Cineversum BarcoGraphics 6300 Owners Manual [nl]

BARCO PROJECTION SYSTEMS
Datum: 14072000
GRAPHICS
6300
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Rev. : 06
Artikelnummer :
R5975879N
Federal Communicatien Commission (FCC-verklaring; geldt enkel voor de VS)
Deze apparatuur werd getest en beantwoordt aan de eisen voor een digitaal toestel, klasse B, in overeenstemming met hoofdstuk 15 van de FCC-reglementering. Deze eisen werden opgesteld om een bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie, wanneer het toestel in een commerciële omgeving gebruikt wordt. Het toestel genereert en gebruikt radiofrequentie-energie. Indien het toestel niet geïnstalleerd en gebruikt wordt in overeenstemming met de instructies in deze handleiding, kan er interferentie optreden die storend kan zijn voor radio­en televisieontvangst. Het gebruik van dit toetel in een woongebied kan leiden tot schadelijke interferentie. In dat geval zal de gebruiker verzocht worden om de interferentie op zijn eigen kosten te corrigeren.
Instructies voor de gebruiker:
Indien dit toestel toch interfereert met radio- of televisieontvangst, kan de gebruiker proberen om de interferentie te corrigeren door een of meer van de onderstaande maatregelen te nemen:
- D ontvangstantenne voor radio of televisie anders richten.
- Het toestel verplaatsen ten opzichte van de ontvanger.
- Het toestel in een ander stopcontact steken zodat het toestel en de ontvanger op een verschillend circuit zijn aangesloten.  De kabelconnectoren aan de kabels vastmaken door middel van schroeven.
Opmerking:
Het is verplicht om afgeschermde kabels te gebruiken om te voldoen aan de beperkingen vermeld in Hoofdstuk 15 van de FCC-reglementering en aan de norm EN55022.
Door het voortdurende onderzoek dat wij voeren, kan de informatie in deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden.
Opgesteld door BARCO NV, December 1998. Alle rechten voorbehouden.
Handelsmerken zijn het eigendom van de respectievelijke eigenaars.
BARCO n.v./Projection Systems
Noordlaan 5 B-8520 Kuurne Belgium Tel : +32/56/368211 Fax : +32/56/351651 E-mail : sales.bps@barco.com Bezoek Barco op het web : http://www.barco.com
Gedrukt in België
Inhoudstafel
UITPAKKEN EN AFMETINGEN .............................................. 1-1
Uitpakken ................................................................................... 1-1
Afmetingen van de projector ...................................................... 1-1
De batterijen in de afstandsbediening plaatsen ........................ 1-2
RICHTLIJNEN VOOR DE INSTALLATIE ............................... 2-1
Richtlijnen voor de Installatie ..................................................... 2-1
* Omgeving ................................................................................. 2-1
* De omgeving controleren ........................................................ 2-1
* Omgevingslicht ........................................................................ 2-1
* Welk type scherm? .................................................................. 2-2
* Welke beeldformaat? Hoe groot moet het beeld zijn? ............ 2-2
* Waar moet de projector geïnstalleerd worden? ..................... 2-2
* Hoe een lens installeren? ........................................................ 2-3
PLAATS EN FUNCTIE VAN DE CONNECTOREN EN
BEDIENINGSELEMENTEN ...................................................... 3-1
Frontpaneel ................................................................................ 3-1
Bron- & Stroomaansluitingen ..................................................... 3-1
Communicatieaansluitingen ....................................................... 3-2
Bedieningspaneel ....................................................................... 3-2
a. Lokaal toetsenbord ................................................................ 3-2
b. Afstandsbediening .................................................................. 3-3
OPSTELLING ............................................................................ 4- 1
Opstelling van de projector ........................................................ 4-1
AANSLUITINGEN ..................................................................... 5 -1
Aansluiten van de stroom .......................................................... 5-1
Wisselstroomkabel ..................................................................... 5-1
Zekeringen ................................................................................. 5-1
Aanschakelen............................................................................. 5-1
Zekeringen ................................................................................. 5-1
Gebruiksduur van de lamp ........................................................ 5-2
Waarschuwing m.b.t. de gebruiksduur van de lamp ................ 5-2
Overschakelen naar Stand-by .................................................. 5-2
Uitschakelen ............................................................................... 5-2
Aansluitingen .............................................................................. 5-2
5-kabel ingang (slot 1) ............................................................... 5-3
Computeringang/Monitoruitgang ................................................ 5-4
Video-ingang ............................................................................... 5-4
