Tips voor de monteur Danfoss compressoren – montage-instructies
1.0
Algemeen
2.0
Compressor
Wanneer een compressor in een nieuw toestel
moet worden geïnstalleerd, is er gewoonlijk
voldoende tijd om het juiste compressortype
te kiezen op basis van de databladen en om
voldoende testen uit te voeren.
Als een defecte compressor echter moet worden
vervangen, is het vaak onmogelijk om een
compressor van hetzelfde type als het origineel
te vinden.
In dergelijke gevallen moeten de relevante,
gespeciceerde compressorgegevens worden
vergeleken.
Het compressorassortiment van Danfoss omvat
de basistypen P, T, N, F, SC en SC Twin.
Danfoss 220 V-compressoren zijn voorzien
van een geel plaatje met informatie over de
typeaanduiding, spanning en frequentie,
toepassing, startcondities, koelmiddel en
productcode.
De 115 V-compressoren zijn voorzien van een
groen plaatje.
Als zowel LST als HST wordt vermeld, hangen de
startkenmerken af van de gebruikte elektrische
apparatuur.
Een compressor kan lang meegaan als de
onderhoudswerkzaamheden op de juiste wijze
worden uitgevoerd en erop wordt gelet dat de
gebruikte componenten schoon en droog zijn.
De servicemonteur moet bij het kiezen van een
compressor rekening houden met de volgende
aspecten:
type koelmiddel, spanning en frequentie,
toepassingsbereik, slagvolume/capaciteit van
compressor, startcondities en koelingscondities.
Gebruik zo mogelijk hetzelfde type koelmiddel
als in het defecte systeem.
Am0_0024
2.1
Benaming
Als het typeplaatje afwezig is, vindt u het
compressortype en de productcode ingeslagen
in de zijkant van de compressor. Zie de eerste
pagina’s van het pakket informatiebladen voor de
compressor.
Voorbeeld aanduiding compressor
T L E S 4 F K
Basisontwerp (P, T, N, F, S)
L, R, C = int. motorbeveiliging
T, F = ext. motorbeveiliging
LV = variabel toerental
E = energieoptimalisatie
E = hoge energieoptimalisatie
S = semi-directe aanzuiging
Nominaal slagvolume in cm
3
A = LBP / (MBP) R12
AT = LBP (tropisch) R12
B = LBP / MBP / HBP R12
BM = LBP (240 V) R22
C = LBP R502 / (R22)
CL = LBP R404A/ R507
CM = LBP R22 / R502
CN = LBP R290
D = HBP R22
DL = HBP R404A/ R507
F = LBP R134a
FT = LBP (tropisch) R134a
G = LBP/MBP/HBP R134a
GH = warmtepompen R134a
GHH = warmtepompen
(geoptimaliseerd) R134a
H = warmtepompen R12
HH = warmtepompen
(geoptimaliseerd) R12
K = LBP/(MBP) R600a
KT = LBP (tropisch) R600a
MF = MBP R134a
ML = MBP R404A/ R507
Am0_0025
leeg = LST / HST
K = capillair (LST)
X = expansieventiel (HST)
Tips voor de monteur Danfoss compressoren – montage-instructies
3327-
Schroef M6 x 25
O-ring
Compressor basis
Kastbasis
Dichtingsringkoker
Rubberen dichtingsring
Schroef M6
2.1
Benaming (vervolg)
2.2
Laag en hoog startkoppel
De eerste letter van de aanduiding (P, T, N, F of S)
geeft de compressorserie aan, terwijl de tweede
letter de positie van de motorbeveiliging aangeeft.
E, Y en X staan voor verschillende stappen van
energieoptimalisatie. S betekent semi-directe
aanzuiging. V staat voor compressoren met
variabel toerental. Op alle genoemde typen moet
de aangegeven zuigaansluiting worden gebruikt.
Gebruik van de verkeerde aansluiting als
zuigaansluiting leidt tot verminderde capaciteit
en verminderd rendement.
Een getal geeft het slagvolume in cm3 aan; bij
PL-compressoren geeft dit getal de nominale
capaciteit aan.
De letter na het slagvolume geeft aan welk
koelmiddel moet worden gebruikt, en tevens
het toepassingsgebied van de compressor. (Zie
voorbeeld.)
LBP (Low Back Pressure – lage
verdampingsdruk) geeft het lage bereik van
verdampingstemperaturen aan, gewoonlijk van
-10 °C tot -35 °C of zelfs -45 °C, voor gebruik in
vrieskisten en koelkasten met een vriesvak.
