan1.36:
-
Verwijderdeapplicatiekey;gedurende20
minutenkunnendeinstellingenworden
gewijzigd.
-
Schakeldecontrollerinzonderde
applicationkeyingestoken;gedurende
20minutenkunneninstellingenworden
gewijzigd.
ECLComfort210/310,controllerversies1.36enhoger:
-
Verwijderdeapplicatiekey;gedurende20
minutenkunnendeinstellingenworden
gewijzigd.
-
Schakeldecontrollerinzonderde
applicationkeyingestoken;instellingen
kunnennietwordengewijzigd.
ECLComfort296,controllerversies1.58enhoger:
-
Verwijderdeapplicatiekey;gedurende20
minutenkunnendeinstellingenworden
gewijzigd.
-
Schakeldecontrollerinzonderde
applicationkeyingestoken;instellingen
kunnennietwordengewijzigd.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|33
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.7Controlelijst
IsdeECL-comfortcontrollerklaarvoorgebruik?
Controleerofdejuistevoedingsspanningisaangeslotenopklemmen9en10(230Vof24V).
Zorgervoordatdejuistefase-conditieszijnaangesloten:
230V:Spanningsvoerend=klem9enneutraal=klem10
24V:SP=klem9enSN=klem10
Controleerofdevereistegecontroleerdeonderdelen(aandrijving,pompenz.)zijnaangeslotenopdejuiste
aansluitingen.
Controleerofallevoelers/signalenzijnverbondenmetdejuisteaansluitingen(zie'Elektrischeaansluitingen').
Monteerdecontrollerenschakeldevoedingin.
IsdeECL-toepassingssleutelgeplaatst(zie'Detoepassingssleutelplaatsen')?
BevatdeECLComfortcontrollereenbestaandeapplicatie(zie'invoegenvandeapplicatiesleutel').
Isdejuistetaalgekozen(zie'Taal'in'Algemenecontrollerinstellingen')?
ZijnTijd&Datumcorrectingesteld(zie'Tijd&Datum'in'Algemenecontrollerinstellingen')?
Isdejuisteapplicatiegekozen(zie'Hetsysteemtypeidentificeren').
Controleerofalleinstellingenindecontroller(zie'Overzichtinstellingen')zijningesteldofdatdefabrieksinstellingen
voldoenaanuwvereisten.
Kieshandbediening(Zie'Handbediening').Controleerofdekleppenopenenensluitenenofdevereistegecontroleerde
onderdelen(pompenz.)startenenstoppenwanneerzehandmatigwordenbediend.
Controleerofdetemperaturen/signalendieophetdisplaywordenweergegeven,overeenkomenmetdeeigenlijke
aangeslotenonderdelen.
Nadatudehandbedieningscontrolehebtvoltooid,kiestudecontrollermodus(geprogrammeerd,comfort,opslagof
vorstbescherming).
34|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
2.8Navigation,ECLApplicationKeyA217/A317
Navigatie,applicatieA217.1/A317.1(*alleenA217.1,**alleenA317.1)
Home
ID-nr.
MENU
Programma
Programmacirc.P
InstellingenBoilertemperatuur
Retourgrens
Flow-/verm.grens Actueel
Controleparam.
Applicatie
Anti-bacterie Selecteerbaar
VakantieSelecteerbaar
Alarm
Overzichtinvloed
Temp.monit.
DigitaalS9**
Alarmoverzicht
Gew.tapwaterT
11193 Laadverschil
11195
11194
11152
11030
11035
11036
11037
11111
11112
11113
11109
11115
11114
11174
11185
11186
11187
11189
11055
11054
11041
11500
11076
11093
11141
11142
11147
11148
11149
11150
11636
11637
Functie
Selecteerbaar
Selecteerbaar
Startverschil
Stopverschil
Max.laadT
Grens
Infl.-max.
Infl.-min.
Adapt.tijd
Grens
Adapt.tijd
Filterconstante
Ingangstype
Units
Puls*
Motorpr.
Xpactueel
Tn
Mrun
Nz
Min.act.tijd
Circ.Pprioriteit
Cont.Tcontrole
Tapw.Ppost-run
Zendengew.T
Circ.PvorstT
VorstD
Ext.ingang
Ext.mode
Verschilhoog
Laagsteverschil
Vertraging
Laagstetemp.
Alarmwaarde
Alarmtime-out
Retourgrens
Flow-/verm.begr.
Vakantie
Ext.override
Anti-bacterie
SCADAoverride
Tapwater,circuit1
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|35
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Navigatie,applicatieA217.1/A317.1,algemenecontrollerinstellingen(*alleenA317.1)
Home
MENU
Tijd&datumSelecteerbaar
Programmauitgang*
Ingangoverzicht
Log(voelers)
Uitgangoverride
Key-functies
SysteemECL-versie
AanvoerT
Tapw.flow&gew.
Tapw.ret.T&grens
BoilerThg&gew. Log4dagen
BoilerThg&lg
Nieuweapplicatie Verwijderapplicatie
Applicatie
Fabrieksinst. Systeeminstell.
Kopie
Sleuteloverzicht
Extra
Ethernet
M-busconfig.
Energiemeters
Display
Communicatie
Taal
ID-nr.
Algemenecontrollerinstellingen
Functie
Selecteerbaar
AanvoerT
TapwaterflowT
Tapwaterret.T
BoilerThoog
BoilerTlaag
S9status*
Logvandaag
Loggisteren
Log2dagen
M1,P1,P3,A1
Instel.gebruiker
Terugnaarfabriek
Naar
Systeeminstell.
Instel.gebruiker
Startkopiëren
Codenr.
Hardware
Software
Prod.nr.
Serienr.
MAC
Productieweek
Selecteerbaar
Selecteerbaar
60058
Achtergrondlicht
60059
Contrast
38
Modbus-adres
2048
ECL485-adres
2150
Servicepin
2151
Ext.reset
2050
Taal
36|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Navigatie,applicatieA217.2/A317.2(*alleenA217.2,**alleenA317.2)
Home
ID-nr.
MENU
Programma
Programmacirc.P
InstellingenBoilertemperatuur
11193 Laadverschil
11195
11194
11152
11068
Retourgrens
Flow-/verm.grens Actueel
Controleparam.
Applicatie
Anti-bacterie Selecteerbaar
VakantieSelecteerbaar
Alarm
Overzichtinvloed
Temp.monit.
DigitaalS9**
Alarmoverzicht
Gew.tapwaterT
11030
11035
11036
11037
11111
11112
11113
11109
11115
11114
11174
11185
11186
11187
11189
11055
11054
11041
11042
11500
11076
11093
11141
11142
11147
11148
11149
11150
11136
11137
Functie
Selecteerbaar
Selecteerbaar
Startverschil
Stopverschil
Max.laadT
FlowTadapt.tijd
Grens
Infl.-max.
Infl.-min.
Adapt.tijd
Grens
Adapt.tijd
Filterconstante
Ingangstype
Units
Puls*
Motorpr.
Xpactueel
Tn
Mrun
Nz
Min.act.tijd
Circ.Pprioriteit
Cont.Tcontrole
Tapw.Ppost-run
LaadPpost-run
Zendengew.T
Circ.PvorstT
VorstD
Ext.ingang
Ext.mode
Verschilhoog
Laagsteverschil
Vertraging
Laagstetemp.
Alarmwaarde
Alarmtime-out
Retourgrens
Flow-/verm.begr.
Vakantie
Ext.override
Anti-bacterie
SCADAoverride
Tapwater,circuit1
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|37
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Navigatie,applicatieA217.2/A317.2,algemenecontrollerinstellingen(*alleenA217.2,**alleenA317.2)
Home
MENU
Tijd&datumSelecteerbaar
Programmauitgang**
Ingangoverzicht
Log(voelers)
Uitgangoverride
Key-functies
SysteemECL-versie
AanvoerT
Tapw.flow&gew.
LaadT Log2dagen
Tapw.ret.T&grens
BoilerThg&gew.
BoilerThg&lg
Nieuweapplicatie Verwijderapplicatie
Applicatie
Fabrieksinst. Systeeminstell.
Kopie
Sleuteloverzicht
Extra
Ethernet
M-busconfig.
Energiemeters
Display
Communicatie
Taal
ID-nr.
Algemenecontrollerinstellingen
Functie
Selecteerbaar
AanvoerT
TapwaterflowT
LaadT*
Tapwaterret.T
BoilerThoog
BoilerTlaag
S9status**
Logvandaag
Loggisteren
Log4dagen
M1,P1,P2,P3,A1
Instel.gebruiker
Terugnaarfabriek
Naar
Systeeminstell.
Instel.gebruiker
Startkopiëren
Codenr.
Hardware
Software
Prod.nr.
Serienr.
MAC
Productieweek
Selecteerbaar
Selecteerbaar
60058
Achtergrondlicht
60059
Contrast
38
Modbus-adres
2048
ECL485-adres
2150
Servicepin
2151
Ext.reset
2050
Taal
38|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Navigatie,applicatieA217.3
Home
ID-nr.
MENU
Programma
Programmacirc.P
InstellingenFlow-temperatuur
11178 Temp.max.
11177
Retourgrens
Flow-/verm.grens Actueel
Controleparam.
Applicatie
Anti-bacterie Selecteerbaar
VakantieSelecteerbaar
Alarm
Overzichtinvloed
Temp.monit.
Alarmoverzicht
Gew.tapwaterT
11030
11035
11036
11037
11085
11111
11112
11113
11109
11115
11114
11173
11174
11185
11186
11187
11189
11097
11096
11094
11095
11500
11022
11023
11076
11040
11093
11141
11142
11147
11148
11149
11150
11150
Functie
Selecteerbaar
Selecteerbaar
Temp.min.
Grens
Infl.-max.
Infl.-min.
Adapt.tijd
Prioriteit
Grens
Adapt.tijd
Filterconstante
Ingangstype
Units
Puls
Autom.tuning
Motorpr.
Xpactueel
Tn
Mrun
Nz
Min.act.tijd
AanvoerT(idle)
Tn(idle)
Opentijd
Sluittijd
Zendengew.T
Pexercise
Mexercise
Circ.PvorstT
Ppost-run
VorstD
Ext.ingang
Ext.mode
Verschilhoog
Laagsteverschil
Vertraging
Laagstetemp.
Laagstetemp.
2:Temp.monit.
Retourgrens
Flow-/verm.begr.
Vakantie
Ext.override
Anti-bacterie
SCADAoffset
Tapwater,circuit1
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|39
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Navigatie,applicatieA217.3,algemenecontrollerinstellingen
Home
MENU
Tijd&datumSelecteerbaar
Ingangoverzicht
Log(voelers)
Uitgangoverride
Key-functies
SysteemECL-versie
BuitenT
Tapw.flow&gew.
Tapw.ret.T&grens
AanvoerT
Nieuweapplicatie Verwijderapplicatie
Applicatie
Fabrieksinst. Systeeminstell.
Kopie
Sleuteloverzicht
Extra(alleenECL310)
Ethernet(alleenECL310) Selecteerbaar
Poortconfig.(alleenECL310)
M-busconfig.(alleenECL310)
Energiemeters(alleenECL310) Selecteerbaar
Alg.ing.overz. Selecteerbaar
Alarm
Display
Communicatie
Taal
ID-nr.
Algemenecontrollerinstellingen
Functie
BuitenT
TapwaterflowT
Tapwaterret.T
AanvoerT
Flow-schakelaar
Logvandaag
Loggisteren
Log2dagen
Log4dagen
M1,P1,A1
Instel.gebruiker
Terugnaarfabriek
Naar
Systeeminstell.
Instel.gebruiker
Startkopiëren
Codenr.
Hardware
Software
Prod.nr.
Serienr.
MAC
Productieweek
ECLportal
Poortstatus
Poortinfo
Selecteerbaar
32:Temp.monit.
60058
Achtergrondlicht
60059
Contrast
2048
ECL485-adres
38
Modbus-adres
39
Band
2150
Servicepin
2151
Ext.reset
2050
Taal
40|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
3.0Dagelijksgebruik
3.1Navigeren
Unavigeertindecontrollerdoordedraaiknopnaarlinksofrechts
tedraaiennaardegewenstepositie().
Dedraaiknopheefteeningebouwdeversnelling.Hoesnelleru
deknopdraait,hoesnellerdegrenzenvanelkbreedinstelbereik
wordenbereikt.
Depositie-indicatorophetdisplay(
Drukopdedraaiknopomuwkeuzestebevestigen().
Dedisplayvoorbeeldenzijnvantoepassingopeendubbelcircuit:
éénverwarmingscircuit()enééntapwatercircuit().De
voorbeeldenkunnenafwijkenvanuwtoepassing.
)toontualtijdwaarubent.
VoorbeeldtoontECL210/310
Verwarmingscircuit(): Tapwatercircuit():
Sommigealgemeneinstellingendievantoepassingzijnopde
volledigecontroller,bevindenzichineenspecifiekdeelvande
controller.
Toegangkrijgentot'Algemenecontrollerinstellingen':
Actie:
Doel:
Kies"MENU"ineenvandecircuits
Bevestig
Kiesdecircuitkiezerinde
rechterbovenhoekvanhetdisplay
Bevestig
Kies'Algemenecontrollerinstellingen'
Bevestig
Voorbeel-
Circuitkiezer
den:
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|41
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
3.2Hetcontrollerdisplaybegrijpen
Dezeparagraafgeefteenalgemenebeschrijvingvandefunctie
indeECLComfort210/296/310-serie.Degetoondedisplays
zijnstandaardennietgerelateerdaanspecifiekeapplicaties.Zij
kunnendaaromafwijkenvandedisplaysinuwapplicatie.
