• Lees deze Veiligheidsmaatregelen zorgvuldig door om een juiste installatie te verzekeren.
In deze handleiding zijn de veilgheidsvoorschriften voor de gebruiker opgedeeld in de volgende twee categorien. Houd rekening
•
met alle
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
en
VOORZORGSMAATREGELEN
....Het negeren van een WAARSCHUWING zal hoogstwaarschijnlijk zeer ernstige gevolgen hebben, zoals de dood of een zware verwonding.
, want ze zijn allemaal van belang om de veiligheid te waarborgen.
VOORZORGSMAATREGELEN
....... Een VOORZORGSMAATREGELEN niet opvolgen kan ernstige gevolgen hebben.
• De volgende veiligheidssymbolen worden in deze handleiding gebruikt:
Volg deze instructie zeker op.U dient een aarding aan te brengen.Probeer dit nooit.
Na de installatie moet u het systeem testen om te controleren of er zich eventuele installatie fouten voordoen. Geef de
•
gebruiker voldoende voorlichting over hoe het systeem gebruikt en schoongemaakt moet worden volgens de Handleiding.
WAARSCHUWING
• De installatie dient te gebeuren door de dealer of door een andere bevoegde monteur.
Onjuiste installatie kan lekkage, kortsluiting of brand veroorzaken.
• Installeer de airconditioner volgens de instructies in deze handleiding.
Incomplete installatie kan lekkage,kortsluiting of brand veroorzaken.
• U dient de meegeleverde of gespecificeerde onderdelen voor de installatie te gebruiken.
Gebruik van andere onderdelen kan de unit los doen komen en kan lekkage, kortsluiting of brand veroorzaken.
• Installeer de airconditioner op een solide ondergrond die bestand is tegen het gewicht van het apparaat.
Een onvoldoende sterke ondergrond of onvolledige installatie kan letsel veroorzaken wanneer de unit valt.
Werkzaamheden met betrekking tot de elektrische bedrading en dergelijke moeten strikt volgens de installatie handleiding
•
en de nationale regelgeving terzake worden verricht.
Verzeker u ervan dat een aparte groep gebruikt wordt. Gebruik nooit een stroombron samen met een ander apparaat.
•
Gebruik voor bekabeling altijd kabel van voldoende lengte zodat geen lassen nodig zijn. Gebruik geen verlengsnoer. Gebruik de stroom-
•
bron niet met andere apparaten, gebruik een aparte groep.
(Negeren van deze instructie kan resulteren in oververhitting, kortsluiting of brand.)
Gebruik de gespecificeerde soorten bedrading voor de elektrische verbindingen tussen de binnenunit en de buitenunit.
•
Maak de verbindingsdraden stevig vast zodat er niet aan de aansluitingen getrokken wordt. Onbetrouwbare verbindingen of trekspanning op de draden kan oververhitting of brand veroorzaken.
Nadat u de verbindingen tussen de units en tussen het systeem en de stroombron gemaakt hebt dient u er zorg voor te
•
dragen dat de bedrading zo ligt dat er geen abnormale krachten worden uitgeoefend op de elektrische leidingen of panelen.
Breng afdekkingen aan over de bedrading. Onvolledige afdekking van de installatie kan oververhitting, kortsluiting of brand veroorzaken.
• Ventileer de kamer goed wanneer er koelvloeistof gemorst is tijdens de installatie.
(Als de koelvloeistof in contact komt met open vuur, wordt er een giftig gas geproduceerd.)
• Wanneer de installatie voltooid is, moet u controleren of er geen koelvloeistof uit het systeem lekt.
(Als de koelvloeistof in contact komt met open vuur, wordt er een giftig gas geproduceerd.)
• Wanneer u het systeem installeert of verplaatst, moet u ervoor zorgen dat het koelcircuit vrij blijft van stoffen
anders dan de gespecificeerde koelvloeistof (R410A), zoals lucht.
(Aanwezigheid van lucht in het koelcircuit veroorzaakt een abnormale stijging van de druk of zelfs springen van het circuit, wat letsel veroorzaakt.)
• Stop tijdens het afpompen de compressor, voordat u de koelmiddelleidingen verwijdert.