S-Video-ingang ........................................................................... 5-5
Seriële Digitale Ingang / Seriële Digitale Uitgang ....................... 5-5
IEEE1394-interface .................................................................... 5-6
Communicatieverbindingen ....................................................... 5-6
RS232 in / RS232 uit .................................................................. 5-6
Communicatiepoort voor communicatie met randapparatuur .. 5-7
Geluid ......................................................................................... 5 -7
BEDIENING ............................................................................... 6-1
Gebruik van de afstandsbediening ........................................... 6-1
Projectoradres ........................................................................... 6-2
Gemeenschappelijk adres ......................................................... 6-2
Het projectoradres opvragen .................................................... 6-2
Programmeren van een adres in de afstandsbediening .......... 6-2
Beeldafregelknoppen met directe toegang ................................ 6-2
Geluidsafregelknoppen met directe toegang ............................ 6-3
De Pauzetoets ........................................................................... 6-3
De Selectietoets ......................................................................... 6-4
DE AFREGELMODUS OPSTARTEN...................................... 7- 1
Afregelmodus ............................................................................. 7-1
AUTO IMAGE ............................................................................ 8-1
Auto Image ................................................................................. 8-1
Instellen ...................................................................................... 8-1
AFREGELMODUS MET DIRECTE TOEGANG ..................... 9 -1
Opstarten van de afregelmodus met directe toegang .............. 9-1
Bestandsbeheer ......................................................................... 9-2
Een bestand laden ..................................................................... 9-2
Een bestand bewerken .............................................................. 9-3
De naam van een bestand wijzigen .......................................... 9-5
Een bestand kopiëren ................................................................ 9-5
Een bestand wissen................................................................... 9-5
Bestandsopties .......................................................................... 9-6
Afregelen van het beeld ............................................................. 9-6
Kleurtemperatuur ....................................................................... 9-7
Gamma ....................................................................................... 9-7
EBU/IRE-decodering .................................................................. 9-7
Dynamische kleurdiepte ............................................................ 9-8
Ruisonderdrukking ..................................................................... 9-8
Kleurbalans ................................................................................. 9-8
Afregelen van het geluid ............................................................ 9-9
Volume, balans, lage tonen en hoge tonen ............................... 9-9
Mute ............................................................................................ 9-9
Fade............................................................................................ 9-9
Mode [stereo]/[mono] ............................................................... 9-10
Video - Audio lock .................................................................... 9-10
Geometrie ................................................................................. 9-10
Verplaatsen .............................................................................. 9-11
Trapeziumcorrectie .................................................................. 9-11
Beeldonderdrukking ................................................................. 9-12
Beeldformaat [4:3]/[16:9] .......................................................... 9-13
Opties ....................................................................................... 9-13
INSTALLATIEMODUS ............................................................ 10-1
Opstarten van de Installatiemodus ......................................... 10-1
Ingangen ................................................................................... 10-1
Geen signaal ............................................................................ 10-2
Lensinstellingen ........................................................................ 10-2
Zoom/Focus/Shift ..................................................................... 10-2
Positie van het tekstkader ....................................................... 10-3
Sneltoetsen ............................................................................... 10-3
Opstartmodus .......................................................................... 10-3
800-Randapparatuur ................................................................ 10-4
Selectie van de uitgangsmodule .............................................. 10-4
