Daikin ETSH16P30D, ETSH16P50D, ETSX16P30D, ETSX16P50D, ETSHB16P30D Installer reference guide [nl]

...
Uitgebreide handleiding voor de
installateur
Daikin Altherma 3 H HT ECH2O
06/2019
ETSX(B)16P30D
ETSX(B)16P50D
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
Uitgebreide handleiding voor de installateur
Nederlands

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave
1 Algemene veiligheidsmaatregelen 3
1.1 Bijzondere veiligheidsinstructies ............................................... 3
1.1.1 Neem de aanwijzingen in acht .................................... 4
1.1.2 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen ....... 4
1.2 Veiligheidsinstructies voor de montage en de werking ............. 4
1.2.1 Algemeen.................................................................... 4
1.2.2 Reglementair gebruik.................................................. 5
1.2.3 Opstellingsruimte van het apparaat ............................ 5
1.2.4 Elektrische installatie .................................................. 6
1.2.5 Vereisten aan het verwarmings- en boilerwater.......... 6
1.2.6 Verwarmingsinstallatie en sanitairzijdige aansluiting .. 6
1.2.7 Werking....................................................................... 6
1.3 Onderhoud, oplossing van storingen en buiten bedrijf stellen... 6
1.4 Garantiebepalingen ................................................................... 7
2 Productbeschrijving 8
2.1 Opbouw en onderdelen ............................................................. 8
2.2 Functie van de 3-weg-omschakelkleppen ................................. 10
3 Plaatsing en installatie 11
3.1 Afmetingen en aansluitmaten.................................................... 11
3.2 Transport en bezorging ............................................................. 12
3.3 Warmtepomp plaatsen .............................................................. 12
3.3.1 Opstelplaats kiezen..................................................... 12
3.3.2 Apparaat plaatsen....................................................... 13
3.4 Apparaat voor installatie voorbereiden...................................... 14
3.4.1 Voorruit afnemen ........................................................ 14
3.4.2 Afdekking verwijderen................................................. 14
3.4.3 Regelingshuis op servicestand zetten ........................ 14
3.4.4 Regelingshuis openen ................................................ 15
3.4.5 Warmte-isolatie afnemen ............................................ 15
3.4.6 Ontluchtingsklep openen ............................................ 16
3.4.7 Positioneren van de aansluitingen van de toevoer-
en retourleidingen van de verwarmingsinstallatie ....... 16
3.4.8 Opening in de afdekking maken ................................. 17
3.4.9 Draaiknop van de regeling aanbrengen...................... 18
3.4.10 Kap beveiligen ............................................................ 18
3.5 Optioneel toebehoren installeren .............................................. 18
3.5.1 Montage van de elektrische Backup-Heater
(EKBUxx) .................................................................... 18
3.5.2 Montage aansluitset externe warmteopwekker........... 18
3.5.3 Montage DB-aansluitkit............................................... 19
3.5.4 Inbouw P-aansluitkit.................................................... 19
3.6 Wateraansluiting........................................................................ 19
3.6.1 Hydraulische leidingen aansluiten .............................. 20
3.7 Elektrische aansluiting............................................................... 21
3.7.1 Totaal bedradingsschema........................................... 22
3.7.2 Positie van de schakelprintplaten en klemrails ........... 23
3.7.3 Netaansluiting ............................................................. 23
3.7.4 Algemene informatie over de elektrische aansluiting.. 23
3.7.5 Warmtepomp buitenunit aansluiten ............................ 23
3.7.6 Buitentemperatuursensor (optioneel) aansluiten ........ 24
3.7.7 Extern schakelcontact................................................. 24
3.7.8 Extern warmteverzoek (EBA)...................................... 24
3.7.9 Externe warmteopwekker aansluiten .......................... 25
3.7.10 Kamerthermostaat aansluiten ..................................... 26
3.7.11 Aansluiting optionele systeemcomponenten............... 26
3.7.12 HP convector aansluiten ............................................. 26
3.7.13 Aansluiting schakelcontacten (AUX-uitgangen) .......... 27
3.7.14 Laagtarief netaansluiting (HT/NT) ............................... 27
3.7.15 Aansluiting intelligente regelaar (Smart Grid - SG) ..... 28
3.8 Installatie vullen......................................................................... 28
3.8.1 Waterkwaliteit controleren en manometer afstellen .... 28
3.8.2 Warmater warmteoverbrenger vullen.......................... 28
3.8.3 Boiler vullen ................................................................ 28
3.8.4 Verwarmingsinstallatie vullen...................................... 29
4 Configuratie 31
5 Inbedrijfstelling 32
5.1 Voorwaarden .............................................................................. 32
5.2 Inbedrijfstelling bij lage omgevingstemperaturen ....................... 32
5.3 Hydraulisch systeem ontluchten................................................. 32
5.4 Minimum debiet controleren ....................................................... 33
5.5 Dekvloerdroging starten (alleen indien nodig)............................ 33
5.6 Checklist voor inbedrijfstelling .................................................... 33
5.7 Aan de gebruiker overhandigen ................................................. 33
6 Inspectie en onderhoud 34
6.1 Algemene inspectie en onderhoud............................................. 34
6.2 Jaarlijkse onderhoudswerkzaamheden ...................................... 34
6.3 Boiler vullen, bijvullen................................................................. 35
6.4 Verwarmingssysteem vullen, bijvullen........................................ 35
7 Fouten en storingen 36
7.1 Fouten signaleren en storingen verhelpen ................................. 36
7.2 Overzicht van mogelijke storingen ............................................. 36
7.3 Foutcodes................................................................................... 39
7.4 Noodwerking .............................................................................. 48
8 Buitenbedrijfstelling 49
8.1 Tijdelijk stilleggen ....................................................................... 49
8.1.1 Aftappen van het voorraadvat...................................... 49
8.1.2 Leegmaken van het verwarming- en
warmwatercircuit .......................................................... 50
8.2 Definitieve buitenbedrijfstelling en afvoer................................... 50
9 Technische gegevens 52
9.1 Vermeldingen op het typeplaatje................................................ 52
9.2 Aanhaalmomenten ..................................................................... 52
9.3 Elektrisch aansluitschema.......................................................... 53
9.4 Buizenscherma koudemiddelcircuit............................................ 55
9.5 Hydraulische aansluiting ............................................................ 55
9.5.1 Aansluiting hydraulische systeem................................ 55
9.6 Technische gegevens ................................................................ 57
9.7 Combinatietabel ......................................................................... 59
9.8 Vermogenstabellen .................................................................... 59
9.9 Afmetingen ................................................................................. 60
9.9.1 Apparaat ...................................................................... 60
9.9.2 Aansluitset voor externe verwarming (optioneel)......... 61
9.10 Buizenschema ............................................................................ 62
9.11 Externe aannsluitschakelschema´s ............................................ 64
9.12 Inbedrijfneming ........................................................................... 65
9.12.1 Montage Backup-Heater .............................................. 65
9.12.2 Regelingsbehuizing...................................................... 66
9.13 Hydraulisch vermogen................................................................ 66
10 Aantekeningen 67
Uitgebreide handleiding voor de installateur
2
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
Daikin Altherma ETS(X/H)(B)-D
008.1447299_00 – 06/2019 – NL
1 Algemene
veiligheidsmaatregelen