Wanneer de compressor nog loopt en de afsluitklep open is tijdens het afpompen, dan zal lucht worden aangezogen, wanneer de koelmiddelleiding wordt verwijderd. Dit veroorzaakt een abnormale druk in de vriescyclus, wat schades en zelfs persoonlijk letsel tot gevolg kan hebben.
• Bevestig tijdens de installatie de koelmiddelleidingen op een deugdelijke manier, voordat u de compressor aanzet.
Wanneer de compressor niet is aangesloten en de afsluitklep open is tijdens het afpompen, dan zal lucht worden aangezogen, wanneer compressor wordt aangezet. Dit veroorzaakt een abnormale druk in de vriescyclus, wat schades en zelfs persoonlijk letsel tot gevolg kan hebben.
•
U moet het systeem aarden. Gebruik hiervoor geen gas- of waterpijp, bliksemafleider of telefoon-aardkabel.
Onvoldoende aarding kan kortsluiting of brand veroorzaken. Een plotselinge schok van inslaande bliksem of iets anders kan de airconditioner beschadigen.
•
Plaats een aardlekschakelaar.
Het niet plaatsen van een aardlekschakelaar kan gevaar voor elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
Onvoldoende capaciteit of onvolledige installatie kan kortsluiting of brand veroorzaken.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Installeer de airconditioner niet in een ruimte waar brandbaar gas zou kunnen lekken.
Als het gas gaat lekken en zich ophoopt bij de airconditioner, kan het vlam vatten.
• Breng afvoerslangen aan volgens de instructies in deze handleiding.
Onbetrouwbare afvoer kan lekkage veroorzaken.
• Draai de flensmoer op de beschreven manier aan met een momentsleutel.
Als de flensmoer te strak wordt aangedraaid zal de flensmoer na verloop van tijd barsten waardoor koelmiddel zal weglekken.
■Nederlands1
Page 3
Accessories
Binnenunit
Montageplaat
)
Fotokatalytische filter met
*
titaanapatietcoating
Draadloze afstandsbediening
,
–
L
)
1
2
1
Afstandsbedieningshouder
-
AAA batterijen
/
Binnenunit fixatieschroeven
0
(M4 × 12L)
1
2
2
Gebruikershandleiding
K
Installatie Handleiding
L
Kiezen Installatieplaats
• Voor u kiest waar u de airconditioner gaat plaatsen, moet u eerst de toestemming van de eindgebruiker krijgen.
Binnenunit.
1.
• De binnenunit hoort gemonteerd te worden op een plaats waar:
1) voldaan wordt aan de beperkende voorwaarden voor de plaatsing van de binnenunit zoals aangegeven in de installatietekeningen voor de binnenunit,
2) zowel de luchtinlaat als de luchtuitlaat niet belemmerd worden,
3) geen direct zonlicht komt,
4) de binnenunit zich niet in de buurt bevindt van een stoom- of warmtebron.
5) geen bron van oliedampen aanwezig is (deze kunnen de levensduur van de binnenunit bekorten),
6) er wordt koele (warme) lucht door de ruimte gecirculeerd,
7) de unit zich niet in de buurt bevindt van fluorescentie lampen (TL-lampen) met een elektronische starter (inverter of
snelstart-types), daar deze een nadelige invloed hebben op het bereik van de afstandsbediening ,
8) de unit minstens 1 meter verwijderd is van een radio of televisie-apparaat (omdat de unit beeld of geluid kan verstoren),
9) geen wasmachines staan.
1
1
Draadloze afstandsbediening.
2.
1) Doe alle fluorescentielampen (TL-lampen) die u in de kamer heeft, aan en zoek de plaats op (binnen 7 meter) waar de
signalen van de afstandsbediening het best ontvangen worden door de binnenunit.
Installatie Tips
Verwijderen en installeren van het frontpaneel.
1.
• Verwijderingsmethode
Plaats uw vingers op de uitsteeksels links en rechts van de behuizing en
open het tot het niet verder geopend kan worden. Schuif het frontpaneel
opzij om de draaias los te koppelen. Trek vervolgens het frontpaneel naar
u toe en verwijder het.
• Installatiemethode
Zet de nokjes van het frontpaneel in de sleuven en druk ze helemaal naar binnen.
