Danfoss ADAP-COOL Operating guide [nl]

Inhoud
Inhoud
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
1 Inleiding
1.1.2 Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht 4
1.1.6 Typecodereeks 6
2 Veiligheid
2.1.2 Hoogspanningswaarschuwing 7
2.1.5 Voordat u begint met reparatiewerkzaamheden 10
2.1.7 Veilige stop van de frequentieomvormer 11
2.1.8 IT-net 13
3 Toepassingsgids
3.1.1 ADAP-KOOL® Drive Toepassingsgids 14
3.1.2 Beschrijving van de toepassing
4 Mechanische installatie
4.1 Voordat u start
4.1.2 Mechanische afmetingen 23
3
7
14
20
22
22
4.2 Installeren
5 Elektrische installatie
5.1 Aansluiten
5.1.2 Elektrische installatie en stuurkabels 29
5.1.5 Overzicht netbekabeling 33
5.1.11 Motorbedradingsoverzicht 39
5.1.19 De motor en draairichting testen 44
6 Bediening van de frequentieomvormer
6.1.2 Bediening van het grafische LCP (GLCP) 48
6.1.6 Tips en trucs 55
7 De frequentieomvormer programmeren
7.1 Programmeren
7.2 Parameterlijst
7.2.1 0-** Bediening/display 85
7.2.2 1-** Belasting & motor 86
26
28
28
48
57
57
84
7.2.3 2-** Remmen 87
7.2.4 3-** Ref./Ramp. 87
7.2.5 4-** Begr./waarsch. 88
7.2.6 5-** Digitaal In/Uit 89
7.2.7 6-** Analoog In/Uit 90
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 1
Inhoud
ADAP-KOOL
7.2.8 8-** Communicatie en opties 91
7.2.9 11-** ADAP-KOOL Lon 91
7.2.10 13-** Smart Logic 92
7.2.11 14-** Speciale functies 92
7.2.12 15-** Geg. omvormer 93
7.2.13 16-** Data-uitlezingen 94
7.2.14 18-** Info & uitlez. 95
7.2.15 20-** Omvormer met terugkoppeling 95
7.2.16 21-** Uitgebr. met terugk. 96
7.2.17 22-** Toepassingsfuncties 97
7.2.18 23-** Tijdgebonden functies 98
7.2.19 25-** Compr.regelaar 99
7.2.20 26-** Analoge I/O-optie MCB 109 100
7.2.21 28-** Compressorfuncties 101
®
Drive Bedieningshandleiding
8 Problemen verhelpen
8.1.1 Lijst met alarmen/waarschuwingen 105
9 Specificaties
9.1 Algemene specificaties
9.2 Speciale omstandigheden
Trefwoordenregister
102
109
109
117
121
2 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Inleiding
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
1Inleiding
1.1 Inleiding
De AKD 102 ADAP-KOOL Drive van Danfoss Food Retail is specifiek ontworpen met het oog op onze afnemers van koelsystemen uit de levensmiddelendetailhandel. De omvormer is zodanig ontworpen dat de inbedrijfstelling en installatie simpel en vlot verlopen. Het ingebouwde 'Wizard set-upmenu' en de ingebouwde 'pack controller' leiden de installatie­monteur op duidelijke en gestructureerde wijze door de set-up van de omvormer en zijn ontworpen met hulp van ontwerpers uit de koeltechniek, zodat de gebruikte tekst en taal glashelder zijn voor de installatiemonteur.
De AKD 102 omvormer wordt geleverd met een algemene gebruikersinterface voor alle vermogens van 1,1-250 kW. Zodra u hebt geleerd om één omvormer in bedrijf te stellen, weet u hoe u alle omvormers in bedrijf moet stellen. Op dit lokale bedieningspaneel bevindt zich ook een 'Info'-toets die in feite toegang geeft tot een ingebouwde bedieningshandleiding, die u voorziet van informatie en op andere parameters wijst die mogelijk moeten worden gewijzigd. De AKD 102 is tevens uitgerust met een ingebouwde 'packregelaar', die via de eigen software van de omvormer wordt bestuurd. Hierdoor kan de omvormer de hoofdcompressor door middel van een variabele snelheid regelen en daarnaast 2 compressoren met vaste snelheid in- en uitschakelen. Dit zorgt voor een uiterst efficiënt packontwerp, dat de variabele snelheidsregeling bovendien energiezuiniger maakt. Door de omvormer op deze manier te gebruiken, is niet langer een externe packregelaar nodig, en dit leidt weer tot besparingen voor de klant.
1
1
De omvormer is leverbaar in twee beschermingsklassen, namelijk IP 21 (IP 20 tot 7,5 kW) of IP 55 (IP 66 op aanvraag); zo kunnen onze klanten profiteren van de meest robuuste ontwerpen, die rechtstreeks vanaf de fabriek worden geleverd zonder dat er extra kasten nodig zijn om de omvormer in te plaatsen. De AKD profiteert ook van het feit dat RFI-filters standaard worden ingebouwd, wat betekent dat de problemen ten aanzien van radiostoring en lange kabels voor onze klanten geen enkel probleem vormen.
De modulaire opbouw van de AKD betekent dat u enkel betaalt voor wat u nodig hebt. Elke AKD wordt pas geproduceerd wanneer we een order van een klant binnenkrijgen, zodat hij exact volgens klantspecificatie wordt gebouwd, inclusief eventueel geselecteerde opties. Door de toegepaste ontwerp- en productiefilosofie is het echter geen probleem om opties zoals ADAP-KOOL Lon op een later tijdstip toe te voegen als dit nodig mocht zijn. Het installeren van opties vereist slechts een eenvoudige modificatie in de omvormer, en deze kan door iedereen op eenvoudige wijze worden uitgevoerd. Garantie: voor elke AKD geldt een garantie van 18 maanden vanaf de fabricagedatum of 12 maanden vanaf de gedocumen­teerde installatie, waarbij de eerste van de twee datums bepalend is. Zo hoeven afnemers uit de levensmiddelendetailhandel zich nergens zorgen over te maken wanneer hun keuze op de AKD valt.
1.1.1
Softwareversie en goedkeuringen: ADAP-KOOL
ADAP-KOOL® Drive
Bedieningshandleiding
Softwareversie: 2.xx
®
Drive
Deze bedieningshandleiding is bedoeld voor alle ADAP-KOOL® Drive frequentieomvormers met softwareversie 2.xx. Het versienummer van de software kan worden uitgelezen via parameter 15-43.
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 3
Inleiding
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
1
1.1.2 Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht
Deze publicatie bevat informatie die eigendom is van Danfoss. Door acceptatie en gebruik van deze handleiding stemt de gebruiker ermee in dat de informatie in dit document enkel zal worden aangewend voor het gebruik van de apparatuur van Danfoss of apparatuur van andere leveranciers op voorwaarde dat deze apparatuur bestemd is voor gebruik in combinatie met Danfoss-apparatuur door middel van seriële communicatie. Deze publicatie is beschermd op basis van de auteurs­wetten van Denemarken en de meeste andere landen.
Danfoss kan niet garanderen dat een softwareprogramma dat is ontworpen volgens de richtlijnen in deze handleiding goed zal functioneren in iedere fysieke, hardware- of softwareomgeving.
Hoewel DanfossDanfossde informatie in deze handleiding heeft getest en gecontroleerd, houdt dit geen verklaring of waarborg in met betrekking tot deze documentatie, hetzij impliciet of expliciet, betreffende de juistheid, volledigheid, betrouwbaarheid of geschiktheid voor een specifiek doel.
In geen enkel geval zal Danfoss aansprakelijkheid aanvaarden voor directe, indirecte, speciale, incidentele of vervolgschade die voortvloeit uit het gebruik, of het niet kunnen gebruiken, van informatie in deze handleiding, zelfs niet als is gewaar­schuwd voor de mogelijkheid van dergelijke schade. Danfoss kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enige kosten, met inbegrip van, maar niet beperkt tot kosten als gevolg van verlies aan winst of inkomsten, verlies of beschadiging van apparatuur, verlies van computerprogramma's, verlies van data, de kosten om deze te vervangen, of claims van derden.
Danfoss behoudt zich het recht voor om deze publicatie op ieder moment te herzien en de inhoud te wijzigen zonder nadere kennisgeving of enige verplichting om eerdere of huidige gebruikers te informeren over dergelijke aanpassingen of wijzigingen.
1.1.3 Beschikbare publicaties
- De Bedieningshandleiding MG.11.Lx.yy bevat de benodigde informatie voor het installeren en in bedrijf stellen van de frequentieomvormer.
- De Design Guide MG.11.Mx.yy bevat alle technische informatie over de frequentieomvormer, het ontwerpen van installaties en mogelijke toepassingen.
- De Programmeerhandleiding MG.11.Nx.yy geeft informatie over het programmeren van de frequentieomvormer en bevat een uitgebreide beschrijving van de parameters.
- Bedieningshandleiding AKD 102 High Power, MG.11.Ox.yy
- Bedieningshandleiding AKD LonWorks, MG.11.Px.yy
x = versienummer yy = taalcode
Technische publicaties van Danfoss Drives zijn ook online beschikbaar via www.danfoss.com/BusinessAreas/DrivesSolutions/ Documentations/Technical+Documentation.htm.
4 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Inleiding
1.1.4 Afkortingen en standaarden
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
1
1
Afkortingen: Termen: SI-eenheden: I-P-eenheden:
a Versnelling
AWG American Wire Gauge
Auto Tune Automatische aanpassing motorgegevens
°C
I stroom A Amp
I
LIM
Joule Energie J = Nm ft-lb, Btu
°F
FC Frequentieomvormer
fFrequentie HzHz kHz Kilohertz kHz kHz LCP Lokaal bedieningspaneel mA Milliampère
ms Milliseconde
min Minuut
MCT Motion Control Tool
M-TYPE Afhankelijk van de motor
Nm Newtonmeter in-lbs I
M,N
f
M,N
P
M,N
U
M,N
par. Parameter
PELV Protective Extra Low Voltage
Watt Vermogen W Btu/u, pk
Pascal Druk Pa = N/m psi, psf, ft water
I
INV
tpm Toeren per minuut
SR Afhankelijk van grootte
TTemperatuur CF
t tijd s s, u T
LIM
U Spanning V V
Graden Celsius
Stroomgrens
Graden Fahrenheit
Nominale motorstroom Nominale motorfrequentie Nominaal motorvermogen Nominale motorspanning
Nominale uitgangsstroom van de inverter
Koppelbegrenzing
m/s
2
ft/s
2
Tabel 1.1 Tabel met afkortingen en standaarden
1.1.5 Identificatie frequentieomvormer
Hieronder staat een voorbeeld van een identificatielabel. Dit label bevindt zich op de frequentieomvormer en geeft het type en de aanwezige opties aan. Zie tabel 2.1 voor meer informatie over het interpreteren van de typecodereeks (T/C).
Afbeelding 1.1 Dit voorbeeld laat een identificatielabel zien.
NB
Zorg ervoor dat u het T/C-nummer (typecode) en serienummer bij de hand hebt als u contact opneemt met Danfoss.
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 5

Inleiding
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
1
1.1.6 Typecodereeks
Beschrijving Pos. Mogelijke keuze Productgroep & VLT-serie 1-6 AKD 102 Vermogensklasse 8-10 1,1-250 kW (P1K1-P250) Aantal fasen 11 Drie fasen (T)
Netspanning 11-12
Behuizing 13-15
RFI-filter 16-17
Display 19
Coating printplaat 20 C: gecoate printplaat
Netvoedingsoptie 21
Aanpassing 22 Gereserveerd Aanpassing 23 Gereserveerd Software, versie 24-27 Actuele software Software, taal 28
A-opties 29-30
B-opties 31-32
C0-opties MCO 33-34 CX: geen opties C1-opties 35 X: geen opties Software voor C-optie 36-37 XX: standaardsoftware
D-opties 38-39
T2: 200-240 V AC T4: 380-480 V AC E20: IP 20 E21: IP 21/NEMA type 1 E55: IP 55/NEMA type 12 E66: IP 66 P21: IP 21/NEMA type 1 met achterwand P55: IP 55/NEMA type 12 met achterwand H1: RFI-filter, klasse A1/B H2: RFI-filter, klasse A2 H4: RFI-filter, klasse A2/A1 G: grafisch lokaal bedieningspaneel (GLCP) X: geen lokaal bedieningspaneel
X: zonder werkschakelaar 1: met werkschakelaar (alleen IP 55)
AX: geen opties AZ: MCA 107 AKD LonWorks BX: geen optie BK: MCB 101 algemene I/O-optie BP: MCB 105 relaisoptie BO: MCB 109 analoge I/O-optie
DX: geen optie D0: DC-reserveoptie MCB107
Tabel 1.2 Beschrijving typecode
De diverse opties worden verder beschreven in de ADAP-KOOL® Drive AKD 102 Design Guide, MG.11.Mx.yy.
6 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Veiligheid
2
2Veiligheid
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
2.1.1 Symbolen
Symbolen die worden gebruikt in deze handleiding:
NB
Geeft aan dat de lezer ergens op moet letten.
VOORZICHTIG
Geeft een algemene waarschuwing aan.
WAARSCHUWING
Geeft een hoogspanningswaarschuwing aan.
Geeft de standaardinstelling aan.
2.1.2 Hoogspanningswaarschuwing
WAARSCHUWING
De spanning van de frequentieomvormer met optiekaart MCO 101 is gevaarlijk wanneer hij op het lichtnet is aangesloten. Onjuiste installatie van de motor of frequentieomvormer kan de apparatuur beschadigen en lichamelijk letsel of dodelijke gevolgen met zich mee brengen. Volg daarom de aanwijzingen in deze handleiding alsmede de lokale en nationale veilig­heidsvoorschriften op.
2
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 7
Veiligheid
ADAP-KOOL
2.1.3 Opmerking in verband met veiligheid
®
Drive Bedieningshandleiding
2
WAARSCHUWING
De spanning van de frequentieomvormer is gevaarlijk wanneer de frequentieomvormer op het net is aangesloten. Onjuiste aansluiting van de motor, frequentieomvormer of veldbus kan de apparatuur beschadigen en lichamelijk letsel of dodelijke gevolgen met zich mee brengen. Volg daarom de aanwijzingen in deze handleiding alsmede de lokale en nationale veilig­heidsvoorschriften op.
Veiligheidsvoorschriften
1. De frequentieomvormer moet worden afgeschakeld van de netvoeding als reparatiewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd. Controleer of de netvoeding is afgeschakeld en of er genoeg tijd is verstreken alvorens de motor- en netstekkers te verwijderen.
2. De toets [Stop/Reset] op het LCP van de frequentieomvormer schakelt de netvoeding niet af en mag daarom niet als veiligheidsschakelaar worden gebruikt.
3. De apparatuur moet correct zijn geaard, de gebruiker moet beschermd zijn tegen voedingsspanning en de motor moet beveiligd zijn tegen overbelasting overeenkomstig de geldende nationale en lokale voorschriften.
4. De aardlekstromen zijn hoger dan 3,5 mA.
5. De beveiliging tegen overbelasting van de motor is in te stellen via 1-90 Therm. motorbeveiliging. Als deze functie is vereist, moet 1-90 Therm. motorbeveiliging worden ingesteld op ETR-uitsch. of ETR-waarsch. NB De functie wordt geïnitialiseerd bij 1,16 x nominale motorstroom en nominale motorfrequentie. Voor de Noord-Amerikaanse markt: Voor de Noord-Amerikaanse markt: de functies van de ETR bieden bescherming volgens klasse 20 tegen overbe­lasting van de motor conform NEC.
6. Verwijder in geen geval de stekkers naar de motor en netvoeding terwijl de frequentieomvormer is aangesloten op het net. Controleer of de netvoeding is afgeschakeld en of er genoeg tijd is verstreken alvorens de motor- en netstekkers te verwijderen.
7. Houd er rekening mee dat de frequentieomvormer meer spanningsingangen heeft dan enkel L1, L2 en L3 wanneer loadsharing (koppeling van de DC-tussenkring) en een externe 24 V DC zijn geïnstalleerd. Controleer of alle spanningsingangen zijn afgeschakeld en de vereiste tijd is verstreken voordat wordt begonnen met de reparatie­werkzaamheden.
8 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Veiligheid
2
Installatie op grote hoogtes
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
WAARSCHUWING
Installatie op grote hoogte: 380-500 V, behuizing A, B en C: voor hoogtes boven 2000 m dient u contact op te nemen met Danfoss in verband met PELV. 380-500 V, behuizing D, E en F: voor hoogtes boven 3000 m dient u contact op te nemen met Danfoss in verband met PELV.
WAARSCHUWING
Waarschuwing tegen onbedoelde start
1. Terwijl de frequentieomvormer op het net is aangesloten, kan de motor worden gestopt via digitale commando's, buscommando's, referenties of lokale stop. Deze stopfuncties zijn niet toereikend als een onbedoelde start moet worden voorkomen in verband met de persoonlijke veiligheid.
2. De motor kan starten terwijl de parameters worden gewijzigd. Activeer daarom altijd de [Stop/Reset]-toets; vervolgens kunnen de gegevens worden gewijzigd.
3. Een gestopte motor kan starten wanneer een storing optreedt in de elektronica van de frequentieomvormer als gevolg van een tijdelijke overbelasting, een storing in de netvoeding of een foutieve motoraansluiting.
2
WAARSCHUWING
Het aanraken van elektrische onderdelen kan fatale gevolgen hebben – zelfs nadat de apparatuur is afgeschakeld van het net.
Verzeker u er ook van dat de andere spanningsingangen, zoals de externe 24 V DC, loadsharing (koppeling van de DC­tussenkring) en de motoraansluiting voor kinetische backup, zijn afgeschakeld. Zie de Bedieningshandleiding voor meer veiligheidsinstructies.
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 9
2
Veiligheid
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
2.1.4 Voorzichtig
Voorzichtig
Op de DC-tussenkringcondensatoren van de frequentieomvormer blijft spanning staan, ook nadat de spanning is afgeschakeld. Om mogelijke elektrische schokken te voorkomen, moet de frequentieomvormer van het net worden afgeschakeld voordat onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd. Houd rekening met de onderstaande wachttijd voordat u onderhoudswerkzaamheden aan de frequentieomvormer uitvoert.
Spanning
200-240 V 1,1-3,7 kW 5,5-45 kW 380-480 V 1,1-7,5 kW 11-90 kW
Houd er rekening mee dat er hoge spanningen op de DC-tussenkring kunnen staan, zelfs wanneer alle LED's uit zijn.
4 min 15 min
Minimale wachttijd
2.1.5 Voordat u begint met reparatiewerkzaamheden
1. Schakel de frequentieomvormer af van het net.
2. Schakel de DC-aansluitklemmen 88 en 89 af.
3. Houd rekening met de wachttijd die in de sectie Algemene waarschuwing staat vermeld.
4. Verwijder de motorkabel.
2.1.6 Speciale omstandigheden
Elektrische klasse: De klasseaanduiding op het motortypeplaatje (afbeelding 2.1) van de frequentieomvormer is gebaseerd op een standaard 3­fasen netvoeding, binnen het aangegeven spannings-, stroom- en temperatuurbereik, die gewoonlijk zal worden gebruikt voor de meeste toepassingen.
De frequentieomvormer ondersteunt ook andere, specifieke toepassingen, maar deze zijn van invloed op de elektrische klasse van de frequentieomvormer. Speciale omstandigheden die van invloed zijn op de elektrische klasse zijn onder andere:
Eenfasetoepassingen Toepassingen voor hoge temperaturen waarbij een reductie van de elektrische klasse noodzakelijk is Toepassing voor scheepsinstallaties met veeleisender omgevingscondities
Andere toepassingen kunnen ook van invloed zijn op de elektrische klasse.
Raadpleeg de relevante secties in deze bedieningshandleiding en in de AKD 102 Drive Design Guide, MG.11.Mx.yy voor informatie over elektrische klassen.
Installatievereisten: De algehele elektrische veiligheid van de frequentieomvormer vereist speciale installatieoverwegingen ten aanzien van:
Zekeringen en stroomonderbrekers voor beveiliging tegen overstroom en kortsluiting Selectie van voedingskabels (net, motor, rem, loadsharing en relais) Netwerkconfiguratie (IT, TN, één zijde geaard enz.) Veiligheid van poorten met lage spanning (PELV-condities)
Raadpleeg de betreffende secties in de AKD 102 Drive Design Guide voor informatie over de installatievereisten.
10 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Veiligheid
2
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
2.1.7 Veilige stop van de frequentieomvormer
Bij versies die zijn uitgerust met ingangsklem 37 voor de functie Veilige stop kan de frequentieomvormer de veiligheids­functie Veilige uitschakeling van het koppel (zoals gedefinieerd in IEC 61800-5-2) of Stopcategorie 0 (zoals gedefinieerd in EN 60204-1) uitvoeren.
De functie is ontworpen en geschikt bevonden voor de vereisten van veiligheidscategorie 3 conform EN 954-1. Deze functi­onaliteit wordt Veilige stop genoemd. Voordat de Veilige stop in een installatie wordt geïntegreerd en toegepast, moet een grondige risicoanalyse worden uitgevoerd op het systeem om te bepalen of de functionaliteit en veiligheidscategorie van de Veilige stop relevant en voldoende zijn. Om de functie Veilige stop te installeren en te gebruiken overeenkomstig de vereisten voor veiligheidscategorie 3 conform EN 954-1 moeten de betreffende informatie en de instructies in de AKD 102 Design Guide, MG.11.Mx.yy, in acht worden genomen! De informatie en instructies in de Bedieningshandleiding zijn niet voldoende voor een juist en veilig gebruik van de veiligestopfunctionaliteit!
2
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 11
2
Veiligheid
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
Afbeelding 2.1 Dit certificaat geldt ook voor de AKD 102
12 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Veiligheid
2
2.1.8 IT-net
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
WAARSCHUWING
IT-net Sluit frequentieomvormers met RFI-filters niet aan op een netvoeding met een spanning van meer dan 440 V tussen fase en aarde voor 400 V-omvormers en 760 V voor 690 V-omvormers. Voor 400 V-omvormers met IT-net en geaarde driehoekschakeling (één zijde geaard) mag de netspanning tussen fase en aarde wel hoger zijn dan 440 V. Voor 690 V-omvormers met IT-net en geaarde driehoekschakeling (één zijde geaard) mag de netspanning tussen fase en aarde wel hoger zijn dan 760 V.
14-50 RFI-filter kan worden gebruikt om interne RFI-condensatoren af te schakelen van het RFI-filter naar aarde.
2.1.9 Verwijderingsinstructie
Apparatuur die elektrische componenten bevat mag niet als huishoudelijk afval worden afgevoerd. Dergelijke apparatuur moet apart worden afgevoerd als elektrisch en elektronisch afval volgens de geldende lokale voorschriften.
2
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 13
Toepassingsgids
3 Toepassingsgids
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
3
3.1.1
ADAP-KOOL
Het ingebouwde 'wizard'-menu leidt de installatiemonteur op duidelijke en gestructureerde wijze door de set-up van de omvormer en is ontworpen met de hulp van ontwerpers uit de koeltechniek, zodat de gebruikte tekst en taal glashelder zijn voor de installatiemonteur. ADAP-KOOL Drive AKD 102 zal aanvankelijk automatisch opstarten met de Toepassingsgids (elke keer totdat de frequentie­omvormer in bedrijf is genomen). Vervolgens kan de toepassingsgids na een eventuele spanningsuitval worden opgestart via het snelmenuscherm. Als u op [Cancel] drukt, keert de AKD 102 terug naar het statusscherm. Een automatische timer zorgt ervoor dat de wizard na een inactiviteit van 5 minuten (geen toetsen ingedrukt) wordt uitgeschakeld. Wanneer de frequentieomvormer eenmaal in bedrijf is genomen, kan de wizard worden opgestart via het snelmenu. Door het beantwoorden van de vragen op het scherm wordt u door een volledige setup voor de ADAP-KOOL Drive geleid. De meeste standaard koeltoepassingen kunnen worden geconfigureerd met behulp van deze toepassingsgids. Geavan­ceerde functies moeten worden ingesteld via het menusysteem (snelmenu of hoofdmenu) van de omvormer.
De toepassingsgids heeft betrekking op alle standaardinstellingen voor:
- Compressoren
- 1 ventilator/pomp
- Condensorventilatoren
Na voltooiing van de setup kunt u de wizard opnieuw starten of de toepassing opstarten
De toepassingsgids kan op elk moment worden geannuleerd door op [Back] te drukken. De toepassingsgids kan opnieuw worden opgestart via het snelmenu. Wanneer u de toepassingsgids opnieuw opstart, wordt u gevraagd of u de eerdere wijzigingen wilt behouden of de fabrieksinstellingen wilt herstellen.
®
Drive Toepassingsgids
Wanneer de ADAP-KOOL Drive AKD 102 de eerste keer wordt ingeschakeld, wordt de Toepassingsgids automatisch opgestart. Vervolgens kan de toepassingsgids na een eventuele spanningsuitval worden opgestart via het snelmenuscherm. Het volgende scherm wordt weergegeven:
Als u op [Cancel] drukt, keert de AKD 102 terug naar het statusscherm. Een automatische timer zorgt ervoor dat de wizard na een inactiviteit van 5 minuten (geen toetsen ingedrukt) wordt uitgeschakeld. De wizard kan opnieuw worden opgestart via het snelmenu, zoals hieronder beschreven. Als [OK] wordt ingedrukt, zal de toepassingsgids starten met het volgende scherm:
14 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Toepassingsgids
3
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
Dit scherm zal automatisch wijzigen in het eerste invoerscherm van de toepassingsgids:
Door het beantwoorden van de vragen op het scherm wordt u door een volledige setup voor de ADAP-KOOL Drive geleid. De meeste standaard koeltoepassingen kunnen worden geconfigureerd met behulp van deze toepassingsgids. Geavanceerde functies moeten worden ingesteld via het menusysteem (snelmenu, hoofdmenu, enz.) van de omvormer.
De toepassingsgids heeft betrekking op alle standaardin­stellingen voor:
- Compressoren
- 1 ventilator/pomp
- Condensorventilatoren
Instelling compressorset
Zie bijvoorbeeld onderstaande schermen voor het instellen van een compressorset.
Instelling van spanning en frequentie
3
Instelling van stroom en nominale snelheid
Instelling van min. en max. frequentie
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 15
Toepassingsgids
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
3
Min. tijd tussen twee starts
Selecteer met/zonder omloopklep
NB
Intern/Met terugkoppeling: De AKD 102 zal de toepassing rechtstreeks besturen via de interne PID-regelaar in de omvormer en heeft een signaal nodig via een externe ingang, bijvoorbeeld een temperatuursensor of andere sensor, die rechtstreeks is aangesloten op de omvormer en besturingen van het sensorsignaal. Extern/Zonder terugkoppeling: De AKD 102 gebruikt het stuursignaal van een andere regelaar (zoals een compres­sorregelaar), die de omvormer voorziet van, bijvoorbeeld, 0-10 V, 4-20 mA of ADAP-KOOL Lon. De omvormer zal zijn snelheid aanpassen op basis van dit referentiesignaal.
Selecteer het sensortype
Selecteer een regeling met of zonder terugkoppeling
Sensorinstellingen
16 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Toepassingsgids
3
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
Info: terugkoppeling via 4-20 mA geselecteerd – pas aansluiting hierop aan
Info: stel schakelaar hiervoor in
Selecteer vast of variabel setpoint
3
Stel setpoint in
Selecteer eenheid en conversie van druk
Stel hoge/lage begrenzing voor setpoint in
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 17
Toepassingsgids
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
3
Stel in-/uitschakelwaarde in
Selecteer instelling voor compressorregeling
Info: pas aansluiting hierop aan
Info: instelling voltooid
Stel het aantal compressoren in de set in
Na voltooiing van de instelling kunt u de wizard opnieuw starten of de toepassing opstarten. De volgende opties zijn beschikbaar:
Wizard opnieuw
Naar hoofdmenu
Naar Status
Voer een AMA uit – dit betreft een beperkte AMA
wanneer een compressortoepassing is geselecteerd en een volledige AMA wanneer slechts één ventilator en pomp zijn geselecteerd.
Wanneer een condensorventilator is geselecteerd
als toepassing kan GEEN AMA worden uitgevoerd.
Start toepassing – deze modus start de
omvormer in de handmatige/lokale modus of via een extern stuursignaal als een regeling zonder terugkoppeling is geselecteerd in een eerder scherm.
18 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Toepassingsgids
3
De toepassingsgids kan op elk moment worden geannuleerd door op [Back] te drukken. De toepas­singsgids kan opnieuw worden opgestart via het snelmenu:
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
3
Wanneer u de toepassingsgids opnieuw opstart, wordt u gevraagd of u de eerdere wijzigingen wilt behouden of de fabrieksinstellingen wilt herstellen.
NB
Als het volgens de systeemeisen nodig is om de interne compressorregelaar voor 3 compressoren én een omloopklep te gebruiken, moet de AKD 102 worden gespecificeerd met de extra relaiskaart (MCB 105) gemonteerd in de omvormer. De omloopklep moet zodanig zijn geprogrammeerd dat deze wordt bestuurd via een van de extra relaisuitgangen op de MCB 105-kaart. Dit is nodig omdat de standaard relaisuitgangen in de AKD 102 worden gebruikt voor het besturen van de compressoren.
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 19
3
Toepassingsgids
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
3.1.2 Beschrijving van de toepassing
De AKD-wizard bestaat uit drie basistoepassingen:
Compressor
Multi-condensorventilator
1 ventilator/pomp
Deze toepassingen worden verder uitgesplitst om het mogelijk te maken om de omvormer aan te sturen via de interne PID­regelaars van de omvormer of via een extern stuursignaal.
Compressor De wizard leidt de gebruiker door de set-up van een koelcompressor door hem te vragen om gegevens in te voeren over de compressor en het koelsysteem waarvoor de omvormer wordt gebruikt. De wizard maakt gebruik van terminologie en eenheden die zijn standaard zijn binnen de koelsector. Hierdoor kan de set-up in 10-15 eenvoudige stappen worden voltooid met behulp van slechts twee toetsen op het lokale bedieningspaneel van de omvormer.
Afbeelding 3.1 Standaardtekening van 'compressor met interne regeling'
Een of meer ventilatoren of pompen De wizard leidt de gebruiker door de set-up van een condensorventilator of pomp voor een koelsysteem door hem te vragen om gegevens in te voeren over de condensor of pomp en het koelsysteem waarvoor de omvormer wordt gebruikt. De wizard maakt gebruik van terminologie en eenheden die zijn standaard zijn binnen de koelsector. Hierdoor kan de set­up in 10-15 eenvoudige stappen worden voltooid met behulp van slechts twee toetsen op het lokale bedieningspaneel van de omvormer.
Afbeelding 3.2 Snelheidsregeling op basis van een analoge referentie (zonder terugkoppeling) – 1 ventilator of pomp/meerdere, parallel aangesloten ventilatoren of pompen
20 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Toepassingsgids
3
Afbeelding 3.3 Drukregeling met terugkoppeling – zelfstandig systeem, 1 ventilator of pomp/meerdere, parallel aangesloten ventilatoren of pompen
Compressorpack
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
3
Afbeelding 3.4 P0-druktransmitter
54
Afbeelding 3.5 De AKD 102 en AKS 33 aansluiten voor een toepassing met terugkoppeling
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 21
Mechanische installatie
4 Mechanische installatie
4.1 Voordat u start
4.1.1 Checklist
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
4
Controleer bij het uitpakken van de frequentieomvormer of de eenheid compleet en onbeschadigd is. Gebruik onderstaande tabel om het pakket te controleren.
Type behuizing:
Vermogen van eenheid (kW):
200-240 V 1,1-3,0 3,7 1,1-3,7
380-480 V 1,1-4,0 5,5-7,5 1,1-7,5
Tabel 4.1 Uitpaktabel
A2
(IP 20/21)
A3
(IP 20/21)
A4/A5
(IP 55/66)
B1 (IP 21/55/66) B2 (IP 21/55/66)
5,5-11/
5,5-11
11-18,5/
11-18,5
15/
15-18,5
22-30/
22-37
C1
(IP 21/55/66)
18,5-30/
22-30
37-55/
45-55
C2
(IP 21/55/66)
37-45/
37-45
75-90/
75-90
Het wordt aanbevolen om diverse schroevendraaiers (phillips- of kruiskopschroevendraaier en torx-set), een zijsnijtang, boor en mes bij de hand te houden voor het uitpakken en monteren van de frequentieomvormer. De inhoud van deze dozen bevat, zoals aangegeven: accessoiretas(sen), documentatie en de eenheid. Afhankelijk van de geïnstalleerde opties kunnen er één of twee tassen en een of meer boekjes bijgevoegd zijn.