Een beschrijving van de diverse elektrische
apparatuur vindt u in de databladen voor de
compressoren. Zie ook sectie 6.0.
Compressoren met een laag startkoppel (LST
– low starting torque) mogen alleen worden
gebruikt in koelinstallaties met een capillair als
smoorvoorziening waarbij tijdens elke periode
van stilstand drukvereening plaatsvindt tussen
de zuig- en perszijde.
Bij een PTC-startvoorziening (LST) moet de
stilstandtijd minimaal 5 minuten zijn, omdat dit
de tijd is die nodig is om de PTC te koelen.
De HST-startvoorziening, die de compressor
MBP (Medium Back Pressure – gemiddelde
verdampingsdruk) geeft het bereik van
gemiddelde verdampingstemperaturen aan,
gewoonlijk -20 °C tot 0 °C, zoals in koelkasten,
melkkoelers, ijsmachines en waterkoelers.
HBP (High Back Pressure – hoge
verdampingsdruk) geeft hoge
verdampingstemperaturen aan, meestal tussen
-5 °C en +15 °C, zoals in ontvochtigers en
sommige vloeistofkoelers.
Een extra T geeft een compressor aan die bestemd
is voor toepassing in de tropen. Dat betekent hoge
omgevingstemperaturen en het vermogen om op
een minder stabiele elektrische voeding te werken.
De laatste letter in de compressoraanduiding
geeft informatie over het startkoppel. Als de
compressor in principe zowel voor LST (laag
startkoppel) als HST (hoog startkoppel) bestemd
is, blijft deze positie leeg. De startkenmerken
hangen af van de gebruikte elektrische voorziening.
K geeft LST aan (capillair en drukvereening
tijdens stilstand) en X geeft HST aan
(expansieventiel of geen drukvereening).
voorziet van een hoog startkoppel, moet altijd
worden gebruikt in koelinstallaties met een
expansieventiel en in installaties met capillair
zonder volledige drukvereening voor elke start.
In compressoren met een hoog startkoppel (HST
– high starting torque) worden gewoonlijk een
relais en een aanloopcondensator gebruikt als
startvoorziening.
De aanloopcondensatoren zijn ontworpen voor
kortstondige inschakelingen.
Als in de aanloopcondensator bijvoorbeeld
‘1.7% ED’ geslagen is, betekent dit dat per
uur maximaal 10 inschakelingen met een
inschakeltijd van 6 seconden mogelijk zijn.
2.3
Motorbeveiliging en
wikkelingtemperatuur
2.4
Afdichtrubbers
De motorwikkelingen van de meeste Danfoss
compressoren zijn voorzien van een ingebouwde
motorbeveiliging (wikkelingbeveiliging). Zie ook
sectie 2.1.
Bij piekbelastingen mag de temperatuur van de
Laat de compressor op de grondplaat rusten tot
hij volledig is aangesloten.
Dit beperkt het risico op een olielaag in de
aansluitingen en bijkomende problemen bij het
hardsolderen.
Plaats de compressor op de zijkant met de
aansluitingen naar boven gericht en breng
vervolgens de afdichtrubbers en pakkingbussen
aan op de grondplaat van de compressor.
Zet de compressor niet op zijn kop.
Monteer de compressor op de grondplaat van
het toestel.
wikkelingen niet hoger worden dan 135 °C en
onder stabiele omstandigheden mag de temperatuur van de wikkelingen niet hoger worden dan
125 °C. Specieke informatie over een aantal speciale typen vindt u in het pakket met databladen.
Tips voor de monteur Danfoss compressoren – montage-instructies
MS
C
Startwikkeling
Wikkelingsbeveiliging
Hoofdwikkeling
2.5
Minimale
omgevingstemperatuur
3.0
Fouten opsporen
3.1
Uitschakeling door
wikkelingbeveiliging
3.2
Interactie PTC en beveiliging
3.3
Controle wikkelingbeveiliging
en weerstand
Laat de compressor voor de eerste start op
een temperatuur boven 10 °C komen om
startproblemen te voorkomen.
Er kunnen allerlei redenen zijn waarom een
compressor niet werkt. Vervang de compressor
pas als u absoluut zeker bent dat hij defect is.
Als de wikkelingbeveiliging de motor uitschakelt
terwijl de compressor koud is, kan het circa 5
minuten duren voordat de beveiliging wordt
gereset.
