Download vanaf de desbetreffende Store de app voor
smartphones Scan MyCitroën.
Selecteer vervolgens:
- het model van uw auto,
- de uitgifteperiode van het boekje die overeenkomt met de eerste
registratiedatum van uw auto.
Download de content voor het instructieboekje van uw auto.
Het instructieboekje is beschikbaar op de CITROËN-website,
in de rubriek "MyCitroën" of op het volgende adres:
http://service.citroen.com/ddb/
Selecteer:
- de taal,
- het model van uw auto en de carrosserievariant,
- de uitgifteperiode van het boekje die overeenkomt met de eerste
registratiedatum van uw auto.
Directe toegang tot het instructieboekje.
Met dit symbool wordt de meest recente
beschikbare informatie aangeduid.
Welkom
Legenda
Wij danken u voor uw keuze voor de E-MEHARI.
Dit boekje bevat alle informatie en adviezen die u nodig hebt om optimaal en in
alle veiligheid gebruik te maken van de mogelijkheden van uw auto.
Uw auto kan, afhankelijk van het uitrustingsniveau, het type, de uitvoering en de
specifieke kenmerken voor het land waar uw auto verkocht is, slechts van een
deel van de in dit boekje vermelde uitrustingselementen zijn voorzien.
Aan de beschrijvingen en afbeeldingen kunnen geen rechten worden ontleend.
Automobiles CITROËN behoudt zich het recht voor de technische kenmerken,
uitrusting en accessoires te wijzigen zonder verplicht te zijn dit boekje bij te
werken.
Overhandig bij verkoop van de auto dit instructieboekje aan de nieuwe
eigenaar.
In boekje vindt u alle aanwijzingen en adviezen voor het gebruik van uw auto
zodat u optimaal van uw auto kunt profiteren. Neem de tijd om dit boekje
aandachtig door te lezen zodat u vertrouwd raakt met uw nieuwe auto. Lees
ook het garantie- en onderhoudsboekje door waarin u informatie vindt over de
garanties, het onderhoud en de pechhulpv erlening.
Veiligheidswaarschuwing
Aanvullende informatie
Adviezen met betrekking tot de bescherming van het milieu
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
Inhoudsopgave
Cockpit 3
Presentatie van uw E-MEHARI 3
Instrumentenpaneel
Instrumentenpaneel 7
Controles van de werking
van uw E-MEHARI 8
Toegang tot de auto
RFID-sleutelhanger 10
Centrale vergrendeling 10
Portieren 11
Deksel in bagageruimte 12
Softtop 12
Canvas dak 12
Uw E-MEHARI is een innovatieve elektrische auto
die een nieuwe kijk geeft op mobiliteit. De auto is
voorzien van bepaalde systemen d ie anders w erken
dan bij auto's met een verbrandingsmotor.
Uw E-MEHARI gebruikt voor de aandrijving energie
die is opgeslagen in een LMP®-tractiebatterij (LMP:
Lithium-Metal-Polymer). De LMP®-tractiebatterij
moet worden opgeladen voordat u met uw
E-MEHARI kunt rijden. De LMP®-tractiebatterij wordt
tijdens het gebruik van de auto geleidelijk ontladen.
Als het laadniveau van de LMP®-tractiebatterij 0%
is, kan uw E-MEHARI niet worden gestart: de LMP®tractiebatterij moet dan eerst worden opgeladen.
Het volledig opladen (van 0% tot 100%) kost bij
een normale elektrische installatie (normaal laden)
gemiddeld 8 tot 13 uur, afhankelijk van de capaciteit
van de elektrische installatie.
Uw E-MEHARI is voorzien van twee verschillende
soorten batterijen: de LMP
aandrijving van de auto en de 12V-accu die bij iedere
auto aanwezig is.
De 12V-accu levert de energie die nodig is voor
de werking van de systemen van de auto: het
audiosysteem, de verlichting, de ruiten wisser, de
interieurverlichting.
®
-tractiebatterij voor de
3
Overzicht
®
Om de LMP
auto op het lichtnet worden aangesloten. Om
de actieradius te vergroten is uw E-MEHARI
voorzien van een energieregeneratiesysteem dat
gebruikmaakt van de motorremwerking van de auto.
Uw E-MEHARI is een auto die geen schadelijke
stoffen zoals CO2 en roetdeeltjes uitstoot. Uw
E-MEHARI rijdt bovendien volledig ge ruisloos.
-tractiebatterij op te laden moet de
De LMP®-tractiebatterij
(LMP: Lithium-Metal Polymer)
Uw E-MEHARI is voorzien van een LMP®hoogspanningstractiebatterij die dankzij zijn
unieke behuizing volledig van de omgeving
is geïsoleerd. De LMP®-tractiebatterij mag
uitsluitend door gekwalificeerd en geschoold
personeel worden gehanteerd. Voer nooit
zelf werkzaamheden uit aan de LMP®tractiebatterij: u riskeert ernstige brandwonden
en een elektrische schok met ernstig letsel of
de dood tot gevolg en het milieu kan ernstig
worden aangetast.
