Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Installatie- en onderhoudshandleiding
3
Page 4
1 x Veiligheid
1Veiligheid
1.1Houdt u aan de installatie- en
gebruiksaanwijzing
Deze handleiding is een vertaling van de >> Originele versie <<
naar het Nederlands.
Lees deze installatie- en gebruiksaanwijzing aandachtig voor u
met de montage en de inbedrijfstelling begint of voor u aan de
verwarmingsinstallatie gaat werken.
Deze handleiding is bedoeld voor die personen, die zijn geautoriseerd en met goed gevolg een voor de desbetreffende werkzaamheden voldoende technische of vakmatige opleiding
hebben doorlopen, alsmede hebben deelgenomen aan een door
de desbetreffende instanties erkende vervolgopleiding. Hiertoe
worden in het bijzonder verwarmingsmonteurs en koel- en kli
maattechnici gerekend, die door hun opleiding of vakkennis ervaring hebben opgedaan met het op deskundige wijze installeren
en onderhouden van verwarming-, koel- en klimaatinstallaties
evenals van warmtepompen.
Alle handelingen nodig voor installatie, inbedrijfstelling en onderhoud, zowel als basisinformatie over de bediening en instellingen worden in deze handleiding beschreven. Alle parameters,
welke een comfortabel gebruik garanderen, zijn al in de fabriek
ingesteld. Voor gedetailleerde informatie over de bediening en
regeling kunt u de bijgeleverde documentatie raadplegen.
Documenten die eveneens van toepassing zijn
– Daikin Altherma EHS(X/H):
– Gebruiksaanwijzing
– Checklist voor inbedrijfstelling
– Gebruiksaanwijzingen van de regeling RoCon HP
– Buitentoestel voor Daikin Altherma EHS(X/H); de bijhorende
installatie- en bedieningshandleiding.
– Bij aansluiting van een Daikin-zonne-energiesysteem; de bij-
horende installatie- en bedieningshandleiding.
– Bij aansluiting van een Daikin FWXV(15/20)AVEB; de bijho-
rende installatie- en bedieningshandleiding.
– Bij aansluiting van een als accessoire aangeboden regelings-
Wanneer u deze waarschuwing negeert, loopt het
milieu gevaar of kan er zich materiële schade
voordoen.
Dit symbool wijst op een tip en erg nuttige informatie
voor de gebruiker. Het is dus geen waarschuwing en
wijst dus niet op mogelijke gevaren.
Speciale waarschuwingssymbolen
Sommige gevaren worden door speciale symbolen aangegeven.
Elektrische stroom
Gevaar voor brandwonden
Gevaar voor schade aan het milieu
Gevaar voor lokale bevriezingen
Schadelijke of irriterende stoffen
Voorgeschreven continugebruikstemperatuur
Explosiegevaar
1.2.2 Geldigheid
Sommige informatie in deze handleiding heeft een beperkte geldigheid. De geldigheid wordt aan de hand van een symbool aangegeven.
De handleidingen zijn met de desbetreffende toestellen meegeleverd.
1.2Veiligheidsaanduidingen en verklaring van
symbolen
1.2.1 Betekenis van de veiligheidsaanwijzingen
In deze installatie- en gebruiksaanwijzing worden de veiligheidsaanduidingen ingedeeld op basis van de ernst van het gevaar en
de kans dat het zich voordoet.
GEVAAR!
Wijst op een onmiddellijk dreigend gevaar.
Wanneer u deze waarschuwing negeert, loopt u
gevaar op een zwaar en mogelijk dodelijk letsel.
WAARSCHUWING!
Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie.
Wanneer u deze waarschuwing negeert, loopt u
gevaar op een zwaar en mogelijk dodelijk letsel.
Installatie- en onderhoudshandleiding
4
Warmtepompbuitentoestel ERLQ
Warmtepompbinnentoestel EHS(X/H)
FWXV(15/20)AVEB
Alleen geldig voor Daikin Altherma EHS(X/H) met koelfunctie (zie ook paragraaf 1.4)
Geldt alleen voor het drukloze systeem (Drain Back).
Geldt alleen voor het druksysteem.
Alleen geldig/beschikbaar bij aangesloten kamerthermostaat
Alleen geldig/beschikbaar bij aangesloten mengermodule
1.2.3 Taakoverzichten
● Taakoverzichten worden in een lijst weergegeven. Wanneer
taken in een bepaalde volgorde moeten worden uitgevoerd,
worden ze genummerd.
DaikinAltherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Page 5
1 x Veiligheid
Resultaten van een handeling worden met een pijl aan-
geduid.
Toegang tot een instelproces
Uitgang van een instelproces
1.3Gevaren voorkomen
De Daikin Altherma EHS(X/H) is volgens de laatste stand van de
techniek en de erkende technische regels gebouwd. Bij ondes
kundig gebruik kan echter lichamelijk letsel en materiële schade
ontstaan.
Ter voorkoming van gevaren de Daikin Altherma EHS(X/H)
alleen installeren en bedienen:
– wanneer ze reglementair worden gebruikt,
– en wanneer ze in onberispelijke staat verkeren.
Dit veronderstelt dat u de inhoud van deze installatie- en gebruiksaanwijzing kent en toepast, dat u alle geldende veiligheidsen arbeidsgeneeskundige voorschriften en alle voorschriften om
ongevallen te voorkomen naleeft.
WAARSCHUWING!
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder kinderen) met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of gebrek
aan ervaring en / of kennis, tenzij ze worden begeleid
door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of van deze instructie kregen in het gebruik van
het toestel.
-
1.4Doelmatig gebruik
De Daikin Altherma EHS(X/H) mag uitsluitend worden gebruikt
voor de warmwaterbereiding, als ruimteverwarmingssysteem en
afhankelijk van de uitvoering ook als ruimtekoelsysteem. De
Daikin Altherma EHS(X/H) mag alleen overeenkomstig de in
structies in deze handleiding opgesteld, aangesloten en in bedrijf
gesteld worden.
Alleen het gebruik van een door Daikin aanbevolen, passend buitentoestel is toegestaan. De volgende combinaties zijn daarbij
toegestaan:
BinnentoestelBuiteninstallatie
Verwarmen en
koelen (X)
EHSX04P30AEHSH04P30A
EHSXB04P30AEHSHB04P30A
EHSX08P30AEHSH08P30A
EHSXB08P30AEHSHB08P30A
EHSX08P50AEHSH08P50A
EHSXB08P50AEHSHB08P50A
EHSX16P50AEHSH16P50AERLQ011CAW1
EHSXB16P50A
B - Extra warmtewisselaar voor de bivalente aansluiting
Tab. 1-1 Toelaatbare combinaties van Daikin
warmepompbuitentoestellen en Daikin Altherma EHS(X/H)
binnentoestellen
Alleen verwarmen
(H)
EHSHB16P50A
ERLQ004CAV3
ERLQ006CAV3
ERLQ008CAV3
ERLQ014CAW1
ERLQ016CAW1
-
Ieder ander gebruik geldt als niet-reglementair. In dat geval is de
gebruiker zelf aansprakelijk voor eventuele schade.
Het beoogde gebruik veronderstelt ook het naleven van de vereisten ten aanzien van onderhoud en inspectie. Reserveonderdelen moeten aan de minimale technische vereisten van de fabrikant beantwoorden. Dit is het geval bij originele reserveonderdelen.
1.5Veiligheidsaanwijzingen
1.5.1 Voorafgaand aan werkzaamheden aan het
hydraulische systeem
● Werkzaamheden aan de Daikin Altherma EHS(X/H) (zoals
bijv. het plaatsen, het aansluiten en de eerste inbedrijfname)
alleen door personen laten uitvoeren, die geautoriseerd zijn
en voor de betreffende handelingen een bevoegdheidstech
nische of bedrijfsmatige opleiding hebben genoten, evenals
aan een door een verantwoordelijke instantie erkende
vervolgopleiding hebben deelgenomen. Hiertoe worden in
het bijzonder verwarmingsmonteurs en koel- en klimaat
technici gerekend, die door hun opleiding of vakkennis
ervaring hebben opgedaan met het op deskundige wijze
installeren en onderhouden van verwarming-, koel- en
klimaatinstallaties evenals van warmtepompen.
● Schakel bij alle werkzaamheden aan de Daikin Altherma
EHS(X/H) de hoofdschakelaar uit en vergrendel deze om het
per ongeluk opnieuw inschakelen te voorkomen.
● Loodverzegelingen mogen niet beschadigd of verwijderd
worden.
● Let er a.u.b. op dat de veiligheidsventielen bij aansluiting aan
de verwarmingszijde aan de eisen conform EN 12828 en bij
aansluiting aan de drinkwaterzijde aan de eisen conform
12897 voldoen.
EN
● U mag uitsluitend originele vervangende Daikin-onderdelen
gebruiken.
1.5.2 Elektrische installatie
● De elektrische installatie mag uitsluitend worden aangelegd
door opgeleide elektriciens onder inachtneming van de
toepasselijke elektrotechnische richtlijnen en de voorschriften
van de distributiemaatschappij voor elektrische energie.
● Vergelijk voor het aansluiten van de stroomtoevoer de
netspanning op het typeplaatje (~230 V, 50 Hz c.q. ~400 V,
Hz) met de voedingsspanning.
50
● Voor werken aan onder stroom staande onderdelen, alle
stroomkringen van de installatie van de stroomvoeding
scheiden (externe hoofdschakelaar uitschakelen, zekering
scheiden) en tegen onbedoeld opnieuw inschakelen bevei
ligen.
● Breng - na het voltooien van de werkzaamheden - toestelbe-
kleding en onderhoudsroosters onmiddellijk weer aan.
1.5.3 Werkzaamheden aan koelinstallaties
(warmtepomp)
Voor werkzaamheden aan plaatsgebonden koelinstallaties (warmtepompen) en airconditioning-installaties is
voor Europa de goedkeuring van een deskundige con
form de F-gassenbepaling (EG) nr. 303/2008
noodzakelijk.
– Totale vulhoeveelheid koelmiddel tot 3 kg: des-
kundigheidsbewijs van categorie II
– Totale vulhoeveelheid koelmiddel vanaf 3 kg:
deskundigheidsbewijs van categorie I
-
-
-
-
Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Installatie- en onderhoudshandleiding
5
Page 6
1 x Veiligheid
● Altijd een veiligheidsbril en beschermende handschoenen
dragen.
● Tijdens werkzaamheden aan het koelmiddelcircuit voor een
goede ventilatie van de werkplek zorgdragen.
● Werkzaamheden aan het koelmiddelcircuit mogen nooit in
afgesloten ruimtes of werkkuilen worden uitgevoerd.
● Het koelmiddel nooit in aanraking laten komen met open
vuur, gloeiende voorwerpen of hete voorwerpen.
● Het koelmiddel nooit in de atmosfeer laten ontsnappen (hoge
druk aan de uitstroomzijde).
● Wanneer serviceslangen worden losgekoppeld van de
vulaansluitingen, de aansluitingen nooit in de richting van het
lichaam laten wijzen. Er kunnen nog resten koelmiddel
ontsnappen.
● Componenten en reserveonderdelen moeten aan de
minimale technische vereisten van de fabrikant beant
-
woorden.
1.5.4 Installatielokatie van het apparaat
Voor een veilige en storingsvrije werking is het noodzakelijk, dat
de installatielokatie van de DaikinAltherma EHS(X/H) aan be
paalde criteria voldoet. Informatie hierover vindt u in
hoofdstuk
3.2.
Aanwijzingen m.b.t. de installatielokatie van andere componenten zijn in de bijbehorende, meegeleverde documentatie opgenomen.
1.5.5 Verwarmingsinstallatie en sanitairzijdige
aansluiting
● Installeer de verwarmingsinstallatie in overeenstemming met
de veiligheidsvoorschriften van EN
● Bij aansluiting aan de sanitairzijde moeten:
–EN 1717 - Bescherming van drinkwater tegen verontreini-
gingen in drinkwaterinstallaties en de algemeen eisen aan
veiligheidsvoorziening ter voorkoming van verontreiniging
van drinkwater door terugstromen
–EN 806 - Technische regels voor drinkwaterinstallaties
(TRWI)
– en aanvullend, de wetgeving in het land van gebruik in
acht worden genomen.
Door aansluiting van een installatie op zonne-energie, een
elektrische verwarmingsstaaf of een alternatief verwarmings
toestel, kan de opslagtemperatuur 60 °C overschrijden.
● Bij de installatie daarom een schroeibescherming
VTA32 + Schroevenset 1") inbouwen.
(bijv.
12828.
-
1.5.6 Vereisten gesteld aan het verwarmingswater
Ter vermijding van corrosieproducten en afzettingen, de desbetreffende regels van de techniek in acht nemen.
Minimumvereisten voor de kwaliteit van vul- en aanvulwater:
– Waterhardheid (calcium en magnesium, berekend als cal-
Het gebruik van vul- en aanvulwater dat niet aan de vermelde
kwaliteitsvereisten voldoet, kan een duidelijk verkorte levensduur
van het apparaat veroorzaken. Alleen de exploitant is hiervoor
verantwoordelijk.
1.5.7 Werking
De Daikin Altherma EHS(X/H):
● pas gebruiken na het voltooien van de installatie. en aansluitwerkzaamheden.
● uitsluitend met volledig gevuld voorraadvat (indicatie
vulniveau) en verwarmingcircuit gebruiken.
● met maximaal 3 bar installatiedruk gebruiken.
● uitsluitend met drukregelaar aan de externe watervoorziening
(Toevoerleiding) aansluiten.
● uitsluitend met de voorgeschreven hoeveelheid en soort
koelmiddel gebruiken.
● uitsluitend met gemonteerde afdekkap gebruiken.
De voorgeschreven onderhoudsintervallen moeten aangehouden en inspectiewerkzaamheden uitgevoerd worden.
1.5.8 Gebruiker wegwijs maken
● Voordat u de Daikin Altherma EHS(X/H) overdraagt, moet u
de gebruiker uitleggen hoe hij of zij de installatie moet
bedienen en controleren.
● Overhandig de gebruiker de technische documenten (dit
document en alle andere geldige documenten) en wijs de
gebruiker er op, dat deze documenten altijd beschikbaar en
in de onmiddellijke omgeving van het apparaat dienen te
worden bewaard.
Als de Daikin Altherma EHS(X/H) op een verwarmingssysteem
wordt aangesloten waarin buizen, stalen verwarmingselementen
of niet tegen diffusie beveiligde buizen voor vloerverwarming
voorkomen, is het mogelijk dat slib, spaanders of vijlsel in de
warmwaterboiler terechtkomen en verstopping, plaatselijke
oververhitting en corrosieschade veroorzaken.
● Om mogelijke schade te vermijden, moet een vuilfilter of
slibafscheider in de verwarmingsretourleiding worden
gemonteerd.