De PTC-startvoorziening moet 5 minuten
afkoelen voordat hij in staat is de compressor
opnieuw te starten met volledig startkoppel.
Kortstondige afschakelingen van de stroomtoevoer,
die te kort zijn om de PTC te laten afkoelen, kunnen
resulteren in een startdefect dat tot 1 uur aanhoudt.
De PTC kan tijdens de eerste resets van
de beveiliging geen volledige werking
Bij uitval van de compressor kunt u door middel
van een weerstandsmeting rechtstreeks op
de toevoerstroomdraad bepalen of het defect
het gevolg is van schade aan de motor of
slechts een tijdelijke uitschakeling door de
wikkelingbeveiliging.
Als uit de weerstandsmeting blijkt dat er een
doorverbinding door de motorwikkelingen
bestaat van punt M naar punt S van de
stroomtoevoer, maar de verbinding tussen punt
M en C en tussen punt S en C verbroken is, weet
u dat de wikkelingbeveiliging het circuit heeft
uitgeschakeld. Wacht in dat geval tot de reset.
Raadpleeg het hoofdstuk Problemen oplossen om
snel en eenvoudig te bepalen waar de storing
zich voordoet.
Als de wikkelingbeveiliging de motor uitschakelt
terwijl de compressor warm is (behuizing
compressor meer dan 80 °C) geldt een langere
resettijd. Het kan dan tot circa 45 minuten duren
voor de reset plaatsvindt.
leveren, omdat er dan gewoonlijk ook geen
drukvereening mogelijk is. De beveiliging blijft
dus uitschakelingen uitvoeren tot de vereiste
resettijd is verstreken.
Deze probleemsituatie kan gewoonlijk worden
verholpen door het toestel 5 à 10 minuten los te
koppelen van het stopcontact.
Am0_0028
4.0
De koelinstallatie
openen
Open een koelinstallatie nooit voordat alle, voor
de reparatie benodigde componenten aanwezig
zijn.
De compressor, droger en andere systeemcomponenten moeten worden afgedicht tot ze
weer volledig kunnen worden gemonteerd.
De wijze waarop een defect systeem moet
Breng een serviceafsluiter aan op de installatie en
vang het koelmiddel op de juiste wijze op.
Ontvlambaar koelmiddel kan buiten in de open
lucht worden afgevoerd als het om een zeer
kleine hoeveelheid gaat.
Spoel de installatie vervolgens door met droge
stikstof.
worden geopend, hangt af van het gebruikte
koelmiddel.
Tips voor de monteur Danfoss compressoren – montage-instructies
TL
E
C
or
D
D
or
C
PL
C
E
D
NL
C
E
D
FR
E
C
D
SC
D
C
E
C
D
E
TLS
4.1
Ontvlambare koelmiddelen
R600a en R290 zijn koolwaterstoen. Deze
koelmiddelen zijn ontvlambaar en mogen alleen
worden gebruikt in toestellen die voldoen
aan de gestelde eisen in de laatste versie van
EN/IEC 60335-2-24. (Om de mogelijke risico’s bij
het gebruik van ontvlambare koelmiddelen te
beperken.)
Daarom mogen R600a en R290 uitsluitend
worden gebruikt in huishoudelijke apparaten die
zijn ontworpen voor dit koelmiddel en voldoen
aan de bovengenoemde norm. R600a en R290
zijn zwaarder dan lucht en de concentratie
is daarom altijd het hoogst bij de vloer. De
explosiegrenzen zijn bij benadering:
Voor het uitvoeren van onderhouds- en reparatiewerkzaamheden op R600a- en R290-installaties
moet het onderhoudspersoneel zijn opgeleid voor
het werken met ontvlambare koelmiddelen.
Dit betekent onder meer kennis van de
benodigde gereedschappen, het transporteren
van compressor en koelmiddel en de geldende
voorschriften en veiligheidsmaatregelen tijdens
onderhouds- en reparatiewerkzaamheden.
Gebruik bij het werken met de koelmiddelen
R600a en R290 geen open vuur!
Am0_0029
Danfoss compressoren voor de ontvlambare
koelmiddelen R600a en R290 zijn voorzien van
een gele waarschuwingssticker, zoals afgebeeld.
De kleinere R290-compressoren, type T en N,
zijn van het type LST. Deze moeten vaak worden
voorzien van een timer om voor voldoende
drukvereeningstijd te zorgen.
