Conrad 32 08 89 Operation Manual [nl]

1
(NL)
M O N T A G E H A N D L E I D I N G
Actieve antennekoppeling
Bestnr. 32 08 89
Introductie
Hartelijke dank voor de aankoop van de actieve antennekoppelaar.
Lees eerst deze montagehandleiding volledig en zorgvuldig door voordat u de antennekop­pelaar inbouwt. Bij vragen kunt u zich wenden tot onze Technische helpdesk: Nederland: Tel. 053 – 428 54 80 e-mail: helpdesk@conrad.nl
Actieve achterruitantenne met elektronische versterker
Versterkerschakeling bestand tegen oversturing, voor zuivere zenderscheiding bij FM- stereo en LMK- (lang-, midden-, korte golf) ontvangst
Optimale ontvangst in stereokwaliteit
Impedantie- omvormer voor perfecte LMK-aanpassing
Niet gevoelig voor storingen door de N.L.C.-schakeling
Gemakkelijke montage ook achteraf zonder boorgaten
Geschikt voor elk type voertuig en autoradio
Onderhoudsvrij
Veilig voor beschadigingen
Bestand bij gebruik in autowasinstallaties
Toelatingsnr. A622069V
Instructies voor de inbouw
- De actieve antennekoppelaar wordt in de onmiddellijke nabijheid van de achterruit-
verwarming gemonteerd.
- Verwijder de beschermfolie van de versterkerbehuizing en plak de versterker op een
vlak en schoon carrosseriegedeelte vast. Druk de versterker daarbij goed aan (de plek moet droog en vetvrij zijn).
2
- Bevestig de massaband van de versterker met de meegeleverde metalen schroef
aan de voorbereide carrosserieplek (mag niet verlengt worden). Verwijder aan het metalen gedeelte rond het boorgat de overgebleven lak (blank maken) en bescherm deze met een roestwerend vet. Een juiste en duurzame massapunt is beslist
noodzakelijk voor een optimale ontvangst en het vermijden van storingen.
- De rode HF-kabel van de versterker zo kort mogelijk naar de positieve (+) toevoerka-
bel van de achterruitverwarming leiden en met de aanwezige aftakverbinder bevesti­gen. De stroomtoevoer (plusleiding (+)) voor de achterruitverwarming wordt na het inschakelen van de ruitverwarming bepaald met een testlamp. Afbeelding 1. Leidt de antennekabel vanaf de achterruit onder de binnenbekleding van de bodem door naar de autoradio en schuif de kabel in de hiervoor bedoelde antennebus van de autoradio. De stroomkabel met een stekker 2,8 x 0,8 voorzien en verbinden met de speciale aansluiting voor elektrische antennes op de radio. Afbeelding 2.
Als uw autoradio niet beschikt over een aansluiting voor elektrische antennen, mag u de stroomtoevoerleiding van de antenne alleen via een overeenkomstige zekering op een uit­schakelbare klem van het bordnet aansluiten. Klem 15 of klem 75-autoradio. Bij een reeds verlegde besturingsaansluiting door een booster-equalizer kan de antenne­stroomkabel d.m.v. een lusterklem deze parallel schakelen.
Afbeelding 1
Belangrijke gebruiksaanwijzing: antennetrimmer-afregeling Om een optimale aanpassing tussen antenne en autoradio in de ontvangstbereiken LW, MW, KW te bereiken, moet de op de autoradio aanwezige antennetrimmer volgens de op-
gaven van de radiofabrikant op MW afgeregeld worden. Afbeelding 3. Een storingsvrije ontvangst vereist een toereikende grond- en eventueel aanvullende radio­ontstoring van het voertuig.
Als er bij een ingeschakelde achterruitverwarming nog storingen in de autoradio optreden, kunnen deze als volgt verholpen worden:
- Controleer de massaverbinding aan de antennekoppelaar - carrosserie.
- Controleer de massaverbinding aan de autoradio - carrosserie
- Plustoevoer (+) van de autoradio ontstoren via LC-ontstoringsfilter.
- Plusaansluiting (+) van de antennekoppelaar alleen aansluiten op de autoradio.
- Plustoevoerleiding (+) van de achterruitverwarming ontstoren via LC-ontstoringsfilter.
Loading...
+ 1 hidden pages