22 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Mechanische installatie
4
4.1.2 Mechanische afmetingen
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
4
* A5 uitsluitend in IP 55/66
Alle afmetingen worden aangegeven in mm.
A2 A3 A4 A5 B1 B2 C1 C2
IP 20/21 IP 20/21 IP 55/66 IP 55/66 IP 21/55/66 IP 21/55/66 IP 21/55/66 IP 21/55/66
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 23
Mechanische installatie
37-45
75-90
21/55/66
Type 1/12
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
4
37-55
18,5-30
21/55/66
Type 1/12
15
22-30
21/55/66
Type 1/12
5,5-11
11-18,5
21/ 55/66
Type 1/12
55/66
1,1-3,7
1,1-7,5
Type 12
55/66
1,1-2,2
1,1-4,0
Mechanische afmetingen
Framegrootte (kW): A2 A3 A4 A5 B1 B2 C1 C2
3,7
5,5-7,5
1,1-3,0
1,1-4,0
200-240 V
380-480 V
21
Type 1
20
Chassis
21
Type 1
20
Chassis
c 8,0 8,0 8,0 8,0 8,2 8,2 12 12 12 12
IP
NEMA
Behuizing A** 246 372 246 372 390 420 480 650 680 770
Achterwand A1 268 375 268 375 390 420 480 650 680 770
Breedte (mm)
Behuizing B 90 90 130 130 200 242 242 242 308 370
Met één C-optie B 130 130 170 170 242 242 242 308 370
Afstand tussen bevestigingsgaten b 70 70 110 110 171 215 210 210 272 334
Zonder optie A/B C 205 205 205 205 175 200 260 260 310 335
Schroefgaten (mm)
Hoogte (mm)
met ontkoppelingsplaat A2 374 - 374 - - - - - - -
Afstand tussen bevestigingsgaten a 257 350 257 350 401 402 454 624 648 739
Achterwand B 90 90 130 130 200 242 242 242 308 370
Diepte (mm)
Met optie A/B C* 220 220 220 220 175 200 260 260 310 335
Diameter ø d 11 11 11 11 12 12 19 19 19 19
4,9 5,3 6,6 7,0 9,7 14 23 27 45 65
f 9 9 9 9 6 9 9 9 9,8 9,8
* De diepte van de behuizing hangt af van de geïnstalleerde opties.
** De eisen ten aanzien van de vrije ruimte hebben betrekking op de ruimte boven en onder de kale behuizing (afstand A). Zie sectie 3.2.3 voor meer informatie.
Maximumgewicht
(kg)
Diameter ø e 5,5 5,5 5,5 5,5 6,5 6,5 9 9 9,0 9,0
24 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Mechanische installatie
4
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
4.1.3 Accessoiretassen
Accessoiretassen: De accessoiretassen van de frequentieomvormer bevatten de volgende onderdelen.
Framegrootte A2 en A3 Framegrootte A4/A5
Framegrootte B1 en B2 Framegrootte C1 en C2
1 + 2 zijn alleen leverbaar voor eenheden met remchopper. Voor de aansluiting van de DC-tussenkring (loadsharing) kan connector 1 apart worden besteld. In de accessoiretas voor de AKD 102 zonder veilige stop wordt een 8-polige connector meegeleverd.
4
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 25
Mechanische installatie
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
4.2 Installeren
4.2.1 Mechanische bevestiging
Alle behuizingen met of IP 21/IP 55, behalve A2 en A3, zijn geschikt voor zij-aan-zij-installatie.
Als gebruik wordt gemaakt van de IP 21 behuizingsset (130B1122 of 130B1123) voor behuizing A2 of A3 moet er tussen de frequentieomvormers een vrije ruimte zijn van minimaal 50 mm.
4
Voor optimale koelomstandigheden moet de lucht boven en onder de frequentieomvormer vrij kunnen circuleren. Zie onderstaande tabel.
Vrije ruimte voor de diverse behuizingen
Behuizing
:
a (mm): 100 100 100 100 200 200 200 225
b (mm): 100 100 100 100 200 200 200 225
1. Boor gaten overeenkomstig de vermelde afmetingen.
2. Gebruik schroeven die geschikt zijn voor het oppervlak waarop u de frequentieomvormer wilt bevestigen. Draai alle vier de schroeven weer aan.
A2 A3 A4 A5 B1 B2 C1 C2
Tabel 4.2 Wanneer de behuizingen met A5, B1, B2, C1 en C2 op een niet-massieve achterwand worden bevestigd, moet de omvormer worden voorzien van achterplaat A wegens onvoldoende koelluchtstroming over het koellichaam.
26 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Mechanische installatie
4
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
4.2.2 Veiligheidsvoorschriften voor een mechanische installatie
WAARSCHUWING
Houd rekening met de aanwijzingen m.b.t. het inbouwen en de set voor externe installatie. De informatie in deze lijst moet in acht worden genomen om ernstig letsel of schade aan apparatuur, met name bij de installatie van grote eenheden, te voorkomen.
NB
De frequentieomvormer wordt gekoeld door middel van luchtcirculatie. Om oververhitting van de eenheid te voorkomen, mag de omgevingstemperatuur nooit hoger zijn dan de maximumtempe-
ratuur die is opgegeven voor de frequentieomvormer en mag de gemiddelde temperatuur over 24 uur niet worden overschreden. De maximumtemperatuur en het 24-uursgemiddelde zijn te vinden in de sectie Reductie wegens omgevings­temperatuur. Bij een omgevingstemperatuur tussen 45 ° en 55 °C moet de frequentieomvormer worden gereduceerd; zie Reductie wegens omgevingstemperatuur.
De levensduur van de frequentieomvormer wordt verkort als er geen rekening wordt gehouden met reductie wegens omgevingstemperatuur.
4.2.3 Externe installatie
4
Voor externe installatie worden de IP 21/IP 4X boven/Type 1-sets of IP 54/55-eenheden aanbevolen.
4.2.4 Montage in doorvoerpaneel
Een montageset voor paneeldoorvoer is leverbaar voor frequentieomvormers van het type ADAP-KOOL frequentieomvormer.
Om het koelen van het koellichaam te bevorderen en de paneeldiepte te verkleinen, kan de frequentieomvormer worden gemonteerd in een doorvoerpaneel. Bovendien kan in dat geval de ingebouwde ventilator worden verwijderd.
De set is leverbaar voor behuizingen A5 tot en met C2.
NB
Deze set is niet te gebruiken met gegoten voorplaten. In plaats daarvan moet een kunststof IP 21-afdekking of helemaal geen afdekking worden gebruikt.
Informatie over de bestelnummer is te vinden in de Design Guide, sectie Bestelnummers. Uitgebreide informatie is beschikbaar in de Panel Through Mount Kit Instruction, MI.33.H1.yy, waarbij yy verwijst naar de taalcode.
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 27
5
Elektrische installatie
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
5 Elektrische installatie
5.1 Aansluiten
5.1.1 Kabels algemeen
NB
Zie de ADAP-KOOL® Drive AKD 102High Power Bedieningshandleiding, MG.11.Ox.yy voor informatie over de net- en motoraansluitingen voor de High Power-serie.
NB
Kabels algemeen Volg altijd de nationale en lokale voorschriften op voor de dwarsdoorsneden van kabels.
Informatie over aanhaalmomenten op klemmen
Vermogen (kW) Koppel (Nm)
Behui-
zing
A2 1,1-3,0 1,1-4,0 1,8 1,8 1,8 1,8 3 0,6 A3 3,7 5,5-7,5 1,8 1,8 1,8 1,8 3 0,6 A4 1,1-2,2 1,1-7,0 1,8 1,8 1,8 1,8 3 0,6 A5 1,1-3,7 1,1-7,5 1,8 1,8 1,8 1,8 3 0,6 B1 5,5-11 11-18,5 1,8 1,8 1,5 1,5 3 0,6
B2
C1 18,5-30 37 - 55 10 10 10 10 3 0,6
C2
200-240
V
-
15
37 45
380-480
V
22 30
75 90
Lijn Motor DC-aansluiting Rem Aarde Relais
2,5 4,5
14 24
2,5 4,5
14 24
3,7 3,7
14 14
3,7 3,7
14 14
3 3
3 3
0,6 0,6
0,6 0,6
Tabel 5.1 Aanhalen van klemmen
28 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Elektrische installatie
5
ADAP-KOOL
5.1.2 Elektrische installatie en stuurkabels
®
Drive Bedieningshandleiding
5
Afbeelding 5.1 Schema met alle elektrische klemmen. (Klem 37 is enkel aanwezig bij eenheden met de functie Veilige stop.)
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 29
5
Elektrische installatie
Klemnummer Beschrijving klemmen Parameternummer Fabrieksinstelling 1+2+3 Klem 1+2+3-Relais1 5-40 Alarm actief 4+5+6 Klem 4+5+6-Relais2 5-40 Alarm actief 12 Voeding klem 12 - +24 V DC 13 Voeding klem 13 - +24 V DC 18 Klem 18 digitale ingang 5-10 Start 19 Klem 19 digitale ingang 5-11 Omkeren 20 Klem 20 - Gemeenschappelijk 27 Klem 27 digitale ingang/uitgang 5-12/5-30 Vrijloop geïnv. 29 Klem 29 digitale ingang/uitgang 5-13/5-31 Jog 32 Klem 32 digitale ingang 5-14 Niet in bedrijf 33 Klem 33 digitale ingang 5-15 Niet in bedrijf 37 Klem 37 digitale ingang - Veilige stop 42 Klem 42 analoge uitgang 6-50 Snelh 0-HgBegr 53 Klem 53 analoge ingang 3-15/6-1*/20-0* Referentie 54 Klem 54 analoge ingang 3-15/6-2*/20-0* Terugkopp.
Tabel 5.2 Klemaansluitingen
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
Bij zeer lange stuurkabels en analoge signalen kunnen, in uitzonderlijke gevallen en afhankelijk van de installatie, aardlussen van 50/60 Hz voorkomen als gevolg van ruis via de netvoedingskabels.
In dat geval dient u de afscherming te doorbreken of een condensator van 100 nF te plaatsen tussen de afscherming en het chassis.
NB
Sluit de massa van de digitale en analoge in- en uitgangen afzonderlijk aan op de gemeenschappelijke klemmen 20, 39 en
55. Hiermee wordt interferentie via aarde tussen groepen voorkomen. Dit voorkomt bijvoorbeeld dat het schakelen aan digitale ingangen analoge ingangssignalen verstoort.
NB
Stuurkabels moeten afgeschermd/gewapend zijn.
30 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Elektrische installatie
5
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
5.1.3 Zekeringen
Aftakcircuitbeveiliging Om de installatie tegen elektrische gevaren en brand te beveiligen, moeten alle aftakcircuits in een installatie en in schakelaars, machines, enz. zijn voorzien van een beveiliging tegen kortsluiting en overstroom volgens de nationale/interna­tionale voorschriften.
Beveiliging tegen kortsluiting De frequentieomvormer moet beveiligd zijn tegen kortsluiting om elektrische gevaren en brand te voorkomen. Danfoss raadt het gebruik van de aangegeven zekeringen in tabel 4.3 en 4.4 aan om onderhoudspersoneel en apparatuur te beschermen in geval van een interne storing in de omvormer. De frequentieomvormer biedt een algehele beveiliging tegen kortsluiting op de motoruitgang.
Overstroombeveiliging Zorg voor een overbelastingsbeveiliging om brand door oververhitting van de kabels in de installatie te voorkomen. Een overstroombeveiliging moet altijd worden uitgevoerd overeenkomstig de nationale voorschriften. De frequentieomvormer is voorzien van een interne overstroombeveiliging die kan worden gebruikt voor bovenstroomse overbelastingsbeveiliging (met uitzondering van UL-toepassingen). Zie ADAP-KOOL moeten bescherming bieden in een circuit dat maximaal 100.000 A
®
Drive AKD 102 Programmeerhandleiding, par. 4-18. De zekeringen
(symmetrisch) en 500/600 V kan leveren.
rms
5
Geen UL-conformiteit Voor toepassingen die niet hoeven te voldoen aan UL/cUL raadt Danfoss aan om de aangegeven zekeringen in tabel 4.2 te gebruiken, waarmee wordt voldaan aan EN 50178. Andere typen kunnen in geval van storing onnodige schade aan de frequentieomvormer veroorzaken.
Frequentie­omvormer 200-240 V K25-K75 1K1-1K5 2K2 3K0 3K7 5K5 7K5
11K 15K 18K5 22K 30K 37K 45K 380-480 V K37-1K5 2K2-3K0 4K0-5K5 7K5 11K-15K 18K 22K 30K 37K 45K 55K 75K 90K
Max. zekeringgrootte
1
10 A
1
16 A
1
25 A
1
25 A
1
35 A
1
50 A
1
63 A
1
63 A
1
80 A
1
125 A
1
125 A
1
160 A
1
200 A
1
250 A
1
10 A
1
16 A
1
25 A
1
35 A
1
63 A
1
63 A
1
63 A
1
80 A
1
100 A
1
125 A
1
160 A
1
250 A
1
250 A
Spanning Type
200-240 V type gG 200-240 V type gG 200-240 V type gG 200-240 V type gG 200-240 V type gG 200-240 V type gG 200-240 V type gG 200-240 V type gG 200-240 V type gG 200-240 V type gG 200-240 V type gG 200-240 V type gG 200-240 V type aR 200-240 V type aR
380-500 V type gG 380-500 V type gG 380-500 V type gG 380-500 V type gG 380-500 V type gG 380-500 V type gG 380-500 V type gG 380-500 V type gG 380-500 V type gG 380-500 V type gG 380-500 V type gG 380-500 V type aR 380-500 V type aR
Tabel 5.3 Niet-UL-zekeringen, 200-480 V
1) Max. zekeringen – zie de nationale/internationale voorschriften voor het kiezen van een geschikte zekeringgrootte. * De aangegeven 170M-zekeringen van Bussmann maken gebruik van de visuele indicatie -/80; voor extern gebruik mogen deze zekeringen worden vervangen door vergelijkbare zekeringen met indicatoren van het type -TN/80 Type T, -/110 of TN/110 Type T.
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 31
Elektrische installatie
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
5
Frequentie-
omvormer
UL-conformiteit – 200-240 V
kW Type RK1 Type J Type T Type RK1 Type RK1 Type CC Type RK1 K25-K37 KTN-R05 JKS-05 JJN-05 5017906-005 KLN-R005 ATM-R05 A2K-05R K55-1K1 KTN-R10 JKS-10 JJN-10 5017906-010 KLN-R10 ATM-R10 A2K-10R
1K5 KTN-R15 JKS-15 JJN-15 5017906-015 KLN-R15 ATM-R15 A2K-15R 2K2 KTN-R20 JKS-20 JJN-20 5012406-020 KLN-R20 ATM-R20 A2K-20R 3K0 KTN-R25 JKS-25 JJN-25 5012406-025 KLN-R25 ATM-R25 A2K-25R 3K7 KTN-R30 JKS-30 JJN-30 5012406-030 KLN-R30 ATM-R30 A2K-30R 5K5 KTN-R50 JKS-50 JJN-50 5012406-050 KLN-R50 - A2K-50R 7K5 KTN-R50 JKS-60 JJN-60 5012406-050 KLN-R60 - A2K-50R 11K KTN-R60 JKS-60 JJN-60 5014006-063 KLN-R60 A2K-60R A2K-60R 15K KTN-R80 JKS-80 JJN-80 5014006-080 KLN-R80 A2K-80R A2K-80R
18K5 KTN-R125 JKS-150 JJN-125 2028220-125 KLN-R125 A2K-125R A2K-125R
22K KTN-R125 JKS-150 JJN-125 2028220-125 KLN-R125 A2K-125R A2K-125R 30K FWX-150 - - 2028220-150 L25S-150 A25X-150 A25X-150 37K FWX-200 - - 2028220-200 L25S-200 A25X-200 A25X-200 45K FWX-250 - - 2028220-250 L25S-250 A25X-250 A25X-250
Bussmann Bussmann Bussmann SIBA Littelfuse
Ferraz
Shawmut
Shawmut
Tabel 5.4 UL-zekeringen 200-240 V
Frequentie-
omvormer
UL-conformiteit – 380-480 V, 525-600 V
kW Type RK1 Type J Type T Type RK1 Type RK1 Type CC Type RK1 K37-1K1 KTS-R6 JKS-6 JJS-6 5017906-006 KLS-R6 ATM-R6 A6K-6R 1K5-2K2 KTS-R10 JKS-10 JJS-10 5017906-010 KLS-R10 ATM-R10 A6K-10R
3K0 KTS-R15 JKS-15 JJS-15 5017906-016 KLS-R16 ATM-R16 A6K-16R 4K0 KTS-R20 JKS-20 JJS-20 5017906-020 KLS-R20 ATM-R20 A6K-20R 5K5 KTS-R25 JKS-25 JJS-25 5017906-025 KLS-R25 ATM-R25 A6K-25R 7K5 KTS-R30 JKS-30 JJS-30 5012406-032 KLS-R30 ATM-R30 A6K-30R 11K KTS-R40 JKS-40 JJS-40 5014006-040 KLS-R40 - A6K-40R 15K KTS-R40 JKS-40 JJS-40 5014006-040 KLS-R40 - A6K-40R 18K KTS-R50 JKS-50 JJS-50 5014006-050 KLS-R50 - A6K-50R 22K KTS-R60 JKS-60 JJS-60 5014006-063 KLS-R60 - A6K-60R 30K KTS-R80 JKS-80 JJS-80 2028220-100 KLS-R80 - A6K-80R 37K KTS-R100 JKS-100 JJS-100 2028220-125 KLS-R100 A6K-100R 45K KTS-R125 JKS-150 JJS-150 2028220-125 KLS-R125 A6K-125R 55K KTS-R150 JKS-150 JJS-150 2028220-160 KLS-R150 A6K-150R 75K FWH-220 - - 2028220-200 L50S-225 A50-P225 90K FWH-250 - - 2028220-250 L50S-250 A50-P250
Bussmann Bussmann Bussmann SIBA Littelfuse
Ferraz
Shawmut
Shawmut
Ferraz
Ferraz
Tabel 5.5 UL-zekeringen 380-600 V
Voor frequentieomvormers voor 240 V kunt u KTS-zekeringen van Bussmann gebruiken in plaats van KTN.
Voor frequentieomvormers voor 240 V kunt u FWH-zekeringen van Bussmann gebruiken in plaats van FWX.
Voor frequentieomvormers voor 240 V kunt u KLSR-zekeringen van Littelfuse gebruiken in plaats van KLNR.
Voor frequentieomvormers voor 240 V kunt u L50S-zekeringen van Littelfuse gebruiken in plaats van L50S.
Voor frequentieomvormers voor 240 V kunt u A6KR-zekeringen van Ferraz Shawmut gebruiken in plaats van A2KR.
Voor frequentieomvormers voor 240 V kunt u A50X-zekeringen van Ferraz Shawmut gebruiken in plaats van A25X.
32 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Elektrische installatie
5
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
5.1.4 Aarding en IT-net
WAARSCHUWING
De dwarsdoorsnede van de aardkabel moet minstens 10 mm2 bedragen of bestaan uit 2 nominale netdraden die afzonderlijk zijn afgesloten conform EN 50178 of IEC 61800-5-1, tenzij anders is bepaald in de geldende nationale voorschriften. Volg altijd de nationale en lokale voorschriften op voor de dwarsdoorsneden van kabels.
De netvoeding is aangesloten op de hoofdschakelaar als deze aanwezig is.
NB
Controleer of de netspanning overeenkomt met de netspanning op het motortypeplaatje van de frequentieomvormer.
5
Afbeelding 5.2 Klemmen voor netvoeding en aarding.
WAARSCHUWING
IT-net Sluit 400 V-frequentieomvormers met RFI-filters niet aan op een netvoeding met een spanning van meer dan 440 V tussen fase en aarde. Voor IT-net en geaarde driehoekschakeling (één zijde geaard) mag de netspanning tussen fase en aarde wel hoger zijn dan 440 V.
5.1.5 Overzicht netbekabeling
Behuizing:
Motorvermogen :
200-240 V
380-480 V
Ga naar: 5.1.6 5.1.7 5.1.8 5.1.9
A2
(IP 20/IP 21)A3(IP 20/IP 21)A5(IP 55/IP 66)
1,1-3,0
kW
1,1-4,0
kW
3,7
kW
5,5-7,5
kW
1,1-3,7
kW
1,1-7,5
kW
B1
(IP 21/IP 55/IP
66)
5,5-11
kW
11-18,5
kW
B2
(IP 21/IP 55/IP
66)
15
kW
22-30
kW
C1
(IP 21/IP 55/66)C2(IP 21/IP 55/66)
18,5-30
kW
37-55
kW
37-45
kW
75-90
kW
Tabel 5.6 Netbekabelingstabel
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 33
5
Elektrische installatie
5.1.6 Netvoeding voor A2 en A3
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
Afbeelding 5.3 Plaats de twee schroeven in de montageplaat, schuif deze op zijn plaats en draai de schroeven volledig vast.
Afbeelding 5.4 Bij het monteren van kabels dient u eerst de aardkabel te monteren en vast te zetten.
34 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Elektrische installatie
5
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
WAARSCHUWING
De dwarsdoorsnede van de aardkabel moet minstens 10 mm2 bedragen of bestaan uit 2 nominale netdraden die afzonderlijk zijn afgesloten conform EN 50178/IEC 61800-5-1.
5
Afbeelding 5.5 Monteer vervolgens de netstekker en zet de bedrading vast.
Afbeelding 5.6 Zet ten slotte de steunbeugel op de netdraden vast.
NB
Gebruik klem L1 en L2 in geval van eenfasige A3-eenheden.
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 35
Elektrische installatie
5.1.7 Netvoeding voor A5
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
5
Afbeelding 5.7 Aansluiting op net en aarding zonder netschakelaar. Er is echter wel een kabelklem gebruikt.
Afbeelding 5.8 Aansluiting op net en aarding met werkschakelaar.
NB
Gebruik klem L1 en L2 in geval van eenfasige A5-eenheden.
36 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Elektrische installatie
5
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
5.1.8 Netvoeding voor B1 en B2
Afbeelding 5.9 Aansluiting op het net en aarding voor B1 en B2
NB
Zie de sectie Algemene specificaties aan het einde van deze handleiding voor de juiste kabelafmetingen.
5.1.9 Netvoeding voor C1 en C2
5
Afbeelding 5.10 Aansluiting op net en aarding.
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 37
5
Elektrische installatie
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
5.1.10 Aansluiting motor – inleiding
Zie de sectie Algemene specificaties voor de juiste dwarsdoorsnede en lengte van de motorkabel.
Gebruik een afgeschermde/gewapende motorkabel om te voldoen aan de EMC-emissienormen (of installeer de
kabel in een metalen leiding).
Houd de motorkabel zo kort mogelijk om interferentie en lekstroom te beperken.
Sluit de afscherming/wapening van de motorkabel aan op de ontkoppelingsplaat van de frequentieomvormer en
het metaal van de motor. (Dit geldt ook voor beide uiteinden van een metalen leiding als deze wordt gebruikt bij wijze van afscherming.)
Gebruik voor aansluitingen op de afscherming een zo groot mogelijk oppervlak (kabelklem of met behulp van een
kabelpakking conform EMC). Dit kan worden gedaan met behulp van de bijgeleverde installatiemiddelen in de frequentieomvormer.
Vermijd afsluiting door middel van gedraaide kabeluiteinden (pigtails), omdat dit het afschermingseffect bij hoge
frequenties verstoort.
Als het noodzakelijk is de afscherming te onderbreken om een motorisolator of motorrelais te installeren, dient de
afscherming te worden voortgezet met de laagst mogelijke HF-impedantie.
Kabellengte en dwarsdoorsnede De frequentieomvormer is getest met een bepaalde kabellengte en een bepaalde kabeldoorsnede. Als de doorsnede toeneemt, kan ook de kabelcapaciteit – en daarmee de lekstroom – toenemen en moet de kabellengte dienovereenkomstig verminderd worden.
Schakelfrequentie Wanneer frequentieomvormers in combinatie met sinusfilters worden gebruikt om de akoestische ruis van een motor te beperken, moet de schakelfrequentie worden ingesteld volgens de instructies voor sinusfilters in 14-01 Schakelfrequentie.
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van aluminium geleiders Aluminium geleiders worden niet aanbevolen voor kabeldoorsneden onder 35 mm. De klemmen kunnen worden gebruikt met aluminium geleiders, maar hiervoor moet het geleideroppervlak schoon zijn en moet de oxidatie worden verwijderd en het oppervlak worden afgesloten met neutrale zuurvrije vaseline voordat de geleider wordt aangesloten. Bovendien moet de klemschroef na twee dagen opnieuw worden aangedraaid vanwege de zachtheid van het aluminium. Het is belangrijk dat de aansluiting zorgt voor een gasdichte verbinding, omdat het aluminium oppervlak anders weer zal oxideren.
Alle soorten driefasen asynchrone standaardmotoren kunnen op de frequentieomvormer worden aangesloten. Kleine motoren zijn gewoonlijk in ster geschakeld (230/400 V, D/Y). Grote motoren zijn in driehoekschakeling geschakeld (400/690 V, D/Y). Kijk op het motortypeplaatje voor de juiste aansluitmodus en spanning.
Afbeelding 5.11 Klemmen voor motoraansluiting
NB
Bij motoren zonder fase-isolatiemateriaal of andere versterkte isolatie die geschikt is voor gebruik met voedingsspanning (zoals een frequentieomvormer) moet een sinusfilter worden aangebracht op de uitgang van de frequentieomvormer. (Voor motoren die voldoen aan IEC 60034-17 is geen sinusfilter nodig.)
38 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Elektrische installatie
5
Nr. 96 97 98 Motorspanning 0-100% van netspanning.
U1 V1 W1
U1 V1 W1 6 kabels uit motor, sterschakeling U2, V2, W2 moeten afzonderlijk onderling worden verbonden (optioneel klemmenblok)
Nr. 99 Aardverbinding
PE
Tabel 5.7 Motoraansluiting met 3 en 6 kabels.
U V W 3 kabels uit motor
W2 U2 V2
ADAP-KOOL
6 kabels uit motor, driehoekschakeling
®
Drive Bedieningshandleiding
5.1.11 Motorbedradingsoverzicht
Behuizing:
Motorvermog en:
200-240 V
380-480 V
Ga naar: 5.1.12 5.1.13 5.1.13 5.1.14 5.1.15
Tabel 5.8 Motorbedradingstabel
A2
(IP 20/IP 21)A3(IP 20/IP 21)A4(IP 55/IP 66)A5(IP 55/IP 66)
1,1-3,0
kW
1,1-4,0
kW
3,7 kW
5,5-7,5
kW
0,25-2,2
kW
0,37-4,0
kW
1,1-3,7
kW
1,1-7,5
kW
B1
(IP 21/IP 55/
IP 66)
5,5-11
kW
11-18,5
kW
B2
(IP 21/IP 55/
IP 66)
15
kW
22-30
kW
C1
(IP 21/IP
55/66)
18,5-30
kW
37-55
kW
5
C2
(IP 21/IP
55/66)
37-45
kW
75-90
kW
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 39
5
Elektrische installatie
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
5.1.12 Motoraansluiting voor A2 en A3
Volg de stappen in de tekening om de motor aan te sluiten op de frequentieomvormer.
Afbeelding 5.12 Sluit eerst de motoraarde af en plaats dan de motordraden U, V en W in de stekker en zet deze vast.
Afbeelding 5.13 Monteer de kabelklem om te zorgen voor een aansluiting van 360 graden tussen chassis en afscherming. Zorg ervoor dat de buitenste isolatie van de motorkabel onder de kabelklem is verwijderd.
40 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Elektrische installatie
5
ADAP-KOOL
5.1.13 Motoraansluiting voor A4 en A5
®
Drive Bedieningshandleiding
Afbeelding 5.14 Sluit eerst de motoraarde af en plaats dan de motordraden U, V en W in de klem en zet deze vast. Zorg ervoor dat de buitenste isolatie van de motorkabel onder de EMC-klem is verwijderd.
5.1.14 Motoraansluiting voor B1 en B2
Afbeelding 5.15 Sluit eerst de motoraarde af en plaats dan de motordraden U, V en W in de klem en zet deze vast. Zorg ervoor dat de buitenste isolatie van de motorkabel onder de EMC-klem is verwijderd.
5
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 41
5
Elektrische installatie
ADAP-KOOL
5.1.15 Motoraansluiting voor C1 en C2
®
Drive Bedieningshandleiding
Afbeelding 5.16 Sluit eerst de motoraarde af en plaats dan de motordraden U, V en W in de klem en zet deze vast. Zorg ervoor dat de buitenste isolatie van de motorkabel onder de EMC-klem is verwijderd.
5.1.16 Bedradingsvoorbeeld en testen
De volgende sectie beschrijft hoe u bij de stuurdraden kunt komen en hoe u deze kunt afsluiten. Zie het hoofdstuk De frequentieomvormer programmeren voor meer informatie over de functie, programmering en bedrading van de stuurklemmen.
42 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Elektrische installatie
5
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
5.1.17 Toegang tot stuurklemmen
Alle klemmen voor de stuurkabels bevinden zich onder de klemaf­dekking aan de voorkant van de frequentieomvormer. Verwijder de klemafdekking met behulp van een schroevendraaier.
Verwijder de voorplaat om toegang te krijgen tot de stuurklemmen. Zorg er bij het terugplaatsen van de voorplaat voor dat deze goed wordt bevestigd met een aanhaalmoment van 2 Nm.
Afbeelding 5.17 Toegang tot de stuurklemmen voor behuizing A2, A3, B3, B4, C3 en C4
5
Afbeelding 5.18 Toegang tot de stuurklemmen voor behuizing A5, B1, B2, C1 en C2
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 43
5
Elektrische installatie
5.1.18 Stuurklemmen
Tekeningverwijzingen:
1. 10-polige stekker voor digitale I/O.
2. 3-polige stekker voor RS 485-bus.
3. 6-polige stekker voor analoge I/O.
4. USB-aansluiting.
Afbeelding 5.19 Stuurklemmen (alle behuizingen)
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
Afbeelding 5.21 Stap 2:> Steek het ene uiteinde in klem 27 met behulp van een geschikte klemschroevendraaier. (NB Voor eenheden met de functie Veilige stop geldt dat de bestaande jumper tussen klem 12 en 37 beslist niet mag worden verwijderd, omdat de eenheid dan niet meer zal functioneren!)
Afbeelding 5.22 Stap 3: Steek het andere uiteinde in klem 12 of 13. (NB Voor eenheden met de functie Veilige stop geldt dat de bestaande jumper tussen klem 12 en 37 beslist niet mag worden verwijderd, omdat de eenheid dan niet meer zal functioneren!)
5.1.19 De motor en draairichting testen
WAARSCHUWING
Houd er rekening mee dat de motor onbedoeld kan starten. Zorg ervoor dat personeel of apparatuur geen gevaar loopt!
Volg onderstaande stappen om de motoraansluiting en de draairichting te testen. Zorg ervoor dat er geen spanning op de eenheid staat.
Afbeelding 5.20 Stap 1: Verwijder eerst de isolatie aan beide uiteinden van de draad over 50-70 mm.
Afbeelding 5.23 Stap 4: Schakel de spanning in en druk op de knop [Off]. In deze toestand zou de motor niet mogen draaien. Druk op [Off] om de motor op ieder gewenst moment te stoppen. De LED boven de knop [Off] zou moeten branden. Raadpleeg hoofdstuk 7 als er sprake is van knipperende alarmen of waarschuwingen.
44 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Elektrische installatie
5
Afbeelding 5.24 Stap 5: Wanneer u op de [Hand on]-knop drukt, zou de LED boven de knop moeten gaan branden en gaat de motor mogelijk draaien.
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
Afbeelding 5.27 Stap 8: Druk op de knop [Off] om de motor weer te stoppen.
5
Afbeelding 5.25 Stap 6:> De snelheid van de motor wordt aangegeven op het LCP. Deze kan worden aangepast met behulp van de pijltjes-
toetsen omhoog
Afbeelding 5.26 Stap 7: Met de pijltjestoetsen links en rechts kunt u de cursor verplaatsen. Hiermee kunt u de snelheid met grotere intervallen aanpassen.
en omlaag ▼.
Afbeelding 5.28 Stap 9: Verwissel zo nodig twee motordraden als de motor niet in de gewenste richting draait.
WAARSCHUWING
Schakel de frequentieomvormer van het net af voordat u motordraden verwisselt.