Infraroodcommunicatie ............................................................ 10-4
Opstelling .................................................................................. 10-4
OSD-kleur (On-Screen Display) ............................................. 10-4
Interne Patronen (testbeelden)................................................ 10-5
Overschakelmodus ................................................................. 10-5
DE SERVICE-MODUS ............................................................. 11-1
De Service-modus opstarten .................................................. 11-1
Identificatie ................................................................................ 11-2
Het wachtwoord wijzigen ......................................................... 11-3
Hoe de wachtwoordfunctie activeren en deactiveren? .......... 11-3
Hoe uw wachtwoord veranderen ? ......................................... 11-3
De taal wijzigen ........................................................................ 11-3
Het projectoradres wijzigen ..................................................... 11-3
Projectoradres ......................................................................... 11-3
Gemeenschappelijk adres ....................................................... 11-4
De communicatiesnelheid wijzigen .......................................... 11-4
De gebruiksduur van de lamp resetten ................................... 11-4
Overzicht van de gebruiksduur van de lamp ......................... 11-4
Dimmen .................................................................................... 11-5
BARCO-logo ............................................................................. 11-5
Paneelinstellingen ..................................................................... 11-5
Uniformiteit ................................................................................ 11-6
Instellen van de kleurbalans .................................................... 11-6
I2C-diagnose ............................................................................ 11-6
CONFIGURATIEBESTANDEN VOOR
STANDAARDBRONNEN ......................................................... A-1
LENZEN ........................................................................................ 1
Procedure voor het reinigen van de lenzen ................................. 1
Lenzen ........................................................................................... 2
BRONNUMMERS 81 - 86 EN 91 - 96 ..................................... C- 1
Projector zonder 800-randapparatuur ..................................... C -1
Projector met 800-randapparatuur 800 .................................... C- 1
Bronnummers 91 - 99 ............................................................... C-1
Bronnummers 81 - 86 ............................................................... C-2
i-1
5975879N BARCOGRAPHICS 6300 14072000

Uitpakken en Afmetingen

1
234
5
379
T
1
UITPAKKEN EN AFMETINGEN
Uitpakken
Om de strips te openen, trek aan de clip zoals afgebeeld op de eerste tekening.
Pull
Haal de projector uit de doos en plaats hem op een tafel.
Bewaar de originele doos en verpakking. U heeft die nodig wanneer u uw projector wilt vervoeren. Om uw projector zo goed mogelijk te beschermen, moet u uw projector inpakken zoals dit oorspronkelijk in de fabriek gebeurd is.
Inhoud van een volledige doos:
- 1 BARCOGRAPHICS 6300 (gewicht ± 17 kg)
- 1 afstandsbediening + 2 batterijen
- 1 elektrische kabel met stekkers van het type CEE7
- 1 gebruikershandleiding
- 1 handboek met veiligheidsinstructies
o open
Afmetingen van de projector
(eenheid: mm)
25.4 mm = 1"
46
82.7 211.4 169.5
124.1
184.4
60
43
148.9
526.8
380.6
139.6 14
124.4
42
368.7
371.2
152.6
202.4
187.2
53.5 29.6
107.5
6
152.6
53.5
120.2
245.1
217.2
147.8
97.6
min 12
max 24
5975879N BARCOGRAPHICS 6300 29022000
1-1
Uitpakken en Afmetingen
De batterijen in de afstandsbediening plaatsen
De afstandsbediening is verpakt samen met twee baterijen. Voor u deafstandsbediening gebruikt, moet u eerst deze twee batterijen installeren.
1 Verwijder het batterijdekseltje aan de achterkant door het lipje lichtjes naar de onderkant van de afstandsbediening te duwen. 2 Hef tegelijkertijd de bovenkant van het dekseltje op. 3 Plaats de nieuwe batterijen zoals vermeld staat op de afstandsbediening. 4 Plaats het batterijdekseltje terug.
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
Om de batterijen te vervangen: 1 Verwijder het batterijdeksel aan de achterzijde door het lipje lichtjes naar de onderkant van de afstandsbediening te duwen. 2 Hef tegelijkertijd de bovenkant van het deksel op. 3 Druk de "+"-pool van de batterij in de richting van de "-"-pool. 4 Haal tegelijkertijd de batterij uit de afstandsbediening. 5 Doe hetzelfde voor de tweede batterij. 6 Plaats de nieuwe batterijen zoals vermeld op de afstandsbediening (batterijtype AA of LR6 of gelijkaardig). 7 Plaats het batterijdekseltje terug.
Opmerking (enkel van belang indien er meer dan een projector in de zaal geïnstalleerd is):
1. Het gemeenschappelijke adres kan nul (0) of één (1) zijn. De afstandsbedieningen zijn standaard ingesteld op het adres nul. Om het gemeenschappelijke adres van de afstandsbediening te wijzigen, neemt u contact op met een BARCO-servicecentrum. Het projectoradres moet in de afstandsbediening geprogrammeerd worden, zie hoofdstuk '"Bediening'.
