Daikin RXS50J2V1B, RKS50J2V1B, RKS60F3V1B, RXS50G2V1B, RKS50G2V1B Installation manual [nl]

...
INSTALLATION MANUAL
R410A Split Series
Models RXS50J2V1B RKS50J2V1B RXS60F3V1B RKS60F3V1B RXS50G2V1B RKS50G2V1B RXS60F2V1B RKS60F2V1B RYN50E3V1B RN50E3V1B RYN60E3V1B RN60E3V1B RX50G2V1B ARXS50G2V1B RX60G2V1B ARXS50E3V1B
Installation manual
R410A Split series
Installationsanleitung
Split-Baureihe R410A
Manuel d’installation
Série split R410A
Montagehandleiding
R410A Split-systeem
Manual de instalación
Serie Split R410A
Manuale d’installazione
Serie Multiambienti R410A
Εγχειρßδιο εγκατÜστασηò
διαιροýìενηò σειρÜò R410A
Manual de Instalação
Série split R410A
English
Deutsch
Français
Nederlands
Español
Italiano
ΕλληνικÜ
Portugues
Рóêоводство по монтажó
Серия R410A с раздельной óстановêой
Montaj kýlavuzlarý
R410A Split serisi
Рóссêий
Türkçe
Veiligheidsmaatregelen
De hierin beschreven veiligheidsinstructies zijn ingedeeld in WAARSCHUWING en VOORZORGSMAATREGELEN. Deze bevatten beide belangrijke informatie betreffende veiligheid. Neem alle veiligheidsinstructies nauwkeurig in acht.
• Betekenis van de WAARSCHUWING en VOORZORGSMAATREGELEN mededelingen
WAARSCHUWING..............Het negeren van een WAARSCHUWING zal hoogstwaarschijnlijk zeer ernstige gevolgen
hebben, zoals de dood of een zware verwonding.
VOORZORGSMAATREGELEN
• De veiligheidssymbolen die in deze handleiding worden getoond hebben de volgende betekenissen:
Volg deze instructies zeker op. U dient een aarding aan te brengen. Probeer dit nooit.
• Laat na het voltooien van de installatie het apparaat proefdraaien om op fouten te controleren en instrueer de cliënt in het gebruik en onderhoud van de airconditioner aan de hand van de bedieningshandleiding.
• Laat de installatie door uw dealer of door vakbekwaam personeel uitvoeren.
Probeer de airconditioner niet zelf te installeren. Fouten bij installatie kunnen waterlekkage, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
• Installeer de airconditioner conform de instructies van deze installatiehandleiding.
Fouten bij installatie kunnen waterlekkage, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
• Gebruik uitsluitend de voorgeschreven accessoires en onderdelen om het toestel te installeren.
Het niet gebruiken van de voorgeschreven onderdelen tijdens installatie kan het omvallen van de unit, waterlekkage, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
• Installeer de airconditioner op een fundering die sterk genoeg is om het gewicht van de unit te kunnen hebben.
Op een te zwakke fundering kan de unit omvallen en lichamelijk letsel veroorzaken.
De aanleg van de elektrische bedrading moet uitgevoerd worden overeenkomstig de betreffende plaatselijke en landelijke voorschriften en volgens de instructies in deze installatiehandleiding. Gebruik uitsluitend een apart stroomvoorzieningscircuit
Gebruik van een stroomvoorzieningscircuit met onvoldoende capaciteit en ondeskundige installatie kan elektrische schokken of brand veroorzaken.
• Gebruik kabels van geschikte lengte.
Gebruik geen afgetakte kabels of een verlengsnoer, aangezien dit oververhitting, elektrische schokken of brand kan veroorzaken.
Zorg ervoor dat alle bekabeling stevig is vastgezet, het juiste type kabel wordt gebruikt en dat er op de aansluitpunten of kabels geen druk wordt uitgeoefend.
• Leid, wanneer de voedingskabel en de bekabeling tussen de binnen- en buitenunits verbonden worden, de kabels zodanig dat het deksel van de besturingskast goed bevestigd kan worden.
Als het deksel van de besturingskast niet correct bevestigd wordt, kan gevaar voor elektrische schokken, brand of oververhitting van de aansluitpunten ontstaan.
• Als er tijdens installatie koelmiddelgas ontsnapt, dient de ruimte onmiddellijk goed gelucht te worden.
Als het koelmiddel tot ontbranding komt, kunnen er giftige gassen vrijkomen.
Controleer na het voltooien van de installatie of er geen lekkage van koelmiddelgas is.
Er kunnen giftige gassen vrijkomen als koelmiddelgas weglekt en dit in contact komt met warmtebronnen, zoals gasfornuizen, kookplaten of verwarmingstoestellen met warmtespiralen.
