Conrad 4019631150066 Operation Manual [nl]

Page 1
Voorwoord
Velen hebben al met verlangen op de adventstijd gewacht, want dan start er weer een elektronica-kalender met 24 experimenten. Dit jaar is het thema „Operationele versterkers (OPV) en omzetters“. De focus ligt op de viervoudige OPV LM324, die veel interessante experimenten mogelijk maakt met de piëzo­omzetter. Er kunnen verschillende geluiden worden geproduceerd en met een beetje vaardigheid kan je zelfs een simpel muziekinstrument bouwen. De piëzo­omzetter kan echter ook gebruikt worden als een microfoon- of trillingssensor als men zijn zwakke signalen versterkt met de OPV.
Alle experimenten kunnen geheel zonder voorafgaande kennis met succes worden opgebouwd en getest. De afbeeldingen van de opbouw helpen u daarbij. Wie het schakelschema echter nader bekijkt, kan het experiment vaak ook iets anders opbouwen en misschien hier en daar een draadje besparen. In de tekst worden altijd eerst de pure opbouw en de verwachte functie beschreven. Daarnaast is er meestal een korte uitleg. Natuurlijk kunnen hier niet alle beginselen van elektronica worden overgedragen, maar deze of gene wordt misschien nieuwsgierig en onderzoekt zelfstandig verder.
In sommige experimenten zijn er extra taken waarvoor oplossingspunten worden toegewezen. Of een opdracht helemaal is opgelost, bepaalt u zelf, of u zoekt een scheidsrechter, misschien een familielid of een vriend. Aan het eind worden alle punten opgeteld en komt u erachter of u al een meester in de elektronica bent.
Wij wensen u veel plezier en een vrolijke kersttijd!
1 Elektrische geluiden
Achter het eerste deurtje vindt u een centraal bouwdeel van deze elektronicakalender: een piëzo-schakelomzetter met aansluitdraden. Bovendien bevindt zich wat draad in het eerste vak. Er moet in een aanvullende 9V-batterij worden voorzien. Indien er geen nieuwe batterij beschikbaar is, is een sterk gebruikte batterij die voor andere apparaten reeds te zwak is voldoende voor de eerste experimenten. Houd de beide kabels van de piëzo-schakelomzetter aan de batterij. Bij de eerste aansluiting hoort men een knappen. Bij de tweede maal blijft het stil, omdat de schakel omzetter reeds is opgeladen. U kunt echter de beide draden van de piëzo-schijf bij elkaar houden of met een stuk draad verbinden, om ze te ontladen. Ook daarbij hoort men een knappen en opnieuw bij het nogmaals opladen. De voorwaarde is echter dat u de kale uiteinden van de kabels niet rechtstreeks aanraakt, omdat er ook via de huidweerstand een ontlading kan plaatsvinden.
Informatie: De keramische piëzo-schijf is tegelijkertijd een kleine condensator met twee metalen platen en daartussenin een isolator. De elektrische krachten tussen de ladingen zorgen voor een vervorming van de isolator en dus voor de geluidsopwekking. Als de condensator al tot 9V (volt) is opgeladen, zal een nieuwe verbinding met de batterij geen verschil meer maken, zodat men niets hoort.
Opdracht: Door herhaaldelijk ompolen van de batterij kunt u krakende geluiden met nog hogere geluidssterkte produceren. Als u het kunt demonstreren: 2 punten.
2 Contact vinden
Het tweede deurtje verbergt een printplaat en een batterijclip voor de 9V-batterij. De zachte kabels van de batterijclips zijn aan de uiteinden gestript en vertind, zodat men ze in de contactgaten van de insteekprintplaten kan steken. Ze moeten echter slechts eenmaal worden aangesloten en dan altijd in dezelfde positie blijven. Indien alles wordt uitgeschakeld, kan men het beste de batterij van clip halen, maar laat de kabels aangesloten. Op de plaat wordt een draadje ingebouwd als trekontlasting, zodat de batterijkabel niet te veel wordt bewogen.
Ook de aansluitkabels van de piëzo-schakelomzetters moeten indien mogelijk slechts één keer worden aangesloten en daarna op hun plek blijven. Het is betrouwbaar gebleken kleine gaatjes door het folie te prikken aan de achterzijde van de insteekprintplaat en de kabel erdoorheen te voeren. De aansluitingen van de piëzo-schijf kunnen dus ook altijd op hun plek blijven, zelfs als dit component niet wordt gebruikt in sommige experimenten. Overigens maakt het niet uit welke draad van de omzetter het bovenste of het onderste contact is, terwijl het bij de batterij essentieel is, dat de pluspool (rood) aan de bovenzijde wordt aangesloten.