Eenfavorietdisplaykiezen
Uwfavorietedisplayishetdisplaydatuhebtgekozenals
standaarddisplay.Hetfavorietedisplaygeeftueensneloverzicht
vandetemperaturenofunitsdieuinhetalgemeenwiltmonitoren.
Alsdedraaiknoplangerdan20min.nietwordtgeactiveerd,zalde
controllerterugkerennaarhetoverzichtdisplaydatualsfavoriet
hebtgekozen.
Verschuiventussendisplays:Draaidedraaiknoptotudedisplaykiezer
(
)rechtsonderaanhetdisplaybereikt.Drukopdedraaiknop
omuwfavorieteoverzichtdisplaytekiezen.Duwopnieuwopde
draaiknop.
Tapwatercircuit
Overzichtdisplay1informeertover:
actueletapwatertemperatuur,controllermodus,gewenste
tapwatertemperatuurenhetcomfortprogrammavandehuidige
dag.
Overzichtdisplay2informeertover:
destatusvandegecontroleerdeonderdelen,actuele
tapwatertemperatuur,(gewenstetapwatertemperatuur),
controllermodus,retourtemperatuur(grenswaarde),invloedopde
gewenstetapwatertemperatuur.
Afhankelijkvanhetgekozendisplay,informerende
overzichtdisplaysvoorhettapwatercircuituover:
•actueletapwatertemperatuur(50.3)
•controllermodus(
)
•gewenstetapwatertemperatuur(50°C)
•comfortprogrammavoordehuidigedag(0-12-24)
•statusvandegecontroleerdeonderdelen(M1,P1)
•actueletapwatertemperatuur(50°C),(gewenste
tapwatertemperatuur(50))
•retourtemperatuur(--°C)(grenstemperatuur(30))
Degewenstetemperatuurinstellen
Afhankelijkvanhetgekozencircuitendemodusishet
mogelijkalledagelijkseinstellingendirectintevoerenvanafde
overzichtdisplays(zieookdevolgendepaginametbetrekkingtot
symbolen).
Overzichtdisplay1: Overzichtdisplay2:
Voorbeeldvanoverzichtsdisplay
metindicatievandeinvloed:
42|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Degewenstetapwatertemperatuurinstellen
Degewenstetapwatertemperatuurkangemakkelijkworden
aangepastindeoverzichtdisplaysvoorhettapwatercircuit.
Actie:
Doel:
Gewenstetapwatertemperatuur
Bevestig
Degewenstetapwatertemperatuur
aanpassen
Bevestig
Naastdeinformatieoverdegewensteenactuele
tapwatertemperatuur,isookhetprogrammavanvandaag
zichtbaar.
Hetdisplayvoorbeeldgeeftaandatdecontrollerineen
programmabewerkingenindecomfortmodusis.
Voorbeel-
den:
50
55
Overzichtvaninstelbereikeninstellingenvoortapwatermodi:
Modus Instelbereik Fabrieksinst.
Comfort
Opslaan
Vorstbescherming*
10...150°C 50°C
10...150°C 10°C
5...40°C 10°C
*gekoppeldaangewensteflow-temperatuur
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|43
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
3.3Eenalgemeenoverzicht:watbetekenendesymbolen?
Symbool Beschrijving
Buitentemp.
Relatievevochtigheid
binnen
Ruimtetemp.
Warmtapwatertemp.
Positie-indicator
Geprogrammeerdemodus
Comfortmodus
Afwezigheidsmodus
Vorstbeschermingsmodus
Handmatigemodus
Stand-by
Koelmodus
Temperatuur
Modus
Symbool Beschrijving
Alarm
Bericht
Gebeurtenis
Bewakingaansluitingtemperatuurvoeler
Displaykiezer
Max.enmin.waarde
Trendinbuitentemperatuur
Windsnelheidsvoeler
Voelernietaangeslotenofnietingebruik
Kortsluitingvoeleraansluiting
Vastgelegdecomfortdag(vakantie)
Actieveinvloed
Verwarmingactief(+)
Koelingactief(-)
ActieveUitgangoverride
Geoptimaliseerdestart-of
stoptijd
Verwarming
Koelen
Warmtapwater
Algemene
regelaarinstellingen
PompAAN
PompUIT
VentilatorAAN
VentilatorUIT
Aandrijvingopent
Aandrijvingsluit
Aandrijving,analoog
stuursignaal
Pomp-/ventilatorsnelheid
DemperAAN
Circuit
Gecontroleerd
onderdeel
Aantalwarmtewisselaars
Extrasymbolen,ECA30/31
Symbool Beschrijving
ECA-afstandsbedieningsunit
Aansluitingsadres(master:15,slaves:1-9)
15
Dagvrij
Vakantie
Ontspannen(verlengdecomfortperiode)
Uitgaan(verlengdezuinigeperiode)
IndeECA30/31wordenalleendesymbolengetoonddierelevant
zijnvoordeapplicatieindecontroller.
44|©Danfoss|2021.04
DemperUIT
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
3.4Temperaturenensysteemonderdelenbewaken
Dezeparagraafgeefteenalgemenebeschrijvingvandefunctie
indeECLComfort210/296/310-serie.Degetoondedisplays
zijnstandaardennietgerelateerdaanspecifiekeapplicaties.Zij
kunnendaaromafwijkenvandedisplaysinuwapplicatie.
Tapwatercircuit
Hetoverzichtsdisplayinhettapwatercircuitbiedteensnel
overzichtvandeactueleen(gewenste)temperaturenenvande
actuelestatusvandesysteemonderdelen.
Displayvoorbeeld(warmtewisselaar):
50°C
(50)
--
(30)
Ingangoverzicht
Eenandereoptieomeensneloverzichttekrijgenvangemeten
temperaturen,is'Ingangoverzicht'datzichtbaarisinde
algemenecontrollerinstellingen(zie"Inleidingopdealgemene
controllerinstellingen'voorhetopenenvandealgemene
controllerinstellingen.)
Aangezienditoverzicht(ziedisplayvoorbeeld)alleendegemeten
actueletemperaturenvermeldt,ishetalleen-lezen.
Flow-temperatuur
Gewensteflow-temperatuur
Retourtemperatuur:voelernietaangesloten
Retourtemperatuurgrens
Displayvoorbeeldmetwarmtewisselaar:
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|45
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
3.5Overzichtinvloed
Dezeparagraafgeefteenalgemenebeschrijvingvandefunctie
indeECLComfort210/296/310-serie.Degetoondedisplays
zijnstandaardennietgerelateerdaanspecifiekeapplicaties.Zij
kunnendaaromafwijkenvandedisplaysinuwapplicatie.
Ditmenugeefteenoverzichtvandeinvloedenopdegewenste
flowtemperatuur.Ditverschiltafhankelijkvandeapplicatie
waarvandeparameterszijnweergegeven.Ineenservicesituatie
kanhetnuttigzijnomo.a.onverwachteomstandighedenof
temperaturentoetelichten.
Alsdegewensteflowtemperatuurwordtbeïnvloed(gecorrigeerd)
dooreenofmeerparameters,wordtditaangegevendooreen
kleinelijnmeteenpijlomlaag,pijlomhoogofeendubbelepijl:
Pijlomlaag:
debetreffendeparameterverlaagtdegewensteflowtemperatuur.
Pijlomhoog:
debetreffendeparameterverhoogtdegewensteflowtemperatuur.
Dubbelepijl:
debetreffendeparametervormteenoverride(bijv.vakantie).
Rechtelijn:
geenactieveinvloed.
Inhetvoorbeeld,wijstdepijlinhetsymboolomlaagvoor'Ruimte
grens'.Ditbetekentdatdeactuelekamertemperatuurhogerisdan
degewenstekamertemperatuurdieopnieuwresulteertineen
verhogingvandegewensteflowtemperatuur.
Voorbeeldvanoverzichtsdisplaymetindicatievandeinvloed:
46|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
3.6Handbediening
Dezeparagraafgeefteenalgemenebeschrijvingvandefunctie
indeECLComfort210/296/310-serie.Degetoondedisplays
zijnstandaardennietgerelateerdaanspecifiekeapplicaties.Zij
kunnendaaromafwijkenvandedisplaysinuwapplicatie.
Hetismogelijkdegeïnstalleerdeonderdelenhandmatigte
bedienen.
Dehandbedieningkanalleenwordengeselecteerdinfavoriete
displayswaarindesymbolenvoordebestuurdeonderdelen(klep,
pompenz.)zichtbaarzijn.
Actie:
Doel:
Kiesdemoduskiezer
Voorbeel-
den:
Bevestig
Kiesdehandmatigemodus
Bevestig
Kiespomp
Bevestig
SchakeldepompIN
SchakeldepompUIT.
Bevestigpompmodus
Kiesdegemotoriseerderegelklep
Bevestig
Opendeklep
Stophetopenenvandeklep
Sluitdeklep
Stophetsluitenvandeklep
Bevestigklepmodus
Gecontroleerdeonderdelen Circuitkiezer
Tijdenshandmatigbedrijf:
•Alleregelfunctieszijngedeactiveerd
•Uitgangoverrideisnietmogelijk
•Vorstbeschermingisnietactief
Wanneerhandbedieningisgeselecteerdvoorééncircuit,wordtdeze
automatischgeselecteerdvoorallecircuits!
Omdehandmatigebedieningteverlaten,gebruiktude
moduskiezeromdegewenstemodustekiezen.Drukopde
draaiknop.
Dehandbedieningwordtstandaardgebruiktbijhetmachtigen
vandeinstallatie.Degecontroleerdeonderdelen,klep,pompenz.
kunnenwordengestuurdvooreenjuistewerking.
AQ055186460331nl-000501
Handbedieningvan0-10V oltgestuurdeaandrijving:
Hetaandrijvingssymboolheefteenwaarde(in%)diekanworden
gewijzigd.De%-waardekomtovereenmeteenspanningswaardein
hetbereik0-10Volt.
©Danfoss|2021.04|47
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
3.7Programma
3.7.1Uwprogrammainstellen
Dezeparagraafgeefteenalgemenebeschrijvingvanhet
programmaindeECLComfort210/296/310-serie.Degetoonde
displayszijnstandaardennietgerelateerdaanspecifieke
applicaties.Zijkunnendaaromafwijkenvandedisplaysinuw
applicatie.Sommigeapplicatieskunnenechtermeerdanéén
programmabevatten.Aanvullendeprogramma'svindtuin
'Algemeneregelaarinstellingen' .
48|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Hetprogrammabestaatuiteen7-dagenweek:
=
M
Maandag
=
D
Dinsdag
=
W
Woensdag
=
D
Donderdag
=
V
Vrijdag
=
Z
Zaterdag
=
Z
Zondag
Hetprogrammazaluperdagdestart-enstoptijdenvanuw
comfortperiodestonen(verwarming-/tapwatercircuit)
Uwprogrammawijzigen:
Actie:
Doel:
Voorbeel-
den:
Kies"MENU"ineenvande
overzichtdisplays.
Bevestig
Bevestigdekeuze"Programma"
Kiesdetewijzigendag
Bevestig*
NaarStart1gaan
Bevestig
Pasdetijdaan
Bevestig
DoorgaannaarStop1,Start2,enz.,enz.
Terugkerennaar"MENU"
Bevestig
Kies'Ja'of'Nee'in'Opslaan'
Bevestig
*Erkunnenmeerderedagenwordengemarkeerd.
Degekozenstart-enstoptijdenzullengeldigzijnvoorallegekozen
dagen(inditvoorbeelddonderdagenzaterdag).
Elkcircuitheeftzijneigenprogramma.Omeenandercircuittekiezen,
gaatunaarhet'Startscherm',draaituaandedraaiknopenkiestu
hetgewenstecircuit.
Ukuntmax.3comfortperiodesperdaginstellen.Ukunteen
comfortperiodewissendoordestart-enstoptijdintestellenop
dezelfdewaarde.
AQ055186460331nl-000501
Destart-enstoptijdenkunnenwordeningesteldinintervallenvan
eenhalfuur(30min.).
©Danfoss|2021.04|49
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
4.0Overzichtinstellingen
Hetisaanbevolenallegewijzigdeinstellingenaanteduidenindelegekolommen.
Instelling
Actueel(actueleflowofvermogen)
Xpactueel
Dag
Starttijd
Tijdsduur
Tgewenst
Pgebruik(pompgebruik)
Mgebruik(klepgebruik)
Grens(retourtemp.begrenzing)
Infl.-max.(retourtemp.grens-max.invloed)
Infl.-min.(retourtemp.grens-min.invloed)
Adapt.tijd(adaptatietijd)
Ppost-run
Tapw.Ppost-run-
LaadPpost-run
Cont.Tcontrol
Circ.Pprioriteit
FlowTadapttijd
Circ.PvorstT
Prioriteit(prioriteitvoorretourtemp.grens)
Vorstpr.T(vorstbeveiligingstemp.)
Opentijd
Sluittijd
Tn(idle)
AanvoerT(idle)
Ingangtype
Maximum(grenswaarde)
Adapt.tijd(adaptatietijd)
Filterconstante
Puls
Units
Ext.ingang(externeoverride)
Ext.mode(externeoverride-modus)
Verschilhoog
Laagsteverschil
Vertraging,voorbeeld
Laagstetemp.
Max.laadT(maximaleverwarmings-/laadtemperatuur)
Autom.tuning
ID
1x02272
1x02372
1x03060
1x03560
1x03661
1x03762
1x04072
1x04173
1x04273
1x05473
1x055
1x06853
1x076
1x08562
1x093
1x09467
1x09567
1x09668
1x09768
1x10963
1x111
1x11264
1x11364
1x114
1x115
1x14174
1x142
1x147
1x14881
1x14982
1x15082
1x15253
1x17368
Blz. Fabrieksinstellingincircuit(s)
1
64
69
79
79
80
80
74
74
74
64
65
65
75
81
50|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Instelling
Motorpr(motorbescherming)
Temp.min.(aanvoertemp.min.grens.)