Zie het hoofdstuk Praktijktoepassing van
koelmiddel R290 (propaan) in kleine hermetische
Am0_0030
systemen voor meer informatie.
5.0
Monteren
5.1
Aansluitingen
Soldeerproblemen als gevolg van olie in de
aansluitingen kunnen worden voorkomen door
de compressor al enige tijd vóór het solderen op
de grondplaat te plaatsen.
De positie van de aansluitingen staat aangegeven
op de tekeningen. ‘C’ betekent aanzuiging en moet
De compressor mag nooit op zijn kop worden
geplaatst. De installatie moet binnen 15 minuten
worden afgesloten om te voorkomen dat er
vocht of vuil in binnendringt.
altijd worden aangesloten op de zuigleiding. ‘E’
betekent persen en moet altijd worden aangesloten
op de persleiding. ‘D’ betekent proces en wordt
gebruikt voor procesaansluitingen op de installatie.
Tips voor de monteur Danfoss compressoren – montage-instructies
5.1
Aansluitingen (vervolg)
De meeste compressoren van Danfoss zijn
voorzien van leidingaansluitingen van dikwandig,
verkoperd staalbuis die even goed te solderen
zijn als conventionele koperen aansluitingen.
De aansluitingen zijn in het compressorhuis
vastgelast en de lasnaden kunnen niet worden
beschadigd tijdens het solderen.
De aansluitingen zijn voorzien van een
aluminium dopsluiting (capsolut) die voor
een goede afdichting zorgt. Deze afdichting
is een garantie dat de compressoren niet zijn
geopend sinds ze de productielijn van Danfoss
hebben verlaten. Verder maakt de afdichting een
beschermende vulling van stikstof overbodig.
De capsoluts zijn gemakkelijk te verwijderen met
een gewone tang of met een speciaal gereedschap,
zoals afgebeeld. De capsolut kan niet opnieuw
worden aangebracht. Na verwijdering van de
afdichtingen op de compressoraansluitingen moet
de compressor binnen 15 minuten in de installatie
worden gemonteerd om te voorkomen dat er vocht
of vuil in binnendringt.
Capsolut-afdichtingen mogen in de voltooide
installatie nooit op aansluitingen blijven zitten.
Eventueel gemonteerde oliekoelers (compressoren
met een slagvolume vanaf 7 cm3) zijn vervaardigd
van koperbuis en de leidingaansluitingen
worden afgedicht met rubberen stoppen. In
het midden van het condensorcircuit moet een
oliekoelspiraal worden gemonteerd.
De persleiding naar compressor nr. 2 van SC
Twin compressoren moet worden voorzien van
een terugslagklep. Als de startvolgorde van
compressor nr.1 en nr. 2 gewenst is, moet een
terugslagklep worden aangebracht in beide
persleidingen.
Am0_0032
Am0_0033
Om te zorgen voor optimale omstandigheden
voor het solderen en het gebruik van soldeer
tot een minimum te beperken, zijn alle
leidingaansluitingen op Danfoss compressoren
voorzien van een kraag, zoals afgebeeld.
Tips voor de monteur Danfoss compressoren – montage-instructies
5
ø ±
1
.
0
3
ø
± 1
.
0
5
.
6
ø±
9
0
.
0
19
5.2
Aansluitingen optrompen
5.3
Leidingverloopstukken
Aansluitingen met een binnendiameter van 6,2
mm kunnen worden opgetrompt tot 6,5 mm
voor het aansluiten van een leiding van 1⁄4”
(6,35 mm), maar wij raden aan de aansluitingen
maximaal 0,3 mm op te trompen.
Tijdens het optrompen moet op de aansluitingen
tegenkracht worden uitgeoefend om te
voorkomen dat ze afbreken.
Een andere oplossing voor dit probleem is het
verkleinen van de diameter aan het uiteinde van
de aansluiting met een speciale tang.
Am0_0035
In plaats van het optrompen van de
aansluitingen of het verkleinen van de diameter
van de aansluitleiding kunnen ook koperen
verloopstukken worden gebruikt.
Voor aansluiting van een compressor met
millimeteraansluitingen (6,2 mm) op een
koelinstallatie met leidingen van 1⁄4” (6,35 mm)
kunt u 6/6,5 mm-verloopstukken gebruiken.