Sluit het paneel daarna voorzichtig. Druk voorzichtig op het midden van de onderkant van het paneel om de nokjes te vergrendelen.
Druk de draaias
van het
frontpaneel in de
sleuf.
2■Nederlands
Page 4
Verwijderen en installeren van het ventilatierooster.
2.
•
Verwijderingsmethode
Bovenste haak
1) Verwijder het frontpaneel om het luchtfilter te demonteren.
2) Verwijder het frontpaneel. (3 schroeven)
3) De 3 bovenste haken bevinden zich voor de markering {{{. Trek het ventilatierooster met een hand naar u toe en druk het daarna met de vingers van uw andere
hand omlaag over de haken.
Trek het
ventilatierooster met
een hand naar u toe en
druk het daarna met de
vingers van uw andere
hand omlaag over de
haken. (3 plaatsen)
Druk
omlaag.
Wanneer er geen ruimte is boven het apparaat is omdat het tegen het plafond
gemonteerd is
VOORZORGSMAATREGELEN
Draag altijd beschermende handschoenen.
Markering
¡¡¡
(op 3 plaatsen)
Bovenste haak
Bovenste haak
Plaats beide hands onder het midden van het ventilatierooster en trek het, terwijl u het
omhoog drukt, naar u toe.
• Installatiemethode
1) Monteer het ventilatierooster en hang het voorzichtig over de bovenste haken
(op 3 plaatsen).
2) Monteer de 3 schroeven van het ventilatierooster.
3) Monteer het luchtfilter en monteer vervolgens het frontpaneel.
Zo stelt u andere adressen in.
3.
Wanneer in één ruimte 2 binnenunits worden geïnstalleerd, kan elke draadloze
afstandsbediening worden ingesteld voor verschillende adressen.
1) Verwijder de metalen afdekkap van het aansluitingencompartiment op
dezelfde manier als voor het maken van de aansluiting met een HA-systeem.
2) Verwijder de adresbrug (JA).
3) Verwijder de adresbrug (J4).
JA
Address
EXIST
CUT2
1) Druk omhoog.
2) Naar u toe trekken.
Address
JA
1
J4
J4
Address
EXIST
1
CUT2
■Nederlands3
Page 5
Binnenunit Installatie-Tekeningen
De binnenunit bevestigen.
Haak de klemmen van het onderste
frame in de bevestigingsplaat.
Als het inhaken niet gemakkelijk
gaat, verwijdert u de inlaatgrille.
De binnenunit verwijderen.
Druk op de markering (aan de
Frontpaneel
Schroeven
(Niet meegeleverd: M4 × 25L)
Minstens 30mm van het plafond
onderzijde van de inlaatgrille)
om de beugels los te maken.
Als dat niet gemakkelijk gaat,
verwijdert u de inlaatgrille.
A Montageplaat
Frontrooster
De montageplaat dient
gemonteerd te worden aan
een muur die het gewicht van
de binnenunit kan dragen.
Stop het gat voor
de leidingen met
stopverf.
Kort de isolatie-pijpen in tot een
geschikte lengte en wind er band
omheen, let er op dat er geen ruimte
zit bij de snijlijn van de pijpen.
A
Montageplaat
Klem
Bodemframe
Merkteken
(achterkant)
Minstens 50mm
van de muur
(aan beide zijden)
M4 × 16L
Luchtfilters
Fotokatalytische filter
B
met titaanapatietcoating
Nokjes (3 aan de bovenzijde)
Nokjes (3 aan de onderzijde)
Steek de bovenkant van het Fotokatalytische filter
met titaanapatietcoating in de bovenste nokjes
(3 aan de bovenzijde) en druk vervolgens de
onderkant van het filter iets omhoog in de onderste
nokjes (3 aan de onderzijde).
B
Ruimtesensor
(Alleen FTXS, FTX, FTKS)
Onderhoudsdeksel
Onderhoudsluik
Onderhoudsluik is hersluitbaar.
Openen
1) Verwijder het onderhoudsluik.
2) Trek het inspectieluik in diagonale
richting omlaag in de richting van
de pijl.
3) Trek omlaag.