Temp.max.(aanvoertemp.max.grens.)
Tn(integratietijdconstante)
Mrun(looptijdvandegemotoriseerderegelklep)
Nz(neutralezone)
Min.act.tijd(min.activeringstijdaandrijfmotor)
Laadverschil
Stopverschil
Startverschil
ZendenTgewenst
Alarmwaarde
Alarmtime-out
Modbusadres
ID
1x174
1x17757
1x178
1x18570
1x18670
1x18770
1x189
1x19353
1x194
1x195
1x500
1x63682
1x63783
38100
Blz. Fabrieksinstellingincircuit(s)
1
69
57
71
54
55
77
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|51
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
5.0Settings
5.1Introductievandeinstellingen
Deomschrijvingenvandeinstellingen(parameterfuncties)
zijnverdeeldingroepenzoalsgebruiktindemenustructuur
vandeECLComfort210/296/310-controller.Voorbeelden:
'Flowtemperatuur' ,'Ruimtegrens'enz.Elkegroepstartmeteen
algemeneuitleg.
Deomschrijvingenvanelkeparameterzijninnumeriekevolgorde,
gerelateerdaanhetID-nummervandeparameter.Devolgorde
indezebedieningshandleidingenindeECLComfort210/296/
310-controllerkanverschillen.
Sommigeparameterbeschrijvingenhoudenverbandmet
specifiekeapplicatiesubtypen.Ditbetekentdatudebetreffende
parameterwellichtnietinhetdaadwerkelijkesubtypeinde
ECL-controllerziet.
Deopmerking'Ziebijlage… 'verwijstnaardebijlageaanheteinde
vandezebedieningshandleiding,waarhetinstelbereikvande
parametersendefabrieksinstellingenwordenopgesomd.
Denavigatiehints(bijvoorbeeldMENU>Instellingen>Retourgrens
…)beslaanmeerderesubtypen.
52|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
5.2TankBoilertemperatuur
ParametersgemarkeerdmeteenIDnr.zoals"1x607"zijnuniversele
parameters.
xstaatvoorcircuit/parametergroep.
MENU>Settings>TankBoilertemperatuur
FlowTadapttijd
Steldeadaptatietijd(seconden)invoordegewenstetemperatuuropS3,
gebaseerdopdegewenstelaadtemperatuuropS4.
DeECLComfort-controllerverhoogtdegewenstetemperatuuropS3
geleidelijkomdegewenstetemperatuuropS4tebehouden.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
Degewensteflow-temperatuuropS3wordtniet
aangepastaandegewenstelaadtemperatuuropS4.
1:
50:
Deadaptatieissnel.
Deadaptatieistraag.
MENU>Settings>TankBoilertemperatuur
Max.laadT(maximaleverwarmings-/laadtemperatuur)
Steldemax.verwarmings-/laadtemperatuurvoorhetwarmtapwaterin.
Ziebijlage'Parameter-ID-overzicht'
Waarde:Steldetemperatuurin.
1x068
Degewensteflow-temperatuuropS3kanniethogerzijndande
ingesteldetemperatuurin"Max.laadT" .
1x152
OPMERKING:
Degewenstetapwatertemperatuurwordtverlaagdals'Max.laadT'
lagerisdan(gewenstetapwatertemp.+laadverschil).
Voorbeeld:
Gewenste
warmtapwatertemp.=
Laadverschil=
Max.laadT=
50°C
10K
55°C
Resultaat:
Gewenstetapwatertemp.wordtverlaagdnaar45°C.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|53
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>TankBoilertemperatuur
Laadverschil
Stelhetaantalgradeninbovendegewenstetapwatertemperatuur,watde
warmtapwatertemperatuur(laadtemperatuur)zalopleveren.
Ziebijlage'Parameter-ID-overzicht'
Waarde:
Aantalgradendatmoetwordentoegevoegd
aandegewenstetapwatertemperatuuromde
tapwaterverwarmingstemperatuur(laadtemperatuur)
teverkrijgen.
1x193
=
X
#1#
#2#
#3#
#4#
#5#
Degewenstetapwatertemperatuurisgekoppeldaande
temperatuursensorvandeboiler.
Wanneerertweetemperatuursensorenindeboilergeïnstalleerdzijn,
isdekoppelingmetdebovenstetemperatuursensorvandeboiler.
Tijd
=
Laadverschil(ID1x193)
=
Gewenstewarmtapwatertemperatuur
=
Startverschil(ID1x195)
=
Actuelewarmtapwatertemperatuur
=
Tapwaterverwarming/laadactiviteit
54|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>TankBoilertemperatuur
Stopverschil
Eéntapwaterboilertemperatuurvoeler:
Stelhetaantalgradenbovendegewenstetapwatertemperatuurin,waarbij
detapwaterverwarming(lading)zalstoppen.
Tweetapwaterboilertemperatuurvoelers:
Stelhetaantalgradenbovenofonderdegewenstetapwatertemperatuur
in,maargemetendoordeondersteboilertemperatuurvoeler,waarbijde
tapwaterverwarming(lading)zalstoppen.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
–50...50:
Stelhetaantalgradenin.
Eéntapwaterboilertemperatuurvoeler(voorbeeldmetpositieve
"stopverschil"-waarde):
1x194
Temp.
Stopverschil
Gewenstetapwatertemp.
Tijd
Tapwaterverwarming
Eéntapwaterboilertemperatuurvoeler(voorbeeldmet
negatieve"stopverschil"-waarde):
Temp.
Stopverschil
Gewenstetapwatertemp.
Tijd
Tapwaterverwarming
Tweetapwaterboilertemperatuurvoelers,bovenenonder
Temp.
Bovenstetapwatertemperatuurvoeler
Stopverschil
Gewenstetapwatertemp.
Onderstetapwatertemperatuurvoeler
Tijd
Tapwaterverwarming
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|55
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>TankBoilertemperatuur
Startverschil
Stelhetaantalgradenonderdegewenstetapwatertemperatuurin,waarbij
detapwaterverwarming(lading)zalstarten.
Ziebijlage'Parameter-ID-overzicht'
Waarde:Stelhetaantalgradenin.
1x195
=
X
#1#
#2#
#3#
#4#
#5#
Voorbeeld:
Gewenstetapwatertemp.:
Startverschil:
Resultaat:
Detapwaterverwarmingstartwanneerdedoorde(bovenste)
temperatuursensorvandeboilergemetentemperatuurlagerisdan
52°C.
Tijd
=
Laadverschil(ID1x193)
=
Gewenstewarmtapwatertemperatuur
=
Startverschil(ID1x195)
=
Actuelewarmtapwatertemperatuur
=
Tapwaterverwarming/laadactiviteit
55°C
-3K
56|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
5.3Flowtemperatuur
DeECLComfort210/296/310regeltdetapwatertemperatuur
volgensdegewensteflowtemperatuur,bijvoorbeeldonderinvloed
vanderetourtemperatuur.
Degewenstetapwatertemperatuurisingesteldinde
overzichtsdisplay.
Actueletapwatertemp.
50,3:
50:
Actueletapwatertemperatuur
Gewenstetapwatertemperatuur
ParametersgemarkeerdmeteenIDnr.zoals"1x607"zijnuniversele
parameters.
xstaatvoorcircuit/parametergroep.
MENU>Settings>Flowtemperatuur
Temp.min.(aanvoertemp.min.grens.)
1x177
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
Steldemin.aanvoertemperatuurvoorhetsysteemin.Degewenste
aanvoertemperatuurzalnietlagerzijndandezeinstelling.Pas,
indiennodig,defabrieksinstellingaan.
‘Temp.min.’wordtgenegeerdals'Totalestop'actiefisinde
opslagmodusofals'Cut-out'actiefis.
'Temp.min.'kanwordengenegeerddoordeinvloedvande
retourtemperatuurgrens(zie'Prioriteit').
Gewenste
tapwatertemp.
MENU>Settings>Flowtemperatuur
Temp.max.(aanvoertemp.max.grens.)
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
Steldemax.aanvoertemperatuurvoorhetsysteemin.De
gewensteaanvoertemperatuurzalniethogerzijndandeze
instelling.Pas,indiennodig,defabrieksinstellingaan.
Deinstellingvoor‘Temp.max. ’heefteenhogereprioriteitdan‘Temp.
min.’ .
1x178
Deinstellingvande‘stooklijn‘isalleenmogelijkvoor
verwarmingscircuits.
Deinstellingvoor‘Temp.max. ’heefteenhogereprioriteitdan‘Temp.
min.’ .
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|57
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
5.4Retourgrens
Deretourtemperatuurgrensisgebaseerdopdebuitentemperatuur.
Standaardwordtinstadsverwarmingssystemeneen
hogereretourtemperatuuraanvaardbijeendaling
vandebuitentemperatuur.Derelatietussende
retourtemperatuurgrenzenendebuitentemperatuur
wordtingesteldintweecoördinaten.
Decoördinatenvandebuitentemperatuurwordeningesteld
in'HoogTuitX1'en'LaagTuitX2' .Decoördinatenvande
retourtemperatuurwordeningesteldin'GrenshoogY2'en'Grens
laagY1'.
Decontrollerwijzigtautomatischdegewensteaanvoertemperatuur
omeenaanvaardbareretourtemperatuurteverkrijgen,wanneer
deretourtemperatuurdaalttotonderofstijgttotbovende
berekendegrens.
DezegrensisgebaseerdopeenPI-regeling,waarbijP('Infl.'
factor)snelreageertopafwijkingenenI('Adapt.tijd')langzamer
reageertennaverloopvantijddekleineverschuivingentussende
gewensteenactuelewaardenverwijdert.Ditwordtgedaandoor
hetwijzigenvandegewensteaanvoertemperatuur.
X
Y
#X1#
#X2#
#Y1#
#Y2#
=
=
=
=
=
=
Buitentemperatuur
Grenstemperatuur
HoogTuit(1x031)
LaagTuit(1x033)
Grenslaag(1x032)
Grenshoog(1x034)
Deberekendegrenswordttussenhaakjesweergegeven()inhet
bewakingsdisplay.
Raadpleegdeparagraaf'Temperaturenensysteemonderdelen
bewaken'.
58|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Warmtapwatercircuit
Deretourtemperatuurgrensisgebaseerdopeenconstante
temperatuurwaarde.
Decontrollerwijzigtautomatischdegewensteflowtemperatuur
omeenaanvaardbareretourtemperatuurteverkrijgenwanneerde
retourtemperatuurdaalttotonderofstijgttotbovendeingestelde
grens.
DezegrensisgebaseerdopeenPI-regeling,waarbijP('Infl.'
factor)snelreageertopafwijkingenenI('Adapt.tijd')langzamer
reageertennaverloopvantijddekleineverschuivingentussende
gewensteenactuelewaardenverwijdert.Ditwordtgedaandoor
hetwijzigenvandegewensteaanvoertemperatuur.
=
X
#1#
#2#
#3#
#4#
#5#
Retourtemperatuur
=
Grenstemperatuur
Negatieveinvloed(1x035)wanneerderetourtemp.hogerwordt
=
dandegrenstemp.
Negatieveinvloed(1x036)wanneerderetourtemp.lagerwordt
=
dandegrenstemp.
Positieveinvloed(1x036)wanneerderetourtemp.lagerwordt
=
dandegrenstemp.
Positieveinvloed(1x035)wanneerderetourtemp.hogerwordt
=
dandegrenstemp.
Voorbeeld,maximumretourtemperatuurgrens:
retourtemperatuurwordthogerdangrenswaarde
Alsdefactor‘Infl. ’tehoogen/of‘Adapt.tijd’telaagis,bestaathet
risicoopinstabieleregeling.
=
T
Temperatuur
=
Y
Temperatuur
=
X
Tijd
=
#1#
Retourtemperatuur
=
#2#
Retourtemperatuurgrens
=
#3#
Gewensteaanvoer-temperatuur
=
#4#
Actiepunt
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|59
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Voorbeeld,minimumretourtemperatuurgrens:
retourtemperatuurwordtlagerdangrenswaarde
=
T
Y
X
#1#
#2#
#3#
#4#
Temperatuur
=
Temperatuur
=
Tijd
=
Retourtemperatuur
=
Retourtemperatuurgrens
=
Gewensteaanvoer-temperatuur
=
Actiepunt
ParametersgemarkeerdmeteenIDnr.zoals"1x607"zijnuniversele
parameters.
xstaatvoorcircuit/parametergroep.
MENU>Settings>Retourgrens
Grens(retourtemp.begrenzing)
Stelderetourtemperatuurdieuaccepteertvoorhetsysteem.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
Wanneerderetourtemperatuurlagerofhogerwordtdan
deingesteldewaarde,wijzigtdecontrollerautomatischde
gewensteaanvoer-/kanaaltemperatuuromeenaanvaardbare
retourtemperatuurteverkrijgen.Deinvloedwordtingesteldin
'Infl.-max.'en'Infl.-min. ' .
1x030
60|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Retourgrens
Infl.-max.(retourtemp.grens-max.invloed)
Bepaaltdematewaarindegewensteaanvoertemperatuurwordtbeïnvloed
alsderetourtemperatuurhogerisdandeberekendegrens.
Ziebijlage'Parameter-ID-overzicht'
Invloedhogerdan0:
Degewensteaanvoertemperatuurwordtverhoogdwanneerde
retourtemperatuurhogerwordtdandeberekendegrens.
