Citroën E Mehari 2018 Owner's Manual [nl]

INSTRUCTIEBOEKJE
Toegang tot het instructieboekje
Download vanaf de desbetreffende Store de app voor smartphones Scan MyCitroën.
Selecteer vervolgens:
- het model van uw auto,
- de uitgifteperiode van het boekje die overeenkomt met de eerste registratiedatum van uw auto.
Download de content voor het instructieboekje van uw auto.
Het instructieboekje is beschikbaar op de CITROËN-website, in de rubriek "MyCitroën" of op het volgende adres: http://service.citroen.com/ddb/
- de taal,
- het model van uw auto en de carrosserievariant,
- de uitgifteperiode van het boekje die overeenkomt met de eerste registratiedatum van uw auto.
Directe toegang tot het instructieboekje.
Met dit symbool wordt de meest recente beschikbare informatie aangeduid.
Welkom
Legenda
Wij danken u voor uw keuze voor de E-MEHARI.
Dit boekje bevat alle informatie en adviezen die u nodig hebt om optimaal en in alle veiligheid gebruik te maken van de mogelijkheden van uw auto.
Uw auto kan, afhankelijk van het uitrustingsniveau, het type, de uitvoering en de specifieke kenmerken voor het land waar uw auto verkocht is, slechts van een deel van de in dit boekje vermelde uitrustingselementen zijn voorzien.
Aan de beschrijvingen en afbeeldingen kunnen geen rechten worden ontleend. Automobiles CITROËN behoudt zich het recht voor de technische kenmerken, uitrusting en accessoires te wijzigen zonder verplicht te zijn dit boekje bij te werken.
Overhandig bij verkoop van de auto dit instructieboekje aan de nieuwe eigenaar.
In boekje vindt u alle aanwijzingen en adviezen voor het gebruik van uw auto zodat u optimaal van uw auto kunt profiteren. Neem de tijd om dit boekje aandachtig door te lezen zodat u vertrouwd raakt met uw nieuwe auto. Lees ook het garantie- en onderhoudsboekje door waarin u informatie vindt over de garanties, het onderhoud en de pechhulpv erlening.
Veiligheidswaarschuwing
Aanvullende informatie
Adviezen met betrekking tot de bescherming van het milieu
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
Inhoudsopgave
Cockpit 3 Presentatie van uw E-MEHARI 3
Instrumentenpaneel
Instrumentenpaneel 7 Controles van de werking van uw E-MEHARI 8
Toegang tot de auto
RFID-sleutelhanger 10 Centrale vergrendeling 10 Portieren 11
Deksel in bagageruimte 12 Softtop 12 Canvas dak 12
Ruiten vóór 15 Zijruiten achter 16 Achterruit 16 Achterklep 17 Hardtop 18 Verwijderen van een dakpaneel 18 Ruiten vóór 19 Zijruiten achter 19
Achterruit 20 Openingen achterkant 20
Ergonomie en comfort
Verstellen van de bestuurdersstoel en de
passagiersstoel 22
2
Overzicht
Hoofdsteunen vóór 23
.
Toegang tot de achterbank 23 Neerklapbare achterbank 24 Stuurwiel (verstellen) 24 Spiegels 25 Ventilatie / ver warming 26 Airconditioning (optioneel) 28 Interieurverlichting 29
Interieurvoorzieningen 30
Verlichting en zicht
Buitenverlichting en signalering 31
Automatische verlichting 32
Ruitenwissers/ruitensproeier 33
Algemene aanbevelingen met betrekking tot de veiligheid 34 Veiligheid: elektrische spanning 35 ABS – ESP 36 Veiligheidsgordels 37 Airbags 39
Kinderzitjes 42
Uitschakelen van de airbag vóór aan passagierszijde 43 Signalering 48 Claxon en geluidssignalen 49
Rijadviezen 50 Rijden met uw E-MEHARI 50 Starten/afzetten 51
Veiligheid
Rijden
Bedieningspedalen 52
Parkeerrem 53 Selectiehendel 54 Elektrische stuurbekrachtiging 54 Controlesysteem bandenspanning 55
Praktische inf or mati e
Onderhoud van uw E-MEHARI 57 Aanwijzingen voor het wassen 57 Opladen van uw E-MEHARI 58 In de motorruimte 64 Opslagmodus 66 Audiosysteem 67
In geval van pec h
Bandenreparatieset 69 Een lamp vervangen 69 Een zekering vervangen 70
Technische gegevens
Identicatie / VIN van de auto 72 Technische gegevens 72
Afmetingen / gewichten 73 Banden 74 Prestaties 75 Remmen en wielophanging 76 Remsysteem 76
Trefwoordenregister
.
.Overzicht
Cockpit
(1) RFID-lezer (2) Hendel verlichting / richtingaanwijzers. (3) Claxon. (4) Contactslot. (5) R uitenwisser / ruitensproeier / geluidssignaal
voetgangers.
(6) Instrumentenpaneel. (7) Ventilatieroosters. (8) Centraal opbergvak. (9) USB-aansluiting. (10) Centraal bedieningspaneel:
noodoproep / centrale vergrendeling / alarmknipperlichtschakelaar / airconditioning / automatische luchtrecirculatie.
(11) Zijbedieningspaneel: mistlichten / elektrische
stuurbekrachtiging met City-functie / koplamphoogteverstelling.
(12) Verwarmingssysteem. (13) 12V-aansluiting. (14) Rijkeuzeschakelaar.