Bouw de proef met een omschakelaar met blote draad. De bovenaansluiting van de omzetter moet afwisselend worden aangesloten op de pluspool en de minpool van de batterij. Trek de isolatie van de draad en strip met een draadsnijder passende stukken van de overige draad af, waarmee dan de schakelcontacten worden gebouwd. Alle overige verbindingsdraden en de draad voor de trekontlasting van de batterijkabel behouden hun isolatie in het middengebied en worden alleen aan de einden over een lengte van ongeveer 5 mm gestript. De plastic isolatie is zacht genoeg, om ze met de vingernagels af te trekken. Als alternatief kan men ze met een scherp mes rondom insnijden, maar zonder de draad te knikken, die anders gemakkelijk zou kunnen breken. Wanneer alles correct is opgebouwd, kan het experiment beginnen. Met de zelfgebouwde omschakelaar kunt u de piëzo-schijf zoveel keer laden en ontladen als
Page 2
u wilt, waarbij telkens een geluid ontstaat.
Maar het gaat ook zonder batterij! Sluit de schakelomzetter kort met de schakelaar en druk licht met een scherp voorwerp op het membraan. Open het contact en verwijder dan pas de mechanische druk van de schijf, die zich daarbij elektrisch oplaadt. Wanneer het contact dan weer wordt gesloten, hoort men een duidelijk knappen. Echter de piëzo-schijf kan niet alleen worden opgeladen door mechanische druk, maar ook door een temperatuurverandering. Verwarm de schijf met open contact door aan te raken. Ze laadt zich daarbij op en produceert bij het ontladen een geluid. Na enige tijd afkoelen kan er weer een knappen worden gehoord.
Opdracht: Zet het hele experiment enige tijd in de kou buiten. Haal het dan weer terug in de warmte en produceer minstens vijf duidelijk hoorbare klikgeluiden na elkaar: 3 punten.
3 Laden en ontladen
Achter het derde deurtje vindt u een weerstand van 2,2 k (2,2 kilo-ohm). Het is gemarkeerd met drie gekleurde ringen (rood, rood, rood). Een vierde, gouden, ring geeft de nauwkeurigheidsklasse van 5% aan. Zet deze weerstand parallel met de schakelomzetter. Hij zorgt dan altijd voor een snelle ontlading. Daarom is dit keer een eenvoudig contact voldoende. Er ontstaat telkens een geluid bij het sluiten en openen van het contact. Laat de schakelaar niet voor lang gesloten, want de weerstand verbruikt energie. De batterij moet indien mogelijk echter voldoende zijn tot het eind van de experimenten.
Informatie: Men kan gemakkelijk inschatten wanneer de batterij leeg zal zijn. De stroomsterkte bedraagt 9 V gedeeld door 2,2 k, dus ongeveer 4 mA. Bij een capaciteit van een alkalinebatterij van 500 mAh, zou het 125 uren, of ongeveer vijf dagen duren tot de batterij leeg is.
Opdracht: Bouw twee aanraakcontacten en schakel uw huidweerstand in serie met de aanwezige weerstand van 2,2 k. De huidweerstand bedraagt enkele 100 k, zodat de ontlading bij geringe stroom zeer veel langzamer en stiller wordt. De weerstand tot nu toe heeft slechts nog een beschermende functie en beperkt de stroom bij onopzettelijk direct contact met de sensorcontacten. Door meer of minder sterke aanraking kunt u de weerstand veranderen. Het doel is, dat alleen nog bij het sluiten van de schakelaar een krakend geluid te horen is, maar niet bij het openen: 4 punten.
4 Licht en geluid
Open deurtje nummer 4, hier vindt u een rode lichtdiode (LED). Bouw de LED in de positieve leiding van uw opbouw in. Daarmee ziet u wanneer de schakelaar gesloten is en er stroom aanwezig is. Bij de inbouw van een LED moet men op de polariteit letten
De LED heeft twee verschillende aansluitingen. De korte draad is de minpool (kathode), de langere draad is de pluspool (anode). Wanneer de LED eenmaal is ingebouwd, dan kan men nog maar moeilijk zien welke de korte draad is. Er is echter nog een tweede herkenningsteken. De bredere onderste rand is aan de zijde van de kathode afgevlakt. Bovendien is bij alle LEDs in deze kalende de grotere houder binnenin de LED met de kathode verbonden.
Page 3
Informatie: In een serieschakeling wordt de batterijspanning van 9 V verdeeld over de individuele verbruikers. Op de LED staat nu een spanning van ongeveer 2 V, op de weerstand van 7 V. Omdat de spanning op de piëzo­luidspreker daarmee ook slechts nog 7 V is, is het kraken bij het bedienen van de schakelaar een beetje stiller. Omdat onze oren echter gewend zijn aan veel grotere bereiken van verschillende geluidsvolumes, blijft dit kleine verschil praktisch onhoorbaar.