Invloedlagerdan0:
Degewensteaanvoertemperatuurwordtverlaagdwanneerde
retourtemperatuurhogerwordtdandeberekendegrens.
1x035
=
X
#1#
#2#
#3#
#4#
#5#
Retourtemperatuur
=
Grenstemperatuur
Negatieveinvloed(1x035)wanneerderetourtemp.hogerwordt
=
dandegrenstemp.
Negatieveinvloed(1x036)wanneerderetourtemp.lagerwordt
=
dandegrenstemp.
Positieveinvloed(1x036)wanneerderetourtemp.lagerwordt
=
dandegrenstemp.
Positieveinvloed(1x035)wanneerderetourtemp.hogerwordt
=
dandegrenstemp.
Alsdefactor‘Infl. ’tehoogen/of‘Adapt.tijd’telaagis,bestaathet
risicoopinstabieleregeling.
Voorbeeld
Deretourgrensisactiefboven50°C.
Deinvloedisingesteldop-2.0.
Deactueleretourtemperatuuris2gradentehoog.
Resultaat:
Degewensteflowtemperatuurwordtgewijzigdmet-2,0x2=-4,0
graden.
Normaalisdezeinstellinglagerdan0instadsverwarmingssystemen
omeenhogeretourtemperatuurtevoorkomen.
Dezeinstellingisstandaard0inboilersystemenomdateenhogere
retourtemperatuuracceptabelis(zieook'Infl.-min. ‘).
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|61
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Retourgrens
Infl.-min.(retourtemp.grens-min.invloed)
Bepaaltdematewaarindegewensteaanvoertemperatuurwordtbeïnvloed
alsderetourtemperatuurlagerisdandeberekendegrens.
Ziebijlage“Parameter-ID-overzicht”
Invloedhogerdan0:
Degewensteaanvoertemperatuurwordtverhoogdwanneerde
retourtemperatuurlagerwordtdandeberekendegrens.
Invloedlagerdan0:
Degewensteaanvoertemperatuurwordtverlaagdwanneerde
retourtemperatuurlagerwordtdandeberekendegrens.
MENU>Settings>Retourgrens
Adapt.tijd(adaptatietijd)
Bepaalthoesnelderetourtemperatuurwordtaangepastaandegewenste
retourtemperatuurgrens(I-regeling).
Ziebijlage“Parameter-ID-overzicht”
UIT:
Deregelfunctiewordtnietbeïnvloeddoorde'Adapt.
tijd'.
Lage
Degewenstetemperatuurwordtsnelaangepast.
waarde:
Hoge
Degewenstetemperatuurwordtlangzaamaangepast.
waarde:
Voorbeeld
1x036
1x037
Deretourgrensisactiefonder50°C.
Deinvloedisingesteldop-3,0.
Deactueleretourtemperatuuris2gradentelaag.
Resultaat:
Degewensteaanvoertemperatuurwordtgewijzigdmet-3,0x2=
-6,0graden.
Normaalisdezeinstelling0instadsverwarmingssystemen,omdateen
lagereretourtemperatuuraanvaardbaaris.
Dezeinstellingishogerdan0inketelsystemenomeentelage
retourtemperatuurtevoorkomen(zieook'Infl.-max. ‘).
Deaanpassingsfunctiekandegewensteflowtemperatuurcorrigeren
metmax.8K.
MENU>Settings>Retourgrens
Prioriteit(prioriteitvoorretourtemp.grens)
Selecteerofdegrensvanderetourtemperatuurdeingesteldemin.
aanvoer-temperatuur‘Temp.min. ’moetnegeren.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
Demin.grensvoordeaanvoer-temperatuurwordtniet
genegeerd.
AAN:
Demin.grensvoordeaanvoer-temperatuurwordt
genegeerd.
1x085
Wanneerueentapwater-toepassingheeft:
Zieook‘Parallelwerkend’(ID11043).
Wanneerueentapwater-toepassingheeft:
Wanneerparallelwerkendactiefis:
•Degewensteaanvoertemperatuurvoorhetverwarmingscircuit
zalwordenbeperkt,wanneer"Prioriteitvoorretourtemperatuur"
(ID1x085)wordtingesteldopUIT.
•Degewensteaanvoertemperatuurvoorhetverwarmingscircuitzal
nietwordenbeperkt,wanneer"Prioriteitvoorretourtemperatuur"
(ID1x085)wordtingesteldopAAN.
62|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
5.5Flow/verm.grens
Afhankelijkvanhetcontrollertypeisdeflow-/verm.grens
gebaseerdopverschillendeingangstypes:
ECL-keyapplicatie
A2xx
A3xx
Eenflow-ofenergiemeterkanwordenaangeslotenopde
ECL-controlleromdeflowofhetverbruiktevermogentebeperken.
Hetsignaalvandeflow-ofenergiemeterkangebaseerdzijnop
eenpulsofeenM-bus-signaal.
Wanneerdeflow/hetvermogenhogerwordtdandeingestelde
grens,vermindertdecontrollergeleidelijkdegewenste
tapwatertemperatuuromeenaanvaardbaremax.flowof
vermogensverbruikteverkrijgen.
Warmtapwatercircuit
Eenflow-ofenergiemeterkanwordenaangesloten(M-bussignaal)
opdeECL-controlleromhetdebietofhetverbruiktevermogente
beperken.
Wanneerhetdebiet/vermogenhogerwordtdandeingestelde
grens,verlaagtdecontrollergeleidelijkdegewenste
aanvoertemperatuuromeenaanvaardbaarmax.debietofeen
aanvaardbaarvermogensverbruikteverkrijgen.
ECLComfort210
ECLComfort310
controller
Pulssignaal Pulssignaal
Nietmogelijk M-bussignaal
controller
Flow-/verm.
begr.
Gewenste
flow-temp.
Grens
Tijd
ParametersgemarkeerdmeteenIDnr.zoals"1x607"zijnuniversele
parameters.
xstaatvoorcircuit/parametergroep.
AQ055186460331nl-000501
=
X
Y
#1#
#2#
#3#
Tijd
=
Debietofvermogen
=
Debietofvermogensgrens
=
Actueeldebietofenergie
=
Gewensteaanvoertemperatuur
©Danfoss|2021.04|63
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Flow/verm.grens
Ingangtype
Keuzevaningangtypevanflow/warmtemeter
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
IM1-
Geeningang
Flow/warmtemetersignaalgebaseerdoppulsen.
IM5:
EM1-
Flow/warmtemetersignaalvanM-bus
EM5:
MENU>Settings>Flow/verm.grens
Actueel(actueleflowofvermogen)
Dewaardeisdeactueleflowofhetvermogen,gebaseerdophetsignaal
vandeflow/energiemeter.
MENU>Settings>Flow/verm.grens
Maximum(grenswaarde)
Dezewaardeisinsommigeapllicatieseenberekendegrenswaarde,
gebaseerdopdedaadwerkelijkebuitentemperatuur.
Inandereapplicatiesisdewaardeeenselecteerbaregrenswaarde.
1x109
HetinstelbereikvoorIMenEMhangtafvanhetgekozensubtype.
1x111
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
MENU>Settings>Flow/verm.grens
Adapt.tijd(adaptatietijd)
Bepaalthoesneldeflow-/vermogensgrensaanpastaandegewenstegrens.
1x112
Ziebijlage“Parameter-ID-overzicht”
UIT:
Deregelfunctiewordtnietbeïnvloeddoorde'Adapt.
tijd'.
Lage
Degewenstetemperatuurwordtsnelaangepast.
waarde:
Hoge
Degewenstetemperatuurwordtlangzaamaangepast.
waarde:
Als‘ Adapt.tijd’telaagis,bestaateenrisicoopeeninstabieleregeling.
64|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Flow/verm.grens
Filterconstante
Dewaardevandefilterconstantebepaaltdedempingvandemeetwaarde.
Hoehogerdewaarde,destemeerdemping.
Hiermeekaneentesnellewijzigingvandemeetwaardewordenvoorkomen.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
Kleine
Minderdemping.
waarde:
Grote
Meerdemping.
waarde:
MENU>Settings>Flow/verm.grens
Puls
Steldewaardevandepulsenvandeflow-/energiemeterin.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
1...9999:
Geeningang.
Pulswaarde.
1x113
Voorbeeld:
1x114
Eénpulskaneenaantalliter(vaneenflow-meter)ofeenaantal
kWh(vaneenenergiemeter)voorstellen.
MENU>Settings>Flow/verm.grens
Units
Keuzevaneenhedenvoorgemetenwaarden.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
Eenhedenlinks:pulswaarde.
Eenhedenrechts:actuele-engrenswaarden.
Dewaardevandeflow-meterwordtuitgedruktalsmlofl.
DewaardevandeenergiemeterwordtuitgedruktalsWh,kWh,
MWhofGWh.
Dewaardenvoordeactueleflowendeflow-grensworden
uitgedruktinl/hofm³/h.
Dewaardenvoorhetactuelevermogenendevermogensgrens
wordenuitgedruktalskW,MWofGW.
1x115
Lijstvoorinstelbereikvan'Units':
ml,l/u
l,l/u
ml,m³/u
l,m³/u
Wh,kW
kWh,kW
kWh,MW
MWh,MW
MWh,GW
GWh,GW
Voorbeeld1:
'Units'(11115):
'Puls'(11114):
l,m³/u
10
Elkepulsstaatvoor10literendeflowwordtuitgedruktin
kubiekemeter(m³)peruur.
Voorbeeld2:
'Units'(11115):
'Puls'(11114):
kWh,kW(=kilowattuur,kilowatt)
1
Elkepulsstaatvoor1kWhenhetvermogenisuitgedruktin
kiloWatt.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|65
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
5.6Besturingsparameters
Regelingvanventielen
Degemotoriseerderegelventielenwordengeregeldmetbehulp
vaneen3-puntsregelsignaal.
Klepbesturing:
Degemotoriseerderegelklepwordtgeleidelijkgeopendwanneer
deflowtemperatuurlagerisdandegewensteflowtemperatuur
enomgekeerd.
Dewaterdoorstromingdoorhetregelventielwordtgeregeld
m.b.v.eenelektrischeaandrijving.Decombinatie“aandrijving“en
“regelventiel“wordtookgemotoriseerdeaandrijvinggenoemd.
Deaandrijvingkanopdezemanierdeflowgeleidelijkverhogen
ofverlagen,omdetoegevoerdeenergietewijzigen.Erzijn
verschillendetypenaandrijvingenbeschikbaar.
3-puntsgeregeldeaandrijving:
Deelektrischeaandrijvingbevateenomkeerbarereductiemotor.
Elektrische“open“en“sluiten“signalenzijnafkomstigvande
elektronischeuitgangenvandeECLComfortcontrollervoorhet
beherenvanhetregelventiel.DesignalenindeECLComfort
controllerzijnuitgedruktals"pijlomhoog"(open)en"pijlomlaag"
(sluiten)enwordenweergegevenbijhetafsluitersymbool.
Wanneerdeflowtemperatuur(bijv.bijS3)lagerisdandegewenste
aanvoertemperatuur,dankomenerkorteopen-commando'svan
deECLComfortomdeflowgeleidelijkteverhogen.Hierdoorwordt
aanvoertemperatuuropdegewenstetemperatuurgebracht.
Andersomgeldt,wanneerdeaanvoertemperatuurhogeris
dandegewensteaanvoertemperatuur,dankomenerkorte
sluit-commando'svandeECLComfortomdeflowgeleidelijkte
reduceren.Ookhierweerwordtdeaanvoertemperatuurzoopde
gewenstetemperatuurgebracht.
Ertredengeenopen-ofsluitencommando'sopzolangdeflow
temperatuurcorrespondeertmetdegewenstetemperatuur.
66|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Thermo-hydraulischeaandrijving,ABV
DeDanfossthermischeaandrijvingtypeABViseenlangzaam
werkendeventielaandrijving.BinnenindeABVverwarmteen
elektrischespoeleenthermostatischelementwanneereen
elektrischsignaalwordtaangebracht.Bijverwarmenzethet
thermostatischeelementuitomhetregelventielaantesturen.
Erzijntweebasistypenleverbaar:ABVNC(NormalClosed)enABV
NO(normalopen).ABVNCbijvoorbeeld,houdteen2-poorts
regelventielgeslotenwanneerergeenopensignalentoegepast.
Elektrische“open“signalenzijnafkomstigvandeelektronische
uitgangvandeECLComfortcontrollervoorhetbeherenvanhet
regelventiel.Wanneeropen-signalenwordentoegepastophet
ABVNC,danopenthetventielgeleidelijk.
Open-signalenindeECLComfortcontrollerzijnuitgedruktals"pijl
omhoog"(open)enwordenweergegevenbijhetafsluitersymbool.
Wanneerdeflowtemperatuur(bijv.bijS3)lagerisdandegewenste
flowtemperatuur,dankomenerkorteopen-commando'svande
ECLComfortomdeflowteverhogen.Hierdoorwordtaanvoer
temperatuurnaarverloopvantijdafgestemdopdegewenste
temperatuur.
Andersomgeldt,wanneerdeaanvoertemperatuurhogeris
dandegewensteflowtemperatuur,dankomenerrelatiefkorte
open-commando'svandeECLComfortomdeflowgeleidelijk
tereduceren.Ookhierweerwordtdeflowtemperatuurzonaar
verloopvantijdopdegewenstetemperatuurgebracht.
DeregelingvandeDanfossthermische-aandrijvingtypeABV
maaktgebruikvaneenuniekalgoritmeenisgebaseerdophet
PBMprincipe(pulsbreedtemodulatie),waarbijdeduurvandepuls
hetbeheervanhetregelventielbepaalt.Depulsenwordenelke
10sherhaald.