• Bij het installeren of verplaatsen van de airconditioner, het koelmiddelcircuit ontluchten zodat dit vrij is van lucht en uitsluitend het voorgeschreven koelmiddel (R410A) gebruiken.
De aanwezigheid van lucht of andere vreemde bestanddelen in het koelmiddelcircuit heeft een abnormale toename van druk tot gevolg, wat beschadiging van de apparatuur en zelfs letsel kan veroorzaken.
• Bij installatie de koelmiddelleidingen stevig bevestigen alvorens de compressor te laten draaien.
Als de koelmiddelleidingen niet aangesloten zijn en de afsluitklep open is wanneer de compressor wordt ingeschakeld, wordt er lucht naar binnen gezogen wat een abnormale druk in de koelcyclus tot gevolg heeft en beschadiging van de apparatuur en zelfs letsel kan veroorzaken.
• Tijdens het leegpompen, de compressor stopzetten alvorens de koelmiddelleidingen los te maken.
Als tijdens het leegpompen de compressor nog draait en de afsluitklep open is, wordt er wanneer de koelmiddelleidingen losgemaakt worden lucht naar binnen gezogen wat een abnormale druk in de koelcyclus tot gevolg heeft en beschadiging van de apparatuur en zelfs letsel kan veroorzaken.
• De airconditioner moet geaard worden.
Aard het apparaat niet aan een gas- of waterpijp, bliksemafleider of telefoon-aardkabel. Onvoldoende aarding kan elektrische schokken veroorzaken.
• Plaats een aardlekschakelaar.
Het niet plaatsen van een aardlekschakelaar kan gevaar voor elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
.......Een VOORZORGSMAATREGELEN niet opvolgen kan ernstige gevolgen hebben.
WAARSCHUWING
Verkeerd aangesloten of bevestigde kabels kunnen abnormale warmteontwikkeling of brand veroorzaken
.
.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Installeer de airconditioner niet op plaatsen waar het gevaar bestaat van lekkage van ontvlambaar gas.
In het geval van een gaslekkage, kan de opeenhoping van gas in de buurt van de airconditioner het uitbreken van brand veroorzaken.
• Installeer volgens de aanwijzingen van deze installatiehandleiding afvoerleidingen om voor goede afvoer te zorgen en isoleer leidingen om condensvorming te voorkomen.
Het op verkeerde wijze aanleggen van de afvoer kan waterlekkage binnenshuis en schade aan eigendommen tot gevolg hebben.
• Trek de trompmoer aan volgens de voorgeschreven methode, bijvoorbeeld met een torsiesleutel.
Als de trompmoer te vast gedraaid wordt, kan deze na verloop van tijd gaan scheuren en koelmiddellekkage veroorzaken.
• Neem de gepaste maatregelen om te voorkomen dat kleine dieren gaan nestelen in de buitenunit.
Kleine dieren die in contact komen met elektrische onderdelen kunnen storingen, rook of brand veroorzaken. Gelieve de klant te zeggen de ruimte rond de unit schoon te houden.
• De temperatuur van het koelmiddelcircuit is hoog, dus houd de verbindingskabels van het apparaat uit de buurt van de koperleidingen die niet thermisch geïsoleerd zijn.
1 Nederlands
Accessoires
Bij de buitenunit geleverde accessoires:
(A) Installatiehandleiding
(C) Label voor koelmiddelvulling
(D)
Meertalig label over gefluoreerde broeikasgassen
1
(B) Aftapplug (Model met warmtepomp)
1
1
Deze bevindt zich onder in de verpakking.
1
Voorzorgsmaatregelen bij het kiezen van de plaats
1) Kies een plaats die stevig genoeg is om het gewicht van het apparaat te dragen, de trillingen te weerstaan en waar het werkingsgeluid niet versterkt wordt.
2) Kies een plaats waar de hete lucht die uit het apparaat komt of het werkingsgeluid geen hinder oplevert voor de buren van de gebruiker.
3) Vermijd plaatsen vlak in de buurt van een slaapkamer en dergelijke, zodat het werkingsgeluid geen hinder vormt.
4) Er dient voldoende ruimte te zijn om het apparaat naar de plaats van installatie en daar vandaan te dragen.
5) Er dient voldoende ruimte te zijn voor de luchtdoorstroming en er mogen zich rondom de luchtinlaat en de luchtuitlaat geen obstakels bevinden.
6) Op de installatieplek mag niet de mogelijkheid bestaan dat er een lekkage van brandbaar gas van een naburige locatie kan plaatsvinden.