M4 × 16L
Schroeven
(Niet meegeleverd: M3 × 20L)
D
Draadloze
afstandbediening
Wind het plakband
rond de pijpen van
beneden naar boven.
Voor u de afstandsbedieningshouder
tegen de muur shroeft, moet u er op
letten dat vanuit deze positie de
signalen goed ontvangen worden
door de binnenuit.
Afstandsbediening-
E
houder
Ruimtesensor (Alleen FTXS, FTX, FTKS)
VOORZORGSMAATREGELEN
1) Tik niet op de ruimtesensor en druk deze ook niet ruw in. Zo kan de sensor beschadigen of defect raken.
2) Plaats geen volumineuze objecten in de buurt van de sensor. Zorg ervoor dat er geen verwarmingsapparatuur of
luchtbevochtigingsinstallaties in het bereik van de ruimtesensor aanwezig zijn.
4■Nederlands
Page 6
Installatie van de Binnenunit
Installeren van de montageplaat.
1.
• De montageplaat dient gemonteerd te worden aan een muur die het gewicht van de binnenunit kan dragen.
1) Maak de montageplaat tijdelijk vast aan de muur, let er op dat hij exact horizontaal hangt en teken de boorgaten af op
de muur.
2) Zet de montageplaat vast met schroeven.
Aanbevolen montageplaat bevestigingspunten en Afmetingen
Aanbevolen locaties voor de afstandhouders
voor de montageplaat (totaal 9 plaatsen)
Plaats een waterpas op de uitstekende nokjes.
100
290
125
(Boutdiameter: M10)(Boutdiameter: M10)
Gebruik een
rolmaat en
begin te
meten bij ∇ .
φ80
52
60
Positie van de
afvoerslang
* De verwijderde
leidingdoorvoerafdekkap kunt u
opbergen in de houder op de
montageplaat.
83
Wanddoorvoeropening
φ80mm
413,5
44,5
1050
Verwijderde
leidingdoorvoerafdekkap
φ80
99,5
100
Uiteinde gasleiding
Uiteinde vloeistofleiding
Montageplaat
A
529055
■Nederlands5
Page 7
Installatie van de Binnenunit
Boren van een gat en installeren van een doorvoerpijp.
2.
• Let er op dat u een doorvoerpijpjeen een muurmanchet gebruikt in het gat door
de buitenmuur indien de muur een metalen frame of metalen constructiemateriaal bevat, dit om eventuele oververhitting, kortsluiting of brand te voorkomen.
• Vergeet niet de ruimtes rond de leidingen te stoppen met een vulmiddel om
lekkage te voorkomen.
1) Boor een doorvoergat van 80mm in de muur zo dat het van binnen naar
buiten een beetje schuin naar beneden loopt.
2) Doe een doorvoerpijp in het gat.
3) Zet een muurmanchet in de doorvoerpijp.
4) Stop het gat met stopverf nadat u klaar bent met het leggen van de leidingen
van het koelcircuit, de bedrading en de afvoer.
Installeren Van De Binnenunit.
3.
3-1.
Leidingen aan de rechterkant, rechts-achter of rechts-onder
1) Bevestig de afvoerslang aan de onderkant van de koelleidingen met
plastic plakband.
2) Omwikkel de koelmiddelleidingen en de draineerslang samen met
isolatietape.
3) Leid de afvoerslang en de koelleidingen door het doorvoergat in de
muur en hang vervolgens de binnenuit aan de montageplaat waarbij
u de merktekens als richtpunt gebruikt.
Doorvoerpijp
(niet inbegrepen)
Verwijder het dekseltje
hier voor leidingen aan
de rechterkant.
Verwijder het dekseltje hier
voor leidingen rechts-onder
BinnenBuiten
Muurmanchet
(niet inbegrepen)
Leidingen
rechts-onder
A
Montageplaat
Vulmiddel
φ80
Doorvoerpijp
(niet inbegrepen)
Leidingen rechts-achter
Bind de
afvoerslang
samen met de
koelleidingen
met isolatieband.
4) Open het frontpaneel en open vervolgens het
servicedeksel. (Zie installatie tips.)