Presentatie van uw E-MEHARI

Elegant design met hoogwaardige technologie
Uw E-MEHARI is een innovatieve elektrische auto die een nieuwe kijk geeft op mobiliteit. De auto is voorzien van bepaalde systemen d ie anders w erken dan bij auto's met een verbrandingsmotor. Uw E-MEHARI gebruikt voor de aandrijving energie die is opgeslagen in een LMP®-tractiebatterij (LMP: Lithium-Metal-Polymer). De LMP®-tractiebatterij moet worden opgeladen voordat u met uw E-MEHARI kunt rijden. De LMP®-tractiebatterij wordt tijdens het gebruik van de auto geleidelijk ontladen. Als het laadniveau van de LMP®-tractiebatterij 0% is, kan uw E-MEHARI niet worden gestart: de LMP®­tractiebatterij moet dan eerst worden opgeladen. Het volledig opladen (van 0% tot 100%) kost bij een normale elektrische installatie (normaal laden) gemiddeld 8 tot 13 uur, afhankelijk van de capaciteit van de elektrische installatie.
Uw E-MEHARI is voorzien van twee verschillende soorten batterijen: de LMP
aandrijving van de auto en de 12V-accu die bij iedere
auto aanwezig is.
De 12V-accu levert de energie die nodig is voor
de werking van de systemen van de auto: het audiosysteem, de verlichting, de ruiten wisser, de interieurverlichting.
®
-tractiebatterij voor de
3
Overzicht
®
Om de LMP auto op het lichtnet worden aangesloten. Om de actieradius te vergroten is uw E-MEHARI voorzien van een energieregeneratiesysteem dat gebruikmaakt van de motorremwerking van de auto. Uw E-MEHARI is een auto die geen schadelijke stoffen zoals CO2 en roetdeeltjes uitstoot. Uw E-MEHARI rijdt bovendien volledig ge ruisloos.
-tractiebatterij op te laden moet de
De LMP®-tractiebatterij (LMP: Lithium-Metal ­Polymer)
Uw E-MEHARI is voorzien van een LMP®­hoogspanningstractiebatterij die dankzij zijn unieke behuizing volledig van de omgeving is geïsoleerd. De LMP®-tractiebatterij mag uitsluitend door gekwalificeerd en geschoold personeel worden gehanteerd. Voer nooit zelf werkzaamheden uit aan de LMP®­tractiebatterij: u riskeert ernstige brandwonden en een elektrische schok met ernstig letsel of de dood tot gevolg en het milieu kan ernstig worden aangetast.
Waarschuwingen met betrekking tot de LMP®-tractiebatterij
Neem om schade aan de LMP®-tractiebatterij te voorkomen de volgende voorschriften in acht:
• Laad de auto onmiddellijk op zodra de laadindicator 0% aangeeft.
• GEBRUIK DE LMP®-TRACTIEBATTERIJ NOOIT VOOR ANDERE DOEL EINDE N.
Voor een optimale actieradius moet de LMP®-tractiebatterij van uw E-MEHARI worden opgeladen zodra dit mogelijk is, met name als de auto meerdere uren niet wordt gebruikt. Een auto met een volledig opgeladen tractiebatterij kan niet langer dan 48 uur geparkeerd staan zonder dat de tractiebatterij opgeladen wordt.
Dankzij de intrinsieke eigenschappen van de
®
LMP
-tractiebatterij is deze in tegenstelling tot Li-ion-batterijen niet gevoelig voor de buitentemperatuur.
®
HET IS VERBODEN om de LMP tractiebatterij van uw E-MEHARI voor recycling aan te bieden of bij een afvaldepot in te leveren. De LMP®-tractiebatterij blijft eigendom van Bluecar en mag nooit worden afgevoerd.
Om u te helpen de LMP van uw E-MEHARI correct op te laden kan Bluecar contact met u opnemen wanneer het laadniveau te laag wordt.
®
-
-tractiebatterij
Rijden met een ontladen LMP®­tractiebatterij
Als de laadtoestand van de LMP®-tractiebatterij
te laag wordt (20%), verschijnt een
waarschuwingspictogram op het scherm boven het dashboard. Uw E-MEHARI moet zo snel mogelijk worden aangesloten op een laadpunt dat voldoet aan de voorschriften van CITROËN. U kunt in deze situatie nog maar een zeer korte afstand rijden met uw E-MEHARI en het vermogen (koppel) van de elektromotor wordt aut omatisch beperkt om de actieradius nog iets te verlengen.
VOER NOOIT ZELF WERKZAAMHEDEN UIT AAN DE LMP
®
-TRACTIEBATTERIJ
4
De actieradius van de auto is gehomologeerd conform de Europese richtlijn ECE 101R01. Neem voor meer informatie over de levensduur van de LMP CITROËN-klantenservice.
®
-tractiebatterij contact op met uw
.Overzicht
Waarschuwingen met betrekking tot hoogspanning
Uw E-MEHARI is voorzien van een hoogspanningstractiebatterij die een spanning tot 450 V levert.
De temperatuur van het systeem kan zeer hoog zijn tijdens en na het starten van de auto, maar ook nadat het contact is afgezet. Wees alert op hoogspanningsgevaar. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de veiligheid van elektrische spanning.
Maak de onderdelen, kabels en stekkers van het hoogspanningscircuit niet los, omdat u daarbij ernstige brandwonden en een elektrische schok met ernstig letsel of de dood tot gevolg riskee rt.