7) Installeer de apparaten, de netsnoeren en de verbindingskabels tussen de apparaten op een afstand van tenminste 3m van televisie- en radiotoestellen. Dit om storingen in het beeld en geluid te voorkomen. (Storing kan hoorbaar zijn, ook al is de afstand meer dan 3m, afhankelijk van de conditie van de radiogolven.)
8) In kustgebieden of op andere plaatsen waar de atmosfeer door sulfaatgassen zouthoudend is, bestaat de kans dat de levensduur van de airconditioner door corrosie verkort wordt.
9) Aangezien de buitenunit water afvoert, mag er niets onder de buitenunit geplaatst worden dat niet met vocht in aanraking mag komen.
OPMERKING
Dit apparaat kan niet hangend aan het plafond of gestapeld worden gemonteerd.
VOORZORGSMAATREGELEN
Volg onderstaande instructies op wanneer de airconditioner in de buitenlucht is opgesteld en er lage temperaturen voorkomen.
• Plaats de buitenunit, om het apparaat zoveel mogelijk tegen de wind te beschermen, met de luchtinlaat aan de zijde van de muur.
• Installeer de buitenunit nooit op een plaats waar de wind direct in de luchtinlaat kan blazen.
• Plaats een schot om de luchtuitlaat van de buitenunit van de wind af te schermen.
• Installeer de buitenunit in gebieden met zware sneeuwval op een plaats waar de sneeuw geen invloed kan hebben op de buitenunit.
Nederlands 2
Maak een voldoende groot afdak. Plaats de buitenunit op een verhoging.
Installeer de buitenunit zo dat deze niet kan ondersneeuwen.
Tekeningen voor de installatie van de buitenunit
Max. toegestane lengte
Min. toegestane lengte
**
Max. toegestane hoogte
Extra koelmiddel dat
*
nodig is wanneer de leidingen langer zijn dan 10m.
Gasleiding
Vloeistofleiding
Let op dat u de juiste hoeveelheid koelmiddel toevoegt.
*
Als dat niet gebeurt, kunnen de prestaties afnemen.
We adviseren u om als minimale leidinglengte 1,5m aan te
**
houden om lawaai van de buitenunit en trillingen te voorkomen.
(Afhankelijk van de plaats waar en de manier waarop het apparaat
geïnstalleerd is, kunnen mechanische geluiden en trillingen ontstaan.)
Bij het installeren van een FVXS-binnenunit mag de kortste
leidinglengte niet korter zijn dan 2,5m.
30m
1,5m
20m
20g/m
Buitendiameter 12,7mm
Buitendiameter 6,4mm
Onderhoudsdeksel
Wikkel de afwerkingstape van beneden naar boven rondom de isolatieleiding.
VOORZORGSMAATREGELEN
**
De leidinglengte moet minimaal 1,5m en maximaal 30m zijn.
Op plaatsen met een gebrekkige afvoer kunt u de buitenunit op blokken zetten. Stel de hoogte van de voeten af tot de buitenunit horizontaal staat. Als dat niet het geval is, kan water zich ophopen en gaan lekken.
(Midden van voetboutgat)
580mm
(Vanaf de zijkant
van het apparaat)
120mm
250mm vanaf de muur
330mm
(Midden van
voetboutgat)
Gebruik voetbouten of tuidraden waar er het risico is dat het apparaat omvalt.
Ruimte nodig voor leidingen en elektrisch onderhoud.
Afdekking van afsluiter
3 Nederlands
Installatierichtlijnen
• Als er een muur of een ander obstakel in de weg staat van de luchtinlaat of de luchtuitlaat van de buitenunit, dient u de onderstaande installatierichtlijnen op te volgen.
• Bij montage in situaties als weergegeven in de onderstaande afbeeldingen moet de muur aan de inlaatzijde minimaal 1200mm hoog zijn.
Muur aan een kant Muren aan twee kanten
Minstens 100 Minstens 350
1200 of minder
Zijaanzicht
Muren aan drie kanten
Minstens 100
Minstens 50
Bovenaanzicht
Minstens 350
apparaat: mm
Minstens 50 Minstens 50
Minstens 350 Minstens 100
Bovenaanzicht
Voorzorgsmaatregelen bij de installatie
• Controleer of de ondergrond stevig genoeg en waterpas is zodat het apparaat na de installatie geen trillingen of lawaai veroorzaakt.
• Monteer het apparaat volgens de aanwijzingen en zet het apparaat stevig vast met bouten. (Voor de montage van het apparaat 4 normaal in de handel verkrijgbare M8 of M10 funderingsbouten, moeren en vulringen nodig.)
• Draai de funderingsbouten in de ondergrond tot ze nog ongeveer 20mm uitsteken.