5) Trek de verbindingsdraden van de buitenunit door het doorvoergat en dan door de achterkant van de binnenunit. Trek ze
door het voorpaneel. Buig de uiteinden van de draden alvast
naar boven, dat werkt straks makkelijker. (Als u de verbindingsdraden nu stript, plak de blote uiteinden dan zolang af.)
6) Druk met beide handen op het onderpaneel van de binnenunit
om het aan de haken van de montageplaat te bevestigen. Let
er op dat de draden niet bekneld raken bij de rand van de binnenunit.
Hang haak van de binnenunit hier.
Als u de uiteinden
van de draden bloot
stript, plak ze dan af.
Montageplaat
A
Verbindingsdraden
6■Nederlands
Page 8
3-2.
Leidingen aan de linkerkant, links-achter of links-onder
1) Bevestig de afvoerslang aan de onderkant van de koelleidin-
gen met plastic plakband.
2) Let er op dat u de afvoerslang aan het afvoerpijpje bevestigt
inplaats van een afvoerplug.
Verwijder het dekseltje hier
voor leidingen links-onder
Leidingen links-onder
Aanbrengen afvoerplug
Verwijder het
dekseltje hier
voor leidingen
aan de linkskant
Leidingen aan
de linkerkant
Leidingen
links-achter
3) Leid de koelleiding langs de pijplijn
markering op de montageplaat.
4) Leid de afvoerslang en de koelleidingen
door het doorvoergat en zet de binnenunit op de haken van demontageplaat
Afvoerslang
met de merktekens als richtpunt.
5) Trek de verbindingsdraden naar binnen.
6) Sluit de verbindingsleidingen tussen de
units aan.
Afvoerslang
Dieses Loch mit
Dicht deze opening
Kitt oder
af met kit of een
Stop dit gat met utty of stopverf.
andere afdichtmateriaal.
7) Omwikkel de koelmiddelleidingen en de
draineerslang samen met isolatietape zoals in de figuur rechts, als de
draineerslang door de achterkant van de binnenunit geleid wordt.
8) Zorg ervoor dat de verbindingskabels niet klem komen te zitten in de bin-
nenunit, druk de onderhoek met beide handen aan totdat deze stevig vergrendeld zit door de haken van de montageplaat. Schroef de binnenunit
daarna vast op de montageplaat (M4 × 12L).
3-3. Muurleidingen
Volg de instructies onder
Leidingen aan de linkerkant, links-achter of links-onder.
1) Steek de afvoerslang zo diep dat hij niet uit de afvoerpijp getrokken kan
worden.
Geen ruimte
Gebruik een inbussleutel (4mm)
A
Bind samen met
Samenbinden
plastic plakband.
met tape.
Steek de afvoerslang zo diep
dat hij niet uit de afvoerpijp
getrokken kan worden.
Gebruik geen smeermiddel
(koelmachine olie) wanneer
u de plug aanbrengt.
Gebruik daarvan veroorzaakt
verwering en lekkage van
de afvoerplug.
Montageplaat
Omwikkel het gebogen deel van de
koelmiddelleiding met isolatietape.
Overlap bij elke slag de tape met
tenminste de halve breedte van de
tape.
Afvoerslang
Onderdeksel
H M4 × 12L (2 stuks)
50mm.
Binnenmuur
A
Montageplaat
Koelmiddelleidingen
Binnenmuur
AfvoerslangMinstens
PVC afvoerpijp
(VP-30)
■Nederlands7
Page 9
Installatie van de Binnenunit
Binnenunit.
4.
Bij gebruik met meerdere binnenunit
, dient u de installatie uit te voeren volgens de installatie
handleiding bij de Multi buitenunit.
1) Strip de uiteinden van de draden (15mm).
2) Kijk goed welke draad met welke kleur correspondeert met het nummer op het blok met aansluitingen op zowel de
binnen- als de buitenunit en schroef de draden stevig vast in de aansluitingen.
3) Sluit de aarding aan op de daarvoor bestemde aansluitingen.
4) Probeer of de draden goed vast zitten en zet de draadklem vast.
5) Bij het maken van een aansluiting op een adaptersysteem. Monteer de kabel voor de afstandsbediening en sluit deze aan
op aansluiting S21. (Zie 5. Bij aansluiten op een HA-systeem.)
6) Zorg ervoor dat de draden niet in de weg zitten en dat het onderhoudsdeksel weer past.