De hoogspanningskabels zijn oranje van kleur. Vervang onderdelen van het hoogspanningssys teem van uw E-MEHARI nooit zelf, maar laat dit over aan een daartoe bevoegde technicus. Breng uw E-MEHARI naar een door CITROËN erkende reparateur of een gekwalificeerde werkplaats voor alle werkzaamheden aan het hoogspanningssysteem van de auto.
Waarschuwingen met betrekking tot verkeersongevallen
In het geval van een aanrijding
- Als de auto nog rijdbaar is: zet de auto aan de kant, schakel de stand "N" (neutraalstand) van de transmissie in, trek de parkeerrem aan en zet het contact van uw E-MEHARI af.
- Controleer visueel de toestand van uw E-MEHARI en controleer of er geen kabels of onderdelen van het hoogspanningssyst eem blootliggen. Om verwondingen te voorkomen: raak de kabels, stekkers, lader, LMP®­tractiebatterij en alle andere onderdelen van het hoogspanningssysteem van uw E-MEHARI nooit aan. U kunt een elektrische schok krijgen als er blootliggende kabels zichtbaar zijn, ongeacht of u zich in de auto of erbuiten bevindt. Raak blootliggende elektrische kabels nooit aan.
- Als u schade aan de onderzijde van de auto vermoedt: zet de auto op een veilige plaats stil en controleer de staat van de onderzijde van uw E-MEHARI.
- Als er brand ontstaat in uw E-MEHARI: verlaat onmiddellijk de auto. Gebruik voor het blussen van de brand een brandblusser voor brandklasse ABC, BC of C die geschikt is voor het blussen van elektrische branden. Het blussen met water of een onjuist type blusser
kan leiden tot een elektrische schok met ernstig letsel of de dood tot gevolg.
- Als uw auto moet worden gesleept, neem dan contact op met een CITROËN erkende reparateur of een gekwalificeerde werkplaats en zorg ervoor dat de voorwielen van uw auto van de grond zijn. Als de auto moet worden gesleept met de voorwielen op de grond, kan de elektromotor elektriciteit opwekken. Dit kan de systemen in uw E-MEHARI beschadigen en brand veroorzaken.
- Als u niet veilig de toestand van uw auto kunt controleren als gevolg van de omstandigheden en de schade aan de auto, raak de onderdelen
van de auto dan niet aan. Bel 112 en geef aan dat
het om een elektrische auto gaat. Vertel dit ook aan de eerste personen die op de plaats van het ongeval arriveren.
- In het geval van een ongeval: neem altijd
contact op met een door CITROËN erkende reparateur of een gekwalificeerde werkplaats
die ervoor zorgt dat voor het werken aan beschadigde elektrische auto's bevoegde technici naar de plaats van het ongeval worden gestuurd.
- Zorg dat bij het in veiligheid brengen van de
auto's en personen de verkeersregels in acht worden genomen.
5
Overzicht
Waarschuwingen met betrekking tot elektrische storingen
In het geval van volledig uitvallen van het elektrische systeem wordt uw E-MEHARI niet meer aangedreven door de elektromotor. Zorg dat u de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats met inachtneming van de verkeersveiligheidsregels (op de vluchtstrook, in de berm) tot stilstand brengt. Zet uw E-MEHARI stil, schakel de alarm­knipperlichten in, stap uit en trek uw veiligheidshesje aan, begeef u naar een veilige plaats en bel CITROËN ASSISTANCE die voor u de hulpdiensten inschakelt.
Bijzonderheden met betrekking tot elektrisch rijden
Let extra goed op v oet gangers, ( brom)fietsers, spelende kinderen en motorrijders. Uw E-MEHARI maakt geen motorgeluid, w aardoor deze personen niet altijd merken dat u nadert. Dat zou kunnen leiden tot een aanrijding.
Om een aanrijding met een voetganger te voorkomen, is uw E-MEHARI voorzien van een speciaal geluidssignaal. Met dit geluidssignaal worden voetgangers op een vriendelijkere en mi nder agressieve manier op het naderen van uw auto geattendeerd dan met een normale claxon. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de claxon en het geluidssignaal.
Houd bij het starten het rempedaal ingetrapt totdat u klaar bent om te rijden. Vergeet voordat u uw E-MEHARI verlaat niet om de selectieschak elaa r weer in de stand "N" te zetten, de parkeerrem aan te trekken en het contact af te zetten.
- Uw E-MEHARI is voorzien van een systeem dat energie regenereert tijdens het vertragen van de auto. Deze energie wordt teruggevoerd naar de LMP tractiebatterij, zodat de actieradius van de LMP®-tractiebatterij, en dus ook van de auto, wordt verbeterd. Bij uw E-MEHARI wordt deze energie geregenereerd door de motorremwerking.
- Bijzonderheid: als de LMP®-tractiebatterij volledig is opgeladen, is de motorremwerking de eerste kilometers nog beperkt. Houd daarmee rekening tijdens het rijden.
- Het is dus raadzaam om wanneer u moet remmen zo vroeg mogelijk snelheid te minderen, zodat u van een maximale actieradius profiteert.
- Wanneer de verkeerssituatie of de weg het noodzakelijk maakt om af te remmen, dient u het rempedaal te gebruiken. Er wordt geen energie geregenereerd door het remsysteem van uw E-MEHARI.
®
-
6