Zolangdeflowtemperatuurcorrespondeertmetdegewenste
temperatuur,zaldetijdsduurvandeopen-signalenconstant
blijven.
ParametersgemarkeerdmeteenIDnr.zoals"1x607"zijnuniversele
parameters.
xstaatvoorcircuit/parametergroep.
MENU>Settings>Besturingsparameters
Opentijd
De'Opentijd'isdegeforceerdetijd(inseconden)dienodigisomde
gemotoriseerderegelklepteopenen,wanneer(warmwater)tappenis
gedetecteerd(deflowschakelaarisgeactiveerd).Defunctiecompenseert
devertragingvoordatdeaanvoertemperatuurvoelereenveranderingin
detemperatuurmeet.
1x094
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|67
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Besturingsparameters
Sluittijd
De'Sluittijd'isdegeforceerdetijd(inseconden)dienodigisomde
gemotoriseerderegelkleptesluitenwanneer(warmwater)tappenwordt
gestopt(deflowschakelaarisgedeactiveerd).Defunctiecompenseertde
vertragingvoordatdeaanvoertemperatuurvoelereenveranderinginde
temperatuurmeet.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
MENU>Settings>Besturingsparameters
Tn(idle)
Wanneerhettappennietwordtgedetecteerd(deflowschakelaaris
gedeactiveerd),wordtdetemperatuuropeenlaagniveaugehouden
(opslagtemperatuur).Deintegratietijdin‘Tn(idle)’kanwordeningesteld
omeenlangzamemaarstabielecontroleteverkrijgen.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
MENU>Settings>Besturingsparameters
AanvoerT(idle)
De" AanvoerT(idle)"isdeaanvoertemperatuurwanneerergeentapwater
wordtgetapt(tappen).Wanneerhettappennietisgedetecteerd(de
flowschakelaarisgedeactiveerd),wordtdetemperatuuropeenlager
niveaugehouden(opslagtemperatuur).Kieswelketemperatuurvoelerde
opslagtemperatuurmoethandhaven.
1x095
1x096
1x097
AlsdeS2-temperatuursensornietisaangesloten,wordtdeidle
aanvoertemperatuurgehandhaafdbijdetapwateraanvoer
temperatuursensor.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
Deopslagtemperatuurwordtgehandhaafdopde
aanvoertemperatuursensorvanhettapwater.
AAN:
Deopslagtemperatuurwordtgehandhaafdopde
aanvoertemperatuursensor.
68|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Besturingsparameters
Autom.tuning
Bepaaltautomatischdebesturingsparametersvoordetapwaterbesturing.
'Xp''Tn'en'Mrun'moetennietwordeningesteldwanneeruAutom.tuning
gebruikt.'Nz'moetwordeningesteld.
1x173
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
AAN:
Autom.tuningisnietgeactiveerd.
Autom.tuningisgeactiveerd.
DefunctieAutom.tuningbepaaltautomatischde
besturingsparametersvoordetapwaterbesturing.Daaromhoeft
u'Xp' ,'Tn'en'Mrun'nietintestellenomdatzeautomatischzijn
ingesteldwanneerdefunctieAutom.tuningisingesteldopAAN.
Autom.tuningwordtstandaardgebruiktinverbandmetde
installatievandecontroller,maarkanwordengeactiveerdwanneer
nodig,bijv.vooreenextracontrolevandebesturingsparameters.
Voordatuautom.tuningstart,moetdetapflowwordenaangepast
aanderelevantewaarde(zietabel).
Indienmogelijkmoetelktapwaterverbruikwordenvermeden
tijdenshetprocesvandeautomatischetuning.Alsdetapbelasting
teveelvarieert,zalautom.tuningenderegelaarterugkerennaar
destandaardinstellingen.
Aantalappartementen
Warmteoverdracht
(kW)
1-2 30-49 3
3-9 50-79 6
10-49 80-149 12
50-129 150-249 18
130-210 250-350 24
Omtevoldoenaandezomer-/wintervariaties,moetdeECL-klok
wordeningesteldopdejuistedatumvooreengeslaagde
automatischetuning.
Demotorbeschermingsfunctie('Motorpr.')moetworden
gedeactiveerdtijdensdeautomatischetuning.Tijdensde
automatischetuning,moetdecirculatiepompvoorhettapwater
wordenuitgeschakeld.Ditgebeurtautomatischalsdepompwordt
bestuurddoordeECL-controller.
Automatischetuningisalleentoepasselijkvoorkleppendiezijn
goedgekeurdvoorautomatischtunen,d.w.z.deDanfoss-typesVB2
enVM2metgesplitstekenmerkenenlogaritmischekleppen,zoals
VFenVFS.
Constantetapwaterbelasting(l
/min)
(of1kraan25%open)
(of1kraan50%open)
(of1kraan100%open)
(of1kraan100%+1kraan
50%open)
(of2kranen100%open)
Autom.tuningwordtgeactiveerddoordefunctieintestellenop
AAN.Wanneerautomatischetuningisbeëindigd,wordtdefunctie
automatischgeconverteerdnaarUIT(standaardinstelling).Dit
wordtaangegevenophetdisplay.
Hetprocesvoorautomatischetuningneemttot25minutenin
beslag.
MENU>Settings>Besturingsparameters
Motorpr(motorbescherming)
Verhindertdeonstabieletemperatuurregeling(enresulterendeaandrijvings
oscillaties)vandecontroller.Ditkanzichvoordoenbijeenzeerlage
belasting.Demotorbeschermingverhoogtdelevensduurvanallebetrokken
onderdelen.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
Waarde:
Motorbeschermingisnietgeactiveerd.
Demotorbeschermingwordtgeactiveerdnade
ingesteldeactiveringsvertraginginminuten.
1x174
Aanbevolenvoorkanaalsystemenmetvariabelebelasting.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|69
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Besturingsparameters
Xpactueel
Circuit
1
‘Xpactueel’isdeaflezingvandeactueleXp(proportioneleband)opbasis
vandevermogenstemperatuur.Xpwordtvastgestelddoorinstellingenmet
betrekkingtotdevermogenstemperatuur.Standaardgeldt,hoehoger
devermogenstemperatuur,hoehogerdeXpmoetzijnomeenstabiele
temperatuurcontroletebereiken.
Instelbereik Fabrieksinst.
Alleenaflezing
Xp-instelbereik:
Instellingenvaste
5...250K
65°Cen90°C
vermogenstemperatuur:
Fabrieksinstellingen:
(65,40)en(90,120)
Ditbetekentdatde‘Xp’40Kisbij65°Cvermogenstemperatuur
en‘Xp’120Kisbij90°C.
SteldegewensteXp-waardeninopdetweevaste
vermogenstemperaturen.
Alsdevermogenstemperatuurnietwordtgemeten(de
vermogenstemperatuurvoelerisnietaangesloten),wordtde
Xp-waardeaandeinstellingen65°Cgebruikt.
MENU>Settings>Besturingsparameters
Tn(integratietijdconstante)
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
Steleenhogeintegratietijdconstante(inseconden)inomeen
langzame,maarstabielereactieopafwijkingenteverkrijgen.
Eenlageintegratietijdconstantelaatdecontrollersnelreageren
metminderstabiliteit.
1x185
MENU>Settings>Besturingsparameters
Mrun(looptijdvandegemotoriseerderegelklep)
‘Mrun’isdetijdinsecondendiehetaangestuurdeonderdeelnodigheeftom
vanvollediggeslotennaarvolledigopenpositietegaan.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
Stel'Mrun'involgensdevoorbeeldenofmeetdelooptijdmet
behulpvaneenstopwatch.
70|©Danfoss|2021.04
1x186
Delooptijdvaneengemotoriseerdeaandrijvingberekenen
Delooptijdvandegemotoriseerdeaandrijvingwordtberekendmet
devolgendemethoden:
Kleppenmetzitting
Looptijd=
Voorbeeld:
Roterendekleppen
Looptijd= Rotatiegradenxaandrijvingssnelheid(s/gr.)
Voorbeeld:
Slagvandeafsluiter(mm)xsnelheidvanaandrijving
(s/mm)
5.0mmx15s/mm=75s.
90g.x2s/gr.=180s
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Besturingsparameters
Nz(neutralezone)
Wanneerdeactueleflowtemperatuurbinnendeneutralezoneligt,activeert
decontrollerdegemotoriseerderegelklepniet.
Ziebijlage“Parameter-ID-overzicht”
Steldeaanvaardbareafwijkingvoordeaanvoertemperatuurin.
Steldeneutralezoneinopeenhogewaardealsueenhogevariatie
indeflowtemperatuurkuntaanvaarden.
MENU>Settings>Besturingsparameters
Min.act.tijd(min.activeringstijdaandrijfmotor)
Demin.pulsperiodevan20ms(milliseconden)vooractiveringvande
aandrijfmotor.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
1x187
Deneutralezoneissymmetrischronddegewenste
flowtemperatuurwaarde,d.w.z.dehelftvandewaardeligtboven
dezetemperatuurendeanderehelftligteronder.
Instelvoorbeeld Waardex20ms
1x189
2 40ms
10 200ms
50 1000ms
Houddeinstellingzohoogalsaanvaardbaaromdelevensduurvan
deaandrijving(aandrijfmotor)teverhogen.
AlsudePI-regelingnauwkeurigwiltafstemmen,kuntudevolgendemethodegebruiken:
• Stel‘Tn’(integratietijdconstante)inopzijnmax.waarde(999sec.).
• Verlaagdewaardevoorde‘Xp’(proportioneleband)tothetsysteembeginttezoeken(m.a.w.instabielwordt)meteenconstante
amplitude(hetkannodigzijnhetsysteemteforcerendooreenextreemlagewaardeintestellen).
• Zoekdekritiekeperiodeopdetemperatuurrecorderofgebruikeenstopwatch.
Temp.
Kritiekeperiode
Tijd
Dezekritiekeperiodezalkenmerkendzijnvoorhetsysteemenukuntdeinstellingenvandezekritiekeperiodeevalueren.
‘Tn’=
0.85xkritiekeperiode
‘Xp’=
2.2xproportionelebandwaardeindekritiekeperiode
Alsderegelingtelangzaamlijkt,kuntudeproportionelebandwaardeverminderenmet10%Zorgdatereenverbruikiswanneeru
deparametersinstelt.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|71
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
5.7Applicatie
Indeparagraaf'Applicatie'wordenspecifiekeapplicatiegerelateerdezakenbeschreven.
Sommigeparameterbeschrijvingenzijnhetzelfdevoor
verschillendeapplicatiesleutels.
ParametersgemarkeerdmeteenIDnr.zoals"1x607"zijnuniversele
parameters.
xstaatvoorcircuit/parametergroep.
MENU>Settings>Applicatie
Pgebruik(pompgebruik)
Laatdepompdraaienomblokkeringtevoorkomeninperiodenzonder
warmtevraag.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
AAN:
Hetpompgebruikisnietactief.
Depompwordtelkederdedag'smiddags(12:14uur)
gedurende1minuutINGESCHAKELD.
MENU>Settings>Applicatie
Mgebruik(klepgebruik)
Gebruiktdeklepomblokkeringtevoorkomeninperiodezonder
warmtevraag.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
AAN:
Hetklepgebruikisnietactief.
Deklepopentelkederdedag'smiddags(12:00uur)
gedurende7minutenensluitgedurende7minuten.
1x022
1x023
72|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Applicatie
Ppost-run
Verwarmingstoepassingen:
Decirculatiepompinhetverwarmingscircuitkaneenaantalminuten(m)
INGESCHAKELDzijnnahetstoppenvandeverwarmingvanhettapwater.
Verwarmingstoptreedtopwanneerdegewensteaanvoertemperatuur
lagerwordtdandeinstellingin‚PverwarmingT‘(IDnr.1x078).
Koelapplicaties:
Decirculatiepompinhetkoelcircuitkaneenaantalminuten(m)
INGESCHAKELDzijnnahetstoppenvankoeling.Koelingstoptreedtop
wanneerdegewensteflowtemperatuurhogerwordtdandeinstellingin
‚PkoelenT‘(IDnr.1x070).
DezePpost-runfunctiekanderesterendeenergiegebruiken,bijv.ineen
warmtewisselaar.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
0:
Decirculatiepompstoptonmiddellijknahetstoppen
vandeverwarmingofkoeling.
Waarde:
DecirculatiepompisAANgedurendedeingesteldetijd
nadatdeverwarmingisgestopt.
MENU>Settings>Applicatie
Tapw .Ppost-run-
Steldepostrun-tijdvandepomp(P1)vandetapwaterverwarmingin
(minuten).DepompvandetapwaterverwarmingkanINGESCHAKELD
blijvennadetapwaterverwarmingsprocedureomderesterendewarmtein
dewarmtewisselaar/boilertegebruiken.
1x040
1x041
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
0...30:
Stelhetaantalminutenvoordepostrunin.
MENU>Settings>Applicatie
LaadPpost-run
Steldepostrun-tijdvandetapwaterlaadpomp(P2)in(minuten).
DetapwaterlaadpompkanINGESCHAKELDblijvennade
tapwaterverwarmingsprocedureomderesterendewarmteinde
warmtewisselaartegebruiken.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
0...30:
Stelhetaantalminutenvoordepostrunin.
1x042
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|73
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Applicatie
Cont.Tcontrol
Afhankelijkvandeaansluitingvandetapwatercirculatieleidingkande
gewenstetapwaterverwarmings-/laadtemperatuurverlaagdworden
wanneerdetapwaterverwarmingsprocedureisafgelopen.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
DegewenstetemperatuuropS3ofS4wordtverlaagd
tot10°C.Hettapwaterwordttypischdoorde
tapwaterboilergecirculeerd.