Aansluitingen blok
Elektrische aansluitingen doos
Zorg ervoor dat het
onderhoudsdeksel
weer past.
Draai de draadklem goed vast
Gebruik het
gespecificeerde
type draad.
Zet de draden stevig vast met
de aansluitingsschroeven.
Gebruik, wanneer de
kabellengte groter is dan
10 meter, draad met een
diameter van 2,0mm.
1
2
Binnenunit
3
zodat er niet aan de aansluitingen
getrokken wordt.
Draadklem
Buitenunit
123 LN
Zet de draden stevig vast
met de aansluitingsschroeven.
H05RN
WAARSCHUWING
1) Gebruik geen snoer of stopcontact dat ook een ander apparaat van stroom voorziet, verlengsnoeren of verdeelstekkers daar
deze oververhitting, kortsluiting of brand kunnen veroorzaken.
2)
Gebruik nooit vervangende niet-originele elektrisch onderdelen in het product. (Sluit de voeding voor de afvoerpomp en andere hulpapparaten nooit aan op het aansluitingenblok in het apparaat.) Wanneer u dit toch doet kan gevaar voor elektrische schokken of brand ontstaan.
3)
Sluit de stroomdraad niet aan op de binnenunit. Wanneer u dit toch doet kan gevaar voor elektrische schokken of brand ontstaan.
Bij aansluiten op een HA-systeem.
5.
1) Verwijder het frontpaneel. (3 schroeven)
2) Verwijder het deksel van het elektrische aansluitingencompartiment. (1 schroef)
3) Verwijder het kunststof deksel van het elektrische aansluitingencompartiment. (4 nokjes)
4) Sluit de verbindingskabel aan op aansluiting S21 en trek de kabel door de opening met de kartels in de afbeelding.
5) Plaats het deksel van het elektrische aansluitingencompartiment in de oorspronkelijke positie terug en leid de kabel er
omheen, zoals is weergegeven in de afbeelding.
Drukken
Schuiven
Nokje
Drukken
Behuizing
HA-connector
(S21)
Nokje
Gekartelde opening
Kabel van HA
Metalen deksel
van het elektrische
Nokje
aansluitingencompartiment
4)
Sluit de verbindingskabel aan
op aansluiting S21 en trek de
kabel door de opening met de
kartels in de afbeelding.
5) Plaats het deksel van het
elektrische aansluitingencompartiment
in de oorspronkelijke positie terug en
leid de kabel er omheen, zoals is
weergegeven in de afbeelding.
3)
Verwijder het kunststof
deksel van het elektrische
aansluitingencompartiment.
Schroeven
Drukken
8■Nederlands
Page 10
Afvoerleiding.
6.
1) Sluit de afvoerslang aan op de manier zoals hier rechts is beschreven.
2) Verwijder de luchtfilters en giet wat water in de afvoerpan om te controleren of het
water goed afgevoerd wordt.
De afvoerslang moet
naar beneden lopen.
Een soort zwanenhals mag niet.
Dompel het uiteinde van
de afvoerslang niet in water.
3) Als de afvoerslang velengd moet worden, schaf dan een verlengstuk aan dat los in
de handel verkrijgbaar is.
Let er op dat u het gedeelte van het verlengstuk dat binnenhuis loopt thermisch
isoleert.
4) Wanneer u een stijve PVC pijp (nominale diameter 13mm) direct bevestigt aan de afvoerslang
die aan de binnenunit vast zit, zoals bij leidingen
die in de wand lopen, dient u een los verkrijgbaar tussenstuk (nominale diameter 13mm) te
gebruiken.
Afvoerslang
meegeleverd met
de binnenunit
φ18
Koelmiddelleidingen
Bij gebruik met meerdere binnenunit
de Multi buitenunit.
Optrompen van uiteinde van de
1.
pijp.
1) Snijd de pijp op maat met een pijpensnijder.
2) Verwijder bramen met het uiteinde van de pijp naar
beneden wijzend zodat er niks in de pijp valt.
3) Doe de moer op de pijp.
4) Tromp de pijp op.
5) Controleer de maten.
, dient u de installatie uit te voeren volgens de installatie handleiding bij
Zet precies in de positie zoals hieronder aangegeven.