Instrumentenpaneel

Instrumentenpaneel
Instrumentenpaneel
Verklikkerlampjes en knoppen van het instrumentenpaneel
(1) Storing tractiebatterij. (2) Motorstoring. (3) Verklikkerlampje laadstroom. (4) Knoppen van het instrumentenpaneel.
Als het verklikkerlampje (1) of (2) brandt, dient u uw E-MEHARI zo snel mogelijk op een veilige plaats stil te zetten.
Pictogrammen
Grootlicht
Parkeerlicht
Mistachterlicht
Richtingaanwijzer links
1
Richtingaanwijzer rechts
Storing remsysteem
Waarschuwingsmelding
Knipperen: ESP is in werking Permanent: ESP-storing
Ontwasemen
Interieurverwarming in werking
Storing verwarming
Beperkte capaciteit elektromotor
7
Instrumentenpaneel
Elektrisch probleem motor
Laadniveau 12V-accu laag
Beperkte capaciteit tractiebatterij
Elektrisch probleem accu
Airconditioning in werking
Storing airconditioning
Storing ABS
Storing stuurbekrachtiging
Veiligheidsgordel niet va stgemaakt
Portier geopend
Centrale vergrendeling
Achterklep open
Onderhoud
Storing airbags
Airbag vóór aan passagierszijde uitgeschakeld
Bandenspanning te laag/lekke band
Geluidssignaal voor voetgangers uitgeschakeld
City-functie ingeschakeld

Controles van de werking van uw E-MEHARI

Configuratiemenu van het instrumentenpaneel
Het instrumentenpaneel van uw E-MEHARI beschikt over een configuratiemenu. Met de 4 knoppen rechts van het instrumentenpaneel kunt u door dit menu navigeren:
- Met de pijlknoppen (1) en (2) kan door het menu worden genavigeerd.
- Met de knop Blokjes (3) kan het menu worden weergegeven en kunnen de keuzes worden bevestigd.
- Met de knop Rondjes (4) kan worden teruggegaan en kan een bewerking worden geannuleerd.
8
Instrumentenpaneel
Het menu biedt meerdere keuzemogelijkheden:
Geavanceerde instellingen
- Keuze van de taal.
- Eenheid van snelheid: km/h of mph
- Eenheid van temperatuur: °C of °F
- Resetten van het bandenspanningscontrolesysteem
Instellingen van de klok
- Automatisch/handmatig
- Weergavenotatie: tijdsaanduiding in 12 of 24 uur
Automatische vergrendeling
- In-/uitschakelen van het vergrendelen van de openingen tijdens het rijden
Lichtsterkte
Instellen van de lichtsterkte in de nachtstand.
Opslag (winterstalling)
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de opslagmodus.
Verbruiks-, laad- en laadniveaumeters
(1) Visuele weergave ge vraagd v ermogen. (2) Visuele weergave energieregeneratie. (3) Laadniveaumeter LMP (4) Laadtoestand in procent.
®
-tractiebatterij.
Kilometerteller/dagteller
1
(1) Totale kilometerstand (in km). (2) Gereden afstand sinds de laatste keer op
0 zetten (in km).
Snelheids- en temperatuurmeters en klok
(1) Klok. (2) Waarschuwingsindicator voor gladheid. (3) Buitentemperatuur. (4) Actuele rijsnelheid.
9
Toegang tot de auto