20
Installatie van de buitenunit
Installeren van de buitenunit
1.
1) Lees bij de installatie van de buitenunit de paragrafen “Voorzorgsmaatregelen bij het kiezen van de plaats” en “Tekeningen voor de installatie van de buitenunit”.
2) Volg de volgende procedures wanneer een afvoer moet worden gemaakt.
Afvoer maken
2.
1) Draai de aftapplug los om af te tappen.
2) Zet blokken van minstens 30mm hoog onder de voeten van de buitenunit als de afvoeropening belemmerd wordt door de ondergrond of een voetstuk.
3) In koude gebieden kunt u geen afvoerslang met de buitenunit gebruiken. (Anders zou het afvoerwater kunnen bevriezen en wordt de verwarmingsprestatie nadelig beïnvloed.)
Afvoeropening
Bodemframe
Aftapplug
Slang (los verkrijgbaar, binnendiameter 16mm)
Nederlands 4
Installatie van de buitenunit
Optrompen van het uiteinde van
3.
de leiding
1) Snijd de leiding op maat met een leidingsnijder.
2) Verwijder braam met het uiteinde van de leiding naar beneden wijzend zodat er niks in de leiding valt.
3) Doe de flensmoer op de leiding.
(Snijd exact loodrecht af.)
Zet precies in de positie zoals hieronder aangegeven.
A
Trompgereedschap voor R410A
Mal
Koppelingstype
A 0-0,5mm
Optrompen
Verwijder braam.
Standaard trompgereedschap
Koppelingstype
(Rigid-type)
1,0-1,5mm
Vleugelmoertype
4) Tromp de leiding op.
5) Controleer de maten.
Het binnenoppervlak van de tromp moet perfect zijn.
Controleer
Het uiteinde van de leiding moet gelijkmatig getrompt zijn in een perfecte cirkel.
Let erop dat de flensmoer is aangebracht.
WAARSCHUWING
• Gebruik geen minerale olie op getrompte delen.
• Voorkom dat minerale olie in het systeem kan komen. Hierdoor wordt de levensduur van de apparaten nadelig beïnvloed.
• Gebruik altijd nieuwe, ongebruikte leidingen. Gebruik alleen de onderdelen die bij het apparaat werden geleverd.
• Gebruik nooit een droger in dit R410A apparaat om de levensduur van het apparaat te verlengen.
• Het materiaal van de ontvochtiger kan oplossen en het systeem beschadigen.
• Als u de pijp niet voldoende optrompt, kan er koelmiddelgas gaan lekken.
Koelmiddelleidingen
4.
(Imperial-type)
1,5-2,0mm
VOORZORGSMAATREGELEN
• Gebruik de flensmoer die aan het hoofdapparaat is bevestigd. (Om barsten van de flensmoer door veroudering te voorkomen.)
• Breng om gaslekkage te voorkomen koelcompressorolie aan op de binnenzijde van de flens. (Gebruik koelcompressorolie voor R410A.)
• Gebruik momentsleutels wanneer u de flensmoeren aandraait om beschadiging van de flensmoeren en gaslekkage te voorkomen.
Lijn de middelpunten van beide flenzen met elkaar uit en draai de flensmoeren 3 of 4 slagen met de hand vast. Draai ze vervolgens volledig vast met behulp van de momentsleutels.
Breng geen koelcompressorolie
aan op de buitenzijde.
Flensmoer
Breng geen koelcompressorolie aan op de
flensmoer om te voorkomen dat deze met de
momentsleutel te vast wordt aangedraaid.
Aantrekkoppel van flensmoer
Gas-zijde
1/2 inch
49,5-60,3N • m
(505-615kgf • cm)
[Breng olie aan]
Breng koelcompressorolie
aan op de binnenzijde van
de flens.
Vloeistof-zijde
1/4 inch
14,2-17,2N • m
(144-175kgf • cm)
Sleutel
Leidingverbinding
Aantrekkoppel van afsluiterdeksel
Gas-zijde
1/2 inch
48,1-59,7N • m
(490-610kgf • cm)
[Vastdraaien]
Momentsleutel
Flensmoer
Vloeistof-zijde
1/4 inch
21,6-27,4N • m
(220-280kgf • cm)
Aantrekkoppel van
onderhoudsaansluiting-deksel (110-150kgf • cm)
10,8-14,7N • m
5 Nederlands
Luchtafzuiging en controleren op gaslekkage
5.
• Wanneer alle leidingen geïnstalleerd zijn, moet de lucht uit het systeem worden verwijderd en het systeem op gasdichtheid worden gecontroleerd.
WAARSCHUWING
• Meng het voorgeschreven koelmiddel (R410A) niet met andere stoffen in de koelcyclus.