1.1 Bijzondere veiligheidsinstructies

1 Algemene veiligheidsmaatregelen

WAARSCHUWING
Apparaten die niet correct ingesteld en geïnstalleerd zijn, kunnen de functie van het apparaat nadelig beïnvloeden en/of ernstig of dodelijk letsel van de gebruiker veroorzaken.
▪ Werkzaamheden aan de binnenunit
(zoals bijv. instelling, inspectie, aan­sluiting en eerste inbedrijfstelling) al­leen door personen laten uitvoeren, die geautoriseerd zijn en voor de be­treffende werkzaamheden een, be-
voegdheidstechnische of bedrijfs­matige opleiding hebben genoten,
evenals aan een door een verant­woordelijke instantie erkende ver­volgopleiding hebben deelgenomen. Hierbij horen met name verwar-
mingstechnici, elektrotechnici en aircotechnici die op basis van hun opleiding en kennis ervaring heb-
ben in de installatie en het onder­houd van verwarmings- koel- en air­cosystemen alsmede van warmwa­terboilers.
WAARSCHUWING
Het negeren van de volgende veilig­heidsinstructies kan leiden tot ernstig li­chamelijk letsel of de dood.
▪ Dit apparaat mag enkel door kinde-
ren van 8 jaar en ouder en personen met beperkte fysieke, sensorische of mentale vaardigheden of een gebrek aan ervaring of kennis worden ge­bruikt wanneer ze onder toezicht staan of worden geïnformeerd over het veilige gebruik van het apparaat en de daaruit voortvloeiende geva­ren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud mogen niet door kin- deren zonder toezicht worden uitge­voerd.
▪ De netaansluiting moet conform
IEC60335-1 via een scheidingsvoor­ziening worden gemaakt die de scheiding van iedere pool met een contactopeningswijdte conform de voorwaarden van overspanningsca­tegorie III voor volle scheiding heeft.
▪ Alle elektrotechnische werkzaamhe-
den mogen alleen door elektrotech­nisch gekwalificeerd deskundig per­soneel met inachtneming van de na­tionale voorschriften en de instruc­ties in deze handleiding worden uit­gevoerd. Zorg ervoor dat er een geschikt stroomcircuit wordt gebruikt. Onvoldoende belastbaarheid van het stroomcircuit of ondeskundig uitge­voerde aansluitingen kunnen elektri­sche schokken of brand veroorza­ken.
▪ In het gebouw moet er een drukont-
lastingsvoorziening met een in­gangsdruk van kleiner dan als 0,6MPa (6bar) geïnstalleerd wor­den. De hierop aangesloten afvoer­leiding moet met een continue daling en een vrije afloop in een vorstvrije omgeving geïnstalleerd worden (zie
Hfst. 3.3).
▪ Uit de afvoerleiding van de drukont-
lastingsvoorziening kan water drup­pelen. De afvoeropening moet naar de atmosfeer toe open blijven.
▪ De drukontlastingsvoorziening moet
regelmatig gebruikt worden om kalk­afzettingen te verwijderen en er ze­ker van te zijn dat hij niet geblok­keerd is.
▪ Boiler en warmwatercircuit kunnen
geleegd worden. De aanwijzingen in
Hfst. 8.1 moeten in acht worden ge-
nomen.
Daikin Altherma ETS(X/H)(B)-D Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1447299_00 – 06/2019 – NL
Uitgebreide handleiding voor de installateur
3
1 Algemene veiligheidsmaatregelen

1.1.1 Neem de aanwijzingen in acht

▪ De oorspronkelijke documentatie is geschreven in de Duitse taal.
Alle andere talen zijn vertalingen.
▪ Lees deze installatie- en gebruiksaanwijzing aandachtig voor u
met de montage en de inbedrijfstelling begint of voor u aan de ver­warmingsinstallatie gaat werken.
▪ De in dit document beschreven veiligheidsinstructies gaan om
zeer belangrijke thema´s. Volg ze zorgvuldig op.
▪ De installatie van het systeem en van alle in deze handleiding en
in de overige van kracht zijnde documenten voor de installateur beschreven werkzaamheden, moeten door een gecertificeerde in­stallateur uitgevoerd worden.
Documentatieset
Dit document maakt deel uit van een documentatieset van eveneens geldige documenten. De volledige set bestaat uit:
▪ Installatiehandleiding voor de binnenunit (formaat: papier - in de
leveringsomvang van de binnenunit inbegrepen)
▪ Gebruiksaanwijzing voor de binnenunit (formaat: papier - in de le-
veringsomvang van de binnenunit inbegrepen)
▪ Bedrijfshandboek warmtepomp (formaat: papier - in de leverings-
omvang van de binnenunit inbegrepen)
▪ Installatiehandleiding voor de buitenunit (formaat: papier - in de le-
veringsomvang van de buitenunit inbegrepen)
▪ Installatiehandleidingen voor optionele componenten (formaat: pa-
pier - in de leveringsomvang van de betreffende component inbe­grepen)
▪ Uitgebreide handleiding voor de installateur van de binnenunit
(formaat: digitaal)
▪ Uitgebreide handleiding voor de installateur van de buitenunit (for-
maat: digitaal)
De referentiehandboeken bevatten de volledige set technische ge­gevens, de gedetailleerde beschrijving van beproefde procedures en informatie omtrent onderhoud, oplossen van fouten en buiten bedrijf stellen.
De digitale documenten en de nieuwste versies van de meegelever­de documentaties zijn op de plaatselijke Daikin-website of op aan­vraag bij uw dealer beschikbaar. De Daikin-website is comfortabel via de QR-code op uw apparaat te bereiken.

1.1.2 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen

In deze installatie- en gebruiksaanwijzing worden de veiligheidsaan­duidingen ingedeeld op basis van de ernst van het gevaar en de kans dat het zich voordoet.
GEVAAR
Wijst op een direct dreigend gevaar.
Het negeren van deze waarschuwing leidt tot ernstig letsel of de dood
WAARSCHUWING
Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie
Het negeren van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
VOORZICHTIG
Wijst op een mogelijk schadelijke situatie
Het negeren van deze waarschuwing kan leiden tot schade aan eigendommen en aan het milieu alsook tot licht letsel.
Dit symbool duidt op een tip en nuttige informatie voor de gebruiker. Het is dus geen waarschuwing voor mogelijke gevaren
Speciale waarschuwingssymbolen
Sommige gevaren worden door speciale symbolen aangegeven.
Elektrische stroom
Explosiegevaar
Gevaar voor brandwonden
Vergiftigingsgevaar
Geldigheid
Sommige informatie in deze handleiding heeft een beperkte geldig­heid. De geldigheid wordt aan de hand van een symbool aangege­ven.
Warmtepomp buitenunit
Binnenunit warmtepomp
FWXV-ATV3
Voorgeschreven aanhaalmoment in acht nemen
Geldt alleen voor apparaten met drukloze aansluiting van het zonnesysteem (DrainBack).
Geldt alleen voor apparaten met bivalente aansluiting van het zonnesysteem (Biv).
Aleen geldig voor binnenunits met koelfunctie
Taakoverzichten
1 Taakoverzichten worden op een lijst weergegeven. Wanneer ta-
ken in een bepaalde volgorde moeten worden uitgevoerd, wor­den ze genummerd.
è
Resultaten van een handeling worden met een pijl aangeduid.

1.2 Veiligheidsinstructies voor de montage en de werking

1.2.1 Algemeen

WAARSCHUWING
Apparaten die niet correct ingesteld en geïnstalleerd zijn, kunnen de functie van het apparaat nadelig beïnvloeden en/of ernstig of dodelijk letsel van de gebruiker veroorza­ken.
▪ Werkzaamheden aan de binnenunit (zoals bijv. instel-
ling, inspectie, aansluiting en eerste inbedrijfstelling) al­leen door personen laten uitvoeren, die geautoriseerd zijn en voor de betreffende werkzaamheden een, be-
voegdheidstechnische of bedrijfsmatige opleiding hebben genoten, evenals aan een door een verant-
woordelijke instantie erkende vervolgopleiding hebben deelgenomen. Hierbij horen met name verwarmings- technici, elektrotechnici en aircotechnici die op ba­sis van hun opleiding en kennis ervaring hebben in de installatie en het onderhoud van verwarmings- koel- en aircosystemen alsmede van warmwaterboilers.
▪ Schakel bij alle werkzaamheden aan de binnenunit de
externe hoofdschakelaar uit en beveilig hem tegen op­nieuw inschakelen.
▪ Laat geen gereedschap of andere voorwerpen onder
de kap van het apparaat achter als de installatie- en onderhoudswerkzaamheden zijn voltooid.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
4
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
Daikin Altherma ETS(X/H)(B)-D
008.1447299_00 – 06/2019 – NL
1 Algemene veiligheidsmaatregelen
Gevaren voorkomen
De binnenunit is volgens de laatste stand van de techniek en de er­kende technische regels gebouwd. Bij ondeskundig gebruik kan ech­ter lichamelijk letsel en materiële schade ontstaan. Ter voorkoming van gevaren mogen de apparaten uitsluitend worden geïnstalleerd of gebruikt:
▪ wanneer ze reglementair worden gebruikt,
▪ en wanneer ze in onberispelijke staat verkeren.
Dit veronderstelt dat u de inhoud van deze installatie- en gebruiks­aanwijzing kent en toepast, dat u alle geldende veiligheids- en ar­beidsgeneeskundige voorschriften en alle voorschriften om ongeval­len te voorkomen naleeft.
Voorafgaand aan werkzaamheden aan het hydraulische systeem
▪ Werkzaamheden aan de installatie (als bijv. plaatsing, aansluiting
en eerste inbedrijfstelling) alleen door personen die geautoriseerd zijn en voor de betreffende werkzaamheid een desbetreffende technische of ambachtelijke opleiding met succes hebben ge­volgd.
▪ Schakel bij alle werkzaamheden aan de installatie de externe
hoofdschakelaar uit en beveilig hem tegen onbedoeld inschake­len.
▪ Loodverzegelingen mogen niet beschadigd of verwijderd worden.
▪ Let er a.u.b. op dat de veiligheidsventielen bij aansluiting aan de
verwarmingszijde aan de eisen conform EN12828 en bij aanslui­ting aan de drinkwaterzijde aan de eisen conform EN12897 vol­doen.