Waarschuwingen met betrekking
tot de LMP®-tractiebatterij
Neem om schade aan de LMP®-tractiebatterij te
voorkomen de volgende voorschriften in acht:
• Laad de auto onmiddellijk op zodra de
laadindicator 0% aangeeft.
• GEBRUIK DE LMP®-TRACTIEBATTERIJ NOOIT
VOOR ANDERE DOEL EINDE N.
Voor een optimale actieradius moet de
LMP®-tractiebatterij van uw E-MEHARI
worden opgeladen zodra dit mogelijk is,
met name als de auto meerdere uren niet
wordt gebruikt.
Een auto met een volledig opgeladen
tractiebatterij kan niet langer dan
48 uur geparkeerd staan zonder dat de
tractiebatterij opgeladen wordt.
Dankzij de intrinsieke eigenschappen van de
®
LMP
-tractiebatterij is deze in tegenstelling
tot Li-ion-batterijen niet gevoelig voor de
buitentemperatuur.
®
HET IS VERBODEN om de LMP
tractiebatterij van uw E-MEHARI voor recycling
aan te bieden of bij een afvaldepot in te
leveren. De LMP®-tractiebatterij blijft eigendom
van Bluecar en mag nooit worden afgevoerd.
Om u te helpen de LMP
van uw E-MEHARI correct op te laden kan
Bluecar contact met u opnemen wanneer het
laadniveau te laag wordt.
®
-
-tractiebatterij
Rijden met een ontladen LMP®tractiebatterij
Als de laadtoestand van de LMP®-tractiebatterij
te laag wordt (20%), verschijnt een
waarschuwingspictogram op het scherm boven het
dashboard. Uw E-MEHARI moet zo snel mogelijk
worden aangesloten op een laadpunt dat voldoet
aan de voorschriften van CITROËN.
U kunt in deze situatie nog maar een zeer korte
afstand rijden met uw E-MEHARI en het vermogen
(koppel) van de elektromotor wordt aut omatisch
beperkt om de actieradius nog iets te verlengen.
VOER NOOIT ZELF WERKZAAMHEDEN UIT
AAN DE LMP
®
-TRACTIEBATTERIJ
4
De actieradius van de auto is gehomologeerd
conform de Europese richtlijn ECE 101R01.
Neem voor meer informatie over de levensduur
van de LMP
CITROËN-klantenservice.
®
-tractiebatterij contact op met uw
.Overzicht
Waarschuwingen met
betrekking tot hoogspanning
Uw E-MEHARI is voorzien van een
hoogspanningstractiebatterij die een
spanning tot 450 V levert.
De temperatuur van het systeem kan zeer
hoog zijn tijdens en na het starten van de auto,
maar ook nadat het contact is afgezet. Wees
alert op hoogspanningsgevaar.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de veiligheid van elektrische spanning.
Maak de onderdelen, kabels en stekkers
van het hoogspanningscircuit niet los, omdat
u daarbij ernstige brandwonden en een
elektrische schok met ernstig letsel of de dood
tot gevolg riskee rt.
De hoogspanningskabels zijn oranje van kleur.
Vervang onderdelen van het hoogspanningssys teem
van uw E-MEHARI nooit zelf, maar laat dit over aan
een daartoe bevoegde technicus.
Breng uw E-MEHARI naar een door CITROËN
erkende reparateur of een gekwalificeerde
werkplaats voor alle werkzaamheden aan het
hoogspanningssysteem van de auto.
Waarschuwingen met betrekking
tot verkeersongevallen
In het geval van een aanrijding
- Als de auto nog rijdbaar is: zet de auto aan
de kant, schakel de stand "N" (neutraalstand)
van de transmissie in, trek de parkeerrem aan
en zet het contact van uw E-MEHARI af.
- Controleer visueel de toestand van uw E-MEHARI en controleer of er geen kabels of
onderdelen van het hoogspanningssyst eem
blootliggen. Om verwondingen te voorkomen:
raak de kabels, stekkers, lader, LMP®tractiebatterij en alle andere onderdelen
van het hoogspanningssysteem van uw
E-MEHARI nooit aan. U kunt een elektrische
schok krijgen als er blootliggende kabels
zichtbaar zijn, ongeacht of u zich in de auto
of erbuiten bevindt. Raak blootliggende
elektrische kabels nooit aan.
- Als u schade aan de onderzijde van de auto vermoedt: zet de auto op een veilige
plaats stil en controleer de staat van de
onderzijde van uw E-MEHARI.