–SAS 1
Daikin Altherma EHS(X/H) 04P30A/08PxxA: Cu Ø 6,4 mm (1/4"),
Daikin Altherma EHS(X/H) 16P50A: Cu Ø 9,5 mm (3/8")
32Aansluiting koelmiddel gasleiding
Cu Ø 15,9 mm (5/8")
34Kogelkraan (Verwarmingcircuit)
35Vul- en aftapkraan (Verwarmingcircuit)
37Buffertemperatuursensor t
38Aansluiting membraanexpansievat
39Regelingbehuizing met elektr. contactpunt
21Zonne-energiezone
22Warmwaterzone
23Aansluiting van de veiligheidsoverloop
24Opname voor handgreep
25Typeplaatje
26Afdekkap
27 Zonne-energiesysteem - retour
28 Zonne-energiesysteem - aanvoer
(3/4" IG)
(alleen type Daikin Altherma EHS(X/H)B)
29 Zonne-energiesysteem - retour
(3/4" IG)
(alleen type Daikin Altherma EHS(X/H)B)
30Platenwarmtewisselaar
31Aansluiting koelmiddel vloeistofleiding
Daikin Altherma EHS(X/H)
...04P30A/08PxxA:
Cu Ø 6,4 mm (1/4"),
Daikin Altherma EHS(X/H)...16P50A:
Cu Ø 9,5 mm (3/8")
32Aansluiting koelmiddel gasleiding
Cu Ø 15,9 mm (5/8")
3UVB1
3-wegs-omschakelventiel (intern warmte-
generatorcircuit)
3UV DHW
3-wegs-omschakelventiel (Warm water /
Verwarming)
DS Druksensor
FLS (t
t
/ V1)
R1
Retourtemperatuur- en debietsensor
, t
DHW1
DHW2
Buffertemperatuursensor
t
R2
t
V1
Teruglooptemperatuursensor
, t
V2
Voedingtemperatuursensoren
t
V, BH
Aanvoertemperatuursensor aanjaagverwarmer
RoCon B1
Bedieningsdeel DaikinAltherma EHS(X/H)
regeling
EKSRPS3B
Optie: Daikin Solar R3 regel- en pompeenheid
Veiligheidsvoorzieningen
Draaimoment respecteren!
AG Buitendraad (Außengewinde)
IGBinnendraad (Innengewinde)
*Kogelkraan (1" IG) wordt meegeleverd
Tab. 2-1 Legende bij afb. 2-2 tot afb. 2-5
Installatie- en onderhoudshandleiding
12
DaikinAltherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Page 13
3Montage en installatie
WAARSCHUWING
Ondeskundig opgestelde en geïnstalleerde koelinstallaties (warmtepompen), airco's en verwarmingsinstallaties kunnen het
leven en de gezondheid van personen in gevaar brengen en de werking ervan kan worden beïnvloed.
● Werkzaamheden aan de Daikin Altherma EHS(X/H) (zoals bijv. opstelling, reparatie, aansluiting en eerste
ingebruikname) alleen door personen laten uitvoeren, die geautoriseerd zijn en voor de betreffende handelingen een
bevoegdheidstechnische of bedrijfsmatige opleiding hebben genoten, evenals aan een door een verantwoordelijke
instantie erkende vervolgopleiding hebben deelgenomen. Hiertoe behoren met name verwarmingsmonteurs, elektriciens en koelinstallatie/aircomonteurs, die op grond van hun technische opleiding en hun kennis, ervaring met de
deskundige installatie van verwamings- en koelinstallaties en airco's, evenals met warmtepompen hebben opgedaan.
● De Daikin Altherma EHS(X/H) alleen plaatsen
indien een voldoende draagkrachtige onder-grond, van 1050 kg/m² te vermeerderen met een
veiligheidstoeslag, is gegarandeerd. De onder
grond moet vlak en glad zijn.
● Opstelling in open lucht is niet toegestaan.
● De elektronische regeling mag in geen geval bloot-
staan aan weersinvloeden.
● De boiler mag niet permanent aan direct
zonlicht worden blootgesteld, omdat UV-stralen
en weersinvloeden het kunststof aantasten.
● De Daikin Altherma EHS(X/H) moet tegen vorst
beschermd worden geplaatst.
● Garanderen dat door het waterleidingbedrijf geen
agressief drinkwater wordt geleverd.
– Eventueel is een geschikter watervoorberei-
WAARSCHUWING!
De kunststofwand van de Daikin Altherma EHS(X/H)
kan door externe warmte (>80 °C) smelten en in extreme gevallen vuur vatten.
● De Daikin Altherma EHS(X/H) alleen met een
minimale afstand van 1
bronnen (>80 °C) (bijv. elektrische verwarming,
gasverwarming, schoorsteen) en brandbaar
materiaal plaatsen.
3 x Montage en installatie
-
ding vereist.
m tot andere warmte-
LET OP!
Als de Daikin Altherma EHS(X/H) niet voldoende ver
onder de vlakplaatcollectoren wordt geplaatst (bo
venkant van boiler ligt boven onderkant van de collectoren), kan het drukloze zonne-energiesysteem buiten
niet volledig leeglopen.
● De Daikin Altherma EHS(X/H) bij aansluiting van
de DrainBack-zonne-energie-installatie voldoende
diep ten opzichte van de vlakplaatcollectoren
opstellen (letten op het minimale verval van de
verbindingsleidingen van de zonne-energie-instal
latie).
● Verpakking verwijderen en volgens voorschrift afvoeren.
● De afdekplaten (afb. 3-4, pos. B) aan de boiler aftrekken en
de draadstukken (afb. 3-4, pos. F) uit de openingen draaien
waaraan de handgrepen moeten worden gemonteerd
(afb. 2-2 tot afb. 2-5, pos. 24).
● Handgrepen (afb. 3-4, pos. A) in de vrijgekomen draadopeningen schroeven.
-
AHandgreep
BAfdekplaat
Afb. 3-4 Handgrepen monteren
FDraadstuk
● De Daikin Altherma EHS(X/H) plaatsen op de beoogde
locatie.
– Aanbevolen afstanden (afb. 3-5):
vanaf de muur (s1): ≥200 mm.
vanaf het plafond (X): ≥1200 mm.
– De Daikin Altherma EHS(X/H) voorzichtig transporteren,
handgrepen gebruiken.
– Bij de opstelling in kasten, achter kratten of in andere
kleine ruimtes, moet er voldoende verluchting (bv. via een
verluchtingsrooster) gewaarborgd worden.
● Indien nodig de optionele aanjaagverwarmer (EKBUxx) in de
Daikin Altherma EHS(X/H) inbouwen (
afb. 3-5).
De montage- en bedieningshandleiding bij de accessoires in
acht nemen ( draaimoment zie hoofdstuk 9.3).
Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Installatie- en onderhoudshandleiding
15
Page 16
3 x Montage en installatie
3.3Wateraansluiting
LET OP!
Als de Daikin Altherma EHS(X/H) op een verwarmingssysteem wordt aangesloten waarin buizen, stalen verwarmingselementen of niet tegen diffusie
beveiligde buizen voor vloerverwarming voorkomen,
is het mogelijk dat slib, spaanders of vijlsel in de warm
waterboiler terechtkomen en verstopping, plaatselijke oververhitting en corrosieschade veroorzaken.
● Toevoerleidingen voor het vullen van de warmtewisselaar spoelen.
● Het warmtedistributienet doorspoelen (in een
bestaand verwarmingssysteem).
● Vuilfilter of slibafscheider in de verwarmingsleiding
inbouwen (zie hoofdstuk 1.5.5).
LET OP!
Als de Daikin Altherma EHS(X/H) op een toevoerleiding
voor koud water wordt aangesloten waarin
dingen uit staal
roestvrij stalen ribbelpijpen van de warmtewisselaar terechtkomen en daarin blijven liggen. Dit leidt tot
contact-corrosieschade
● Toevoerleidingen voor het vullen van de warmtewisselaar spoelen.
● Vuilfilter in de toevoerleiding voor koud water
inbouwen (zie hoofdstuk
zijn gebruikt, kunnen vijlselresten in de
-
buislei-
en zodoende tot lekken.
1.5.5).
Afb. 3-5
Opstelling (weergegeven op Daikin Altherma EHS(X/H)...P50A
met inbouw van de optionele aanjaagverwarmer)
ALLEEN DAIKIN ALTHERMA EHS(X/H)B
LET OP!
Als er op de warmtewisselaar voor het vullen van de
boiler van het onder druk staande zonne-energiesy-
steem (afb. 3-1 / afb. 3-2, pos.8+9) een extern verwarmingsapparaat (vb. houtketel) wordt aange-
sloten, kan door een te hoge aanvoertemperatuur aan
deze aansluitingen de Daikin Altherma EHS(X/H)B be
schadigd of vernietigd worden.
● De aanvoertemperatuur van het externe verwar-
mingsapparaat op max. 95 °C begrenzen.
Volgens EN 12828 moet een veiligheidsventiel op de, of
in de onmiddellijke omgeving van de warmtegenerator
worden gemonteerd, waarmee de maximale toegestane
bedrijfsdruk in de CV-installatie kan worden begrensd.
Tussen warmtegenerator en veiligheidsventiel mag zich
geen hydraulische vergrendeling bevinden.
Eventueel uitstromende damp of of eventueel uitstromend verwarmingswater moet via een geschikte, met
permanente hellingen uitgevoerde aflaatleiding vorst
bestendig, gevaarloos en waarneembaar kunnen worden afgevoerd.
Op de Daikin Altherma EHS(X/H) moet een membraanexpansievat met voldoende afmetingen en voor de CVinstallatie vooraf ingesteld membraanexpansievat wor
den aangesloten. Tussen warmtegenerator en membraanexpansievat mag zich geen hydraulische vergrendeling bevinden.
Daikin beveelt voor de vulling van de verwarmingsinstallatie aan om een mechanische manometer in te bouwen.
-
-
Installatie- en onderhoudshandleiding
16
DaikinAltherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Page 17
3 x Montage en installatie
● Voor drinkwaterleidingen de bepalingen van EN 806 en
DIN 1988 in acht nemen.
● Daikin Altherma EHS(X/H) Vlakbij de plaats van gebruik
installeren, zodat geen circulatieleiding nodig is. Als deson
danks een circulatieleiding nodig is, moet deze overeenkomstig het schema in hoofdstuk 8 "Hydraulische systeemkoppeling" geïnstalleerd worden.
3.3.1 Hydraulische leidingen aansluiten
Voorwaarden: Optioneel accessoire (bijv. Solar, Backup-Heater)
is volgens de meegeleverde handleidingen Daikin Altherma
EHS(X/H) gemonteerd.
● Koudwateraansluitdruk controleren (maximaal 6 bar).
– Bij hogere drukken in de drinkwaterleiding moet een druk-
regelaar worden gemonteerd.
● Hydraulische aansluitingen aan de Daikin Altherma
EHS(X/H) aansluiten.
– U vindt de locatie van de verwarmingsaansluitingen
afb. 3-1 / afb. 3-2, dimensie uit tab. 2-1.
–Voorgeschreven draaimoment respecteren
(zie hoofdstuk 9.3 "Draaimomenten").
– De leidingen zodanig plaatsen dat na montage de geluid-
dempende kap eenvoudig kan worden geplaatst.
– Wateraansluiting voor het vullen of navullen van het ver-
warmingssysteem volgens EN 1717 uitvoeren, om verontreiniging van het drinkwater door terugstroming te verhinderen.
● Aflaatleiding aan veiligheidsoverdrukventiel en membraanexpansievat volgens EN 12828 aansluiten.
● Buisleidingen zorgvuldig afdammen tegen warmteverlies en
ter vermijding van condensatievorming (dam minstens 20 mm
dik)
– Beveiliging tegen watertekort: De druk- en temperatuurbe-
waking van de regeling schakelt de Daikin Altherma
EHS(X/H) bij watertekort veilig uit. Op de bouwplaats is verder geen beveiliging voor watertekort vereist.
– Schade door afzettingen en corrosie vermijden: Ter ver-
mijding van corrosieproducten en afzettingen, de desbetreffende regels van de techniek in acht nemen.
Minimumvereisten voor de kwaliteit van vul- en aanvulwater:
– Waterhardheid (calcium en magnesium, berekend als cal-
Bij vul- en aanvulwater met een hoge totale hardheid of andere
eigenschappen die afwijken van de minimumvereisten, moeten
er maatregelen voor het ontzouten, ontharden, stabiliseren van
de hardheid of andere gepaste conditioneringsmaatregelen
worden genomen om de vereiste waterkwaliteit te behouden.
WAARSCHUWING!
Bij warmwatertemperaturen boven 60 °C bestaat
gevaar voor brandwonden. Dit kan optreden bij zonneenergie, bij een aangesloten externe verwarming,
wanneer de legionella-beveiliging is geactiveerd, of
als de ingestelde temperatuur van het warme water op
hoger dan 60
mingsinstallatie pas ledigen
● Afvoerslang met de aansluiting van de veiligheidsoverloop
(afb. 2-2 tot afb. 2-5, pos. 23) verbinden.
– Transparante afvoerslang gebruiken (uittredend water
moet zichtbaar zijn).
– Afvoerslang op een afvoerinstallatie met voldoende
inhoud aansluiten.
– Afvoer mag niet afsluitbaar zijn.
Afb. 3-6 Montage afvoerslang aan de veiligheidsoverloop
3.4Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Stroomgeleidende onderdelen kunnen bij aanraking
tot een elektrische schok leiden en zo levensgevaarlijk letsel en brandwonden veroorzaken.
● Voor werken aan onder stroom staande onderdelen, alle stroomkringen van de installatie van de stroomvoeding scheiden (externe hoofdschakelaar uitschakelen, zekering scheiden) en tegen
onbedoeld opnieuw inschakelen beveiligen.
● Uitsluitend elektrotechnisch gekwalificeerde
vakmensen mogen de aansluitingen op het
elektriciteitsnet realiseren en werkzaamheden aan
elektrotechnische onderdelen uitvoeren onder het
inachtnemen van de toepasselijke normen en
richtlijnen, evenals van de aanwijzingen van het
elektriciteitsdistributiebedrijf.
● Breng toestelkappen en onderhoudluiken na
voltooiing van de werkzaamheden onmiddellijk
weer aan.
LET OP!
In de regelingbehuizing van de Daikin Altherma
EHS(X/H) kunnen er bij een draaiend systeem hoge
temperaturen ontstaan. Dit kan ertoe leiden dat
stroom voerende draden door opwarming hogere
temperaturen kunnen bereiken tijdens werking. Deze
leidingen moeten daarom een continue gebruikstemperatuur van 90 °C hebben.
● Voor volgende aansluitingen alleen kabels met
een continue gebruikstemperatuur van ≥ 90 °C
gebruiken:
– Warmtepompbuitentoestel
– Optie: Elektrische aanjaagverwarmer
(EKBUxx)
-
Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
De schakelplaat A1P is al in het toestel aangesloten en gereed
voor gebruik. Er zijn geen montage- en aansluitingswerkzaamheden op de schakelplaat A1P nodig!
Er is al een flexibele kabel voor netaansluiting in het apparaat
aangesloten.
● Spanningstoevoer controleren (~230 V, 50 Hz).
● De stroomtoevoer naar de betreffende verdeeldozen van de
huisinstallatie uitschakelen.
● Kabel voor netaansluiting van de Daikin Altherma EHS(X/H)
via een op de inbouwplaats te installeren, alpolig scheidende
hoofdschakelaar op de verdeelkast van de huisinstallatie
(scheidingsinrichting volgens EN
de juiste poolaansluiting.
Het buitenapparaat en de optionele toebehoren moeten afzonderlijk op de regeling van de Daikin Altherma EHS(X/H) worden
aangesloten. Daartoe moet de afdekkap van de Daikin Altherma
EHS(X/H) worden verwijderd (zie paragraaf
wijderd en moet eventueel de regelingbehuizing worden geopend (zie paragraaf 3.4.9).
60335-1) aansluiten. Let op
3.4.8) worden ver-
Netspanning 230 V, 50 Hz
(Aansluitschema in deze handleiding)
3.4.8 Afdekkap verwijderen
Afb. 3-13 Schroeven uitdraaien/losdraaien, hef het dekselpaneel aan de
achterkant op en trek het naar voren.
Installatie- en onderhoudshandleiding
20
DaikinAltherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Page 21
3.4.9 Regelingbehuizing openen en elektrische
aansluitingen tot stand brengen
3 x Montage en installatie
Afb. 3-21 Bekabeling boilervat bevestigen.