Voor aansluiting van een compressor met een
persaansluiting van 5 mm op een leiding van
1⁄4” (6,35 mm) kunt u een 5/6,5 mm-verloopstuk
gebruiken.
5.4
Soldeer
Am0_0036
Am0_0037
Voor het solderen van de aansluitingen en
koperbuizen kan soldeer worden gebruikt met
een zilvergehalte van slechts 2%. Dat betekent
dat ook zogenaamde fosforsoldeer kan worden
gebruikt als de aansluitleiding van koper is.
Als de aansluitleiding van staal is, moet soldeer
zonder fosfor en met een hoog zilvergehalte
worden gebruikt, met een liquidustemperatuur
lager dan 740 °C. Hierbij is tevens vloeimiddel
nodig.
Tips voor de monteur Danfoss compressoren – montage-instructies
5.5
Solderen
Onderstaande richtlijnen gelden voor het
solderen van stalen aansluitstukken. Dit is anders
dan het solderen van koperen aansluitstukken.
Tijdens het verhitten moet de temperatuur zo
dicht mogelijk bij het smeltpunt van de soldeer
worden gehouden.
Gebruik de ‘zachte’ hitte in de vlam van de
brander voor het verhitten van de verbinding.
Richt de vlam zodanig dat minimaal 90% van de
hitte geconcentreerd wordt op het aansluitstuk
en circa 10% op de aansluitleiding.
Wanneer de aansluiting kersenrood is (circa
600 °C) richt u de vlam enkele seconden op de
aansluitleiding.
Oververhitting leidt tot schade aan het
oppervlak, waardoor de soldeerverbinding
mogelijk minder goed wordt.
Am0_0038
Blijf de verbinding verhitten met de ‘zachte’ vlam
en breng soldeer aan.
Door de vlam langzaam in de richting van de
compressor te bewegen laat u de soldeer in de
soldeerspleet trekken. Vervolgens neemt u de
vlam volledig weg.
Tips voor de monteur Danfoss compressoren – montage-instructies
5.6
Lokring-koppelingen
Een installatie die ontvlambaar koelmiddel R600a
of R290 bevat, mag niet worden gesoldeerd. In
dergelijke gevallen kan een Lokring-koppeling
worden gebruikt, zoals afgebeeld.
Een nieuwe installatie kan gewoon worden
gesoldeerd zolang deze nog niet gevuld is met
ontvlambaar koelmiddel.
Montagebek
Bout
Gereedschap
Am0_0042
Installaties met vulling mogen nooit met
behulp van een vlam worden geopend.
Compressoren uit installaties met ontvlambaar
koelmiddel moeten worden gevacumeerd om de
koelmiddelresten uit de olie te verwijderen.
VerbindingsstukLOKRINGLOKRINGLeiding
Voor de
montage
Verbindingsstuk
LOKRING-koppeling
Na de
montage
LeidingLOKRINGLOKRINGLeiding
5.7
Drogers
Wij gaan ervan uit dat Danfoss compressoren
worden gebruikt in koelinstallaties met een
passend formaat, inclusief een droger van
geschikte kwaliteit en voorzien van de juiste
hoeveelheid en het juiste type droogmiddel.
Wij gaan uit van koelinstallaties met een
vochtgehalte die overeenkomt met 10 ppm. Een
maximumwaarde van 20 ppm is acceptabel.
De droger moet zodanig worden geplaatst dat
de stromingsrichting van het koelmiddel de
zwaartekracht volgt.
Zo wordt voorkomen dat de MS-korrels over
elkaar schuren waardoor stof ontstaat dat
mogelijk verstopping kan veroorzaken bij
de inlaat van het capillair. Bij systemen met
capillair zorgt dit tevens voor een minimale
drukvereeningstijd.
Met name bij pencildrogers is het belangrijk om
een goede kwaliteit te kiezen. In verplaatsbare
installaties mogen alleen drogers worden
gebruikt die zijn goedgekeurd voor mobiele
toepassingen.
Er moet altijd een nieuwe droger worden
geïnstalleerd wanneer een koelinstallatie is
geopend.
Tips voor de monteur Danfoss compressoren – montage-instructies
5.8
Drogers en koelmiddelen
Een watermolecule heeft een doorsnee van 2,8
ångström. Daarom zijn moleculaire zeven met
een poriegrootte van 3 ångström geschikt voor
de meeste gebruikte koelmiddelen.