• Ventileer de ruimte zo snel en volledig mogelijk wanneer er tijdens het ontluchten koelmiddel uit het systeem ontsnapt.
• Voer R410A, maar ook alle andere koelmiddelen, altijd milieuvriendelijk af; laat het nooit ontsnappen.
• Gebruik een vacuümpomp die uitsluitend wordt gebruikt voor R410A. Wanneer de vacuümpomp voor meerdere soorten koelmiddel wordt gebruikt, kan de vacuümpomp of het apparaat beschadigd worden.
• Als u koelmiddel wilt bijvullen, ontlucht dan de koelmiddelleidingen en de binnenunit met een vacuümpomp en voeg vervolgens het extra koelmiddel toe.
• Gebruik een inbussleutel (4mm) om de afsluiterstang te bedienen.
• Alle aansluitingen van de koelmiddelleidingen moeten met een momentsleutel met de voorgeschreven aantrekkoppels vastgezet worden.
Samengestelde
Drukmeterverdeelstuk
drukmeter
Lagedrukklep
Toevoerslangen
Drukmeter
Hogedrukklep
Vacuümpomp
Afsluiterdeksels
Onderhoudsaansluiting
Vloeistofafsluiter
Gasafsluiter
1) Sluit het losse eind van de toevoerslang (afkomstig van het drukmeterverdeelstuk) aan op de onderhoudsaansluiting van de gasafsluiter.
2) Open de lagedrukklep van het verdeelstuk (Lo) helemaal en sluit de hogedrukklep (Hi) helemaal. (De hogedrukklep wordt hierna niet meer gebruikt.)
3) Zet de vacuümpomp aan en stel hem af zodat de samengestelde druk –0,1MPa (–76cmHg) is. *1
4) Sluit de lagedrukklep (Lo) van het verdeelstuk en stop de vacuümpomp. (Houd alles een paar minuten zo aan om te zien of de uitlezing van de samengestelde drukmeter niet terugloopt.) *2
5) Verwijder de deksels van de vloeistof- en gasafsluiter.
6) Draai de stang van de vloeistofafsluiter 90 graden tegen de klok in met een inbussleutel om de afsluiter te openen. Sluit hem weer na 5 seconden en controleer of er gas gelekt heeft. Controleer de aansluitingen op de binnenunit en de aansluitingen en de afsluiterstangen op de buitenunit met een sopje op gaslekkage. Veeg het sop weer weg als u klaar bent met controleren.
7) Haal de toevoerslang van de onderhoudsaansluiting van de gasafsluiter af en zet vervolgens de vloeistof- en gasafsluiters helemaal open. (Forceer de afsluiters niet.)
8) Draai de afsluiterdeksels en de onderhoudsaansluiting-deksels voor de vloeistof- en gasafsluiters met een momentsleutel met de voorgeschreven aantrekkoppels vast.
*1. Leidinglengte en looptijd van vacuümpomp
Leidinglengte Tot 15m Meer dan 15m
Looptijd Minstens 10 minuten Minstens 15 minuten
*2. Als de uitlezing van de samengestelde drukmeter plotseling terugloopt, kan het koelmiddel water bevatten of kan er een losse
leidingverbinding in het systeem zitten. Controleer alle leidingverbindingen en draai indien nodig de moeren aan, en herhaal vervolgens de stappen 2) tot en met 4).
Nederlands 6
Installatie van de buitenunit
Het systeem met koelmiddel vullen
6.
Controleer eerst of het te gebruiken koelmiddel overeenkomt met het koelmiddel op het machinetypeplaatje.
Voorzorgsmaatregelen wanneer R410A wordt toegevoegd Vul het systeem via de vloeistofleiding met vloeistof.
Omdat het koelmiddel een mengsel is, zal de samenstelling van het koelmiddel veranderen wanneer het koelmiddel in gasvorm wordt toegevoegd, waardoor het systeem niet normaal zal werken.
1) Controleer, voordat u begint met het bijvullen, of de cilinder een sifon heeft of niet. (Let op een opschrift als “liquid filling siphon attached” of een vergelijkbaar opschrift.)
Vullen met een cilinder met een sifon
Houd de cilinder rechtop tijdens het vullen.
Vullen met andere cilinders
Houd de cilinder ondersteboven tijdens het vullen.
In de cilinder is een sifon aanwezig, waardoor u deze niet ondersteboven hoeft te houden.
• Gebruik altijd dezelfde gereedschappen bij het verwerken van R410A om te voorkomen dat vreemde substanties in het
systeem terecht kunnen komen.