- Als er brand ontstaat in uw E-MEHARI:
verlaat onmiddellijk de auto. Gebruik voor het
blussen van de brand een brandblusser voor
brandklasse ABC, BC of C die geschikt is
voor het blussen van elektrische branden. Het
blussen met water of een onjuist type blusser
kan leiden tot een elektrische schok met ernstig
letsel of de dood tot gevolg.
- Als uw auto moet worden gesleept, neem dan
contact op met een CITROËN erkende reparateur
of een gekwalificeerde werkplaats en zorg ervoor
dat de voorwielen van uw auto van de grond
zijn. Als de auto moet worden gesleept met de
voorwielen op de grond, kan de elektromotor
elektriciteit opwekken. Dit kan de systemen in uw
E-MEHARI beschadigen en brand veroorzaken.
- Als u niet veilig de toestand van uw auto kunt controleren als gevolg van de omstandigheden
en de schade aan de auto, raak de onderdelen
van de auto dan niet aan. Bel 112 en geef aan dat
het om een elektrische auto gaat. Vertel dit ook
aan de eerste personen die op de plaats van het
ongeval arriveren.
- In het geval van een ongeval: neem altijd
contact op met een door CITROËN erkende
reparateur of een gekwalificeerde werkplaats
die ervoor zorgt dat voor het werken aan
beschadigde elektrische auto's bevoegde technici
naar de plaats van het ongeval worden gestuurd.
- Zorg dat bij het in veiligheid brengen van de
auto's en personen de verkeersregels in acht
worden genomen.
5
Overzicht
Waarschuwingen met
betrekking tot elektrische
storingen
In het geval van volledig uitvallen van het
elektrische systeem wordt uw E-MEHARI niet meer
aangedreven door de elektromotor. Zorg dat u de
auto zo snel mogelijk op een veilige plaats met
inachtneming van de verkeersveiligheidsregels (op
de vluchtstrook, in de berm) tot stilstand brengt.
Zet uw E-MEHARI stil, schakel de alarmknipperlichten in, stap uit en trek uw veiligheidshesje
aan, begeef u naar een veilige plaats en bel
CITROËN ASSISTANCE die voor u de hulpdiensten
inschakelt.
Bijzonderheden met
betrekking tot elektrisch
rijden
Let extra goed op v oet gangers, ( brom)fietsers,
spelende kinderen en motorrijders. Uw E-MEHARI
maakt geen motorgeluid, w aardoor deze personen
niet altijd merken dat u nadert. Dat zou kunnen
leiden tot een aanrijding.
Om een aanrijding met een voetganger te
voorkomen, is uw E-MEHARI voorzien van een
speciaal geluidssignaal. Met dit geluidssignaal
worden voetgangers op een vriendelijkere en mi nder
agressieve manier op het naderen van uw auto
geattendeerd dan met een normale claxon.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de claxon en het geluidssignaal.
Houd bij het starten het rempedaal ingetrapt totdat
u klaar bent om te rijden. Vergeet voordat u uw
E-MEHARI verlaat niet om de selectieschak elaa r
weer in de stand "N" te zetten, de parkeerrem aan te
trekken en het contact af te zetten.
- Uw E-MEHARI is voorzien van een
systeem dat energie regenereert tijdens
het vertragen van de auto. Deze energie
wordt teruggevoerd naar de LMP
tractiebatterij, zodat de actieradius van de
LMP®-tractiebatterij, en dus ook van de
auto, wordt verbeterd. Bij uw E-MEHARI
wordt deze energie geregenereerd door de
motorremwerking.
- Bijzonderheid: als de LMP®-tractiebatterij
volledig is opgeladen, is de motorremwerking
de eerste kilometers nog beperkt. Houd
daarmee rekening tijdens het rijden.
- Het is dus raadzaam om wanneer u moet
remmen zo vroeg mogelijk snelheid te
minderen, zodat u van een maximale
actieradius profiteert.
- Wanneer de verkeerssituatie of de weg het
noodzakelijk maakt om af te remmen, dient
u het rempedaal te gebruiken. Er wordt geen
energie geregenereerd door het remsysteem
van uw E-MEHARI.
®
-
6
Instrumentenpaneel
Instrumentenpaneel
Instrumentenpaneel
Verklikkerlampjes en knoppen
van het instrumentenpaneel
(1)Storing tractiebatterij.
(2) Motorstoring.
(3) Verklikkerlampje laadstroom.
(4) Knoppen van het instrumentenpaneel.
Als het verklikkerlampje (1) of (2) brandt, dient
u uw E-MEHARI zo snel mogelijk op een
veilige plaats stil te zetten.