AAN:
DegewenstetemperatuuropS3ofS4wordtverlaagd
totdegewenstetapwatertemperatuur.Hettapwater
wordttypischdoordewarmtewisselaargecirculeerd
omtecompenserenvoorhetwarmteverliesinde
tapwatercirculatieleiding.
MENU>Settings>Applicatie
Circ.Pprioriteit
KiesofdetapwatercirculatiepompINGESCHAKELDmoetzijntijdensde
tapwaterverwarming.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
DetapwatercirculatiepompisUITGESCHAKELDtijdens
detapwaterverwarming.
AAN:
DetapwatercirculatiepompisNIETUITGESCHAKELD
tijdensdetapwaterverwarming.
1x054
1x055
Wanneerde"Circ.Pprioriteit"isingesteldopUIT,wordthet
programmavoordetapwatercirculatiepompgenegeerd.
MENU>Settings>Applicatie
Circ.PvorstT
Steldebuitentemperatuurin,waarbijdecirculatiepompvanhettapwater
actiefmoetzijnomhettapwatercircuittebeschermentegenvorst.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
–10...20:
Decirculatiepompvanhettapwaterisnietactief.
Decirculatiepompvanhettapwaterisactiefwanneerde
buitentemperatuurlagerisdandeingesteldewaarde.
MENU>Settings>Applicatie
Vorstpr.T(vorstbeveiligingstemp.)
Steldegewensteaanvoer-temperatuurvoortemperatuurvoelerS3inomhet
systeemtebeschermentegenvorst(bijstopverwarming,totalestopenz.).
WanneerdetemperatuuropS3onderdeingesteldewaardedaalt,wordt
degemotoriseerdestuurklepgeleidelijkgeopend.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
1x076
1x093
Ukuntdevorstbeschermingstemperatuurookinstellenin
uwfavorietedisplaywanneerdemodusselectorzichinde
vorstbeschermingsmodusbevindt.
74|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Overridemodusfuncties:
Devolgendeinstellingengeveneenalgemenebeschrijvingvande
functievandeECLComfort210/296/310-serie.Deuitgelegde
modizijnstandaardennietgerelateerdaaneenspecifieke
applicatie.Zijkunnendaaromafwijkenvandeoverridemodiin
uwapplicatie.
MENU>Settings>Applicatie
Ext.ingang(externeoverride)
Kiesdeingangvoor'Ext.ingang'(externeoverride).Metbehulpvaneen
schakelaarkanderegelaarwordenoverrulednaardemodus‘Comfort’,
'Zuinig','Vorstbescherming'of'Constantetemperatuur' .
Ziebijlage'Parameter-ID-overzicht'
UIT:
Erzijngeeningangengeselecteerdvooreenexterne
override.
S1...S16:
Inganggeselecteerdvoorexterneoverride.
WanneerS1...S6wordtgekozenalsoverride-ingang,moetde
overrideschakelaarverguldecontactenhebben.
WanneerS7...S16wordtgekozenalsoverride-ingang,danmagde
overrideschakelaareenstandaardcontactzijn.
Ziedetekeningenvooraansluitvoorbeeldenvan
overrideschakelaarenoverriderelaisopingangS8.
Voorbeeld:Aansluitingvaneenoverrideschakelaar
1x141
Voorbeeld:Aansluitingvaneenoverriderelais
S7...S16wordenaanbevolenvoordeoverrideschakelaar.
AlsECA32isgemonteerd,kanookS11...S16wordengebruikt.
AlsECA35isgemonteerd,kanookS11ofS12wordengebruikt.
Kiesalleeneenongebruikteingangvooroverride.Alseenalgebruikte
ingangistoegepastvooroverride,wordtdefunctionaliteitvandeze
ingangookgenegeerd.
Zieook'Ext.mode'.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|75
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Applicatie
Ext.mode(externeoverride-modus)
Deoverride-moduskanwordengeactiveerdvoordezuinigemodus,
comfortmodus,vorstbeschermingsmodusofconstanteDmodus.
Vooroverridemoetdecontrollermoduszichindeprogrammamodus
bevinden.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
Kieseenoverridemodus:
OPSLAAN:
Hetbetreffendecircuitbevindtzichindezuinige
moduswanneerdeoverrideschakelaarisgesloten.
COMFORT:
Hetbetreffendecircuitbevindtzichindecomfort
moduswanneerdeoverrideschakelaarisgesloten.
VORST
Deverwarmingofhetwarmwatercircuitsluit,maar
isnogsteedstegenvorstbeschermd.
CONSTANTT:
Hetbetreffendecircuitregelteenconstante
temperatuur*)
*)
Zieook‘Tgewenst‘(1x004),instellingvangewenste
flowtemperatuur(MENU>Instellingen>Flow
temperatuur)
Zieook'Con.T,ret.Tgrens.'(1x028),instellingvan
retourtemperatuurgrens(MENU>Instellingen>
Retourgrens)
1x142
Zieook'Ext.ingang'.
Voorbeeld:OverridenaarComfort-modus
#1#=Overrideschakelaar(nietgeactiveerd/geactiveerd)
#2#=Functiemodus(Programma/Comfort)
#3#=Tijd
Voorbeeld:Overridenaar"Opslag"-modus
Hetprocesdiagramtoontdefunctionaliteit.
#1#=Overrideschakelaar(nietgeactiveerd/geactiveerd)
#2#=Functiemodus(Programma/Opslaan)
#3#=Tijd
Hetresultaatvandeoverridenaar"Opslag"-modushangtafvande
instellingin"Totalestop".
Totalestop=UIT:Verwarminggereduceerd
Totalestop=AAN:Verwarminggestopt
76|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Voorbeeld:OverridenaarVorstbeveiligingsmodus
#1#=Overrideschakelaar(nietgeactiveerd/geactiveerd)
#2#=Functiemodus(Programma/Vorst)
#3#=Tijd
Voorbeeld:OverridenaarConstantetemperatuurmodus
#1#=Overrideschakelaar(nietgeactiveerd/geactiveerd)
#2#=Functiemodus(Programma/Const.D)
#3#=Tijd
De"Const.T"waardekanwordenbeïnvloeddoor:
•temp.max.
•temp.min.
•ruimtetemp.grens
•retourtemp.grens
•flow-/verm.begr.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|77
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Applicatie
ZendenTgewenst
Wanneerdecontrollerfungeertalseenslavecontrollerineen
master-slavesysteem,kandeinformatieoverdegewensteflowtemperatuur
naardemastercontrollerverzondenwordenviadeECL485-bus.
Standalonecontroller:
Subcircuitskunnendegewensteflowtemperatuurnaarhetmastercircuit
verzenden.
Ziebijlage“Parameter-ID-overzicht”
UIT:
Informatieoverdegewensteflowtemperatuurwordt
nietnaardemastercontrollerverzonden.
AAN:
Informatieoverdegewensteflowtemperatuurwordt
naardemastercontrollerverzonden.
1x500
Indemastercontrollermoet'Vereisteoffset'ingesteldwordenopeen
waardeomtereagerenopeengewensteflowtemperatuurvaneen
slavecontroller.
Wanneerdecontrollerfungeertalsslavemoethetadreservan1,2,
3...9zijnomdegewenstetemperatuurnaardemastertekunnen
verzenden(raadpleegdeparagraaf'Diversen' ,'Meerderecontrollersin
hetzelfdesysteem').
78|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
5.8Anti-bacterie
Opbepaaldedagentijdensdeweekkandetapwatertemperatuur
wordenverhoogdombacteriëninhettapwatersysteemte
neutraliseren.Degewenstetapwatertemperatuur'Tgewenst'
(standaard80°C)isgedurendedegeselecteerdedag(en)enduur
aanwezig.
Deantibacteriefunctieisnietactiefindevorstbeschermingsmodus.
=
X
Y
#1#
#2#
#3#
#4#
#5#
Tijd
=
Gewenstetapwatertemperatuur
=
Tijdsduur
=
Waardegewensteantibacterietemperatuur
=
Gewensteantibacterietemperatuur
=
Gewenstetapwatertemperatuur
=
Starttijd
MENU>Settings>Anti-bacterie
Dag
Circuit
Selecteer(markeer)dedag(en)vandeweekwaardeanti-bacteriefunctie
actiefmoetzijn.
=
Maandag
M
=
Dinsdag
D
=
Woensdag
W
=
Donderdag
D
=
Vrijdag
V
=
Zaterdag
Z
=
Zondag
Z
Instelbereik Fabrieksinstel-
Weekdagen
Tijdenshetantibacterieprocesisderetourtemperatuurgrensniet
actief.
ling
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|79
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Anti-bacterie
Starttijd
Circuit
Steldestarttijdinvoordeanti-bacteriefunctie.
MENU>Settings>Anti-bacterie
Tijdsduur
Circuit
Steldetijdsduur(minuten)invoordeanti-bacteriefunctie.
MENU>Settings>Anti-bacterie
Tgewenst
Circuit
Steldegewenstetapwatertemperatuurinvoordeanti-bacteriefunctie.
Instelbereik Fabrieksinstel-
00:00...23:30 00:00
Instelbereik Fabrieksinstel-
10...600m: 120m
Instelbereik Fabrieksinstel-
* *
ling
ling
ling
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
UIT:
Waarde:
Deanti-bacteriefunctieisnietactief.
Gewenstetapwatertemperatuurtijdensdeperiodevan
deanti-bacteriefunctie.
80|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
5.9Alarm
VeelapplicatiesindeECLComfort210-en310-seriehebbeneen
alarmfunctie.Dealarmfunctieactiveertstandaardrelais4(ECL
Comfort210)ofrelais6(ECLComfort310).
Hetalarmrelaiskaneenlamp,eenclaxon,eeningangnaareen
alarmverzendapparaatenz.activeren.
Hetbetreffenderelaiswordtgeactiveerdzolangde
alarmvoorwaardeaanwezigis.
Standaardalarmen:
• Actueleflow-temperatuurverschiltvandegewenste
flow-temperatuur.
ParametersgemarkeerdmeteenIDnr.zoals"1x607"zijnuniversele
parameters.
xstaatvoorcircuit/parametergroep.
5.9.1Temp.monitor .
MENU>Settings>Alarm
Verschilhoog
Hetalarmwordtgeactiveerdalsdeactueleflowtemperatuurmeertoeneemt
danhetingesteldeverschil(aanvaardbaartemperatuurverschilbovende
gewensteaanvoertemperatuur).Zieook'Vertraging'.
Ziebijlage'Parameter-ID-overzicht'
UIT:
Waarde:
Degerelateerdealarmfunctieisnietactief
Dealarmfunctieisactiefalsdeactueletemperatuur
hogerwordtdanhetaanvaardbareverschil.
1x147
Verschilhoog
=
X
Y
#1#
#2#
Tijd
=
Temperatuur
=
Verschilhoog
=
Gewensteaanvoertemperatuur
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|81
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Alarm
Laagsteverschil
Hetalarmwordtgeactiveerdalsdeactueleaanvoertemperatuurmeer
afneemtdanhetingesteldeverschil(aanvaardbaartemperatuurverschil
onderdegewensteaanvoertemperatuur).Zieook'Vertraging' .
Ziebijlage'Parameter-ID-overzicht'
1x148
Laagsteverschil
UIT:
Waarde:
Degerelateerdealarmfunctieisnietactief
Dealarmfunctieisactiefalsdeactueletemperatuur
lagerwordtdanhetaanvaardbareverschil.
MENU>Settings>Alarm
Vertraging,voorbeeld
Alseenalarmvoorwaardevan'Verschilhoog'of'Laagsteverschil'
langeraanwezigisdandeingesteldevertraging(inmin.),danwordtde
alarmfunctiegeactiveerd.
Ziebijlage“Parameter-ID-overzicht”
Waarde:
Dealarmfunctiewordtgeactiveerdalsde
alarmvoorwaardeblijftbestaannadeingestelde
vertraging.
=
X
Y
#1#
#2#
1x149
=
=
=
Vertraging,voorbeeld
Tijd
Temperatuur
Laagsteverschil
Gewensteaanvoertemperatuur
MENU>Settings>Alarm
Laagstetemp.
Dealarmfunctiewordtnietgeactiveerdalsdegewensteaanvoertemperatuurlagerisdandeingesteldewaarde.
Ziebijlage'Parameter-ID-overzicht'
=
X
Y
#1#
#2#
#3#
#4#
1x150
Alsdeoorzaakvanhetalarmverdwijnt,verdwijnenookde
alarmindicatieen-uitvoer.
Tijd
=
Temperatuur
=
Laagsteverschil
=
Gewensteaanvoertemperatuur
=
Actueleflowtemperatuur
=
Vertraging(ID1x149)
82|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Settings>Alarm
Alarmwaarde
OpdeingangS8kaneenbrandthermostaatwordenaangesloten.Alsde
doordezevoelergemetentemperatuurbovendeingesteldewaardestijgt,
wordtdeingangS8geactiveerd.
Hetbrandalarmkanwordengeactiveerdbijhetopenenofhetsluitenvande
contactenindebrandthermostaat.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
0
Brandalarmwordtgeactiveerdbijsluitenvande
contactenindebrandthermostaat.
1:
Brandalarmwordtgeactiveerdbijopenenvande
contactenindebrandthermostaat.
MENU>Settings>Alarm
Alarmtime-out
Hetalarmwordtgeactiveerdwanneerdealarmredenlangeraanwezigis(in
seconden)dandeingesteldewaarde.