2. Het projectoradres moet opnieuw geprogrammeerd worden, telkens de batterijen worden vervangen, aangezien de afstandsbediening altijd automatisch naar het gemeenschappelijke adres terugkeert.
1-2
5975879N BARCOGRAPHICS 6300 29022000

Richtlijnen voor de installatie

2
RICHTLIJNEN VOOR DE INSTALLATIE
Lees de veiligheidsvoorschriften voor u met de installatie begint.
Richtlijnen voor de Installatie
Het zorgvuldig in acht nemen van zaken zoals het beeldformaat, het omgevingslicht, de plaats van de projector en het gebruikte schermtype, is uiterst belangrijk voor een optimaal rendement van het projectiesysteem.
Max. omgevingstemperatuur: 40 °C. Min. omgevingstemperatuur: 0 °C. De projector werkt niet als de omgevingstemperatuur buiten dit bereik valt (0°C- 40°C).
* Omgeving
Installeer het projectiesysteem niet op een plaats dicht bij warmtebronnen zoals radiatoren of ventilatiekokers of op een plaats waar er direct zonlicht en overmatig veel stof is of waar er een hoge luchtvochtigheid is. Vergeet niet dat de warmte in de kamer naar het plafond stijgt, controleer dus of de temperatuur vlak bij de installatie niet te hoog is.
* De omgeving controleren
Waarschuwing: Voorzorgen tegen schadelijke luchtverontreiniging
Bij het monteren van een projector moet u er altijd voor zorgen dat een vrije circulatie van zuivere lucht in de ventilatie-openingen van de projector mogelijk is. Wanneer de projector geïnstalleerd wordt in een omgeving waar er zich verontreinigende stoffen in de lucht bevinden, veroorzaakt door bijv. rookmachines en dergelijke (er ontstaat zo een dunne laag vet op de interne optische onderdelen en op de elektronische beeldvormende oppervlakken van de projector, waardoor de beeldkwaliteit word aangetast), is het ten zeerste aanbevolen om deze verontreinigende elementen te laten verwijderen voor zij de aanvoer van zuiver lucht naar de projector kunnen verontreinigen. Toestellen of systemen die de lucht zuiveren of die de verontreinigende deeltjes uit de buurt van de projector houden, zijn onontbeerlijk. Indien deze oplossing niet haalbaar is, moeten er maatregelen genomen worden om de projector in een zuivere omgeving te kunnen laten werken.
Gebruik uitsluitend de door de fabrikant aanbevolen reinigingskit. Deze is namelijk speciaal ontworpen voor het reinigen van optische onderdelen. Gebruik nooit sterke industriële schoonmaakmiddelen voor de opto-elektronische componenten van een projector, aangezien die de optische lagen zullen aantasten en de gevoelige opto-elektrische componenten zullen beschadigen. Indien er niet voldoende voorzorgen worden genomen om de projector te beschermen tegen de gevolgen van hevige en langdurige luchtverontreiniging, zal er uiteindelijk zware en onomkeerbare schade veroorzaakt worden aan de optische onderdelen. Indien dat gebeurt, is het niet langer voldoende om de interne optische componenten te reinigen. Schade van die aard wordt in geen geval gedekt door de waarborg van de fabrikant en kan ertoe leiden dat de waarborg vervalt. In dat geval is de klant alleen verantwoordelijk voor de eventuele herstelkosten. Het is de verantwoordelijkheid van de klant om ervoor te zorgen dat de projector te allen tijde beschermd is tegen schadelijke gevolgen veroorzaakt door schadelijke deeltjes in de lucht op de plaats waar de projector zich bevindt. De fabrikant houdt zich het recht voor om herstelling te weigeren indien de projector opzettelijk verwaarloosd werd of indien de projector verkeerd gebruikt werd.