Opdracht: Bedien het schakelcontact zo, dat de beide draden elkaar alleen heel licht aanraken of zwak over elkaar strijken. Daarmee ontstaat een krassend geluid in de luidspreker, zoals dit vaak in oudere telefoons wordt gehoord. Het contact is noch betrouwbaar gesloten noch volledig geopend. De LED toont dan een knipperend licht. Dit effect is echter alleen met veel vaardigheid te bereiken: 4 punten.
5 Geïntegreerd circuit goed geland?
Open het vijfde deurtje. Daarachter vindt u de belangrijkste component van deze kalender, de viervoudige operationele versterker LM324. Dit IC (Integrated Circuit, geïntegreerd circuit) met 14 aansluitpennen bevat vier zelfstandige versterkers met elk twee ingangen en een uitgang. De individuele versterkers zijn uitwisselbaar, maar de twee aansluitingen voor de bedrijfsspanning mogen nooit worden verwisseld, omdat het IC daardoor verwoest kan worden. De positieve aansluiting bevindt zich op pen 4, de negatieve aansluiting op pen 11. Op een insteekplaat voor experimenten vindt men echter meestal de pluspool boven en de minpool onder. Het IC moet dus zo worden gebruikt, dat het etiket op de kop staat.
Stelt u zich voor, dat de viervoudige-OPV een ruimteschip is, dat moet landen op Mars. Iedereen wacht met spanning op een eerste teken van leven, dat bewijst dat het ruimtevaartuig correct is geland. In dit geval toont het oplichten van het rode LED aan dat alles goed is. En de weerstand voorkomt schade, indien er toch een fout is opgetreden. In tegenstelling tot op Mars kan men nu alles eenvoudig verhelpen en het geheel opnieuw proberen.
Informatie: Een operationele versterker versterkt het spanningsverschil tussen de twee ingangen. Bij grotere verschillen is de uitgang ofwel volledig ingeschakeld of volledig uitgeschakeld. In dit geval is de spanning aan de +- ingang hoger dan aan de - –ingang, daarom is de LED aan. Normaliter ligt de IC aan de volledige bedrijfsspanning, maar nu ligt nog de beschermende weerstand in de plusleiding.
Opdracht: Bouw het circuit zo om, dat een andere van de vier mogelijke versterkers wordt gebruikt (1 punt). Of probeer het gelijk met alle drie de andere versterkers (3 punten).
6 Aanraaksensor
Het deurtje nummer 6 brengt een weerstand met 330 k (oranje, oranje, geel) tevoorschijn. Bouw een circuit met open OPV-ingang. Twee draden met blote uiteinden voeren naar buiten. In de normale toestand is de LED aan. Wanneer men de beide ingangsdraden verbindt, dan gaat deze uit. Het is ook genoeg om de twee draden met de vingers aan te raken, omdat de geleiding van de huid voldoende is om de toestand te veranderen. Als men alleen de draad aan de +­ingang aanraakt, kan de LED aan of uit zijn en vaak ook knipperen. Wanneer er elektrische leidingen in de buurt zijn, kan een brommen of zoemen uit de luidspreker te horen zijn.
Page 4
Informatie: De spanning tussen de twee ingangen wordt ongeveer 100.000 keer versterkt. In dit geval wordt echter de inverterende ingang (-) rechtstreeks met de uitgang verbonden. De aldus opgewekte tegenkoppeling vermindert de spanningsversterking op één. Op de uitgang staat dus altijd bijna precies dezelfde spanning als op de niet-inverterende ingang (+). De spanningsversterking is weliswaar nog slechts één richting, maar de OPV levert een zeer grote stroomversterking. Daarom reageert de versterker gevoelig op zwakke ruissignalen.
Opdracht: Raak de LED-anode en de ingang zwak aan. De LED moet daarbij niet geheel uit gaan, maar alleen zwakker branden: 4 punten.
7 Nagloeien bij aanraking
Het zevende deurtje verbergt een geheel nieuw component, namelijk een condensator met 100 nF (nanofarad). Het gaat om een keramische schijfcondensator, die gemarkeerd is met de opdruk 104 (100.000 pF, picofarad). Bouw het in uw circuit in. De LED is deze keer tegen plus aangesloten, zodat de ruststand wordt omgekeerd. In de normale toestand is de LED uit. Wanneer u echter de draad kortsluit of met de vinger aanraakt, gaat de LED aan. Ze brandt dan lang en gaat alleen langzaam weer uit. Men kan hiermee een nachtlicht bouwen, dat bij een eenvoudige aanraking inschakelt en vanzelf weer uitschakelt.