1.2.2 Reglementair gebruik

De binnenunit mag uitsluitend worden gebruikt voor de warmwater­bereiding, als ruimteverwarmingssysteem en afhankelijk van de uit­voering ook als ruimtekoelsysteem.
De binnenunit mag alleen overeenkomstig de instructies in deze handleiding opgesteld, aangesloten en in bedrijf gesteld worden.
Alleen het gebruik van een door de fabrikant goedgekeurd, hiervoor passende buitenunit is toegestaan.
ETSH16P30D
ETSHB16P30D
ETSX16P30D
ETSXB16P30D
ETSH16P50D
ETSHB16P50D
ETSX16P50D
ETSXB16P50D
EPRA14DAV3 P
EPRA16DAV3 P
EPRA18DAV3 P
EPRA14DAW1 P
EPRA16DAW1 P
EPRA18DAW1 P
Tab.1-1 Toelaatbare combinaties
Ieder ander gebruik geldt als niet-reglementair. In dat geval is de ge­bruiker zelf aansprakelijk voor eventuele schade.
Het beoogde gebruik veronderstelt ook het naleven van de vereisten ten aanzien van onderhoud en inspectie. Reserveonderdelen moe­ten aan de minimale technische vereisten van de fabrikant beant­woorden. Dit is bijvoorbeeld het geval bij originele vervangende on­derdelen.

1.2.3 Opstellingsruimte van het apparaat

WAARSCHUWING
De kunststofwand van de binnenunit kan door externe warmte (>80°C) smelten en in extreme gevallen vuur van­gen.
▪ De binnenunit altijd met een minimum afstand van 1m
t.o.v. andere warmtebronnen (>80°C) (bijv. elektrische kachel, gaskachel, schoorsteen) en brandbare materia­len plaatsen.
VOORZICHTIG
▪ De binnenunit alleen plaatsen indien een voldoende
draagkrachtige ondergrond van 1050kg/m2 plus veilig­heidstoeslag, wordt gegarandeerd. De ondergrond moet vlak, waterpas en glad zijn.
Een plaatsing buiten is niet toegestaan.
▪ De plaatsing in explosiegevaarlijke omgevingen is niet
toegestaan.
▪ De elektronische regeling mag in geen enkel geval aan
weersinvloeden als bijv. regen of sneeuw worden bloot­gesteld.
▪ De boiler mag niet permanent aan direct zonlicht wor-
den blootgesteld, omdat UV-stralen en weersinvloeden het kunststof aantasten.
▪ De binnenunit moet op een vorstvrije locatie worden
geplaatst.
▪ Garanderen dat door het waterleidingbedrijf geen
agressief drinkwater wordt geleverd. Eventueel is een geschikter watervoorbereiding vereist.
▪ Houd beslist de minimum afstanden t.o.v. muren en andere voor-
werpen aan (Hfst. 3.3).
VOORZICHTIG
Indien er een DrainBack zonneverwarmingssys-
teem is aangesloten: Installeer de binnenunit ver ge­noeg beneden de zonnecollectoren om het volledige le­gen van het zonneverwarmingssysteem mogelijk te maken. (Leef de aanwijzingen in het handboek van het DrainBack zonnesysteem na). Onvoldoende hoogtever­schil kan tot vernieling van het DrainBack zonnesys­teem leiden.
▪ De binnenunit mag niet in vertrekken met omgevings-
temperaturen van boven de 40°C worden gebruikt.
VOORZICHTIG
▪ De noodzakelijke concentratie kan afahnkelijk van het
type glycol verschillen. Vergelijk ALTIJD de eisen in de tabel bovenaan met de door de glycolfabrikant vermel­de technische gegevens. Voldoe indien nodig aan de door de glycolfabrikant vastgelegde eisen.
▪ De concentratie van het toegevoegde glycol mag
NOOIT boven de 35% liggen.
▪ Als de vloeistof in het systeem is bevroren kan de
pomp NIET starten. Houd er rekening mee dat de vloei­stof in het systeem nog steeds kan bevriezen als het systeem alleen tegen barsten is beschermd.
▪ Als er GEEN glycol aan het systeem wordt toegevoegd
en er een stroomuitval of een uitval van de pomp op­treedt, moet het water uit het systeem worden afgela­ten.
▪ Als het water binnen het systeem stilstaat kan het een-
voudiger bevriezen en daardoor het systeem beschadi­gen.
Daikin Altherma ETS(X/H)(B)-D Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1447299_00 – 06/2019 – NL
Uitgebreide handleiding voor de installateur
5
1 Algemene veiligheidsmaatregelen
VOORZICHTIG
Glycol absorbeert water vanuit de omgeving. Voeg daarom GEEN glycol toe dat aan de lucht blootgesteld is geweest. Als de glycoltank niet met de dop wordt gesloten, neemt de concentratie aan weter toe. De glycolconcentratie is dan lager dan aangenomen. Als gevolg kunnen de hydraulis­chec componenten bevriezen. Neem preventieve maatre­gelen om verregaand te vermijden dat glycol aan de lucht wordt blootgesteld.
VOORZICHTIG
Gebruik alleen propyleenglycol inclusief de noodzakelijke inhibitoren geklassificeerd als categorieIII conform EN1717.
VOORZICHTIG
▪ Als er een overdruk optreedt zet het systeem iets vloei-
stof via de drukontlastingsklep vrij. Als er glycol aan het systeem is toegevoegd, dienen er geschikte maatrege­len te worden genomen om het glycol veilig op te van­gen.
▪ Zorg er in ieder geval voor dat de slang van de drukont-
lastingsklep ALTIJD vrij is om de druk af te laten. Zorg ervoor dat er geen water in de slang achterblijft en/of bevriest.

1.2.4 Elektrische installatie

▪ De elektrische installatie mag uitsluitend worden aangelegd door
elektrotechnisch deskundig personeel met inachtneming van de van toepassing zijnde elektrotechnische richtlijnen en de voor­schriften van het elektriciteitsbedrijf.
▪ Vergelijk voor het aansluiten van de stroomtoevoer de netspan-
ning op het typeplaatje van de verwarmingsinstallatie met de voe­dingsspanning.
▪ Scheid de voeding alvorens werkzaamheden aan onder spanning
staande onderdelen uit te voeren (schakel de hoofdschakelaar en de zekering uit en borg deze tegen onbedoeld herinschakelen).
▪ Breng na het voltooien van de werkzaamheden toestelbekleding
en onderhoudskleppen onmiddellijk weer aan.