* Omgevingslicht
Het omgevingslicht in een kamer bestaat uit rechtstreeks en onrechstreeks zonlicht en de lichtbronnen in de kamer. De hoeveelheid omgevingslicht bepaalt de helderheid van het beeld. Zorg er daarom voor dat het licht niet rechstreeks op het scherm valt. Vensters die tegenover het scherm liggen, moeten tijdens de projectie afgedekt worden met ondoorzichtige gordijnen. Het is wenselijk om het projectiesysteem in een kamer te plaatsen waarvan de muren en de vloer uit niet-reflecterend materiaal bestaan. Het gebruik van ingebouwde plafondlichten en van een systeem om deze lichten te dimmen tot een aanvaardbaar niveau, is ook aanbevolen. Te veel omgevingslicht doet het geprojecteerde beeld vervagen, daardoor is er minder contrast tussen de donkerste en de lichtste delen van het beeld. Met een groter scherm, wordt deze vervaging ("wash­out") nog erger. Als algemene regel geldt dat u de kamer moet verduisteren tot er net voldoende licht is om op een comfortabele manier te kunnen lezen en schrijven. Het gebruik van spots is wenselijk zodat de lichtinval tot een aantal plaatsen beperkt wordt en er minder interferentie is met het scherm.
5975879N BARCOGRAPHICS 6300 21112000
2-1
Richtlijnen voor de installatie
* Welk type scherm?
Er zijn twee grote categorieën van schermen die voor projectie worden gebruikt, nl. schermen voor frontprojectie en schermen gebruikt voor retroprojectie. De schermen worden geklasseerd volgens de hoeveelheid licht die ze reflecteren (of doorlaten in geval van retroprojectie) wanneer een bepaalde hoeveelheid licht naar de schermen wordt geprojecteerd. De reflectiewaarde (GAIN) van een scherm is de term die daarvoor wordt gebruikt. Zowel de frontschermen als de retroschermen worden volgens de reflectiewaarde geklaseerd. De reflectiewaarde van schermen gaat van een wit mat scherm met een reflectiewaarde van 1 (x1) tot een scherm van geborsteld aluminium met een reflectiewaarde van 10 (x10) of meer. De keuze tussen schermen met grotere of kleinere reflectiewaarde hangt vooral af van uw persoonlijke voorkeur en van de kijkhoek. Bij het kiezen van een scherm moet u nagaan waar de kijkers zich zullen bevinden. U moet dan het scherm nemen met een zo hoog mogelijke reflectiewaarde. Een scherm met een hoge reflectiewaarde geeft een helderder beeld maar beperkt de kijkhoek.
Voor meer informatie over schermen, neem contact op met uw schermleverancier.
* Welke beeldformaat? Hoe groot moet het beeld zijn?
De projector is ontworpen voor het projecteren van beelden (video) van 1,00m tot 6,00m met een hoogte-/breedteverhouding van 4 op
3.
Screen width
* Waar moet de projector geïnstalleerd worden?
Enkel wanneer de lens zich in nominale positie bevindt.
Betekenis van de afkortingen op de tekeningen
B = Afstand tussen het plafond en de bovenkant van het scherm of tussen de vloer en de onderkant van het scherm.
A = Correctiewaarde, afstand tussen de onderkant van de projector (zonder pootjes) en het midden van de lens. Deze waarde moet van B worden afgetrokken om de juiste installatieplaats te bekomen. (Waarde A is een vaste waarde voor alle schermbreedtes en lenstypes A = 124,1 mm )
CD = Totale afstand tussen de projector en het plafond of tussen de projector en de vloer.
SW = Schermbreedte
SH = Schermhoogte (beeldhoogte)
PD = Projectorafstand, afstand tussen scherm en projector.
Compatibiliteit van de ingangen en het computer-videoformaat:
Enkele voorbeelden:
VIDEO en S-VIDEO COMPONENT VIDEO RGB ANALOOG met STANDAARD SYNC (SYNC OP GROEN of APARTE SYNC) RGB ANALOOG met Trilevel SYNC (SYNC OP GROEN of APARTE SYNC) VGA : 640 x 480 pixels MAC : 640 x 480 pixels Super VGA : 800 x 600 pixels XGA : 1024 x 768 pixels bronnen tot 1280 x 1024 pixels Bronnen met een pixelklok < 135 MHz
Het lenstype bepalen
a) Bepaal de gewenste schermbreedte.
b) Bepaal waar de projector zich ongeveer zal bevinden in de
projectieruimte ten opzichte van het scherm en meet de afstand projector-scherm (PD).
c) Gebruik de lensformules in bijlage B om de beste PD te vinden
ten opzichte van de gemeten afstand projector-scherm voor de gewenste schermbreedte.