Informatie: Dit circuit werkt niet met elke gewenste OPV, maar is aangewezen op een speciale eigenschap van exact dit type aangewezen. De LM324 bevat bipolaire operationele versterkers met PNP-ingangstrappen, die tot beneden tot negatieve spanning en zelfs nog een beetje daaronder werken. De basisstroom van de ingangstransistoren bedraagt ongeveer 30 nA, dus 0,03 μA. Deze zeer kleine stroom laadt de condensator aan de ingang slechts langzaam op. De ingangsspanning neemt met ongeveer 0,3 V/s toe. Het duurt daarom iets langer dan 20 s, tot de spanning boven 7 V is gestegen en de LED uitgaat.
Opdracht: Raak de ingangen zo zwak aan, dat de LED nog niet uitschakelt, maar slechts zwak gelijkmatig oplicht. U moet zelf uitvinden hoe u met uw vingers precies de juiste weerstand bouwt: 3 punten.
8 Lichtregeling
Er komt nog een LED tevoorschijn vanachter het achtste deurtje. Ze is groen en moet nu in de plaats van de rode LED op de uitgang van OPV worden aangebracht. De rode LED daarentegen krijgt een nieuwe taak: deze wordt tot fotodiode getransformeerd en is daarmee een effectieve lichtsensor. Let op de inbouwrichting met de kathode aan de ingang van de OPV. Wanneer u de rode LED met een felle zaklamp beschijnt, gaat de groene LED aan.
Informatie: Een fotodiode is geconstrueerd als elke andere diode of lichtdiode. In de tegengestelde richting vormt zich een isolerende barrièrelaag, die elke stroomgeleiding voorkomt. Wanneer er echter licht binnendringt in de
Page 5
barrièrelaag, worden sommige elektronen uit hun verbindingen bevrijd en kunnen zich vrij bewegen. Dan stroomt een stroom. Omdat een LED-kristal slechts een gering oppervlak heeft, valt er slechts weinig licht in en genereert een zeer kleine fotostroom. In dit geval is een fotostroom van ongeveer 30 nA voldoende, om de LED in te schakelen.
Opdracht: Bouw een extra condensator zoals op dag 7 in. Daarmee wordt het inschakelen vertraagd en met observeert een nagloeien van de groene LED: 2 punten.
9 van rood naar groen
Achter deurtje nummer 9 vindt u een weerstand met 4,7 k (geel, violet, rood). Hij fungeert als een voorschakelweerstand voor de groene LED. Omdat nu beide LEDs op de uitgang zijn aangesloten, bepaalt de uitgangsspanning de helderheidsverhouding tussen de twee kleuren. Wanneer de draadschakelaar wordt gesloten, gaat de rode LED aan. Wanneer men de schakelaar opent, wordt de rode LED langzaam zwakker en de groene steeds helderder, tot op het einde alleen de groene LED nog brandt.
Informatie: De ingangsstroom door de +- ingang veroorzaakt een spanningsval van ongeveer 10 mV bij de weerstand van 330 k. Met de gesloten schakelaar bedraagt de spanning op de inverterende ingang is nul volt, de uitgangsspanning is dus hoog. Wanneer men de schakelaar opent, begint de condensator zich te ontladen. Omdat deze echter tussen de uitgang en de inverterende ingang ligt, wordt de ontlading vertraagd. Een dergelijk circuit noemt men ook integrator. De uitgangsspanning verandert evenredig met de laadstroom en de tijd.
Opdracht: Bouw het circuit zo om, dat in plaats van de schakelaar er een aanraakcontact bestaat. Dit keer moet de vingerdruk sterker zijn, want men moet een weerstand onder 330 k bereiken. Eventueel moet de vinger licht bevochtigd worden: 3 punten.
10 Lichtsensor
Een gele LED komt achter het tiende deurtje tevoorschijn. Deze is goed geschikt als lichtsensor. Afhankelijk van de helderheid is het circuit hetzij rood of groen.
Informatie: In principe kan elke LED ook als fotosensor worden ingezet. Wissel de LEDs uit en test welke van de LEDs bij een bepaalde witte lichtbron de grootste gevoeligheid vertoont. Met een zaklamp kan men daarvoor de verwijdering meten, waarbij de uitgang omschakelt. Om de meting te bespoedigen, moet men de condensator verwijderen.
Page 6
Opdracht: Voer de experimenten zonder condensator uit met verschillende lichtbronnen. Zoek bereiken waarbij beide LEDs aan de uitgang met ongeveer gelijke sterkte branden. Daarmee kunt u aantonen dat deze lampen snel knipperen. Een sterk knipperende lamp toont een groot bereik, waarbij beide LEDs branden. Vind u de meest knipperende lamp in uw huis: 4 punten.