1.2.5 Vereisten aan het verwarmings- en boilerwater

Schade door afzettingen en corrosie voorkomen: ter vermijding van corrosieproducten en afzettingen, de desbetreffende regels van de techniekin acht nemen.
Minimumvereisten voor de kwaliteit van vul- en aanvulwater:
▪ Waterhardheid (calcium en magnesium, berekend als calciumcar-
bonaat): ≤3mmol/l
▪ Geleidbaarheid: ≤1500 (ideaal: ≤100) μS/cm
▪ Chloride: ≤250mg/l
▪ Sulfaat: ≤250mg/l
▪ pH-waarde: 6,5- 8,5
INFORMATIE
Om voor vorstbescherming bij stroomuitval te zorgen kan er glycol aan het verwarmingscircuit toegevoegd worden. Neem hiervoor de aanwijzingen in Hfst. 3.8.4 in acht.
Bij vul- en aanvulwater dat zeer hard is (>3mmol/l - som van calci­um- en magnesiumconcentraties, berekend als calciumcarbonaat) moeten er maatregelen voor onzilting, ontharding of stabilisatie van de hardheid worden genomen. Wij adviseren Fernox kalk- en corro­siebeschermingsmiddel KSK. Bij andere van de minimum eisen af­wijkende eigenschappen zijn er geschikte conditioneringsmaatrege­len noodzakelijk om aan de vereiste waterkwaliteit te voldoen.
Het gebruik van vul- en aanvulwater dat niet aan de vermelde kwali­teitsvereisten voldoet, kan een duidelijk verkorte levensduur van het apparaat veroorzaken. Alleen de exploitant is hiervoor verantwoor­delijk.

1.2.6 Verwarmingsinstallatie en sanitairzijdige aansluiting

▪ Installeer de verwarmingsinstallatie in overeenstemming met de
veiligheidsvoorschriften van EN12828.
▪ De wateraansluiting moet aan de eisen van EN12897 voldoen.
Bovendien moet acht worden geslagen op de vereisten van
▪ EN1717 – Bescherming tegen verontreiniging van drinkwater in
waterinstallaties en algemene eisen voor inrichtingen ter voor­koming van verontreiniging door terugstroming (Protection against pollution of potable water installations and general re­quirements of devices to prevent pollution by backflow)
▪ EN61770 – Elektrische toestellen verbonden met het waterlei-
dingnet - Voorkomen van terughevelen van niet-drinkbaar water naar het net en het falen van slangstellen (Electric appliances connected to the water mains – Avoidance of backsiphonage and failure of hose-sets)
▪ EN806 – Eisen voor drinkwaterinstallaties voor gebouwen
(Specifications for installations inside buildings conveying water for human consumption)
▪ en aanvullend, de wetgeving in het land van gebruik.
Bij de werking van de binnenunit kan de boilertemperatuur boven de 65°C komen te liggen.
▪ Bij de installatie van het systeem moet daarom een verbrandings-
bescherming (warmwater-mengvoorziening, bijv. VTA32) gemon­teerd worden.
Als de binnenunit op een verwarmingssysteem wordt aangesloten waarin buizen, stalen verwarmingselementen of niet tegen diffusie beveiligde buizen voor vloerverwarming voorkomen, is het mogelijk dat slib, spaanders of vijlsel in de warmwaterboiler terechtkomen en verstopping, plaatselijke oververhitting en corrosieschade veroorza­ken.
▪ Ter voorkoming van mogelijke schade moet er een vuilfilter of sli-
bafscheider in het retourcircuit van de installatie gemonteerd wor­den (SAS 1 of SAS 2).
▪ De vuilfilter moet op regelmatige intervallen worden gereinigd.

1.2.7 Werking

De binnenunit:
▪ pas gebruiken als de installatie en de aansluitwerkzaamheden zijn
voltooid.
▪ uitsluitend met volledig gevulde boiler (vulpeil controleren) en ver-
warmingcircuit gebruiken.
▪ met maximaal 3bar installatiedruk gebruiken.
▪ uitsluitend met drukregelaar aan de externe watervoorziening
(toevoerleiding) aansluiten.
▪ uitsluitend met gemonteerde afdekkap gebruiken.
De voorgeschreven onderhoudsintervallen moeten aangehouden en inspectiewerkzaamheden uitgevoerd worden.

1.3 Onderhoud, oplossing van storingen en buiten bedrijf stellen

Werkzaamheden voor onderhoud, oplossen van storingen en buiten bedrijf stellen mogen niet zonder kennis van de relevante veilig­heidsvoorzieningen en in geval van afvalverwijdering van de natio­nale richtlijnen worden uitgevoerd. Neem hiervoor de betreffende in­formatie in het uitgebreide handleiding voor de installateur in acht.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
6
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
Daikin Altherma ETS(X/H)(B)-D
008.1447299_00 – 06/2019 – NL
Aanwijzingen voor de afvalverwijdering
Wij hebben de binnenunit milieuvriendelijk geconstrueerd. Bij de af­voer treedt er alleen afval op dat ofwel hergebruikt kan worden of thermisch behandel kan worden. De gebruikte materialen die ge­schikt zijn voor hergebruik kunnen gesorteerd worden.
Wij hebben dankzij de milieuvriendelijke constructie van de binnenunit de voorwaarden geschapen voor een milieuvriendelij­ke afvalverwerking. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om de verwijdering op de juiste wijze en overeenkomstig de in zijn/ haar land geldende regels te laten plaatsvinden.
Het kenmerk op het product geeft aan dat elektrische en elektronische producten niet bij het ongesorteerde huishoudelijk af­val horen.
Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om de verwijdering op de juiste wijze en overeenkomstig de in zijn/haar land geldende regels te laten plaatsvinden.
▪ De demontage van het systeem en de hantering van koelmidde-
len, olie en andere onderdelen mogen uitsluitend door een ge­kwalificeerde monteur worden uitgevoerd.
▪ Voer uitsluitend af naar een inrichting die is gespecialiseerd in
hergebruik.
Voor meer informatie kunt u terecht bij uw installatiebedrijf of de daarvoor verantwoordelijke lokale overheden.
1 Algemene veiligheidsmaatregelen

1.4 Garantiebepalingen

De wettelijke garantievoorwaarden zijn geldig. Onze verdere van toepassing zijnde garantiebepalingen vindt u op internet. Vraag in­dien nodig uw leverancier.
Foutieve installatie, inbedrijfstelling en foutief onderhoud laten de ga­rantie vervallen. Neem bij vragen contact op met onze klantenservi­ce.
Recht op garantieprestaties is alleen van toepassing als aangetoond kan worden dat de jaarlijkse onderhoudswerkzaamheden als ver­meld in het uitgebreide handleiding voor de installateur zijn uitge­voerd.
Daikin Altherma ETS(X/H)(B)-D Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1447299_00 – 06/2019 – NL
Uitgebreide handleiding voor de installateur
7

2 Productbeschrijving

33
RoCon+ B1
26
24
10
25
2 Productbeschrijving

2.1 Opbouw en onderdelen

Buitenkant apparaat
Bovenkant apparaat
Afb.2-1 Opbouw en onderdelen - buitenkant van het apparaat
(1)
Afb.2-2 Opbouw en onderdelen - bovenkant van het apparaat
(1)
(1)
Legenda zie Tab. 2-1
Uitgebreide handleiding voor de installateur
8
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
Daikin Altherma ETS(X/H)(B)-D
008.1447299_00 – 06/2019 – NL
2 Productbeschrijving
Inwendige opbouw ETS(X/H)(B)16P30D
Inwendige opbouw ETS(X/H)(B)16P50D
Afb.2-3 Opbouw en bestanddelen - inwendige opbouw ETS(X/H)
(B)16P30D
(1)
Daikin Altherma ETS(X/H)(B)-D Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1447299_00 – 06/2019 – NL
(1)
Legenda zie Tab. 2-1
Afb.2-4 Opbouw en bestanddelen - inwendige opbouw ETS(X/H)
(B)16P50D
(1)
Pos. Omschrijving Pos. Omschrijving
1 Zonne-energiesysteem -
25 Typeplaatje
toevoer
2 Koudwateraansluiting 26 Afdekkap
3 Warm water 27 Zonne-energiesysteem -
retour
4 Voeding ruimteverwar-
ming
28 Biv – aanvoer (alleen ty-
pe ETS(X/H)B)
5 Afvoer ruimteverwarming 29 Biv – retour (alleen type
ETS(X/H)B)
6 Circulatiepomp 30 Handmatige ontluchtings-
klep
Uitgebreide handleiding voor de installateur
9
2 Productbeschrijving
Pos. Omschrijving Pos. Omschrijving
7 Overdrukklep 31 Aansluiting watertoevoer
buitenunit
7a Circulatierem (toebeho-
ren)
32 Aansluiting waterafvoer
buitenunit
8 Automatische ontluchter 33 Statusweergave
9 Boiler (dubbelwandige
mantel van polypropy-
34 Kogelkraan (verwar-
mingscircuit) leen met PUR-hard­schuim warmte-isolatie)
10 Vul- en leegaansluiting of
zonnesysteem - retour-
35 KFE-kraan (verwar-
mingscircuit) aansluiting
11 Opname voor zonne-
energieregeling of hand­greep
12 Warmtewisselaar (roest-
vrij staal) voor de opwar-
37
Boilertemperatuursensor
t
DHW1
38 Aansluiting membraanex-
pansievat ming van drinkwater
13 Warmtewisselaar (rvs)
39 Regelingsbehuizing voor boilerlading resp. verwarmingsondersteu­ning
14 Biv-warmtewisselaar
(rvs) voor de boilerlading met ext. verwarming
41 EKSRPS4 (Optioneel):
zonnesysteem regelings­en pompeenheid
(bijv. zonne-energie)
15 Aansluiting voor optione-
le elektrische Backup­Heater EKBUxx
16 Zonne-energie - toevoer
gelaagde buis
3UVB13-weg-omschakelklep
(intern warmteopwek­kingscircuit)
3UV
3-weg-omschakelklep
DHW
(warm water / verwar­men)
17 Vulpeilweergave (boiler-
DS Druksensor water)
18 Optioneel: elektrische
FLS Flowsensor Backup-Heater (EKBUxx)
19 Voelerdompelhuls voor
boilertemperatuursensor t
GHW1
20 Drukloos boilerwater t
t
Temperatuursensor van
V
de toevoertemperatuur
Toevoertemperatuursen-
V,BH
sor Backup-Heater
21 Zonnedeel RoCon
Bedieningsgedeelte re-
+ B1
geling
22 Warmwaterzone MAG Membraanexpansievat
23 Aansluiting van de veilig-
FS Stromingsschakelaar heidsoverloop
24 Opname voor handgreep
Tab.2-1 Legenda bij Afb. 2-1 t/m Afb. 2-4
2.2 Functie van de 3-weg­omschakelkleppen
Afb.2-5 Functie 3 weg-omschakelklep
Uitgebreide handleiding voor de installateur
10
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
Daikin Altherma ETS(X/H)(B)-D
008.1447299_00 – 06/2019 – NL

3 Plaatsing en installatie

WAARSCHUWING
Ondeskundig opgestelde en geïnstalleerde koelinstallaties (warmtepompen), airco's en verwarmingsinstallaties kun­nen het leven en de gezondheid van personen in gevaar brengen en de werking ervan kan nadelig worden beïn­vloed.
▪ Werkzaamheden aan de binnenunit (als bijv. plaatsing,
reparatie, aansluiting en eerste inbedrijfstelling) mogen alleen door personen uitgevoerd worden die hiervoor geautoriseerd zijn en voor deze betreffende werkzaam­heid een technische of ambachtelijke opleiding met succes hebben gevolgd en door de betreffende instan­ties erkende bijscholingen op hun vakgebied hebben gevolgd. Hierbij horen met name verwarmingstechnici, elektrotechnici en aircotechnici die op basis van hun opleiding en kennis ervaring hebben in de installatie en het onderhoud van verwarmings- koel- en aircosyste­men alsmede van warmtepompen.
Een ondeskundige installatie maakt de door de fabrikant gegeven garantie voor het apparaat ongeldig. Bij problemen of vragen kunt u contact opnemen met onze technische klantenservice.

3.1 Afmetingen en aansluitmaten

3 Plaatsing en installatie
Afb.3-2 Afmetingen bovenkant apparaat - type ETS(X/
H)B16P30D
Afmetingen ETS(X/H)B16P50D
Afmetingen ETS(X/H)B16P30D
Afb.3-1 Afmetingen zijaanzicht - ETS(X/H)B16P30D
Daikin Altherma ETS(X/H)(B)-D Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1447299_00 – 06/2019 – NL
Afb.3-3 Afmetingen zijaanzicht - ETS(X/H)B16P50D
Uitgebreide handleiding voor de installateur
11
3 Plaatsing en installatie
Afb.3-4 Afmetingen bovenkant apparaat - type ETS(X/
Pos. Omschrijving Pos. Omschrijving
1 Zonne-energiesysteem -
2 Koud tapwater 8 Biv – aanvoer (alleen ty-
3 Warm water 9 Biv – retour (alleen type
4 Voeding ruimteverwar-
5 Afvoer ruimteverwarming A Voor
6 Aansluiting waterafvoer
Tab.3-1 Legenda bij Afb. 3-1 t/m Afb. 3-4
H)B16P50D
toevoer
ming
buitenunit
7 Aansluiting watertoevoer
buitenunit
pe ETS(X/H)B)
ETS(X/H)B)
B Achter

3.2 Transport en bezorging

WAARSCHUWING
De binnenunit is in lege hoedanigheid topzwaar en kan bij transport gaan kantelen. Zo kunnen personen in gevaar worden gebracht en het apparaat kan beschadigd raken.
▪ De binnenunit beveiligen, voorzichtig transporteren,
handgrepen gebruiken.
De binnenunit wordt op een pallet aangeleverd. Alle transportmidde­len voor de werkvloer, zoals vorkheftruck en steekwagen, zijn ge­schikt voor het vervoer.
Leveringspakket
▪ Binnenunit (voorgemonteerd),
▪ Zakje met toebehoren (zie Afb. 3-5),
▪ documentenpakket.
Afb.3-5 Inhoud zak met toebehoren
A Handgrepen (alleen voor transport nodig) B Afdekking C Slang-aansluitstuk voor veiligheidsoverloop D Montagesleutel E Kogelkraan
F Vlakke afdichting G O-ring H Kabelbinders
I Steekbeugel
J Ontluchtingsslang K Afvoerslang deksel
L Draaitoets regeling
M Bouten voor kap
Verder toebehoren voor de binnenunit zie prijslijst.

3.3 Warmtepomp plaatsen

3.3.1 Opstelplaats kiezen

De opstelplaats van de binnenunit moet aan de volgende minimum eisen voldoen (zie ook Hfst. 1.2.3).
Plaatsingsoppervlak
▪ De ondergrond moet vlak en glad zijn en voldoende draagkracht
van de ondergrond van 1050kg/m² exclusief veiligheidstoeslag
hebben. Zo nodig een voetstuk installeren.
▪ Opstelmaten in acht nemen (zie Hfst. 3.1).
Uitgebreide handleiding voor de installateur
12
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
Daikin Altherma ETS(X/H)(B)-D
008.1447299_00 – 06/2019 – NL
3 Plaatsing en installatie
Minimale afstand
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
De kunststofwand van de binnenunit kan door externe warmte (>80°C) smelten en in extreme gevallen vuur van­gen.
▪ De binnenunit altijd met een minimum afstand van 1m
t.o.v. andere warmtebronnen (>80°C) (bijv. elektrische kachel, gaskachel, schoorsteen) en brandbare materia­len plaatsen.
VOORZICHTIG
Als de binnenunit niet ver genoeg onder de vlakke zonnecollectoren wordt geplaatst (bovenrand van de boiler hoger dan de onderrand van de collector), kan het druklo­ze zonnesysteem buiten niet geheel leegllopen.
▪ De binnenunit bij zonne-aansluiting laag genoeg t.o.v.
van de vlakke zonnecollectoren plaatsen (minimum hel­ling van de verbindingsleidingen van het zonnesysteem in acht nemen).
Aanbevolen minimale afstanden:
T.o.v. muur: (achterkant) ≥100mm, (zijkanten) ≥500mm
T.o.v. plafond: ≥1200mm, ten minste 480mm.
Afstanden t.o.v. buitenunit:
Bij de keuze van de opstelplaats moet met de vermeldingen in
Tab. 3-2 rekening worden gehouden.
Maximale leidingenlengte tussen binnen- en buiten­unit
Maximaal hoogteverschil tussen binnen- en buiten­unit
Tab.3-2
50m
10m
Plaatsing

3.3.2 Apparaat plaatsen

WAARSCHUWING
De binnenunit is in lege hoedanigheid topzwaar en kan bij transport gaan kantelen. Zo kunnen personen in gevaar worden gebracht en het apparaat kan beschadigd raken.
▪ De binnenunit beveiligen, voorzichtig transporteren,
handgrepen gebruiken.
Voorwaarde
▪ De opstelplaats voldoet aan de nationale voorschriften en aan de
in Hfst. 3.3.1 beschreven minimum eisen.
Afb.3-6 Handgrepen monteren
A Handgreep B Afdekking
F Draadeinde
1 Verpakking verwijderen en volgens voorschrift afvoeren.
2 De afdekplaten (Afb. 3-6, pos.B) aan de boiler aftrekken en de
draadstukken (Afb. 3-6, pos.F) uit de openingen draaien, waar­aan de handgrepen moeten worden gemonteerd.
3 Handgrepen (Afb. 3-6, pos.A) in de virjgekomen schroefdragen
draaien.
4 Binnenunit voorzichtig naar de opstelplaats transporteren, hand-
grepen gebruiken.
5 Binnenunit op de opstelplaats neerzetten.
Daikin Altherma ETS(X/H)(B)-D Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1447299_00 – 06/2019 – NL
Uitgebreide handleiding voor de installateur
13
3 Plaatsing en installatie

3.4 Apparaat voor installatie voorbereiden

3.4.1 Voorruit afnemen

1 Bouten losdraaien (1.).
2 Steunnoppen aan de zijkant met de vingers omhoogdrukken
(2.), van boven met de duim tegenhouden.
3 Voorruit naar boven toe wegnemen (3.).

3.4.2 Afdekking verwijderen

1 Afdekking uit de naar achteren gerichte bevestigingsnoppen los-
haken (1.), van achteren optillen (2.) en naar voren toe wegne­men (3.).
Afb.3-8 Afdekking verwijderen
Afb.3-7 Voorruit afnemen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
14
Afb.3-9 Zonder afdekking

3.4.3 Regelingshuis op servicestand zetten

Voor het eenvoudigere werken aan het hydraulische systeem van de binnenunit kan de regelingskast op servicestand worden gezet.
1 Bouten(1) van de houder van het regelingshuis losdraaien.
Afb.3-10 Regelingshuis op servicestand zetten
Daikin Altherma ETS(X/H)(B)-D
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1447299_00 – 06/2019 – NL
3 Plaatsing en installatie
2 Regelingshuis naar voren toe wegnemen en met de haken aan
de achterste beugels in de houder steken.
Afb.3-11 Regelingshuis op servicestand

3.4.4 Regelingshuis openen

Om de elektrische aansluitingen te maken moet het regelingshuis zelf geopend worden. Dat kan op de normale stand en op service­stand gedaan worden.
1 Voorste bout losdraaien.
2 Deksel omhoogschuiven en naar voren lostrekken.

3.4.5 Warmte-isolatie afnemen

VOORZICHTIG
De warmte-isolatie bestaat uit drukgevoelige, gevormde EPP-delen, die bij ondeskundige behandeling snel bescha­digd kunnen raken.
▪ Voer het verwijderen van de warmte-isolatie uitsluitend
uit in de hieronder aangegeven handelingsvolgorde en de bij de betreffende handelingen aangegeven richtin­gen.
▪ Gebruik geen geweld.
▪ Gebruik geen gereedschappen.
1 Neem de bovenste warmte-isolatie in de onderstaande volgorde
van het apparaat:
▪ Isolatie-element zijkant (pos.A) in horizontale richting lostrek-
ken.
▪ Isolatie-element achterkant (pos.B) in horizontale richting los-
trekken.
▪ Isolatie-element voorkant (pos.C) in horizontale richting lostrek-
ken.
Afb.3-12 Regelingshuis openen
3 Deksel met de haken aan de zijkant aan het regelingshuis vast-
haken.
Afb.3-13 Deksel vasthaken
Afb.3-14 Bovenste warmte-isolatie afnemen
2 Indien nodig: onderste warmte-isolatie in de onderstaande
volgorde afnemen:
▪ Isolatie-element zijkant (pos.A) in verticale richting lostrekken.
▪ Isolatie-element achterkant (pos.B) in verticale richting lostrek-
ken.
Daikin Altherma ETS(X/H)(B)-D Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1447299_00 – 06/2019 – NL
Uitgebreide handleiding voor de installateur
15
3 Plaatsing en installatie
Afb.3-15 Onderste warmte-isolatie afnemen
INFORMATIE
De montage van de warmte-isolatie verloopt in de omge­keerde volgorde.

3.4.6 Ontluchtingsklep openen

1 Warmte-isolatie afnemen (zie Hfst. 3.4.5).
2 Ontluchtingsklep aan de pomp één slag openen.

3.4.7 Positioneren van de aansluitingen van de toevoer- en retourleidingen van de verwarmingsinstallatie

VOORZICHTIG
Bij werkzaamheden aan het hydraulisch systeem moet worden gelet op de montagepositie van de O‑ringen, om beschadiging van de O‑ringen, en daarmee lekkages, te voorkomen.
▪ O‑ringen moeten na demontage resp. voor montage
van een insteekkoppeling altijd op het in te steken deel worden geplaatst (zie Afb. 3-19).
▪ De aansluitingen van verwarmingsleidingen die middels
insteekkoppelingen tot stand worden gebracht, moeten steeds spanningsvrij worden ingericht. Vooral bij aan­sluitingen met flexibele leidingen (niet diffusieopen!) moet worden gezorgd voor een geschikte spannings­ontlasting (zie Afb. 3-31).
VOORZICHTIG
Wanneer steekbeugels niet op jusite wijze worden ingesto­ken, kunnen koppelingen loskomen uit hun houders, wat kan leiden tot zware resp. ononderbroken lekkage van vloeistoffen.
▪ Controleer voor het insteken van de insteekbeugel, of
de steekbeugel goed in de groef van de koppeling grijpt. Duw hiervoor de koppeling zo ver in de houder, dat de groef zichtbaar wordt door de opname van de steekbeugel.
▪ Steek de steekbeugel in tot aan de aanslag.
De aansluitingen van de toevoer- en retourleidingen kunnen aan de voorzijde en aan de achterzijde uit het apparaat worden geleid, om deze optimaal aan te passen aan de bouwkundige situatie van de opstellingslocatie.
Afb.3-16 Ontluchtingsklep openen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
16
Afb.3-17 Varianten voor het uitlijnen van verwarmingsaanvoer en
-retour
Het apparaat wordt standaard afgeleverd met naar voren gerichte aansluitingen. Om de aansluitingen naar achteren te richten, zijn de volgende ombouwstappen nodig:
1 Afdekking en bovenste warmte-isolatie afnemen (zie Hfst. 3.4.2).
Daikin Altherma ETS(X/H)(B)-D
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1447299_00 – 06/2019 – NL
3 Plaatsing en installatie
Afb.3-18 Aansluitingen van toevoer- en retourleidingen van de
verwarmingsinstallatie naar boven gericht
2 Trek beide steekbeugels van de aansluitkoppelingen (Afb. 3-18,
pos.C) los.
3 Trek beide aansluitkoppelingen (Afb. 3-18, pos.B) los.
Afb.3-19 Hydraulische insteekkoppelingen
4 Montageplaat (Afb. 3-18, pos.A) verwijderen.
5 Steekbeugel van de afsluitdop (Afb. 3-18, pos.D) lostrekken.
6 Afsluitdop (Afb. 3-18, pos.E) uittrekken.
7 Hoekstuk (Afb. 3-18, pos.H) 90° naar achteren draaien.
8 Steekbeugel van het bochtstuk (Afb. 3-18, pos.G) lostrekken.
9 Bochtstuk (Afb. 3-18, pos.F) voorzichtig zo ver achterwaarts uit
de horizontale houder trekken, dat de montageplaat (Afb. 3-20, pos.A) er verticaal tussen kan worden gestoken.
Afb.3-20 Aansluitingen van toevoer- en retourleidingen van de
verwarmingsinstallatie naar achteren gericht
10 Montageplaat tussen het bochtstuk en zijn horizontale houder
schuiven en het bochtstuk (Afb. 3-20, pos.F) door het middelste gat in de montageplaat weer in zijn houder steken.
11 Borg het bochtstuk weer middels de steekbeugel (Afb. 3-20,
pos.G) in zijn houder.
12 Steek beide aansluitkoppelingen (Afb. 3-20, pos.B) door de
montageplaat in de houders aan de zijkant.
13 Borg beide aansluitkoppelingen middels steekbeugels
(Afb. 3-20, pos.C) in hun houders.
14 Steek de afsluitdop (Afb. 3-20, pos.E) in de bovenste houder.
15 Borg de afsluitdop met de steekbeugel (Afb. 3-20, pos.D).
16 Snij met behulp van een geschikt gereedschap doorgangen in
de zijkant van de warmte-isolatie (Afb. 3-21, pos.A).
Afb.3-21 Opening warmte-isolatie
Daikin Altherma ETS(X/H)(B)-D Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1447299_00 – 06/2019 – NL

3.4.8 Opening in de afdekking maken

1 Bij een naar boven gerichte verwarmingstoevoer en -retour: af-
dekking met geschikt gereedschap langs de perforatie opentor­nen.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
17
3 Plaatsing en installatie
Afb.3-22 Opening in de afdekking maken

3.4.9 Draaiknop van de regeling aanbrengen

1 Draaiknop op de houder van de RoCon+ HP plaatsen en vast-
drukken.
Afb.3-23 Draaiknop plaatsen

3.5 Optioneel toebehoren installeren

3.5.1 Montage van de elektrische Backup­Heater (EKBUxx)
INFORMATIE
Bij een lage plafondhoogte moet de boiler voor de monta­ge van de Backup-Heater in lege hoedanigheid gekanteld worden. Dat moet vóór alle andere installatiestappen ge­beuren.
De binnenunit biedt de mogelijkheid om een elektrische extra ver­warmer (Backup-Heater EKBUxx) te monteren. Hiermee kan bijv. re­generatief opgewekte stroom worden gebruikt als extra warmtebron.
INFORMATIE
Bij deze component is afzonderlijke handleiding bijge­voegd, die o.a. instructies over het inbouwen en het ge­bruik bevat.

3.5.2 Montage aansluitset externe warmteopwekker

Voor de aansluiting van een elektrische Backup-Heater of van een andere externe warmteopwekker moet de aansluitset voor externe warmteopwekkers gemonteerd worden.
1 Huis openen; hiervoor de bout verwijderen.
2 Extra componenten uit het huis verwijderen (trekontlastingsclip,
kabelbinders, doorvoerhuls).
3 Aansluitset op het regelingshuis van de binnenunit aanbrengen.
Hiervoor de haken(1) van de aansluitset in de sleuven van het regelingshuis(2) schuiven; vervolgens aansluitset omlaagdruk­ken.

3.4.10 Kap beveiligen

Na voltooiing van de installatie:
1 Bouten voor de bevestiging van de kap (zakje met accessoires)
aanbrengen.
Afb.3-24 Kap beveiligen
2 Voorplaat recht boven de draaiknop van de RoCon+ HP plaat-
sen. Boven en onder aandrukken tot de voorruit weer veilig is vastgeklikt.
Afb.3-25 Aansluitset monteren
4 Doorvoerhuls(3) op de doorvoer tussen aansluitset(A) en rege-
lingshuis(B) aanbrengen.
5 Bevestigingsklinknagel(4) aanbrengen.
Afb.3-26 Kabeldoorvoer
6 Kabel EHS schakelprintplaat Ultra door de doorvoerhuls leiden
en op de RoCon BM2C aansluiten (zie Afb. 3-41).
Uitgebreide handleiding voor de installateur
18
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
Daikin Altherma ETS(X/H)(B)-D
008.1447299_00 – 06/2019 – NL
3 Plaatsing en installatie
7 Na afloop van de installatie en van het maken van de elektrische
aansluitingen (zie Hfst. 3.6 resp. Hfst. 3.7) het deksel weer plaat­sen en met de bout sluiten.

3.5.3 Montage DB-aansluitkit

De optionele DB-aansluitset zorgt voor een betere toegankelijkheid voor het aansluiten van de DrainBack-leiding (toevoer zonnesys­teem).
Afb.3-27 DB-aansluitkit
A Aansluiting DB-leiding (zonnesysteem toevoer) B FlowSensor (geen deel van de DB-aansluitkit, maar bij
EKSRPS4 inbegrepen)
C Debietbegrenzer (FlowGuard) D
Aansluiting zonnesysteem - toevoer op de boiler

3.5.4 Inbouw P-aansluitkit

De optionele P-aansluitkit voor Biv-apparaten maakt een betere toe­gankelijkheid voor het aansluiten van de toevoer- en retourleiding van de zonnesysteem met druk of van een andere externe warmte­opwekker op de boiler mogelijk. De set bevat twee geïsoleerde flexi­bele buizen, die met wartels worden gekoppeld aan de aansluitingen van de boiler. Aan het andere einde van de flexibele buizen bevin­den zich adapters voor het aansluiten van de toevoer- en retourlei­dingen van verschillende afmetingen.

3.6 Wateraansluiting

Belangrijke opmerkingen
VOORZICHTIG
Als de binnenunit op een verwarmingssysteem wordt aan­gesloten waarin buizen, stalen verwarmingselementen of niet tegen diffusie beveiligde buizen voor vloerverwar­ming voorkomen, is het mogelijk dat slib en spaanders in de boiler terechtkomen en verstopping, plaatselijke over- verhitting of corrosieschade veroorzaken.
▪ Toevoerleidingen voor het vullen van het apparaat
spoelen.
▪ Het warmtedistributienet doorspoelen (in een bestaand
verwarmingssysteem).
▪ Vuilfilter of slijkafscheider inbouwen in de retour van de
verwarmingsinstallatie (zie Hfst. 1.2.6).
VOORZICHTIG
Als de binnenunit op een koudwaterleiding wordt aangeslo­ten waarin stalen buizen zijn geplaatst kunnen er spaan­ders in de rvs ribbelbuis warmtewisselaar terechtkomen en daarin achterblijven. Dat veroorzaakt contact-corrosiescha­de en dus tot lekkages.
▪ Toevoerleidingen voor het vullen van de warmtewisse-
laar spoelen.
▪ Vuilfilter in de koudwatertoevoer monteren (bijv. SAS1
of SAS2).
VOORZICHTIG: ALLEEN BIV
Als op de warmtewisselaar naar de zonne-energie-boi­lerlading (zie Hfst. 3.1, pos.8 + 9) een extern verwar- mingsapparaat (bijv. een houtketel) wordt aangesloten, kan door een te hoge toevoertemperatuur aan deze aan­sluitingen de binnenunit beschadigd of vernield worden.
▪ De toevoertemperatuur van het externe verwarmings-
apparaat tpt max. 95°C beperken.
VOORZICHTIG
Het binnendringen van lucht in het verwarmingswatersys­teem en een kwaliteit van het verwarmingswater die niet aan de eisen in Hfst. 1.2.5 voldoet, kan corrosie veroorza­ken. Hierbij optredende corrosieproducten (deeltjes) kun­nen pompen en kleppen verstoppen en functiestoringen veroorzaken.
▪ Apparaten mogen niet met diffusie-open flexibele lei-
dingen worden aangesloten.
Afb.3-28 P-aansluitkit voor Biv-apparaten
A Aansluiting voor toevoer (rood) B Aansluiting voor retour (blauw)
Daikin Altherma ETS(X/H)(B)-D Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1447299_00 – 06/2019 – NL
INFORMATIE
Conform EN12828 moet er een veiligheidsklep aan of in de buurt van de warmteopwekker gemonteerd worden waarmee de maximaal toegestane bedrijfsdruk in het ver­warmingssysteem kan worden beperkt. Tussen warmteo­pewekker en veiligheidsklep en mag zich geen hydrauli­sche afsluitarmatuur bevinden.
Eventueel vrijkomende stoom of verwarmingswater moet via een afvoerleiding met geschikte en continue helling vorstveilig, gevaarloos en zichtbaar afgevoerd kunnen wor­den.
Op de Daikin Altherma 3 H HT ECH2O moet een voldoen­de gedimensioneerd en voor het verwarmingssysteem vooraf ingesteld membraanexpansievat worden aangeslo­ten. Tussen warmteopewekker en membraanexpansievat en mag zich geen hydraulische afsluitarmatuur bevinden.
Wij adviseren om voor het vullen van het verwarmingssys­teem een mechanische manometer te monteren.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
19
3 Plaatsing en installatie
▪ Voor drinkwaterleidingen moeten de bepalingen van de EN806,
DIN1988, de hier bovenuit gaande geldige nationale regelingen voor de drinkwaterinstallatie in acht genomen worden.
▪ Om van een circulatieleiding af te kunnen zien moet de binnenunit
in de buurt van het aftappunt gemonteerd worden. Als een circula­tieleiding beslist noodzakelijk is, moet die aan de hand van de schematische weergaven inHfst. 9.5.1 geïnstalleerd worden.