RFID-sleutelhanger

(identicatie via
radiogolven)
De RFID-sleutelhanger van uw E-MEHARI is een persoonlijke sleutelhanger die u wordt overhandigd bij de aflevering van uw E-MEHARI.
De sleutelhanger wordt gebruikt om:
- Alle openingen te vergrendelen of te
ontgrendelen: het bestuurdersportier , het passagiersportier en de achterklep.
- Activeer of deactiveer de toestemming om te
rijden door het bedienen van de elektronische startblokkering die in uw E-MEHARI is geïnstalleerd.
- Vergrendel of ontgrendel het laadpistool en he t
beveiligde compartiment in de bagageruimte.
De lezer van de persoonlijke RFID-sleutelhanger (1) op de voorruit aan de bestuurderszijde bevestigd. De lezer reageert alleen op uw persoonlijke RFID­sleutelhanger.
Ontgrendelen van de auto
Bevestig uw persoonli jk e RFID-sleutelhanger v oor de lezer (1) op de voorruit aan de bestuurderszijde. Het verklikkerlampje op de lezer knippert groen en de alarmknipperlichten knipperen om te bevestigen dat de portieren zijn geopend en toestemming om te rijden is verleend.
Vergrendelen van de auto
Schakel het contact uit en verwijder de sleutel uit het contactslot: bevestig uw persoonlijke RFID­sleutelhanger voor de lezer (1) op de voorruit aan de bestuurderszijde. Het verklikkerlampje op de lezer knippert blauw om de totale ontgrendeling van de auto te bevestigen.
Haal altijd de sleutel uit het contactslot voordat u uw E-MEHARI vergrendelt. Zo niet, dan blijft uw auto ontgrendeld en wordt de startblokkering niet ingeschak eld.
Bij een niet-geautoriseerde sleutelhanger blijft het verklikkerlampje op de lezer rood branden.

Centrale vergrendeling

Lampje knop centrale vergrendeling:
- Uit: rijden met de auto ontgrendeld.
- Brandt permanent: rijden met de auto vergrendeld.
- Knippert: niet aan het rijden.
- Knippert drie keer: vergrendeling defect.
10
Toegang tot de auto
Handmatige centrale vergrendeling
- Druk op deze knop om de centrale vergrendeling van de auto (portieren en achterklep) vanuit het interieur te bedienen.
Het verklikkerlampje van de toets gaat aan.
- Druk nogmaals op de knop om de auto volledig te ontgrendelen.
Het verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Automatische centrale vergrendeling van de portieren (carjackbeveiliging)
De portieren en de achterklep worden automatisch vergrendeld vanaf een rijsnelheid van 10 km/h.
Om deze functie in of uit te schakelen (standaard is deze ingeschakeld ):
- Druk bij ingeschakeld contact op deze knop tot er een hangslot op he t in strumentenpaneel verschijnt.
Als een van de portieren of de achterklep geopend is, werkt de automatische centrale vergrendeling niet: u hoort de sloten dan weer openspringen.
Het rijden met vergrendelde portieren kan bij een noodgeval de toegang tot de auto voor de hulpdiensten bemoeilijken.
Noodprocedure
Bij een storing in de RFID-lezer kunt u uw auto met de sleutel vergrendelen of ontgrendelen.
Ontgrendelen met de sleutel
Draai de sleutel in het slot van het bestuurdersportier richting de voorzijde van de auto om deze te ontgrendelen.
Het ontgrendelen van de auto met de sleutel geeft u echter geen toestemming om de auto te starten. Alleen de RFID-sleutelhanger kan daarvoor toestemming verlenen.
Vergrendelen met de sleutel
Draai de sleutel in het slot van het bestuurdersportier naar de achterzijde van de auto om deze te vergrendelen.
Controleer of de portieren en de achterklep goed zijn gesloten.

Portieren

Kijk alvorens het portier te openen altijd in de spiegel en controleer of er zich geen voertuig in de dode hoek bevindt, zodat u niet verrast wordt door een langsrijdend voertuig. Laat geen kinderen zonder toezicht acht er in de auto. Kinderen kunnen schakelaars, hendels enzovoort bedienen. Kinderen die alleen in de auto zijn achtergelaten, kunnen ernstige ongev allen veroorzaken.
2
11
Toegang tot de auto
Ontgrendel de auto met de RFID-lezer of de sleutel in het slot en trek aan de portiergreep.
(1) Buitenportiergreep.
(2) Binnenportiergreep.

Deksel in bagageruimte

Dit beveiligde compartiment wordt gelijktijdig met de portieren ontgrendeld.
Openen van het deksel in de bagageruimte: trek aan de pal (1) en til het deksel op met de handgreep (2).
Zorg ervoor dat het deksel in de bagageruimte goed gesloten is alvorens te gaan rijden.