Pictogrammen
Grootlicht
Parkeerlicht
Mistachterlicht
Richtingaanwijzer links
1
Richtingaanwijzer rechts
Storing remsysteem
Waarschuwingsmelding
Knipperen: ESP is in werking
Permanent: ESP-storing
Ontwasemen
Interieurverwarming in werking
Storing verwarming
Beperkte capaciteit elektromotor
7
Instrumentenpaneel
Elektrisch probleem motor
Laadniveau 12V-accu laag
Beperkte capaciteit tractiebatterij
Elektrisch probleem accu
Airconditioning in werking
Storing airconditioning
Storing ABS
Storing stuurbekrachtiging
Veiligheidsgordel niet va stgemaakt
Portier geopend
Centrale vergrendeling
Achterklep open
Onderhoud
Storing airbags
Airbag vóór aan passagierszijde
uitgeschakeld
Bandenspanning te laag/lekke band
Geluidssignaal voor voetgangers
uitgeschakeld
City-functie ingeschakeld
Controles van de werking
van uw E-MEHARI
Configuratiemenu van het
instrumentenpaneel
Het instrumentenpaneel van uw E-MEHARI beschikt
over een configuratiemenu.
Met de 4 knoppen rechts van het
instrumentenpaneel kunt u door dit menu navigeren:
- Met de pijlknoppen (1) en (2) kan door het menu
worden genavigeerd.
- Met de knop Blokjes (3) kan het menu worden
weergegeven en kunnen de keuzes worden
bevestigd.
- Met de knop Rondjes (4) kan worden
teruggegaan en kan een bewerking worden
geannuleerd.
8
Instrumentenpaneel
Het menu biedt meerdere keuzemogelijkheden:
Geavanceerde instellingen
- Keuze van de taal.
- Eenheid van snelheid: km/h of mph
- Eenheid van temperatuur: °C of °F
- Resetten van het
bandenspanningscontrolesysteem
Instellingen van de klok
- Automatisch/handmatig
- Weergavenotatie: tijdsaanduiding in 12 of 24 uur
Automatische vergrendeling
- In-/uitschakelen van het vergrendelen van de
openingen tijdens het rijden
Lichtsterkte
Instellen van de lichtsterkte in de nachtstand.
Opslag (winterstalling)
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de opslagmodus.
Verbruiks-, laad- en
laadniveaumeters
(1)Visuele weergave ge vraagd v ermogen.
(2) Visuele weergave energieregeneratie.
(3) Laadniveaumeter LMP
(4) Laadtoestand in procent.
®
-tractiebatterij.
Kilometerteller/dagteller
1
(1)Totale kilometerstand (in km).
(2) Gereden afstand sinds de laatste keer op
0 zetten (in km).
Snelheids- en
temperatuurmeters en klok
(1)Klok.
(2) Waarschuwingsindicator voor gladheid.
(3) Buitentemperatuur.
(4) Actuele rijsnelheid.
9
Toegang tot de auto
RFID-sleutelhanger
(identicatie via
radiogolven)
De RFID-sleutelhanger van uw E-MEHARI is een
persoonlijke sleutelhanger die u wordt overhandigd
bij de aflevering van uw E-MEHARI.
De sleutelhanger wordt gebruikt om:
- Alle openingen te vergrendelen of te
ontgrendelen: het bestuurdersportier , het
passagiersportier en de achterklep.
- Activeer of deactiveer de toestemming om te
rijden door het bedienen van de elektronische
startblokkering die in uw E-MEHARI is
geïnstalleerd.
- Vergrendel of ontgrendel het laadpistool en he t
beveiligde compartiment in de bagageruimte.
De lezer van de persoonlijke RFID-sleutelhanger (1)
op de voorruit aan de bestuurderszijde bevestigd.
De lezer reageert alleen op uw persoonlijke RFIDsleutelhanger.
Ontgrendelen van de auto
Bevestig uw persoonli jk e RFID-sleutelhanger v oor
de lezer (1) op de voorruit aan de bestuurderszijde.
Het verklikkerlampje op de lezer knippert groen en
de alarmknipperlichten knipperen om te bevestigen
dat de portieren zijn geopend en toestemming om te
rijden is verleend.
Vergrendelen van de auto
Schakel het contact uit en verwijder de sleutel uit
het contactslot: bevestig uw persoonlijke RFIDsleutelhanger voor de lezer (1) op de voorruit aan de
bestuurderszijde.
Het verklikkerlampje op de lezer knippert blauw om
de totale ontgrendeling van de auto te bevestigen.
Haal altijd de sleutel uit het contactslot voordat
u uw E-MEHARI vergrendelt.
Zo niet, dan blijft uw auto ontgrendeld en wordt
de startblokkering niet ingeschak eld.
Bij een niet-geautoriseerde sleutelhanger blijft
het verklikkerlampje op de lezer rood branden.