Ziebijlage“ParameterIDoverzicht”
Waarde:Steldetime-outwaardevanhetalarmin
1x636
Eenactiefbrandalarmwordtophetdisplayaangeduidmeteen.
S8ingangstatus:
MENU>Algemenecontrollerinstellingen>Systeem>Alg.ing.
overz.>S8:
0=Inganggeactiveerd.1=Ingangnietgeactiveerd
Zieookparameter1x637'Alarmtime-out'.
1x637
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|83
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
5.10Alarmoverzicht
MENU>Alarm>Alarmoverzicht
Ditmenutoontdealarmsoorten,bijvoorbeeld:
• '2:Temp.monitor'
• '32:Tsensordefect'
Hetalarmisgeactiveerdalshetalarmsymbool(eenbel)(
vanhetalarmtypeaanwezigis.
)rechts
Resettenvaneenalarm,algemeen:
MENU>Alarm>Alarmoverzicht:
Zoeknaareenalarmsymboolopeenspecifiekeregel.
(Voorbeeld:'2:Temp.monitor')
Verplaatsdecursornaardebetreffenderegel.
Drukopdedraaiknop.
Alarmoverzicht:
Alarmbronnenwordeninditoverzichtsmenuzichtbaar.
Enkelevoorbeelden:
'2:Temp.monitor'
'5:Pomp1'
'10:DigitaalS12'
'32:Tsensordefect'
Indevoorbeeldenwordendecijfers2,5en10gebruiktinde
alarmcommunicatiemethetBMS-/SCADA-systeem.
Indevoorbeeldenzijn'Temp.monitor','Pomp1'en'DigitaalS12'de
alarmpunten.
Indevoorbeeldengeeft'32:Tsensordefect'geeftdebewakingvan
aangeslotensensorenaan.
Alarmnummersenalarmpuntenkunnenverschillen,afhankelijkvan
debetreffendeapplicatie.
84|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
6.0Algemenecontrollerinstellingen
6.1Inleidingopde'Algemenecontrollerinstellingen':
Sommigealgemeneinstellingendievantoepassingzijnopde
volledigecontroller,bevindenzichineenspecifiekdeelvande
controller.
Toegangkrijgentot'Algemenecontrollerinstellingen':
Actie:
Doel:
Kies"MENU"ineenvandecircuits
Bevestig
Kiesdecircuitkiezerinde
rechterbovenhoekvanhetdisplay
Bevestig
Kies'Algemenecontrollerinstellingen'
Bevestig
Voorbeel-
Circuitkiezer
den:
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|85
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
6.2Tijd&datum
Hetisalleennodigdejuistedatumentijdintestellenmet
betrekkingtotheteerstegebruikvandeECLComfort-controllerof
naeenstroomonderbrekingvanmeerdan72uur.
Decontrollerheefteen24-uursklok.
Autom.daglicht(overschakelingzomertijd)
JA:
NEE:
Deingebouwdeklokvanderegelaarverandert
automatisch+/-éénuuropdegestandaardiseerde
dagenvoordezomertijdvoorMidden-Europa.
Ukunthandmatigschakelentussenzomer-enwintertijd
doordeklokachteruitofvooruittedraaien.
Detijdendedatuminstellen:
Actie:
Doel:
Kies'MENU'
Bevestig
Kiesdecircuitkiezerinde
rechterbovenhoekvanhetdisplay
Bevestig
Kies'Algemeneregelaarinstellingen'
Bevestig
Ganaar'Tijdendatum'
Bevestig
Plaatsdecursoroppositiedieuwilt
wijzigen
Bevestig
Voerdegewenstewaardein
Bevestig
Verplaatsdecursornaardevolgende
positiedieuwiltwijzigenHerhaaldit
tot'TijdenDatum'isingesteld.
Verplaatsdecursustenslottenaar
'MENU'
Bevestig
Wanneercontrollerswordenaangeslotenalsslavesineen
Voorbeel-
den:
master-slavesysteem(viaECL485-communicatiebus),zullenze‘Tijd
endatum’ontvangenvandemaster.
86|©Danfoss|2021.04
Verplaatsdecursornaar'HOME'
Bevestig
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
6.3Vakantie
Dezeparagraafgeefteenalgemenebeschrijvingvandefunctie
indeECLComfort210/296/310-serie.Degetoondedisplays
zijnstandaardennietgerelateerdaanspecifiekeapplicaties.Zij
kunnendaaromafwijkenvandedisplaysinuwapplicatie.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|87
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Eriseenvakantieprogrammavoorelkcircuiteneen
vakantieprogrammavoordegemeenschappelijkecontroller.
Elkvakantieprogrammabevatéénofmeerprogramma's.Elk
programmakanwordeningesteldopeenstartdatumeneen
einddatum.Deingesteldeperiodestartopdestartdatumom00.00
enstoptopdeeinddatumom00.00.
SelecteerbaremodizijnComfort,Opslaan,Vorstbeschermingof
Comfort7-23(voor7enna23isdemodusgeprogrammeerd).
Uwvakantieprogrammainstellen:
Actie:
Doel:
Voorbeel-
Kies'MENU'
Bevestig
Kiesdecircuitkiezerinde
rechterbovenhoekvanhetdisplay
Bevestig
Kieseencircuitof"Algemene
controllerinstellingen"
Verwarming
Tapwater
Algemenecontrollerinstellingen
Bevestig
Ganaar'Vakantie'
Hetvakantieprogrammainde'Algemenecontrollerinstellingen'is
geldigvoorallecircuits.Hetvakantieprogrammakanookafzonderlijk
ingesteldwordenindeverwarmings-entapwatercircuits.
Deeinddatummoetminstensééndagnadestartdatumvallen.
den:
Bevestig
Kieseenprogramma
Bevestig
Bevestigkeuzevanmoduskiezer
Kiesmodus
Comfort
·Comfort7–23
Opslaan
·Vorstbeveiliging
Bevestig
Voereerstdestarttijdendande
eindtijdin
Bevestig
Ganaar‘Menu’
Bevestig
Kies'Ja'of'Nee'kiezenonder'Opslaan' .
Kies,indienvereist,hetvolgende
programma
88|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Vakantie,specifiekcircuit/Algemenecontroller
Bijhetinstellenvaneenvakantieprogrammaineenspecifiekcircuit
eneenandervakantieprogrammaineenAlgemenecontroller,
wordtrekeninggehoudenmeteenprioriteit:
1.Comfort
2.Comfort7-23
3.Afwezig
4.Vorstbescherming
Vakantie,eeningesteldeperiodeverwijderen:
• Kieshetbetreffendeprogramma
• Wijzigdemodusnaar'Klok'
• Bevestig
Voorbeeld1:
Circuit1:
Vakantieingesteldop'Zuinig'
Algemenecontroller:
Vakantieingesteldop'Comfort'
Resultaat:
Zolang'Comfort'actiefisindeAlgemenecontroller,bevindtcircuit1
zichindemodus'Comfort'.
Voorbeeld2:
Circuit1:
Vakantieingesteldop'Comfort'
Algemenecontroller:
Vakantieingesteldop'Zuinig'
Resultaat:
Zolang'Comfort'actiefisincircuit1,bevindtditzichindemodus
'Comfort'.
Voorbeeld3:
Circuit1:
Vakantieingesteldop'Vorstbescherming'
DeECA30/31kanhetvakantieprogrammavandecontroller
tijdelijknietnegeren.
HetisechtermogelijkdevolgendeoptiestegebruikenvandeECA
30/31wanneerdecontrollerindegeprogrammeerdemodusis:
Dagvrij
Vakantie
Ontspannen(verlengdecomfortperiode)
Uitgaan(verlengdezuinigeperiode)
Algemenecontroller:
Vakantieingesteldop'Zuinig'
Resultaat:
Zolang'Zuinig'actiefisindeAlgemenecontroller,bevindtcircuit1
zichindemodus'Zuinig' .
Energiebesparendetruc:
Gebruik'Uitgaan'(verlengdezuinigeperiode)voorventilatie
doeleinden(bijv.voorhetventilerenvankamersdoorramente
openenvoorverselucht).
AansluitingeneninstelproceduresvoorECA30/31:
Ziesectie'Diversen' .
Beknoptehandleiding"ECA30/31vooroverridemodus":
1.Ganaar"ECAMENU"
2.Verplaatsdecursornaarhet"Klok"symbool
3.Selecteerhet"Klok"symbool
4.Kiesenselecteeréénvande4overridefuncties
5.Onderhetoverridesymbool:Stelurenofdatumin
6.Onderuren/datum:Steldegewensteruimtetemperatuurinvoor
deoverrideperiode
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|89
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
6.4Ingangoverzicht
Dezeparagraafgeefteenalgemenebeschrijvingvandefunctie
indeECLComfort210/296/310-serie.Degetoondedisplays
zijnstandaardennietgerelateerdaanspecifiekeapplicaties.Zij
kunnendaaromafwijkenvandedisplaysinuwapplicatie.
Ingangoverzichtbevindtzichindealgemenecontrollerinstellingen.
Ditoverzichttoontaltijddeactueletemperatureninhetsysteem
(alleen-lezen).
'Buitenacc.T'betekent'Geaccumulieerdebuitentemperatuur'enis
eenberekendewaardeindeECLComfort-controller.
90|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
6.5Log
Dezeparagraafgeefteenalgemenebeschrijvingvandefunctie
indeECLComfort210/296/310-serie.Degetoondedisplays
zijnstandaardennietgerelateerdaanspecifiekeapplicaties.Zij
kunnendaaromafwijkenvandedisplaysinuwapplicatie.
Viadelogfunctie(temperatuurgeschiedenis)kuntudelogsvan
vandaag,gisteren,deafgelopentweedagenendeafgelopenvier
dagenvoordeaangeslotenvoelersbewaken.
Eriseenlogdisplayvoorderelevantevoelerwaarbijdegemeten
temperatuurwordtweergegeven.
Delogfunctieisalleenbeschikbaarinde'Algemene
controllerinstellingen' .
Voorbeeld1:
Eenlogvan1dagvoorgisterenmetdeontwikkelinginde
buitentemperatuurgedurendedeafgelopen24uur.
Voorbeeld2:
Delogvanvandaagvoordeactueleflow-temperatuurvande
verwarmingendegewenstetemperatuur.
Voorbeeld3:
Delogvangisterenvoordeflowtemperatuurvanhettapwater
endegewenstetemperatuur.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|91
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
6.6Uitgangoverride
Dezeparagraafgeefteenalgemenebeschrijvingvandefunctie
indeECLComfort210/296/310-serie.Degetoondedisplays
zijnstandaardennietgerelateerdaanspecifiekeapplicaties.Zij
kunnendaaromafwijkenvandedisplaysinuwapplicatie.
Uitgangoverridewordtgebruiktomeenofmeervande
gecontroleerdeonderdelenuitteschakelen.Ditkanondermeer
nuttigzijnineenservicesituatie.
Actie:
Doel:
Voorbeel-
den:
Gecontroleerdeonderdelen Circuitkiezer
Kies"MENU"ineenvande
overzichtdisplays.
Bevestig
Kiesdecircuitkiezerinde
rechterbovenhoekvanhetdisplay
Bevestig
Algemenecontrollerinstellingen
kiezen
Bevestig
Kies'Uitgangoverride'
“Handmatigeregeling“heefteenhogereprioriteitdan"Uitgang
Bevestig
Kieseengecontroleerdonderdeel
M1,P1enz.
override".
Bevestig
Pasdestatusvanhetgecontroleerde
onderdeelaan:
Gemotoriseerdestuurklep:AUTO,
STOP ,SLUITEN,OPEN
Pomp:AUTO,UIT,AAN
Wanneerhetgeselecteerdegecontroleerdeonderdeel(uitgang)
niet‘AUTO’is,controleertdeECLComfort-controllerhetbetreffende
onderdeelniet(bijv.pompofgemotoriseerderegelklep).
Vorstbeschermingisnietactief.
Statuswijzigingbevestigen
Denkeraandestatusopnieuwtewijzigenzodraernietlangereen
overrideisvereist.
Wanneeruitgangoverridevaneengeregeldonderdeelactiefis,dan
wordthetsymbool‘!’weergegevenrechtsvandemodus-indicatorin
dedisplaysvandeeindgebruiker.
92|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
6.7Sleutelfuncties
Nieuweapplicatie Verwijderapplicatie:
Applicatie
Fabrieksinst. Systeeminstell.:
Kopie
Sleuteloverzicht
Verwijdertdebestaandeapplicatie.
ZodradeECL-keygeplaatstis,kaneen
andereapplicatiegekozenworden.
Geefteenoverzichtvandeactuele
applicatieindeECLcontroller.Druk
weeropdedraaiknopomhetoverzicht
teverlaten.
Systeeminstellingenzijn,onderandere,
communicatie-instellingen,helderheid
vanhetdisplayenz.
Instel.gebruiker:
Gebruikersinstellingenzijnonder
anderegewenstekamertemperatuur,
gewenstetapwatertemperatuur,
programma's,stooklijn,grenswaarden
enz.
Terugnaarfabriek:
Hersteltdefabrieksinstellingen.
Naar:
kopieerinstelling
Systeeminstell.
Instel.gebruiker
Startkopiëren
Geefteenoverzichtvandeingestoken
ECLkey.(Voorbeeld:A266Ver.2.30).
Draaiaandedraaiknopomdesubtypes
tezien.Drukweeropdedraaiknopom
hetoverzichtteverlaten.
Eenmeergedetailleerdebeschrijvingoverhoemende
afzonderlijke"key-functies"moetgebruikenvindtmenterugin:
"DeECL-applicatiekeyplaatsen" .