2-2
Zo wordt de gewenste lens bekomen (het bestelnummer wordt opgegeven in de tabel in dezelfde bijlage B). Volg de installatie­procedure voor de projector zoals in de handleiding wordt beschreven.
5975879N BARCOGRAPHICS 6300 21112000
Richtlijnen voor de installatie
Screen
PD
B
Floor
Projector
CD
A’
SH
Optical axis projection lens
SH
SW
SIDE VIEW
BACK VIEW
Screen
TOP VIEW
SW
Floor
OFF-Axis opstelling
SH
Screen
B
SW
Screen
Optical axis projection lens
SH
SIDE VIEW
PD
Floor
TOP VIEW
SW
BACK VIEW
ON-Axis opstelling
CD = B - A
CD = B - A
Projector
A
CD
Floor
* Hoe een lens installeren?
De projector wordt geleverd zonder lens. De onderstaande lenzen zijn beschikbaar of komen beschikbaar (contacteer een Barco-service-center) als optie:
QFD(1.27:1) R9840400 QFD(2.5:1) R9840290 QFD(1.4-2.1:1) R9840380 QFD(2.1-3.0:1) R9840390 QGD(3.5-4.5:1) R9840060 QFD(4.5-6.0:1) R9840100 QFD(7:1) R9840410
5975879N BARCOGRAPHICS 6300 21112000
2-3
Richtlijnen voor de installatie
Monteren van een lens
1. Haal de lens uit de verpakking.
2. Open het lensdeksel van de projector door het omhoog te brengen en neem het vervolgens af. beeld 1
3. Open beide lenssloten (B) door ze achteruit te trekken. Ontgrendel eerst het lipje (A) door het naar voor te trekken. beeld 2
4. Plaats de lens op de lenshouder.
5. Bevestig de lens door beide sloten opnieuw te sluiten (B) tot ze stevig vastzitten. beeld 3
6. Steek de draden van de motor in de connector (C). beeld 3
7. Plaats het lensdeksel terug. beeld 4
Beeld 1
Beeld 3
Beeld 2
Beeld 4
2-4
5975879N BARCOGRAPHICS 6300 21112000

Plaats en functie van de connectoren en bedieningselementen

3
PLAATS EN FUNCTIE VAN DE CONNECTOREN EN BEDIENINGSELEMENTEN
Frontpaneel
De connectoren op het frontpaneel kunnen opgesplitst worden in 'Bron- & stroomaansluitingen' en 'Communicatieaansluitingen'.
Bron- & Stroomaansluitingen
23
1
VIDEO
R
GBH/CV
S-VIDEO
7
45
43
SDI
SDO
COMPUTER
1
6
6
IEEE 1394
5
TRIG
MOUSE
2
MONITOR
89
RS232 IN RS232 OUT
AUDIO IN AUDIO IN AUDIO IN
A
10
COMM. PORT
RC
CB
AUDIO OUT
11
1 Video-ingang: 1cinch- of 1 BNC-connector, geen doorlussing.
2 Stroomschakelaar: '1' = aan, '0' = uit
3 Stroomconnector: automatisch spanningsbereik van 90 tot 240 Vac
4 S-Video
5 SDI en SDO : seriële digitale ingang en doorlussing, 2 BNC-connectoren
6 IEEE 1394 : nog niet geïmplementeerd.
7 5-kabelingang: kan softwarematig ingesteld worden op Video, S-Video, RGB analoog of Component Video.
8 Computeringang
9 Monitoruitgang: de monitor van uw computer kan aangesloten worden op deze uitgang indien uw computer aangesloten
is op de computeringang.