11 Kleurmixer
Achter het elfde deurtje verbergt zich een elektrolytische condensator (elco) met 22 μF (microfarad). Let op, bij een elco moet altijd op de polariteit worden gelet. De minpool is aangegeven met een dikke witte streep. Alleen in de juiste insteekrichting isoleert de condensator goed. In de verkeerde richting stroomt er stroom en kan de elco langzaam vernietigen. Hier wordt de elco gebruikt om een eenmaal ingestelde toestand voor een lange tijd te behouden. Met de zelfgebouwde schakelaar kan men de condensator laden of ontladen. Daarmee verandert de uitgangsspanning van de OPV en daarmee ook de helderheid van de rode en groene LEDs. Zo laat zich een gewenste kleurmix ingesteld.
Informatie: Het schakelschema is weer een integrator, waarbij ditmaal de ingangsstroom afhankelijk van de schakeling positief, nul of negatief kan zijn. In de neutrale middenstand van de schakelaar, zal de uitgangsspanning niet veranderen. Maar in feite leidt de onvermijdelijke isolatiefout van de elco en de huidige ingangsstroom van de OPV tot een langzame verandering.
Opdracht: Bouw de schakelaar om tot een dubbele aanraaksensor met vier blote draden. Afhankelijk van welke contacten u met uw vinger aanraakt, verandert het aandeel van de twee kleuren: 5 punten.
12 Aardbevingssensor
Een weerstand met 330 k (oranje, oranje, geel) vindt u achter het deurtje nummer 12. Hij wordt nu gebruikt om de piëzo-schakelomzetter tot een trillingssensor te maken. Harde geluiden en sterke trillingen laten de twee leds knipperen. Verhoog en verlaag de gehele opbouw, dan lichten de rode en groene LED afwisselend op. De piëzo-schijf werkt als een versnellingssensor. Wanneer u daarmee door de kamer gaat, wordt elke stap duidelijk aangegeven.
Informatie: De operationele versterker wordt hier gebruikt zonder tegenkoppeling als comparator. In rusttoestand zijn beide ingangsspanningen hetzelfde, dus men kan niet voorspellen hoe de uitgang zich gedraagt. De OPV is namelijk een kleine offsetfout in de orde van grootte van 1 mV (millivolt), die hier in ruststand de uitslag geeft. Maar zodra de door de omzetter gegenereerde signaalspanning aanzienlijk groter is dan 1 mV, bepaalt dit de uitgangstoestand.
Opdracht: Verzwaar het membraan met een klein gewicht van maximaal 10 g. De sensor wordt daarmee nog gevoeliger voor grondtrillingen. Probeer de sensor zo op te stellen, dat hij de stappen van een persoon in de kamer weergeeft: 5 punten.
Page 7
13 Klapschakelaar
Een verdere weerstand met 100 k (bruin, zwart, geel) vindt u achter het 13e deurtje. Daarmee moet een klapschakelaar worden gebouwd, die de LEDs bij harde geluiden of na het aantikken van de sensor omschakelt. Let tijdens het inbouwen op de correcte polariteit van de elco, waarvan de minpool op de niet­inverterende ingang hoort. In ruststand brandt de groene LED. Het duurt ongeveer een halve minuut, totdat de sensor zich heeft ingesteld op maximale gevoeligheid. Een geluid of trilling veroorzaakt dan een abrupt omschakelen van groen naar rood. Vervolgens duurt het ongeveer een halve minuut tot de schakeling weer naar de groene toestand omschakelt. De verandering van rood naar groen is een langzaam vervagen. Als de rode LED volledig uit is, duurt het nog ongeveer tien seconden tot het circuit klaar is voor nieuwe geluiden. Met een zeer sterk signaal kan men zeker al eerder uitschakelen. Op dezelfde manier kan men een hard geluid de rode fase afkorten. Als het ononderbroken zeer luid is, genereert het circuit een iets snellere omschakeltijd.
Informatie: De functie van dit circuit is niet eenvoudig te doorzien. Een ideale operationele versterker zou zich heel anders gedragen. Hier worden echter bijzondere eigenschappen van de bipolaire OPV met PNP-ingangstrap gebruikt. De ingangsstroom ligt bij ongeveer 30 nA, zodat een spanningsval van 10 mV aan de inverterende ingang ligt, bij de niet-geïnverteerde ingang zijn er daarentegen slechts 3 mV. Het verschil is voldoende om een stabiele rusttoestand te genereren. De sensor moet minstens 7 mV opbrengen om de toestand te veranderen. Bij het kantelen in de rode toestand trekt de elco de spanning aan de +-ingang hoog en houdt deze toestand door de terugkoppeling stabiel. Hij moet zich vervolgens zo ver opladen, dat de ingangsspanning onder 3 mV zakt, wat ongeveer een halve minuut duurt. Dan slaat de uitgangstoestand om. Daarmee zou de invoer enkele volts onder nul worden getrokken, wat echter niet meer tot het normale werkingsgebied van de OPV hoort. Onder -0,5 V keert de functie van de OPV om. Uit een terugkoppeling wordt daarom voor een zekere tijd een tegenkoppeling, de schakeling werkt als integrator. Daarom verandert de uitgangstoestand slechts langzaam.