Afb. 3-14 Rechter behuizingsdek-
sel demonteren.
Afb. 3-16 Voorklep openen en in
montagestand zetten.
Afb. 3-15 Voorklep ontgrendelen.
Afb. 3-17 Bedrading in de regeling
leggen en elektrische
aansluitingen maken.
3.4.10 Aansluiting warmtepompbuitentoestel ERLQ
Bij deze component is een aparte handleiding toegevoegd, die o.m. richtlijnen over de montage en de werking bevat.
● Afdekkap verwijderen (zie paragraaf 3.4.8).
● Buitenapparaat van de warmtepomp op de klemmenstrook
XAG1 aansluiten (zie afb. 3-20, afb. 3-22).
Afb. 3-22 Aansluiting warmtepompbuitentoestel
Bij de uitschakeling van het warmtepompbuitentoestel
via een door het energiebedrijf voorgeschreven schakeling wordt het binnentoestel Daikin Altherma
EHS(X/H) niet uitgeschakeld (zie paragraaf
3.4.21).
Afb. 3-18 Bekabeling in de rechter
behuizingsdeksel leg
gen.
Afb. 3-20 Elektrische aansluitingen maken aan de achterkant van de
Het buitenapparaat van de warmtepomp van de Daikin Altherma
EHS(X/H) beschikt over een geïntegreerde buitentemperatuur
sensor, die wordt gebruikt voor de weersgestuurde aanvoertemperatuurregeling met vorstbeschermingsfunctie.
In plaats van de in het buitenapparaat van de warmtepomp geïntegreerde buitentemperatuursensor, kan ook de optioneel verkrijgbare buitentemperatuursensor. RoCon OT1 worden gebruikt
voor de weersgestuurde aanvoertemperatuurregeling met vorstbeschermingsfunctie.
RoCon HP Als de Daikin Altherma EHS(X/H) in een
CAN-bussysteem alsMaster wordt gebruikt ("Terminalfunctie" voor externe bediening van andere databustoestellen), moet de butientemperatuursensor RoCon
OT1 rechtstreeks op de regeling van de master en
niet op het extern bediende apparaat (Mengcircuit-
module EHS157068 resp. andere warmtetoestellen)
worden aangesloten.
-
Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Installatie- en onderhoudshandleiding
21
Page 22
3 x Montage en installatie
AANWIJZING VOOR DE AANSLUITING VAN EEN
ZONNE-ENERGIE-INSTALLATIE VAN DAIKIN
Door de in regeling RoCon HP geïntegreerde functie
[HZU] (zie bedieningshandleiding van de regeling) is
het niet vereist om de EXT-aansluiting met de aansluiting van het branderspercontact van de zonne-energie-installatie van Daikin te verbinden.
3.4.13 Externe behoefteaanvraag (EBA)
Afb. 3-23 Aansluiting buitentemperatuurvoeler RoCon OT1 op Daikin
Altherma EHS(X/H) (werking als afzonderlijke oplossing of als
Master in een databus)
Na aansluiting van de buitentemperatuursensor RoCon OT1 op
de regeling RoCon HP van de Daikin Altherma EHS(X/H), moet
de parameter [Outside Config] op "Aan" worden ingesteld.
3.4.12 Aansluiting extern schakelcontact
Door aansluiting van een extern schakelcontact (afb. 3-24) kan
de bedrijfsmodus van de Daikin Altherma EHS(X/H) worden
overgeschakeld.
Door een veranderende weerstandswaarde wordt de actuele bedrijfsmodus omgeschakeld (tab. 3-1). De overschakeling van de
bedrijfsmodus werkt enkel zolang het externe schakelcontact gesloten is.
De bedrijfsmodus werkt op de directe kring van de Daikin Altherma EHS(X/H) en op alle andere verwarmingscircuits die optioneel op dit apparaat zijn aangesloten.
De weergave van de bedrijfsmodus op de RoCon HP van de
Daikin Altherma EHS(X/H) kan daarbij afwijken van de weergave
van de bedrijfsmodus bij het selecteren van de bedrijfsmodus
(parameter).
Als speciale functies, zoals "Manueel" zijn geactiveerd, wordt de
ingang niet geanalyseerd.
Door aansluiting van het EBA-contact op de Daikin Altherma
EHS(X/H) (afb. 3-25) en de overeenkomstige parameters in de
regeling RoCon HP kan er via een extern schakelcontact een
warmteaanvraag worden afgedwongen. Als het schakelcontact
wordt gesloten, dan schakelt de Daikin Altherma EHSX naar het
verwarmingsbedrijf. De aanvoertemperatuur wordt op de tempe
ratuur die in de parameter [Vertrektemp. Dag] is ingesteld, geregeld.
Het EBA-schakelcontact heeft voorrang op een aanvraag door
de kamerthermostaat.
In koelbedrijf, stand-by, hand- en zomerbedrijf wordt het schakelcontact niet gebruikt. Bovendien worden de verwarmingsgrenzen
niet in acht genomen.
Afb. 3-25 Aansluiting EBA-contact
-
Afb. 3-24 Aansluiting EXT-schakelcontact
Bedrijfsmodus Weerstand R
V
Tolerantie
Standby< 680 Ω
Verwarmen1200 Ω
Nachtverlaging1800 Ω
Zomer2700 Ω
± 5 %
Automatisch 14700 Ω
Automatisch 28200 Ω
Tab. 3-1 Weerstandswaarden voor de werking van het EXT-signaal
Bij weerstandswaarden groter dan de waarde voor
"Automatisch 2", wordt de ingang niet in rekening genomen.
Bij deze component is een aparte handleiding toegevoegd, die o.m. richtlijnen over de montage en de werking bevat. Dit geldt ook voor andere types aanjaagverwarmers.
● Aanjaagverwarmer (EKBUxx) aansluiten op de klemmen-
strook RTX-EHS (afb. 3-11) van de Daikin Altherma
EHS(X/H).
3 x Montage en installatie
ABedrading ter plaatse (landspecifieke aansluitvoorwaarden in acht
nemen - aanvraag bij veranwoordelijk energiebedrijf!
YSchakelbeveiliging
ZMinimumafstand contact (>3 mm - overspanningscategorie III)
Voor afstandinstelling van bedrijfsmodi en kamerstreeftemperaturen vanuit een andere ruimte kan voor elk verwarmingscircuit
een aparte kamerthermostaat EHS157034 worden aangesloten.
3.4.18 Internet gateway Daikin EHS157056
Bij deze component is een aparte handleiding toegevoegd, die o.m. richtlijnen over de montage en de werking bevat.
Via de optionele gateway EHS157056 kan de regeling met internet worden verbonden. Zo is een afstandssturing van de
Daikin Altherma EHS(X/H) via mobiele telefoon (met een App)
mogelijk.
3.4.19 Aansluiting Daikin FWXV(15/20)AVEB
Bij deze component is een aparte handleiding toegevoegd, die o.m. richtlijnen over de montage en de werking bevat.
– Originele Daikin aansluitkabels (HPc-VK)
– Aansturing van 2-wegs-ventiel (2UV) voor de blokkering van
Daikin FWXV(15/20)AVEB als er geen aanvraag van dit
apparaat aanwezig is.
– DIP-schakelaarinstelling SS2-3 op de schakelplaat A1P =
UIT (zie ook
tab. 7-3, bladzijde 51).
De omschakeling van de modus (verwarmen/koelen)
kan slechts aan de Daikin Altherma EHS(X/H) worden
uitgevoerd.
Bij deze component is een aparte handleiding toegevoegd, die o.m. richtlijnen over de montage en de werking bevat.
Afb. 3-30 Aansluiting kamerthermostaat EHS157034
3.4.17 Aansluiting Daikin mengermodule EHS157068
Bij deze component is een aparte handleiding toegevoegd, die o.m. richtlijnen over de montage en de werking bevat.
Op de Daikin Altherma EHS(X/H) kan de mengermodule
EHS157068 worden aangesloten, die via de elektronische regeling RoCon HP wordt bediend.
De aansluiting van de CAN-databusleidingen gebeurt net zoals
op afb. 3-30 op aansluiting J13 van de Daikin Altherma
EHS(X/H).
Afb. 3-31 Aansluiting Daikin FWXV(15/20)AVEB op Daikin Altherma
EHS(X/H)
Installatie- en onderhoudshandleiding
24
DaikinAltherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Page 25
3 x Montage en installatie
[HT/NT Contact] = 1[HT/NT Contact] = 0
3.4.20 Aansluiting schakelcontact (AUX-uitgang)
Het schakelcontact (AUX-uitgang) kan voor verschillende programmeerbare functies worden gebruikt.
Als de Daikin Altherma EHS(X/H) zich in de bedrijfsmodus
[koelen] bevindt, sluit het schakelcontact B-B1.
Het omschakelcontact A-A1-A2 schakelt onder de in de parameter [AUX Fct] ingestelde voorwaarden (zie bedieningshandleiding van de regeling).
b) Bij uitvoering als sluit-schakelcontact moet de Parameter
[HT/NT Contact] = 0 worden ingesteld.
Als de EVU het signaal voor laag tarief uitzendt, wordt het
schakelcontact S2S gesloten. De installatie schakelt naar
"Nood-UIT". Als het signaal opnieuw wordt uitgezonden, dan
opent het spanningsvrije schakelcontact S2S en neemt de
installatie haar bedrijf weer op.
Als het buitentoestel op een spaarstroomnetaansluiting voor laag
tarief wordt aangesloten, moet het spanningsvrije schakelcontactS2S van de ontvanger, die het van de elektriciteitsmaatschappij afkomstige ingangssignaal van de spaarstroom gebruikt, op de stekker J8, schakelcontact EVU op de schakel-plaat RoCon BM1 worden aangesloten (zie afb. 3-33).
Bij instelling van de parameter [HT/NT Function] > 0 worden er
op tijdstippen met hoog tarief bepaalde systeemcomponenten
uitgeschakeld (zie bedieningshandleiding van de regeling).
De volgende types netaansluitingen voor laag tarief zijn gebruikelijk:
– Type 1: Bij dit type netaansluiting voor laag tarief wordt de
stroomvoeding naar het warmtepompbuitentoestel niet
onderbroken.
– Type 2: Bij dit type netaansluiting voor laag tarief wordt de
stroomvoeding naar het warmtepompbuitentoestel na een
bepaalde periode onderbroken.
– Type 3: Bij dit type netaansluiting voor laag tarief wordt de
stroomvoeding naar het warmtepompbuitentoestel
onmiddellijk onderbroken.
Het spanningsvrije schakelcontact S2S kan als open- of sluit-
schakelcontact worden uitgevoerd.
a) Bij uitvoering als open-schakelcontact moet de Parameter
[HT/NT Contact] = 1 worden ingesteld.
Als de EVU het signaal voor laag tarief uitzendt, wordt het
schakelcontact S2S geopend. De installatie schakelt naar
"nood-UIT". Als het signaal opnieuw wordt uitgezonden, dan
sluit het spanningsvrije schakelcontact S2S en neemt de
installatie haar bedrijf weer op.
-
1Netaansluitingskasten voor de netaansluiting voor laag tarief
2Ontvanger voor beoordeling van het HT/NT-stuursignaal
3Stroomvoeding warmtepompbuitentoestel (zie installatiehandlei-
ding bij het warmtepompbuitentoestel)
4Spanningsvrij schakelcontact voor warmtepompbinnentoestel
Afb. 3-33 Aansluiting HT/NT-contact
Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
Zodra de functie via de parameter [SMART GRID] = 1 is geactiveerd (zie bedieningshandleiding van de regeling), wordt de
warmtepomp, afhankelijk van het signaal van het energiebedrijf,
in de modus stand-by, normaal of een bedrijf met hogere tempe
raturen gezet.
Daartoe moeten de spanningsvrije contactenSG1/SG2 van de
intelligente regelaar op de stekker J8, schakelcontact
Smart Grid en schakelcontact EVU, op de schakelplaat RoCon BM1 worden aangesloten (zie
afb. 3-34).
Zodra de functie Smart Grid actief is, wordt de HT/NT-functie automatisch uitgeschakeld. Afhankelijk van de waarde van de parameter [Mode SG] wordt de warmtepomp verschillende aangestuurd (zie bedieningshandleiding van de regeling).
3.4.23 Symbolen en legenda-omschrijvingen voor aansluit- en schakelschema's
SymbolenUitlegSymbolenUitleg
Aardleider
Externespanningsarme aardingToets
AansluitklemDIP-schakelaar
-
Afb. 3-34 Aansluiting Smart Grid
Externe bekabeling (aantal enkele aders en de
netspanning zijn ten dele ook vermeld)
● Controleer of er aanvullend koelmiddel voor de basisvulling
noodzakelijk is en vul dit, indien nodig op.
● Isoleerkleppen aan buitentoestel geheel tot aan de aanslag
openen en lichtjes vastdraaien.
● Klepdoppen weer plaatsen.
● Controleer of de opslagtemperatuursensors t
DHW1
en t
DHW2
80 cm diep zijn ingebracht.
3.7Installatie aan de waterzijde vullen
Daikin Altherma EHS(X/H) na het voltooien van alle installatiewerkzaamheden in de navolgend genoemde volgorde vullen:
3.7.1 Waterkwaliteit controleren en manometer
bijstellen
● Aanwijzing voor de wateraansluiting en voor de waterkwaliteit
in overeenstemming met paragraaf
Voordat u de installatie voor het eerst vult, moet de correcte
markering van de minimumdruk op de geïnstalleerde manometer
worden ingesteld:
● Manometerglas zodanig draaien dat de markering van de
minimumdruk overeenkomt met de hoogte van de installatie +2 m (1 m waterkolom = 0,1 bar).
3.3 in acht nemen.
-
AWarmtepompbuitentoestel (ERLQ)
BDaikin Altherma EHS(X/H)
CGasleiding
DVloeistofleiding
EOliehefboog
HHoogte tot de 1ste oliehefboog (max. 10 m)
HOHoogteverschillende tussen het warmtepompbuitentoestel en het
warmtepompbinnentoestel.
Afb. 3-35 Oliehefboog koelmiddelleiding
3.6Drukproef en koelmiddelcircuit vullen
GEVAAR VOOR MILIEUSCHADE!
Belangrijke informatie met betrekking tot het gebruikte
koelmiddel.
Het volledige systeem van de warmtepomp bevat
koelmiddel met fluor broeikasgassen die in de Kyotonorm zijn opgevoerd en die bij vrijgave het milieu
schaden.
Koelmiddeltype: R410A
GWP*-Waarde: 1975
* GWP = Broeikaspotentieel
3.7.2 Warmwaterwarmtewisselaar vullen
● Koudwaterkraan openen.
● Aftapplaatsen voor warm water openen, zodat een zo groot
mogelijke aftaphoeveelheid kan worden ingesteld.
● Nadat water bij de aftapplaatsen naar buiten stroomt, de
koudwatertoevoer nog niet onderbreken, zodat de warmte
wisselaar volledig wordt ontlucht en eventuele verontreinigingen of resten kunnen worden afgevoerd.
3.7.3 Boilervat vullen
Zie hoofdstuk 6.4.
3.7.4 Het vullen van de CV-installatie
Zie hoofdstuk 6.5.
-
● Totale vulhoeveelheid van het koelmiddel op het
meegeleverde etiket op het warmtepompbuitentoestel invullen (voor aanwijzingen zie de installatiehandleiding van het warmtepompbuitentoestel).
● Koelmiddel nooit in de atmosfeer laten
ontsnappen - altijd met een daarvoor recyclageapparaat afzuigen en recycleren.