Belangrijke informatie over het gebruikte koelmiddel
Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen die onder het Kyoto-protocol vallen. Laat de gassen niet vrij in de atmosfeer.
Koelmiddeltype:
(1)
GWP
waarde: 1975
(1)
GWP = Global Warming Potential (globaal opwarmingspotentieel)
R410A
Het ingevulde label moet in de buurt van de vulpoort van het product worden aangebracht (bijv. op de binnenzijde van het deksel van de afsluiter).
Schrijf met onuitwisbare inkt,
1
n
de hoeveelheid koelmiddel van het product gevuld in de fabriek,
2
n
de lokaal bijgevulde extra hoeveelheid koelmiddel en
1 + 2
n
de totale hoeveelheid koelmiddel
op het bij het product geleverde label voor de hoeveelheid koelmiddel.
5
6
OPMERKING
Volgens de nationale toepassing van de EU-regelgeving over bepaalde gefluoreerde broeikasgassen kan het vereist zijn om de informatie op het apparaat te voorzien in de officiële nationale taal. Daarvoor wordt bij het apparaat een bijkomend meertalig label over gefluoreerde broeikasgassen geleverd. Op de achterzijde van dat label vindt u de kleefinstructies.
1 hoeveelheid koelmiddel van het
product gevuld in de fabriek: zie naamplaatje van de unit
2 lokaal bijgevulde extra
hoeveelheid koelmiddel
4
3 totale hoeveelheid koelmiddel
1
4 Bevat gefluoreerde
broeikasgassen die onder het Kyoto-protocol vallen
2
5 buitenunit
3
6 koelmiddelfles en verdeelstuk
voor vullen
Koelmiddelleidingen aanleggen
7.
7-1 Waarschuwingen betreffende het omgaan met de leidingen
1) Bescherm het open eind van de leiding tegen stof en vocht.
2)
Alle bochten in de leidingen moeten zo geleidelijk mogelijk zijn. Gebruik een leidingbuiger.
7-2 Keuze van koper en warmte-isolatiemateriaal
Indien u gebruik maakt van koperleidingen en fittingen uit de handel, dient
Regen
Dek af met een kap.
Heeft u geen flenskap, dek de opening dan af met een stuk plakband om water of vuil te weren.
Muur
u het volgende in acht te nemen:
1) Isolatiemateriaal: Polyethyleen schuim
Warmtegeleiding: 0,041 tot 0,052W/mK (0,035 tot 0,045kcal/mh°C) Het oppervlak van de koelmiddelgasleidingen kan een maximumtemperatuur van 110°C bereiken. Kies isolatiemateriaal dat bestand is tegen een dergelijke temperatuur.
2) Let erop dat u zowel de gas- als de vloeistofleiding isoleert en neem de volgende
afmetingen in acht.
Gas-zijde Vloeistof-zijde
Buitendiameter
12,7mm
Buitendiameter
6,4mm
Thermische isolatie
van gasleiding
Binnendiameter
14-16mm
Thermische isolatie
van vloeistofleiding
Binnendiameter
8-10mm
Minimale buigstraal Dikte minimaal 10mm
40mm of meer 30mm of meer
Dikte 0,8mm (C1220T-O)
Gasleiding
Isolatie van gasleiding
Verbindingskabels
Afwerkingstape
Vloeistofleiding
Isolatie van vloeistofleiding
Afvoerslang
• Gebruik aparte thermische isolatieleidingen voor de gas- en vloeistofleidingen.
7 Nederlands
Uitpompen
Pomp het systeem altijd helemaal leeg om vervuiling van het milieu te voorkomen wanneer het apparaat verplaatst of afgevoerd wordt.
1) Verwijder het afsluiterdeksel van de vloeistof- en de gasafsluiter.
2) Activeer de geforceerde koeling.
3) Sluit na 5 tot 10 minuten de vloeistofafsluiter met een inbussleutel.
4) Sluit na 2 tot 3 minuten de gasafsluiter en stop de geforceerde koeling.
Sluiten
Inbussleutel
Geforceerd koelen
De AAN/UIT schakelaar van de binnenunit gebruiken
Houd de AAN/UIT schakelaar van de binnenunit gedurende minstens 5 seconden ingedrukt. (Het apparaat wordt gestart.)
Vloeistofafsluiter
Gasafsluiter
Onderhoudsaansluiting
• De geforceerde koeling stopt automatisch na ongeveer 15 minuten. Om proefdraaien geforceerd te stoppen, drukt u op de AAN/UIT schakelaar van de binnenunit.
De afstandsbediening van het hoofdapparaat gebruiken
1) Druk op de toets “MODE” en selecteer de koelingsmodus.
2) Druk op de “ON/OFF” toets om het systeem aan te zetten.