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|93
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
Het“Keyoverzicht”geeftgeeninformatie—viaECA30/31—over
desubtupesvandeapplicatiekey.
Keygeplaatst/nietgeplaatst,omschrijving:
ECLComfort210/310,controllerversieslagerdan1.36:
-
Verwijderdeapplicatiekey;gedurende20
minutenkunnendeinstellingenworden
gewijzigd.
-
Schakeldecontrollerinzonderde
applicationkeyingestoken;gedurende
20minutenkunneninstellingenworden
gewijzigd.
ECLComfort210/310,controllerversies1.36enhoger:
-
Verwijderdeapplicatiekey;gedurende20
minutenkunnendeinstellingenworden
gewijzigd.
-
Schakeldecontrollerinzonderde
applicationkeyingestoken;instellingen
kunnennietwordengewijzigd.
ECLComfort296,controllerversies1.58enhoger:
-
Verwijderdeapplicatiekey;gedurende20
minutenkunnendeinstellingenworden
gewijzigd.
-
Schakeldecontrollerinzonderde
applicationkeyingestoken;instellingen
kunnennietwordengewijzigd.
94|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
6.8Systeem
6.8.1ECLversie
In'ECL-versie'vindtualtijdeenoverzichtvandegegevens
betreffendeuwelektronischeregelaar.
Houddezeinformatiebijdehandalsucontactmoetopnemenmet
deDanfoss-verkoopafdelingbetreffendedecontroller.
UkuntinformatievooruwECL-applicatiesleutelvindenin
'Sleutelfuncties'en'Sleuteloverzicht' .
Codenr.:Hetverkoop-enordernr.van
Hardware:Hardwareversievanderegelaar
Software:Softwareversie(firmwareversie)
Serienr.:
Productieweek:Weeknr.enjaar(WW.JJJJ)
6.8.2 Extra
ECLComfort310/310B:
'Extra'biedtuinformatieoverbijkomendemodules,indien
aanwezig.EenvoorbeeldhiervanisdeECA32-module.
Danfossvoordecontroller
vandecontroller
Unieknummervoorde
individuelecontroller
Voorbeeld,ECLversie
6.8.3Ethernet
DeECLComfort296/310/310BheefteenModbus/TCPcommunicatie-interfacediehetmogelijkmaaktdeECL-controller
aantesluitenopeenEthernet-netwerk.Ditmaakttoegangtotde
ECL296/310/310B-controlleropafstandmogelijk,gebaseerdop
standaardcommunicatie-infrastructuren.
In'Ethernet'ishetmogelijkdevereisteIP-adressenintestellen.
6.8.4Portalconfig
DeECLComfort296/310/310BheefteenModbus/TCPcommunicatie-interfacediehetmogelijkmaaktdeECL-controller
tebewakenenbedienenviahetECLPortal.
ECLPortal-gerelateerdeparameterswordenhieringesteld.
DocumentatievoorECLPortal:ziehttps://ecl.portal.danfoss.com
6.8.5M-busconfig
DeECLComfort296/310/310BheefteenM-buscommunicatieinterfacediehetmogelijkmaaktenergiemetersaantesluitenals
slaves.
M-bus-gerelateerdeparameterswordenhieringesteld.
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|95
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
6.8.6Energiemeter(warmtemeter)enM-bus,algemeneinformatie
AlleenECL296/310/310B
BijhetgebruikvandeapplicatiekeyindeECLComfort296/310/
310B,kunnenertotmax.5energiemeters(warmtemeters)worden
aangeslotenopdeM-busaansluitingen.
Aansluitingvandeenergiemeterkan:
• deflowbeperken
• hetvermogenbeperken
• datavandeenergiemeteroverdragenaanhetECLPortal,via
Etherneten/ofeenSCADAsysteem,viaModbus.
Veleapplicatiesmetwarmteregeling,tapwaterofkoelcircuit
hebbendemogelijkheidomtereagerenomenergiemeterdata.
Omteverifiërenofdeactuelekeykanwordeningesteldomte
reagerenopenergiemeterdata:
Ziecircuit>MENU>Instellingen>Flow/Vermogen.
DeECLComfort296/310/310Bkanaltijdwordengebruiktvoor
hetbewakenmax.5energiemeters.
DeECLComfort296/310/310BfungeertalseenM-busmaster
enmoetwordeningesteldvoorhetcommunicerenmetde
aangeslotenenergiemeter(s).
ZieMENU>Algemenecontroller>Systeem>M-busconfig.
Energiemeterdata-acquisitieismogelijkvanuitdeECLPortalzonder
deM-busconfiguratieoptezetten.
Technischeinfo:
• DdeM-busdatazijngebaseerdopdestandaardEN-1434.
• DanfossadviseertAC-gevoedeenergiemetersomleeglopen
vandebatterijtevermijden.
MENU>Algemenecontroller>Systeem>M-busconfig.
Status
Circuit
Instelbereik Fabrieksinstel-
- - -
InformatieoverdehuidigeM-busactiviteit.
IDLE:
INIT:
SCAN:
GATEW:
Normaletoestand
Hetcommandovoorinitialisatieisgeactiveerd
Hetcommandovoorscannenisgeactiveerd
HetcommandoGatewayisgeactiveerd
Uitlezing
DeECLComfort296/310/310BzalteruggaannaarIDLEwanneerde
ling
commando'szijnafgerond.
Gatewaywordtgebruiktvoorhetuitlezenvandeenergiemetervia
ECLPortal.
96|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Algemenecontroller>Systeem>M-busconfig.
Baud(bitsperseconde)
Circuit
-
300/600/1200/2400
Instelbereik Fabrieksinstel-
DecommunicatiesnelheidtussenECLComfort296/310/310Ben
deaangeslotenenergiemeter(s).
MENU>Algemenecontroller>Systeem>M-busconfig.
Commando
Circuit
-
NONE/INIT/SCAN/GATEW NONE
Instelbereik Fabrieksinstel-
DeECLComfort296/310/310BiseenM-busmaster.Omde
aangeslotenenergiemetersteverifiëren,kunnenverschillende
commando'swordengeactiveerd.
NONE:
INIT:
SCAN:
Geencommandogeactiveerd
Initialisatieisgeactiveerd
Scannenwordtgeactiveerdomtezoekennaar
aangeslotenenergiemeters.DeECLComfort296
/310/310BdetecteertdeM-busadressenvan
max.5aangeslotenenergiemetersenplaatst
dezeautomatischindesectie'Energiemeters' .Het
geverifieerdeadreswordtgeplaatstna'Energiemeter
1(2,3,4,5)'
5997
Meestalwordt300of2400baudgebruikt.
ling
300
WanneerECLComfort296/310/310BwordtaangeslotenopdeECL
Portal,daniseenbaudratevan2400aantebevelen,opvoorwaarde
datdeenergiemeterdittoestaat.
5998
Descantijdkantot12minutenbedragen.
ling
Wanneeralleenergiemeterszijngevonden,kanhetcommando
wordengewijzigdnaarINITofNONE.
GATEW:
DeECLComfort296/310/310Bfungeertalseen
gatewaytussenenergiemetersenECLPortal.Wordt
alleenvoorservicedoeleindengebruikt.
MENU>Algemenecontroller>Systeem>M-busconfig.
Energiemeter1(2,3,4,5)
M-busadres
Circuit
-
Instelbereik Fabrieksinst.
0-255 255
Desetofhetgeverifieerdeadresvanenergiemeter1(2,3,4,5)
0:
1-250:
251-254:
Wordtnormaalgesprokennietgebruikt
GeldigeM-busadressen
Specialefuncties.GebruikalleenM-busadres254
wanneeréénenergiemeterisaangesloten.
255:
nietgebruikt
6000
AQ055186460331nl-000501
©Danfoss|2021.04|97
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
MENU>Algemenecontroller>Systeem>M-busconfig.
Type
Energiemeter1(2,3,4,5)
Circuit
-
Instelbereik Fabrieksinstel-
0-4 0
SelecterendatabereikvanM-bustelegram.
0
1:
2:
3:
4:
Kleinedataset,kleineunits
Kleinedataset,groteunits
Grotedataset,kleineunits
Grotedataset,groteunits
Alleenvolumeenenergiedata
(voorbeeld:HydroPortPuls)
MENU>Algemenecontroller>Systeem>M-busconfig.
Energiemeter1(2,3,4,5)
Scantijd
Circuit
-
Instelbereik Fabrieksinst.
1-3600s 60s
Instellenvandescantijdvoorhetverzamelenvandatavan
aangeslotenenergiemeter(s).
6001
Datavoorbeelden:
ling
0:
Aanvoertemp.,retourtemp.,flow,vermogen,geacc.volume,geacc.
energie.
3:
Aanvoertemp.,retourtemp.,flow,vermogen,geacc.volume,geacc.
energie,
tarief1,tarief2.
Zieookde"Handleiding,ECLComfort210/310,communicatiebeschrijving"voormeerdetails.
Zieookdebijlagevooreengedetailleerdeomschrijvingvan“Type“ .
6002
Wanneerdeenergiemetermetbehulpvaneenbatterijwordtgevoed,
danmoetdescantijdwordeningesteldopeenhogerewaarde,omte
voorkomendatdebatterijtesnelontlaadt.
Aandeanderekant,wanneerdeflow/vermogensgrensfunctiewordt
gebruiktindeECLComfort310,danmoetdescantijdopeenlage
waardewordeningesteldomeensnellegrensterealiseren.
MENU>Algemenecontroller>Systeem>M-busconfig.
Energiemeter1(2,3,4,5)
ID
Circuit
Instelbereik Fabrieksinst.
- - -
Informatieoverhetserienummervandeenergiemeter
MENU>Algemenecontroller>Systeem>Energiemeters
Energiemeter1(2,3,4,5)
Circuit
-
Instelbereik Fabrieksinst.
0-4 0
Informatieoverdeactueleenergiemeteroverbijv.ID,temperaturen,
flow/volume,vermogen/energie.
Deweergegeveninformatiehangtafvandeinstellingendiezijn
gemaaktinhet"M-busconfig. "menu.
Uitlezing
Uitlezing
98|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
6.8.7 Energiemeters
DeECLComfort296/310/310Bmaaktcommunicatiemet
maximaal5energiemetersmogelijkviaM-bus.In'Energiemeters'
kunnengegevenswordenuitgelezenvanenergiemetersdievia
M-buszijnaangesloten.
6.8.8Overzichtgemetenwarden
Gemetentemperaturen,ingangsstatusenspanningenworden
weergegeven.
Bovendienkaneendetectievanstoringengeselecteerdworden
voorgeactiveerdetemperatuuringangen.
Monitorenvandevoelers:
Selecteerdevoelerdieeentemperatuurmeet,bv.deS5.Wanneer
dedraaiknopingedruktwordt,verschijntereenvergrootglasin
degeselecteerderegel.DeS5-temperatuurwordtnugemonitord.
Alarmindicatie:
Wanneerdeverbindingmetdetemperatuurvoelerverbrokenof
kortgeslotenzouworden,ofdevoelerzelfdefectzouraken,wordt
dealarmfunctiegeactiveerd.
Inhet"Alg.ing.overz."wordteenalarmsymbool getoondbijde
defectetemperatuurvoelerinkwestie.
Hetalarmresetten:
Selecteerdevoeler(S-nummer)waarvooruhetalarmwiltwissen.
Drukopdedraaiknop.Hetvergrootglas enhetalarmsymbool
verdwijnen.
Wanneernogmaalsopdedraaiknopwordtgedrukt,wordtde
monitoringfunctieopnieuwgeactiveerd.
6.8.9Sensoroffset(nieuwefunctionaliteitvanaffirmware1.59)
Deoffsetvandegemetentemperatuurkanwordeningesteldter
compensatievankabelweerstandofeenniet-optimaleplaatsing
vandetemperatuurvoeler.Deaangepastetemperatuurwordt
weergegevenin'Alg.ing.overz.'en'Ingangoverzicht' .
Detemperatuurvoeleringangenhebbeneenmeetbereikvan-60...
150°C.
Wanneereentemperatuurvoelerofdeverbindingdefectraakt,wordt
dewaarde-indicatie"--" .
Wanneereentemperatuurvoelerofdeverbindingervanwordt
kortgesloten,wordtdewaarde-indicatie"---".
Algemenecontroller>Systeem>Sensoroffset
Voeler1...(temperatuurvoeler)
Circuit
Instelbereik Fabrieksin-
Deoffsetvandegemetentemperatuurinstellen.
Positieve
detemperatuurwaardewordtverhoogd
offsetwaarde:
Negatieve
detemperatuurwaardewordtverlaagd
offsetwaarde:
AQ055186460331nl-000501
stelling
* *
©Danfoss|2021.04|99
HandleidingECLComfort210/296/310,applicatieA217/A317
6.8.10Display
Achtergrondlicht(displayhelderheid)
Circuit
Instelbereik Fabrieksinst.
0...10
Pasdehelderheidvanhetdisplayaan.
0:
10:
Zwakkeachtergrondverlichting.
Sterkachtergrondverlichting.
Contrast(displaycontrast)
Circuit
Instelbereik Fabrieksinst.
0...10 3
Pashetcontrastvanhetdisplayaan.
0:
10:
Laagcontrast.
Hoogcontrast.
6.8.11Communicatie
MENU>Algemenecontrollerinstellingen>Communicatie
60058
5
60059
Modbusadres
Circuit
StelModbusadresinalsdecontrollerdeeluitmaaktvaneen
Modbus-netwerk.
1...247:
WijsdeModbusadrestoebinnenhetvermelde
Instelbereik Fabrieksinst.
1...247
instelbereik.
38
1
100|©Danfoss|2021.04
AQ055186460331nl-000501