Installatie- en onderhoudshandleiding
28
DaikinAltherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Page 29
4Inbedrijfstelling
4 x Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING!
Een op ondeskundige wijze in bedrijf gestelde Daikin
Altherma EHS(X/H) kan het leven en de gezondheid in
gevaar brengen en slecht functioneren.
● De Daikin Altherma EHS(X/H) mag alleen door
geautoriseerde en daarvoor opgeleide CVmonteurs in bedrijf worden gesteld.
LET OP!
Door een ondeskundig in bedrijf gestelde Daikin Altherma EHS(X/H) kan materiële en milieuschade ontstaan.
● Ter vermijding van corrosieproducten en afzet-
tingen, de desbetreffende regels van de techniek
(VDI 2035, BDH/ZVSHK Vakinformatie "Steenvorming") in acht nemen.
Minimumvereisten voor de kwaliteit van vul- en
aanvulwater:
– Waterhardheid (calcium en magnesium, bere-
● Wanneer de installatie in werking is, moet met
regelmatige intervallen de waterdruk worden
gecontroleerd. Eventueel d.m.v. bijvullen
aanpassen.
4.1.2 Start van het apparaat
● Stroomtoevoer naar de Daikin Altherma EHS(X/H) inschakelen.
Na de startfase wordt de taalselectie weergegeven.
● Met de draaiknop de gewenste taal selecteren.
Men kan op ieder moment een andere taal kiezen voor
de bediening.
● Selectie bevestigen met een korte druk op de draaiknop.
Basisconfiguratie van de Daikin Altherma EHS(X/H) wordt
geladen.
Melding "Opstart" wordt getoond.
Melding "Initialisatie" wordt getoond.
De standaardweergave van de actuele draaischakelaar-
stelling wordt weergegeven.
4.1.3 Inbedrijfstellingsparameters instellen
Voor de instelling van de inbedrijfstellingsparameters moet de
verwarmingsvakman in de regeling zijn ingelogd.
● Login van vakman
4.1Eerste inbedrijfstelling
Nadat de Daikin Altherma EHS(X/H) geplaatst en volledig aangesloten is, moet deze door vakkundig personeel eenmalig aan de
installatie-omgeving (configuratie) en de eisen van de gebruiker
worden aangepast.
Na het voltooien van deze configuratie is de installatie bedrijfsgereed en kan de gebruiker verdere instellingen aan de installatie
uitvoeren.
De verwarmingsmonteur moet de gebruiker instrueren, het inbedrijfstellingsrapport opstellen en het bedrijfshandboek invullen.
De instellingen van optionele componenten zoals de kamerthermostaat of de zonne-energie-installatie van Daikin moeten aan
de betreffende componenten worden aangebracht.
4.1.1 Voorwaarden
– De Daikin Altherma EHS(X/H) is volledig aangesloten.
– Het koelmiddelsysteem is ontvochtigd en met de voorge-
schreven hoeveelheid koelmiddel gevuld.
– De verwarmingsinstallatie en het boilerreservoir zijn gevuld.
– De optionele toebehoren zijn gemonteerd en aangesloten.
– De regelkleppen van de verwarmingsinstallatie zijn geopend.
Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Installatie- en onderhoudshandleiding
29
Page 30
4 x Inbedrijfstelling
Configuratie
Inbedrijfneming
Systeemconfiguratie
Toegangsrechten
Gebruiker
Toegangsrechten
Installateur
Inbedrijfneming
Taal
Datum
Inbedrijfneming
Keylock Function
Toegangsrechten
Type Buitentoestel
ToegangsrechtenToegangsrechten
Toegangsrechten
Configuratie
Inbedrijfneming
Systeemconfiguratie
Systeemconfiguratie
Power DHW
BUH s1 power
Inbedrijfneming
Taal
Datum
Afb. 4-1 Vakmancode invoeren
● Vereiste inbedrijfstellingsparameters instellen. Daarbij moet
de meegeleverde "Checklist voor inbedrijfstelling" in acht
worden genomen en worden ingevuld.
– Verklaring van de bedrijfsparameters, zie bedienings-
handleiding van de regeling.
– Instelwaarden in de overeenstemmende tabel in het
hoofdstuk "Aantekeningen" van de bedieningshandleiding
van de regeling invoeren.
Als de boilertemperatuur onder bepaalde minimumwaarden zakt, dan verhinderen de veiligheidsinstellingen van de Daikin Altherma EHS(X/H) de werking
van de warmtepomp bij lage buitentemperaturen:
– Buitentemperatuur < -2 °C, minimale Boilertem-
peratuur = 30 °C
– Buitentemperatuur < 12 °C, minimale Boilertem-
peratuur = 23 °C.
Zonder aanjaagverwarmer:
Het boilerwater moet door een externe bijverwarmer tot
de vereiste minimale boilertemperatuur worden ver
warmd.
Met aanjaagverwarmer (EKBUxx):
Bij een buitentemperatuur < 12 °C en een boilertemperatuur < 35 °C wordt de aanjaagverwarmer (EKBUxx)
automatisch ingeschakeld om het boilerwater tot min
stens 35 °C te verwarmen.
● Om het verwarmen met de aanjaagverwarmer te
versnellen, tijdelijk de
– parameter [Function Heating Rod] = "1" en
– parameter [Power DHW] op de maximum-
waarde van de aanjaagverwarmer instellen.
– Draaischakelaar op de bedrijfsmodus
instellen en parameter [1x warmwater] op "Aan"
zetten. Na de succesvolle verwarming de parameter opnieuw op "Uit" instellen.
● Interne verwarmingscirculatiepomp als volgt ontluchten:
– Air Purge activeren (zie paragraaf 4.1.5).
– Ontluchtingsschroef aan de verwarmingscirculatiepomp
openen.
– Pompwiel laten lopen tot het water zonder bellen uit de
ontluchtingsschroef komt.
– Ontluchtingsschroef aan de verwarmingscirculatiepomp
opnieuw sluiten.
-
-
4.1.5 Activering van de parameter [Air Purge]
Door de activering van Air Purge start de regeling van RoCon HP
een vast gedefinieerd afloopprogramma met start-stop-werking
van de geïntegreerde verwarmingscirculatiepomp en verschil
lende posities van het in de Daikin Altherma EHS(X/H) geïntegreerde 3-wegs-omschakelventiel.
Aanwezige lucht kan tijdens de ontluchtingsfunctie via het automatische ontluchtingsventiel ontsnappen en het aan de Daikin
Altherma EHS(X/H) aangesloten hydraulische circuit wordt
geevacueerd.
● Air Purge uitvoeren (zie bedieningshandleiding van de
regeling).
De activering van deze functie betekent niet de vervanging van de correcte ontluchting van het verwarmingscircuit.
Voor de activering van deze functie moet het verwarmingscircuit volledig gevuld zijn.
-
4.1.6 Minimumdoorstroming controleren
De minimumdoorstroming moet bij een gesloten verwarmingscircuit worden gecontroleerd.
Bij een te laag minimumdebiet kan een foutmelding verschijnen en kan de verwarmingsinstallatie worden uitgeschakeld.
Als het minimumdebiet niet toereikend is, kan:
– er zich lucht in de circulatiepomp bevinden.
circulatiepomp ontluchten.
– de ventielaandrijving van het 3-wegs-omschakel-
ventiel (3UVB1 / 3UV DHW) defect zijn.
Werking van de ventielaandrijving controleren
en eventueel ventielaandrijving vervangen.
● Ventielen en servoaandrijvingen van alle gesloten warmtedistributiecircuits sluiten.
● Bedrijfsmodus "Verwarmen" aan de regeling van de Daikin
Altherma EHS(X/H) instellen.
● Infoparameter [Volumestroom] uitlezen.
Het debiet moet minstens 900 l/u bedragen (zie bedie-
ningshandleiding van de regeling).
4.1.7 Parameter Screed Program instellen
(alleen indien nodig)
Bij Screed Program wordt de aanvoertemperatuur volgens een
vooraf ingesteld temperatuurprofiel geregeld.
Meer informatie over Screed Program, zijn activering en de
afloop vindt u in de bedieningshandleiding van de regeling.
Na afloop van Screed Program werkt de regeling RoCon HP
verder in de voorheen ingestelde bedrijfsmodus. Voor zover niet
op voorhand geconfigureerd, zijn aansluitend nog de volgende
werken nodig.
a) Bij aansluiting zonder kamerthermostaat:
● Verwarmingskarakteristiek resp. gewenste voorlooptemperatuur instellen.
b) Bij aansluiting op kamerthermostaat:
● Kamerthermostaat activeren.
● Verwarmingskarakteristiek resp. gewenste voorlooptempe-
ratuur instellen. Evt. parameter [Ruimte-invloed] activeren en
kamerstreeftemperatuur instellen.
Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Installatie- en onderhoudshandleiding
31
Page 32
4 x Inbedrijfstelling
4.2Opnieuw in bedrijf stellen
4.2.1 Voorwaarden
LET OP!
Inbedrijfstelling tijdens vriestemperaturen kan tot
schade aan het volledige systeem leiden.
● Inbedrijfstelling bij temperaturen onder 0 °C alleen
bij verzekering van een watertemperatuur van
minstens 5 °C in de verwarmingsinstallatie en in de
boiler.
Daikin raadt aan om het systeem bij extreme vorst niet
in bedrijf te stellen.
– De Daikin Altherma EHS(X/H) is volledig aangesloten.
– Het koelmiddelsysteem is ontvochtigd en met de voorge-
schreven hoeveelheid koelmiddel gevuld.
– De verwarmings- en warmwaterinstallatie is gevuld en staat
onder de juiste druk (zie hoofdstuk
– De boiler is tot aan de overloop gevuld (zie hoofdstuk 6.4).
4.2.2 Inbedrijfstelling
Als de boilertemperatuur onder bepaalde minimumwaarden zakt, dan verhinderen de veiligheidsinstellingen van de Daikin Altherma EHS(X/H) de werking
van de warmtepomp bij lage buitentemperaturen:
– Buitentemperatuur < -2 °C, minimale boilertem-
peratuur = 30 °C
– Buitentemperatuur < 12 °C, minimale boilertem-
peratuur = 23 °C.
Zonder aanjaagverwarmer:
Het boilerwater moet door een externe bijverwarmer tot
de vereiste minimale boilertemperatuur worden ver
warmd.
Met aanjaagverwarmer (EKBUxx):
Bij een buitentemperatuur < 12 °C en een boilertemperatuur < 35 °C wordt de aanjaagverwarmer (EKBUxx)
automatisch ingeschakeld om het boilerwater tot min
stens 35 °C te verwarmen.
● Om het verwarmen met de aanjaagverwarmer te
versnellen, tijdelijk de
– Parameter [Function Heating Rod] = "1" en
– Parameter [Power DHW] op de maximum-
waarde van de aanjaagverwarmer instellen.
– Draaischakelaar op de bedrijfsmodus
instellen en parameter [1x warmwater] op "Aan"
zetten. Na de succesvolle verwarming de parameter opnieuw op "Uit" instellen.
6.5).
-
5. Visuele inspectie op lekkage bij alle verbindingsdelen in het
huis uitvoeren. Maak eventuele lekken vakkundig dicht.
6. Draaischakelaar op de regeling instellen op de gewenste
werkingsmodus.
7. Bij aangesloten Daikin zonne-installatie, deze in bedrijf
stellen volgens de meegeleverde handleiding. Na de
uitschakeling van de zonne-energie-installatie van Daikin
opnieuw het peil in het bufferreservoir controleren.
-
1. Koudwateraansluiting controleren en warmtewisselaar voor
drinkwater vullen.
2. Stroomtoevoer naar de Daikin Altherma EHS(X/H)
inschakelen.
3. Startfase afwachten.
4. Na afsluiting van de startfase in verwarmingsbedrijf, de
verwarmingsinstallatie ontluchten, installatiedruk controleren
en evt. instellen (max. 3 bar).
Air Purge
(zie bedieningshandleiding van de regeling)
Installatie- en onderhoudshandleiding
32
DaikinAltherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Page 33
5Buitenbedrijfstellen
A
C
1.
2.
B
B
C
E
D
5 x Buitenbedrijfstellen
WAARSCHUWING!
Bij het openen van de collectorretouraansluiting en de
verwarmings- en warmwateraansluitingen ontstaat
gevaar op verbranding en overstroming door uit
stromend heet water.
● Boilerreservoir resp. verwarmingsinstallatie pas
ledigen
– na voldoende afkoeling,
– met geschikte uitrusting voor het afleiden resp.
opvangen van uitstromend water,
– wanneer u geschikte veiligheidskledij draagt.
5.1Tijdelijk stilleggen
LET OP!
Een buiten bedrijf gestelde verwarminginstallatie kan
bij vorst bevriezen en beschadigt raken.
● De stilgelegde verwarmingsinstallatie bij gevaar
voor vorst aan de waterzijde legen.
● Wanneer de verwarmingsinstallatie niet is
geleegd, moet bij gevaar voor vorst de stroom
toevoer gegarandeerd zijn en de externe hoofdschakelaar ingeschakeld blijven.
5.1.1 Aftappen van het voorraadvat
● Daikin Altherma EHS(X/H) van de stroomvoeding afhalen.
● Afvoerslang aansluiten op de KFE-vulaansluiting (acces-
-
-
soire KFE BA) (afb. 5-1, pos. A) en naar een recipiënt op
vloerniveau laten lopen.
Als KFE-vulaansluiting niet beschikbaar is, kan
het aansluitstuk (afb. 5-1, pos. C) van de veiligheidsoverloop (afb. 5-1, pos. B) worden gedemonteerd en gebruikt.
Deze moet na het ledigen terug worden gemonteerd alvorens de verwarmingsinstallatie opnieuw in
bedrijf kan worden gesteld.
Als de Daikin Altherma EHS(X/H) gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt, dan kunt u deze tijdelijk stilleggen.
Daikin beveelt echter aan om de installatie niet van de stroomvoeding los te maken, maar alleen in de modus "Stand-By" te
plaatsen (zie bedieningshandleiding van de regeling).
De verwarmingsinstallatie is dan tegen bevriezing beschermd en
pompen- en kleppenbescherming zijn actief.
Als bij gevaar voor vorst de toevoer van elektrische energie niet
is gegarandeerd, dan moet
– u de Daikin Altherma EHS(X/H) waterzijdig volledig legen of
– de nodige vorstbeveiligingsmaatregelen genomen worden
voor de aangesloten CV-installatie en de warmwaterboiler
ledigen).
(bijv.
Als het vorstgevaar bij onzekere elektrische voeding
slechts enkele dagen bestaat, dan hoeft u de Daikin Altherma EHS(X/H) vanwege de goede warmte-isolatie
van de wateraansluiting niet af te tappen, mits u de boilertemperatuur regelmatig inspecteert en die temperatuur niet tot onder de +3 °C daalt.
Hierdoor is het aangesloten warmteverdeelsysteem uiteraard niet tegen vorst beschermd.
Afb. 5-1 Afvoerslang monterenOptie: Aansluitstuk van veilig-
heidsoverloop demonteren
AKFE-vulaansluiting (acces-
soire KFE BA)
BVeiligheidsoverloop
CAansluitstuk voor veilig-
heidsoverloop
DKlemstuk
Tab. 5-1 Legende bij afb. 5-1 tot afb. 5-6
EDraadstuk
FAfsluitdop
GAansluithoek
XKlepinzet
Zonderzonne-installatie
● Afdekplaat van vul- en
ledigingsaansluiting
verwijderen.
● Bij gebruik van KFE-
vulaansluiting (accessoire KFE BA):
Afdekplaat aan de handgreep wegnemen en het
draadstuk (afb. 5-2,
pos. E) uit het boilerreservoir schroeven.