Centrale vergrendeling
Lampje knop centrale vergrendeling:
- Uit: rijden met de auto ontgrendeld.
- Brandt permanent: rijden met de auto
vergrendeld.
- Knippert: niet aan het rijden.
- Knippert drie keer: vergrendeling defect.
10
Toegang tot de auto
Handmatige centrale
vergrendeling
- Druk op deze knop om de centrale vergrendeling
van de auto (portieren en achterklep) vanuit het
interieur te bedienen.
Het verklikkerlampje van de toets gaat aan.
- Druk nogmaals op de knop om de auto volledig
te ontgrendelen.
Het verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Automatische centrale
vergrendeling van de portieren
(carjackbeveiliging)
De portieren en de achterklep worden automatisch
vergrendeld vanaf een rijsnelheid van 10 km/h.
Om deze functie in of uit te schakelen (standaard is
deze ingeschakeld ):
- Druk bij ingeschakeld contact op deze knop
tot er een hangslot op he t in strumentenpaneel
verschijnt.
Als een van de portieren of de achterklep
geopend is, werkt de automatische centrale
vergrendeling niet: u hoort de sloten dan weer
openspringen.
Het rijden met vergrendelde portieren kan bij
een noodgeval de toegang tot de auto voor de
hulpdiensten bemoeilijken.
Noodprocedure
Bij een storing in de RFID-lezer kunt u uw auto met
de sleutel vergrendelen of ontgrendelen.
Ontgrendelen met de sleutel
Draai de sleutel in het slot van het bestuurdersportier
richting de voorzijde van de auto om deze te
ontgrendelen.
Het ontgrendelen van de auto met de sleutel
geeft u echter geen toestemming om de auto
te starten. Alleen de RFID-sleutelhanger kan
daarvoor toestemming verlenen.
Vergrendelen met de sleutel
Draai de sleutel in het slot van het bestuurdersportier
naar de achterzijde van de auto om deze te
vergrendelen.
Controleer of de portieren en de achterklep
goed zijn gesloten.
Portieren
Kijk alvorens het portier te openen altijd in de
spiegel en controleer of er zich geen voertuig
in de dode hoek bevindt, zodat u niet verrast
wordt door een langsrijdend voertuig.
Laat geen kinderen zonder toezicht acht er in
de auto.
Kinderen kunnen schakelaars, hendels
enzovoort bedienen.
Kinderen die alleen in de auto zijn
achtergelaten, kunnen ernstige ongev allen
veroorzaken.
2
11
Toegang tot de auto
Ontgrendel de auto met de RFID-lezer of de sleutel
in het slot en trek aan de portiergreep.
(1) Buitenportiergreep.
(2) Binnenportiergreep.
Deksel in bagageruimte
Dit beveiligde compartiment wordt gelijktijdig met de
portieren ontgrendeld.
Openen van het deksel in de bagageruimte: trek aan
de pal (1) en til het deksel op met de handgreep (2).
Zorg ervoor dat het deksel in de bagageruimte
goed gesloten is alvorens te gaan rijden.
Softtop
Canvas dak
Gebruik van de dakpanelen
Het aanbrengen en verwijderen van de dakpanelen
werkt voor en achter op dezelfde wijze.
Aanbrengen van een dakpaneel
Bevestigen van de pallen
12
Toegang tot de auto
Ontgrendelen van de pallen
Om de achterste pallen (B) in de open stand te
bevestigen, dient u aan de pallen te trekken en ze
een kwartslag te draaien. De pallen blijven dan in
deze positie zitten.
Voor de pallen (A) aan de voorkant moet u aan
de pallen blijven trekken tot deze de open positie
bereiken.
De pallen vergrendelen
Om de achterste pallen (B) los te maken en in de
vergrendelde positie te zetten, moet u de pallen een
kwartslag draaien en hun beweging begeleiden.
Aan de pallen (A) aan de voorkant hoeft u slechts
te trekken en ze dan weer los te laten, om de
vergrendelde positie te bereiken.
Plaatsen van het dakpaneel
Plaats het dakpaneel aan één zijde van de auto.
Zorg ervoor dat het paneel in de juiste richting is
geplaatst: de witte etiketten (1) moeten naar de
voorzijde van de auto zijn gericht.
De pennen bevestigen en
vergrendelen
2
Op de dakbogen van de auto zijn openingen voor
pennen aangebracht.
Zorg ervoor dat de vergrendelingen in de geopende
stand (1) staan en plaats vervolgens de pennen (2)
van het paneel in de openingen (3) op de bogen voor
en achter aan de desbetreffende zijde.
13
Toegang tot de auto
14
Draai het paneel zodat de pennen (1) in de
openingen (2) op de boog komen.