3) Druk de “TEMP” toets en de “MODE” toets tegelijk in.
4) Druk tweemaal op de “MODE” toets. ( wordt weergegeven en het apparaat gaat naar het proefdraaien.)
• Het proefdraaien stopt automatisch na ongeveer 30 minuten. Om het proefdraaien te stoppen, drukt u op de “ON/OFF” toets.
De schakelaar voor geforceerde koeling van de buitenunit gebruiken
Druk op de schakelaar voor de geforceerde werking (SW1). (Het apparaat wordt gestart.)
• De geforceerde koeling stopt automatisch na ongeveer 15 minuten. Om proefdraaien geforceerd te stoppen, drukt u op de schakelaar voor geforceerde werking (SW1).
S102
S2
LED-A
ABCD
SW4
ON
Schakelaar voor geforceerde
SW1
werking
Afsluiterdeksel
Faciliteitinstelschakelaar (koelen bij lage buitentemperatuur)
Deze functie is alleen bedoeld voor faciliteiten (de airconditioner wordt gebruikt voor het koelen van apparatuur (zoals een computer)). Gebruik deze functie nooit in een woonruimte of kantoor (een ruimte waar mensen zijn).
• U kunt het werkingsbereik uitbreiden tot –15°C door schakelaar B (SW4) op de PCB in te schakelen. Als de buitentemperatuur tot –20°C of lager daalt, zal de werking stoppen. Als de buitentemperatuur weer stijgt, zal de werking opnieuw starten.
S102
S2
LED-A
VOORZORGSMAATREGELEN
Als de buitenunit op een plaats staat waar de warmte-uitwisselaar staat blootgesteld aan directe wind, moet u voor een windbeschutting zorgen.
• Het is mogelijk dat de binnenunit af en toe geluid maakt; dit wordt veroorzaakt door de ventilator van de buitenunit die als gevolg van de lokale instelling afwisselend in- en uitgeschakeld wordt. Gebruik geen luchtbevochtigers of andere apparatuur die de luchtvochtigheid verhogen in ruimtes waarvoor lokale instellingen
• worden gebruikt. Bij gebruik van een luchtbevochtiger kan condens via de uitlaatopening van de binnenunit worden uitgeblazen.
• Gebruik de binnenunit met de luchtstroomsnelheid ingesteld op het hoogste niveau.
SW4
ON
SW1
Zet schakelaar B aan.
ABCD
Nederlands 8
Bekabeling
WAARSCHUWING
• Gebruik geen afgetakte kabel, geslagen kabel, verlengsnoeren of stekkerdozen, omdat daardoor oververhitting, elektrische schokken of brand kan ontstaan.
• Gebruik nooit vervangende niet-originele elektrische onderdelen in het product. (Sluit de voeding voor de afvoerpomp enz. nooit aan op het aansluitingenblok in het apparaat.) Wanneer u dit toch doet, kan gevaar voor elektrische schokken of brand ontstaan. Installeer altijd een aardlekschakelaar. (Een die bestand is tegen hogere harmonischen.)
• (Dit apparaat is voorzien van een omvormer en moet daarom worden gebruikt in combinatie met een aardlekschakelaar die bestand is tegen hogere harmonischen, om storingen als gevolg van de werking van de aardlekschakelaar zelf te voorkomen.)
• Gebruik een onderbrekerschakelaar met gescheiden polen en een contactafstand van ten minste 3mm.
• Sluit de stroomdraad niet aan op de binnenunit. Wanneer u dit toch doet kan gevaar voor elektrische schokken of brand ontstaan.
• Apparatuur conform met EN61000-3-12
(1)
• Schakel de hoofdschakelaar nooit in voordat alle aansluitingen zijn gemaakt.
1) Strip de isolatie van de bekabeling af (20mm).
2) Sluit de verbindingskabels tussen de binnen- en buitenunit aan zodat de nummers op de aansluitblokken met elkaar corresponderen. Zet de draden stevig vast met de klemschroeven. Draai de schroeven bij voorkeur vast met een platte
Binnenunit
schroevendraaier.
OPMERKING
(1)
Europese/Internationale Technische Norm die de beperkingen vastlegt voor harmonische stromen geproduceerd door apparatuur
Zet de draden stevig vast met de aansluitingsschroeven.
Gebruik, wanneer de kabellengte groter is dan 10m, draad met een diameter van 2,0mm.
1 2 3
Zet de draden stevig vast met de aansluitingsschroeven.
Buitenunit
123
H05RN
LN
Gebruik draad met een diameter van 2,0mm.
Zekering 20A
Aarde
Aardlekschakelaar
Netvoeding 220-240V, 50Hz
die is aangesloten op openbare laagspanningssystemen met een ingangsstroom >16 A en 75 A per fase.