Afb. 5-2 Draadstuk uitschroeven
E
Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Installatie- en onderhoudshandleiding
33
Page 34
5 x Buitenbedrijfstellen
A (C)
A (D)
E
1.
2.
F
E
3.
4.
● KFE-vulaansluiting in draadstuk (afb. 5-3, pos. E) plaatsen
en met het klemstuk (afb. 5-3, pos. D) bevestigen.
● Geschikt recipiënt onder de vul- en ledigingsaansluiting
plaatsen.
● Aan de vul- en ledigingsaansluiting het draadstuk (afb. 5-4,
pos. E) losdraaien en de sluitdop (afb. 5-4, pos. F) verwijderen en meteen het vooraf gemonteerde draadinzetstuk
met KFE-vulaansluiting in de vul- en ledigingsaansluiting
(afb. 5-4) weer vastschroeven.
LET OP!
Na verwijdering van de afsluitdop zal het boilerwater krachtig naar buiten stromen.
Afb. 5-3 KFE-vulaansluiting aan-
vullen
Afb. 5-4 KFE-vulaansluiting in de
vul- en ledigingsaanslui
ting schroeven
● KFE-kraan aan de KFE-vulaansluiting openen en de waterinhoud uit het boilerreservoir laten lopen.
Alleen bij zonne-energie-installatie
● De klepinzet aan de aansluithoek zo instellen dat de weg naar
de blindplug is geblokkeerd (afb. 5-5).
● De blindplug uit de aansluithoek nemen (afb. 5-5), een
geschikt recipiënt voorzien.
● KFE-vulaansluiting in de
aansluithoek plaatsen en
met klemmen vastzetten
afb. 5-6).
(
3.
Afb. 5-6 KFE-vulaansluiting in de
aansluithoek monteren
● KFE-kraan aan KFE-vulaansluiting opendraaien.
● Klepinzet aan de aansluithoek zo instellen dat de weg naar de
afvoerslagn vrij is (zie ook afb. 5-5) en de waterinhoud uit het
boilerreservoir laten lopen.
5.1.2 Leegmaken van het verwarming- en
warmwatercircuit
● Afvoerslagn aan de KFE-kraan van de Daikin Altherma
EHS(X/H) aansluiten.
● Open de vul-/aftapkraan op de Daikin Altherma EHS(X/H).
● Verwarmings- en warmwatercircuit laten leeglopen.
● Isoleer de voeding- en retourleiding van de verwarming
-
evenals de koudwatertoevoer- en warmwaterafvoerleiding op
de Daikin Altherma EHS(X/H).
● Sluit de afvoerslang zo op de aan toevoerleiding resp. retour-
leiding van de verwarming evenals de koudwatertoevoerleiding en warmwaterretourleiding aan, dat de slangopening
zicht dicht boven de grond bevindt.
● Laat de afzonderlijke warmtewisselaars na elkaar volgens het
hevelprincipe leeglopen.
4.
X1
3
2
X
1.
Afb. 5-5 Klepinzet blokkeren, blindplug uit de aansluithoek nemen
4
X3
1
G
2
.
X4
X2
X4
Installatie- en onderhoudshandleiding
34
DaikinAltherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Page 35
5 x Buitenbedrijfstellen
5.2Definitieve stillegging
WAARSCHUWING!
Ondeskundig gedemonteerde koelinstallaties (warmtepompen), klimaatregelende installaties en verwarmingtoestellen kunnen het leven en de gezondheid
van personen in gevaar brengen en bij opnieuw inbedrijfstellen qua werking zijn ingeperkt.
● Laat werkzaamheden aan de Daikin Altherma
EHS(X/H) (zoals bijv. demontage van constructiedelen, tijdelijke of definitieve stillegging van de
installatie) uitsluitend uitvoeren door hen, die
daartoe geautoriseerd zijn en voor de betreffende
handelingen een bevoegdheidstechnische of bedrijfsmatige opleiding hebben genoten,
evenals aan een door een verantwoordelijke
instantie erkende vervolgopleiding hebben deelge
nomen. Hiertoe behoren met name verwarming-
monteurs, elektriciens en koude-installatiemonteurs, die op grond van hun technische
opleiding en hun kennis, ervaring met de
deskundige installatie van verwarming- en koelin
stallaties en klimaatinstallaties, evenals met
warmtepompen hebben opgedaan.
● Waarschuwingen en veiligheidsinstructies in
de installatiehandleiding voor het werken aan het
koelmiddelsysteem moet u absoluut inacht-nemen.
Een definitieve bedrijfsonderbreking kan noodzakelijk zijn, indien
– de installatie defect is, gedemonteerd en afgevoerd wordt.
– onderdelen van de installatie defect zijn, gedemonteerd en
vervangen worden.
– de installatie of onderdelen ervan gedemonteerd en op een
andere locatie weer opgebouwd worden.
De Daikin Altherma EHS(X/H) is zo montage- en milieuvriendelijk
geconstrueerd, dat bovengenoemde handelingen doelmatig en
milieuvriendelijk zijn uit te voeren.
Bij een locatiewissel of vervanging van onderdelen van de
koelmiddelinstallatie in het pijpleidingstelsel:
● Koelmiddel in het warmtepompbuitentoestel terugpompen
(zie installatie- en bedieningshandleiding van het betreffende
warmtepomptoestel).
Bij het afvoeren van de installatie of vervanging van onderdelen
van het koelmiddelsysteem:
● Koelmiddel uit de installatie afzuigen en recycleren (zie installatie- en bedieningshandleiding van het betreffende warmtepompbuitentoestel).
-
LET OP!
Uit de installatie gelekt koelmiddel schaadt het milieu.
Door vermenging van diverse koelmiddelsoorten kunnen gevaarlijke toxische gasmengsels ontstaan. Het
mengen met olie kan bij koelmiddellekkage tot
besmetting van de grond leiden.
● Koelmiddel nooit in de atmosfeer laten
ontsnappen - altijd met een daarvoor recyclageapparaat afzuigen en recycleren.
● Koelmiddel altijd recyclen en zo scheiden van olie
en andere additieven.
● Koelmiddel alleen per soort in geschikte drukreservoirs opslaan.
● Koelmiddel, olie en additieven volgens voorschrift
en overeenkomstig de nationale bepalingen in het
● Daikin Altherma EHS(X/H) isoleren van alle elektrische
aansluitingen, koelmiddel- en wateraansluitingen.
● Daikin Altherma EHS(X/H) c.q. relevante onderdelen volgens
de installatiehandleiding in omgekeerde volgorde demon
teren.
● Daikin Altherma EHS(X/H) op de juiste wijze afvoeren.
Aanwijzingen voor het afvoeren
De Daikin Altherma EHS(X/H) is milieuvriendelijk geconstrueerd.
Bij het verwijderen, blijft uitsluitend afval over dat herbruikbaar is
of kan worden verbrand. De gebruikte materialen, welke geschikt
zijn voor hergebruik, kunnen naar soort worden gescheiden.
Daikin heeft - dankzij de milieuvriendelijke constructie
van de Daikin Altherma EHS(X/H) - de voorwaarden
geschapen voor een milieuvriendelijke verwijdering.
Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om de
verwijdering op de juiste wijze en overeenkomstig de in
zijn/haar land geldende regels te laten plaatsvinden.
Het kenmerk op het product geeft aan dat elektrische
en elektronische producten niet bij het ongesorteerde
huishoudelijk afval horen.
Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om de
verwijdering op de juiste wijze en overeenkomstig de in
zijn/haar land geldende regels te laten plaatsvinden.
– Uitsluitend een gekwalificeerde monteur mag
het systeem demonteren en koelmiddelen, olie
en andere onderdelen hanteren.
– Voer uitsluitend af naar een inrichting die is
gespecialiseerd in hergebruik.
Voor meer informatie kunt u terecht bij uw installatiebedrijf of de daarvoor verantwoordelijke lokale overheden.
-
Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Installatie- en onderhoudshandleiding
35
Page 36
6 x Inspectie en onderhoud
6Inspectie en onderhoud
6.1Algemeen
Regelmatige inspectie en onderhoud van de Altherma EHS(X/H)
vermindert het energieverbruik en garandeert een lange le
vensduur en storingvrije werking.
GEVAAR VOOR MILIEUSCHADE!
Belangrijke informatie met betrekking tot het gebruikte
koelmiddel.
Het volledige systeem van de warmtepomp bevat
koelmiddel met fluor broeikasgassen die in de
Kyoto-norm zijn opgevoerd en die bij vrijgave het
milieu schaden.
Koelmiddeltype: R410A
GWP*-Waarde: 1975
* GWP = Broeikaspotentieel
● Totale vulhoeveelheid van het koelmiddel op het
meegeleverde etiket op het warmtepompbuitentoestel invullen (voor aanwijzingen zie de installatiehandleiding van het warmtepompbuitentoestel).
● Koelmiddel nooit in de atmosfeer laten
ontsnappen
- altijd met een daarvoor recyclageap-
paraat afzuigen en recycleren.
-
● Bij een totale vulhoeveelheid van de installatie met
koelmiddel van 3 kg – 30 kg of vanaf 6 kg in hermetische
installaties en vanaf 01-01-2017 bij een totale vulhoeveelheid
van 5-50
t CO2-equivalent of vanaf 10 t CO2-equivalent in
hermetische installaties:
Controles door gecertificeerd personeel met tussenpo-
zen van maximum 12 maanden en documentatie van de
doorgevoerde werkzaamheden in overeenstemming met
de geldende verordening. Deze documentatie moet min
stens gedurende 5 jaar worden bewaard.
Gecertificeerd zijn alle personen die voor werkzaamheden aan ter plaatse geïnstalleerde koude-installaties
(warmtepompen) en airconditioninginstallaties een
deskundigheidsbewijs voor Europa volgens de F-gasverordening conform (EG) nr. 303/2008 bezitten.
– Totale vulhoeveelheid koelmiddel tot 3 kg: des-
kundigheidsbewijs van categorie II
– Totale vulhoeveelheid koelmiddel vanaf 3 kg:
deskundigheidsbewijs van categorie I
6.2Afdekkap verwijderen
-
Inspectie en onderhoud moeten eenmaal per jaar, het
liefst voor het stookseizoen, door bevoegde en geschoolde verwarming- en koeltechnici te worden uitgevoerd. Op deze wijze kunnen storingen tijdens de
stookperiode worden uitgesloten.
Om het regelmatig inspecteren en onderhouden te garanderen, adviseert Daikin een inspectie- en onderhoudsovereenkomst af te sluiten.
Wettelijke bepalingen
Conform de F-gasverordening nr. 842/2006 artikel 3, op 01-012015 opgevolgd door (EG) nr. 517/2014 artikel 3 en 4 moeten ge
bruikers (of eigenaars) hun op locatie geïnstalleerde koude-installaties regelmatig onderhouden, op dichtheid controleren en
eventuele lekkages onmiddellijk laten verhelpen.
Alle installatie-, onder houds- en herstellingswerkzaamheden
aan het koudecircuit moeten bijvoorbeeld in het bedrijfshandboek
worden gedocumenteerd.
Voor Daikin warmtepompsystemen gelden voor de gebruiker de volgende plichten:
De Europese wettelijke controletermijn geldt voor
warmtepompen vanaf een totale vulhoeveelheid van de
instalaltie met koelmiddel van 3 kg of vanaf 01-01-2017
vanaf een totale vulhoeveelheid van 5
(bij R410A vanaf 2,4
kg).
Daikin adviseert evenwel om een onderhoudscontract
af te sluiten, inclusief de documentatie van de doorge
voerde werkzaamheden in het bedrijfshandboek, om
de garantieaanspraak te behouden, ook voor installaties waarvoor er geen wettelijke plicht op een dichtheidscontrole bestaat.
t CO2-equivalent
Afb. 6-1 Schroeven uitdraaien/losdraaien, hef het dekselpaneel aan de
achterkant op en trek het naar voren.
6.3Jaarlijks uit te voeren activiteiten
-
WAARSCHUWING!
Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan de
Daikin Altherma EHS(X/H) en als optie aangesloten
componenten kan het leven en de gezondheid van
personen in gevaar brengen en de werking van deze
componenten negatief beïnvloeden.
● Laat werkzaamheden aan de Daikin Altherma
EHS(X/H) (zoals bijv. onderhoud of reparatie)
uitsluitend uitvoeren door personen, die daartoe
geautoriseerd zijn en voor de betreffende hande
lingen een bevoegdheidstechnische of bedrijfs-matige opleiding hebben genoten, evenals aan
een door een verantwoordelijke instantie erkende
vervolgopleiding hebben deelgenomen. Hiertoe
-
behoren met name verwarmingmonteurs, elektriciens en koude-installatiemonteurs, die
op grond van hun technische opleiding en hun
kennis, ervaring met de deskundige installatie van
verwarming- en koelinstallaties en klimaatinstal
laties, evenals met warmtepompen hebben
opgedaan.
-
-
Installatie- en onderhoudshandleiding
36
DaikinAltherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Page 37
6 x Inspectie en onderhoud
WAARSCHUWING!
Het gasvormige koelmiddel is zwaarder dan lucht. In
kuilen of slecht geventileerde ruimtes kan het in
hoge concentraties voorkomen. Het inademen van
hoge concentraties gasvormig koelmiddel veroor
zaakt duizeligheid en verstikkinggevoelens. Bij
contact van gasvormig koelmiddel met open vuurof hete voorwerpen kunnen dodelijke gassen ontstaan.
● Zorg bij werkzaamheden aan het koudemiddel-
circuit voor een goede ventilatie van de werkplek.
● Indien noodzakelijk voordat met de werkzaam-
heden wordt begonnen, het koelmiddelsysteem
volledig evacueren.
● Voer nooit werkzaamheden aan het koudemiddel-
circuit uit in gesloten ruimten of werkputten.
● Laat koudemiddel niet met open vuur, gloeiende of
hete voorwerpen in contact komen.
● Koelmiddel nooit in de atmosfeer laten ontsnappen
(vorming van hoge concentraties).
● Na het verwijderen van de serviceslangen van de
vulaansluitingen, een lekkagecontrole aan het
koelsysteem uitvoeren. Door lekkende plaatsen
kan koelmiddel vrijkomen.
WAARSCHUWING!
Bij een normale atmosferische druk en omgevingstemperaturen verdampt vloeibaar koelmiddel zo
plotseling, dat bij contact met de huid of de ogen bevriezingen van het weefsel kunnen ontstaan
(gevaar voor blind worden).
● Draag altijd een veiligheidsbril en beschermende
handschoenen.
● Koelmiddel nooit in de atmosfeer laten ontsnappen
(hoge druk op de uittredingszijde).
● Wanneer de serviceslangen van de vulaanslui-
tingen worden losgekoppeld, mogen de aansluitingen nooit in de richting van het lichaam wijzen.
Er kunnen nog resten koudemiddel ontsnappen.
WAARSCHUWING!
Onder de afdekkap van de Daikin Altherma EHS(X/H) kunnen bij lopend bedrijf temperaturen
van max. 90
°C optreden. Tijdens het gebruik ont-
staan warmwatertemperaturen >60 °C.
– Als u tijdens de werking componenten aanraakt
bestaat gevaar voor brandwonden.
– Lekkend water tijdens onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden kan bij contact met de huid
brandwonden veroorzaken.
● Laat - alvorens onderhoud of inspectie uit te
voeren - de Daikin Altherma EHS(X/H) voldoende
lang afkoelen.
● Draag dus veiligheidshandschoenen.
WAARSCHUWING!