Opdracht: Neem de elco uit het circuit en zet de schijfcondensator met nF in om het proces te versnellen. Bouw daarmee het circuit zodanig om, dat bij elk geluid een rode lichtflits wordt geproduceerd: 3 punten.
14 Toongenerator
Het 14e deurtje biedt nog een weerstand met 100 k (bruin, zwart, geel). Bouw nu een signaalgenerator die een hard geluid produceert. Bovendien wordt het uitgangssignaal op de groene LED weergegeven. Men ziet vervolgens alleen een uniform licht. Wanneer u echter snel de ogen beweegt, is een snel in- en uitschakelen van de LED te herkennen.
Informatie: Een spanningsdeler met twee identieke weerstanden legt de halve voedingsspanning aan de +-ingang van de OPV. Een extra weerstand op de uitgang vormt een terugkoppeling, die de uitgangstoestand behoudt hetzij bij hoge spanning of bij kleine spanning. Daarnaast is er een tegenkoppeling naar de inverterende ingang, die echter wordt vertraagd door een condensator. Altijd wanneer de condensator ver genoeg is opgeladen of ontladen, wordt de uitgangstoestand omgeschakeld. Zo ontstaan regelmatige oscillaties.
Opdracht: Vervang de 100-k-weerstand in de tegenkoppeling door een veel kleinere
Page 8
weerstand van 4,7 k. Het geluid wordt daardoor veel hoger: 2 punten.
15 Akoestische temperatuursensor
Achter het deurtje nummer 15 vindt u een weerstand van 10 k (bruin, zwart, oranje), die nu in plaats van de weerstand met 100 k zal worden gebruikt. Dit resulteert in een hoge toon. Raak de condensator met twee vingers aan. Hij zal daarbij licht opwarmen, wat resulteert in een verandering van de toonhoogte.
Informatie: De meeste elektrische componenten veranderen hun eigenschappen met de temperatuur. Bij vele keramische condensatoren is deze verhouding bijzonder uitgesproken. Meer in het bijzonder wordt de capaciteit dichtbij de kamertemperatuur van 20 °C maximaal en daalt duidelijk bij hogere en aanzienlijk lagere temperaturen. Een verwarming met de vingers leidt daarom tot een hogere toonfrequentie.
Opdracht: Zet het circuit enkele minuten buiten in de kou en onderzoek de invloed van lage temperaturen. Zet het circuit direct op de verwarming en zoek de warmste plek in de kamer: 4 punten.
16 Net als een geigerteller ...
Achter het 16e deurtje vindt u nog een schijfcondensator, dit keer met slechts 10 nF (opdruk 103). Bouw deze in de toongenerator in. Ook veranderde weerstanden worden gebruikt om de toonhoogte aan te passen. Bovendien wordt de tot nu toe in de tegenkoppeling gebruikte weerstand door een rode LED vervangen, die nu als lichtsensor werkt. Het resultaat is een toongenerator, waarvan de frequentie afhankelijk is van de helderheid. Als het erg donker is, hoort men alleen nog een knetteren. Zodra licht invalt op de sensor, verhoogt de frequentie van de toon. Met een beetje fantasie klinkt dat als een geigerteller, wanneer men een radioactief monster in de buurt brengt.
Informatie: De LED heeft in dit experiment twee functies. In de doorgangsrichting gedraagt ze zich als elke ander diode en zorgt voor een snelle ontlading van de condensator. In de sperrichting isoleert ze daarentegen en laat alleen een stroom vloeien, die afhankelijk is van de helderheid. Het circuit produceert daarom korte pulsen, waarvan de frequentie toeneemt met de helderheid.
Opdracht: Bouw aanvullend de condensator met 100 nF in, zodat de frequentie nog lager wordt. In het donker zal men alleen een geïsoleerd knakken horen en ziet men ook zwakke lichtflitsen van de rode LED. Test welke LED de kleinste sperstroom vertoont en daarmee in het donker de laagste frequentie genereert. Het geluid herinnert nu nog duidelijker aan een geigerteller: 4 punten.