Als de 2 paar pennen in de openingen zijn geplaatst,
druk dan op het paneel om het op de bogen te
houden.
Vergrendel het paneel aan de binnenkan t v an
de auto op iedere hoek, door pal (A) en (B) in de
vergrendelpositie te plaatsen.
Zodra de 2 pallen zijn vergrendeld, rol dan het
paneel over de bogen naar de andere zijde van de
auto.
Ga naar de andere zijde van de auto, plaats de
andere pennen van het pan eel in de openingen.
Zodra het paneel correct is geplaatst, moeten de
pallen worden vergrendeld.
Toegang tot de auto
Zodra het paneel is beveiligd en de pallen zijn
vergrendeld, is het noodzakelijk om alle riemen van
de panelen in het midden te bevestigen, door deze
aan de bogen van de auto te bevestigen.
Controle voor vertrek
Controleer, om er zeker van te zijn dat de panelen
tijdens het rijden op hun plaats blijven en dat de
riemen en pallen correct zijn vastgemaakt.
Verwijderen van een dakpaneel
Maak de riemen in het midden van ieder paneel los.
Druk daarna met uw hand op een van de 4 hoeken
van het dakpaneel om deze omhoog te tillen en
open alle pallen.
Rol de canvas gedurende het verdere verloop op.
Voer dezelfde handelingen uit bij he t andere
dakpaneel als u dit ook wilt verwijderen.
Opbergen van een dakpaneel
Er is een mogelijkheid om het opgerolde dakpaneel
uit één stuk onder het deksel in de bagageruimte op
te bergen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het deksel in de bagageruimte en
met name over het openen ervan.
Het losmaken en bevestigen van het
dakpaneel mag uitsluitend worden uitgevoerd
bij stilstaande auto.
Ruiten vóór
2
Draai de schroeven (1) aan de binnenkant van het
portier los en verwijder de ontgrendelde ruit door
deze omhoog te trekken (2).
15
Toegang tot de auto
Voer de handelingen in omgekeerde volgorde uit om
de ruit weer te plaatsen.
U kunt de ruit ook oprollen door deze aan beide
zijden los te ritsen (1) en bovenaan met de
desbetreffende riemen (2) vast te zetten.
Als de riemen niet worden gebruikt, kunnen ze als
handgrepen dienen.
Achterruit
16
Zijruiten achter
Maak altijd het achterste dakpaneel los
alvorens de zijruiten te verwijderen.
Verwijder de schroeven (1) aan de binnenkant en
verwijder de zijruiten door deze omhoog te
trekken (2).
Voer de handelingen in omgekeerde volgorde uit om
de zijruit weer aan te brengen.
Maak om de achterruit te verwijderen de drukknopen
(1) los en rits vervolgens de achterruit (2) van rechts
naar links los.
Om het risico op scheuren te voorkomen
adviseren wij om de achterruit op te tillen of
te verwijderen wanneer u de onderdelen aan
de voorkant omhoog tilt of verwijderd (daken,
ruiten of achterruiten).
Toegang tot de auto
Rits de achterruit altijd van rechts naar links
los.
Voer deze handelingen in omgekeerde volgorde uit
om de achterruit weer aan te brengen.
U kunt de achterruit ook omhoogrollen door de
drukknopen (1) los te maken, de achterruit aan beide
zijden los te ritsen (2) en deze aan de bovenzijde
vast te zetten met de daarvoor bestemde riemen (3)
in het interieur.
Achterklep
Openen van de achterklep
De achterklep van uw E-MEHARI kunt u openen
door op de handgreep (1) ter hoogte van het logo op
de achterklep te drukken.
Als de achterklep is geopend, kan deze met
maximaal 100 kg worden belast.
Sluiten van de achterklep
2
- Beweeg de achterklep omhoog tot de aanslag.
- Druk krachtig op de buitenzijde van de
achterklep om deze te sluiten.
Controleer nadat u de achterklep omhoog
hebt bewogen of deze goed is gesloten en
vergrendeld, zodat de klep niet tijdens het
rijden open kan vallen.
Tijdens het rijden moet de achterklep altijd
gesloten zijn.
Gebruik de achterklep niet om uitstekende
voorwerpen vast te klemmen of te
ondersteunen.
17
Toegang tot de auto
Hardtop
Hardtop
18
Verwijderen van een dakpaneel
Het dakpaneel aan de voorkant
verwijderen
Verwijder de bevestigingslipjes terwijl een ander
persoon het dak van de buitenkant vasthoudt.
Til eerst het achterste deel (1) omhoog, dan het
voorste deel (2) van het paneel en verwijder deze
volledig.
Het dakpaneel aan de achterkant
verwijderen
Verwijder de bevestigingslipjes terwijl een ander
persoon het dak van de buitenkant vasthoudt.