Stroomgeleidende onderdelen kunnen bij aanraking
tot een elektrische schok leiden en zo levensge
-
vaarlijk letsel en brandwonden veroorzaken.
● Voor werken aan onder stroom staande onderdelen, alle stroomkringen van de installatie van de stroomvoeding scheiden (externe hoofdschakelaar uitschakelen, zekering scheiden) en tegen
onbedoeld opnieuw inschakelen beveiligen.
● Het opnieuw aansluiten op de elektriciteit en
werkzaamheden aan elektrische componenten
mogen alleen door elektrotechnisch gekwalifi
-
ceerde elektriciens worden uitgevoerd met
inachtneming van de van kracht zijnde normen en
richtlijnen, zowel als van de instructies van het
energiebedrijf.
● De toestelbekleding en onderhoudsroosters na
beëindiging van de werkzaamheden onmiddellijk
weer aanbrengen.
1. Afdekkap verwijderen (zie paragraaf 6.2).
2. Inspecteer de werking van de Daikin Altherma EHS(X/H),
evenals alle geïnstalleerde accessoires (Backup-Heater,
zonne-energiesysteem) door de temperatuuruitlezingen en
de schakelstanden in de afzonderlijk bedrijfsmodi te
controleren.
3. Als er een zonne-energie-installatie van Daikin van het type
DrainBack
is aangesloten en in werking is, deze
uitschakelen en de collectoren ledigen.
4. Bij werking van de Daikin Altherma EHS(X/H) in een bivalentalternatief systeem; alle warmtegeneratoren uitschakelen en
de bivalantieregeling deactiveren.
5. Visuele inspectie van de algemene staat van de Daikin
Altherma EHS(X/H).
6. Visuele inspectie van het niveau in het reservoir.
Evt. water bijvullen (zie paragraaf 6.4), alsmede de oor-
zaak voor een gebrekkig vulpeil vaststellen en oplossen.
De Daikin Altherma EHS(X/H) is door zijn constructie
heel onderhoudsvrij. Corrosiewerende voorzieningen
opofferingsanodes) zijn niet nodig. Onderhouds-
(bijv.
werkzaamheden, zoals het vervangen van beschermingsanodes of het reinigen van de binnenkant van het
reservoir, vervallen daardoor.
7. Aansluiting veiligheidsoverloop en -afvoerslang op lekkage,
vrije doorgang en hellingshoek controleren.
Maak zo nodig de veiligheidoverloop en -afvoerslang
schoon en leg die opnieuw, vervang beschadigde onderdelen.
8. Visuele inspectie van alle aansluitingen, leidingen en de
veiligheidoverdrukklep. Bepaal de oorzaak in geval van
schade.
Beschadigde onderdelen vervangen.
9. Alle elektrische onderdelen, verbindingen en leidingen
controleren.
Beschadigde delen repareren of vervangen.
Wanneer de aansluitkabel van de optionele aanjaagverwarmer eender welke schade vertoont, dan
moet de hele aanjaagverwarmer vervangen worden. De aansluitkabel kan niet afzonderlijk vervangen worden.
Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Installatie- en onderhoudshandleiding
37
Page 38
6 x Inspectie en onderhoud
10. Controleer de waterdruk van de koudwatertoevoer (<6 bar)
Evt. een drukregelaar inbouwen of deze instellen.
11. Controle van de systeemwaterdruk aan de regeling
RoCon HP van de RoCon HP der Daikin Altherma EHS(X/H).
Eventueel water in de verwarmingsinstallatie bijvullen tot
de drukweergave zich in het toegelaten bereik bevindt
(zie paragraaf
6.5).
12. Maak kunststofoppervlakken van de Daikin Altherma
EHS(X/H) schoon met zachte doeken en een milde oplossing van schoonmaakmiddel Geen
reinigingsmiddelen met agressieve oplosmiddelen gebruiken
(beschadigen de kunststofoppervlakken.
13. Afdekkap terugplaatsen (zie paragraaf 6.2).
14. Onderhoud van het buitentoestel en van andere aan de
Daikin Altherma EHS(X/H) aangesloten
verwarmingscomponenten volgens de desbetreffende
installatie- en bedieningshandleidingen doorvoeren.
15. Onderhoudsbewijs in het bedrijfshandboek van de Daikin
Altherma EHS(X/H) invullen.
6.4Buffervat vullen of bijvullen
LET OP!
Het vullen van het buffervat met te hoge waterdruk of
te hoog debiet kan leiden tot schade aan Daikin Altherma EHS(X/H).
● Vullen met een waterdruk van <6 bar en een debiet
van <15 l/min.
● Voorraadvat van de Daikin Altherma EHS(X/H) vullen tot
water aan de aansluiting (afb. 6-2, pos. 23) uitstroomt, die
als veiligheidsoverloop werd aangesloten.
● Vulslang met antiretourklep (1/2") weer verwijderen.
Met KFE-vulaansluiting of met een geïnstalleerd
zonne-energiesysteem (zie ook hoofdstuk 5.1)
● Zonder zonne-energiesysteem: KFE-vulaansluiting (accessoire KFE BA) aan de vul- en ledigingsaansluiting van de
Daikin Altherma EHS(X/H) (
of
met zonne-energiesysteem: KFE-vulaansluiting (acces-soire KFE BA) aan de hoek van de regelings- en
pompeenheid (EKSRPS3B) monteren.
● Vulslang met antiretourklep (1/2") op de voorheen geïnstalleerde KFE-Hahn aansluiten.
● Voorraadvat van de Daikin Altherma EHS(X/H) vullen tot
water aan de aansluiting (afb. 6-2, pos. 23) uitstroomt, die
als veiligheidsoverloop werd aangesloten.
● Vulslang met antiretourklep (1/2") weer verwijderen.
afb. 2-2 tot afb. 2-5, pos. 10)
Als de boilertemperatuur onder bepaalde minimumwaarden zakt, dan verhinderen de veiligheidsinstellingen van de Daikin Altherma EHS(X/H) de werking
van de warmtepomp bij lage buitentemperaturen:
– Buitentemperatuur < -2 °C, minimale boilertem-
peratuur = 30 °C
– Buitentemperatuur < 12 °C, minimale boilertem-
peratuur = 23 °C.
Zonder aanjaagverwarmer:
Het boilerwater moet door een externe bijverwarmer tot
de vereiste minimale boilertemperatuur worden verwarmd.
Met aanjaagverwarmer (EKBUxx):
Bij een buitentemperatuur < 12 °C en een boilertemperatuur < 35 °C wordt de aanjaagverwarmer (EKBUxx)
automatisch ingeschakeld om het boilerwater tot minstens 35 °C te verwarmen.
● Om het verwarmen met de aanjaagverwarmer te
versnellen, tijdelijk de
– Parameter [Function Heating Rod] = "1" en
– Parameter [Power DHW] op de maximum-
waarde van de aanjaagverwarmer instellen.
– Draaischakelaar op de bedrijfsmodus
instellen en parameter [1x warmwater] op "Aan"
zetten. Na de succesvolle verwarming de para
meter opnieuw op "Uit" instellen.
Afb. 6-2 Vulling boiler - zonder zonne-energiesysteem
-
Zonder geïnstalleerd zonne-energiesysteem
● Vulslang met anti-retourklep (1/2") op de aansluiting
"DrainBack Solar - aanvoer" (zie afb. 6-2, pos. 1)
aansluiten.
Installatie- en onderhoudshandleiding
38
DaikinAltherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Page 39
6 x Inspectie en onderhoud
6.5Verwarmingsinstallatie vullen of bijvullen
GEVAAR!
Tijdens het vulproces kan water uit eventuele leks
stromen, dat bij contact met de stroomgeleidende
onderdelen een elektrische schok kan veroorzaken.
● Voor het vullen, de Daikin Altherma EHS(X/H)
stroomloos maken.
● Na de eerste vulling en voor de inschakeling van
de stroomvoeding voor de Daikin Altherma
EHS(X/H), controleren of alle elektrische delen en
verbindingsplaatsen droog zijn.
WAARSCHUWING!
Verontreiniging van drinkwater is schadelijk voor de
gezondheid.
● Uitsluiten dat verwarmingswater in de drinkwaterleiding kan terugstromen bij het vullen van de
verwarmingsinstallatie.
1. Alleen vereist bij eerste inbedrijfstelling en nieuwe
inbedrijfstelling na volledig lediging!
De ventielaandrijving van het 3-wegs-omschakelventiel
3UVB1 + 3UV DHW (zie
afb. 6-3) aftrekken. Daartoe op de
ontgrendelingsknop (zie afb. 6-3, pos. 5.2) op de
ventielaandrijving drukken en de ventielaandrijving met 1/8
draai tegen de klok in draaien (bajonetsluiting).
11. Alleen vereist bij eerste inbedrijfstelling en nieuwe
inbedrijfstelling na volledig lediging!
● De ventielaandrijvingen van de 3-wegs-omschakelven-
tielen 3UVB1 + 3UV DHW opnieuw opsteken.
● Air Purge starten.
Air Purge
(zie bedieningshandleiding van de regeling)
12. Waterdruk op de externe manometer opnieuw controleren en
eventueel water bijvullen via de KFE-kraan (afb. 6-3, pos. 2).
13. Waterkraan (afb. 6-3, pos. 4) van de toevoerleiding sluiten.
14. Vulslang (afb. 6-3, pos. 1) met antiretourklep van de KFE-
kraan (afb. 6-3, pos. 2) verwijderen.
3UV DHW
Bij afgetrokken ventielaandrijving is de weg AB-B
geopend.
2. Vulslang (afb. 6-3, pos. 1) met anti-retourklep (1/2") en een
externe manometer (meegeleverd) op de KFE-kraan (afb. 63, pos. 2) aansluiten en borgen tegen afschuiven met een
slangklem.
3. Waterkraan (afb. 6-3, pos. 4) van de toevoerleiding openen.
4. KFE-kraan (afb. 6-3, pos. 2) openen en manometer in het
oog houden.
5. Installatie met water vullen tot de streefdruk van de installatie
(installatiehoogte +2
m, waarbij 1 m waterkolom
overeenstemt met 0,1 bar) op de externe manometer wordt
bereikt.
De overdrukklep mag niet worden geactiveerd!
6. KFE-kraan (afb. 6-3, pos. 2) sluiten.
7. Stroomvoeding van de Altherma EHS(X/H) inschakelen.
8. Draaischakelaar op "verwarmen" zetten.
Daikin Altherma EHS(X/H) werkt na de startfase in de ver-
warmingsmodus voor warm water.
9. Tijdens het verwarmen van water, constant de waterdruk op
de manometer controleren en eventueel water bijvullen via de
KFE-kraan (
10. Volledige verwarmingsinstallatie ontluchten (regelventiel van
de installatie openen. Gelijktijdig kan via de vloerverdeler het
vloerverwarmingssysteem mee gevuld en gespoeld worden).
Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Installatie- en onderhoudshandleiding
39
Page 40
7 x Fouten, storingen en meldingen
In aparaat:
Adres:
Ketel
0
In aparaat:
Adres:
verwarme module
0
E 9001
Stor. retour.sensor
Speciale modus
Manueel
FA failure
Protocol
Speciale modus
FA failure
Protocol
Delete message
In aparaat:
Adres:
Ketel
0
Read Protocol
7Fouten, storingen en meldingen
LET OP!
Elektrostatische ladingen kunnen tot spanningsoverslag leiden, waardoor de elektronische onderdelen kunnen worden verstoord.
● Voor het aanraken van de schakelplaat van het
bedieningspaneel de potentiaalcompensatie
controleren (bijv. door het vastnemen van de
houder van het bedieningspaneel).
De elektronische regeling van de Daikin Altherma EHS(X/H):
– meldt een fout door een rode achtergrondverlichting van de
display en toont een foutcode op de display (zie tab. 7-2).
– toont informatiemeldingen over de bedrijfstoestand die niet
door een rode achtergrondverlichting worden gesignaleerd.
Een geïntegreerd Protocol bewaart tot 15 fout- of andere informatiemeldingen over de bedrijfstoestand die het laatst zijn opgetreden.
Naargelang de bedieningsmodus worden de meldingen ook naar
de aangesloten kamerthermostaat gestuurd.
E75
E75
E75
7.1.1 Actuele storingsmeldingen
E 75
1Storingsmelding als code (zie tab. 7-2)
2Plaatsindicatie (apparaat) van de herkende storing
3Databusadres van het apparaat dat de storing veroorzaakt
Afb. 7-1 Weergave van een actuele storingsmelding (regelingsfout)
1Storingsmelding als code (zie tab. 7-2)
2Storingsmelding als gewone tekst (zie tab. 7-2)
3Plaatsindicatie (apparaat) van de herkende storing
4Databusadres van het apparaat dat de storing veroorzaakt
Afb. 7-2 Weergave van een huidige foutmelding (warmtepompfout)
7.1.2 Protocol uitlezen
Het Protocol kan in de "Speciale modus" worden uitgelezen
(zie afb. 7-3).
De meest recente (meest actuele) melding staat daarbij op de
eerste plaats. Alle andere voorafgaande meldingen worden bij
een nieuwe invoer een positie naar achter geschoven. De 16e
melding wordt bij het opslaan van een nieuwe melding gewist.
1
2
3
1
2
3
4
Afb. 7-3 Uitlezen van het protocol
7.1.3 Storing verhelpen
● Oorzaak van de storing opsporen en verhelpen.
– Schakelveiligheid aangesproken:
Geen aanduiding op het scherm van de regeling. De oorzaak
voor het inschakelen van de schakelveiligheid vaststellen en
de storing verhelpen. De installatie opnieuw opstarten.
Zodra de oorzaak is verholpen, werkt de installatie weer
normaal.
– Schakelveiligheid niet geactiveerd:
a) Er worden geen foutmeldcodes weergegeven, maar de
installatie werkt niet correct. De oorzaken opsporen en
verhelpen (zie paragraaf 7.2).
Zodra de oorzaak is weggenomen, werkt de installatie
weer normaal.
b) Storingscodes worden weergegeven zolang de storingen
nog bestaan. De oorzaken opsporen en verhelpen (zie
paragraaf
7.3). Als de storingsmelding na de verhelping
van de storingsoorzaak nog steeds wordt weergegeven,
moet de installatie gedurende minstens 10 seconden van
de stroomvoeding worden gescheiden om ze te
ontgrendelen.
Zodra de oorzaak is weggenomen, werkt de installatie
weer normaal.
Installatie- en onderhoudshandleiding
40
DaikinAltherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Page 41
7.2Storingen
StoringMogelijke oorzaakMogelijke oplossing
Installatie buiten werking
(geen displayweergave,
bedrijfs-LED op
BM1 uit)
RoCon
Schakeltijdprogramma's
werken niet of geprogrammeerde schakeltijden worden op het verkeerde tijdstip
uitgevoerd.
Regeling reageert niet op
invoeren
Geen netspanning
Datum en tijdstip zijn niet correct ingesteld.
Foutieve bedrijfsmodus ingesteld.
Tijdens een schakeltijd heeft de gebruiker een
handmatige instelling uitgevoerd (bijv. een
ingestelde temperatuur of de bedrijfsmodus
gewijzigd).
Besturingsysteem van de regeling gecrasht.
7 x Fouten, storingen en meldingen
● Externe hoofdschakelaar van de installatie inschakelen.
● De zekering(en) van de installatie inschakelen.
● De zekering(en) van de installatie vervangen.
● Datum instellen.
● Tijdstip instellen.
● Indeling weekdag-schakeltijden controleren.
● Bedrijfsmodus "Automatisch 1" of "Automatisch 2"
instellen.