A
Mal
Afvoerslang
binnenunit
Los verkrijgbaar tussenstuk
(nominale diameter 13mm)
(Snijd exact
loodrecht af.)
Optrompen
Trompgereedschap voor R410A
Clutch
A0-0,5mm
Het binnen-oppervlak
van de tromp moet
perfect zijn.
Verlengstuk afvoerslang
φ18
Warmte isolatiebuis (niet meegeleverd)
Los verkrijgbare PVC pijp
(nominale diameter 13mm)
Verwijder
bramen
Standaard trompgereedschap
Clutch (Rigid)
1,0-1,5mm
Controleer
Vleugelmoer (Imperial)
1,5-2,0mm
Het uiteinde van de pijp
moet gelijkmatig getrompt
zijn in een perfecte cirkel.
Let er op dat de moer is
aangebracht.
WAARSCHUWING
1) Gebruik geen minerale olie op getrompte delen.
2) Voorkom dat minerale olie in het systeem kan komen. Hierdoor wordt de levensduur van de apparaten nadelig beïnvloedt.
3) Gebruik altijd nieuwe, ongebruikte leidingen. Gebruik alleen de onderdelen die bij het systeem werden geleverd.
4) Gebruik nooit een ontvochtiger in dit R410A-apparaat om de levensduur van het apparaat te verlengen.
5) Het materiaal van de ontvochtiger kan oplossen en het systeem beschadigen.
6) Als u de pijp niet voldoende optrompt, kan er koelgas gaan lekken.
■Nederlands9
Page 11
Koelmiddelleidingen
Koelleidingen.
2.
VOORZORGSMAATREGELEN
1) Gebruik de flensmoer die aan de hoofdunit is bevestigd. (Om barsten van de flensmoer door veroudering te voorkomen.)
2) Breng om gaslekkage te voorkomen koelcompressorolie aan op de binnenzijde van de flens. (Gebruik koelcompressorolie
voor R410A.)
3) Gebruik torsiesleutels wanneer u de flensmoeren aandraait om beschadiging van de flensmoeren en gaslekkage te
voorkomen.
Lijn de middelpunten van beide flenzen met elkaar uit en draai de flensmoeren 3 of 4 slagen met de hand vast. Draai ze
vervolgens volledig vast met behulp van de torsiesleutels.
[Breng olie aan]
Breng geen koelcompressorolie
aan op de buitenzijde.
Flensmoer
Breng geen koelcompressorolie aan op de
flensmoer om te voorkomen dat deze met
de torsiesleutel te vast wordt aangedraaid.
Gas-zijde Vloeistof-zijde
1/2 inch 5/8 inch 1/4 inch
l
49,5-60,3N
(505-615kgf
2-1.
Waarschuwingen betreffende het omgaan met de pijpen
m 61,8-75,4N l m 14,2-17,2N l m
l
cm) (630-770kgf l cm) (144-175kgf l cm)
Klep-dop aanhaaltorsie
Breng koelcompressorolie
aan op de binnenzijde van
de flens.
Trompmoer torsie
1) Bescherm het open eind van de pijp tegen stof en vocht.
2) Alle bochten in de pijpen moeten zo geleidelijk mogelijk zijn.
Gebruik een pijpenbuiger.
Sleutel
Pijpverbinding
Regen
[Vastdraaien]
Momentsleutel
Flensmoer
Heeft u geen dop,
dek de opening dan
af met een stuk
plakband om water
of vuil te weren.
Dek af met
een dop.
Muur
2-2. Keuze van koper en warmte isolatiemateriaal
• Indien u gebruik maakt van koperen leidingen en fittingen uit de handel,
dient u het volgende in acht te nemen:
1) Isolatiemateriaal: Polyethyleen schuim
Warmtegeleiding: 0,041 tot 0,052W/mK (0,035 ot 0,045kcal/mh°C)
Het oppervlak van de leidingen uit het koelcircuit kan een maximumtemperatuur
van 110°C bereiken.
Kies isolatiemateriaal dat bestand is tegen een dergelijke temperatuur.
2) Let er op dat u zowel de gas- als de vloeistofpijp isoleert en neem de volgende
afmetingen in acht.