3.6.1 Hydraulische leidingen aansluiten

GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
Bij warmwatertemperaturen boven 65°C bestaat gevaar voor brandwonden. Dit is mogelijk bij gebruik van installa­ties op zonne-energie, bij een aangesloten extern verwar­mingsapparaat, als de legionellabeveiliging geactiveerd is of de gewenste temperatuur van het warme tapwater ho­ger dan65°C is ingesteld of bij een geactiveerde Smart­Grid functie.
▪ Verbrandingsbescherming (warmwater-mengvoorzie-
ning (bijv. VTA32)) monteren.
INFORMATIE
De binnenunit is met een druksensor uitgevoerd. De instal­latiedruk wordt elektronisch bewaakt en kan worden weer­gegeven wanneer het apparaat is ingeschakeld.
Toch raden wij aan om bijv. tussen binnenunit en mem­braanexpansievat een mechanische manometer te installe­ren.
▪ Monteer deze manometer zo, dat deze bij het vullen
goed zichtbaar is.
Voorwaarde: optionele accessoires (bijv. zonnesysteem, Backup­Heater) zijn aan de hand van de meegeleverde handleidingen aan de Daikin Altherma 3 H HT ECH2O gemonteerd.
1 Koudwateraansluitdruk controleren (maximaal 6bar).
▪ Bij hogere drukken in de drinkwaterleiding moet een drukrege-
laar worden gemonteerd.
2 Hydraulische aansluitingen op de Daikin Altherma 3 H HT
ECH2O maken.
▪ Positie en dimensie van de verwarmingsaansluitingen en van
de buitenunitaansluitingen staan vermeld in Afb. 3-1 t/m
Afb. 3-4 en in Tab. 2-1. De details van de hydraulische verbin-
ding van de binnenunit met de wateraan- en -afvoer van de bui­tenunit staan vermeld in Afb. 3-29.
Afb.3-30 Verwarmingsaansluitingen maken
▪ Leg de leidingen zo dat na de montage de geluidsisolatiekap
zonder problemen geplaatst kan worden.
▪ Bij naar achteren gerichte aansluitingen: Hydraulische leidingen
aan de hand van de plaatsingsomstandigheden op een ge­schikte manier steunen, zie Afb. 3-31.
Afb.3-31 Naar achteren gerichte hydraulische leidingen steunen
▪ Wateraansluiting voor het vullen of bijvullen van het verwar-
mingssysteem conform EN1717 uitvoeren zodat een verontrei­niging van het drinkwater door recirculatie veilig wordt voorko­men.
3 Aflaatleiding aan de veiligheidsoverdrukklep en het membraan-
expansievat conform EN12828 aansluiten.
▪ Positie van de afvoerslang aan de overdrukklep controleren.
▪ Indien nodig eigen slang aansluiten en leggen.
4 Isoleer leidingen tegen warmteverliezen en ter voorkoming van
de vorming van condenswater (isolatiedikte ten minste 20mm).
▪ Watertekortbeveiliging: De druk- en temperatuurcontrole van de
regeling schakelt de Daikin Altherma 3 H HT ECH2O bij waterte­kort veilig uit. In het gebouw is verder geen beveiliging voor wa­tertekort vereist.
▪ Schade door afzettingen en corrosie vermijden: zie Hfst. 1.2.5
5 Afvoerslang met het slangaansluitstuk voor veiligheidsoverloop
(Afb. 2-3, pos.23) verbinden.
▪ Transparante afvoerslang gebruiken (vrijkomend water moet
zichtbaar zijn).
▪ Afvoerslang op een afvoerinstallatie met voldoende inhoud aan-
sluiten.
▪ Afvoer mag niet afsluitbaar zijn.
Afb.3-29 Hydraulische verbinding met de buitenunit maken
▪ Voorgeschreven aanhaalmoment in acht nemen (zie Hfst. 9.2).
Hierbij met geschikt gereedschap voor het nodige tegenmo­ment zorgen om beschadigingen te voorkomen, zie Afb. 3-30.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
20
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
Daikin Altherma ETS(X/H)(B)-D
008.1447299_00 – 06/2019 – NL
Afb.3-32 Montage afvoerslang aan de veiligheidsoverloop
6 Afvoerstomp aan het deksel (Afb. 2-2, pos.30) met het meege-
leverde slangstuk op het afwatersysteem aansluiten.
7 Membraanexpansievat aansluiten (zie Afb. 3-33)
▪ Installeer een voldoende gedimensioneerd en voor de verwar-
mingsinstallatie vooraf ingesteld membraanexpansievat. Tus­sen warmteopewekker en veiligheidsklep en mag zich geen hy­draulische afsluitarmatuur bevinden.
▪ Membraanexpansievat op een goed toegankelijke plek aan-
brengen (onderhoud, vervanging van onderdelen)
3 Plaatsing en installatie
VOORZICHTIG
In de behuizing van de regeling van de binnenunit kunnen bij een draaiend systeem hoge temperaturen optreden. Dit kan ertoe leiden dat stroom voerende draden door opwar­ming hogere temperaturen kunnen bereiken tijdens wer­king. Deze leidingen moeten daarom een continue gebruik­stemperatuur van 90°C hebben.
Voor de volgende aansluitingen alleen kabels met een continue gebruikstemperatuur van ≥90°C gebruiken: Warmtepomp buitenunit en optioneel: Elektrische Backup­Heater (EKBUxx)
VOORZICHTIG
Als de voedingskabel van de binnenunit wordt beschadigd, moet hij door de fabrikant of zijn klantenservice of een een­der gekwalificeerd persoon worden vervangen om gevaren te voorkomen.
Alle elektronische regel- en veiligheidsvoorzieningen van de binnen­unit zijn bedrijfsgereed aangesloten en gekeurd. Onbevoegde ingre­pen in de elektrische installatie zijn gevaarlijk en niet toegestaan. In dat geval is de gebruiker zelf aansprakelijk voor eventuele schade.
Afb.3-33 Montage van het mebraanexpansievat

3.7 Elektrische aansluiting

GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Stroomgeleidende onderdelen kunnen bij aanraking tot een elektrische schok leiden en zo levensgevaarlijk letsel en brandwonden veroorzaken.
▪ Voor werkzaamheden aan onder stroom staande on-
derdelen alle stroomcircuits van de installatie van de voeding scheiden (externe hoofdschakelaar uitschake­len, zekering scheiden) en tegen onbedoeld opnieuw inschakelen beveiligen.
▪ Opnieuw aansluiten op de elektriciteit en werkzaamhe-
den aan elektrische onderdelen mag alleen door elek- trotechnisch deskundig personeel met inachtneming van de van toepassing zijnde normen en richtlijnen en van de instructies van het energiebedrijf en de aanwij­zingen in deze handleiding.
▪ Voer nooit constructieve wijzigingen aan stekkers of
andere elektrotechnische onderdelen uit.
Afdekkingen en onderhoudskleppen na afloop van
de werkzaamheden onmiddellijk weer monteren.
Daikin Altherma ETS(X/H)(B)-D Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1447299_00 – 06/2019 – NL
Uitgebreide handleiding voor de installateur
21
Loading...
+ 47 hidden pages