1. Draaischakelaar in de stand "Info" zetten.
2. Draaischakelaar in de stand "Modus" zetten.
3. De juiste bedrijfsmodus selecteren.
● RESET van de regeling uitvoeren. Daartoe de installatie gedurende minstens 10 seconden van de stroomvoeding scheiden en vervolgens opnieuw inschakelen.
Bedrijfsgegevens worden
niet geactualiseerd
Verwarming warmt niet
op
● RESET van de regeling uitvoeren. Daartoe de installatie gedurende minstens 10 seconden van de stroom-
Besturingsysteem van de regeling gecrasht.
voeding scheiden en vervolgens opnieuw inschakelen.
Vraag om verwarmingsbedrijf uitgeschakeld
(vb. schakeltijdprogramma bevindt zich in de
verlagingsfase, buitentemperatuur te hoog,
parameters voor optionele aanjaagverwarmer
● Ingestelde bedrijfsmodus controleren
● Opvraagparameters controleren.
● Instellingen van datum, tijdstip en schakeltijdpro-
gramma aan de regeling controleren.
(EKBUxx) foutief ingesteld, vraag voor warm
water actief)
● Bij een geïnstalleerde aanjaagverwarmer (EKBUxx):
Controleren of de aanjaagverwarmer de retourtemperatuur tot minstens 15 °C verwarmt (bij een lagere
retourtemperatuur gebruikt het systeem eerst de
De koelmiddelcompressor werkt niet.
aanjaagverwarmer om deze minimale retourtempe
ratuur te bereiken.). Eventueel de voedingsspanning,
de thermobeveiliging en de oververhittingsbeveiliging
van de aanjaagverwarmer controleren.
Installatie staat in de modus "koelen".● Modus wijzigen in "Verwarmen".
● HT/NT-functie is actief en de paramater [HT/NT
Contact] is foutief aangelegd.
Er zijn ook andere configuraties mogelijk, maar deze
Instellingen dalurentarief-netaansluiting en de
elektrische aansluitingen passen niet samen.
moeten overeenkomen met het type dalurentariefnetaansluiting, dat op de montageplaats aanwezig is.
● De parameter [SMART GRID] is actief en de aansluitingen zijn foutief gelegd.
-
Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Het elektriciteitsbedrijf heeft het piekurensignaal verstuurd.
● Opnieuw op een dalurensignaal wachten, waarmee de
voeding weer wordt ingeschakeld.
Optie: Aanjaagverwarmer (EKBUxx) niet bijgeschakeld.
● Inspecteer of alle afsluitkranen van de watercirculatie
volledig zijn geopend.
● Inspecteer of waterfilters misschien verontreinigd zijn.
● Inspecteer of het expansievat defect is.
● Verwarmingsinstallatie en circulatiepomp in het
apparaat volledig ontluchten.
● Aan de regeling (draaischakelaarpositie "Info" )
controleren of er voldoende waterdruk (>0,5 bar)
aanwezig is en eventueel verwarmingswater bijvullen.
● Controleren of de weerstand in de waterkring niet te
hoog is voor de pomp (zie "Technische gegevens").
● Parameter [Stooklijn] verhogen.
● Parameter [T vbh1 max] verhogen.
● Parameter [Max T-Flow] verhogen.
● Instellingen van het niveau "Config. verwarming" van
de parameters [Stookgrens D], [Stooklijn] en de instel
lingen in de draaischakelaarpositie "Temp setpunt Dag" controleren.
● Voedingsspanning van de aanjaagverwarmer
(EKBUxx) controleren.
● Thermoveiligheidsschakelaar van de aanjaagverwarmer (EKBUxx) is geactiveerd. Ontgrendelen.
● Oververhittingsbeveiliging van de aanjaagverwarmer
(EKBUxx) defect. Vervangen.
● Parameters [Function Heating Rod] en [BUH s1
power] en [BUH s2 power] controleren.
-
Waterhoeveelheid in de verwarmingsinstallatie te klein
De warmwatertoebereiding vraagt teveel vermogen van de warmtepomp.
● Voordruk in het expansievat en de waterdruk controleren en eventueel verwarmingswater bijvullen en
voordruk opnieuw instellen (zie hoofdstuk 6.5).
● Instellingen van de parameter [Function Heating Rod]
in het niveau "Configuratie", subniveau "Inbedrijf-neming" controleren.
● Instellingen van de parameter [Power DHW] in het
niveau "Configuratie", subniveau "Systeemconfigu-ratie" controleren.
Installatie- en onderhoudshandleiding
42
DaikinAltherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Page 43
7 x Fouten, storingen en meldingen
StoringMogelijke oorzaakMogelijke oplossing
DIP-schakelaar foutief geconfigureerd
Warmwaterbereiding uitgeschakeld (vb.
schakeltijdprogramma bevindt zich in de ver
lagingsfase, parameters voor warmwaterbereiding foutief ingesteld).
De oplaadtemperatuur van het voorraadvat is
te laag.
● DIP-schakelaarpositie op schakelplaat A1P contro-
leren (zie paragraaf 7.4).
● Ingestelde bedrijfsmodus controleren
-
● Opvraagparameters controleren.
● De nominale temperatuur van het warme water
verhogen
Water wordt niet warm
Debiet te hoog.
Het vermogen van de warmtepomp is te laag.
Waterhoeveelheid in de verwarmingsinstallatie te klein.
Optie: Aanjaagverwarmer (EKBUxx) niet bijgeschakeld.
De waterdoorstroming is te laag.
● De tapsnelheid verkleinen, de doorstroming
begrenzen.
● De schakeltijden voor ruimteverwarming en de
warmwatertoebereiding op overlappingen controleren.
● Voordruk in het expansievat en de waterdruk contro-
leren en eventueel verwarmingswater bijvullen en
voordruk opnieuw instellen (zie hoofdstuk
6.5).
● Voedingsspanning van de aanjaagverwarmer
(EKBUxx) controleren.
● Thermoveiligheidsschakelaar van de aanjaagver-
warmer (EKBUxx) is geactiveerd. Ontgrendelen.
● Oververhittingsbeveiliging van de aanjaagverwarmer
(EKBUxx) defect. Vervangen.
● Parameter [Function Heating Rod] en [BUH s1 power]
en [BUH s2 power] controleren.
● Inspecteer of alle afsluitkranen van de watercirculatie
volledig zijn geopend.
● Inspecteer of waterfilters misschien verontreinigd zijn.
● Inspecteer of het expansievat defect is.
● Verwarmingsinstallatie en circulatiepomp in het
apparaat volledig ontluchten.
● Aan de regeling (draaischakelaarpositie "Info" )
controleren of er voldoende waterdruk (>0,5 bar)
aanwezig is en eventueel verwarmingswater bijvullen.
● Controleren of de weerstand in de waterkring niet te
hoog is voor de pomp (zie "Technische gegevens").
Ruimtekoeling koelt niet
"koelen" uitgeschakeld (vb. schakeltijdprogramma bevindt zich in de verlagingsfase,
buitentemperatuur te laag).
● Ingestelde bedrijfsmodus controleren
● Opvraagparameters controleren.
● Instellingen van datum, tijdstip en schakeltijdpro-
gramma aan de regeling controleren.
● Bij een geïnstalleerde aanjaagverwarmer (EKBUxx):
Controleren of de aanjaagverwarmer de retourtemperatuur tot minstens 15 °C verwarmt (bij een lagere
De koelmiddelcompressor werkt niet.
retourtemperatuur gebruikt de warmtepomp eerst de
aanjaagverwarmer om de minimale retourtemperatuur
te bereiken.). Eventueel de voedingsspanning, de
thermobeveiliging en de oververhittingsbeveiliging
van de aanjaagverwarmer controleren.
Installatie staat in de modus "Verwarmen".● Modus wijzigen in "koelen".
De warmtepomp is automatisch naar de bedrijfsmodus
Buitentemperatuur < 4 °C
"Verwarmen" overgeschakeld om bij een verdere daling
van de buitentemperatuur de vorstbescherming te kunnen
verzekeren. Geen ruimtekoeling mogelijk.
Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Installatie- en onderhoudshandleiding
43
Page 44
7 x Fouten, storingen en meldingen
StoringMogelijke oorzaakMogelijke oplossing
De waterdoorstroming is te laag.
Koelvermogen bij ruimtekoeling te laag
● Inspecteer of alle afsluitkranen van de watercirculatie
volledig zijn geopend.
● Inspecteer of waterfilters misschien verontreinigd zijn.
● Inspecteer of het expansievat defect is.
● Verwarmingsinstallatie en circulatiepomp in het
apparaat volledig ontluchten.
● Aan de regeling (draaischakelaarpositie "Info" )
controleren of er voldoende waterdruk (>0,5 bar)
aanwezig is en eventueel verwarmingswater bijvullen
● Controleren of de weerstand in de waterkring niet te
hoog is voor de pomp (zie "Technische gegevens").
Circulatiepomp in het
apparaat maakt overmatig sterke bedrijfsgeluiden
Waterhoeveelheid in de verwarmingsinstallatie te laag
Koelmiddelhoeveelheid in de verwarmingsinstallatie te klein of te groot.
Lucht in de watercirculatie.
Geluidsontwikkeling door trillingen.
Lagerschade aan de circulatiepomp in het
apparaat
De waterdruk op de pompaanvoer is te laag.
● Voordruk in het expansievat en de waterdruk controleren en eventueel verwarmingswater bijvullen en
voordruk opnieuw instellen (zie hoofdstuk
6.5).
● Koelmiddelhoeveelheid door een Daikin-verwarmingstechnicus laten controleren. Daarbij de verwarmingsinstallatie op dichtheid controleren.
● Verwarmingsinstallatie en circulatiepomp in het
apparaat volledig ontluchten.
● Altherma EHS(X/H), en componenten hiervan, alsook
de afdekkingen, op correcte bevestiging controleren.
● Pomptoerentals verminderen (parameters [Min
Performance] en [Max Performance]).
● Circulatiepomp in het apparaat vervangen.
● Aan de regeling (draaischakelaarpositie "Info")
controleren, of er voldoende waterdruk (>0,5 bar)
aanwezig is.
● Controleren of de manometer goed werkt (aansluiting
van een externe manometer).
● Voordruk in het expansievat en de waterdruk controleren en eventueel verwarmingswater bijvullen en
voordruk opnieuw instellen (zie hoofdstuk
6.5).
Het expansievat is defect.
Waterdruk in de verwarmingsinstallatie is te
hoog.
De veiligheidoverdrukklep lekt of staat permanent open
De veiligheidoverdrukklep klemt.
Tab. 7-1 Mogelijke storingen aan de Altherma EHS(X/H)
● Het expansievat vervangen.
● Aan de regeling (draaischakelaarpositie "Info")
controleren of de waterdruk onder de aangegeven
maximumdruk ligt. Eventueel water aflaten tot de druk
zich in het middelste toegelaten bereik bevindt.
● De veiligheidoverdrukklep controleren en eventueel
vervangen.
– De rode knop op de veiligheidoverdrukklep in
tegenwijzerrichting verdraaien. Wanneer een klapperend geluid te horen is, moet de veiligheidoverdrukklep worden vervangen.
Installatie- en onderhoudshandleiding
44
DaikinAltherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Page 45
7.3Foutcodes
Bij alle storingen/foutmeldingen op grond van mogelijk defecte voelers/sensoren, in principe voor vervanging, alle bijhorende
aansluitingskabels, verbindingsdelen (correcte positie van de stekkers) en de schakelplaten controleren.
Onderdeelindeling: zie afb. 2-1 tot afb. 2-5 en afb. 7-4
7 x Fouten, storingen en meldingen
CODEStoring /
Scherm Intern
foutmelding
E900180Stor. retour.sensor
E900281
E900389
Storing aanvoersensor
Fout vorstbeschermingsfunctie
Retourtemperatuursensor
t
R2
Aanvoertemperatuursensor t
Plaatwarmtewisselaar
(PWT)
Module /
aanduiding
of t
V2
V, BH
E90047HStoring debietDebietsensor FLS
Oorzaken en mogelijke foutverhelping
Sensor of verbindingskabel defect.
● Controleren, vervangen.
Sensor of verbindingskabel defect.
● Controleren, vervangen.
Meetwaarde t
V2
<0 °C
– Uitvallen van de vorstbeschermingsfunctie voor de plaatwarm-
tewisselaar op grond van een te lage waterdoorstroming. Zie
foutcode E9004 / 7H.
– Uitvallen van de vorstbeschermingsfunctie voor de plaatwarm-
tewisselaar op grond van ontbrekend koelmiddel in de installatie. Zie foutcode E9015 / E4.
De waterdoorstroming is te laag of zelfs helemaal niet aanwezig,
noodzakelijke, minimale waterdoorstroming: 900 l/u.
De onderstaande punten controleren:
● Alle afsluitkranen van de watercirculatie moeten volledig zijn
geopend.
● Optionele waterfilters mogen niet verontreinigd zijn.
● Verwarmingsinstallatie moet binnen haar bedrijfsbereik
draaien.
● Verwarmingsinstallatie en circulatiepomp in het apparaat
moeten volledig ontlucht zijn.
● Aan de regeling (draaischakelaarpositie "Info") contro-
leren, of er voldoende waterdruk (>0,5 bar) aanwezig is.
● Werking van het 3-wegs-omschakelventiel 3UVB1 controleren
(daadwerkelijke positie van 3UVB1 vergelijken met de
weergegeven positie BPV in de parameter [Overzicht]).
● Treedt deze fout bij het ontdooien in de bedrijfsmodus ruimteverwarming of warmwaterbereiding op? Bij optionele aanjaagverwarmer: de voeding hiervan en zekeringen controleren.
● Zekeringen in de regelingbehuizing van de Daikin Altherma
EHS(X/H) controleren (pompzekering (FU1) op schakelplaat
A1P en printplaatzekering (F1) op schakelplaat RoCon BM1).
● Debietsensor FLS op vervuiling en werking controleren en
eventueel reinigen, vervangen.
E90058F
E90068H
E9007A1
Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
– Druksensor S1NPH in het warmtepompbuitentoestel defect.
– Temperatuursensor lamellen-warmtewisselaar R4T in het
warmtepompbuitentoestel defect.
– Magneetventiel in het warmtepompbuitentoestel opent niet.
– Hoofdplatine in het warmtepompbuitentoestel defect.
● Controleren, vervangen.
Overbelastingsbeveiliging van de koelmiddelcompressor is geactiveerd. Te hoog drukverschil in het koelmiddelcircuit tussen de
hoge- en de lagedrukzijde (>26 bar).
– Koelmiddelcompressor defect.
– Omkeerplaat in het warmtepompbuitentoestel defect.
– Bedrading koelmiddelcompressor / omkeerplaat, slecht con-
tact.
– Toegevoegde koelmiddelhoeveelheid te groot.
● Controleren, vervangen.
– Serviceventiel in het warmtepompbuitentoestel niet geopend.
● Serviceventiel openen.
Installatie- en onderhoudshandleiding
46
DaikinAltherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Page 47
7 x Fouten, storingen en meldingen
CODEStoring /
Scherm Intern
E9017E7
foutmelding
Ventilator geblokkeerd
E9018E9Expansieklep
E9019EC
E9020F3
Warmwatertemperatuur >85 °C
Overtemp. verdamper
E9021H3HPS-Systeem
Module /
aanduiding
Ventilatormotor in het
warmtepompbuitentoestel
Elektronische expansieklep
Boilertemperatuursensor
t
DHW2
Uitlaattemperatuursensor
(verbrandingsgasvoeler)
R2T aan de koelmiddel
compressor van het warmtepompbuitentoestel te
hoog
Hogedrukschakelaar
S1PH in het warmtepomp
buitentoestel
Oorzaken en mogelijke foutverhelping
– Een ventilator in de buitenwarmtepomp is geblokkeerd.