3) Gebruik aparte thermische isolatiepijpen voor de gas- en vloeistofpijpen.
Gaspijp
Gaspijp-isolatie
16-20mm
Verbindingsdraden
Afwerkband
thermische isolatie
50/60/71 klasse
Binnendiameter
Vloeistofpijp
Vloeistofpijp-isolatie
Afvoerslang
Vloeistofpijp
8-10mm
10■Nederlands
Page 12
Proefdraaien en Testen
Proefdraaien en testen.
1.
1-1 Meet het voltage van de voeding en verzeker u ervan dat dit binnen de voorgeschreven grenzen valt.
1-2 Proefdraaien dient te geschieden met koelen of verwarmen.
■ Voor de warmtepomp
• Bij het koelen kiest u de laagste temperatuur die kunt instellen; bij verwarmen de hoogst mogelijke.
1) Afhankelijk van de kamertemperatuur kan het proefdraaien met koelen of verwarmen onmogelijk blijken.
Gebruik voor het proefdraaien de afstandsbediening zoals hieronder beschreven.
2) Nadat u proef gedraait hebt zet u de temperatuur op een normale waarde (26°C tot 28°C voor koelen, 20°C tot 24°C
voor verwarmen).
3) Om het systeem te beschermen, zal de airconditioner tot 3 minuten nadat hij is uitgezet niet aan kunnen gaan.
■ Alleen bij koelen
• Kies de laagst instelbare temperatuur.
1) Afhankelijk van de kamertemperatuur kan het proefdraaien met koelen onmogelijk blijken.
Gebruik voor het proefdraaien de afstandsbediening zoals hieronder beschreven.
2) Nadat het roefdraaien is voltooid, dient u de temperatuur op een normale waarde in te stellen (26°C tot 28°C).
3) Om het systeem te beschermen, zal de airconditioner tot 3 minuten nadat hij is uitgezet niet aan kunnen gaan.
1-3 Voer de test procedur zoals die beschreven staat in de gebruikers handleiding om te controleren of alle
functies en onderdelen, zoals het bewegen van de jaloezie, naar behoren functioneren.
• Als de airconditioner in de waakstand (STANDBY) staat verbruikt hij toch nog wat elektriciteit. Als het systeem voor
langere tijd na de installatie niet gebruikt zal worden, kunt u energie besparen door de onderbreker uit te zetten.
• Als de onderbreker de stroom naar de airconditioner uitschakelt, zal het systeem wanneer de stroomvoorziening weer
hersteld wordt vanzelf in de stand staan waarin het stond toen de stroom uitviel.
Proefdraaien met de afstandsbediening
1) Druk op de ON/OFF toets om het systeem aan te zetten.
2) Druk tegelijk in op het midden van de TEMP-knop en de MODE-knop.
3) Druk twee keer op de MODE toets.
(“ ” zal op het scherm verschijnen om aan te geven dat het systeem gaat proefdraaien (Trial))
4) Het proefdraaien zal na ongeveer 30 minuten stoppen en overgaan in de normale bedrijfstoestand. Om het
proefdraaien tussentijds te stoppen drukt u op de ON/OFF toets.
Testonderdelen.
2.
Testonderdelen
De binnen- en buitenunit zijn goed gemonteerd op solide ondergrond. Val, vibratie, lawaai
Geen koelgaslekkage.
De koelleidingen en het binnenstuk van de afvoerslang zijn thermisch geisoleerd.
De afvoerpijp is correct aangebracht.Waterlekkage
Het systeem is goed geaard.Kortsluiting
De verbindingsbedrading is correct aangesloten.
De luchtin- en uitlaten van de binnen- en buitenunits worden niet belemmerd.
De koel-sluitkleppen zijn open.
De binnenunit kan de signalen van de afstandsbediening goed ontvangen.Functioneert niet
(Diagnostisch display op de afstandsbediening)
Onvoldoende koeling of
verwarming
Waterlekkage
Apparaat functioneert niet of brandschade
Onvoldoende koeling of
verwarming
Symptoom
Gecontroleerd
■Nederlands11
Page 13
Two-dimensional bar code is a code
for manufacturing.
3P190114-1DM06B094D
(1010) HT
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.