Softtop

Canvas dak

Gebruik van de dakpanelen
Het aanbrengen en verwijderen van de dakpanelen werkt voor en achter op dezelfde wijze.
Aanbrengen van een dakpaneel
Bevestigen van de pallen
12
Toegang tot de auto
Ontgrendelen van de pallen
Om de achterste pallen (B) in de open stand te bevestigen, dient u aan de pallen te trekken en ze een kwartslag te draaien. De pallen blijven dan in deze positie zitten. Voor de pallen (A) aan de voorkant moet u aan de pallen blijven trekken tot deze de open positie bereiken.
De pallen vergrendelen
Om de achterste pallen (B) los te maken en in de vergrendelde positie te zetten, moet u de pallen een
kwartslag draaien en hun beweging begeleiden. Aan de pallen (A) aan de voorkant hoeft u slechts te trekken en ze dan weer los te laten, om de vergrendelde positie te bereiken.
Plaatsen van het dakpaneel
Plaats het dakpaneel aan één zijde van de auto.
Zorg ervoor dat het paneel in de juiste richting is geplaatst: de witte etiketten (1) moeten naar de voorzijde van de auto zijn gericht.
De pennen bevestigen en vergrendelen
2
Op de dakbogen van de auto zijn openingen voor pennen aangebracht.
Zorg ervoor dat de vergrendelingen in de geopende stand (1) staan en plaats vervolgens de pennen (2) van het paneel in de openingen (3) op de bogen voor en achter aan de desbetreffende zijde.
13
Toegang tot de auto
14
Draai het paneel zodat de pennen (1) in de openingen (2) op de boog komen.
Als de 2 paar pennen in de openingen zijn geplaatst,
druk dan op het paneel om het op de bogen te houden.
Vergrendel het paneel aan de binnenkan t v an de auto op iedere hoek, door pal (A) en (B) in de vergrendelpositie te plaatsen.
Zodra de 2 pallen zijn vergrendeld, rol dan het
paneel over de bogen naar de andere zijde van de auto.
Ga naar de andere zijde van de auto, plaats de andere pennen van het pan eel in de openingen. Zodra het paneel correct is geplaatst, moeten de pallen worden vergrendeld.
Toegang tot de auto
Zodra het paneel is beveiligd en de pallen zijn vergrendeld, is het noodzakelijk om alle riemen van de panelen in het midden te bevestigen, door deze aan de bogen van de auto te bevestigen.
Controle voor vertrek
Controleer, om er zeker van te zijn dat de panelen tijdens het rijden op hun plaats blijven en dat de riemen en pallen correct zijn vastgemaakt.
Verwijderen van een dakpaneel
Maak de riemen in het midden van ieder paneel los. Druk daarna met uw hand op een van de 4 hoeken van het dakpaneel om deze omhoog te tillen en open alle pallen. Rol de canvas gedurende het verdere verloop op. Voer dezelfde handelingen uit bij he t andere dakpaneel als u dit ook wilt verwijderen.
Opbergen van een dakpaneel
Er is een mogelijkheid om het opgerolde dakpaneel uit één stuk onder het deksel in de bagageruimte op te bergen. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het deksel in de bagageruimte en met name over het openen ervan.
Het losmaken en bevestigen van het dakpaneel mag uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto.

Ruiten vóór

2
Draai de schroeven (1) aan de binnenkant van het portier los en verwijder de ontgrendelde ruit door deze omhoog te trekken (2).
15
Toegang tot de auto
Voer de handelingen in omgekeerde volgorde uit om de ruit weer te plaatsen. U kunt de ruit ook oprollen door deze aan beide zijden los te ritsen (1) en bovenaan met de desbetreffende riemen (2) vast te zetten. Als de riemen niet worden gebruikt, kunnen ze als handgrepen dienen.

Achterruit

16

Zijruiten achter

Maak altijd het achterste dakpaneel los alvorens de zijruiten te verwijderen.
Verwijder de schroeven (1) aan de binnenkant en verwijder de zijruiten door deze omhoog te trekken (2). Voer de handelingen in omgekeerde volgorde uit om de zijruit weer aan te brengen.
Maak om de achterruit te verwijderen de drukknopen (1) los en rits vervolgens de achterruit (2) van rechts naar links los.
Om het risico op scheuren te voorkomen adviseren wij om de achterruit op te tillen of te verwijderen wanneer u de onderdelen aan de voorkant omhoog tilt of verwijderd (daken, ruiten of achterruiten).
Toegang tot de auto
Rits de achterruit altijd van rechts naar links los.
Voer deze handelingen in omgekeerde volgorde uit om de achterruit weer aan te brengen.
U kunt de achterruit ook omhoogrollen door de drukknopen (1) los te maken, de achterruit aan beide zijden los te ritsen (2) en deze aan de bovenzijde vast te zetten met de daarvoor bestemde riemen (3) in het interieur.

Achterklep

Openen van de achterklep
De achterklep van uw E-MEHARI kunt u openen door op de handgreep (1) ter hoogte van het logo op de achterklep te drukken.
Als de achterklep is geopend, kan deze met maximaal 100 kg worden belast.
Sluiten van de achterklep
2
- Beweeg de achterklep omhoog tot de aanslag.
- Druk krachtig op de buitenzijde van de achterklep om deze te sluiten.
Controleer nadat u de achterklep omhoog hebt bewogen of deze goed is gesloten en vergrendeld, zodat de klep niet tijdens het rijden open kan vallen. Tijdens het rijden moet de achterklep altijd gesloten zijn. Gebruik de achterklep niet om uitstekende voorwerpen vast te klemmen of te ondersteunen.
17
Toegang tot de auto

Hardtop

Hardtop
18

Verwijderen van een dakpaneel

Het dakpaneel aan de voorkant verwijderen
Verwijder de bevestigingslipjes terwijl een ander persoon het dak van de buitenkant vasthoudt.
Til eerst het achterste deel (1) omhoog, dan het voorste deel (2) van het paneel en verwijder deze volledig.
Het dakpaneel aan de achterkant verwijderen
Verwijder de bevestigingslipjes terwijl een ander persoon het dak van de buitenkant vasthoudt.
Til het dak omhoog en verwijder deze volledig.
Om eventuele krassen op de auto te voorkomen, tijdens het verwijderen van de dakpanelen, moet u ervoor zorgen dat alle schroeven en bevestigingslipjes zijn verwijderd voordat u de dakpanelen omhoog tilt.
Weer monteren: v oer de handelingen in omgek eerde volgorde uit om de dakpanelen weer aan te brengen. De bevestigingslipjes moeten aan het dakpaneel worden vastgeschroefd en in de uitsparing van de stijlen van de auto klemmen.
Toegang tot de auto
Controle voor vertrek
Om ervoor te zorgen dat de panelen correct zijn bevestigd tijdens het rijden, dient u te controleren of ieder paneel correct geplaatst en bevestigd is.

Ruiten vóór

Zijruiten achter

Verwijderen
2
Draai de twee schroeven (1) aan de binnenkant van het portier los en verwijder de losgeschroefde ruit door deze omhoog te trekken (2).
Voer deze handelingen in omgekeerde volgorde uit om de ruit weer aan te brengen.
Verwijder in het interieur de schroeven (1) aan de onderzijde en verwijder de zijruit door deze omhoog te trekken (2).
De ruiten van de hardtop kunnen in verschillende standen worden gezet. U kun t 5 standen selecteren.
19
Toegang tot de auto
Monteren
20
Laat de zijruit tegen de auto leunen in de positie van de buitenkant van de auto, til de ruit een paar centimeter op en schuif deze omlaag totdat u voelt dat de ruit contact met de pennen (3) maakt. Zodra de achterruit is geplaatst, dient u de schroeven weer in het onderste deel van de ruit aan te brengen, aan de binnenkant van de auto.

Achterruit

Het wordt aanbevolen om de achterruit altijd
met 2 personen te verwijderen en plaatsen.
Open om de achterruit van de hardtop te verwijderen eerst de achterklep.
De ene persoon houdt de ruit vast en de andere persoon draait de 6 schroeven in de auto los;
2 schroeven links, 2 schroeven bovenin en 2 schroeven rechts.
Zodra de schroeven zijn verwijderd, stapt de persoon in de auto uit om de tweede persoon te helpen om aan het onderste deel naar achteren te trekken terwijl de ruit licht omhoog wordt getild.
Beweeg als het geheel loskomt de achterruit omhoog om deze volledig te verwijderen. Voer deze handelingen in omgekeerde volgorde uit om de achterruit weer aan te brengen.
Achterklep en achterruit
Openen
Wanneer de achterklep in de geopende stand (1) staat, kunt u de achterruit openen (2).
Afsluiten
Sluit voorzichtig de achterruit (1) en beweeg de achterklep omhoog. Druk krachtig op de buitenzijde van de achterklep om deze te sluiten.
Controleer nadat u de achterklep omhoog hebt bewogen of deze goed is gesloten en vergrendeld, zodat de klep niet tijdens het rijden open kan vallen. Tijdens het rijden moet de achterklep altijd gesloten zijn. Gebruik de achterklep niet om uitstekende voorwerpen vast te klemmen of te ondersteunen.
Toegang tot de auto
2
Het wordt aanbevolen om de verwijderde onderdelen op een veil ige pla ats op te bergen om ze in een goede conditie te houden.
21
Ergonomie en comfort

Verstellen van de bestuurdersstoel en de passagiersstoel

Laat geen kinderen zonder toezicht acht er in de auto. Kinderen kunnen schakelaars, hendels enzovoort bedienen. Kinderen die alleen in de auto zijn achtergelaten, kunnen ernstige ongev allen veroorzaken.
Stel de veiligheidsgordels af. Veiligheidsgordels werken beter als de passagier zo ver mogelijk achter op de stoel zit, met zijn rug tegen de rugleuning.
Verstellen van de stoel in lengterichting
Laat de hendel los om de stoel in deze positie te blokkeren. Schuif na het afstellen de stoel lichtjes naar voren en naar achteren om te controleren of de stoel correct geblokkeerd is.
Stel de stoelen alleen af als de auto stilstaat: tijdens het rijden zouden de stoelen onverwachts ontregeld kunnen rak en waardoor u de controle over de auto zou kunnen verliezen.
Raak tijdens het afstellen van de stoel de bewegende delen niet aan om e v ent ueel le tsel en/of beschadiging van de auto te voorkomen.
De hoogte van de zitting afstellen
Bedien de hendel om de achterzijde van de zitting te verhogen of verlagen om het rijcomfort te verbeteren.
Afstellen van de rugleuning
Hoek van de rugleuning in achterwaartse richting verstellen: draai de knop naar achteren. Rechtop zetten van de rugleuning: draai de knop naar voren.
22
Houd de hendel omhoog en schuif de stoel naar voren of naar achteren tot de gewenste positie is bereikt.
Ergonomie en comfort
Rijd niet met de rugleuning in een te schuine stand; het schoudergedeelte van de veiligheidsgordel ligt dan nie t goed aa n t egen het lichaam. Als de rugleuning in een te schuine stand staat, neemt het risico van ernstig letsel toe. Tijdens een aanrijding kunt u tegen de gordel worden geslingerd en gewond rak en aan uw hals of andere ernstige of dodelijke verwondingen oplopen. Als de rugleuning van de stoel in een te schuine stand staat, is ook het risico groter dat u naar voren wordt geslingerd en onder het heupgedeelte van de gordel glijdt, waardoor ernstig inwendig letsel kan ontstaan.
De rugleuning van de stoel moet in een verticale positie staan om goed beschermd te zijn tijdens het rijden. Ga altijd zo ver mogelijk achter op de stoel zitten zodat het heupgedeelte van de gordel u bij een aanrijding optimaal kan beschermen. Het is niet toegestaan te rijden met de rugleuning van de stoel in de "slaapstand". Stel de stoel correct af: de rugleuning mag niet schuiner staan dan nodig is voor uw comfort.
Probeer na de afstelling de rugleuning van de stoel lichtjes naar voren en achteren te bewegen om te controleren of de rugleuning correct geblokkeerd is.

Hoofdsteunen vóór

Verstellen van de hoofdsteun vóór:
- Trek de hoofdsteun omhoog om deze hoger te zetten.
- De hoofdsteun verwijderen: trek de hoofdsteun omhoog terwijl u de nok ingedrukt houdt.
- De hoofdsteun terugzetten: steek de pennen recht in de openingen van de rugleuning.
- Houd de pal ingedrukt en druk gelijktijdig op de hoofdsteun om de hoofdsteun lager te stellen.
Stel de hoofdsteun nooit tijdens het rijden af. Rijden zonder hoofdsteunen is ten strengste verboden.
Controleer alvorens te gaan rijden of alle hoofdsteunen aanwezig zijn en correct zijn afgesteld.
Toegang tot de achterzitplaatsen
De achterbank van uw E-MEHARI bereiken: trek aan een van de hendels van de voorstoelen.
Klap de stoel vervolgens naar voren om toegang te krijgen tot de achterbank van uw E-MEHARI.
Terugzetten van de stoel in de normale stand: beweeg de stoel naar achteren tot de oorspronkelijke stand. Controleer voordat u gaat rijden of de stoel goed is vergrendeld.
3
23
Ergonomie en comfort

Neerklapbare achterbank

Uw E-MEHARI is gehomologeerd voor het vervoer van 4 personen. De tweezitsachterbank is neerklapbaar. Alleen de rugleuning kan worden neergeklapt, de zitting kan niet worden opgeklapt.
Uw E-MEHARI is in Europa gehomologeerd voor het vervoer van maximaal 4 personen: de bestuurder en drie passagiers. Het is niet toegestaan meer dan twee personen te vervoeren op de achterbank. Uw E-MEHARI is voorzien van
2 veiligheidsgordels achter.
Extra passagiers die geen veiligheidsgordel dragen, kunnen bij een ongeval ernstig of dodelijk gewond raken, o f andere inzittenden van de auto letsel t oebrengen.
Werking
Trek aan de knoppen (1) aan beide zijden van de bank om de pallen (2) te ontgrendelen.
Klap de rugleuning van de achterbank (3) naar voren.
Afstellen van de hoofdsteunen van de achterbank
- Hoger zetten van de hoofdsteun: trek de hoofdsteun omhoog tot de gewenste positie is bereikt.
- Lager zetten van de hoofdsteun: duw de hoofdsteun omlaag tot de gewenste positie is bereikt.
Stel de hoofdsteun nooit tijdens het rijden af.
Let op: zorg ervoor dat de veiligheidsgordels niet klem kunnen komen te zitten en plaats de gespen van de gordels op de juiste wijze alvorens de rugleuning neer of terug te klappen.

Stuurwiel (verstellen)

Het stuurwiel van uw E-MEHARI is in hoogte en diepte verstelbaar.
Verstel het stuurwiel niet tijdens het rijden: hierdoor zou u de macht over het stuur kunnen verliezen en een ongeval veroorzaken.
24
Loading...
+ 58 hidden pages