Page 9
17 Elektronisch orgel
Achter deurtje nummer 17 vindt u een weerstand met 100 k (bruin, zwart, geel). Bouw de toongenerator om tot een elektronisch orgel. De gebruikelijke instrumenten hebben veel toetsen, dit komt met twee contacten, die fungeren als aanraaksensor. Wanneer men beide contacten met de vingers aanraakt, bouwt men een weerstand, die de toon bepaald. Een steviger druk produceert een hogere noot.
Informatie: Het circuit lijkt op de geigerteller-oscillator van de dag ervoor, maar het heeft met de weerstand van 100 k in de terugkoppeltak een aangepast frequentiebereik. Bovendien is er nu een bufferversterker met eenvoudige spanningsversterking, die voor een goede scheiding van de signaalgever zorgt. Daarmee worden terugwerkende krachten op de oscillator vermeden, die kunnen optreden in binnen het bereik van eigenresonanties van de omzetter.
Opdracht: Oefen met dit instrument en speel een kerstlied. Als anderen het lied kunnen herkennen: 5 punten.
18 Lichtorgel
Open het deurtje nummer 18 en neem een weerstand met 330 k (oranje, oranje, geel) eruit. Bouw bovendien de LED weer in als lichtsensor. Met een zaklamp of een andere lichtbron kunt u nu de toon veranderen. Een sterke toenadering van de lamp verhoogt de frequentie. De term "lichtorgel" staat meestal voor een apparaat dat het licht in reactie op geluiden bestuurt. Hier is het omgekeerd: het licht bepaalt de toonhoogte.
Informatie: Het circuit maakt weer gebruik van een bufferversterker voor een ongestoorde toonweergave. Met de LED als fotodiode ontstaat er bij gemiddelde helderheid slechts een kleine laadstroom. Door de aangepaste weerstanden wordt het geluid echter hoog genoeg en naar een goed speelbaar bereik verschoven.
Opdracht: Speel een kerstlied met een felle zaklamp. Als je nummer wordt herkend: 5 punten.
19 Lichttelegrammen
Een weerstand met 10 k (bruin, zwart, oranje) vindt u achter het deurtje nummer 19. Bouw een toongenerator, die kan worden ingeschakeld met een lichtbron. De gele LED dient als lichtsensor, de rode LED als elektronische schakelaar voor de toongenerator. Het circuit is een ontvanger voor lichttelegrafie. Verzend bijvoorbeeld een SOS-noodoproep (... --- ...), die door iedereen wordt begrepen.
Informatie: Het circuit bestaat uit reeds bekende
Page 10
bouwgroepen. De uitgang van de linker OPV is in ruststand positief. De rode LED geleidt dan en stopt daarmee de toongenerator. Bij een voldoende grote sensorstroom wordt de uitgang van de lichtsensor ingeschakeld. De rode LED wordt vervolgens in de sperrichting aangedreven en de toongenerator wordt ingeschakeld.
Opdracht: Bouw parallel met de sensor-LED een schakelcontact of contactsensor als seinsleutel. De lichtontvanger wordt daardoor een transceiver. U kunt op ontvangen berichten antwoorden: 4 punten.
20 Sirene
Open het deurtje nummer 20 en neem een weerstand met 33 k (oranje, oranje, oranje) eruit. Bouw een sirene. Hier worden voor de eerste keer alle vier de versterkers van de LM324 samen gebruikt. Omdat er veel componenten worden gebruikt, is de opbouw heel complex.
Informatie: Het circuit bestaat uit twee oscillatoren met verschillende frequentie. Direct aan de elco van de eerste oscillator ligt een langzaam stijgende en weer dalende spanning, die met een bufferversterker de werkelijke toongenerator bereikt en daar de ingangsspanning moduleert. De hoogste toon wordt gegenereerd wanneer de spanning precies in het midden ligt. Zowel bij hogere als ook bij een lagere ingangsspanning neemt de uitgangsfrequentie af. Omdat de bipolaire OPV niet over het volledige spanningsbereik werkt, vindt men een diepe en minder diepe fase.
Opdracht: Bouw aanvullend een LED met een bijpassende voorschakelweerstand in, zodat men het signaalverloop van de langzame oscillator kan zien: 3 punten.
21 Lichtalarm
Achter deurtje nummer 12 vindt u een weerstand met 3,3 M (oranje, oranje, groen). Het wordt nu gebruikt in een langzame oscillator. Bovendien is er een lichtsensor die de toon inschakelt. Deze alarminstallatie kan worden gebruikt om kerstcadeaus te beschermen tegen vroegtijdige ontdekking. Als iemand in de verboden kamer komt en het licht aan doet, zal u een onderbroken alarmsignaal horen. Zonder alarm ziet men een afwisselende flitser met de rode en groene LED, die als stand-by-weergave kan dienen.