Til het dak omhoog en verwijder deze volledig.
Om eventuele krassen op de auto te
voorkomen, tijdens het verwijderen van de
dakpanelen, moet u ervoor zorgen dat alle
schroeven en bevestigingslipjes zijn verwijderd
voordat u de dakpanelen omhoog tilt.
Weer monteren: v oer de handelingen in omgek eerde
volgorde uit om de dakpanelen weer aan te brengen.
De bevestigingslipjes moeten aan het dakpaneel
worden vastgeschroefd en in de uitsparing van de
stijlen van de auto klemmen.
Toegang tot de auto
Controle voor vertrek
Om ervoor te zorgen dat de panelen correct zijn
bevestigd tijdens het rijden, dient u te controleren of
ieder paneel correct geplaatst en bevestigd is.
Ruiten vóór
Zijruiten achter
Verwijderen
2
Draai de twee schroeven (1) aan de binnenkant van
het portier los en verwijder de losgeschroefde ruit
door deze omhoog te trekken (2).
Voer deze handelingen in omgekeerde volgorde uit
om de ruit weer aan te brengen.
Verwijder in het interieur de schroeven (1) aan de
onderzijde en verwijder de zijruit door deze omhoog
te trekken (2).
De ruiten van de hardtop kunnen in verschillende
standen worden gezet. U kun t 5 standen selecteren.
19
Toegang tot de auto
Monteren
20
Laat de zijruit tegen de auto leunen in de positie
van de buitenkant van de auto, til de ruit een paar
centimeter op en schuif deze omlaag totdat u voelt
dat de ruit contact met de pennen (3) maakt.
Zodra de achterruit is geplaatst, dient u de
schroeven weer in het onderste deel van de ruit aan
te brengen, aan de binnenkant van de auto.
Achterruit
Het wordt aanbevolen om de achterruit altijd
met 2 personen te verwijderen en plaatsen.
Open om de achterruit van de hardtop te verwijderen
eerst de achterklep.
De ene persoon houdt de ruit vast en de andere
persoon draait de 6 schroeven in de auto los;
2 schroeven links, 2 schroeven bovenin en
2 schroeven rechts.
Zodra de schroeven zijn verwijderd, stapt de
persoon in de auto uit om de tweede persoon te
helpen om aan het onderste deel naar achteren te
trekken terwijl de ruit licht omhoog wordt getild.
Beweeg als het geheel loskomt de achterruit
omhoog om deze volledig te verwijderen.
Voer deze handelingen in omgekeerde volgorde uit
om de achterruit weer aan te brengen.
Achterklep en achterruit
Openen
Wanneer de achterklep in de geopende stand (1)
staat, kunt u de achterruit openen (2).
Afsluiten
Sluit voorzichtig de achterruit (1) en beweeg de
achterklep omhoog.
Druk krachtig op de buitenzijde van de achterklep
om deze te sluiten.
Controleer nadat u de achterklep omhoog
hebt bewogen of deze goed is gesloten en
vergrendeld, zodat de klep niet tijdens het
rijden open kan vallen.
Tijdens het rijden moet de achterklep altijd
gesloten zijn.
Gebruik de achterklep niet om uitstekende
voorwerpen vast te klemmen of te
ondersteunen.
Toegang tot de auto
2
Het wordt aanbevolen om de verwijderde
onderdelen op een veil ige pla ats op te bergen
om ze in een goede conditie te houden.
21
Ergonomie en comfort
Verstellen van de
bestuurdersstoel en de
passagiersstoel
Laat geen kinderen zonder toezicht acht er in
de auto.
Kinderen kunnen schakelaars, hendels
enzovoort bedienen.
Kinderen die alleen in de auto zijn
achtergelaten, kunnen ernstige ongev allen
veroorzaken.
Stel de veiligheidsgordels af.
Veiligheidsgordels werken beter als de
passagier zo ver mogelijk achter op de stoel zit,
met zijn rug tegen de rugleuning.
Verstellen van de stoel in
lengterichting
Laat de hendel los om de stoel in deze positie te
blokkeren.
Schuif na het afstellen de stoel lichtjes naar voren en
naar achteren om te controleren of de stoel correct
geblokkeerd is.
Stel de stoelen alleen af als de auto
stilstaat: tijdens het rijden zouden de stoelen
onverwachts ontregeld kunnen rak en waardoor
u de controle over de auto zou kunnen
verliezen.
Raak tijdens het afstellen van de stoel de
bewegende delen niet aan om e v ent ueel le tsel
en/of beschadiging van de auto te voorkomen.
De hoogte van de zitting
afstellen
Bedien de hendel om de achterzijde van de zitting
te verhogen of verlagen om het rijcomfort te
verbeteren.