De volgende bedrijven leveren MS met een
poriegrootte van 3 ångström:
UOP Molecular Sieve Division (voorheen Union Carbide)
25 East Algonquin Road, Des Plaines
Illinois 60017-5017, VS4A-XH6 4A-XH74A-XH9
R12, R22, R502 × × ×
R134a× ×
HFK/HCFK-mengsels ×
R290, R600a × ×
Grace Davison Chemical
W.R.Grace & Co, P.O.Box 2117, Baltimore
Maryland 212203, VS ‘574’ ‘594’
Drogers met de onderstaande hoeveelheid
droogmiddel worden aanbevolen.
CompressorDroger
PL en TL 6 gram of meer
FR en NL 10 gram of meer
SC 15 gram of meer
Bij het solderen van het capillair moet de
uiterste zorg worden betracht. Het capillair
mag bij het monteren niet te ver in de droger
worden gedrukt, want als hij het gaas of de
lterschijf raakt, kan dat leiden tot verstopping
of vernauwing. Als het capillair echter slechts
gedeeltelijk in de droger wordt gestoken, kan dat
tot verstopping leiden tijdens het solderen.
Dit probleem kan worden voorkomen door met
een speciale tang een ‘aanslag’ aan te brengen op
het capillair, zoals afgebeeld.
Tips voor de monteur Danfoss compressoren – montage-instructies
N
N
L
C
b
d
a1
a1
Wikkelingsbeveiliging
Startwikkeling
Hoofdwikkeling
g
10
11
1312
14
b
d
a2
c
c
Hoofdwikkeling
Startwikkeling
Wikkelingsbeveiliging
N
N
L
C
b
d
a1
a1
Wikkelingsbeveiliging
Startwikkeling
Hoofdwikkeling
6.0
Elektrische voorzieningen
6.1
Startvoorziening met LST
Zie de databladen voor de compressor voor
informatie over de juiste startvoorziening.
Gebruik nooit de startvoorziening van een oude
compressor omdat de compressor hierdoor
defect kan raken.
Probeer niet om de compressor op te starten
zonder dat de volledige startvoorziening is
Compressoren met interne motorbeveiliging.
In onderstaande tekeningen zijn drie voorzieningstypen met PTC-starters weergegeven.
Monteer de startvoorziening op de
stroomtoevoerdraad van de compressor.
Er moet druk worden uitgeoefend op het midden
van de startvoorziening om te voorkomen dat de
klemmen vervormen.
Monteer de kabelklem op de steun onder de
startvoorziening.
aangebracht. Om veiligheidsredenen moet
de compressor altijd geaard zijn of van een
andere extra beveiliging zijn voorzien. Houd
ontvlambaar materiaal uit de buurt van de
elektrische apparatuur.
De compressor mag niet onder vacuüm worden
gestart.
Bij sommige compressoren met energieoptimalisatie wordt een bedrijfscondensator
aangesloten over aansluitklem N en S voor een
lager stroomverbruik.
Bij het ontmantelen moet druk worden
uitgeoefend op het midden van de
startvoorziening om te voorkomen dat de
klemmen vervormen.
Plaats het deksel op de startvoorziening en
schroef hem vast op de steun.
Tips voor de monteur Danfoss compressoren – montage-instructies
M
12
10
11
13
14
12
14
10
11
13
1
2
N
L
1
2
N
L
1 1
2 2
N N
L
L
2 1
3
B
A
1
2
C
D
E
F
5
2
1
4
5
2
1
4
11
2 2
N N
L L
1
1
2
2
N N
L
L
M
B
2 1
3
C
D
E
A
F
1
6.3
CSR-startvoorziening met HST
6.4
Voorziening voor SC Twincompressoren
Monteer de aansluitdoos op de stroomtoevoerdraad.
De draden moeten naar boven gericht zijn.
Monteer de kabelklem in de steun onder de
aansluitdoos. Breng het deksel aan. (Zie g. F.)
Gebruik van een tijdsvertraging (bijv. m.b.v.
Danfoss 117N0001) wordt aanbevolen voor het
starten van het tweede gedeelte (vertraging van
15 seconden).
Als een tijdsvertragingsvoorziening wordt
gebruikt, moet in de aansluitdoos van
compressor nr. 2 de verbinding tussen L en 1 op
het klemmenbord worden verwijderd.
Als een thermostaat voor capaciteitsregeling
wordt gebruikt, moet de verbinding tussen 1 en 2
op het klemmenbord worden verwijderd.