Informatie: Ook dit circuit bestaat uit reeds bekende bouwgroepen. Dit keer zijn er twee diodes die de oscillator kunnen stoppen. Pas als de rode en groene LEDs zijn vergrendeld, ontstaat het geluid.
Page 11
Opdracht: Gebruik de nog resterende weerstanden en condensatoren om de toonhoogte of herhalingsfrequentie te veranderen: 2 punten.
22 Ritmetonen
Achter deurtje nummer 22 vindt u nog een condensator van 100 nF (104). Daarmee kunnen twee oscillatoren met dezelfde frequentie worden opgebouwd. Beide tonen bereiken de luidspreker. Wijzig de frequentie van de oscillatoren door de condensator met de vinger te verwarmen. Daarbij ontstaan ritmetonen. Na de afkoeling naderen de frequenties elkaar, het ritme vertraagt, tot deze volledig verdwijnt.
Informatie: Als twee tonen dichter bij elkaar liggen, hoort men een toe- en afnemende geluidssterkte in de maat van het verschil tussen de twee tonen. Als het frequentieverschil zeer klein is, zullen de twee oscillators uitgelijnd zijn op een gemeenschappelijke frequentie. Maar ze kunnen nog steeds verschillende fasen hebben, wat het volume en de klank verandert. De uitdaging is om beide oscillatoren zo goed mogelijk tegen elkaar te ontkoppelen, zodat zelfs kleine verschillen in frequentie mogelijk zijn. Daartoe dienen de twee bufferversterkers en de elco op de bedrijfsspanning.
Opdracht: Verwarm beide condensatoren zo gelijkmatig, dat de oscillatoren altijd dezelfde stijgende frequentie hebben. Dit vereist enige oefening en vaardigheid, want u moet aan de klank herkennen wanneer één van de oscillatoren uit de koppeling dreigt te breken: 3 punten.
23 Orgel voor twee handen
Een tweede condensator met 10 nF (103) bevindt zich achter deurtje nummer 23 Daarmee zal nu een tweestemmig orgel worden gebouwd. De tonen worden veranderd door de vingerdruk op de sensordraden. Men krijgt echter alleen twee volledig onafhankelijke tonen wanneer de twee sensoren, die anders goed van elkaar geïsoleerd, worden aangeraakt door twee personen. Zodra ze deze met de handen aanraken, beïnvloedt elk de toon van de andere.
Informatie: Het circuit is niet erg verschillend van de ritmeoscillator van de laatst. Omdat de huidweerstand echter aanzienlijk groter is dan de daar ingezette 10 k, moeten de condensatoren worden verkleind.
Page 12
Opdracht: Vervang één van de twee condensatoren door één met 100 nF en de bijbehorende sensordraden door een weerstand met 33 k. Daardoor krijgt het orgel een permanente tweede stem met een constante toon, vergelijkbaar met een doedelzak. U kunt nu melodieuze tweeklanken spelen. Het zal echter alleen een echt muzikaal genie lukken om een tweestemmig Kerstlied in koor te spelen. Als het u lukt met overtuiging, krijgt u 10 punten, wanneer het resultaat toch niet heel bevredigend is, dan navenant minder.
24 Fonkelende sterren
Tot nu toe werd er altijd gebruik gemaakt van relatief hoogohmige weerstanden om de batterij te sparen, die het mogelijk tot Kerstmis zou moeten volhouden. Achter het laatste deurtje vindt u een weerstand met slechts 1 k wordt de piëzo-schijf niet als luidspreker, maar als signaalsensor ingezet. Zodra de familie met voldoende inzet een kerstlied zingt, beginnen drie LEDs zacht te knipperen, dat na verloop van tijd zwakker wordt en dan stopt. Dit feestelijke licht kan aan de kerstboom worden bevestigd. En als niemand meer wil zingen, kan men een tak van de kerstboom aantikken, zodat de sensor het licht opnieuw start.
(bruin, zwart, rood). Op kerstavond zullen geen scheve klanken de stemming drukken, daarom
Informatie: De werkelijke sensor is de reeds van dag 13 bekende klopsensor met langzaam afnemende uitgangsspanning. Hij voedt via een voorschakelweerstand van 1 k de drie LEDs, die aanvullend door drie OPVs bestuurd worden. De echte nieuwheid van dit experiment is de faseverschuiver-oscillator met drie fasen. De LEDs worden daarom achtereenvolgens en met zachte overgangen ingeschakeld.
Opdracht: Nu zijn 24 experimenten met succes opgebouwd, maar dat is nog lang niet het einde van de mogelijkheden. Talloze andere circuits zijn mogelijk met de bestaande onderdelen. Verzin een eigen circuit, dat zoveel mogelijk verschilt van alle gepresenteerde experimenten: 10 punten.
Loading...