Afstellen van de rugleuning
Hoek van de rugleuning in achterwaartse richting
verstellen: draai de knop naar achteren.
Rechtop zetten van de rugleuning: draai de knop
naar voren.
22
Houd de hendel omhoog en schuif de stoel naar
voren of naar achteren tot de gewenste positie is
bereikt.
Ergonomie en comfort
Rijd niet met de rugleuning in een te
schuine stand; het schoudergedeelte van de
veiligheidsgordel ligt dan nie t goed aa n t egen
het lichaam.
Als de rugleuning in een te schuine stand staat,
neemt het risico van ernstig letsel toe.
Tijdens een aanrijding kunt u tegen de
gordel worden geslingerd en gewond rak en
aan uw hals of andere ernstige of dodelijke
verwondingen oplopen.
Als de rugleuning van de stoel in een te
schuine stand staat, is ook het risico groter dat
u naar voren wordt geslingerd en onder het
heupgedeelte van de gordel glijdt, waardoor
ernstig inwendig letsel kan ontstaan.
De rugleuning van de stoel moet in een
verticale positie staan om goed beschermd te
zijn tijdens het rijden.
Ga altijd zo ver mogelijk achter op de stoel
zitten zodat het heupgedeelte van de gordel
u bij een aanrijding optimaal kan beschermen.
Het is niet toegestaan te rijden met de
rugleuning van de stoel in de "slaapstand".
Stel de stoel correct af: de rugleuning mag niet
schuiner staan dan nodig is voor uw comfort.
Probeer na de afstelling de rugleuning van
de stoel lichtjes naar voren en achteren te
bewegen om te controleren of de rugleuning
correct geblokkeerd is.
Hoofdsteunen vóór
Verstellen van de hoofdsteun vóór:
- Trek de hoofdsteun omhoog om deze hoger te
zetten.
- De hoofdsteun verwijderen: trek de hoofdsteun
omhoog terwijl u de nok ingedrukt houdt.
- De hoofdsteun terugzetten: steek de pennen
recht in de openingen van de rugleuning.
- Houd de pal ingedrukt en druk gelijktijdig op de
hoofdsteun om de hoofdsteun lager te stellen.
Stel de hoofdsteun nooit tijdens het rijden af.
Rijden zonder hoofdsteunen is ten strengste
verboden.
Controleer alvorens te gaan rijden of alle
hoofdsteunen aanwezig zijn en correct zijn
afgesteld.
Toegang tot de
achterzitplaatsen
De achterbank van uw E-MEHARI bereiken: trek aan
een van de hendels van de voorstoelen.
Klap de stoel vervolgens naar voren om toegang te
krijgen tot de achterbank van uw E-MEHARI.
Terugzetten van de stoel in de normale stand:
beweeg de stoel naar achteren tot de oorspronkelijke
stand.
Controleer voordat u gaat rijden of de stoel goed is
vergrendeld.
3
23
Ergonomie en comfort
Neerklapbare achterbank
Uw E-MEHARI is gehomologeerd voor het vervoer
van 4 personen.
De tweezitsachterbank is neerklapbaar.
Alleen de rugleuning kan worden neergeklapt, de
zitting kan niet worden opgeklapt.
Uw E-MEHARI is in Europa gehomologeerd
voor het vervoer van maximaal 4 personen: de
bestuurder en drie passagiers.
Het is niet toegestaan meer dan twee
personen te vervoeren op de achterbank.
Uw E-MEHARI is voorzien van
2 veiligheidsgordels achter.
Extra passagiers die geen veiligheidsgordel
dragen, kunnen bij een ongeval ernstig of
dodelijk gewond raken, o f andere inzittenden
van de auto letsel t oebrengen.
Werking
Trek aan de knoppen (1) aan beide zijden van de
bank om de pallen (2) te ontgrendelen.
Klap de rugleuning van de achterbank (3) naar
voren.
Afstellen van de
hoofdsteunen van de
achterbank
- Hoger zetten van de hoofdsteun: trek de
hoofdsteun omhoog tot de gewenste positie is
bereikt.
- Lager zetten van de hoofdsteun: duw de
hoofdsteun omlaag tot de gewenste positie is
bereikt.
Stel de hoofdsteun nooit tijdens het rijden af.
Let op: zorg ervoor dat de veiligheidsgordels
niet klem kunnen komen te zitten en plaats
de gespen van de gordels op de juiste wijze
alvorens de rugleuning neer of terug te
klappen.
Stuurwiel (verstellen)
Het stuurwiel van uw E-MEHARI is in hoogte en
diepte verstelbaar.
Verstel het stuurwiel niet tijdens het rijden:
hierdoor zou u de macht over het stuur kunnen
verliezen en een ongeval veroorzaken.
24
Loading...
+ 58 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.