5.1.20 Schakelaar S201, S202 en S801
De schakelaars S201 (AI 53) en S202 (AI 54) worden gebruikt om een stroom- (0-20 mA) of spanningsconfi­guratie (0 tot 10 V) van respectievelijk de analoge ingangsklemmen 53 en 54 te selecteren.
Schakelaar S801 (BUS TER.) kan worden gebruikt om de RS 485-poort (klem 68 en 69) af te sluiten.
Het is mogelijk dat de schakelaars worden bedekt door een eventuele optie.
Standaardinstelling:
S201 (AI 53) = uit (spanningsingang)
S202 (AI 54) = uit (spanningsingang)
S801 (busafsluiting) = uit
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 45
5
Elektrische installatie
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
Afbeelding 5.30 Voorbeeld motortypeplaatje
Afbeelding 5.29 Locatie schakelaars.
5.2 Laatste optimalisatie en test
Volg onderstaande stappen om de motorasprestaties te optimaliseren en de frequentieomvormer voor de aangesloten motor en de installatie te optimaliseren. Zorg ervoor dat de frequentieomvormer en de motor zijn aangesloten en dat de voeding voor de frequentieom­vormer is ingeschakeld.
NB
Controleer voor het inschakelen of de aangesloten apparatuur klaar is voor gebruik.
Stap 1. Kijk waar het motortypeplaatje zich bevindt.
NB
De motor kan op twee manieren zijn aangesloten, nl. ster (Y) of driehoek (). Deze informatie vindt u op het motortypeplaatje.
Stap 2. Voer de gegevens van het motortypeplaatje in op onderstaande parameterlijst. Om toegang te krijgen tot deze lijst drukt u eerst op de toets [Quick Menu] en selecteert u vervolgens Q2 Snelle setup.
1. Motorvermogen [kW] of Motorvermogen [pk]
2. Motorspanning par. 1-22
3. Motorfrequentie par. 1-23
4. Motorstroom par. 1-24
5. Nom. motorsnelheid par. 1-25
Tabel 5.9 Motorparameters
Stap 3. Activeer Automatische aanpassing motorgegevens (AMA). Het uitvoeren van een zorgt voor de beste prestaties. AMA verricht automatische metingen voor de aangesloten motor en zorgt voor compensatie van installatieverschillen.
Via de wizard kunt u een beperkte AMA uitvoeren voor compressoren – volg in andere gevallen onderstaande procedure.
1. Sluit klem 27 aan op klem 12 of gebruik [Quick Menu] en Q2 Snelle setup en stel klem 27 via par. 5-12 in op Niet in bedrijf (par. 5-12 [0]).
2. Druk op [Quick Menu], selecteer Q3 Functie­setups, Q3-1 Alg. instellingen en Q3-10 Geav. Motorinstellingen, en schuif vervolgens omlaag naar AMA par. 1-29.
3. Druk op [OK] om AMA te activeren via par. 1-29.
par. 1-20 par. 1-21
46 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Elektrische installatie
5
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
4. Selecteer een volledige of een beperkte AMA. Als er een sinusfilter gemonteerd is, dient u een beperkte AMA uit te voeren of het sinusfilter tijdelijk te verwijderen voordat u de AMA­procedure uitvoert.
5. Druk op de [OK]-toets. Op het display verschijnt 'Druk op [Hand on] om AMA te starten'.
6. Druk op de [Hand on]-toets. Een balkje geeft de voortgang van de AMA aan.
AMA onderbreken tijdens de procedure
1. Druk op de [Off]-toets – de frequentieomvormer komt in de alarmmodus terecht en op het display wordt aangegeven dat de AMA is beëindigd door de gebruiker.
AMA is met succes doorlopen
1. Het display toont de melding 'Druk op [OK] om AMA te voltooien'.
2. Druk op de [OK]-toets om de AMA-procedure te verlaten.
AMA is mislukt
Ramp 1 aanlooptijd [s] par. 3-41 Ramp 1 uitlooptijd [s] par. 3-42
Zie de sectie De frequentieomvormer programmeren, Modus Snelmenu voor een eenvoudige setup van deze parameters.
5
1. De frequentieomvormer komt terecht in de alarmmodus. In het hoofdstuk Problemen verhelpen wordt een beschrijving van het alarm gegeven.
2. 'Rapportwaarde' in de [Alarm log] toont de laatste meting die door de AMA is uitgevoerd voordat de frequentieomvormer in de alarmmodus terechtkwam. Aan de hand van dit nummer en de beschrijving van het alarm kunt u het probleem verhelpen. Vergeet niet om dit nummer en de beschrijving van het alarm te vermelden als u contact opneemt met Danfoss Service.
NB
Het mislukken van de AMA wordt vaak veroorzaakt doordat de gegevens van het motortypeplaatje niet goed worden overgenomen of omdat er een te groot verschil bestaat tussen het motorvermogen en het vermogen van de frequentieomvormer.
Stap 4. Stel de snelheidsbegrenzing en de aan/uitlooptijd in.
Stel de gewenste begrenzingen voor de snelheid en de aan- en uitlooptijd in.
Minimumreferentie par. 3-02 Max. referentie par. 3-03
Motorsnelh. lage begr. par. 4-11 of 4-12 Motorsnelh. hoge begr. par. 4-13 of 4-14
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 47
Bediening van de frequentie...
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
6 Bediening van de frequentieomvormer
6.1.1 Vier bedieningswijzen
De frequentieomvormer kan op vier manieren worden bediend:
1. Grafisch lokaal bedieningspaneel (GLCP)
2. Via RS 485 seriële communicatie of USB, beide voor pc-aansluiting
3. Via AK Lon => Gateway => AKM programmeersoftware
4. Via Ak Lon => systeemmanager => programmeersoftware servicetool
Als de frequentieomvormer is uitgerust met een veldbusoptie, dient u de bijbehorende documentatie te raadplegen.
6
6.1.2 Bediening van het grafische LCP (GLCP)
Onderstaande instructies gelden voor het GLCP (LCP 102).
De functies van het GLCP zijn verdeeld in vier groepen:
1. Grafisch display met statusregels.
2. Menutoetsen en indicatielampjes (LED's) – parameters wijzigen en schakelen tussen displayfuncties.
3. Navigatietoetsen en indicatielampjes (LED's).
4. Bedieningstoetsen en indicatielampjes (LED's)
Grafisch display: Het LCD-display is voorzien van achtergrondverlichting en maximaal 6 alfanumerieke regels. Alle gegevens worden weergegeven op het LCP dat in de [Status]-modus maximaal vijf bedrijfsvariabelen kan weergeven.
Displayregels:
a. Statusregel: statusmeldingen met pictogrammen
en afbeeldingen.
b. Regel 1-2: regels met bedieningsinformatie over
gegevens die door de gebruiker zijn gedefinieerd of geselecteerd. Er kan maximaal één nieuwe regel worden toegevoegd via de toets [Status].
c. Statusregel: statusmelding met tekst.
48 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Bediening van de frequentie...
6
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
Het display bestaat uit 3 delen:
Bovenste gedeelte (a) toont de status in de statusmodus of maximaal 2 variabelen in een andere modus en in geval van een alarm/waarschuwing.
Het nummer van de actieve setup (geselecteerd als Actieve setup in par. 0-10) wordt weergegeven. Bij het programmeren van een andere setup dan de Actieve setup zal het nummer van de setup die wordt geprogrammeerd aan de rechterkant tussen haakjes worden weergegeven.
Het middelste gedeelte (b) toont maximaal 5 variabelen met bijbehorende eenheid, ongeacht de status. In geval van een alarm/waarschuwing wordt de waarschuwing weergegeven in plaats van de variabelen.
Schakelen tussen de drie verschillende statusuitlezingen is mogelijk door op de [Status]-toets te drukken. In elk statusscherm worden de bedrijfsvariabelen met een andere opmaak weergegeven – zie hierna.
Aan elk van de bedrijfsvariabelen kunnen diverse metingen worden gekoppeld. De te tonen waarden/metingen kunnen worden gedefinieerd via par. 0-20, 0-21, 0-22, 0-23 en 0-24. Via [Quick Menu], Q3 Functiesetups, Q3-1 Alg. instellingen en Q3-13 Displayinstellingen krijgt u toegang tot deze parameters.
Elke uitleesparameter voor een waarde/meting die is geselecteerd in par. 0-20 tot 0-24 wordt gekenmerkt door een eigen schaal en een aantal cijfers achter een eventueel decimaalteken. Bij grotere numerieke waarden worden minder cijfers weergegeven achter het decimaalteken. Voorbeeld: Uitlezing stroom 5,25 A; 15,2 A 105 A.
Statusdisplay I: Deze uitleesstatus is standaard actief na een start of initia­lisatie. Gebruik [Info] voor informatie over de waarde/meting die is gekoppeld aan de weergegeven bedrijfsvariabelen (1.1,
1.2, 1.3, 2 en 3).
Zie de bedrijfsvariabelen die worden weergegeven in het afgebeelde scherm. 1.1, 1.2 en 1.3 staan klein
Statusdisplay II: Zie de bedrijfsvariabelen (1.1, 1.2, 1.3 en 2) die worden weergegeven in het afgebeelde scherm. In het voorbeeld zijn Snelheid, Motorstroom, Motorvermogen en Frequentie als variabelen geselecteerd in de eerste en tweede regel.
1.1, 1.2 en 1.3 zijn klein weergegeven. 2 is groot weergegeven.
weergegeven. 2 en 3 zijn groter weergegeven.
1.1
130BP041.10
1.2
130BP062.10
1.1
1.3
6
2
3
1.3
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 49
1.2
2
0
Bediening van de frequentie...
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
6
Statusdisplay III: In deze uitleesstatus worden de gebeurtenis en de actie van de Smart Logic Control weergegeven. Zie de sectie Smart Logic Control voor meer informatie.
Het onderste gedeelte toont de status van de frequentie­omvormer in de statusmodus.
Aanpassing contrast display
Druk op [Status] en [] om het display donkerder te maken. Druk op [Status] en [] om het display helderder te maken.
Top section
Toetsen op het GLCP
Menutoetsen De menutoetsen zijn ingedeeld op functie. De toetsen onder het display en de indicatielampjes dienen voor het instellen van de parameters en het selecteren van de displayweergave tijdens normaal bedrijf.
130BP045.1
[Status] Geeft de status weer van de frequentieomvormer en/of de motor. Via de [Status]-toets zijn 3 verschillende uitlezingen te selecteren: 5-regelige uitlezing, 4-regelige uitlezing of Smart Logic Control. [Status] dient om de displaymodus te selecteren of om naar de displaymodus terug te schakelen vanuit de modi Snelmenu, Hoofdmenu of Alarm. De toets [Status] dient tevens om te schakelen tussen de enkele en dubbele uitleesmodi.
Middle section
Bottom section
130BP074.10
Indicatielampjes (LED's):
Als bepaalde drempelwaarden worden overschreden, gaan de alarm- en/of waarschuwings-LED's branden. Er verschijnen tevens een status- en een alarmtekst op het bedieningspaneel. De On-LED gaat branden wanneer de frequentieomvormer spanning van een netvoeding, DC-aansluitklem of externe 24 V-voeding krijgt. Tegelijkertijd is de achtergrondver­lichting aan.
Groene LED/On: geeft aan dat de besturingssectie
werkt.
Gele LED/Warn.: geeft een waarschuwing aan.
Knipperende rode LED/Alarm: geeft een alarm
aan.
[Quick Menu] maakt een snelle setup van de frequentieomvormer mogelijk. Hiermee kunnen de meestgebruikte ADAP-
®
-functies worden geprogrammeerd.
KOOL
Via [Quick Menu] hebt u toegang tot de volgende onderdelen:
- Persoonlijk menu
-Snelle setup
-Functiesetups
- AKD 102-wizardmenu
-Gemaakte wijz.
- Logdata
Functiesetups biedt een snelle en eenvoudige toegang tot alle parameters die nodig zijn voor de meeste ADAP-
®
-toepassingen, inclusief de meeste VAV en CAV
KOOL toevoer- en retourventilatoren, koeltorenventilatoren, primaire, secundaire en condensaatpompen alsmede andere pomp-, ventilator- en compressortoepassingen. Daarnaast bevat het parameters om te bepalen welke variabelen op het LCP moeten worden getoond, parameters voor vooraf in te stellen snelheden, schaling van analoge referenties, 1- of multi-zone toepassingen met terugkoppeling en specifieke functies met betrekking tot ventilatoren, pompen en compressoren.
50 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
0
Bediening van de frequentie...
6
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
De parameters van het Snelmenu zijn direct toegankelijk, tenzij er via par. 0-60, 0-61, 0-65 of 0-66 een wachtwoord is ingesteld. Het is mogelijk om direct om te schakelen tussen Snelmenu en Hoofdmenu.
[Main Menu] Dient om alle parameters te programmeren. De parameters van het hoofdmenu zijn direct toegankelijk, tenzij er via par. 0-60, 0-61, 0-65 of 0-66 een wachtwoord is ingesteld. Voor de meeste ADAP-KOOL nodig om via het hoofdmenu parameters te selecteren. In plaats daarvan bieden Snelmenu, Snelle setup en Functiesetup de snelste en eenvoudigste manier om toegang te krijgen tot de benodigde specifieke parameters. Het is mogelijk om direct te schakelen tussen Hoofdmenu en Snelmenu. De parametersnelkoppeling kan worden uitgevoerd door
[Main Menu]-toets gedurende 3 seconden in te
de drukken. De parametersnelkoppeling geeft directe toegang tot elke mogelijke parameter.
[Alarm log] Toont een overzicht van de laatste vijf alarmmeldingen (genummerd A1-A5). U kunt aanvullende gegevens over
®
-toepassingen is het niet
een alarm krijgen door via de pijltjestoetsen naar het alarmnummer te gaan en op [OK] te drukken. Er wordt informatie weergegeven over de toestand van uw frequen­tieomvormer net voordat de alarmmodus werd ingeschakeld.
De [Alarm log]-toets op het LCP geeft toegang tot zowel de Alarmlog als de Onderhoudslog.
[Back] brengt u een stap of laag terug in de navigatiestructuur.
[Cancel] annuleert uw laatste wijziging of commando, zolang het display niet is gewijzigd.
6
[Info] geeft informatie over een commando, parameter of functie in elk mogelijk scherm. Met [Info] kunt u zo nodig uitgebreide informatie weergeven. Druk op [Info], [Back] of [Cancel] om de infomodus te verlaten.
Navigatietoetsen Gebruik de vier pijltjestoetsen om te bewegen tussen de verschillende opties in [Quick Menu], [Main Menu] en [Alarm log]. Gebruik de toetsen om de cursor te verplaatsen.
[OK] dient om een parameter te selecteren die wordt gemarkeerd door de cursor en om de wijziging van een parameter te bevestigen.
130BT117.1
De bedieningstoetsen voor de lokale bediening bevinden zich onder aan het bedieningspaneel.
130BP046.10
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 51
Bediening van de frequentie...
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
6
[Hand on] Maakt het mogelijk om de frequentieomvormer via het GLCP te besturen. Met [Hand on] wordt ook de motor gestart, waarna het mogelijk is om de gegevens voor de motorsnelheid via de pijltjestoetsen in te stellen. De toets kan worden ingesteld als Ingesch. [1] of Uitgesch. [0] via par. 0-40 [Hand on]-toets op LCP. De volgende stuursignalen zullen actief blijven wanneer [Hand on] wordt geactiveerd:
[Hand on] – [Off] – [Auto on]
Reset
Vrijloop na stop, geïnverteerd
Omkeren
Setupselectie lsb – Setupselectie msb
Stopcommando via seriële communicatie
Snelle stop
DC-rem
NB
Externe stopsignalen die via stuursignalen of een seriële bus worden geactiveerd, zullen een 'start'-commando via het LCP onderdrukken.
6.1.3 RS 485-busaansluiting
Een of meer frequentieomvormers kunnen worden aangesloten op een controller (of master) met de standaard RS 485-interface. Klem 68 wordt aangesloten op het P-signaal (TX+, RX+), terwijl klem 69 wordt aangesloten op het N-signaal (TX-, RX-).
Gebruik parallelle aansluitingen om meerdere frequentie­omvormers aan te sluiten op een master.
Afbeelding 6.1 Aansluitvoorbeeld.
Om mogelijke vereffeningsstromen in de afscherming te vermijden, moet de kabelafscherming worden geaard via klem 61, die via een RC-koppeling met het frame is verbonden.
[Off] stopt de aangesloten motor. De toets kan worden ingesteld als Ingesch. [1] of Uitgesch. [0] via par. 0-41 [Off]­toets op LCP. Als er geen externe stopfunctie is geselecteerd en de toets [Off] inactief is, kan de motor worden gestopt door de netvoeding af te schakelen.
[Auto on] Maakt het mogelijk om de frequentieomvormer te sturen via stuurklemmen en/of seriële communicatie. Als een startsignaal naar de stuurklemmen en/of de bus wordt gestuurd, start de frequentieomvormer. De toets kan worden ingesteld als Ingesch. [1] of Uitgesch. [0] via par. 0-42 [Auto on]-toets op LCP.
NB
Een actief HAND-OFF-AUTO-signaal via de digitale ingangen heeft een hogere prioriteit dan de bedienings­toetsen [Hand on] en [Auto on].
[Reset] dient om de frequentieomvormer te resetten na een alarm met uitschakeling (trip). De toets kan worden ingesteld als Ingesch. [1] of Uitgesch. [0] via par. 0-43 [Reset]-toets op LCP.
Busafsluiting De RS 485-bus moet aan beide uiteinden worden afgesloten met een weerstandsnetwerk. Als de omvormer het eerste of laatste toestel in de RS 485-lus is, moet schakelaar S801 op de stuurkaart in de aan-positie (ON) worden gezet. Zie de sectie Schakelaar S201, S202 en S801 voor meer informatie.
De parametersnelkoppeling kan worden uitgevoerd door de [Main Menu]-toets gedurende 3 seconden in te drukken. De parametersnelkoppeling geeft directe toegang tot elke mogelijke parameter.
52 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Bediening van de frequentie...
6
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
6.1.4 Een pc aansluiten op de AKD 102
Installeer de MCT 10 setup-software om de frequentieom­vormer vanaf een pc te besturen of te programmeren. De pc wordt aangesloten via een standaard (host/apparaat) USB-kabel of via de RS 485-interface, zoals weergegeven in de ADAP-KOOL
Installeren > Installeren van diverse aansluitingen.
®
Drive AKD 102 Design Guide, hoofdstuk
NB
De USB-aansluiting is galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV) en andere hoogspanningsklemmen. De USB-aansluiting is verbonden met de aardverbinding van de frequentieomvormer. Sluit alleen een geïsoleerde laptop aan op de USB-poort op de ADAP-KOOL
®
Drive.
6
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 53
6
Bediening van de frequentie...
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
6.1.5 Hulpprogramma voor de pc
MCT 10 setup-software voor de pc Alle frequentieomvormers zijn uitgerust met een seriële-communicatiepoort. Danfoss levert een hulpprogramma voor de pc voor communicatie tussen pc en frequentieomvormer, de MCT 10 setup-software. Zie de sectie Beschikbare publicaties voor meer informatie over dit hulpmiddel.
MCT 10 setup-software MCT 10 is een eenvoudig te gebruiken interactief programma voor het instellen van parameters in onze frequentieom­vormers. . De MCT 10 setup-software is nuttig voor:
Het offline plannen van een communicatienetwerk; MCT 10 is voorzien van een uitgebreide database van frequen-
tieomvormers
Het online in bedrijf stellen van frequentieomvormers.
Het opslaan van de instellingen voor alle frequentieomvormers.
Het vervangen van een frequentieomvormer in een netwerk
Eenvoudige en nauwkeurige documentatie van de instellingen van de frequentieomvormer na de inbedrijfstelling
Het uitbreiden van een bestaand netwerk.
Frequentieomvormers die in de toekomst worden ontwikkeld, worden ondersteund.
Instellingen van de frequentieomvormer opslaan:
1. Sluit de pc via een USB-poort aan op de eenheid. (NB Sluit alleen een van het net geïsoleerde pc aan op de USB­poort. Anders kan de apparatuur beschadigd raken.)
2. Start de MCT 10 setupsoftware
3. Selecteer 'Read from drive'.
4. Selecteer 'Save as'.
Alle parameters zijn nu opgeslagen in de pc.
Instellingen van de frequentieomvormer inlezen:
1. Sluit de pc via een USB-poort aan op de frequentieomvormer.
2. Start de MCT 10 setup-software
3. Selecteer 'Open' – de opgeslagen bestanden worden getoond.
4. Open het relevante bestand.
5. Selecteer 'Write to drive'
Alle parameterinstellingen zijn nu overgezet naar de frequentieomvormer.
Voor de MCT 10 setup-software is een aparte handleiding, MG.10.Rx.yy.
54 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Bediening van de frequentie...
6
Softwaremodules voor MCT 10 setup-software De volgende modules zijn in het softwarepakket opgenomen:
MCT setup-software Parameters instellen Kopiëren van en naar frequentieomvormers Vastleggen en afdrukken van parameterinstellingen, inclusief schema's
Uitgebr. gebruikersinterface
Schema voor preventief onderhoud Klokinstellingen Setup programmering van tijdgebonden acties Smart Logic Controller
Bestelnummer: Bij bestelling van de cd met MCT 10 setup-software verzoeken wij u bestelnummer 130B1000 te gebruiken.
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
6.1.6 Tips en trucs
* Voor de meeste ADAP-KOOL-toepassingen kunt u met behulp van het Snelmenu, de Snelle setup en de Functiesetup
op eenvoudige en snelle wijze toegang krijgen tot alle benodigde specifieke parameters. * Voer, indien mogelijk, altijd een AMA uit om te zorgen voor de beste asprestaties. * Het contrast van het display kan worden aangepast via [Status] en [] voor een donkerder display of via [Status] en
[] voor een helderder display. *Via [Quick Menu] en Gemaakte wijz. kunt u alle parameterinstellingen bekijken die afwijken van de fabrieksinstellingen. * Houd de [Main Menu]-toets 3 seconden ingedrukt om naar elke mogelijke parameter te gaan. * Voor servicedoeleinden wordt het aanbevolen om alle parameters te kopiëren naar het LCP; zie par. 0-50 voor meer
informatie
Tabel 6.1 Tips en trucs
6.1.7 Snel overzetten van parameterinstellingen via GLCP
Wanneer de setup van een frequentieomvormer voltooid is, kunt u de parameterinstellingen het beste in het GLCP of met behulp van de MCT 10 setup-software op een pc opslaan.
WAARSCHUWING
Stop de motor vóór u een van deze handelingen uitvoert
Gegevensopslag in LCP:
1. Ga naar 0-50 LCP kopiëren
2. Druk op de [OK]-toets.
3. Selecteer 'Alles naar LCP'.
4. Druk op de [OK]-toets.
6
Alle parameterinstellingen worden nu opgeslagen in het GLCP, wat wordt aangegeven via de voortgangsbalk. Druk op [OK] als 100% is bereikt.
U kunt het GLCP nu aansluiten op een andere frequentieomvormer en de parameterinstellingen naar die frequentieom­vormer kopiëren.
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 55
Bediening van de frequentie...
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
6
Gegevensoverdracht van LCP naar frequentieomvormer:
1. Ga naar 0-50 LCP kopiëren
2. Druk op de [OK]-toets.
3. Selecteer 'Alles vanaf LCP'.
4. Druk op de [OK]-toets.
De parameterinstellingen die in het GLCP zijn opgeslagen worden nu gekopieerd naar de frequentieomvormer, wat wordt aangegeven in de voortgangsbalk. Druk op [OK] als 100% is bereikt.
6.1.8 Standaardinstellingen herstellen door middel van initialisatie
De standaardinstellingen van de frequentieomvormer kunnen op twee manieren worden hersteld: Aanbevolen initialisatie en handmatige initialisatie. Houd er rekening mee dat deze verschillende resultaten opleveren, zoals hieronder beschreven.
Aanbevolen initialisatie (via 14-22 Bedrijfsmodus)
1. Selecteer 14-22 Bedrijfsmodus
2. Druk op [OK].
3. Selecteer 'Initialisatie' (voor NLCP: selecteer '2').
4. Druk op [OK].
5. Schakel de spanning naar de eenheid af en wacht tot het display uit gaat.
6. Sluit de voeding weer aan, waarna de frequentie­omvormer is gereset. Het kan enkele seconden duren voordat de eenheid voor de eerste keer opstart.
7. Druk op [Reset].
NB
Bij het uitvoeren van een handmatige initialisatie worden ook de instellingen voor seriële communicatie, RFI-filter en foutlog gereset. Verwijdert de parameters die zijn geselecteerd in 0-25 Persoonlijk menu.
1. Schakel de netvoeding af en wacht totdat het display is uitgeschakeld.
2a. Druk tegelijkertijd op [Status] – [Main Menu] – [OK] terwijl het grafische LCP (GLCP) wordt ingeschakeld.
2b. Druk op [Menu] terwijl het numerieke display (LCP 101) wordt ingeschakeld.
3. Laat de toetsen na 5 seconden los.
4. De frequentieomvormer is nu ingesteld volgens de standaardinstellingen.
Met deze parameter wordt alles geïnitialiseerd behalve:
15-00 Bedrijfsuren
15-03 Inschakelingen
15-04 x Overtemp.
15-05 x Overspann.
14-22 Bedrijfsmodus initialiseert alles, behalve:
14-50 RFI-filter
8-30 Protocol
8-31 Adres
8-32 Baudsnelheid
8-35 Min. responsvertr.
8-36 Max. responsvertr.
8-37 Max. tss.-tekenvertr. 15-00 Bedrijfsuren tot 15-05 x Overspann. 15-20 Hist. log: event tot 15-22 Hist. log: tijd 15-30 Alarmlog: foutcode tot 15-32 Alarmlog: tijd
NB
De parameters die in 0-25 Persoonlijk menu zijn opgeslagen, blijven gehandhaafd bij het herstellen van de fabrieksinstellingen.
Handmatige initialisatie
56 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
De frequentieomvormer progr...
7
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
7 De frequentieomvormer programmeren
7.1 Programmeren
7.1.1 Parametersetup
Groep Titel Functie 0- Bediening/display Parameters voor het programmeren van de basisfuncties van de frequentieomvormer en het LCP, waaronder:
1- Belasting & motor Parameters voor het configureren van de frequentieomvormer voor een specifieke toepassing of motor,
2- Remmen Parameters voor het configureren van de remfuncties van de frequentieomvormer die, hoewel niet vaak
3- Ref./Ramp. Parameters voor het programmeren van de minimale en maximale referentielimieten voor snelheid (tpm/Hz)
4- Begr./waarsch. Parameters voor het programmeren van begrenzingen en waarschuwingen tijdens bedrijf, waaronder:
5- Digitaal In/Uit Parameters voor het programmeren van de functies van alle digitale ingangen, digitale uitgangen, relaisuit-
6- Analoog In/Uit Parameters voor het programmeren van de functies die betrekking hebben op alle analoge in- en uitgangen
8- Comm. en opties Parameters voor het configureren en bewaken van functies met betrekking tot de seriële communicatie/
14- Speciale functies Parameters voor het configureren van speciale functies van de frequentieomvormer, waaronder: instelling van
15- Geg. omvormer Parameters voor het weergeven van bedrijfsgegevens en ander gegevens van de omvormer, waaronder:
16- Data-uitlezingen Alleen-lezen parameters die de status/waarde weergeven van veel bedrijfsvariabelen die kunnen worden
18- Info & uitlez. Alleen-lezen parameters voor weergave van de laatste 10 gelogde items voor preventief onderhoud, acties en
taalkeuze; selectie van de variabelen die op de diverse posities op het display moeten worden getoond (zoals de statische leidingdruk of de temperatuur van retourcondenswater, waarbij het setpoint klein kan worden weergegeven in de bovenste regel en de terugkoppeling groot kan worden weergegeven in het midden van het display); in/uitschakeling van de LCP-toetsen; wachtwoorden voor het LCP; het uploaden en downloaden van ingestelde parameters van/naar het LCP; het instellen van de ingebouwde klok.
waaronder: interne of externe regeling; type toepassing zoals compressor, ventilator of centrifugaalpomp; gegevens motortypeplaatje; automatische aanpassing van de motorgegevens voor optimale prestaties; vliegende start (met name gebruikt voor ventilatortoepassingen); thermische motorbeveiliging.
gebruikt in veel ADAP-KOOL-toepassingen, nuttig kunnen zijn bij speciale ventilatortoepassingen. Parameters zijn onder meer: DC-remmen en weerstandsremmen.
bij een externe regeling of in actuele eenheden bij een interne regeling; digitale/ingestelde referenties; jog­snelheid; bepaling van de bron voor elke referentie (bijv. de analoge ingang waarop het referentiesignaal is aangesloten); aan- en uitlooptijden; instellingen van digitale potentiometers.
toegestane draairichting motor; minimale en maximale motorsnelheden; koppel- en stroombegrenzingen om de door de motor aangedreven pomp, ventilator of compressor te beschermen; waarschuwingen voor lage/ hoge stroom, snelheid, referentie en terugkoppeling; beveiliging tegen ontbrekende motorfase; frequenties voor snelheidsbypass, inclusief een semi-automatische setup van deze frequenties (bijv. om resonantiepro­blemen in de koeltoren en andere ventilatoren te voorkomen).
gangen, pulsingangen en pulsuitgangen voor klemmen op de stuurkaart en alle optiekaarten.
voor de klemmen op de stuurkaart en de Algemene I/O-optiekaart, MCB 108 (NB NIET te verwarren met Analoge I/O-optiekaart, MCB 109; zie parametergroep 26-**) waaronder: live zero time-outfunctie voor analoge ingang (die bijvoorbeeld kan worden gebruikt om een koeltorenventilator op te dragen om op volle snelheid te werken als de sensor voor het retourwater in de condensor uitvalt); schaling van de analoge ingangs­signalen (bijvoorbeeld om de analoge ingang aan te passen aan de mA en het drukbereik van een statische­leidingdruksensor); filtertijdconstante voor het filteren van elektrische ruis op het analoge signaal, wat soms voorkomt bij gebruik van lange kabels; instelling van de functie en schaling van de analoge uitgangen (bijvoorbeeld om een analoge uitgang te bieden die de motorstroom of kW naar een analoge ingang of een DDC-regelaar aangeeft); configuratie van de analoge uitgangen die door het GBS worden geregeld via een hoogniveau-interface (HLI) (bijv. voor het besturen van een afsluiter voor gekoeld water) inclusief de mogelijkheid om een standaardwaarde voor deze uitgangen in te stellen voor het geval de HLI uitvalt.
hoogniveau-interface naar de frequentieomvormer.
de schakelfrequentie om de hoorbare ruis van de motor te beperken (soms vereist voor ventilatortoepas­singen); kinetische-backupfunctie (bijzonder nuttig voor kritische toepassingen in halfgeleiderinstallaties waarbij een goede werking tijdens een spanningsdip/spanningsuitval belangrijk is); beveiliging tegen onbalans van het net; automatische reset (in plaats van een handmatige reset van alarmen); parameters voor automa­tische energieoptimalisatie (die doorgaans niet hoeven worden gewijzigd, maar die een eventuele fijnafstelling van deze automatische functie mogelijk maken, zodat de combinatie van frequentieomvormer en motor maximaal rendement kan behalen bij zowel volledige als gedeeltelijke belastingen), en autoreductiefuncties (die de frequentieomvormer in staat stellen om zo lang mogelijk in bedrijf te blijven bij gereduceerde prestaties onder extreme bedrijfsomstandigheden).
tellers voor het aantal bedrijfsuren en draaiuren; kWh-teller; reset van de draaiuren- en kWh-tellers; alarm/ foutlog (waarin de laatste 10 alarmen worden gelogd, samen met de eventuele bijbehorende waarde en tijd), en identificatieparameters voor de omvormer en de optiekaarten, zoals het ID-nummer en de softwareversie.
weergegeven op het LCP of kunnen worden bekeken via deze parametergroep. Deze parameters kunnen met name nuttig zijn tijdens de inbedrijfstelling wanneer een GBS is aangesloten via een hoogniveau-interface.
tijd en de waarde van analoge in- en uitgangen op de Analoge I/O-optiekaart, die met name nuttig zijn tijdens de inbedrijfstelling wanneer een GBS is aangesloten via een hoogniveau-interface.
7
Tabel 7.1 Parametergroepen
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 57
7
De frequentieomvormer progr...
Groep Titel Functie 20- Omvormer met terugkoppeling Parameters voor het configureren van de PI(D)-regelaar voor terugkoppeling, die de snelheid van de pomp,
21- Uitgebr. met terugkoppeling Parameters voor het configureren van de 3 uitgebreide PI(D)-regelaars voor terugkoppeling die bijvoorbeeld
22- Toepassingsfuncties Parameters voor het bewaken, beschermen en regelen van pompen, ventilatoren en compressoren,
23- Tijdgebonden functies Tijdgebonden parameters, waaronder: parameters voor het activeren van dagelijkse of wekelijkse acties op
24- Toepassingsfuncties 2 Parameters voor het instellen van de brandmodus en/of het besturen van een bypass-contactgever/starter als
25- Compr.regelaar Parameters voor het configureren en bewaken van de ingebouwde compressorregelaar (met name gebruikt
26- Analoge I/O-optie MCB 109 Parameters voor het configureren van de Analoge I/O-optie, MCB 109, waaronder: functiebepaling van de
28- Compressorfuncties Parameters voor compressorfuncties:
ADAP-KOOL
ventilator of compressor regelt in een regeling met terugkoppeling, waaronder: bepaling van de bron voor elk van de 3 mogelijke terugkoppelsignalen (bijv. een van de analoge ingangen of de GBS HLI); conversiefactor voor elk van de terugkoppelsignalen (bijv. ingeval er een druksignaal wordt gebruikt om de stroming in een LBK aan te geven of voor conversie van druk naar temperatuur in een compressortoepassing); rekeneenheid voor referentie en terugkoppeling (bijv. Pa, kPa, m Wg, in Wg, bar, m3/s, m3/u, °C, °F, enz.); de functie (bijv. som, verschil, gemiddelde, minimum of maximum) die wordt gebruikt om de totale terugkoppeling voor eenzonetoepassingen of de regelfilosofie voor multizonetoepassingen te berekenen; programmering van instelpunt(en) en handmatige of automatische afstelling van de PI(D)-terugkoppeling.
kunnen worden gebruikt om externe actuatoren (bijv. afsluiter voor gekoeld water om de toevoertemperatuur in een VAV-systeem te handhaven) te besturen, waaronder: rekeneenheid voor de referentie en terugkop­peling van elke regelaar (bijv. °C, °F enz.); bepaling van het bereik van de referentie/het instelpunt voor elke regelaar; bepaling van de bron voor de referenties/instelpunten en terugkoppelsignalen (bijv. een van analoge ingangen of de GBS HLI); programmering van het instelpunt en handmatige of automatische afstellingen van elk van de PI(D)-regelaars.
waaronder: detectie van situaties zonder stroming en bescherming van pompen (inclusief de automatische setup van deze functie); drogepompbeveiliging; einde-curvedetectie en -bescherming van pompen; slaapstand (met name nuttig voor combinaties van koeltoren en boosterpomp); defecte-banddetectie (met name gebruikt bij ventilatortoepassingen voor detectie van geen luchtstroming in plaats van een p-schakelaar die over de ventilator wordt geplaatst); beveiliging korte cyclus voor compressoren en pompstromingcompensatie van het instelpunt (met name nuttig voor toepassingen met secundaire pompen voor gekoeld water, waarbij de ∆p- sensor dicht bij de pomp is geplaatst en niet over de verste, belangrijkste belasting(en) in het systeem; het gebruik van deze functie kan het installeren van de sensor overbodig maken en helpen om een maximale energiebesparing te realiseren.)
basis van de ingebouwde realtimeklok (bijv. wijziging van het instelpunt voor de nachtstand of het starten/ stoppen van de pomp/ventilator/compressor of externe apparatuur); functies voor preventief onderhoud op basis van tijdsintervallen met betrekking tot het aantal draai- of bedrijfsuren of specifieke dagen en tijden; energielog (met name nuttig in gemodificeerde toepassingen of in gevallen waarbij informatie over de werkelijke historische belasting (kW) op de pomp/ventilator/compressor gewenst is); trending (met name nuttig in gemodificeerde en andere systemen waarbij het interessant is om vermogen, stroom, frequentie of snelheid van de pomp/ventilator/compressor tijdens bedrijf te registreren voor analyse en een terugbetalings­teller).
deze in het systeem zijn opgenomen.
voor combinaties met een boosterpomp).
analoge ingangen (bijv. spanning, Pt1000 of Ni1000) en functiebepaling en schaling van de analoge uitgangen.
- Begrenzing/bewaking perstemperatuur
- Dag/nachtinstellingen
- P0-optimalisatie
- Inspuitregeling
®
Drive Bedieningshandleiding
Parameterbeschrijvingen en -keuzes worden op het display van het grafische (GLCP) of numerieke (NLCP) bedieningspaneel weergegeven. (Zie de betreffende sectie voor meer informatie.) U kunt toegang krijgen tot de parameters door op de [Quick Menu]-toets of de [Main Menu]-toets op het bedieningspaneel te drukken. Het snelmenu wordt voornamelijk gebruikt om de eenheid de eerste keer bedrijfsklaar te maken door programmering van de parameters die nodig zijn om de eenheid op te starten. Het hoofdmenu biedt toegang tot alle parameters om de eenheid voor een specifieke toepassing te programmeren.
Alle digitale en analoge in- en uitgangsklemmen zijn multifunctioneel. Alle klemmen zijn in de fabriek standaard ingesteld op functies die geschikt zijn voor de meeste ADAP-KOOL-toepassingen. Als er echter andere specifieke functies nodig zijn, moeten deze worden geprogrammeerd via parametergroep 5 of 6.
58 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
De frequentieomvormer progr...
7
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
7.1.2 Modus Snelmenu
Parametergegevens Het grafische display (GLCP) biedt toegang tot alle parameters die worden vermeld onder het Snelmenu. Volg onderstaande procedure om parameterinstellingen in te voeren of te wijzigen met behulp van de [Quick Menu]-toets.
1. Druk op de [Quick Menu]-toets.
2.
Gebruik de toetsen [
3. Druk op [OK].
4.
Gebruik de toetsen [
5. Druk op [OK].
6.
Gebruik de toetsen [
7. Het gemarkeerde gebied geeft aan welk cijfer is geselecteerd voor wijziging.
8. Druk op de toets [Cancel] om de wijziging ongedaan te maken of druk op de toets [OK] om de wijziging te bevestigen en de nieuwe instelling op te slaan.
] en [▼] om naar de te wijzigen parameter te gaan.
] en [▼] om de juiste parameterinstelling te selecteren.
] en [▶] om naar een ander cijfer binnen de parameterinstelling te gaan.
Voorbeeld van het wijzigen van een parameterinstelling Stel dat par. 22-60 Functie Defecte band is ingesteld op Uit. U wilt de bewakingsfunctie voor de ventilatorband – wel of niet defect – echter inschakelen. Volg hiervoor onderstaande procedure:
1. Druk op de [Quick Menu]-toets.
2.
Selecteer Functiesetups met behulp van de toets [
3. Druk op [OK].
4.
Selecteer Toepassingsinst. met behulp van de toets [
5. Druk op [OK].
6. Druk opnieuw op [OK] om Vent. functies te selecteren.
7. Selecteer Functie Defecte band door op [OK] te drukken.
8.
Gebruik de toets [
De frequentieomvormer zal nu uitschakelen (trip) wanneer een defecte ventilatorband wordt gedetecteerd.
Selecteer Persoonlijk menu om alleen de parameters weer te geven die eerder zijn geselecteerd en geprogrammeerd als persoonlijke parameters. De OEM van de luchtbehandelingskast (LBK) of pomp kan deze parameters bijvoorbeeld bij de inbedrijfstelling in de fabriek al hebben geprogrammeerd in het Persoonlijk menu om de inbedrijfstelling/fijnafstelling ter plaatse eenvoudiger te maken. Deze parameters zijn ingesteld via par. 0-25 Persoonlijk menu. Er kunnen maximaal 20 parameters worden geprogrammeerd via dit menu.
Als par. 5-12 Klem 27 digitale ingang is ingesteld op Niet in bedrijf is voor klem 27 geen aansluiting naar +24 V nodig om starten mogelijk te maken. Als par. 5-12 Klem 27 digitale ingang is ingesteld op Vrijloop geïnv. (standaardinstelling) is een aansluiting naar +24 V nodig om starten mogelijk te maken.
] om [2] Uitsch. te selecteren en druk op [OK] om de nieuwe instelling te bevestigen.
].
].
7
Selecteer Gemaakte wijz. voor informatie over:
de laatste 10 wijzigingen. Gebruik de navigatietoetsen omhoog/omlaag om door de laatste 10 gewijzigde
parameters te schuiven.
de instellingen die zijn gewijzigd ten opzichte van de fabrieksinstellingen.
Selecteer Logdata voor informatie over de uitlezingen in de displayregel. De informatie wordt als grafiek weergegeven. Het is alleen mogelijk om de ingestelde displayparameters in par. 0-20 en 0-24 te bekijken. Er kunnen maximaal 120 voorbeelden in het geheugen worden opgeslagen voor later gebruik.
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 59
De frequentieomvormer progr...
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
7
Efficiënte parametersetup voor ADAP-KOOL-toepassingen Via [Quick Menu] kunnen de parameters voor de meeste ADAP-KOOL-toepassingen op eenvoudige wijze worden ingesteld. Als u op [Quick Menu] drukt, worden de diverse functies van het snelmenu weergegeven. Zie ook afbeelding 6.1 hieronder en tabel Q3-1 tot Q3-4 in onderstaande sectie Functiesetups.
Voorbeeld van het gebruik van de optie Snelle setup Stel dat u de uitlooptijd wilt instellen op 100 seconden.
1. Selecteer Snelle setup. De eerste parameter van de snelle setup, par. 0-01 Taal, wordt weergegeven.
2.
Gebruik de toets [
] om par. 3-42 Ramp 1
uitlooptijd (met standaardwaarde 20 s) te selecteren.
3. Druk op [OK].
4.
Gebruik de toets [
] om het derde teken voor de
komma te markeren.
5.
Wijzig '0' in '1' met behulp van de toets [
6.
Gebruik de toets [
7.
Wijzig '2' in '0' met behulp van de toets [
] om het cijfer '2' te markeren.
].
].
8. Druk op [OK].
De nieuwe uitlooptijd is nu ingesteld op 100 seconden. Het wordt aangeraden om de setup in de aangegeven volgorde uit te voeren.
NB
Een volledige beschrijving van de functie vindt u in de betreffende parametersecties van deze handleiding.
De optie Snelle setup geeft toegang tot de 13 belang­rijkste parameters voor de setup van de omvormer. Na het programmeren zal de omvormer in de meeste gevallen klaar voor gebruik zijn. De 13* parameters van de Snelle setup worden in onderstaande tabel vermeld. Een volledige beschrijving van de functie vindt u in de betreffende parametersecties van deze handleiding. De weergave op het display hangt af van de geselecteerde waarde in parameter 0-02 en 0-03. De standaardinstelling van parameter 0-02 en 0-03 hangt af van de geografische regio waarin de frequentieomvormer is geleverd, maar deze kan indien nodig worden gewijzigd.
Par. Aanduiding [Eenh] 0-01 Taal 1-03 Koppelkarakteristiek 1-20 Motorverm. [kW] 1-21 Motorverm.* [pk] 1-22 Motorspanning [V] 1-23 Motorfrequentie [Hz] 1-24 Motorstroom [A] 1-25 Nom. motorsnelheid [tpm] 1-39 Motorpolen 4-12 Motorsnelh. lage begr.* [Hz] 4-14 Motorsnelh. hoge begr.* [Hz] 3-02 Minimumreferentie 3-03 Max. referentie 3-41 Ramp 1 aanlooptijd [s] 3-42 Ramp 1 uitlooptijd [s] 3-13 Referentieplaats 5-10 Klem 18 digitale ingang 1-29 Autom. aanpassing motorgeg. (AMA)
Tabel 7.2 Parameters Snelle setup
Afbeelding 7.1 Overzicht snelmenu
60 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
De frequentieomvormer progr...
7
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
0-01 Taal
Option: Functie:
Bepaalt welke taal wordt gebruikt op het display. De frequentieomvormer kan worden geleverd met 4 verschillende taalpakketten. Engels en Duits zijn opgenomen in alle pakketten. Engels kan niet worden gewist of gewijzigd.
*
Engels Opgenomen in taalpakket 1-4
[0] [1] Duits Opgenomen in taalpakket 1-4 [2] Frans Opgenomen in taalpakket 1 [4] Spaans Opgenomen in taalpakket 1 [5] Italiaans Opgenomen in taalpakket 1 [7] Nederlands Opgenomen in taalpakket 1
1-03 Koppelkarakteristiek
Option: Functie:
[0]*CompressorCTVoor een snelheidsregeling voor schroef- en
scrollcompressoren. Levert een spanning die is geoptimaliseerd voor een motorbelasting met een constante koppelkarakteristiek voor het gehele bereik vanaf 15 Hz.
[1] CondensorVTVoor een snelheidsregeling voor centrifugaal-
pompen en ventilatoren. Moet ook worden gebruikt voor het regelen van meerdere motoren vanaf dezelfde frequentieomvormer (bijv. meerdere condensventilatoren of koelto­renventilatoren). Levert een spanning die is geoptimaliseerd voor motorbelastingen met een kwadratisch verlopende koppelkarakte­ristiek.
[2] Compressor
AEO CT
Autom. energieoptimalisatie compressor. Voor een optimale, energiezuinige snelheidsregeling voor schroef- en zuigercompressoren. Levert een spanning die is geoptimaliseerd voor een motorbelasting met een constante koppelka­rakteristiek in het totale bereik vanaf 15 Hz, maar de AEO-functie zal bovendien de spanning nauwkeurig aanpassen aan de huidige belastingscondities, waardoor het energieverbruik en de hoorbare ruis van de motor zullen afnemen. Om een optimale werking te verkrijgen, moet de arbeidsfactor cos phi juist worden ingesteld. Deze waarde wordt ingesteld in par. 14-43 Cosphi motor. De parameter heeft een standaardinstelling die automatisch wordt aangepast wanneer de motorgegevens worden geprogrammeerd. Deze instelling zal in de meeste gevallen zorgen voor een optimale motorspanning, maar als de arbeidsfactor cos phi nauwkeuriger moet worden ingesteld, kan een AMA worden uitgevoerd via par. 1-29 Autom. aanpassing motorgeg. (AMA). Het is zelden nodig om de parameter voor de arbeidsfactor voor de motor handmatig in te stellen.
1-03 Koppelkarakteristiek
Option: Functie:
[3] 1 ventilator/
pomp AEO VT
Autom. energieoptimalisatie VT. Voor een optimale, energiezuinige snelheidsregeling voor centrifugaalpompen en ventilatoren. Levert een spanning die is geoptimaliseerd voor motorbelastingen met een kwadratisch verlopende koppelkarakteristiek, maar de AEO­functie zal bovendien de spanning nauwkeurig aanpassen aan de huidige belastingscondities, waardoor het energie­verbruik en de hoorbare ruis van de motor zullen afnemen. Om een optimale werking te verkrijgen, moet de arbeidsfactor cos phi juist worden ingesteld. Deze waarde wordt ingesteld in par. 14-43 Cosphi motor. De parameter heeft een standaardinstelling die automatisch wordt aangepast wanneer de motorgegevens worden geprogrammeerd. Deze instelling zal in de meeste gevallen zorgen voor een optimale motorspanning, maar als de arbeidsfactor cos phi nauwkeuriger moet worden ingesteld, kan een AMA worden uitgevoerd via par. 1-29 Autom. aanpassing motorgeg. (AMA). Het is zelden nodig om de parameter voor de arbeidsfactor voor de motor handmatig in te stellen.
1-20 Motorverm. [kW]
Range: Functie:
Application dependent* [Application dependant]
1-21 Motorverm. [PK]
Range: Functie:
Application dependent* [Application dependant]
1-22 Motorspanning
Range: Functie:
Application dependent* [Application dependant]
1-23 Motorfrequentie
Range: Functie:
Application dependent
[20 -
*
1000 Hz]
Stel de motorfrequentie in op basis van de gegevens van het motortypeplaatje. Voor 87 Hz-bedrijf met 230/400 V­motoren zet u de gegevens van het motortypeplaatje in voor 230 V/50 Hz. Stel 4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] en 3-03 Max. referentie in voor de 87 Hz-toepassing.
7
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 61
De frequentieomvormer progr...
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
7
NB
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
1-24 Motorstroom
Range: Functie:
Application dependent* [Application dependant]
NB
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
1-25 Nom. motorsnelheid
Range: Functie:
Application dependent
*
[100 ­60000 RPM]
Voer de nominale motorsnelheid in overeenkomstig de gegevens van het motortypeplaatje. Deze gegevens worden gebruikt voor de berekening van motorcompen­saties.
NB
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
1-39 Motorpolen
Range: Functie:
Application dependent
4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz]
Range: Functie:
Application dependent* [Application dependant]
4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz]
Range: Functie:
Application dependent* [Application dependant]
[2 -
Stel het aantal motorpolen in.
100
*
Polen ~nn bij 50 Hz ~nn bij 60 Hz
N/A]
2 2700 - 2880 3250 - 3460 4 1350 - 1450 1625 - 1730 6 700 - 960 840 - 1153
De tabel geeft het aantal polen weer voor normale snelheidsbereiken voor verschillende typen motoren. Motoren die voor andere frequenties zijn ontworpen, moeten afzonderlijk worden gedefinieerd. De waarde voor de motorpolen is altijd een even getal, omdat het verwijst naar het totale aantal polen en niet naar het aantal paren. De frequentieomvormer stelt 1-39 Motorpolen in eerste instantie in op basis van 1-23 Motorfrequentie en 1-25 Nom. motorsnelheid. Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
NB
De maximale uitgangsfrequentie mag niet hoger zijn dan 10% van de schakelfrequentie van de omvormer (14-01 Schakelfrequentie).
3-02 Minimumreferentie
Range: Functie:
Application dependent* [Application dependant]
3-03 Max. referentie
Range: Functie:
Application dependent* [Application dependant]
3-41 Ramp 1 aanlooptijd
Range: Functie:
Application dependent* [Application dependant]
3-42 Ramp 1 uitlooptijd
Range: Functie:
Application dependent* [Application dependant]
5-10 Klem 18 digitale ingang
Option: Functie:
[0] Niet in bedrijf Geen reactie op signalen die naar de
klem worden gestuurd.
[1] Reset Reset de frequentieomvormer na een
uitschakeling/alarm. Niet elk alarm kan gereset worden.
[2] Vrijloop geïnv. Laat de motor vrijlopen. Logisch '0'
=> vrijloop na stop. (Standaard digitale klem 27): vrijloop na stop, geïnverteerde ingang (NC).
[3] Vrijloop & reset inv Reset en vrijloop na stop, ingang
geïnverteerd (NC). Laat de motor vrijlopen en voert vervolgens een reset van de frequen­tieomvormer uit. Logisch '0' => vrijloop na stop en reset.
[5] DC-rem geïnv. Ingang geïnverteerd voor DC-rem
(NC). Stopt de motor door gedurende een bepaalde tijd gelijkstroom toe te voeren. Zie 2-01 DC-remstroom tot 2-03 Inschakelsnelh. DC-rem [tpm]. Deze functie is alleen actief wanneer de waarde in 2-02 DC-remtijd niet 0 is. Logisch '0' => DC-remmen.
[6] Stop geïnv. Geïnverteerde stopfunctie. Genereert
een stopfunctie wanneer de geselec­teerde klem van logisch '1' naar '0' gaat. De stop wordt uitgevoerd op basis van de geselecteerde uitlooptijd
3-42 Ramp 1 uitlooptijd, 3-52 Ramp 2 uitlooptijd (par. 3-62, 3-72).
62 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
De frequentieomvormer progr...
7
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
5-10 Klem 18 digitale ingang
Option: Functie:
NB
Wanneer de frequentieomvormer de koppelbegrenzing heeft bereikt en een stopcommando heeft ontvangen, zal hij mogelijk niet vanzelf stoppen. Om ervoor te zorgen dat de frequentieom­vormer stopt, moet een digitale uitgang worden ingesteld op Koppelbegr. & stop [27] en moet deze digitale uitgang worden aangesloten op een digitale ingang die als vrijloop is ingesteld.
[7] Ext. vergrendeling Dezelfde functie als Vrijloop, geïnv.
maar Ext. vergrendeling genereert de alarmmelding 'externe storing' op het display wanneer de geprogram­meerde klem voor Vrijloop, geïnv. logisch '0' is. De alarmmelding wordt ook actief via digitale uitgangen en relaisuitgangen als deze voor Ext. vergrendeling zijn geprogrammeerd. Het alarm kan worden gereset via een digitale ingang of de [Reset]-toets als de oorzaak voor de externe vergren­deling is weggenomen. In 22-00 Ext. vergrendel.vertr. Ext. vergrendel.vertr. kan een vertragingstijd worden geprogrammeerd. Nadat een signaal op de ingang wordt toegepast, zal bovenstaande actie worden vertraagd met de ingestelde tijd in 22-00 Ext. vergrendel.vertr..
*
Start Selecteer start voor een start/
[8]
stopcommando. Logisch '1' = start, logisch '0' = stop. (Standaard voor digitale ingang 18)
[9] Pulsstart De motor start als gedurende
minstens 2 ms een puls wordt gegeven. De motor stopt na activering van Stop geïnv.
[10] Omkeren Wijzigt de draairichting van de
motoras. Logisch '1' leidt tot omkeren. Het omkeersignaal wijzigt alleen de draairichting. Het activeert de startfunctie niet. Selecteer Bidirec­tioneel in 4-10 Draairichting motor. (Standaard voor digitale ingang 19)
[11] Start omgekeerd Gebruikt voor start/stop en voor
omkeren via dezelfde draad. Gelijk­tijdige startsignalen zijn niet toegestaan.
5-10 Klem 18 digitale ingang
Option: Functie:
[14] Jog Gebruikt om de jogsnelheid in te
schakelen. Zie 3-11 Jog-snelh. [Hz]. (Standaard voor digitale ingang 29)
[15] Digitale ref. aan Gebruikt om te schakelen tussen
externe referentie en digitale referentie. Hiervoor moet Extern/
digitaal [1] echter zijn geselecteerd in 3-04 Referentiefunctie. Logisch '0' =
externe referentie actief; logisch '1' = een van de acht digitale referenties actief.
[16] Ingest. ref. bit 0 Maakt het mogelijk om een van de
acht vooraf ingestelde referenties te selecteren overeenkomstig onderstaande tabel.
[17] Ingest. ref. bit 1 Maakt het mogelijk om een van de
acht vooraf ingestelde referenties te selecteren overeenkomstig onderstaande tabel.
[18] Ingest. ref. bit 2 Maakt het mogelijk om een van de
acht vooraf ingestelde referenties te selecteren overeenkomstig onderstaande tabel.
Ingest. ref. bit 2 1 0 Ingest. ref. 0 0 0 0 Ingest. ref. 1 0 0 1 Ingest. ref. 2 0 1 0 Ingest. ref. 3 0 1 1 Ingest. ref. 4 1 0 0 Ingest. ref. 5 1 0 1 Ingest. ref. 6 1 1 0 Ingest. ref. 7 1 1 1
[19] Ref. vasthouden Houdt de huidige referentie vast. De
vastgehouden referentie is nu het punt van inschakelen/de voorwaarde om Snelh. omh. en Snelh. omlaag te gebruiken. Als Snelh. omh./Snelh. oml. wordt gebruikt, volgt de snelheidsver­andering altijd ramp 2 (3-51 Ramp 2 aanlooptijd en 3-52 Ramp 2 uitlooptijd) in het bereik 0 – 3-03 Max. referentie. (Zie par. 20-14 Max. referentie/terugk. voor een interne regeling).
[20] Uitgang vasth. Houdt de huidige motorfrequentie (in
Hz) vast. De vastgehouden motorfre­quentie is nu het inschakelpunt/de voorwaarde voor het gebruik van Snelh. omh. en Snelh. omlaag. Als Snelh. omh./Snelh. oml. wordt gebruikt, volgt de snelheidsveran­dering altijd ramp 2 (3-51 Ramp 2 aanlooptijd en 3-52 Ramp 2 uitlooptijd) in het bereik 0 – 1-23 Motorfrequentie.
7
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 63
De frequentieomvormer progr...
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
7
5-10 Klem 18 digitale ingang
Option: Functie:
NB
Als Uitgang vasth. actief is, kan de frequentieomvormer niet gestopt worden via een laag 'start [13]'-signaal. De frequentieom­vormer wordt gestopt via een klem die ingesteld is op Vrijloop geïnv. [2] of Vrijloop & reset inv [3].
[21] Snelh. omh. Voor digitale besturing voor het
verhogen/verlagen van de snelheid (motorpotentiometer). Selecteer Ref. vasthouden of Uitgang vasth. om deze functie te activeren. Als Snelh. omh. wordt geactiveerd voor minder dan 400 ms, wordt de totale referentie verhoogd met 0,1%. Als Snelh. omh. wordt geactiveerd voor meer dan 400 ms, zal de totale referentie uitlopen op basis van Ramp
1 in 3-41 Ramp 1 aanlooptijd. [22] Snelh. omlaag Vergelijkbaar met Snelh. omh. [21]. [23] Setupselectie bit 0 Selecteert een van de vier setups. Stel
par. 0-10 in op Multi setup. [24] Setupselectie bit 1 Vergelijkbaar met Setupselectie bit 0
[23].
(Standaard voor digitale ingang 32) [34] Ramp bit 0 Selecteer welke ingang moet worden
gebruikt. Logisch '0' selecteert ramp
1, terwijl logisch '1' ramp 2 selecteert. [36] Netstoring geïnv. Activeert de ingestelde functie in
14-10 Netstoring. Netstoring is actief
in een logische '0'-situatie. [39] Dag/nachtregeling [52] Startvoorwaarde De ingangsklem waarvoor Startvoor-
waarde is geprogrammeerd, moet
logisch '1' zijn om een
startcommando te kunnen
accepteren. Startvoorwaarde heeft
een logische 'AND'-functie die
gerelateerd is aan de klem die is
geprogrammeerd voor Start [8], Jog
[14] of Uitgang vasth. [20], wat
betekent dat aan beide voorwaarden
moet zijn voldaan voordat de motor
kan worden gestart. Als Startvoor-
waarde is geprogrammeerd op
meerdere klemmen, mag Startvoor-
waarde slechts op een van de
klemmen logisch '1' zijn; anders wordt
de functie niet uitgevoerd. Het
digitale uitgangssignaal voor
Startverzoek (Start [8], Jog [14] of
Uitgang vasth. [20]) dat is
5-10 Klem 18 digitale ingang
Option: Functie:
geprogrammeerd in par. 5-3* of 5-4* zal niet worden beïnvloed door Startvoorwaarde.
[53] Handmatige start Als dit signaal wordt toegepast, zal de
frequentieomvormer in de handmodus worden gezet alsof de [Hand on]-toets op het LCP werd ingedrukt. Hierbij zal een normaal stopcommando worden genegeerd. Als het signaal wordt weggenomen, zal de motor stoppen. Om een ander startcommando geldig te maken, moet een andere digitale ingang worden toegewezen aan Autostart en moet hierop een signaal worden toegepast. De toetsen [Hand on] en [Auto on] op het LCP hebben geen invloed. Met de [Off]-toets op het LCP worden Handmatige start en Autostart onderdrukt. Druk op de toets [Hand on] of [Auto on] om Handmatige start en Autostart weer te activeren. Als noch op Handmatige start noch op Autostart een signaal wordt toegepast, zal de motor stoppen ongeacht eventuele normale startcommando's die worden gegeven. Als op zowel als Handmatige start als Autostart een signaal wordt toegepast, zal de functie Autostart zijn. Als op de [Off]­toets op het LCP wordt gedrukt, zal de motor stoppen, ongeacht eventuele signalen op Handmatige start en Autostart.
[54] Autostart Een toegepast signaal zal de frequen-
tieomvormer in de automodus worden gezet alsof de [Auto on]-toets op het LCP werd ingedrukt. Zie ook Handmatige start [53].
[55] DigiPot verhogen Gebruikt de ingang als een
VERHOOG-signaal naar de digitale­potentiometerfunctie die wordt beschreven in parametergroep 3-9*.
[56] DigiPot verlagen Gebruikt de ingang als een VERLAAG-
signaal naar de digitale­potentiometerfunctie die wordt beschreven in parametergroep 3-9*.
[57] DigiPot wissen Gebruikt de ingang om de digitale-
potentiometerreferentie die wordt beschreven in parametergroep 3-9*, te WISSEN.
[62] Reset Teller A Ingang om teller A te resetten.
64 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
De frequentieomvormer progr...
7
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
5-10 Klem 18 digitale ingang
Option: Functie:
[63] Teller B (omhoog) (Alleen voor klem 29 en 33) Ingang
om de telling in de SLC-teller
stapsgewijs te verhogen. [65] Reset Teller B Ingang om teller B te resetten. [66] Slaapstand Dwingt de frequentieomvormer om in
de Slaapstand te gaan (zie par. 22-4*). [78] Reset prev.
onderhoudswoord
[120] Start hoofdpomp Start/stopt de hoofdpomp (bestuurd
[130] Comp. 1 Interlock Het ingangssignaal moet laag zijn
[131] Comp. 2 Interlock Het ingangssignaal moet laag zijn
[132] Comp. 3 Interlock Het ingangssignaal moet laag zijn
[139] Comp. 1 omgek.
interlock
[140] Comp. 2 omgek.
interlock
[141] Comp. 3 omgek.
interlock
Zet alle waarden in
16-96 Onderhoudswoord terug naar 0.
door de AKD 102).
voordat de AKD 102 compressor 1
kan starten.
voordat de AKD 102 compressor 2
kan starten.
voordat de AKD 102 compressor 3
kan starten.
Het ingangssignaal moet hoog zijn
voordat de AKD 102 compressor 1
kan starten.
Het ingangssignaal moet hoog zijn
voordat de AKD 102 compressor 2
kan starten.
Het ingangssignaal moet hoog zijn
voordat de AKD 102 compressor 3
kan starten.
voltooien' weergeven. Na het indrukken van de [OK]-toets is de frequentieomvormer gereed voor bedrijf.
NB:
Voor de beste aanpassing van de frequentieom-
vormer wordt aanbevolen AMA uit te voeren met een koude motor.
AMA kan niet worden uitgevoerd terwijl de motor
loopt.
NB
Het is belangrijk om de motorparameters in 1-2* Motordata juist in te stellen, aangezien deze deel uitmaken van het AMA-algoritme. Een AMA moet worden uitgevoerd om te zorgen voor optimale dynamische motorprestaties. Dit kan tot 10 minuten duren, afhankelijk van het nominale motorvermogen.
NB
Voorkom dat tijdens AMA een extern koppel wordt gegenereerd.
NB
Als een van de instellingen in par. 1-2* Motordata wordt gewijzigd, worden de geavanceerde motorparameters 1-30 Statorweerstand (Rs) tot 1-39 Motorpolen teruggezet naar de standaardinstelling. Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
7
1-29 Autom. aanpassing motorgeg. (AMA)
Option: Functie:
De AMA-functie optimaliseert de dynamische motorprestaties door een automatische optimalisatie van de geavanceerde motorpa­rameters (1-30 Statorweerstand (Rs) tot 1-35 Hoofdreactantie (Xh)) terwijl de motor stationair loopt.
*
Uit Geen functie
[0]
[1] Volledige
AMA insch.
[2] Beperkte
AMA insch.
Voert een AMA uit voor de statorweerstand
, de rotorweerstand Rr, de statorlekreac-
R
S
tantie X hoofdreactantie X
Hiermee wordt een beperkte AMA uitgevoerd waarbij alleen de statorweerstand R systeem wordt bepaald. Selecteer deze optie als een LC-filter wordt gebruikt tussen de frequentieomvormer en de motor.
, de rotorlekreactantie X2 en de
1
.
h
s
in het
Activeer de AMA-functie door de [Hand on]-toets in te drukken nadat u [1] of [2] hebt geselecteerd. Zie ook de sectie Automatische aanpassing motorgegevens in de Design Guide. Als de procedure normaal is verlopen, zal het display de melding 'Druk op [OK] om AMA te
NB
Een volledige AMA moet zonder filter worden uitgevoerd, terwijl een beperkte AMA moet worden uitgevoerd met filter.
Zie de sectie Toepassingsvoorbeelden > Automatische aanpassing motorgegevens in de Design Guide.
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 65
7
De frequentieomvormer progr...
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
7.1.3 Functiesetups
Functiesetups biedt een snelle en eenvoudige toegang tot alle parameters die nodig zijn voor de meeste ADAP-KOOL­toepassingen, inclusief de meeste VAV en CAV toevoer- en retourventilatoren, koeltorenventilatoren, primaire, secundaire en condensaatpompen alsmede andere pomp-, ventilator- en compressortoepassingen.
Toegang tot Functiesetups – voorbeeld De resolutie op Analoge uitgang 42 wijzigen
Afbeelding 7.7 Stap 6: Selecteer par. 6-50 Klem 42 uitgang. Druk op [OK].
Afbeelding 7.2 Stap 1: Schakel de frequentieomvormer in (gele LED gaat branden).
Afbeelding 7.3 Stap 2: Druk op de knop [Quick Menu] (snelme­nuopties worden weergegeven).
Afbeelding 7.4 Stap 3: Gebruik de navigatietoetsen omhoog/ omlaag om naar Functiesetups te schuiven. Druk op [OK].
Afbeelding 7.5 Stap 4: De Functiesetupopties worden weergegeven. Selecteer Q3-1 Alg. instellingen. Druk op [OK].
Afbeelding 7.8 Stap 7: Gebruik de navigatietoetsen omhoog/ omlaag om door de diverse opties te schuiven. Druk op [OK].
Afbeelding 7.6 Stap 5: Gebruik de navigatietoetsen omhoog/ omlaag om bijv. naar Q3-11 Analoge uitgang te schuiven. Druk op [OK].
66 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
De frequentieomvormer progr...
7
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
De parameters voor Functiesetups zijn ingedeeld in de volgende groepen:
Q3-10 Geav. Motorinstellingen Q3-11 Analoge uitgang Q3-12 Klokinstellingen Q3-13 Displayinstellingen
Q3-1 Alg. instellingen
1-90 Therm. motorbeveiliging 6-50 Klem 42 uitgang 0-70 Datum & tijd instellen 0-20 Displayregel 1.1 klein 1-93 Thermistorbron 6-51 Klem 42 uitgang min. schaal 0-71 Datumindeling 0-21 Displayregel 1.2 klein 1-29 Autom. aanpassing motorgeg. 6-52 Klem 42 uitgang max. schaal 0-72 Tijdsindeling 0-22 Displayregel 1.3 klein 14-01 Schakelfrequentie 0-74 DST/zomertijd 0-23 Displayregel 2 groot
0-76 DST/zomertijd start 0-24 Displayregel 3 groot 0-77 DST/zomertijd einde 0-37 Displaytekst 1
0-38 Displaytekst 2 0-39 Displaytekst 3
Q3-2 Inst. geen terugk. 1-00 Configuratiemodus 3-02 Minimumreferentie 3-03 Max. referentie 3-15 Referentiebron 1 6-10 Klem 53 lage spanning 6-11 Klem 53 hoge spanning 6-14 Klem 53 lage ref./terugkopp. waarde 6-15 Klem 53 hoge ref./terugkopp. waarde 3-10 Digitale referentie
Q3-3 Inst. Met terugk. 1-00 Configuratiemodus 20-00 Bron terugk. 1 20-12 Referentie/terugk.eenheid 6-20 Klem 54 lage spanning 6-21 Klem 54 hoge spanning 6-22 Klem 54 lage stroom (alleen zichtbaar als schakelaar op I staat) 6-23 Klem 54 hoge stroom (alleen zichtbaar als schakelaar op I staat) 6-24 Klem 54 lage ref./terugkopp. waarde 6-25 Klem 54 hoge ref./terugkopp. waarde 3-02 Minimumreferentie 3-03 Max referentie 20-21 Setpoint 1 20-93 PID prop. versterking 20-94 PID integratietijd 3-13 Referentieplaats
7
Compressor Condensor 1 ventilator/pomp 22-75 Beveilig. korte cyclus 22-40 Min. draaitijd 22-40 Min. draaitijd 22-76 Startinterval 22-41 Min. slaaptijd 22-41 Min. slaaptijd 22-77 Min. draaitijd 22-42 Reactiv.snelh [tpm] 22-42 Reactiv.snelh [tpm] 20-00 Bron terugk. 1 22-43 Reactiv.snelh [Hz] 22-43 Reactiv.snelh [Hz] 20-01 Conversie terugk. 1 22-44 Reactiv.ref/terugk. verschil 22-44 Reactiv.ref/terugk. verschil 20-02 Eenh. bron terugk. 1 20-00 Bron terugk. 1 20-30 Koelmedium 20-01 Conversie terugk. 1 20-40 Thermostaat/pressostaatfunctie 20-02 Eenh. bron terugk. 1 20-41 Uitsch.waarde 20-30 Koelmedium 20-42 Insch.waarde 20-40 Thermostaat/pressostaatfunctie 25-00 Compr.regelaar 20-41 Uitsch.waarde 25-06 Aantal compressoren 20-42 Insch.waarde 25-20 Neutrale zone 25-21 +zone 25-22 -zone
Q3-4 Toepassingsinst.
Zie ook de ADAP-KOOL® Drive AKD 102 Programmeerhandleiding voor een uitgebreide beschrijving van de parametergroepen onder Functiesetups.
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 67
De frequentieomvormer progr...
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
7
0-20 Displayregel 1.1 klein
Option: Functie:
Selecteer een variabele voor
weergave in regel 1, linker positie. [0] Geen Geen displaywaarde geselecteerd. [37] Displaytekst 1 Huidige stuurwoord. [38] Displaytekst 2 Hierin kan een aparte tekstreeks
worden geschreven om op het LCP
te worden weergegeven of te
worden gelezen via seriële
communicatie. [39] Displaytekst 3 Hierin kan een aparte tekstreeks
worden geschreven om op het LCP
te worden weergegeven of te
worden gelezen via seriële
communicatie. [89] Uitlezing datum en
tijd
[953] Profibus waarsch.-
wrd
[1005] Uitlez. zend-fouten-
teller
[1006] Uitlez. ontvangst-
foutenteller
[1007] Uitlez. bus-uit-teller Geef het aantal Bus-uit-gebeurte-
[1013] Waarschuwingspar. Geeft een DeviceNet-specifiek
[1115] LON-waarsch.wrd Geeft LON-specifieke waarschu-
[1117] XIF-revisie Deze parameter geeft het versie-
[1118] LonWorks-revisie Geeft de softwareversie van het
[1501] Draaiuren Geeft het aantal uren weer dat de
[1502] kWh-teller Geeft de vermogensopname van de
[1600] Stuurwoord Geeft het stuurwoord weer dat via
[1601] Referentie [Eenh.] Totale referentie (som van digitaal/
Geeft de huidige datum en tijd
weer.
Geeft Profibus-communicatiewaar-
schuwingen weer.
Geef het aantal zendfouten van de
CAN-regelaar na de laatste inscha-
keling weer.
Geef het aantal ontvangstfouten
van de CAN-regelaar na de laatste
inschakeling weer.
nissen na de laatste inschakeling
weer.
waarschuwingswoord weer. Voor
iedere waarschuwing wordt één bit
toegewezen.
wingen weer.
nummer van het externe
interfacebestand van de Neuron C-
chip op de LON-optie.
toepassingsprogramma van de
Neuron C-chip op de LON-optie.
motor heeft gedraaid.
netvoeding in kWh weer.
de seriële-communicatiepoort als
hex-code naar de frequentieom-
vormer wordt verzonden.
analoog/vooraf ingesteld/bus/
vasthouden ref./inhalen en
vertragen) in de geselecteerde
eenheid.
0-20 Displayregel 1.1 klein
Option: Functie:
[1602]*Referentie % Totale referentie (som van digitaal/
analoog/vooraf ingesteld/bus/ vasthouden ref./inhalen en
vertragen) in procenten. [1603] Statuswoord Huidige statuswoord. [1605] Vrnste huid.
waarde [%]
[1609] Standaard uitlez. Geef de door de gebruiker gedefi-
[1610] Verm. [kW] Huidige door de motor verbruikte
[1611] Verm. [pk] Huidige door de motor verbruikte
[1612] Motorspanning De spanning die naar de motor
[1613] Motorfrequentie Motorfrequentie, d.w.z. de uitgangs-
[1614] Motorstroom Fasestroom van de motor, gemeten
[1615] Frequentie [%] Motorfrequentie, d.w.z. de uitgangs-
[1616] Koppel [Nm] Huidige motorbelasting als een
[1617] Snelh. [RPM] Snelheid in tpm (aantal toeren per
[1618] Motor therm. Thermische belasting van de motor,
[1622] Koppel [%] Geeft het geproduceerde actuele
[1630] DC-aansluitsp. De spanning in de tussenkring van
[1632] Remenergie/s Het actuele remvermogen dat naar
[1633] Remenergie/2 min. Het remvermogen dat naar een
[1634] Temp. koellich. De actuele temperatuur van het
Een of meer waarschuwingen in
hex-code.
nieerde uitlezingen weer zoals
ingesteld in par. 0-30, 0-31 en 0-32.
vermogen in kW.
vermogen in pk.
wordt gevoerd.
frequentie van de
frequentieomvormer in Hz.
als effectieve waarde.
frequentie van de
frequentieomvormer in procenten.
percentage van het nominale
motorkoppel.
minuut van de motoras). De
nauwkeurigheid hangt af van de
ingestelde slipcompensatie in par.
1-62 of de terugkoppeling van de
motorsnelheid, indien aanwezig.
berekend via de ETR-functie. Zie
ook parametergroep 1-9* Motortem-
peratuur.
koppel weer als een percentage.
de frequentieomvormer.
een externe remweerstand wordt
overgebracht.
Weergegeven als momentele
waarde.
externe remweerstand wordt
overgebracht. Het gemiddelde
vermogen wordt voortdurend
berekend voor de laatste 120
seconden.
koellichaam van de frequentieom-
68 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
De frequentieomvormer progr...
7
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
0-20 Displayregel 1.1 klein
Option: Functie:
vormer. De uitschakellimiet is 95 ± 5 °C; opnieuw inschakelen vindt plaats bij 70 ± 5 °C.
[1635] Inverter therm. Belastingspercentage van de
inverters.
[1636] Inv. nom. stroom Nominale stroom van de frequentie-
omvormer.
[1637] Inv. max. stroom De maximale stroom van de
frequentieomvormer.
[1638] SL-controllerstatus Status van de gebeurtenis zoals
uitgevoerd door de regelaar. [1639] Temp. stuurkaart. Temperatuur van de stuurkaart. [1650] Externe referentie Som van de externe referenties als
een percentage, d.w.z. de som van
analoog/puls/bus. [1652] Terugk. [Eenh] Referentiewaarde van de ingestelde
digitale ingang(en). [1653] Digi Pot referentie Geeft de bijdrage van de digitale
potentiometer aan de terugkop-
peling van de actuele referentie
weer. [1654] Terugk. 1 [Eenh] Geeft de waarde van Terugkop-
peling 1 weer. Zie ook par. 20-0*. [1655] Terugk. 2 [Eenh] Geeft de waarde van Terugkop-
peling 2 weer. Zie ook par. 20-0*. [1656] Terugk. 3 [Eenh] Geeft de waarde van Terugkop-
peling 3 weer. Zie ook par. 20-0*. [1660] Dig. ingang Geeft de status van de digitale
ingangen weer. Signaal laag = 0;
signaal hoog = 1.
Zie par. 16-60 voor informatie over
de volgorde. Bit 0 is de meest
rechtse bit. [1661] Klem 53 schakel-
instell.
[1662] Anal. ingang 53 De huidige waarde van ingang 53
[1663] Klem 54 schakel-
instell.
[1664] Anal. ingang 54 Huidige waarde van ingang 54 als
[1665] Anal. uitgang 42
[mA]
[1666] Dig. uitgang [bin] De binaire waarde van alle digitale
[1667] Freq. ing. nr. 29
[Hz]
[1668] Freq. ing. nr. 33
[Hz]
De instelling van ingangsklem 53.
Stroom = 0; spanning = 1.
als referentie- of beveiligings-
waarde.
De instelling van ingangsklem 54.
Stroom = 0; spanning = 1.
referentie- of beveiligingswaarde.
De huidige waarde van uitgang 42
in mA. Gebruik par. 6-50 om de
gewenste variabele voor uitgang 42
te selecteren.
uitgangen.
Huidige waarde van de toegepaste
frequentie van klem 29 als een
pulsingang.
Huidige waarde van de toegepaste
frequentie van klem 33 als een
pulsingang.
0-20 Displayregel 1.1 klein
Option: Functie:
[1669] Pulsuitg. nr. 27 [Hz] De huidige waarde van de op klem
27 toegepaste pulsen in de digitale uitgangsmodus.
[1670] Pulsuitg. nr. 29 [Hz] De huidige waarde van de op klem
29 toegepaste pulsen in de digitale uitgangsmodus.
[1671] Relaisuitgang [bin] Geeft de instelling van alle relais
weer.
[1672] Teller A Geeft de huidige waarde van teller
A weer.
[1673] Teller B Geeft de huidige waarde van teller
B weer.
[1675] Anal. ingang
X30/11
[1676] Anal. ingang
X30/12
[1677] Anal. uitgang X30/8
[mA]
[1680] Veldbus CTW 1 Stuurwoord (CTW) afkomstig van de
[1682] Veldbus REF 1 Belangrijkste referentiewaarde
[1684] Comm. optie STW Uitgebreid statuswoord voor
[1685] FC-poort CTW 1 Stuurwoord (CTW) afkomstig van de
[1686] FC-poort REF 1 Statuswoord (STW) verzonden naar
[1690] Alarmwoord Een of meer alarmen in hex-code
[1691] Alarmwoord 2 Een of meer alarmen in hex-code
[1692] Waarsch.-wrd Een of meer waarschuwingen in
[1693] Waarsch.woord 2 Een of meer waarschuwingen in
[1694] Uitgebr. statusw. Een of meer statuscondities in hex-
[1695] Uitgebr. statusw. 2 Een of meer statuscondities in hex-
Huidige waarde van het signaal op ingang X30/11 (Algemene I/O-kaart – optioneel). Huidige waarde van het signaal op ingang X30/12 (Algemene I/O-kaart – optioneel). Huidige waarde van uitgang X30/8 (Algemene I/O-kaart – optioneel). Gebruik par. 6-60 om in te stellen welke variabele moet worden weergegeven.
Busmaster.
verstuurd met stuurwoord vanaf het seriële-communicatienetwerk, bijv. door GBS, PLC of andere mastercon­troller.
veldbuscommunicatieoptie.
Busmaster.
de Busmaster.
(gebruikt voor seriële communicatie).
(gebruikt voor seriële communicatie).
hex-code (gebruikt voor seriële communicatie).
hex-code (gebruikt voor seriële communicatie).
code (gebruikt voor seriële communicatie).
code (gebruikt voor seriële communicatie).
7
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 69
De frequentieomvormer progr...
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
7
0-20 Displayregel 1.1 klein
Option: Functie:
[1696] Onderhoudswoord De bits geven de status voor de
geprogrammeerde preventief-
onderhoudsgebeurtenissen in
parametergroep 23-1* weer. [1830] Anal. ingang X42/1 Geeft de waarde weer van het
signaal dat is toegepast op klem
X42/1 op de Analoge I/O-kaart. [1831] Anal. ingang X42/3 Geeft de waarde weer van het
signaal dat is toegepast op klem
X42/3 op de Analoge I/O-kaart. [1832] Anal. ingang X42/5 Geeft de waarde weer van het
signaal dat is toegepast op klem
X42/5 op de Analoge I/O-kaart. [1833] Anal. Uit X42/7 [V] Geeft de waarde weer van het
signaal dat is toegepast op klem
X42/7 op de Analoge I/O-kaart. [1834] Anal. Uit X42/9 [V] Geeft de waarde weer van het
signaal dat is toegepast op klem
X42/9 op de Analoge I/O-kaart. [1835] Anal. Uit X42/11 [V] Geeft de waarde weer van het
signaal dat is toegepast op klem
X42/11 op de Analoge I/O-kaart. [2117] Uitgebr ref 1 [Eenh] De waarde van de referentie voor
uitgebreide regelaar met terugkop-
peling 1. [2118] Uitgebr terugk. 1
[Eenh]
[2119] Uitgebr verm 1 [%] De waarde van het uitgangs-
[2137] Uitgebr ref 2 [Eenh] De waarde van de referentie voor
[2138] Uitgebr terugk. 2
[Eenh]
[2139] Uitgebr verm 2 [%] De waarde van het uitgangs-
[2157] Uitgebr ref 3 [Eenh] De waarde van de referentie voor
[2158] Uitgebr terugk. 3
[Eenh]
[2159] Uitgebr verm 3 [%] De waarde van het uitgangs-
[2230] Verm. geen flow Het berekende Geen flow-vermogen
[2580] Pack-status Status voor de werking van de
De waarde van het terugkoppel-
signaal voor uitgebreide regelaar
met terugkoppeling 1.
vermogen van uitgebreide regelaar
met terugkoppeling 1.
uitgebreide regelaar met terugkop-
peling 2.
De waarde van het terugkoppel-
signaal voor uitgebreide regelaar
met terugkoppeling 2.
vermogen van uitgebreide regelaar
met terugkoppeling 2.
uitgebreide regelaar met terugkop-
peling 3.
De waarde van het terugkoppel-
signaal voor uitgebreide regelaar
met terugkoppeling 3.
vermogen van uitgebreide regelaar
met terugkoppeling 3.
voor de actuele bedrijfssnelheid.
packregelaar.
0-20 Displayregel 1.1 klein
Option: Functie:
[2581] Compressorstatus Status voor de werking van elke
compressor die wordt bestuurd door de packregelaar.
0-21 Displayregel 1.2 klein
De opties zijn dezelfde als beschreven voor par. 0-20 Displayregel
1.1 klein.
Option: Functie:
Selecteer een variabele voor weergave in regel 1, middelste positie.
0-22 Displayregel 1.3 klein
De opties zijn dezelfde als beschreven voor par. 0-20 Displayregel
1.1 klein.
Option: Functie:
Selecteer een variabele voor weergave in regel 1, rechter positie.
0-23 Displayregel 2 groot
De opties zijn dezelfde als beschreven voor par. 0-20 Displayregel
1.1 klein.
Option: Functie:
Selecteer een variabele voor weergave in regel
2.
0-24 Displayregel 3 groot
De opties zijn dezelfde als beschreven voor par. 0-20 Displayregel
1.1 klein.
Option: Functie:
Selecteer een variabele voor weergave in regel
3.
0-37 Displaytekst 1
Range: Functie:
0
[0 -
In deze parameter kan een aparte tekstreeks worden
N/A
0
geschreven om op het LCP te worden weergegeven
N/A]
*
of te worden gelezen via seriële communicatie. Om de tekst permanent weer te geven, selecteert u
Displaytekst 1 in 0-20 Displayregel 1.1 klein, 0-21 Displayregel 1.2 klein, 0-22 Displayregel 1.3 klein, 0-23 Displayregel 2 groot of 0-24 Displayregel 3 groot.
Gebruik de toetsen
teken te wijzigen. Gebruik de toetsen de cursor te verplaatsen. Als een teken is gemarkeerd, kan deze worden gewijzigd. Gebruik de
toetsen wijzigen. Een teken kan worden tussengevoegd door de cursor tussen twee tekens te plaatsen en
op
en ▼ op het LCP om een teken te
of ▼ te drukken.
en ▼ op het LCP om een
en ▶ om
70 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
De frequentieomvormer progr...
7
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
0-38 Displaytekst 2
Range: Functie:
0
[0 -
In deze parameter kan een aparte tekstreeks
N/A
0
*
worden geschreven om op het LCP te worden
N/A]
weergegeven of te worden gelezen via seriële communicatie. Om de tekst permanent weer te geven, selecteert u Displaytekst 2 in 0-20 Displayregel
1.1 klein, 0-21 Displayregel 1.2 klein, 0-22 Displayregel
1.3 klein, 0-23 Displayregel 2 groot of
0-24 Displayregel 3 groot. Gebruik de toetsen
op het LCP om een teken te wijzigen. Gebruik de
toetsen een teken is gemarkeerd door de cursor kan dit teken worden gewijzigd. Een teken kan worden tussengevoegd door de cursor tussen twee tekens
te plaatsen en op
en ▶ om de cursor te verplaatsen. Als
of ▼ te drukken.
en
0-39 Displaytekst 3
Range: Functie:
0
[0 -
In deze parameter kan een aparte tekstreeks
N/A
0
*
worden geschreven om op het LCP te worden
N/A]
weergegeven of te worden gelezen via seriële communicatie. Om de tekst permanent weer te geven, selecteert u Displaytekst 3 in 0-20 Displayregel
1.1 klein,0-21 Displayregel 1.2 klein, 0-22 Displayregel
1.3 klein, 0-23 Displayregel 2 groot of
0-24 Displayregel 3 groot. Gebruik de toetsen
op het LCP om een teken te wijzigen. Gebruik de
toetsen een teken is gemarkeerd door de cursor kan dit teken worden gewijzigd. Een teken kan worden tussengevoegd door de cursor tussen twee tekens
te plaatsen en op
en ▶ om de cursor te verplaatsen. Als
of ▼ te drukken.
en
0-70 Datum en tijd
Range: Functie:
Application dependent* [Application dependant]
0-71 Datumindeling
Option: Functie:
Stelt de datumindeling in die in het LCP wordt gebruikt.
*
JJJJ-MM-DD
[0]
*
DD-MM-JJJJ
[1] [2] MM/DD/JJJJ
0-72 Tijdsindeling
Option: Functie:
Stelt de tijdsindeling in die in het LCP wordt gebruikt.
*
24 u
[0] [1] 12 u
0-74 DST/zomertijd
Option: Functie:
Selecteer hoe er moet worden omgegaan met Daylight Saving Time/zomertijd. Voor een handmatige DST/zomertijd programmeert u de begin- en einddatum in 0-76 DST/zomertijd start en 0-77 DST/zomertijd einde.
*
Uit
[0] [2] Handm
0-76 DST/zomertijd start
Range: Functie:
Application dependent* [Application dependant]
0-77 DST/zomertijd einde
Range: Functie:
Application dependent* [Application dependant]
1-00 Configuratiemodus
Option: Functie:
[0]*Geen
terugk.
[3] Met
terugkop­peling
De motorsnelheid wordt bepaald door toepassing van een snelheidsreferentie of door de gewenste motorsnelheid in te stellen in de handmodus. Externe regeling wordt ook gebruikt als de frequentieomvormer deel uitmaakt van een systeem met terugkoppeling op basis van een externe PID-regelaar die een snelheidsreferen­tiesignaal als uitgang geeft. De motorsnelheid wordt bepaald door een referentie van de ingebouwde PID-regelaar waardoor de motorsnelheid variabel is als onderdeel van een regelproces met terugkop­peling (bijv. constante druk of flow). De PID­regelaar moet worden geconfigureerd in parametergroep 20-** Omvormer met terugkoppeling of via menuoptie Functiesetups na het indrukken van de [Quick Menu]-toets.
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
NB
Bij een regeling met terugkoppeling zullen de commando's Omkeren en Start omgekeerd de draairichting van de motor niet wijzigen.
1-90 Therm. motorbeveiliging
Option: Functie:
De frequentieomvormer bepaalt de motortemperatuur voor de motorbevei­liging op twee manieren:
Via een thermistorsensor die is
verbonden met een van de
7
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 71
7
De frequentieomvormer progr...
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
1-90 Therm. motorbeveiliging
Option: Functie:
analoge of digitale ingangen (1-93 Thermistorbron).
Via een berekening (ETR =
thermo-elektronisch relais) van de thermische belasting op basis van de actuele belasting en tijd. De berekende thermische belasting wordt vergeleken met
*
Geen
[0]
bescherm.
[1] Thermistor-
waarsch.
[2] Thermisto-
ruitsch.
[3] ETR-waarsch. 1
*
ETR-uitsch. 1
[4] [5] ETR-waarsch. 2 [6] ETR-uitsch. 2 [7] ETR-waarsch. 3 [8] ETR-uitsch. 3 [9] ETR-waarsch. 4 [10] ETR-uitsch. 4
de nominale motorstroom I de nominale motorfrequentie f
. Op basis van de berekening
M,N
wordt bepaald of een lager belasting nodig is bij lagere snelheid vanwege minder koeling door de in de motor ingebouwde ventilator.
Als er bij overbelasting van de motor geen waarschuwing of een uitschakeling van de frequentieomvormer vereist is.
Genereert een waarschuwing als de aangesloten thermistor in de motor reageert vanwege een overtemperatuur van de motor.
Schakelt de frequentieomvormer uit (trip) als de aangesloten thermistor in de motor reageert vanwege een overtemperatuur van de motor.
M,N
ETR (thermo-elektronisch relais) functies 1-4 berekenen de belasting wanneer de setup waaronder ze geselecteerd zijn, actief is. ETR 3 zal bijvoorbeeld een berekening starten wanneer setup 3 is geselecteerd. Voor de Noord­Amerikaanse markt: de functies van de ETR bieden bescherming volgens klasse 20 tegen overbelasting van de motor, conform NEC.
en
NB
Danfoss raadt een voedingsspanning van 24 V DC voor de thermistor aan.
1-93 Thermistorbron
Option: Functie:
Selecteer de ingang waarop de thermistor (PTC-sensor) moet worden aangesloten. Het is niet mogelijk om een analoge ingang (optie [1] of [2]) te selecteren wanneer de analoge ingang al wordt gebruikt als referentiebron (ingesteld in 3-15 Referentiebron 1, 3-16 Referentiebron 2 of 3-17 Referentiebron 3 ). Bij gebruik van MCB 112 moet deze parameter altijd zijn ingesteld op Geen [0].
*
Geen
[0] [1] Anal. ingang 53 [2] Anal. ingang 54 [3] Dig. ingang 18 [4] Dig. ingang 19 [5] Dig. ingang 32 [6] Dig. ingang 33
NB
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
NB
De digitale ingang moet via parameter 5-00 worden ingesteld op PNP - actief bij 24V [0].
72 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
De frequentieomvormer progr...
7
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
3-10 Ingestelde ref.
Array [8]
Range: Functie:
0.00 %
*
[-100.00 -
100.00 %]
Voer maximaal acht verschillende digitale referenties (0-7) in deze parameter in, door middel van arrayprogrammering. De digitale referentie wordt gegeven als een percentage van de waarde Ref (3-03 Max. referentie; zie 20-14 Max. referentie/terugk. voor een regeling met terugkoppeling). Wanneer gebruik wordt gemaakt van digitale referenties, moet Ingesteld ref. bit 0/1/2 [16], [17] of [18] worden geselecteerd voor de betreffende digitale ingangen in parametergroep 5-1* Dig. ingangen.
MAX
3-13 Referentieplaats
Option: Functie:
[0] *Gekoppeld
Hand/Auto
[1] Extern Gebruik de externe referentie zowel in de
[2] Lokaal Gebruik de lokale referentie zowel in de
Gebruik de lokale referentie in de handmodus en de externe referentie in de automodus.
handmodus als de automodus.
handmodus als de automodus.
NB
Wanneer de waarde Lokaal [2] is geselecteerd, zal de frequentieom­vormer deze instelling ook gebruiken wanneer de frequentieomvormer opstart na een uitschakeling.
3-15 Referentiebron 1
Option: Functie:
Stel in welke referentie-ingang moet worden gebruikt voor het eerste referentiesignaal. 3-15 Referentiebron
1, 3-16 Referentiebron 2 en 3-17 Referentiebron 3 definiëren
maximaal drie verschillende referen­tiesignalen. De som van deze referentiesignalen bepaalt de actuele referentie.
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
[0] Geen functie
*
Anal. ingang 53
[1] [2] Anal. ingang 54 [7] Pulsingang 29 [8] Pulsingang 33 [20] Dig. potmeter [21] Anal. ingang X30/11 [22] Anal. ingang X30/12 [23] Anal. ingang X42/1 [24] Anal. ingang X42/3 [25] Anal. ingang X42/5 [30] Uitgebr. met terugk. 1 [31] Uitgebr. met terugk. 2 [32] Uitgebr. met terugk. 3
7
3-13 Referentieplaats
Option: Functie:
Selecteer welke referentieplaats moet worden geactiveerd.
6-10 Klem 53 lage spanning
Range: Functie:
0.07 V* [Application dependant]
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 73
Stel de waarde voor lage spanning in. De schaalwaarde van deze analoge ingang moet overeenkomen met de lage referentie/terugkoppelwaarde die is ingesteld in 6-14 Klem 53 lage ref./ terugkopp. waarde.
De frequentieomvormer progr...
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
7
6-11 Klem 53 hoge spanning
Range: Functie:
10.00 V* [Application dependant]
Stel de waarde voor hoge spanning in. De schaalwaarde voor deze analoge ingang moet overeenkomen met de hoge referentie/terugkoppel­waarde die is ingesteld in 6-15 Klem 53 hoge ref./terugkopp. waarde.
6-14 Klem 53 lage ref./terugkopp. waarde
Range: Functie:
0.000
N/A
*
[-999999.999 -
999999.999 N/A]
Voer de schaalwaarde van de analoge ingang in die overeenkomt met de waarde voor laag vermogen/lage stroom die is ingesteld in 6-10 Klem 53
lage spanning en 6-12 Klem 53 lage stroom.
6-15 Klem 53 hoge ref./terugkopp. waarde
Range: Functie:
Application dependent
[-999999.999 -
999999.999 N/A]
*
Voer de schaalwaarde van de analoge ingang in die overeenkomt met de waarde voor hoge spanning/hoge stroom die is ingesteld in
6-11 Klem 53 hoge spanning
en 6-13 Klem 53 hoge stroom.
6-20 Klem 54 lage spanning
Range: Functie:
0.07 V* [Application
dependant]
Stel de waarde voor lage spanning in. De schaalwaarde van deze analoge ingang moet overeenkomen met de lage referentie/terugkoppelwaarde die is ingesteld in 6-24 Klem 53 lage ref./ terugkopp. waarde.
6-21 Klem 54 hoge spanning
Range: Functie:
10.00 V* [Application dependant]
Stel de waarde voor hoge spanning in. De schaalwaarde voor deze analoge ingang moet overeenkomen met de hoge referentie/terugkoppel­waarde die is ingesteld in 6-25 Klem 54 hoge ref./terugkopp. waarde.
6-22 Klem 54 lage stroom
Range: Functie:
4.00
mA
*
[Application dependant]
Stel de waarde voor lage stroom in. Dit referentiesignaal moet overeenkomen met de lage referentie/terugkoppel­waarde die is ingesteld in 6-24 Klem 53 lage ref./terugkopp. waarde. De waarde moet worden ingesteld op > 2 mA om
6-22 Klem 54 lage stroom
Range: Functie:
de Live zero time-out-functie in 6-01 Live zero time-out-functie te activeren.
6-23 Klem 54 hoge stroom
Range: Functie:
20.00 mA* [Application dependant]
Voer de hoge stroomwaarde in die overeenkomt met de hoge referentie/terugkoppelwaarde die is ingesteld in 6-25 Klem 54 hoge ref./terugkopp. waarde.
6-24 Klem 53 lage ref./terugkopp. waarde
Range: Functie:
0.000
N/A
*
[-999999.999 -
999999.999 N/A]
Voer de schaalwaarde van de analoge ingang in die overeenkomt met de waarde voor laag vermogen/lage stroom die is ingesteld in 6-20 Klem 54
lage spanning en 6-22 Klem 54 lage stroom.
6-25 Klem 54 hoge ref./terugkopp. waarde
Range: Functie:
100.000
N/A
*
[-999999.999 -
999999.999 N/A]
Voer de schaalwaarde van de analoge ingang in die overeenkomt met de waarde voor hoge spanning/hoge stroom die is ingesteld in
6-21 Klem 54 hoge spanning en 6-23 Klem 54 hoge stroom.
6-50 Klem 42 uitgang
Option: Functie:
Selecteer de functie voor klem 42 als een analoge stroomuitgang. Een motorstroom van 20 mA komt overeen met I
[0]
*
Niet in bedrijf
*
Uitg.freq. 0-100 0-100 Hz, (0-20 mA)
[100]
[101] Referentie min-
max
[102] Terugk. +-200% -200% tot +200% van 20-14 Max.
[103] Motorstr. 0-Imax 0 - Inv. max. ingangsstr. (16-37 Inv.
[104] Kopp 0-Tlim 0 - Koppel tov nom. (4-16 Koppelbe-
[105] Koppel 0-Tnom 0 - Nom. motorkoppel, (0-20 mA)
[106] Vermogen 0-Pnom 0 - Nom. motorvermogen, (0-20 mA)
Minimumreferentie - Max. referentie, (0-20 mA)
referentie/terugk., (0-20 mA)
max. stroom), (0-20 mA)
grenzing motormodus), (0-20 mA)
max
.
74 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
De frequentieomvormer progr...
7
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
6-50 Klem 42 uitgang
Option: Functie:
[107] *Snelh 0-HgBegr 0 - Motorsnelh. hoge begr.
(4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] en 4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz]), (0-20 mA)
[113] Uitgebr. met
terugk. 1
[114] Uitgebr. met
terugk. 2
[115] Uitgebr. met
terugk. 3
[130] Uitg.fr 0-100
4-20mA
[131] Referentie 4-20 mA Minimumreferentie - Max. referentie
[132] Terugk. 4-20 mA -200% tot +200% van 20-14 Max.
[133] Motorstr. 4-20mA 0 - Inv. max. ingangsstr. 16-37 Inv.
[134] Kopp 0-lim 4-20mA0 - Koppelbegrenzing (4-16 Koppel-
[135] Kopp. 0-nom
4-20mA
[136] Vermogen 4-20
mA
[137] Snelh. 4-20 mA 0 - Motorsnelh. hoge begr. (4-13 en
[139] Busbest. 0-100%, (0-20 mA)
[140] Busbest. 4-20 mA : 0 - 100%
[141] Busbest. t-o 0-100%, (0-20 mA)
[142] Busbest. 4-20mA t-o: 0 - 100%
[143] Uitgebr CL1
4-20mA
[144] Uitgebr CL2
4-20mA
[145] Uitgebr CL3
4-20mA
0-100%, (0-20 mA)
0-100%, (0-20 mA)
0-100%, (0-20 mA)
0-100 Hz
referentie/terugk.
max. stroom
begrenzing motormodus)
0 - Nom. motorkoppel
0 - Nom. motorvermogen
4-14)
: 0 - 100%
: 0 - 100%
: 0 - 100%
NB
De minimumreferentie wordt ingesteld via 3-02 Minimum-
referentie (voor een regeling zonder terugkoppeling) en 20-13 Minimumreferentie/terugk. (voor een regeling met
terugkoppeling) – de maximumreferentie wordt ingesteld via 3-03 Max. referentie (zonder terugkoppeling) en 20-14 Max. referentie/terugk. (met terugkoppeling).
6-51 Klem 42 uitgang min. schaal
Range: Functie:
Stel de waarde in als een percentage van het volledige bereik van de variabele, dat is ingesteld via 6-50 Klem 42 uitgang.
6-52 Klem 42 uitgang max. schaal
Range: Functie:
100.00
[0.00
Schaal de maximale uitgangswaarde (20 mA) van
%
-
*
het analoge signaal op klem 42.
200.00
Stel de waarde in als een percentage van het
%]
volledige bereik van de variabele, dat is ingesteld via 6-50 Klem 42 uitgang.
Via onderstaande formule is het mogelijk om een waarde lager dan 20 mA bij volledige schaling te krijgen bij programmeerwaarden > 100%:
20 mA/
i.e
gewenste maximale stroom
20
. 10mA:
mA
× 100 % = 200 %
10
mA
× 100 %
VOORBEELD 1: Gegevenswaarde = UITGANGSFREQUENTIE, bereik = 0-100 Hz Vereiste bereik voor uitgang = 0-50 Hz Een uitgangssignaal van 0 of 4 mA is vereist bij 0 Hz (0% van bereik) – stel 6-51 Klem 42 uitgang min. schaal in op 0% Een uitgangssignaal van 20 mA is vereist bij 50 Hz (50% van bereik) – stel 6-52 Klem 42 uitgang max. schaal in op 50%
7
6-51 Klem 42 uitgang min. schaal
Range: Functie:
0.00 %* [0.00 -
200.00 %]
Schaling voor de minimale uitgang (0 of 4 mA) van het analoge signaal op klem
42.
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 75
De frequentieomvormer progr...
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
7
VOORBEELD 2: Variabele = TERUGKOPPELING, bereik = -200% tot +200% Vereiste bereik voor uitgang = 0-100% Een uitgangssignaal van 0 of 4 mA is vereist bij 0% (50% van bereik) – stel 6-51 Klem 42 uitgang min. schaal in op 50% Een uitgangssignaal van 20 mA is vereist bij 100% (75% van bereik) – stel 6-52 Klem 42 uitgang max. schaal in op 75%
VOORBEELD 3: Variabele = REFERENTIE, bereik = Min. ref. - Max. ref. Vereiste bereik voor uitgang = Min. ref. (0%) - Max. ref. (100%), 0-10 mA Een uitgangssignaal van 0 of 4 mA is vereist bij Min. ref. – stel 6-51 Klem 42 uitgang min. schaal in op 0% Een uitgangssignaal van 10 mA is vereist bij Max. ref. (100% van bereik) – stel 6-52 Klem 42 uitgang max. schaal in op 200% (20 mA / 10 mA x 100% = 200%).
14-01 Schakelfrequentie
Option: Functie:
Stel de schakelfrequentie van de inverter in. Het wijzigen van de schakelfrequentie kan de akoestische ruis van de motor helpen verminderen.
14-01 Schakelfrequentie
Option: Functie:
NB
De uitgangsfrequentiewaarde van de frequentieomvormer mag nooit hoger zijn dan 1/10 van de schakelfrequentie. Pas, terwijl de motor draait, de schakelfrequentie in 14-01 Schakelfrequentie aan totdat de motor zo weinig mogelijk lawaai maakt. Zie ook 14-00 Schakelpatroon en de sectie Reductie.
[0] 1,0 kHz [1] 1,5 kHz [2] 2,0 kHz [3] 2,5 kHz [4] 3,0 kHz [5] 3,5 kHz [6] 4,0 kHz
*
5,0 kHz
[7] [8] 6,0 kHz [9] 7,0 kHz [10] 8,0 kHz [11] 10,0 kHz [12] 12,0 kHz [13] 14,0 kHz [14] 16,0 kHz
20-00 Bron terugk. 1
Option: Functie:
Er kunnen maximaal drie verschillende terugkoppelingssignaal worden gebruikt als terugkoppelings­signaal voor de PID-regelaar van de frequentieomvormer. Deze parameter bepaalt welke ingang op de frequentieomvormer moet worden gebruikt als de bron voor het eerste terugkoppelings­signaal. Anal. ingang X30/11 en Anal. ingang X30/12 hebben betrekking op de optionele Algemene I/O-kaart.
[0] Geen functie [1] Anal. ingang 53
*
Anal. ingang 54
[2] [3] Pulsingang 29 [4] Pulsingang 33 [7] Anal. ingang X30/11 [8] Anal. ingang X30/12 [9] Anal. ingang X42/1 [10] Anal. ingang X42/3 [11] Anal. ingang X42/5 [100] Busterugk. 1 [101] Busterugk. 2
76 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
De frequentieomvormer progr...
7
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
20-00 Bron terugk. 1
Option: Functie:
[102] Busterugk. 3 [104] Sensorless flow Moet met behulp van een sensorless-
specifieke plug-in worden ingesteld via de MCT 10 setup-software.
[105] Sensorless druk Moet met behulp van een sensorless-
specifieke plug-in worden ingesteld via de MCT 10 setup-software.
NB
Als een terugkoppeling niet wordt gebruikt, moet de relevante bron worden ingesteld op Geen functie [0]20-20 Terugkopp.functie bepaalt hoe de drie mogelijke terugkoppelingen zullen worden gebruikt door de PID­regelaar.
20-01 Conversie terugk. 1
Deze parameter maakt het mogelijk om een conversiefunctie toe te passen op Terugkoppeling 1.
Option: Functie:
[0] Lineair Lineair [0] heeft geen invloed op de terugkop-
peling.
[1] Vierkants-
wortel
Druk naar
[2]
temperatuur
*
20-02 Eenh. bron terugk. 1
Deze parameter bepaalt de eenheid die gebruikt wordt voor deze terugkoppelingsbron, voordat de terugkoppelingsconversie van par. 20-01 Conversie terugk. 1 toegepast wordt. Deze eenheid wordt niet gebruikt door de PID-regelaar. Hij wordt enkel gebruikt voor weergave- en bewakingsdoeleinden.
Option: Functie:
[70] mbar
*
[71] [72] Pa [73] kPa [74] m WG
Vierkantswortel [1] wordt vaak gebruikt wanneer gebruik wordt gemaakt van een druksensor om te zorgen voor terugkoppeling van de flow ( Druk naar temperatuur [2] wordt gebruikt in compressortoepassingen om te zorgen voor terugkoppeling van de temperatuur door middel van een druksensor. De temperatuur van het koelmedium wordt berekend aan de hand van de volgende formule:
Temperatuur =
waarbij A1, A2 en A3 koelmedium-specifieke constanten zijn. Het koelmedium moet worden geselecteerd in parameter 20-30. Met behulp van de parameters 20-31 tot en met 20-33 kunnen waarden voor A1, A2 en A3 worden ingesteld die niet zijn opgenomen in parameter 20-30.
bar
(
flow ∝druk
(
ln(Pe
).
)
A
2
+1)−A1
A
)
20-02 Eenh. bron terugk. 1
Deze parameter bepaalt de eenheid die gebruikt wordt voor deze terugkoppelingsbron, voordat de terugkoppelingsconversie van par. 20-01 Conversie terugk. 1 toegepast wordt. Deze eenheid wordt niet gebruikt door de PID-regelaar. Hij wordt enkel gebruikt voor weergave- en bewakingsdoeleinden.
Option: Functie:
[170] psi [171] [172] in WG [173] ft WG
lb/in
2
NB
Deze parameter is alleen beschikbaar bij gebruik van Druk naar temperatuur als terugkoppelingsconversie.
20-12 Referentie/terugk.eenheid
Deze parameter bepaalt de eenheid die wordt gebruikt voor de setpointreferentie en de terugkoppeling die door de PID-regelaar wordt gebruikt om de uitgangsfrequentie van de frequentieom­vormer te regelen.
7
Option: Functie:
[60]
*
[160] °F
°C
20-21 Setpoint 1
Range: Functie:
0.000
ProcessCtrlUnit
3
[-999999.999 -
999999.999
*
ProcessCtrlUnit]
Setpoint 1 wordt bij een regeling met terugkoppeling gebruikt om een setpointre­ferentie voor de PID-regelaar van de frequentieomvormer in te stellen. Zie de beschrijving van 20-20 Terugkopp.functie.
NB
De setpointreferentie die hier wordt ingevoerd, wordt opgeteld bij alle andere referenties die zijn ingeschakeld (zie par. groep 3-1*).
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 77
De frequentieomvormer progr...
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
7
20-30 Koelmedium
Selecteer het koelmedium dat in de compressortoepassing wordt gebruikt. Deze parameter moet juist worden ingesteld om te zorgen voor een juiste conversie van druk naar temperatuur. Selecteer Klantspec. [7] als het gebruikte koelmedium niet staat vermelde bij opties [0] tot en met [6]. Gebruik vervolgens par. 20-31, 20-32 en 20-33 om A1, A2 en A3 voor de volgende vergelijking in te stellen:
A
Temperatuur =
(
ln(Pe
2
+1)−A1
A
3
)
Option: Functie:
[0]
*
[1] R12 [2] R22 [3] R134a [4] R502 [5] R717 [6] R13 [7] R13b1 [8] R23 [9] R500 [10] R503 [11] R114 [12] R142b [14] R32 [15] R227 [16] R401A [17] R507 [18] R402A [19] R404A [20] R407C [21] R407A [22] R407B [23] R410A [24] R170 [25] R290 [26] R600 [27] R600a [28] R744 [29] R1270 [30] R417A [31] Isceon 29
R klant
20-40 Thermostaat/pressostaatfunctie
Stel in of de Thermostaat/pressostaatfunctie actief (Aan) of niet actief (Uit) moet zijn.
Option: Functie:
[0]
*
[1] Aan
Uit
20-41 Uitsch.waarde
Range: Functie:
1 bar* [-3000 - par.
20-42]
Selecteer de uitschakelwaarde in waarbij het stopsignaal wordt ingeschakeld en de compressor stopt.
20-42 Insch.waarde
Range: Functie:
3 bar* [Par. 20-41 –
3000]
Stel de inschakelwaarde in waarbij het stopsignaal wordt uitgeschakeld en de compressor start.
20-93 PID prop. versterking
Range: Functie:
0.50 N/A
*
[0.00 - 10.00 N/A]
Als (fout x versterking) sterk wijzigt met een waarde die overeenkomt met de instelling in 20-14 Max. referentie/ terugk. zal de PID-regelaar proberen om de uitgangs­snelheid aan te passen overeenkomstig de ingestelde waarde in 4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM]/ 4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz]; in de praktijk betekent dit dat hij door deze instelling wordt begrensd. De proportionele band (fout die maakt dat het uitgangs­vermogen wijzigt van 0-100%) kan worden berekend aan de hand van de volgende formule:
(
Prop. versterking
1
(
×
Max Referentie
)
)
NB
Stel de gewenste waarden voor 20-14 Max. referentie/ terugk. altijd in voordat u de waarden voor de PID-regelaar in parametergroep 20-9* instelt.
20-94 PID integratietijd
Range: Functie:
20.00
[0.01 -
s
10000.00
*
s]
In de loop der tijd levert de integrator een bijdrage aan het vermogen van de PID­regelaar zolang er een verschilt bestaat tussen de referentie/het setpoint en de terugkoppelingssignalen. De bijdrage is proportioneel met de hoogte van de afwijking. Dit zorgt ervoor dat de afwijking (fout) in de buurt van nul komt. Een snelle reactie op een afwijking wordt verkregen wanneer de integratietijd wordt ingesteld op een lage waarde. Een te lage waarde kan er echter toe leiden dat de regelaar instabiel wordt. De ingestelde waarde is de tijd die de integrator nodig heeft om dezelfde bijdrage te leveren als het proportionele deel voor een bepaalde afwijking. Wanneer de waarde wordt ingesteld op
10.000 zal de regelaar werken als een echte proportionele regelaar met een P-band die is gebaseerd op de ingestelde waarde in 20-93 PID prop. versterking. Wanneer er geen afwijking is, zal het vermogen van de propor­tionele regelaar 0 zijn.
78 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
De frequentieomvormer progr...
7
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
22-40 Min. draaitijd
Range: Functie:
10 s* [0 - 600 s] Programmeer de gewenste minimale draaitijd
voor de motor die moet verstrijken na een startcommando (digitale ingang of bus) voordat het systeem in de Slaapstand gaat.
22-41 Min. slaaptijd
Range: Functie:
10 s* [0 - 600 s] Programmeer de gewenste minimumtijd die
het systeem in de Slaapstand moet blijven. Deze functie heeft prioriteit over eventuele reactiveringscondities.
22-42 Reactiv.snelh [tpm]
Range: Functie:
Application dependent* [Application dependant]
22-43 Reactiv.snelh [Hz]
Range: Functie:
Application dependent* [Application dependant]
22-44 Reactiv.ref/terugk. verschil
Range: Functie:
10 %* [0 - 100%]Kan alleen worden gebruikt als 1-00 Configura-
tiemodus is ingesteld op Met terugk. en de ingebouwde PI-regelaar wordt gebruikt om de druk te regelen. Programmeer de drukval die is toegestaan voordat de Slaapstand wordt geannuleerd. Voer de waarde in als een percentage van het setpoint voor de druk (Pset).
NB
Als deze functie wordt gebruikt in een toepassing waarbij de ingebouwde PI-regelaar in 20-71 PID-prestaties is ingesteld op geïnverteerde werking (bijv. voor koeltoren­toepassingen), zal de druk automatisch worden verhoogd met de ingestelde waarde in 22-44 Reactiv.ref/terugk. verschil.
22-75 Beveilig. korte cyclus
Option: Functie:
[0] Uitgesch. de timer die in par. 22-76 Startinterval is ingesteld,
is uitgeschakeld.
[1] Ingesch. De timer die in par. 22-76 Startinterval is ingesteld,
is ingeschakeld.
22-76 Startinterval
Range: Functie:
300 s* [0-3600 s] Stelt in hoeveel tijd er minimaal moet
verstrijken tussen twee starts. Een normaal startcommando (Start/Jog/Vasthouden) zal worden genegeerd totdat de ingestelde tijd is verstreken.
22-77 Min. draaitijd
Range: Functie:
0 s* [Application
dependant]
Stelt de tijd in voor de gewenste minimale draaitijd na een normaal startcommando (Start/Jog/Vasthouden). Een normaal stopcommando zal worden genegeerd totdat de ingestelde tijd is verstreken. De teller zal beginnen met tellen na een normaal startcommando (Start/Jog/ Vasthouden).
De timerfunctie zal worden onderdrukt door een Vrijloopcommando (geïnverteerd) of een Extern vergrendelcommando.
NB
Werkt niet in de compressorregelaarmodus.
25-00 Pack controller
Option: Functie:
Voor de bediening van systemen met meerdere apparaten (compressoren) waarbij de capaciteit wordt aangepast aan de actuele belasting door middel van een snelheidsregeling in combinatie met het in/uitschakelen van de apparatuur. Om het eenvoudig te houden, worden alleen compressorsystemen hier beschreven.
*
Uitgesch. De packregelaar is niet actief. Alle ingebouwde
[0]
relais die zijn toegewezen aan compressor­motoren in de packfunctie zullen worden uitgeschakeld. Als een compressor met variabele snelheid rechtstreeks op de frequentieomvormer is aangesloten (niet wordt bestuurd via een ingebouwd relais), zal deze compressor worden aangestuurd als een enkelvoudig compressor­systeem.
[1] Ingesch. De packregelaar is actief en zal de compressoren
gefaseerd in- en uitschakelen op basis van de belasting op het systeem.
NB
Deze parameter kan enkel worden ingesteld op Ingesch. [1] wanneer 28-00 Beveiliging korte cyclus is ingesteld op Uitgesch. [0].
25-06 Aantal compressoren
Option: Functie:
Het aantal compressoren dat is aangesloten op de packregelaar, inclusief de compressor met variabele snelheid. Als de compressor met variabele snelheid rechtstreeks op de frequentieomvormer is aangesloten en de compressoren met vaste snelheid (secundaire compressoren) via de twee ingebouwde relais worden bestuurd,
7
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 79
De frequentieomvormer progr...
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
7
25-06 Aantal compressoren
Option: Functie:
kunnen drie compressoren worden aangestuurd. Als zowel de compressor met variabele snelheid als de compressor met vaste snelheid via ingebouwde relais moeten worden bestuurd, kunnen slechts twee compressoren worden aangesloten.
2
[0]
*
compressoren
[1] 3
compressoren
Als par. 25-05 Vaste hoofdcompressor wordt ingesteld op Nee [0]: één compressor met variabele snelheid en één compressor met vaste snelheid, waarbij beide worden bestuurd via een ingebouwd relais. Als par. 25-05 Vaste hoofdcompressor wordt ingesteld op Ja [1]: één compressor met variabele snelheid en één compressor met vaste snelheid die wordt bestuurd via een ingebouwd relais. 3 compressoren [1]: één hoofdcompressor; zie par. 25-05 Vaste hoofdcompressor. Twee compressoren met vaste snelheid die worden bestuurd via ingebouwde relais.
25-20 25-20 Neutr zone [eenh]
Range: Functie:
4,00* [0-9999,99] Stel de neutrale zone (NZ) zodanig in dat
een normale fluctuatie van de systeemdruk mogelijk is. In systemen met een pack controller wordt de gewenste systeemdruk typisch binnen een bepaalde zone gehouden en niet op een vast niveau. Dit voorkomt dat compressoren met vaste snelheid veelvuldig in- en uitschakelen. Voor het programmeren van de NZ geldt de eenheid die is geselecteerd in par. 20-12 Referentie/terugk.eenheid. Deze parameter definieert een zone onder en boven het instelpunt waarbij staging/destaging niet zal plaatsvinden. Bijvoorbeeld: wanneer het instelpunt -20 °C is en de NZ wordt ingesteld op 4 °C, wordt een zuigdruk toegestaan die overeenkomt met een temperatuurwaarde tussen -24 °C en -16 °C. Binnen deze zone zal er geen staging of destaging plaatsvinden.
25-21 +Zone [eenh]
Range: Functie:
3,00*
[0-9999,99]
Wanneer een grote en snelle verandering in de systeembelasting optreedt, zal de systeemdruk snel veranderen en is een snellere staging of destaging van een compressor met vaste snelheid nodig om aan de behoefte te kunnen voldoen. De +Zone definieert het bereik waarbinnen de vertraging voor de +zone actief is. Als de +Zone te dicht bij nul wordt ingesteld, verliest de functie zijn nut met
25-21 +Zone [eenh]
Range: Functie:
betrekking tot het voorkomen van veelvuldige staging bij kortstondige drukver­anderingen. Een te hoge waarde voor de +Zone kan leiden tot een onacceptabel hoge of lage druk in het systeem terwijl de +Zonevertragingstimer (par. 25-24) actief is. De waarde voor de +Zone kan worden geoptimaliseerd wanneer u het systeem beter leert kennen. Zie par. 25-26 ++Zonever-
traging.
Om onbedoelde staging tijdens de inbedrijf­stelling en fijnafstelling van de regelaar te vermijden, kan de +Zone in deze fase het beste op een waarde worden ingesteld die groter is dan een te verwachten drukpiek. Hiermee wordt ook meteen de onderdruk­kingsfunctie voor drukpieken uitgeschakeld. Wanneer de fijnafstelling is voltooid, moet de +Zone op de gewenste waarde worden ingesteld. Een initiële waarde van 3 °C wordt aanbevolen.
25-22 -Zone [eenh]
Range: Functie:
3,00*
[0-9999,99]
Wanneer een grote en snelle verandering in de systeembelasting optreedt, zal de systeemdruk snel veranderen en is een snellere staging of destaging van een compressor met vaste snelheid nodig om aan de behoefte te kunnen voldoen. De -Zone definieert het bereik waarbinnen de vertraging voor de -zone actief is. Als de -Zone te dicht bij nul wordt ingesteld, verliest de functie zijn nut met betrekking tot het voorkomen van veelvuldige staging bij kortstondige drukveranderingen. Een te hoge waarde voor de -Zone kan leiden tot een onacceptabel hoge of lage druk in het systeem terwijl de -Zonevertragingstimer (par. 25-25) actief is. De waarde voor de ­Zone kan worden geoptimaliseerd wanneer u het systeem beter leert kennen. Zie par. 25-27 –Zonevertraging. Om onbedoelde staging tijdens de inbedrijf­stelling en fijnafstelling van de regelaar te vermijden, kan de -Zone in deze fase het beste op een waarde worden ingesteld die groter is dan een te verwachten drukval. Hiermee wordt meteen ook de onderdruk­kingsfunctie voor drukvallen uitgeschakeld. Wanneer de fijnafstelling is voltooid, moet de
-Zone op de gewenste waarde worden ingesteld. Een initiële waarde van 3 °C wordt aanbevolen.
80 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
De frequentieomvormer progr...
7
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
7.1.4 Modus Hoofdmenu
Selecteer de modus Hoofdmenu door op de toets [Main Menu] te drukken. Afbeelding 6.2 toont de resulterende uitlezing, die op het display van het GLCP wordt weergegeven. De regels 2 tot en met 5 van het display tonen een lijst met parametergroepen die met behulp van de toetsen omhoog/omlaag kunnen worden geselecteerd.
Afbeelding 7.9 Displayvoorbeeld
Elke parameter heeft een naam en een getal die altijd hetzelfde zijn, onafhankelijk van de programmeermodus. In de modus Hoofdmenu zijn de parameters in groepen verdeeld. Het eerste cijfer van het parameternummer (vanaf links) geeft het groepsnummer van de parameter aan.
7.1.5 Parameterkeuze
In de modus Hoofdmenu zijn de parameters in groepen verdeeld. Selecteer een parametergroep met behulp van de navigatietoetsen. De volgende parametergroepen zijn beschikbaar:
Groepnr. Parametergroep: 0 Bediening/display 1Belasting & motor 2 Remmen 3Ref./Ramp. 4 Begr./waarsch. 5 Digitaal In/Uit 6 Analoog In/Uit 8 Comm. en opties 11 AKD Lon* 13 Smart Logic 14 Speciale functies 15 Geg. omvormer 16 Data-uitlezingen 18 Info & uitlez. 20 Interne regeling 21 Uitgebr. PID 22 Toepassingsfuncties 23 Tijdgebonden functies 25 Compr.regelaar 26 Analoge I/O-optie MCB 109** 28 Compressorfuncties * Alleen als MCA 107 AKLon is geïnstalleerd ** Alleen als MCB 109 is geïnstalleerd
7
Alle parameterinstellingen kunnen via het hoofdmenu worden gewijzigd. De configuratiemodus van de eenheid (par. 1-00) bepaalt welke parameters verder beschikbaar zijn voor programmering. Als u bijvoorbeeld Interne regeling selecteert, zijn aanvullende parameters voor een interne regeling beschikbaar. Als optiekaarten zijn geïnstalleerd, zijn aanvullende parameters voor deze specifieke optie beschikbaar.
Tabel 7.3 Parametergroepen
Nadat u een parametergroep hebt geselecteerd, kunt u een parameter selecteren met behulp van de navigatie­toetsen. Het middelste gedeelte van het GLCP-display toont het nummer en de naam van de parameter, evenals de geselecteerde parameterwaarde.
Afbeelding 7.10 Displayvoorbeeld
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 81
De frequentieomvormer progr...
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
7
7.1.6 Gegevens wijzigen
1. Druk op de toets [Quick Menu] of [Main Menu].
2.
Gebruik de toetsen [ tergroep te vinden die u wilt wijzigen.
3. Druk op de [OK]-toets.
4.
Gebruik de toetsen [ te vinden die u wilt wijzigen.
5. Druk op de [OK]-toets.
6.
Gebruik de toetsen [ parameterinstelling te selecteren. Met behulp van de pijltjestoetsen kunt u ook naar een cijfer binnen een getal gaan. De plaats van de cursor geeft aan welk cijfer is geselecteerd voor
wijziging. Met de toets [ en met de toets [
7. Druk op de toets [Cancel] om de wijziging ongedaan te maken of druk op de toets [OK] om de wijziging te bevestigen en de nieuwe instelling op te slaan.
] en [▼] om de parame-
] en [▼] om de parameter
] en [▼] om de juiste
] verhoogt u de waarde
] verlaagt u de waarde.
7.1.7 Een tekstwaarde wijzigen
7.1.8 Een groep numerieke gegevenswaarden wijzigen
Als de gekozen parameter een numerieke gegevenswaarde vertegenwoordigt, kunt u de gekozen gegevenswaarde wijzigen met behulp van de navigatietoetsen [] [] en [ [
]. Gebruik de navigatietoetsen ] en [] om de cursor
horizontaal te verplaatsen.
Afbeelding 7.13 Displayvoorbeeld
Gebruik de navigatietoetsen omhoog/omlaag om de gegevenswaarde te wijzigen. De toets omhoog verhoogt de waarde en de toets omlaag verlaagt de waarde. Plaats de cursor op de waarde die u wilt opslaan en druk op [OK].
]
Als de geselecteerde parameter een tekstwaarde heeft, is de tekstwaarde te wijzigen via de navigatietoetsen omhoog/omlaag. De toets omhoog verhoogt de waarde en de toets omlaag verlaagt de waarde. Plaats de cursor op de waarde die u wilt opslaan en druk op [OK].
Afbeelding 7.11 Displayvoorbeeld
Afbeelding 7.14 Displayvoorbeeld
7.1.9 Gegevenswaarde wijzigen, stapsgewijs
Bepaalde parameters zijn stapsgewijs of oneindig variabel te wijzigen. Dit geldt voor 1-20 Motorverm. [kW], 1-22 Motorspanning en 1-23 Motorfrequentie. Dit betekent dat de parameters niet alleen als een groep van numerieke gegevenswaarden maar ook als oneindig variabele numerieke gegevenswaarden kunnen worden ingesteld.
7.1.10 Geïndexeerde parameters uitlezen
en programmeren
Parameters worden geïndexeerd wanneer ze in een roterende stapel worden geplaatst. 15-30 Alarmlog: foutcode tot 15-32 Alarmlog: tijd bevatten een foutlog die kan worden uitgelezen. Selecteer een parameter, druk op [OK] en gebruik de navigatietoetsen omhoog/omlaag om door de geïndexeerde waarden te schuiven.
Gebruik 3-10 Ingestelde ref. als een ander voorbeeld:
82 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
De frequentieomvormer progr...
7
Selecteer de parameter, druk op [OK] en gebruik de navigatietoetsen omhoog/omlaag om door de geïndexeerde waarden te schuiven. Wijzig de waarde van de parameter door de geïndexeerde waarde te selecteren en op de toets [OK] te drukken. Wijzig de waarde via de toetsen omhoog/omlaag. Druk op [OK] om de nieuwe instelling op te slaan. Druk op [Cancel] om te annuleren. Druk op [Back] om de parameter te verlaten.
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
7
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 83
De frequentieomvormer progr...
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
7.2 Parameterlijst
De parameters voor de ADAP-KOOL® Drive AKD 102 zijn verdeeld in diverse parametergroepen om een eenvoudige selectie van de juiste parameters mogelijk te maken voor een optimale werking van de frequentieomvormer. De instellingen voor de meeste toepassingen kunnen worden geprogrammeerd door de [Quick Menus]-toets in te drukken en vervolgens via Snelle setup of Functiesetups de benodigde parameters te selecteren. Beschrijvingen en standaardinstellingen van parameters zijn te vinden in de sectie Parameterlijsten achter in deze handleiding.
7
0-xx Bediening/display
1-xx Belasting & motor
2-xx Remmen
3-xx Ref./Ramp.
4-xx Begr./waarsch.
5-xx Digitaal In/Uit
6-xx Analoog In/Uit
8-xx Comm. en opties
11-xx ADAP-KOOL Lon
13-xx Smart Logic
14-xx Speciale functies
15-xx Geg. omvormer
16-xx Data-uitlezingen
18-xx Info & uitlez.
20-xx Omvormer met terugkoppeling
21-xx Uitgebr met terugk.
22-xx Toepassingsfuncties
23-xx Tijdgebonden functies
24-xx Toepassingsfuncties 2
25-xx Pack controller
26-xx Anal. I/O-optie MCB 109
28-xx Compressorfuncties
84 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
De frequentieomvormer progr...
7
7.2.1 0-** Bediening/display
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
Par. nr. Parameterbeschrijving Standaardwaarde 4-set-up Wijzigen
tijdens bedrijf 0-0* Basisinstellingen 0-01 Taal [0] Engels 1 set-up TRUE - Uint8 0-02 Eenh. motortoerental [1] Hz 2 set-ups FALSE - Uint8 0-03 Regionale instellingen [0] Internationaal 2 set-ups FALSE - Uint8 0-04 Bedieningsstatus bij insch. [0] Hervatten All set-ups TRUE - Uint8 0-05 Eenh lok modus [0] Als eenh motorsnelh 2 set-ups FALSE - Uint8 0-1* Setupafhandeling 0-10 Actieve setup [1] Setup 1 1 set-up TRUE - Uint8 0-11 Setup wijzigen [9] Actieve setup All set-ups TRUE - Uint8 0-12 Setup gekoppeld aan [0] Niet gekoppeld All set-ups FALSE - Uint8 0-13 Uitlez.: Gekopp. setups 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint16 0-14 Uitlez.: prog. setups/kanaal 0 NVT All set-ups TRUE 0 Int32 0-2* LCP-display 0-20 Displayregel 1.1 klein Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE - Uint16 0-21 Displayregel 1.2 klein Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE - Uint16 0-22 Displayregel 1.3 klein Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE - Uint16 0-23 Displayregel 2 groot Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE - Uint16 0-24 Displayregel 3 groot Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE - Uint16 0-25 Persoonlijk menu Uitdrukkingslimiet 1 set-up TRUE 0 Uint16 0-3* Std uitlezing LCP 0-30 Eenheid voor uitlezing gebr. [1] % All set-ups TRUE - Uint8 0-31 Min. waarde van uitlezing klant Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -2 Int32 0-32 Max. waarde uitlezing klant 100,00 StdUitlezingEenh All set-ups TRUE -2 Int32 0-37 Displaytekst 1 0 NVT 1 set-up TRUE 0 VisStr[25] 0-38 Displaytekst 2 0 NVT 1 set-up TRUE 0 VisStr[25] 0-39 Displaytekst 3 0 NVT 1 set-up TRUE 0 VisStr[25] 0-4* LCP-toetsenbord 0-40 [Hand on]-toets op LCP [1] Ingesch. All set-ups TRUE - Uint8 0-41 [Off]-toets op LCP [1] Ingesch. All set-ups TRUE - Uint8 0-42 [Auto on]-toets op LCP [1] Ingesch. All set-ups TRUE - Uint8 0-43 [Reset]-toets op LCP [1] Ingesch. All set-ups TRUE - Uint8 0-44 [Off/Reset]-toets op LCP [1] Ingesch. All set-ups TRUE - Uint8 0-45 [Drive Bypass]-toets op LCP [1] Ingesch. All set-ups TRUE - Uint8 0-5* Kopiëren/Opsl. 0-50 LCP kopiëren [0] Geen kopie All set-ups FALSE - Uint8 0-51 Kopie setup [0] Geen kopie All set-ups FALSE - Uint8 0-6* Wachtw. 0-60 Wachtw. hoofdmenu 100 NVT 1 set-up TRUE 0 Uint16 0-61 Toegang hoofdmenu zonder wachtw. [0] Voll. toeg. 1 set-up TRUE - Uint8 0-65 Wachtw persoonlijk menu 200 NVT 1 set-up TRUE 0 Uint16 0-66 Toegang pers. menu zonder wachtw. [0] Voll. toeg. 1 set-up TRUE - Uint8 0-7* Klokinstellingen
0-70 Datum & tijd instellen Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 0 0-71 Datumindeling nul 1 set-up TRUE - Uint8 0-72 Tijdsindeling nul 1 set-up TRUE - Uint8 0-74 DST/zomertijd [0] Uit 1 set-up TRUE - Uint8
0-76 DST/zomertijd start Uitdrukkingslimiet 1 set-up TRUE 0
0-77 DST/zomertijd einde Uitdrukkingslimiet 1 set-up TRUE 0 0-79 Klokfout [0] Uitgesch. 1 set-up TRUE - Uint8 0-81 Werkdagen nul 1 set-up TRUE - Uint8
0-82 Andere werkdagen Uitdrukkingslimiet 1 set-up TRUE 0
0-83 Andere niet-werkdagen Uitdrukkingslimiet 1 set-up TRUE 0 0-89 Uitlezing datum en tijd 0 NVT All set-ups TRUE 0 VisStr[25]
Conver-
sie-index
Type
TimeOfD
ay
TimeOfD
ay
TimeOfD
ay
TimeOfD
ay
TimeOfD
ay
7
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 85
De frequentieomvormer progr...
7.2.2 1-** Belasting & motor
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
7
Par. nr. Parameterbeschrijving Standaardwaarde 4-Set-up (4-
setup) 1-0* Alg. instellingen 1-00 Configuratiemodus nul All set-ups TRUE - Uint8 1-03 Koppelkarakteristiek [0] Compressor CT All set-ups TRUE - Uint8 1-2* Motordata 1-20 Motorverm. [kW] Uitdrukkingslimiet All set-ups FALSE 1 Uint32 1-21 Motorverm. [PK] Uitdrukkingslimiet All set-ups FALSE -2 Uint32 1-22 Motorspanning Uitdrukkingslimiet All set-ups FALSE 0 Uint16 1-23 Motorfrequentie Uitdrukkingslimiet All set-ups FALSE 0 Uint16 1-24 Motorstroom Uitdrukkingslimiet All set-ups FALSE -2 Uint32 1-25 Nom. motorsnelheid Uitdrukkingslimiet All set-ups FALSE 67 Uint16 1-28 Controle draair. motor [0] Uit All set-ups FALSE - Uint8 1-29 Autom. aanpassing motorgeg. (AMA) [0] Uit All set-ups FALSE - Uint8 1-3* Geav. Motordata 1-30 Statorweerstand (Rs) Uitdrukkingslimiet All set-ups FALSE -4 Uint32 1-31 Rotorweerstand (Rr) Uitdrukkingslimiet All set-ups FALSE -4 Uint32 1-35 Hoofdreactantie (Xh) Uitdrukkingslimiet All set-ups FALSE -4 Uint32 1-36 Ijzerverliesweerstand (Rfe) Uitdrukkingslimiet All set-ups FALSE -3 Uint32 1-39 Motorpolen Uitdrukkingslimiet All set-ups FALSE 0 Uint8 1-5* Bel. onafh. inst. 1-50 Motormagnetisering bij nulsnelheid 100 % All set-ups TRUE 0 Uint16 1-51 Min. snelh. norm. magnetisering [TPM] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 67 Uint16 1-52 Min. snelh. norm. magnetisering [Hz] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -1 Uint16 1-6* Bel. afhank. inst. 1-60 Belast. comp. bij lage snelheid 100 % All set-ups TRUE 0 Int16 1-61 Belastingcomp. bij hoge snelheid 100 % All set-ups TRUE 0 Int16 1-62 Slipcompensatie 0 % All set-ups TRUE 0 Int16 1-63 Slipcompensatie tijdconstante 0,10 s All set-ups TRUE -2 Uint16 1-64 Resonantiedemping 100 % All set-ups TRUE 0 Uint16 1-65 Resonantiedemping tijdconstante 5 ms All set-ups TRUE -3 Uint8 1-7* Startaanpassingen 1-71 Startvertraging 00,0 s All set-ups TRUE -1 Uint16 1-72 Startfunctie [2] Vrijloop All set-ups TRUE - Uint8 1-73 Vlieg. start [0] Uitgesch. All set-ups FALSE - Uint8 1-74 Startsnelh.[TPM] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 67 Uint16 1-75 Startsnelh. [Hz] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -1 Uint16 1-76 Startstroom 0,00 A All set-ups TRUE -2 Uint32 1-77 Max startsnelh compressor [tpm] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 67 Uint16 1-78 Max startsnelh compressor [Hz] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -1 Uint16 1-79 Max starttijd compressor tot uitsch 5,0 s All set-ups TRUE -1 Uint8 1-8* Stopaanpassingen 1-80 Functie bij stop [0] Vrijloop All set-ups TRUE - Uint8 1-81 Min. snelh. functie bij stop [RPM] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 67 Uint16 1-82 Min. snelh. voor functie bij stop [Hz] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -1 Uint16 1-86 Min. compressorsnelh voor uitsch [tpm] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 67 Uint16 1-87 Min. compressorsnelh voor uitsch [Hz] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -1 Uint16 1-9* Motortemperatuur 1-90 Thermische motorbeveiliging [0] Geen bescherm. All set-ups TRUE - Uint8 1-91 Ext. motor-ventilator [0] Nee All set-ups TRUE - Uint16 1-93 Thermistorbron [0] Geen All set-ups TRUE - Uint8
Wijzigen
tijdens bedrijf
Conver-
sie-index
Type
86 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
De frequentieomvormer progr...
7
7.2.3 2-** Remmen
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
Par. nr. Parameterbeschrijving Standaardwaarde 4-set-up Wijzigen
tijdens bedrijf 2-0* DC-rem 2-00 DC-houd/voorverw.stroom 50 % All set-ups TRUE 0 Uint8 2-01 DC-remstroom 50 % All set-ups TRUE 0 Uint16 2-02 DC-remtijd 10,0 s All set-ups TRUE -1 Uint16 2-03 Inschakelsnelh. DC-rem [tpm] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 67 Uint16 2-04 Inschakelsnelh. DC-rem [Hz] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -1 Uint16 2-1* Remenergie-functie 2-10 Remfunctie [0] Uit All set-ups TRUE - Uint8 2-11 Remweerstand (ohm) Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 0 Uint16 2-12 Begrenzing remvermogen (kW) Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 0 Uint32 2-13 Bewaking remvermogen [0] Uit All set-ups TRUE - Uint8 2-15 Remtest [0] Uit All set-ups TRUE - Uint8 2-16 AC-rem max. stroom 100,0% All set-ups TRUE -1 Uint32 2-17 Overspanningsreg. [2] Ingesch. All set-ups TRUE - Uint8
Conver-
sie-index
Type
7.2.4 3-** Ref./Ramp.
Par. nr. Parameterbeschrijving Standaardwaarde 4-set-up Wijzigen
tijdens bedrijf
3-0* Ref. begrenz. 3-02 Minimumreferentie Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -3 Int32 3-03 Max. referentie Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -3 Int32 3-04 Referentiefunctie [0] Som All set-ups TRUE - Uint8 3-1* Referenties 3-10 Ingestelde ref. 0,00% All set-ups TRUE -2 Int16 3-11 Jog-snelh. [Hz] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -1 Uint16 3-13 Referentieplaats [0] Gekoppeld Hand/Auto All set-ups TRUE - Uint8 3-14 Ingestelde relatieve ref. 0,00% All set-ups TRUE -2 Int32 3-15 Referentiebron 1 [1] Anal. ingang 53 All set-ups TRUE - Uint8 3-16 Referentiebron 2 [20] Dig. potmeter All set-ups TRUE - Uint8 3-17 Referentiebron 3 [0] Geen functie All set-ups TRUE - Uint8 3-19 Jog-snelh. [TPM] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 67 Uint16 3-4* Ramp 1 3-41 Ramp 1 aanlooptijd Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -2 Uint32 3-42 Ramp 1 uitlooptijd Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -2 Uint32 3-5* Ramp 2 3-51 Ramp 2 aanlooptijd Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -2 Uint32 3-52 Ramp 2 uitlooptijd Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -2 Uint32 3-8* Andere Ramps 3-80 Jog ramp-tijd Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -2 Uint32 3-81 Snelle stop ramp-tijd Uitdrukkingslimiet 2 set-ups TRUE -2 Uint32 3-82 Aanlooptijd bij start Uitdrukkingslimiet 2 set-ups TRUE -2 Uint32 3-9* Dig. pot.meter 3-90 Stapgrootte 0,10% All set-ups TRUE -2 Uint16 3-91 Ramp-tijd 1,00 s All set-ups TRUE -2 Uint32 3-92 Spann.herstel [0] Uit All set-ups TRUE - Uint8 3-93 Max. begrenzing 100 % All set-ups TRUE 0 Int16 3-94 Min. begrenzing 0 % All set-ups TRUE 0 Int16 3-95 Aan/uitloopvertr. 1,000 NVT All set-ups TRUE -3 TimD
Conver-
sie-index
Type
7
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 87
De frequentieomvormer progr...
7.2.5 4-** Begr./waarsch.
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
7
Par. nr. Parameterbeschrijving Standaardwaarde 4-set-up Wijzigen
4-1* Motorbegr. 4-10 Draairichting motor [0] Rechtsom All set-ups FALSE - Uint8 4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 67 Uint16 4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -1 Uint16 4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 67 Uint16 4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -1 Uint16 4-16 Koppelbegrenzing motormodus 110,0% All set-ups TRUE -1 Uint16 4-17 Koppelbegrenzing generatormodus 100,0% All set-ups TRUE -1 Uint16 4-18 Stroombegr. Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -1 Uint32 4-19 Max. uitgangsfreq. Uitdrukkingslimiet All set-ups FALSE -1 Uint16 4-5* Aanp. waarsch. 4-50 Waarschuwing stroom laag 0,00 A All set-ups TRUE -2 Uint32 4-51 Waarschuwing stroom hoog ImaxVLT (P1637) All set-ups TRUE -2 Uint32 4-52 Waarschuwing snelheid laag 0 tpm All set-ups TRUE 67 Uint16 4-53 Waarschuwing snelheid hoog UitgSnelhHogeBegr (P413) All set-ups TRUE 67 Uint16 4-54 Waarsch: referentie laag -999999,000 NVT All set-ups TRUE -3 Int32 4-55 Waarsch: referentie hoog 999999,000 NVT All set-ups TRUE -3 Int32
4-56 Waarsch: terugk. laag
4-57 Waarsch: terugk. hoog 4-58 Motorfasefunctie ontbreekt [1] Aan All set-ups TRUE - Uint8 4-6* Snelh.-bypass 4-60 Bypass-snelh. vanaf [RPM] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 67 Uint16 4-61 Bypass-snelh. vanaf [Hz] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -1 Uint16 4-62 Bypass-snelh. naar [RPM] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 67 Uint16 4-63 Bypass-snelh. tot [Hz] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -1 Uint16 4-64 Semi-auto bypass setup [0] Uit All set-ups FALSE - Uint8
999999,000 ReferentieTerug-
kEenheid All set-ups TRUE -3 Int32
999999,000 ReferentieTerug-
kEenheid
All set-ups TRUE -3 Int32
tijdens bedrijf
Conver-
sie-index
Type
88 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
De frequentieomvormer progr...
7
7.2.6 5-** Digitaal In/Uit
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
Par. nr. Parameterbeschrijving Standaardwaarde 4-Set-up (4-
setup) 5-0* Dig. I/O-modus 5-00 Dig. I/O-modus [0] PNP – actief bij 24 V All set-ups FALSE - Uint8 5-01 Klem 27 modus [0] Ingang All set-ups TRUE - Uint8 5-02 Klem 29 modus [0] Ingang All set-ups TRUE - Uint8 5-1* Dig. ingangen 5-10 Klem 18 digitale ingang [8] Start All set-ups TRUE - Uint8 5-11 Klem 19 digitale ingang [10] Omkeren All set-ups TRUE - Uint8 5-12 Klem 27 digitale ingang nul All set-ups TRUE - Uint8 5-13 Klem 29 digitale ingang [0] Niet in bedrijf All set-ups TRUE - Uint8 5-14 Klem 32 digitale ingang [39] Dag/nachtregeling All set-ups TRUE - Uint8 5-15 Klem 33 digitale ingang [0] Niet in bedrijf All set-ups TRUE - Uint8 5-16 Klem X30/2 digitale ingang [0] Niet in bedrijf All set-ups TRUE - Uint8 5-17 Klem X30/3 digitale ingang [0] Niet in bedrijf All set-ups TRUE - Uint8 5-18 Klem X30/4 digitale ingang [0] Niet in bedrijf All set-ups TRUE - Uint8 5-3* Dig. uitgangen 5-30 Klem 27 dig. uitgang [0] Niet in bedrijf All set-ups TRUE - Uint8 5-31 Klem 29 dig. uitgang [0] Niet in bedrijf All set-ups TRUE - Uint8 5-32 Klem X30/6 dig. uitgang (MCB 101) [0] Niet in bedrijf All set-ups TRUE - Uint8 5-33 Klem X30/7 dig. uitgang (MCB 101) [0] Niet in bedrijf All set-ups TRUE - Uint8 5-4* Relais 5-40 Functierelais nul All set-ups TRUE - Uint8 5-41 Aan-vertr., relais 0,01 s All set-ups TRUE -2 Uint16 5-42 Uit-vertr., relais 0,01 s All set-ups TRUE -2 Uint16 5-5* Pulsingang 5-50 Klem 29 lage freq. 100 Hz All set-ups TRUE 0 Uint32 5-51 Klem 29 hoge freq. 100 Hz All set-ups TRUE 0 Uint32 5-52 Klem 29 lage ref./terugk. waarde 0,000 NVT All set-ups TRUE -3 Int32 5-53 Klem 29 hoge ref./terugk. waarde 100,000 NVT All set-ups TRUE -3 Int32 5-54 Pulsfilter tijdconstante nr. 29 100 ms All set-ups FALSE -3 Uint16 5-55 Klem 33 lage freq. 100 Hz All set-ups TRUE 0 Uint32 5-56 Klem 33 hoge freq. 100 Hz All set-ups TRUE 0 Uint32 5-57 Klem 33 lage ref./terugk. waarde 0,000 NVT All set-ups TRUE -3 Int32 5-58 Klem 33 hoge ref./terugk. waarde 100,000 NVT All set-ups TRUE -3 Int32 5-59 Pulsfilter tijdconstante nr. 33 100 ms All set-ups FALSE -3 Uint16 5-6* Pulsuitgang 5-60 Klem 27 pulsuitgangsvariabele [0] Niet in bedrijf All set-ups TRUE - Uint8 5-62 Max. freq. pulsuitgang 27 5000 Hz All set-ups TRUE 0 Uint32 5-63 Klem 29 pulsuitgangsvariabele [0] Niet in bedrijf All set-ups TRUE - Uint8 5-65 Max. freq. pulsuitgang 29 5000 Hz All set-ups TRUE 0 Uint32 5-66 Klem X30/6 pulsuitgangsvariabele [0] Niet in bedrijf All set-ups TRUE - Uint8 5-68 Max. freq. pulsuitgang X30/6 5000 Hz All set-ups TRUE 0 Uint32 5-9* Via busbesturing 5-90 Digitale & relaisbesturing bus 0 NVT All set-ups TRUE 0 Uint32 5-93 Pulsuitgang 27 busbesturing 0,00% All set-ups TRUE -2 N2 5-94 Pulsuitgang 27 time-outinstelling 0,00% 1 set-up TRUE -2 Uint16 5-95 Pulsuitgang 29 busbesturing 0,00% All set-ups TRUE -2 N2 5-96 Pulsuitgang 29 time-outinstelling 0,00% 1 set-up TRUE -2 Uint16 5-97 Pulsuitgang X30/6 busbest. 0,00% All set-ups TRUE -2 N2 5-98 Pulsuitgang X30/6 time-outinst. 0,00% 1 set-up TRUE -2 Uint16
Wijzigen
tijdens bedrijf
Conver-
sie-index
Type
7
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 89
De frequentieomvormer progr...
7.2.7 6-** Analoog In/Uit
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
7
Par. nr. Parameterbeschrijving Standaardwaarde 4-Set-up (4-
setup) 6-0* Anal. I/O-modus 6-00 Live zero time-out-tijd 10 s All set-ups TRUE 0 Uint8 6-01 Live zero time-out-functie [0] Uit All set-ups TRUE - Uint8 6-02 Live zero time-outfunctie brandmodus [0] Uit All set-ups TRUE - Uint8 6-1* Anal. ingang 53 6-10 Klem 53 lage spanning 0,07 V All set-ups TRUE -2 Int16 6-11 Klem 53 hoge spanning 10,00 V All set-ups TRUE -2 Int16 6-12 Klem 53 lage stroom 4,00 mA All set-ups TRUE -5 Int16 6-13 Klem 53 hoge stroom 20,00 mA All set-ups TRUE -5 Int16 6-14 Klem 53 lage ref./terugkopp. waarde 0,000 NVT All set-ups TRUE -3 Int32 6-15 Klem 53 hoge ref./terugkopp. waarde Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -3 Int32 6-16 Klem 53 filter tijdconstante 0,001 s All set-ups TRUE -3 Uint16 6-17 Klem 53 live zero [1] Ingesch. All set-ups TRUE - Uint8 6-2* Anal. ingang 54 6-20 Klem 54 lage spanning 0,07 V All set-ups TRUE -2 Int16 6-21 Klem 54 hoge spanning 10,00 V All set-ups TRUE -2 Int16 6-22 Klem 54 lage stroom 4,00 mA All set-ups TRUE -5 Int16 6-23 Klem 54 hoge stroom 20,00 mA All set-ups TRUE -5 Int16 6-24 Klem 54 lage ref./terugkopp. waarde -1,000 NVT All set-ups TRUE -3 Int32 6-25 Klem 54 hoge ref./terugkopp. waarde Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -3 Int32 6-26 Klem 54 filter tijdconstante 0,001 s All set-ups TRUE -3 Uint16 6-27 Klem 54 live zero [1] Ingesch. All set-ups TRUE - Uint8 6-3* Anal. ingang X30/11 6-30 Klem X30/11 lage spanning 0,07 V All set-ups TRUE -2 Int16 6-31 Klem X30/11 hoge spanning 10,00 V All set-ups TRUE -2 Int16 6-34 Klem X30/11 lage ref./terugk. waarde 0,000 NVT All set-ups TRUE -3 Int32 6-35 Klem X30/11 hoge ref./terugk. waarde 100,000 NVT All set-ups TRUE -3 Int32 6-36 Klem X30/11 filtertijdconstante 0,001 s All set-ups TRUE -3 Uint16 6-37 Klem X30/11 live zero [1] Ingesch. All set-ups TRUE - Uint8 6-4* Anal. ingang X30/12 6-40 Klem X30/12 lage spanning 0,07 V All set-ups TRUE -2 Int16 6-41 Klem X30/12 hoge spanning 10,00 V All set-ups TRUE -2 Int16 6-44 Klem X30/12 lage ref./terugk. waarde 0,000 NVT All set-ups TRUE -3 Int32 6-45 Klem X30/12 hoge ref./terugk. waarde 100,000 NVT All set-ups TRUE -3 Int32 6-46 Klem X30/12 filtertijdconstante 0,001 s All set-ups TRUE -3 Uint16 6-47 Klem X30/12 live zero [1] Ingesch. All set-ups TRUE - Uint8 6-5* Anal. uitgang 42 6-50 Klem 42 uitgang [100] Uitgangsfrequentie All set-ups TRUE - Uint8 6-51 Klem 42 uitgang min. schaal 0,00% All set-ups TRUE -2 Int16 6-52 Klem 42 uitgang max. schaal 100,00% All set-ups TRUE -2 Int16 6-53 Klem 42 uitgang busbesturing 0,00% All set-ups TRUE -2 N2 6-54 Klem 42 uitgang time-outinstelling 0,00% 1 set-up TRUE -2 Uint16 6-6* Anal. uitgang X30/8 6-60 Klem X30/8 uitgang [0] Niet in bedrijf All set-ups TRUE - Uint8 6-61 Klem X30/8 min. schaling 0,00% All set-ups TRUE -2 Int16 6-62 Klem X30/8 max. schaling 100,00% All set-ups TRUE -2 Int16 6-63 Klem X30/8 uitgang busbesturing 0,00% All set-ups TRUE -2 N2 6-64 Klem X30/8 uitgang time-outinstelling 0,00% 1 set-up TRUE -2 Uint16
Wijzigen
tijdens bedrijf
Conver-
sie-index
Type
90 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
De frequentieomvormer progr...
7
7.2.8 8-** Communicatie en opties
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
Par. nr. Parameterbeschrijving Standaardwaarde 4-set-up Wijzigen
tijdens bedrijf 8-0* Alg. instellingen 8-01 Stuurplaats nul All set-ups TRUE - Uint8 8-02 Stuurwoordbron nul All set-ups TRUE - Uint8 8-03 Time-out-tijd stuurwoord Uitdrukkingslimiet 1 set-up TRUE -1 Uint32 8-04 Time-out-functie stuurwoord [0] Uit 1 set-up TRUE - Uint8 8-05 Einde-time-out-functie [1] Setup hervatt. 1 set-up TRUE - Uint8 8-06 Stuurwoordtime-out reset [0] Niet resetten All set-ups TRUE - Uint8 8-07 Diagnose-trigger [0] Uitsch. 2 set-ups TRUE - Uint8 8-1* Stuurwoordinst. 8-10 Stuurwoordprofiel [0] FC-profiel All set-ups TRUE - Uint8 8-13 Instelbaar statuswoord STW [1] Std. profiel All set-ups TRUE - Uint8 8-3* FC-poortinst. 8-30 Protocol [0] FC 1 set-up TRUE - Uint8 8-31 Adres Uitdrukkingslimiet 1 set-up TRUE 0 Uint8 8-32 Baudsnelheid nul 1 set-up TRUE - Uint8 8-33 Par./stopbits nul 1 set-up TRUE - Uint8 8-35 Min. responsvertr. Uitdrukkingslimiet 1 set-up TRUE -3 Uint16 8-36 Max. responsvertr. Uitdrukkingslimiet 1 set-up TRUE -3 Uint16 8-37 Max. tss.-tekenvertr. Uitdrukkingslimiet 1 set-up TRUE -5 Uint16 8-4* Geav. protocolinst 8-40 Telegramkeuze [1] Standaardtelegram 1 2 set-ups TRUE - Uint8 8-45 BTM transactiecommando [0] Uit All set-ups FALSE - Uint8 8-46 BTM transactiestatus [0] Uit All set-ups TRUE - Uint8 8-47 BTM time-out 60 s 1 set-up FALSE 0 Uint16 8-5* Digitaal/Bus 8-50 Vrijloopselectie [3] Log. OR All set-ups TRUE - Uint8 8-52 DC-remselectie [3] Log. OR All set-ups TRUE - Uint8 8-53 Startselectie [3] Log. OR All set-ups TRUE - Uint8 8-54 Omkeerselectie nul All set-ups TRUE - Uint8 8-55 Setupselectie [3] Log. OR All set-ups TRUE - Uint8 8-56 Select. ingestelde ref. [3] Log. OR All set-ups TRUE - Uint8 8-7* BACnet 8-70 BACnet Device Voorbld 1 NVT 1 set-up TRUE 0 Uint32 8-72 MS/TP Max Masters 127 NVT 1 set-up TRUE 0 Uint8 8-73 MS/TP Max Info Frames 1 NVT 1 set-up TRUE 0 Uint16 8-74 "Startup I am" [0] Zenden bij insch. 1 set-up TRUE - Uint8 8-75 Initialisatie wachtw. Uitdrukkingslimiet 1 set-up TRUE 0 VisStr[20] 8-8* FC-poortdiagnostiek 8-80 Bus Berichtenteller 0 NVT All set-ups TRUE 0 Uint32 8-81 Bus Foutenteller 0 NVT All set-ups TRUE 0 Uint32 8-82 Slaveberichtenteller 0 NVT All set-ups TRUE 0 Uint32 8-83 Slavefoutenteller 0 NVT All set-ups TRUE 0 Uint32 8-9* Bus-jog 8-90 Snelheid bus-jog 1 100 tpm All set-ups TRUE 67 Uint16 8-91 Snelheid bus-jog 2 200 tpm All set-ups TRUE 67 Uint16 8-94 Bus Terugk. 1 0 NVT 1 set-up TRUE 0 N2 8-95 Bus Terugk. 2 0 NVT 1 set-up TRUE 0 N2 8-96 Bus Terugk. 3 0 NVT 1 set-up TRUE 0 N2
Conver-
sie-index
Type
7
7.2.9 11-** ADAP-KOOL Lon
Par. nr. Parameterbeschrijving Standaardwaarde 4-set-up Wijzigen
tijdens bedrijf 11-2* LON par. toegang 11-21 Datawaarden opsl. [0] Uit All set-ups TRUE - Uint8 11-9* AK LON 11-90 AK-netwerkadres 0 NVT 1 set-up TRUE 0 Uint16 11-91 AK-Service Pin [0] Uit 1 set-up TRUE - Uint8 11-98 Alarmtekst 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[32] 11-99 Alarmstatus 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint8
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 91
Conver-
sie-index
Type
De frequentieomvormer progr...
7.2.10 13-** Smart Logic
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
7
Par. nr. Parameterbeschrijving Standaardwaarde 4-set-up Wijzigen
tijdens bedrijf 13-0* SLC-instellingen 13-00 SL-controllermodus nul 2 set-ups TRUE - Uint8 13-01 Gebeurt. starten nul 2 set-ups TRUE - Uint8 13-02 Gebeurt. stoppen nul 2 set-ups TRUE - Uint8 13-03 SLC resetten [0] SLC niet resetten All set-ups TRUE - Uint8 13-1* Comparatoren 13-10 Comparator-operand nul 2 set-ups TRUE - Uint8 13-11 Comparator-operator nul 2 set-ups TRUE - Uint8 13-12 Comparatorwaarde Uitdrukkingslimiet 2 set-ups TRUE -3 Int32 13-2* Timers 13-20 Timer SL-controller Uitdrukkingslimiet 1 set-up TRUE -3 TimD 13-4* Log. regels 13-40 Logische regel Boolean 1 nul 2 set-ups TRUE - Uint8 13-41 Logische regel operator 1nul2 set-upsTRUE-Uint8 13-42 Logische regel Boolean 2 nul 2 set-ups TRUE - Uint8 13-43 Logische regel operator 2nul2 set-upsTRUE-Uint8 13-44 Logische regel Boolean 3 nul 2 set-ups TRUE - Uint8 13-5* Standen 13-51 SL Controller Event nul 2 set-ups TRUE - Uint8 13-52 SL-controlleractie nul2 set-upsTRUE-Uint8
Conver-
sie-index
Type
7.2.11 14-** Speciale functies
Par. nr. Parameterbeschrijving Standaardwaarde 4-set-up Wijzigen
tijdens bedrijf 14-0* Inverterschakeling 14-00 Schakelpatroon [0] 60 AVM All set-ups TRUE - Uint8 14-01 Schakelfrequentie nul All set-ups TRUE - Uint8 14-03 Overmodulatie [1] Aan All set-ups FALSE - Uint8 14-04 PWM Random [0] Uit All set-ups TRUE - Uint8 14-1* Netsp. Aan/Uit 14-12 Functie bij onbalans netsp. [0] Uitsch. All set-ups TRUE - Uint8 14-2* Resetfuncties 14-20 Resetmodus [0] Handm. reset All set-ups TRUE - Uint8 14-21 Tijd tot autom. herstart 10 s All set-ups TRUE 0 Uint16 14-22 Bedrijfsmodus [0] Normaal bedrijf All set-ups TRUE - Uint8 14-23 Instelling typecode nul 2 set-ups FALSE - Uint8 14-25 Uitsch.vertr. bij Koppelbegr. 60 s All set-ups TRUE 0 Uint8 14-26 Uitschakelvertraging bij inverterfout Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 0 Uint8 14-28 Productie-instell. [0] Geen actie All set-ups TRUE - Uint8 14-29 Servicecode 0 NVT All set-ups TRUE 0 Int32 14-3* Stroombegr. reg. 14-30 Stroombegr.reg., proport. versterk. 100 % All set-ups FALSE 0 Uint16 14-31 Stroombegr. reg., integratietijd 0,020 s All set-ups FALSE -3 Uint16 14-4* Energieoptimalis. 14-40 VT-niveau 66 % All set-ups FALSE 0 Uint8 14-41 Min. magnetisering AEO 40 % All set-ups TRUE 0 Uint8 14-42 Min. AEO-frequentie 10 Hz All set-ups TRUE 0 Uint8 14-43 Cosphi motor Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -2 Uint16 14-5* Omgeving 14-50 RFI-filter [1] Aan 1 set-up FALSE - Uint8 14-52 Ventilatorreg. [0] Auto All set-ups TRUE - Uint8 14-53 Ventilatorbew. [1] Waarschuwing All set-ups TRUE - Uint8 14-55 Uitgangsfilter [0] Geen filter 1 set-up FALSE - Uint8 14-6* Autoreductie 14-60 Functie bij overtemperatuur [0] Uitsch. All set-ups TRUE - Uint8 14-61 Functie bij inverteroverbel. [0] Uitsch. All set-ups TRUE - Uint8 14-62 Geïnv. reductiestroom bij overbel. 95 % All set-ups TRUE 0 Uint16
Conver-
sie-index
Type
92 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
De frequentieomvormer progr...
7
7.2.12 15-** Geg. omvormer
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
Par. nr. Parameterbeschrijving Standaardwaarde 4-Set-up (4-
setup) 15-0* Bedrijfsgegevens 15-00 Bedrijfsuren 0 u All set-ups FALSE 74 Uint32 15-01 Draaiuren 0 u All set-ups FALSE 74 Uint32 15-02 kWh-teller 0 kWh All set-ups FALSE 75 Uint32 15-03 Inschakelingen 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint32 15-04 x Overtemp. 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint16 15-05 x Overspann. 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint16 15-06 kWh-teller reset [0] Niet resetten All set-ups TRUE - Uint8 15-07 Draaiurenteller reset [0] Niet resetten All set-ups TRUE - Uint8 15-08 Aantal starts 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint32 15-1* Instellingen datalog 15-10 Logbron 0 2 set-ups TRUE - Uint16 15-11 Loginterval Uitdrukkingslimiet 2 set-ups TRUE -3 TimD 15-12 Triggergebeurt. [0] FALSE 1 set-up TRUE - Uint8 15-13 Logmodus [0] Altijd loggen 2 set-ups TRUE - Uint8 15-14 Steekproeven voor trigger 50 NVT 2 set-ups TRUE 0 Uint8 15-2* Hist. log 15-20 Hist. log: event 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint8 15-21 Hist. log: waarde 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint32 15-22 Hist. log: tijd 0 ms All set-ups FALSE -3 Uint32 15-23 Hist. log: datum en tijd Uitdrukkingslimiet All set-ups FALSE 0 TimeOfDay 15-3* Foutlog 15-30 Alarmlog: foutcode 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint8 15-31 Alarmlog: waarde 0 NVT All set-ups FALSE 0 Int16 15-32 Alarmlog: tijd 0 s All set-ups FALSE 0 Uint32 15-33 Alarmlog: datum & tijd Uitdrukkingslimiet All set-ups FALSE 0 TimeOfDay 15-34 Alarmlog: status 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint8 15-35 Alarmlog: alarmtekst 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[32] 15-4* ID omvormer 15-40 FC-type 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[6] 15-41 Vermogensectie 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[20] 15-42 Spanning 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[20] 15-43 Softwareversie 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[5] 15-44 Bestelde Typecode 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[40] 15-45 Huidige typecodereeks 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[40] 15-46 Bestelnr. freq.-omvormer 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[8] 15-47 Bestelnr. voedingskaart 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[8] 15-48 LCP ID-nr. 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[20] 15-49 SW-id stuurkaart 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[20] 15-50 SW-id voedingskaart 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[20] 15-51 Serienr. freq.-omvormer 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[10] 15-53 Serienr. voedingskaart 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[19] 15-6* Optie-ident. 15-60 Optie gemonteerd 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[30] 15-61 SW-versie optie 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[20] 15-62 Bestelnummer optie 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[8] 15-63 Serienummer optie 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[18] 15-70 Optie slot A 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[30] 15-71 SW-versie optie slot A 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[20] 15-72 Optie slot B 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[30] 15-73 SW-versie optie slot B 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[20] 15-74 Optie in sleuf C0 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[30] 15-75 SW-versie optie sleuf C0 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[20] 15-76 Optie in sleuf C1 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[30] 15-77 SW-versie optie sleuf C1 0 NVT All set-ups FALSE 0 VisStr[20] 15-9* Parameterinfo 15-92 Ingest. parameters 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint16 15-93 Gewijzigde param. 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint16 15-99 Parameter metadata 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint16
Wijzigen
tijdens bedrijf
Conver-
sie-index
Type
7
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 93
De frequentieomvormer progr...
7.2.13 16-** Data-uitlezingen
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
7
Par. nr. Parameterbeschrijving Standaardwaarde 4-Set-up (4-
setup) 16-0* Alg. status 16-00 Stuurwoord 0 NVT All set-ups FALSE 0 V2 16-01 Referentie [Eenh.] 0,000 ReferentieTerugkEenheid All set-ups FALSE -3 Int32 16-02 Referentie % 0,0% All set-ups FALSE -1 Int16 16-03 Statuswoord 0 NVT All set-ups FALSE 0 V2 16-05 Vrnste huid. waarde [%] 0,00% All set-ups FALSE -2 N2 16-09 Standaard uitlez. 0,00 StdUitlezingEenh All set-ups FALSE -2 Int32 16-1* Motorstatus 16-10 Verm. [kW] 0,00 kW All set-ups FALSE 1 Int32 16-11 Verm. [pk] 0,00 pk All set-ups FALSE -2 Int32 16-12 Motorspanning 0,0 V All set-ups FALSE -1 Uint16 16-13 Frequentie 0,0 Hz All set-ups FALSE -1 Uint16 16-14 Motorstroom 0,00 A All set-ups FALSE -2 Int32 16-15 Frequentie [%] 0,00% All set-ups FALSE -2 N2 16-16 Koppel [Nm] 0,0 Nm All set-ups FALSE -1 Int16 16-17 Snelh. [RPM] 0 tpm All set-ups FALSE 67 Int32 16-18 Motor therm. 0 % All set-ups FALSE 0 Uint8 16-22 Koppel [%] 0 % All set-ups FALSE 0 Int16 16-3* Status omvormer 16-30 DC-aansluitsp. 0 V All set-ups FALSE 0 Uint16 16-32 Remenergie/s 0,000 kW All set-ups FALSE 0 Uint32 16-33 Remenergie/2 min. 0,000 kW All set-ups FALSE 0 Uint32 16-34 Temp. koellich. 0 °C All set-ups FALSE 100 Uint8 16-35 Inverter therm. 0 % All set-ups FALSE 0 Uint8 16-36 Inv. nom. stroom Uitdrukkingslimiet All set-ups FALSE -2 Uint32 16-37 Inv. Max. stroom Uitdrukkingslimiet All set-ups FALSE -2 Uint32 16-38 SL-controllerstatus 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint8 16-39 Temp. stuurkaart. 0 °C All set-ups FALSE 100 Uint8 16-40 Logbuffer vol [0] Nee All set-ups TRUE - Uint8 16-5* Ref. & terugk. 16-50 Externe referentie 0,0 NVT All set-ups FALSE -1 Int16 16-52 Terugk. [Eenh] 0,000 ProcesRegEenh All set-ups FALSE -3 Int32 16-53 Digi Pot referentie 0,00 NVT All set-ups FALSE -2 Int16 16-54 Terugk. 1 [Eenh] 0,000 ProcesRegEenh All set-ups FALSE -3 Int32 16-55 Terugk. 2 [Eenh] 0,000 ProcesRegEenh All set-ups FALSE -3 Int32 16-56 Terugk. 3 [Eenh] 0,000 ProcesRegEenh All set-ups FALSE -3 Int32 16-6* In- & uitgangen 16-60 Dig. ingang 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint16 16-61 Klem 53 schakelinstell. [0] Stroom All set-ups FALSE - Uint8 16-62 Anal. ingang 53 0,000 NVT All set-ups FALSE -3 Int32 16-63 Klem 54 schakelinstell. [0] Stroom All set-ups FALSE - Uint8 16-64 Anal. ingang 54 0,000 NVT All set-ups FALSE -3 Int32 16-65 Anal. uitgang 42 [mA] 0,000 NVT All set-ups FALSE -3 Int16 16-66 Dig. uitgang [bin] 0 NVT All set-ups FALSE 0 Int16 16-67 Pulsingang #29 [Hz] 0 NVT All set-ups FALSE 0 Int32 16-68 Pulsingang #33 [Hz] 0 NVT All set-ups FALSE 0 Int32 16-69 Pulsuitg. nr. 27 [Hz] 0 NVT All set-ups FALSE 0 Int32 16-70 Pulsuitg. nr. 29 [Hz] 0 NVT All set-ups FALSE 0 Int32 16-71 Relaisuitgang [bin] 0 NVT All set-ups FALSE 0 Int16 16-72 Teller A 0 NVT All set-ups TRUE 0 Int32 16-73 Teller B 0 NVT All set-ups TRUE 0 Int32 16-75 Anal. ingang X30/11 0,000 NVT All set-ups FALSE -3 Int32 16-76 Anal. ingang X30/12 0,000 NVT All set-ups FALSE -3 Int32 16-77 Anal. uitgang X30/8 [mA] 0,000 NVT All set-ups FALSE -3 Int16 16-8* Veldbus & FC-poort 16-80 Veldbus CTW 1 0 NVT All set-ups FALSE 0 V2 16-82 Veldbus REF 1 0 NVT All set-ups FALSE 0 N2 16-84 Comm. optie STW 0 NVT All set-ups FALSE 0 V2 16-85 FC-poort CTW 1 0 NVT All set-ups FALSE 0 V2 16-86 FC-poort REF 1 0 NVT All set-ups FALSE 0 N2 16-9* Diagnose-uitlez. 16-90 Alarmwoord 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint32 16-91 Alarmwoord 2 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint32 16-92 Waarsch.-wrd 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint32 16-93 Waarsch.woord 2 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint32 16-94 Uitgebr. statusw. 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint32 16-95 Uitgebr. statusw. 2 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint32 16-96 Onderhoudswoord 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint32
Wijzigen
tijdens bedrijf
Conver-
sie-index
Type
94 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
De frequentieomvormer progr...
7
7.2.14 18-** Info & uitlez.
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
Par. nr. Parameterbeschrijving Standaardwaarde 4-set-up Wijzigen
tijdens bedrijf 18-0* Onderhoudslog 18-00 Onderhoudslog: item 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint8 18-01 Onderhoudslog: actie 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint8 18-02 Onderhoudslog: tijd 0 s All set-ups FALSE 0 Uint32
18-03 Onderhoudslog: datum en tijd Uitdrukkingslimiet All set-ups FALSE 0 18-1* Brandmoduslog 18-10 Brandmoduslog: event 0 NVT All set-ups FALSE 0 Uint8 18-11 Brandmoduslog: tijd 0 s All set-ups FALSE 0 Uint32
18-12 Brandmoduslog: datum en tijd Uitdrukkingslimiet All set-ups FALSE 0 18-3* In- & uitgangen 18-30 Anal. ingang X42/1 0,000 NVT All set-ups FALSE -3 Int32 18-31 Anal. ingang X42/3 0,000 NVT All set-ups FALSE -3 Int32 18-32 Anal. ingang X42/5 0,000 NVT All set-ups FALSE -3 Int32 18-33 Anal. Uit X42/7 [V] 0,000 NVT All set-ups FALSE -3 Int16 18-34 Anal. Uit X42/9 [V] 0,000 NVT All set-ups FALSE -3 Int16 18-35 Anal. Uit X42/11 [V] 0,000 NVT All set-ups FALSE -3 Int16
Conver-
sie-index
Type
TimeOfD
ay
TimeOfD
ay
7.2.15 20-** Omvormer met terugkoppeling
Par. nr. Parameterbeschrijving Standaardwaarde 4-set-up Wijzigen
tijdens bedrijf 20-0* Terugkoppeling 20-00 Bron terugk. 1 [2] Anal. ingang 54 All set-ups TRUE - Uint8 20-01 Conversie terugk. 1 [2] Druk naar temperatuur All set-ups FALSE - Uint8 20-02 Eenh. bron terugk. 1 nul All set-ups TRUE - Uint8 20-03 Bron terugk. 2 [0] Geen functie All set-ups TRUE - Uint8 20-04 Conversie terugk. 2 [0] Lineair All set-ups FALSE - Uint8 20-05 Eenh. bron terugk. 2 nul All set-ups TRUE - Uint8 20-06 Bron terugk. 3 [0] Geen functie All set-ups TRUE - Uint8 20-07 Conversie terugk. 3 [0] Lineair All set-ups FALSE - Uint8 20-08 Eenh. bron terugk. 3 nul All set-ups TRUE - Uint8 20-12 Referentie/terugk.eenheid nul All set-ups TRUE - Uint8 20-2* Terugk. & setpoint 20-20 Terugkopp.functie [3] Minimum All set-ups TRUE - Uint8 20-21 Setpoint 1 0 ProcesRegEenh All set-ups TRUE -3 Int32 20-22 Setpoint 2 0,000 ProcesRegEenh All set-ups TRUE -3 Int32 20-23 Setpoint 3 0,000 ProcesRegEenh All set-ups TRUE -3 Int32 20-25 Setpointtype nul All set-ups TRUE - Uint8 20-3* Terugk. geav. conv. 20-30 Koelmedium [19] R404A All set-ups TRUE - Uint8 20-31 Klantspec. koelmedium A1 10,0000 NVT All set-ups TRUE -4 Uint32 20-32 Klantspec. koelmedium A2 -2250,00 NVT All set-ups TRUE -2 Int32 20-33 Klantspec. koelmedium A3 250,000 NVT All set-ups TRUE -3 Uint32 20-4* Thermostaat/pressostaat 20-40 Thermostaat/pressostaatfunctie nul All set-ups FALSE - Uint8 20-41 Uitsch.waarde Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -3 Int32 20-42 Insch.waarde Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -3 Int32 20-7* PID autotuning 20-70 Type met terugk. [0] Auto 2 set-ups TRUE - Uint8 20-71 PID-prestaties [0] Normaal 2 set-ups TRUE - Uint8 20-72 PID uitgangswijz. 0,10 NVT 2 set-ups TRUE -2 Uint16 20-73 Min. terugk.niveau -999999,000 ProcesRegEenh 2 set-ups TRUE -3 Int32 20-74 Max. terugk.niveau 999999,000 ProcesRegEenh 2 set-ups TRUE -3 Int32 20-79 PID autotuning [0] Uitgesch. All set-ups TRUE - Uint8 20-8* PID-basisinstell. 20-81 PID normaal/inv regeling [1] Geïnverteerd All set-ups TRUE - Uint8 20-82 PID startsnelheid [tpm] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 67 Uint16 20-83 PID startsnelheid [Hz] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -1 Uint16 20-84 Bandbreedte op referentie 5 % All set-ups TRUE 0 Uint8 20-9* PID-regelaar 20-91 PID-integratiebegrenzing [1] Aan All set-ups TRUE - Uint8 20-93 PID prop. versterking 0,50 NVT All set-ups TRUE -2 Uint16 20-94 PID integratietijd 30,00 s All set-ups TRUE -2 Uint32 20-95 PID differentiatietijd 0,00 s All set-ups TRUE -2 Uint16 20-96 PID diff. verst.limiet 5,0 NVT All set-ups TRUE -1 Uint16
Conver-
sie-index
Type
7
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 95
De frequentieomvormer progr...
7.2.16 21-** Uitgebr. met terugk.
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
7
Par. nr. Parameterbeschrijving Standaardwaarde 4-Set-up (4-
setup) 21-0* Uitgebr. PID autotuning 21-00 Type met terugk. [0] Auto 2 set-ups TRUE - Uint8 21-01 PID-prestaties [0] Normaal 2 set-ups TRUE - Uint8 21-02 PID uitgangswijz. 0,10 NVT 2 set-ups TRUE -2 Uint16 21-03 Min. terugk.niveau -999999,000 NVT 2 set-ups TRUE -3 Int32 21-04 Max. terugk.niveau 999999,000 NVT 2 set-ups TRUE -3 Int32 21-09 PID autotuning [0] Uitgesch. All set-ups TRUE - Uint8 21-1* Uitgebr. CL 1 ref/tk 21-10 Uitgebr ref/terugk.eenh 1 [1] % All set-ups TRUE - Uint8 21-11 Uitgebr min.referentie 1 0,000 UitgebrPID1Eenh All set-ups TRUE -3 Int32 21-12 Uitgebr max.referentie 1 100,000 UitgebrPID1Eenh All set-ups TRUE -3 Int32 21-13 Uitgebr referentiebron 1 [0] Geen functie All set-ups TRUE - Uint8 21-14 Uitgebr terugk.bron 1 [0] Geen functie All set-ups TRUE - Uint8 21-15 Uitgebr instelpt 1 0,000 UitgebrPID1Eenh All set-ups TRUE -3 Int32 21-17 Uitgebr ref 1 [Eenh] 0,000 UitgebrPID1Eenh All set-ups TRUE -3 Int32 21-18 Uitgebr terugk. 1 [Eenh] 0,000 UitgebrPID1Eenh All set-ups TRUE -3 Int32 21-19 Uitgebr verm 1 [%] 0 % All set-ups TRUE 0 Int32 21-2* Uitgebr. CL 1 PID 21-20 Uitgebr normaal/omgekrd 1 [0] Normaal All set-ups TRUE - Uint8 21-21 Uitgebr prop. verst 1 0,01 NVT All set-ups TRUE -2 Uint16 21-22 Uitgebr integr.tijd 1 10000,00 s All set-ups TRUE -2 Uint32 21-23 Uitgebr diff.tijd 1 0,00 s All set-ups TRUE -2 Uint16 21-24 Uitgebr dif. verst.limiet 1 5,0 NVT All set-ups TRUE -1 Uint16 21-3* Uitgebr. CL 2 ref/tk 21-30 Uitgebr ref/terugk.eenh 2 [1] % All set-ups TRUE - Uint8 21-31 Uitgebr min.referentie 2 0,000 UitgebrPID2Eenh All set-ups TRUE -3 Int32 21-32 Uitgebr max.referentie 2 100,000 UitgebrPID2Eenh All set-ups TRUE -3 Int32 21-33 Uitgebr referentiebron 2 [0] Geen functie All set-ups TRUE - Uint8 21-34 Uitgebr terugk.bron 2 [0] Geen functie All set-ups TRUE - Uint8 21-35 Uitgebr instelpt 2 0,000 UitgebrPID2Eenh All set-ups TRUE -3 Int32 21-37 Uitgebr ref 2 [Eenh] 0,000 UitgebrPID2Eenh All set-ups TRUE -3 Int32 21-38 Uitgebr terugk. 2 [Eenh] 0,000 UitgebrPID2Eenh All set-ups TRUE -3 Int32 21-39 Uitgebr verm 2 [%] 0 % All set-ups TRUE 0 Int32 21-4* Uitgebr. CL 2 PID 21-40 Uitgebr normaal/omgekrd 2 [0] Normaal All set-ups TRUE - Uint8 21-41 Uitgebr prop. verst 2 0,01 NVT All set-ups TRUE -2 Uint16 21-42 Uitgebr integr.tijd 2 10000,00 s All set-ups TRUE -2 Uint32 21-43 Uitgebr diff.tijd 2 0,00 s All set-ups TRUE -2 Uint16 21-44 Uitgebr dif. verst.limiet 2 5,0 NVT All set-ups TRUE -1 Uint16 21-5* Uitgebr. CL 3 ref/tk 21-50 Uitgebr ref/terugk.eenh 3 [1] % All set-ups TRUE - Uint8 21-51 Uitgebr min.referentie 3 0,000 UitgebrPID3Eenh All set-ups TRUE -3 Int32 21-52 Uitgebr max.referentie 3 100,000 UitgebrPID3Eenh All set-ups TRUE -3 Int32 21-53 Uitgebr referentiebron 3 [0] Geen functie All set-ups TRUE - Uint8 21-54 Uitgebr terugk.bron 3 [0] Geen functie All set-ups TRUE - Uint8 21-55 Uitgebr instelpt 3 0,000 UitgebrPID3Eenh All set-ups TRUE -3 Int32 21-57 Uitgebr ref 3 [Eenh] 0,000 UitgebrPID3Eenh All set-ups TRUE -3 Int32 21-58 Uitgebr terugk. 3 [Eenh] 0,000 UitgebrPID3Eenh All set-ups TRUE -3 Int32 21-59 Uitgebr verm 3 [%] 0 % All set-ups TRUE 0 Int32 21-6* Uitgebr. CL 3 PID 21-60 Uitgebr normaal/omgekrd 3 [0] Normaal All set-ups TRUE - Uint8 21-61 Uitgebr prop. verst 3 0,01 NVT All set-ups TRUE -2 Uint16 21-62 Uitgebr integr.tijd 3 10000,00 s All set-ups TRUE -2 Uint32 21-63 Uitgebr diff.tijd 3 0,00 s All set-ups TRUE -2 Uint16 21-64 Uitgebr dif. verst.limiet 3 5,0 NVT All set-ups TRUE -1 Uint16
Wijzigen
tijdens bedrijf
Conver-
sie-index
Type
96 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
De frequentieomvormer progr...
7
7.2.17 22-** Toepassingsfuncties
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
Par. nr. Parameterbeschrijving Standaardwaarde 4-Set-up (4-
setup) 22-0* Diversen 22-00 Ext. vergrendel.vertr. 0 s All set-ups TRUE 0 Uint16 22-2* Detectie geen flow 22-20 Laag verm. autosetup [0] Uit All set-ups FALSE - Uint8 22-21 Detectie laag verm. [0] Uitgesch. All set-ups TRUE - Uint8 22-22 Detectie lage snelh. [0] Uitgesch. All set-ups TRUE - Uint8 22-23 Functie geen flow [0] Uit All set-ups TRUE - Uint8 22-24 Vertr. geen flow 10 s All set-ups TRUE 0 Uint16 22-26 Drogepompfunctie [0] Uit All set-ups TRUE - Uint8 22-27 Drogepompvertr. 10 s All set-ups TRUE 0 Uint16 22-3* Verm.aanp. geen flow 22-30 Verm. geen flow 0,00 kW All set-ups TRUE 1 Uint32 22-31 Verm.correctiefactor 100 % All set-ups TRUE 0 Uint16 22-32 Lage snelh. [tpm] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 67 Uint16 22-33 Lage snelh. [Hz] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -1 Uint16 22-34 Verm. lage snelh. [kW] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 1 Uint32 22-35 Verm. lage snelh. [pk] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -2 Uint32 22-36 Hoge snelh. [tpm] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 67 Uint16 22-37 Hoge snelh. [Hz] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -1 Uint16 22-38 Verm. hoge snelh. [kW] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 1 Uint32 22-39 Verm. hoge snelh. [pk] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -2 Uint32 22-4* Slaapstand 22-40 Min. draaitijd 10 s All set-ups TRUE 0 Uint16 22-41 Min. slaaptijd 10 s All set-ups TRUE 0 Uint16 22-42 Reactiv.snelh [tpm] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 67 Uint16 22-43 Reactiv.snelh [Hz] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -1 Uint16 22-44 Reactiv.ref/terugk. verschil 10 % All set-ups TRUE 0 Int8 22-45 Boost instelpt 0 % All set-ups TRUE 0 Int8 22-46 Max. boosttijd 60 s All set-ups TRUE 0 Uint16 22-5* Einde curve 22-50 Einde-curvefunctie [0] Uit All set-ups TRUE - Uint8 22-51 Einde-curvevertr. 10 sAll set-upsTRUE0Uint16 22-6* Detectie band defect 22-60 Functie Defecte band [0] Uit All set-ups TRUE - Uint8 22-61 Koppel Defecte band 10 % All set-ups TRUE 0 Uint8 22-62 Vertr. Defecte band 10 s All set-ups TRUE 0 Uint16 22-7* Beveilig. korte cyclus 22-75 Beveilig. korte cyclus [0] Uitgesch. All set-ups TRUE - Uint8 22-76 Startinterval 300 s All set-ups TRUE 0 Uint16 22-77 Min. draaitijd 0 s All set-ups TRUE 0 Uint16 22-8* Flowcompensatie 22-80 Flowcompensatie [0] Uitgesch. All set-ups TRUE - Uint8 22-81 Kwadr-lineaire curvebenadering 100 % All set-ups TRUE 0 Uint8 22-82 Werkpuntberekening [0] Uitgesch. All set-ups TRUE - Uint8 22-83 Snelh. bij gn flow [tpm] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 67 Uint16 22-84 Snelh. bij gn flow [Hz] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -1 Uint16 22-85 Snelh. bij ontwerppunt [tpm] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 67 Uint16 22-86 Snelh. bij ontwerppunt [Hz] Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE -1 Uint16 22-87 Druk bij geen-flowsnelheid 0,000 NVT All set-ups TRUE -3 Int32 22-88 Druk bij nom. snelheid 999999,000 NVT All set-ups TRUE -3 Int32 22-89 Flow bij ontwerppunt 0,000 NVT All set-ups TRUE -3 Int32 22-90 Flow bij nom snelh. 0,000 NVT All set-ups TRUE -3 Int32
Wijzigen
tijdens bedrijf
Conver-
sie-index
Type
7
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 97
De frequentieomvormer progr...
ADAP-KOOL
7.2.18 23-** Tijdgebonden functies
®
Drive Bedieningshandleiding
7
Par. nr. Parameterbeschrijving Standaardwaarde 4-set-up Wijzigen
tijdens bedrijf
23-0* Tijdgeb. acties
23-00 AAN-tijd Uitdrukkingslimiet 2 set-ups TRUE 0 23-01 AAN-actie [0] Uitgesch. 2 set-ups TRUE - Uint8
23-02 UIT-tijd Uitdrukkingslimiet 2 set-ups TRUE 0 23-03 UIT-actie [0] Uitgesch. 2 set-ups TRUE - Uint8 23-04 Uitvoering [0] Dagelijks 2 set-ups TRUE - Uint8 23-1* Onderhoud 23-10 Onderhoudspunt [1] Motorlagers 1 set-up TRUE - Uint8 23-11 Onderhoudsactie [1] Smeren 1 set-up TRUE - Uint8 23-12 Onderhoud tijdsbasis [0] Uitgesch. 1 set-up TRUE - Uint8 23-13 Onderhoud tijdsinterval 1 u 1 set-up TRUE 74 Uint32
23-14 Onderhoudsdatum en tijd Uitdrukkingslimiet 1 set-up TRUE 0 23-1* Onderhoudsreset 23-15 Reset onderhoudswoord [0] Niet resetten All set-ups TRUE - Uint8 23-5* Energielog 23-50 Energielogresolutie [5] Laatste 24 uur 2 set-ups TRUE - Uint8
23-51 Start periode Uitdrukkingslimiet 2 set-ups TRUE 0 23-53 Energielog 0 NVT All set-ups TRUE 0 Uint32 23-54 Reset energielog [0] Niet resetten All set-ups TRUE - Uint8 23-6* Trending 23-60 Trendvariabele [0] Verm. [kW] 2 set-ups TRUE - Uint8 23-61 Continue bin data 0 NVT All set-ups TRUE 0 Uint32 23-62 Tijdgeb. bin data 0 NVT All set-ups TRUE 0 Uint32
23-63 Tijdgeb. periodestart Uitdrukkingslimiet 2 set-ups TRUE 0
23-64 Tijdgeb. periodestop Uitdrukkingslimiet 2 set-ups TRUE 0 23-65 Min. bin waarde Uitdrukkingslimiet 2 set-ups TRUE 0 Uint8 23-66 Reset continue bin data [0] Niet resetten All set-ups TRUE - Uint8 23-67 Reset tijdgeb. bin data [0] Niet resetten All set-ups TRUE - Uint8 23-8* Terugbet.teller 23-80 Verm.referentiefactor 100 % 2 set-ups TRUE 0 Uint8 23-81 Energiekosten 1,00 NVT 2 set-ups TRUE -2 Uint32 23-82 Investeringskosten 0 NVT 2 set-ups TRUE 0 Uint32 23-83 Energiebesparing 0 kWh All set-ups TRUE 75 Int32 23-84 Kostenbesparing 0 NVT All set-ups TRUE 0 Int32
Conver-
sie-index
Type
TimeOf-
DayWoD
ate
TimeOf-
DayWoD
ate
TimeOfD
ay
TimeOfD
ay
TimeOfD
ay
TimeOfD
ay
98 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
De frequentieomvormer progr...
7
7.2.19 25-** Compr.regelaar
ADAP-KOOL
®
Drive Bedieningshandleiding
Par. nr. Parameterbeschrijving Standaardwaarde 4-set-up Wijzigen
tijdens bedrijf 25-0* Systeeminst. 25-00 Compr.regelaar [0] Uitgesch. 2 set-ups FALSE - Uint8 25-04 Compressorwisssel [0] Uitgesch. All set-ups TRUE - Uint8 25-06 Aantal compressoren 2 NVT 2 set-ups FALSE 0 Uint8 25-2* Zone-instell 25-20 Neutr zone [eenh] 4,00 ReferentieTerugkEenheid All set-ups TRUE -2 Uint32 25-21 + Zone [eenh] 3,00 ReferentieTerugkEenheid All set-ups TRUE -2 Uint32 25-22 - Zone [eenh] 3,00 ReferentieTerugkEenheid All set-ups TRUE -2 Uint32 25-23 Neutrale zone vaste snelh [eenh] 4,00 ReferentieTerugkEenheid All set-ups TRUE -2 Uint32 25-24 + Zonevertr 120 s All set-ups TRUE 0 Uint32 25-25 - Zonevertr 60 s All set-ups TRUE 0 Uint32 25-26 ++ Zonevertr 60 s All set-ups TRUE 0 Uint32 25-27 -- Zonevertr 30 s All set-ups TRUE 0 Uint32 25-3* Staging-functies 25-30 Destaging bij geen flow [0] Uitgesch. All set-ups TRUE - Uint8 25-31 Staging-functie [0] Uitgesch. All set-ups TRUE - Uint8 25-32 Staging-functietijd 15 s All set-ups TRUE 0 Uint16 25-33 Destaging-functie [0] Uitgesch. All set-ups TRUE - Uint8 25-34 Destaging-functietijd 15 s All set-ups TRUE 0 Uint16 25-4* Staging-inst. 25-40 Uitloopvertr. 10,0 s All set-ups TRUE -1 Uint16 25-41 Aanloopvertr. 2,0 s All set-ups TRUE -1 Uint16 25-42 Staging-drempel Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 0 Uint8 25-43 Destaging-drempel Uitdrukkingslimiet All set-ups TRUE 0 Uint8 25-44 Staging-snelh. [tpm] 0 tpm All set-ups TRUE 67 Uint16 25-45 Staging-snelh. [Hz] 0,0 Hz All set-ups TRUE -1 Uint16 25-46 Destaging-snelh. [tpm] 0 tpm All set-ups TRUE 67 Uint16 25-47 Destaging-snelh. [Hz] 0,0 Hz All set-ups TRUE -1 Uint16 25-80 Compr.status 0 NVT All set-ups TRUE 0 VisStr[25] 25-81 Compressorstatus 0 NVT All set-ups TRUE 0 VisStr[25] 25-82 Eerste compressor 0 NVT All set-ups TRUE 0 Uint8 25-83 Relaisstatus 0 NVT All set-ups TRUE 0 VisStr[4] 25-84 Compressor AAN-tijd 0 u All set-ups TRUE 74 Uint32 25-85 Relais AAN-tijd 0 u All set-ups TRUE 74 Uint32 25-86 Reset relaistellers [0] Niet resetten All set-ups TRUE - Uint8 25-87 Interlock geïnverteerd 0 NVT All set-ups TRUE 0 Uint16 25-9* Service 25-90 Compressor Interlock [0] Uit All set-ups TRUE - Uint8 25-91 Handm. wisselen 0 NVT All set-ups TRUE 0 Uint8
Conver-
sie-index
Type
7
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive 99
De frequentieomvormer progr...
ADAP-KOOL
7.2.20 26-** Analoge I/O-optie MCB 109
®
Drive Bedieningshandleiding
7
Par. nr. Parameterbeschrijving Standaardwaarde 4-set-up Wijzigen
tijdens bedrijf 26-0* Anal. I/O-modus 26-00 Modus klem X42/1 [1] Spanning All set-ups TRUE - Uint8 26-01 Modus klem X42/3 [1] Spanning All set-ups TRUE - Uint8 26-02 Modus klem X42/5 [1] Spanning All set-ups TRUE - Uint8 26-1* Anal. ingang X42/1 26-10 Klem X42/1 lage spanning 0,07 V All set-ups TRUE -2 Int16 26-11 Klem X42/1 hoge spanning 10,00 V All set-ups TRUE -2 Int16 26-14 Klem X42/1 lage ref./terugk. waarde 0,000 NVT All set-ups TRUE -3 Int32 26-15 Klem X42/1 hoge ref./terugk. waarde 100,000 NVT All set-ups TRUE -3 Int32 26-16 Klem X42/1 filtertijdconstante 0,001 s All set-ups TRUE -3 Uint16 26-17 Klem X42/1 live zero [1] Ingesch. All set-ups TRUE - Uint8 26-2* Anal. ingang X42/3 26-20 Klem X42/3 lage spanning 0,07 V All set-ups TRUE -2 Int16 26-21 Klem X42/3 hoge spanning 10,00 V All set-ups TRUE -2 Int16 26-24 Klem X42/3 lage ref./terugk. waarde 0,000 NVT All set-ups TRUE -3 Int32 26-25 Klem X42/3 hoge ref./terugk. waarde 100,000 NVT All set-ups TRUE -3 Int32 26-26 Klem X42/3 filtertijdconstante 0,001 s All set-ups TRUE -3 Uint16 26-27 Klem X42/3 live zero [1] Ingesch. All set-ups TRUE - Uint8 26-3* Anal. ingang X42/5 26-30 Klem X42/5 lage spanning 0,07 V All set-ups TRUE -2 Int16 26-31 Klem X42/5 hoge spanning 10,00 V All set-ups TRUE -2 Int16 26-34 Klem X42/5 lage ref./terugk. waarde 0,000 NVT All set-ups TRUE -3 Int32 26-35 Klem X42/5 hoge ref./terugk. waarde 100,000 NVT All set-ups TRUE -3 Int32 26-36 Klem X42/5 filtertijdconstante 0,001 s All set-ups TRUE -3 Uint16 26-37 Klem X42/5 live zero [1] Ingesch. All set-ups TRUE - Uint8 26-4* Anal. uitgang X42/7 26-40 Klem X42/7 uitgang [0] Niet in bedrijf All set-ups TRUE - Uint8 26-41 Klem X42/7 min. schaal 0,00% All set-ups TRUE -2 Int16 26-42 Klem X42/7 max. schaal 100,00% All set-ups TRUE -2 Int16 26-43 Klem X42/7 uitgang busbesturing 0,00% All set-ups TRUE -2 N2 26-44 Klem X42/7 uitgang time-outinstelling 0,00% 1 set-up TRUE -2 Uint16 26-5* Anal. uitgang X42/9 26-50 Klem X42/9 uitgang [0] Niet in bedrijf All set-ups TRUE - Uint8 26-51 Klem X42/9 min. schaal 0,00% All set-ups TRUE -2 Int16 26-52 Klem X42/9 max. schaal 100,00% All set-ups TRUE -2 Int16 26-53 Klem X42/9 uitgang busbesturing 0,00% All set-ups TRUE -2 N2 26-54 Klem X42/9 uitgang time-outinstelling 0,00% 1 set-up TRUE -2 Uint16 26-6* Anal. uitgang X42/11 26-60 Klem X42/11 uitgang [0] Niet in bedrijf All set-ups TRUE - Uint8 26-61 Klem X42/11 min. schaal 0,00% All set-ups TRUE -2 Int16 26-62 Klem X42/11 max. schaal 100,00% All set-ups TRUE -2 Int16 26-63 Klem X42/11 uitgang busbesturing 0,00% All set-ups TRUE -2 N2 26-64 Klem X42/11 uitgang time-outinstelling 0,00% 1 set-up TRUE -2 Uint16
Conver-
sie-index
Type
100 MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL® Drive
Loading...