Aansluitingenblok voor de voeding
123
LN
Gebruik het voorgeschreven kabeltype en maak de kabel stevig vast.
Zet de kabelklem goed vast zodat de kabelaansluitingen niet van buitenaf belast kunnen worden.
Leid de kabels zodanig dat het onderhoudsdeksel en de afdekking van de afsluiter goed aanliggen.
Let op de volgende opmerkingen wanneer u de voedingskabel aansluit op het aansluitingenblok. Aandachtspunten bij het aansluiten van de voedingskabel. Gebruik een aansluitoog voor de verbinding met het aansluitingenblok. Let op de volgende punten wanneer dat om onoverkomelijke redenen niet mogelijk is.
Aansluitoog
Geslagen kabel
Monteer de aansluitogen zodanig op de aders dat de isolatie daarvan aansluit op het aansluitoog.
• De massa-aansluiting maken Monteer een aansluitoog op de volgende manier.
Schroef
Aansluitoog
Platte vulring
Schroef
Platte vulring
Aansluitoog
Goed Fout
9 Nederlands
VOORZORGSMAATREGELEN
• Bij het maken van de aansluitingen op de printplaat met behulp van één enkele kabel moet u niet vergeten om een lus in de kabel te maken. Door problemen bij de installatie kan door warmteontwikkeling brand ontstaan.
z
Kabels strippen bij het aansluitingenblok
3) Trek aan de kabel en controleer of deze niet losgeraakt is. Zet de kabel vervolgens vast met een bevestigingsbandje.
Proefdraaien en testen
Proefdraaien en testen
1.
1-1 Meet de voedingsspanning en verzeker u ervan dat deze binnen de voorgeschreven grenzen valt.
1-2 Proefdraaien dient te geschieden met koelen of verwarmen.
Voor de warmtepomp
• Bij koelen kiest u de laagste temperatuur die u kunt instellen; bij verwarmen kiest u de hoogste.
1) Afhankelijk van de kamertemperatuur kan het proefdraaien met koelen of verwarmen onmogelijk blijken.
2) Nadat het proefdraaien is voltooid, zet u de temperatuur op een normale waarde (26°C tot 28°C voor koelen, 20°C tot 24°C voor verwarmen).
3) Om het systeem te beschermen, zal de airconditioner tot 3 minuten nadat hij is uitgezet niet aan kunnen gaan.
Alleen bij koelen
• Kies de laagst instelbare temperatuur.
1) Afhankelijk van de kamertemperatuur kan het proefdraaien met koelen onmogelijk blijken.
2) Nadat het proefdraaien is voltooid, dient u de temperatuur op een normale waarde in te stellen (26°C tot 28°C).
3) Om het systeem te beschermen, zal de airconditioner tot 3 minuten nadat hij is uitgezet niet aan kunnen gaan.
1-3 Voer de testprocedure uit zoals beschreven in de bedieningshandleiding om te controleren of alle functies
en onderdelen, zoals het bewegen van de jaloezie, naar behoren functioneren.
• Als de airconditioner in de standby-modus staat, verbruikt hij toch nog wat elektriciteit. Als het systeem voor langere
tijd na de installatie niet gebruikt zal worden, kunt u energie besparen door de circuitonderbreker uit te zetten.
• Als de circuitonderbreker de stroom naar de airconditioner uitschakelt, zal het systeem wanneer de stroomvoorziening
weer hersteld wordt door de circuitonderbreker, vanzelf in de stand gaan staan waarin het stond toen de stroom uitviel.
Testonderdelen
2.
Testonderdelen Symptoom
De binnen- en buitenunit zijn goed gemonteerd op een stevige ondergrond.
Geen lekkage van koelmiddelgas. Onvoldoende koeling/verwarming
De koelmiddelgas- en vloeistofleidingen en het binnenstuk van de afvoerslang zijn thermisch geïsoleerd.
De afvoerleiding is correct aangebracht. Waterlekkage
Het systeem is goed geaard. Kortsluiting
De voorgeschreven kabels zijn gebruikt voor de verbinding tussen de apparaten.
De luchtinlaat en luchtuitlaat van de binnenunit en buitenunit worden niet belemmerd. De afsluiters zijn open.
De binnenunit reageert correct op de signalen van de afstandsbediening. Functioneert niet
Omvallen, trillingen, lawaai
Waterlekkage
Apparaat functioneert niet of brandschade
Onvoldoende koeling/verwarming
Gecontroleerd
Nederlands 10
Two-dimensional bar code is a code for manufacturing.
3P254362-2F M09B391A
(1201) HT
Loading...