● Ventilator op vervuiling of blokkering controleren en
eventueel reinigen en vrij maken.
– Ventilatormotor defect.
– Bedrading ventilatormotor, slecht contact.
– Overspanning aan de ventilatormotor.
– Zekering in het warmtepompbuitentoestel defect.
– Omkeerplaat in het warmtepompbuitentoestel defect.
● Controleren, vervangen.
De elektronische expansieklep in het warmtepompbuitentoestel is
defect, vervangen.
De boilertemperatuursensor t
DHW2
geeft een
temperatuurwaarde >85 °C.
Sensor of verbindingskabel defect.
● Controleren, vervangen.
– Uitlaattemperatuursensor R2T aan de koelmiddelcompres-
sor of verbindingskabel defect.
– Koelmiddelcompressor defect.
● Controleren, vervangen.
– Hogedrukschakelaar S1PH defect.
– Hoofdplatine in het warmtepompbuitentoestel defect.
-
– Bedrading, slecht contact.
● Controleren, vervangen.
E9022H9Storing AT-sensor
E9023HC
Storing opslagvatsensor
E9024J1Druksensor
E9025J3Stor. retour.sensor
E9026J5
E9027J6
E9028J7
E9029J8
Stor. aanzuigbuissen.
Aircoil-sensor
defrost
Aircoil-sensor
temp.
Stor. koudesensor
AG
Buitentemperatuursensor
R1T in het warmtepompbuitentoestel
Boilertemperatuursensor
t
DHW2
Druksensor S1NPH in het
warmtepompbuitentoestel
Uitlaattemperatuursensor
R2T in het warmtepomp
-
buitentoestel
Aanzuigtemperatuursensor R3T in het warmtepompbuitentoestel
Temperatuursensor lamellen-warmtewisselaar R5T
in het warmtepompbuitentoestel
Temperatuursensor lamellen-warmtewisselaar R4T
in het warmtepompbuitentoestel
(alleen bij 11-16 kW installatie)
Temperatuursensor vloeistofzijde R6T in het warmtepompbuitentoestel
Sensor of verbindingskabel defect.
● Controleren, vervangen.
Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Installatie- en onderhoudshandleiding
47
Page 48
7 x Fouten, storingen en meldingen
CODEStoring /
Scherm Intern
E9030L4
E9031L5
E9032L8
Defect elektrisch
foutmelding
Module /
aanduiding
Temperatuursensor R10T
op omkeerplaat in het
warmtepompbuitentoestel
(alleen bij 11-16 kW installatie)
Elektrische componenten
overspanningsfout
Oorzaken en mogelijke foutverhelping
Overtemperatuur in het warmtepompbuitentoestel
– Zeer hoge buitentemperatuur.
– Ontoereikende koeling van de omkeerplaat.
– Luchtaanzuiging vervuild/geblokkeerd.
– Omkeerplaat in het warmtepompbuitentoestel defect.
– Temperatuursensor op omkeerplaat defect, stekkerverbinding
X111A niet correct.
● Controleren, oorzaak verhelpen, vervangen.
● Eventueel de servicevakman van Daikin contacteren.
– Actuele netoverspanning.
– Koelmiddelcompressor geblokkeerd of defect.
– Omkeerplaat in het warmtepompbuitentoestel defect.
– Bedrading, slecht contact.
– Serviceventiel in het warmtepompbuitentoestel niet geopend.
● Controleren, oorzaak verhelpen, vervangen.
● Eventueel de servicevakman van Daikin contacteren.
– Koelmiddelcompressor defect.
– Omkeerplaat in het warmtepompbuitentoestel defect.
● Controleren, vervangen.
● Eventueel de servicevakman van Daikin contacteren.
E9033L9
E9034LC
E9035P1
AG hoofdplatine
defect
E9036P4Defect elektrisch
Elektrische componenten
Omkeerplaat in het warmtepompbuitentoestel
Temperatuursensor R10T
op omkeerplaat in het
warmtepompbuitentoestel
(alleen bij 11-16 kW installatie)
– Koelmiddelcompressor geblokkeerd of defect.
– Voor de staart van de koelmiddelcompressor, te hoog druk-
verschil tussen de hoge- en de lagedrukzijde.
– Serviceventiel in het warmtepompbuitentoestel niet geopend.
● Controleren, oorzaak verhelpen, vervangen.
● Eventueel de servicevakman van Daikin contacteren.
Communicatiefout - interne communicatie in het warmtepompbuitentoestel verstoord
– Elektromagnetische invloeden.
● Reset doorvoeren.
– Hoofdplatine in het warmtepompbuitentoestel defect.
– Omkeerplaat in het warmtepompbuitentoestel defect.
– Ventilatormotor defect.
– Bedrading, slecht contact.
● Controleren, oorzaak verhelpen, vervangen.
● Eventueel de servicevakman van Daikin contacteren.
– Geen voedingsspanning van de netaansluiting.
– Omkeerplaat in het warmtepompbuitentoestel defect.
● Controleren, oorzaak verhelpen, vervangen.
● Eventueel de servicevakman van Daikin contacteren.
Overtemperatuur in het warmtepompbuitentoestel
– Omkeerplaat in het warmtepompbuitentoestel defect.
– Temperatuursensor op omkeerplaat defect, stekkerverbinding
X111A niet correct.
● Controleren, oorzaak verhelpen, vervangen.
● Eventueel de servicevakman van Daikin contacteren.
E9037PJ
Installatie- en onderhoudshandleiding
Instelling vermogen
48
Vermogensinstelling voor
het warmtepompbuitentoestel foutief
● Vakman van Daikin contacteren.
DaikinAltherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Page 49
7 x Fouten, storingen en meldingen
CODEStoring /
Scherm Intern
foutmelding
E9038U0Koelmiddel lek
E9039U2
Onder/overspanning
E9041U4
E9042U5
Overdrachtsstoring
E9043U7
Module /
aanduiding
Sensoren en parameterinstellingen in het warmtepompbuitentoestel
Elektrische componenten
Oorzaken en mogelijke foutverhelping
Koelmiddelverlies.
– Koelmiddelhoeveelheid te klein. Zie foutcode E9015 / E4.
– Verstopping of lekkage in de koelmiddelleiding.
– Omkeerplaat in het warmtepompbuitentoestel defect.
● Controleren, vervangen.
● Eventueel de servicevakman van Daikin contacteren.
Communicatie tussen warmtepompbuitentoestel en warmtepompbinnentoestel verstoord.
– Bedrading of aansluitingen, slecht contact.
– Geen warmtepompbuitentoestel aangesloten.
– Schakelplaat A1P defect.
– Hoofdplatine in het warmtepompbuitentoestel defect.
● Controleren, vervangen.
Communicatie tussen schakelplaat A1P en RoCon BM1 verstoord.
● Zie foutcode E200.
Communicatie tussen hoofdplaat en omkeerplaat in het warmtepompbuitentoestel verstoord.
– Hoofdplatine in het warmtepompbuitentoestel defect.
– Omkeerplaat in het warmtepompbuitentoestel defect.
– Bedrading, slecht contact.
● Controleren, oorzaak verhelpen, vervangen.
E9044UA
E75—
E76—
E81—
E88—
Fout buitentemperatuurvoeler
Fout boilertemperatuursensor
Communicatiefout
Buitentemperatuurvoeler
(RoCon OT1)
t
AU
Boilertemperatuursensor
t
DHW1
Schakelplatine RoCon
BM1
Schakelplatine RoCon
BM1
E91—Aangesloten CAN-module
E128—
Fout retourtemperatuursensor
Retourtemperatuursensor
t
R1
Configuratie van de schakelplaat A1P past niet bij het warmtepompbuitentoestel
● Schakelplaat A1P vervangen.
● Eventueel de servicevakman van Daikin contacteren.
Optionele buitentemperatuurvoeler RoCon OT1 defect of niet
aangesloten.
● Als er geen buitentemperatuurvoeler is aangesloten, instelling
van de parameter [Outside Config] controleren.
Boilertemperatuursensor t
of verbindingskabel defect of niet
DHW1
aangesloten.
● Controleren, vervangen.
● Instelling [Storage Config] controleren.
Parameterarchief in de EEPROM vertonen storingen.
● Vakman van Daikin contacteren.
Storing van parameteropslag op het externe flashgeheugen.
● Vakman van Daikin contacteren.
Busidentificatie van een CAN-module dubbel aanwezig, eenduidig databusadres instellen.
Retourtemperatuursensor tR1 in de debietsensor FLS of verbindingskabel defect.
● Controleren, vervangen.
Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Installatie- en onderhoudshandleiding
49
Page 50
7 x Fouten, storingen en meldingen
CODEStoring /
Scherm Intern
foutmelding
Module /
aanduiding
E129—Fout druksensorDruksensor DS
Debietsensor FLS,
3-wegs-omschakelventiel
E198—
Doorstromingsmeting niet plausibel
3UVB1
E200—Communicatiefout Elektrische componenten
Oorzaken en mogelijke foutverhelping
Druksensor DS defect.
● Controleren, vervangen.
De fout treedt op als de 3-wegs-omschakelventiel 3UVB1 zich in
de positie Bypass bevindt en de circulatiepomp in het apparaat
draai, maar er een te lage volumestroom wordt gemeten
900 l/u).
(<
– Lucht in de verwarmingsinstallatie
● Ontluchten.
– Circulatiepomp in het apparaat draait niet.
● Elektrische aansluiting en de regelinginstellingen contro-
leren. Bij defecte circulatiepomp, deze vervangen.
Afb. 7-4 Onderdelen in het warmtepompcircuit (vereenvoudigd sche-
ma)
7.4Controle en configuratie DIP-schakelaar
WAARSCHUWING!
Stroomgeleidende onderdelen kunnen bij aanraking
tot een elektrische schok leiden en zo levensgevaarlijk letsel en brandwonden veroorzaken.
● Voor werken aan onder stroom staande onderdelen, alle stroomkringen van de installatie van de stroomvoeding scheiden (externe hoofdscha
kelaar uitschakelen, zekering scheiden) en tegen
onbedoeld opnieuw inschakelen beveiligen.
● Installatie spanningsvrij schakelen.
● Regelingbehuizing openen en schakelplaat RoCon BM1
uitnemen.
● DIP-schakelaarinstelling op de schakelplaat A1P van de
Daikin Altherma EHS(X/H) controleren en evt. instellen (zie
tab. 7-3).
De fabrieksinstelling mag pas worden gewijzigd als er
bijvoorbeeld een optioneel toebehoren werd aangeslo
ten.
● Schakelplaat RoCon BM1 opnieuw plaatsten, regelingbehuizing sluiten en spanningsvoorziening opnieuw tot stand
brengen.
-
DIP-
Nr.OmschrijvingFabrieksin-
schakelaars
SS2
Tab. 7-3 DIP-schakelaarinstellingen
-
stelling
1Niet wijzigen.UIT
2WarmwaterbereidingAAN
Kamerthermostaat /
3
continuloop pomp
UIT
4Niet wijzigen.UIT
Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Installatie- en onderhoudshandleiding
51
Page 52
7 x Fouten, storingen en meldingen
7.5Noodbedrijf
Bij foutieve instellingen van de elektronische regeling kan een
verwarming in noodbedrijf worden gehandhaafd door aan de re
geling de speciale functie "Manueel" te activeren (zie bedieningshandleiding van de regeling).
Bij intacte 3-wegs-omschakelventielen schakelt de Daikin Altherma EHS(X/H) naar verwarmingsbedrijf. De benodigde aanvoertemperatuur kan met de draaischakelaar worden ingesteld:
Een vulling van de boiler kunt u als volgt met de speciale functie
"Manueel" bereiken,
● De ventielaandrijving van het 3-wegs-omschakelventiel
3UV DHW (zie
lingsknop (zie afb. 6-3, pos. 5.2) op de ventielaandrijving
drukken en de ventielaandrijving met 1/8 draai tegen de klok
in draaien (bajonetsluiting).
Bij afgetrokken ventielaandrijving is de weg AB-B
geopend.
Als de ventielaandrijving van het 3-wegs-omschakelventiel 3UVB1defect is, kan er een parallelwerking worden
afgedwongen. Daartoe:
● Ventielaandrijving van beide 3-wegs-omschakelventielen
3UVB1 + 3UV DHW aftrekken..
De aanvoertemperatuur worden beïnvloed door de warm-
teafname in de warmtewisselaar naar de opgeslagen
lading (serieschakeling).
Om een storing op grond van een te lage doorstroming
te vermijden, moet er bij een afgetrokken ventielaandrijving van het 3-wegs-omschakelventiel 3UVB1 een toereikende warmteafname in de verwarmingsinstallatie
worden verzekerd.
● Servoaandrijving in het warmtedistributienet
● Aanvoertemperatuur zo laag mogelijk instellen.
afb. 6-3) aftrekken. Daartoe op de ontgrende-
openen.
-
Installatie- en onderhoudshandleiding
52
DaikinAltherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Page 53
8Hydraulische systeemkoppeling
8 x Hydraulische systeemkoppeling
WAARSCHUWING!
In het voorraadvat kunnen hoge temperaturen optreden. Bij de warmwaterinstallatie moet u letten op voldoende bescherming tegen brandwonden (bijv. automatische warmwatermengvoorziening).
LET OP!
Optioneel kunnen de Daikin-toestellen met zwaartekrachtremmen uit kunststof worden uitgerust. Deze
zijn geschikt voor bedrijfstemperaturen tot max. 95
°C.
Als een warmtewisselaar bij een hogere temperatuur
dan 95 °C wordt gebruikt, dan moet bouwzijdig een
zwaartekrachtrem worden geïnstalleerd.
Onderstaand is een selectie van de meest toegepaste
installatieschema's opgenomen. Deze installatie
schema's dienen als voorbeeld. Ze vervangen in geen
geval een zorgvuldige planning van de installatie. Op
de internetsite van Daikin treft u nog meer schema's
aan.
3)Aantal afzonderlijke aders in de aansluitkabel nulleider inbegrepen. De
sectie van de afzonderlijke aders is afhankelijk van de stroombelasting, de
lengte van de aansluitkabel en de toepasselijke wettelijke bepalingen.
Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
Installatie- en onderhoudshandleiding
57
Page 58
9 x Technische gegevens
9.1.2 Daikin Altherma EHS(X/H)...P50A
TypeDaikin Altherma EHS(X/H)
08P50A 16P50A B08P50A B16P50A
ERLQ006CA
Kan worden gebruikt met een buitenwarmtepomp
V3/ERLQ008
CAV3
Maten en gewichtenEenheid
Afmetingen (lxbxd)cm195 x 79 x 79
Ledig gewichtkg114116119121
Hoofdcomponenten
Type—Grundfos UPM2 15-70 CES87
Toerentaltreden—traploos (PWM)
Circulatiepomp
water-verwarming
SpanningV230
FrequentieHz50
Beschermklasse—IP 42
Nominaal vermogen maximaalW45
Warmtewisselaar
(water/koelmiddel)
Type—Edelstalen platenwarmteopwekker
Isolatie—EPP
Voorraadvat
Inhoud van het voorraadvat totaalLiter500
Maximaal toelaatbare watertemperatuur in met voorraadvat°C85
3)Aantal afzonderlijke aders in de aansluitkabel nulleider inbegrepen. De
sectie van de afzonderlijke aders is afhankelijk van de stroombelasting, de
lengte van de aansluitkabel en de toepasselijke wettelijke bepalingen.
4)Warmwateropslag alleen voorzien van een warmtepomp zonder back-upverwarming.
————
Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit