Daikin RXL35G3V1 Installation manuals [nl]

Page 1
OUTDOOR UNIT
R410A Split Series
INSTALLATION MANUAL
Installation manual
Installationsmanual
Installationshandbok
Asennusohje
Installierungshandbuch
Manuel d’installation
  
Instrukcja montazu
EnglishDanskSvenskaNorskSuomiDeutschFrançais
MODEL
RXL35G3V1B
Рóссêий
PolskiNederlands
Page 2
Veiligheidsmaatregelen
De hierin beschreven veiligheidsinstructies zijn ingedeeld in WAARSCHUWING en VOORZORGSMAATREGELEN. Deze bevatten beide belangrijke informatie betreffende veiligheid. Neem alle veiligheidsinstructies nauwkeurig in acht.
• Betekenis van de WAARSCHUWING en VOORZORGSMAATREGELEN mededelingen
WAARSCHUWING ............. Het negeren van een WAARSCHUWING zal hoogstwaarschijnlijk zeer ernstige gevolgen
hebben, zoals de dood of een zware verwonding.
VOORZORGSMAATREGELEN
• De veiligheidssymbolen die in deze handleiding worden getoond hebben de volgende betekenissen:
Volg deze instructies zeker op. U dient een aarding aan te brengen. Probeer dit nooit.
Laat na het voltooien van de installatie het apparaat proefdraaien om op fouten te controleren en instrueer de cliënt in
het gebruik en onderhoud van de airconditioner aan de hand van de bedieningshandleiding.
• Laat de installatie door uw dealer of door vakbekwaam personeel uitvoeren.
Probeer de airconditioner niet zelf te installeren. Fouten bij installatie kunnen waterlekkage, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
• Installeer de airconditioner conform de instructies van deze installatiehandleiding.
Fouten bij installatie kunnen waterlekkage, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
• Gebruik uitsluitend de voorgeschreven accessoires en onderdelen om het toestel te installeren.
Het niet gebruiken van de voorgeschreven onderdelen tijdens installatie kan het omvallen van de unit, waterlekkage, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben
• Installeer de airconditioner op een fundering die sterk genoeg is om het gewicht van de unit te kunnen hebben.
Op een te zwakke fundering kan de unit omvallen en lichamelijk letsel veroorzaken.
De aanleg van de elektrische bedrading moet uitgevoerd worden overeenkomstig de betreffende plaatselijke en landelijke voorschriften en volgens de instructies in deze installatiehandleiding. Gebruik uitsluitend een apart stroomvoorzieningscircuit
Gebruik van een stroomvoorzieningscircuit met onvoldoende capaciteit en ondeskundige installatie kan elektrische schokken of brand veroorzaken.
• Gebruik kabels van geschikte lengte.
Gebruik geen afgetakte kabels of een verlengsnoer, aangezien dit oververhitting, elektrische schokken of brand kan veroorzaken.
Zorg ervoor dat alle bekabeling stevig is vastgezet, het juiste type kabel wordt gebruikt en dat er op de aansluitpunten of kabels geen druk wordt uitgeoefend.
• Leid, wanneer de voedingskabel en de bekabeling tussen de binnen- en buitenunits verbonden worden, de kabels zodanig dat het deksel van de besturingskast goed bevestigd kan worden.
Als het deksel van de besturingskast niet correct bevestigd wordt, kan gevaar voor elektrische schokken, brand of oververhitting van de aansluitpunten ontstaan.
• Als er tijdens installatie koelmiddelgas ontsnapt, dient de ruimte onmiddellijk goed gelucht te worden.
Als het koelmiddel tot ontbranding komt, kunnen er giftige gassen vrijkomen.
Controleer na het voltooien van de installatie of er geen lekkage van koelmiddelgas is.
koelmiddelgas weglekt en dit in contact komt met warmtebronnen, zoals gasfornuizen, kookplaten of verwarmingstoestellen met warmtespiralen
• Bij het installeren of verplaatsen van de airconditioner, het koelmiddelcircuit ontluchten zodat dit vrij is van lucht en uitsluitend het voorgeschreven koelmiddel (R410A) gebruiken.
De aanwezigheid van lucht of andere vreemde bestanddelen in het koelmiddelcircuit heeft een abnormale toename van druk tot gevolg, wat beschadiging van de apparatuur en zelfs letsel kan veroorzaken.
• Bij installatie de koelmiddelleidingen stevig bevestigen alvorens de compressor te laten draaien.
Als de compressor niet aangesloten is en de afsluitklep open is wanneer de compressor wordt ingeschakeld, wordt er lucht naar binnen gezogen wat een abnormale druk in de koelcyclus tot gevolg heeft en beschadiging van de apparatuur en zelfs letsel kan veroorzaken.
• Tijdens het leegpompen, de compressor stopzetten alvorens de koelmiddelleidingen los te maken.
Als tijdens het leegpompen de compressor nog draait en de afsluitklep open is, wordt er wanneer de koelmiddelleidingen losgemaakt worden lucht naar binnen gezogen wat een abnormale druk in de koelcyclus tot gevolg heeft en beschadiging van de apparatuur en zelfs letsel kan veroorzaken.
• De airconditioner moet geaard worden.
Onvoldoende aarding kan elektrische schokken veroorzaken.
Plaats een aardlekschakelaar.
Het niet plaatsen van een aardlekschakelaar kan gevaar voor elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
.... Een VOORZORGSMAATREGELEN niet opvolgen kan ernstige gevolgen hebben.
WAARSCHUWING
Verkeerd aangesloten of bevestigde kabels kunnen abnormale warmteontwikkeling of brand veroorzaken
Er kunnen giftige gassen vrijkomen als
.
Aard het apparaat niet aan een gas- of waterpijp, bliksemafleider of telefoon-aardkabel.
.
.
.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Installeer de airconditioner niet op plaatsen waar het gevaar bestaat van lekkage van ontvlambaar gas.
In het geval van een gaslekkage, kan de opeenhoping van gas in de buurt van de airconditioner het uitbreken van brand veroorzaken.
• Installeer volgens de aanwijzingen van deze installatiehandleiding afvoerleidingen om voor goede afvoer te zorgen en isoleer leidingen om condensvorming te voorkomen.
Het op verkeerde wijze aanleggen van de afvoer kan waterlekkage binnenshuis en schade aan eigendommen tot gevolg hebben.
• Trek de trompmoer aan volgens de voorgeschreven methode, bijvoorbeeld met een torsiesleutel.
Als de trompmoer te vast gedraaid wordt, kan deze na verloop van tijd gaan scheuren en koelmiddellekkage veroorzaken.
Neem passende maatregelen om te voorkomen dat de buitenunit gebruikt gaat worden als een onderkomen voor kleine dieren.
Als kleine dieren in contact komen met elektrische onderdelen, kan dit defecten, rook of brand veroorzaken. Vertel de klant om het gedeelte rondom de unit schoon te houden.
Nederlands 1
Nederlands
Page 3
Accessoires
Bij de buiteneenheid geleverde accessoires:
(B) Label voor koelmiddelvulling
(A) Installatiehandleiding
1
1
Voorzorgsmaatregelen bij het kiezen van de plaats
1) Kies een plaats die stevig genoeg is om het gewicht van de eenheid te dragen, de trillingen te weerstaan en een plaats waar het werkingsgeluid niet versterkt wordt.
2) Kies een plaats waar de hete lucht die uit de eenheid komt of het werkingsgeluid geen hinder oplevert voor de buren van de gebruiker.
3) Vermijd plaatsen vlak in de buurt van een slaapkamer en dergelijke, zodat het werkingsgeluid geen hinder vormt.
4) Er dient voldoende ruimte te zijn om de eenheid naar de plaats van installatie en daar vandaan te dragen.
5) Er dient voldoende ruimte te zijn voor de luchtdoorstroming en er mogen zich rondom de luchtinlaat en de luchtuitlaat geen obstakels bevinden.
6) Op de installatieplek mag niet de mogelijkheid bestaan dat er een lekkage van brandbaar gas van een naburige lokatie kan plaatsvinden.
7) Installeer de eenheden, de netspanningskabels en de tussen-eenheid kabels op een afstand van tenminste 3 meter van televisie­en radiotoestellen vandaan. Dit om storingen van beelden en geluiden te voorkomen. (Storing kan hoorbaar zijn, ook al is de afstand meer dan 3 meter, afhankelijk van de conditie van de radiogolven.)
8) In kustgebieden of op andere plaatsen waar de atmosfeer door sulfaatgassen zouthoudend is, bestaat de kans dat de levensduur van de airconditioning door corrosie verkort wordt.
9) Aangezien de buiteneenheid water afvoert, niets onder de eenheid plaatsen dat niet met vocht in aanraking mag komen.
OPMERKING
Deze unit kan niet hangend aan het plafond of gestapeld worden gemonteerd.
VOORZORGSMAATREGELEN
Volg onderstaande instructies op wanneer de airconditioner in de buitenlucht is opgesteld en lage temperaturen voorkomen.
1) Plaats de buitenunit, om het apparaat zoveel mogelijk tegen de wind te beschermen, met de luchtinlaat aan de zijde van de muur.
2) Installeer de buitenunit nooit op een plaats waar de wind direct in de luchtinlaat kan blazen.
3) Plaats een schot om de luchtuitlaat van de buitenunit van de wind af te schermen.
4) Installeer de buitenunit in gebieden met zware sneeuwval op een plaats waar de sneeuw geen invloed kan hebben op de unit.
Maak een voldoende groot afdak. Plaats de unit op een verhoging.
Installeer de unit zo dat deze niet kan ondersneeuwen.
2 Nederlands
Page 4
Tekeningen voor de installatie van buitenunit
de
Max. toegestane lengte
Min. toegestane lengte
**
Max. toegestane hoogte
Extra koelvloeistof
*
nodig wanneer de leidingen langer zijn dan 10m.
Gaspijp
Vloeistofpijp
Let er op dat u de juiste hoeveelheid koelvloeistof toevoegt.
*
Als dat niet gebeurt, kunnen de prestaties tegenvallen.
We adviseren u om als minimale leidinglengte 1,5 m aan te
**
houden om lawaai van de buitenunit en trillingen te voorkomen.
(Afhankelijk van de plaars waar en de manier waarop het
apparaat geïnstalleerd is kunnen mechanische geluiden en
trillingen ontstaan.)
20m
1,5m
15m
20g/m
Buitendiameter 12,7mm
Buitendiameter 6,4mm
Onderhoudsdeksel
Wind het plakband rond de pijpen van beneden naar boven.
VOORZORGSMAATREGELEN
**
De leidinglengte moet minimaal 1,5m en maximaal 20m zijn.
Op plaatsen met een gebrekkige afvoer kunt u de buitenunit op blokken zetten. Stel de hoogte van de voeten bij tot de buitenunit horizontaal staat. Als dat niet het geval is, kan water zich ophopen en gaan lekken.
580mm
(Midden voetbout gat)
(Vanaf de zijkant van de unit)
120mm
250mm van de muur
330mm
(Midden
voetboutgaten)
Gebruik voetbouten of tuidraden waar er het risico is dat de unit valt.
Ruimte nodig voor leidingen en elektrisch onderhoud.
Deksel van de afsluiter
Nederlands
Nederlands 3
Page 5
Installatievoorschriften
• Als er een muur of een ander obstakel in de weg staat van de luchtinlaat of de luchtuitlaat, dient u de installatie richtlijnen hieronder te volgen.
Bij montage in situaties als weergegeven in de onderstaande afbeeldingen moet de muurhoogte aan uitlaatzijde minimaal 1200mm hoog zijn.
Muur aan een kant
Minstens 100 Minstens 350
1200 of minder
Zijaanzicht
Muren aan twee kanten
Minstens 350
Minstens 100
Minstens 50 Minstens 50
Muren aan drie kanten
Minstens 50
Bovenaanzicht
Minstens 100
Minstens 350
Bovenaanzicht
Eenheid: mm
Voorzorgsmaatregelen Tijdens De Installati
• Controleer of de ondergrond solide genoeg en waterpas is zodat de airconditioner geen trillingen en/of lawaai zal veroorzaken.
• Monteer het apparaat volgens de aanwijzingen in en zet het apparaat stevig vast met bouten. (Voor het ophangen van de unit zijn vier normaal in de handel verkrijgbare M8 of M10 funderingsbouten, moeren en vulringen nodig.)
• Draai de funderingsbouten in de ondergrond tot ze nog ongeveer 20mm uitsteken.
20
Installatie van de buitenunit
Installeren van de buitenunit.
1.
1) Lees in de bijgeleverde installatiehandleiding de paragrafen “Voorzorgsmaatregelen bij het kiezen van de plaats” en “Tekeningen voor de installatie van de buitenunit”.
4 Nederlands
Page 6
Optrompen van uiteinde van de
2.
pijp.
1) Snijd de pijp op maat met een pijpensnijder.
2) Verwijder bramen met het uiteinde van de pijp naar
beneden wijzend zodat er niks in de pijp valt.
3) Doe de moer op de pijp.
4) Tromp de pijp op.
5) Controleer de maten.
(Snijd exact loodrecht af)
Zet precies in de positie zoals hieronder aangegeven.
A
A 0-0,5mm
Mal
Trompgereedschap voor R410A
Optrompen
Clutch
Verwijder bramen
Standaard trompgereedschap
Clutch (Rigid)
1,0-1,5mm
Vleugelmoer (Imperial)
Controleer
Het binnen-oppervlak van de tromp moet perfect zijn.
1,5-2,0mm
Het uiteinde van de pijp moet gelijkmatig getrompt zijn in een perfecte cirkel.
Let er op dat de moer is aangebracht.
WAARSCHUWING
1) Gebruik geen minerale olie op getrompte delen.
2) Voorkom dat minerale olie in het systeem kan komen. Hierdoor wordt de levensduur van de apparaten nadelig beïnvloedt.
3) Gebruik altijd nieuwe, ongebruikte leidingen. Gebruik alleen de onderdelen die bij het systeem werden geleverd.
4) Gebruik nooit een ontvochtiger in dit R410A-apparaat om de levensduur van het apparaat te verlengen.
5) Het materiaal van de ontvochtiger kan oplossen en het systeem beschadigen.
6) Als u de pijp niet voldoende optrompt, kan er koelgas gaan lekken.
Koelleidingen.
3.
VOORZORGSMAATREGELEN
1) Gebruik de flensmoer die aan de hoofdunit is bevestigd. (Om barsten van de flensmoer door veroudering te voorkomen.)
2) Breng om gaslekkage te voorkomen koelcompressorolie aan op de binnenzijde van de flens. (Gebruik koelcompressorolie voor R410A.)
3) Gebruik torsiesleutels wanneer u de flensmoeren aandraait om beschadiging van de flensmoeren en gaslekkage te voorko­men.
Lijn de middelpunten van beide flenzen met elkaar uit en draai de flensmoeren 3 of 4 slagen met de hand vast. Draai ze ver­volgens volledig vast met behulp van de torsiesleutels.
Breng geen koelcompressorolie
aan op de buitenzijde.
Flensmoer
Breng geen koelcompressorolie aan op de
flensmoer om te voorkomen dat deze met
de torsiesleutel te vast wordt aangedraaid.
Gas-zijde Vloeistof-zijde 1/2 inch 1/4 inch 49,5-60,3N
(505-615kgf
[Breng olie aan]
Breng koelcompressorolie
aan op de binnenzijde van
de flens.
Trompmoer torsie
l
m 14,2-17,2N l m
l
cm) (144-175kgf l cm)
Sleutel
Pijpverbinding
Gas-zijde Vloeistof-zijde 1/2 inch 1/4 inch 48,1-59,7N
(490-610kgf
Onderhoudsopening 10,8~14,7N l m deksel aanhaaltorsie (110~150kgf
[Vastdraaien]
Momentsleutel
Flensmoer
Klep-dop aanhaaltorsie
l
m 21,6-27,4N l m
l
cm) (220-280kgf l cm)
l
cm)
Nederlands 5
Nederlands
Page 7
Installatie van de buitenunit
Ontluchten en controleren op gaslekkage.
4.
• Wanneer alle leidingen geïnstalleerd zijn moet de lucht uit het systeem worden verwijderd en het systeem op gasdichtheid worden gecontroleerd.
WAARSCHUWING
1) Meng de voorgeschreven koelvloeistof (R410A) niet met andere stoffen.
2) Ventileer de ruimte zo snel en volledig mogelijk wanneer er tijdens het ontluchten koelmiddel uit het systeem is ontsnapt.
3) Voer R410A, maar ook alle andere koelmiddelen, altijd milieuvriendelijk af; laat het nooit ontsnappen.
4) Gebruik een vacuümpomp die uitsluitend wordt gebruikt voor R410A. Wanneer de vacuümpomp voor meerdere soorten koelmiddel wordt gebruikt, kan de vacuümpomp of het apparaat beschadigen.
• Als u Koelvloeistof wilt bijvullen, ontlucht dan de koelleidingen en de binnenunit met een vacuumpompen voeg vervolgens de extra koelvloeistof toe.
• Gebruik een binnenzeskantsleutel (4mm) om de sluitklep te bedienen.
• Alle aansluitingen van de koelleidingen moeten met een torsiesleutel tot de voorge­schreven waarde vastgezet worden.
Samengestelde manometer
Manometerverdeelstuk
Lage-drukklep
Toevoerslangen
Vacuumpomp
Drukmeter
Hoge-drukklep
Klepdeksels
Onderhoudsopening
Vloeistofklep
Gasklep
1) Sluit het losse eind van de toevoerslang (afkomstig van het manometerverdeelstuk) aan op de onderhoudsopening van de gasklep.
2) Open de lage-drukklep van het verdeelstuk (Lo) helemaal en sluit de hoge-drukklep (Hi) helemaal. (De hoge-drukklep wordt hierna niet meer gebruikt.)
3) Zet de vacuumpomp aan en stel hem af zodat de samengestelde druk 0,1MPa (76cmHg) is. *1.
4) Sluit de lage-drukklep (Lo) van het verdeelstuk en stop de vacuumpomp. (Houd alles een paar minuten zo staan om te zien of de uitlezing van de drukmeter niet terugloopt.) *2.
5) Verwijder de deksels van de Vloeistof- en gasklep.
6) Draai de staaf van de vloeistofklep 90 graden tegen de klok in met een binnenzeskantsleutel om de klep te openen. Sluit hem weer na 5 seconden en controleer of er gas gelekt heeft. Controleer de aansluitingen op de binnenunit en de aansluitingen en de kleppen op de buitenunit met een sopje. Veeg het sop weer weg als u klaar bent met controleren.
7) Haal de toevoerslang van de onderhoudsopening van de gasklep af en zet vervolgens de vloeistof- en gaskleppen helemaal open. (Forceer ze niet.)
Zet de klepdesels en de onderhoudsopening-afsluiting terug en draai ze vast tot de voorgeschreven waarde met een torsiesleutel.
8)
*1. Pijplengte en looptijd vacuumpomp.
Pijplengte Tot 15 meter Meer dan 15 meter
Looptijd Minstens 10 minuten Minstens 15 minuten
*2. Als de uitlezing van de manometer plots terugloopt, kan de koelvloeistof water bevatten, of kan er een losse pijpverbinding in het
systeem zitten. Controleer alle pijpverbindingen en draai indien nodig moeren aan, herhaal vervolgens de stappen 2) tot en met 4).
6 Nederlands
Page 8
Het systeem vullen met koelmiddel.
5.
Controleer eerst of het te gebruiken koelmiddel overeenkomt met het koelmiddel op het typeplaatje.
Voorzorgsmaatregelen wanneer R410A wordt toegevoegd Vul het systeem via de vloeistofleiding met vloeistof.
Omdat het een koelmiddel een mengsel is, zal de samenstelling van het koelmiddel veranderen wanneer het koelmiddel in gas­vorm wordt toegevoegd, waardoor het systeem niet normaal zal werken.
1) Controleer, voordat u begint met het bijvullen, of de cilinder een sifon heeft of niet. (Let op een melding als “liquid filling siphon attached” of vergelijkbare melding.)
Vullen met een cilinder met een sifon
Houd de cilinder rechtop tijdens het vullen.
Vullen met andere cilinders
Houd de cilinder ondersteboven tijdens het vullen.
In de cilinder is een sifon aanwezig, waardoor u deze niet ondersteboven hoeft te houden.
• Gebruik altijd dezelfde gereedschappen bij het verwerken van R410A om te voorkomen dat vreemde substanties in het
systeem terecht kunnen komen.
Belangrijke informatie over het gebruikte koelmiddel
Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen die onder het Kyoto-protocol vallen. Laat de gassen niet vrij in de atmosfeer.
Koelmiddeltype:
(1)
GWP
waarde: 1975
(1)
GWP = Global Warming Potential (globaal opwarmingspotentieel)
R410A
Schrijf met onuitwisbare inkt,
1
n
de hoeveelheid koelmiddel van het product gevuld in de fabriek,
2
n
de lokaal bijgevulde extra hoeveelheid koelmiddel en
1 + 2
n
de totale hoeveelheid koelmiddel
op het bij het product geleverde label voor de hoeveelheid koelmiddel.
Het ingevulde label moet in de buurt van de vulpoort van het product worden aangebracht (bijv. op de binnenzijde van het deksel van de afsluiter).
6
5
1 hoeveelheid koelmiddel van het
product gevuld in de fabriek: zie naamplaatje van de unit
2 lokaal bijgevulde extra
hoeveelheid koelmiddel
4
3 totale hoeveelheid koelmiddel
1
4 Bevat gefluoreerde
broeikasgassen die onder het Kyoto-protocol vallen
2
5 buitenunit
3
6 koelmiddelfles en verdeelstuk
voor vullen
Koelmiddelleidingen.
6.
6-1 Waarschuwingen betreffende het omgaan met de pijpen.
1) Bescherm het open eind van de pijp tegen stof en vocht.
2) Alle bochten in de pijpen moeten zo geleidelijk mogelijk zijn. Gebruik een pijpenbuiger.
6-2 Keuze van koper en warmte isolatiemateriaal.
Indien u gebruik maakt van koperen leidingen en fittingen uit de han­del, dient u het volgende in acht te nemen:
1) Isolatiemateriaal: Polyethyleen schuim Warmtegeleiding: 0,041 tot 0,052W/mK (0,035 ot 0,045kcal/(mh •°C)) Het oppervlak van de leidingen uit het koelcircuit kan een maximumtemperatuur van 110°C bereiken. Kies isolatiemateriaal dat bestand is tegen een dergelijke temperatuur.
2) Let er op dat u zowel de gas- als de vloeistofpijp isoleert en neem de volgende afmetingen in acht.
Gas-zijde Vloeistof-zijde
Buitendiameter
12,7mm
Buitendiameter
6,4mm
Minimale buigingshoek
Dikte 0,8mm (C1220T-O)
3) Gebruik aparte thermische isolatiepijpen voor de gas- en vloeistofpijpen.
Gaspijp ther-
mische isolatie
Binnendiameter
14 - 16mm
Muur
Vloeistofpijp
Regen
Vloeistofpijp
Dek af met een dop.
Heeft u geen dop, dek de opening dan af met een stuk plakband om water of vuil te weren.
Gaspijp
Verbindingsdraden
thermische
isolatie
Binnendiameter
8 - 10mm
Dikte minimaal 10mm40mm of meer 30mm of meer
Gaspijp-isolatie
Afwerkband
Vloeistofpijp-isolatie
Afvoerslang
Nederlands
Nederlands 7
Page 9
Uitpompen
Pomp het systeem altijd helemaal leeg om vervuiling van het milieu te voorkomen wanneer het apparaat verp­laatst of afgevoerd wordt.
1) Verwijder het klepdeksel van de vloeistof- en de gasafsluiter.
2) Activeer de geforceerde koeling.
3) Sluit na vijf tot tien minuten de vloeistofafsluiter met een zeskantsleutel.
4) Sluit na twee tot drie minuten de gasafsluiter en stop de geforceerde koeling.
Vloeistofafsluiter
Zeskantsleutel
Sluiten
Gasafsluiter
Onderhoudsopening
Klepdeksel
Geforceerd koelen
1) Druk op de toets Geforceerde bediening (SW1) om geforceerd koelen in te schakelen. Druk op de toets Geforceerde bedien­ing (SW1) om geforceerd koelen uit te schakelen.
S102
S2
N
LED-A
ABCD
SW4
ON
SW1
Schakelaar voor geforceerde bediening
8 Nederlands
Page 10
Bedrading
WAARSCHUWING
1) Sluit het nooit aan met behulp van een gedeeld snoer, een gevlochten snoer, verlengsnoer of een verdeelstekker, omdat daar-
door gevaar voor warmteontwikkeling, elektrische schokken of brand kan ontstaan.
2) Gebruik nooit vervangende niet-originele elektrisch onderdelen in het product. (Sluit de voeding voor de afvoerpomp en
andere hulpapparaten nooit aan op het aansluitingenblok in het apparaat.) Wanneer u dit toch doet kan gevaar voor elek­trische schokken of brand ontstaan.
3) Plaats een aardlekschakelaar. (Een schakelaar die geschikt is voor hogere harmonischen.)
(Dit apparaat maakt gebruik van een omzetter, dus monteer een aardlekschakelaar die geschikt is voor harmonischen, om te voorkomen dat de aardlekschakelaar zelf niet meer werkt.)
4) Gebruik een onderbrekerschakelaar met gescheiden polen en een contactafstand van ten minste 3mm.
5) Sluit de stroomdraad niet aan op de binnenunit. Wanneer u dit toch doet kan gevaar voor elektrische schokken of brand ontstaan.
• Schakel de hoofdschakelaar nooit in voordat alle aansluitingen zijn gemaakt.
1) Strip de isolatie van de bekabeling af
(20mm). Verwijder 15mm van de isolatie van de bekabeling tussen de units alvorens de kabels op de stekkers aan te sluiten.
2) Sluit de bekabeling tussen de binnen- en
buitenunits zodanig aan dat de nummers
van de aansluitpunten met elkaar overeenkomen.
Sluit de bekabeling tussen de units aan op de stekker van aansluitpunt 1 en de stekker van aansluitpunt 2 zoals getoond in de afbeelding. Na het insteken van de bekabeling tussen de units in de stekkers, licht aan de kabels trekken om te controleren of deze goed vast zitten.
3) Draai de aansluitpuntschroeven stevig
vast. Gebruik voor het vastdraaien van de schroeven een platte schroevendraaier. De schroeven zijn verpakt samen met het klemmenbord.
Zet de draden stevig vast met de aansluitingsschroeven.
Kit met onderplaatverwarmingstape
Gebruik, wanneer de kabellengte groter is dan 10 meter, draad met een diameter van 2,0mm.
1 2
Binnenunit
3
Zet de draden stevig vast met de aansluitingsschroeven.
Buitenunit
123
H05RN
LN
Hier drukken
Stekker
Hier drukken
Duw de insteekopening van de stekkers in en steek de bekabeling tussen de units volledig naar binnen. Na het insteken van de bekabeling tussen de units in de stekkers, licht aan de kabels trekken om te controleren of deze goed vast zitten.
Gebruik draad met een diameter van 2,0mm.
Zekering 20A
Aarde
Verbindingsdraden
Aardlekschakelaar
Netvoeding
50Hz 220-240V
Goed
Fout
Als gevlochten draden worden gebruikt, moet u deze zorgvuldig in elkaar draaien zodat ze netjes in de stekker passen.
Aansluitingenblok voor de voeding
N
LN
N
Gebruik de voorgeschreven kabelsoort en zet deze stevig vast.
Stekkers
Zet de trekontlasting goed vast zodat de kabelaansluitingen niet van buitenaf belast kunnen worden.
123
Leid de kabels zodanig zodat het onderhoudsluik en de afdekkap van de afsluiter goed aanliggen.
Nederlands 9
Nederlands
Page 11
Bedrading
Let op de volgende opmerkingen wanneer u de voedingskabel aansluit op het aansluitingenblok. Aandachtspunten bij het aansluiten van de voedingskabel. Gebruik een oogaansluiting voor de verbinding op het aansluitingenblok. Let op de volgende punten wanneer dat om onoverkomelijke redenen niet mogelijk is. Monteer aansluitogen zodanig op de aders dat de isolatie daarvan aansluit op het aansluitoog.
Aansluitoog
Kabelboom
• De massa-aansluiting maken Monteer een aansluitoog op de volgende manier.
Goed Fout
Schroeven
Aansluitoog
Vlakke vulring
Schroeven
Vlakke vulring
Aansluitoog
VOORZORGSMAATREGELEN
Vergeet niet, bij het maken van de aansluitingen op de printplaat met behulp van één enkele kabel, een lus in de kabel te maken. Door problemen bij de installatie kan door warmteontwikkeling brand ontstaan.
Betreffende de verbindingsdraden en stroomkabels
4) Trek aan de kabel en controleer of deze niet losgeraakt is. Zet de kabel vervolgens vast met een bevestigingsbandje.
10 Nederlands
Page 12
Proefdraaien en eindcontrole
Proefdraaien en testen.
1.
1-1 Meet het voltage van de voeding en verzeker u ervan dat dit binnen de voorgeschreven grenzen valt.
1-2 Proefdraaien dient te geschieden met koelen of verwarmen.
• Bij het koelen kiest u de laagste temperatuur die kunt instellen; bij verwarmen de hoogst mogelijke.
1) Afhankelijk van de kamertemperatuur kan het proefdraaien met koelen of verwarmen onmogelijk blijken.
2) Nadat u proef gedraait hebt zet u de temperatuur op een normale waarde (26°C tot 28°C voor koelen, 20°C tot 24°C voor verwarmen).
3) Om het systeem te beschermen, zal de airconditioner tot 3 minuten nadat hij is uitgezet niet aan kunnen gaan.
1-3 Voer de test procedur zoals die beschreven staat in de gebruikers handleiding om te controleren of alle
functies en onderdelen, zoals het bewegen van de jaloezie, naar behoren functioneren.
• Als de airconditioner in de waakstand (STANDBY) staat verbruikt hij toch nog wat elektriciteit. Als het systeem voor
langere tijd na de installatie niet gebruikt zal worden, kunt u energie besparen door de onderbreker uit te zetten.
• Als de onderbreker de stroom naar de airconditioner uitschakelt, zal het systeem wanneer de stroomvoorziening weer
hersteld wordt vanzelf in de stand staan waarin het stond toen de stroom uitviel.
Testonderdelen.
2.
Testonderdelen Symptoom
De binnen- en buitenunit zijn goed gemonteerd op solide ondergrond. Val, vibratie, lawaai
Geen koelgaslekkage.
De koelleidingen en het binnenstuk van de afvoerslang zijn thermisch ge­isoleerd.
De afvoerpijp is correct aangebracht. Waterlekkage
Het systeem is goed geaard. Kortsluiting
De verbindingsbedrading is correct aangesloten.
De luchtin- en uitlaten van de binnen- en buitenunits worden niet belem­merd. De koel-sluitkleppen zijn open.
De binnenunit kan de signalen van de afstandsbediening goed ontvangen. Functioneert niet
Onvoldoende koeling of verwarming
Waterlekkage
Apparaat functioneert niet of brand­schade
Onvoldoende koeling of verwarming
Gecontroleerd
Nederlands 11
Nederlands
Page 13
MEMO
12 Nederlands
Page 14
Two-dimensional bar code is a code for manufacturing.
3P232550-13C M10B238
(1010) HT
Loading...