10 Audio-ingangen: 3 audio-ingangen. Elke audio-ingang kan geassocieerd worden met een willekeurige geluidsbron.
11 Audio-uitgang
3-1
5975879N BARCOGRAPHICS 6300 14072000
Communicatieaansluitingen
VIDEO
Plaats en functie van de connectoren en bedieningselementen
8
7
RC
S-VIDEO
12 3 456
43
SDI
SDO
5
IEEE 1394
6
TRIG
RS232 IN RS232 OUT
MOUSE
COMM. PORT
10
9
GBH/CV
R
MONITOR
2
COMPUTER
1
AUDIO IN AUDIO IN AUDIO IN
A
CB
AUDIO OUT
1 TRIG: 5V-uitgangsspanning wanneer de projector aan staat.
2 MOUSE: deze muisuitgang moet verbonden worden met de muisingang van een computer. De computer kan dan bediend
worden vanaf de Executive Remote Control (Master afstandsbediening).
3 RS232-ingang : om communicatie met een externe computer mogelijk te maken, bv. met een IBM PC of compatibel, een
Macintosh, etc.
4 RS232-uitgang: gebruikt om een volgende projector op aan te sluiten, RS232IN-stekker (communicatieverbinding voor
PC of MAC met de volgende projector).
5 Communicatiepoort: maakt communicatie met de 800-randapparatuur mogelijk.
6 IR-Acknowledged (IR-Herkend) : De infrarodosignalen worden herkend.
IR-Received (IR-Ontvangen) : De projector ontvangt infraroodsignalen, maar herkent ze niet.
7 Projectormodus-indicatielampje: geeft aan in welke modus de projector zich bevindt.
Geen licht: de stroomschakelaar is niet ingedrukt. Rood licht: de stroomschakelaar is ingedrukt, de projector staat in Standby-modus. Groen licht: de projector is in werking (operationele modus)
8 Diagnosecode:
a) bronnummer b) foutcode: er verschijnt een foutcode bestaande uit twee cijfers wanneer er iets fout loopt in de projector.
9 RC: Ingang voor de kabel van de afstandsbediening.
10 IR-ontvanger: ontvanger van signalen die van de afstandsbediening afkomstig zijn.
Bedieningspaneel
De projector kan bediend worden via het lokale toetsenbord of via de afstandsbediening.
a. Lokaal toetsenbord
Het lokale toetsenbord bevindt zich aan de achterkant van de projector.
5975879N BARCOGRAPHICS 6300 14072000
3-2
Plaats en functie van de connectoren en bedieningselementen
F1
F2
F3
F4
F5
ADJ
EXIT
ENTER
PAUSE
PHASE
TEXT
SHARPN
TINT
COLOR
BRIGHTN
CONTR
TREBLE BALANCE
BASS
VOL
9
0
78
5
6
34
1
2
1
2
3
5 6
4
7 8
9
10
18
17 16
15 14 13
12
11
b. Afstandsbediening
De afstandsbediening bevat een infraroodzender (IR-zender) die het mogelijk maakt om de projector van op afstand te bedienen. De afstandsbediening wordt gebruikt voor het selecteren van de bron en het afstellen, aanpassen en configureren van de projector. De onderstaande items worden automatisch bewaard:
- beeldinstellingen (helderheid, beeldscherpte...)
- allerlei instellingen
Andere functies van de afstandsbediening zijn:
- heen- en weerschakelen tussen standby-modus en operationele modus.
- overschakelen naar "pause" (blank scherm, blijft onder spanning om onmiddellijk opnieuw te kunnen starten)
- directe toegang tot alle aangesloten bronnen.
Afstandsbediening
6
16
0
9 7 5 3 1
STANDBY
8 6 4 2
TEXT
SHARPN
PHASE
ENTER
COLOR
TINT
EXIT
PAUSE
BRIGHTN
CONTRAST
17 15
5
14 11
12
Lokaal toetsenbord
Terminologie
1 Functietoetsen: toetsen die door de gebruiker geprogrammeerd kunnen worden om directe toegang te hebben tot bepaalde
functies
2 ADJ. : druk op deze toets om de afregelmodus te verlaten.
3 Adrestoets (verzonken toets) : om het projectoradres in te voeren (tussen 0 en 9). Druk op de adrestoets met een potlood
en druk vervolgens op een cijfertoets tussen 0 en 9.
4 Selectietoets: om rechtstreeks toegang te hebben tot de functies zoom/focus/shift.
5 PAUSE : dient om de projectie voor korte tijd te stoppen, druk op 'PAUSE'. Het beeld verdwijnt, maar de projector blijft op volle
kracht om onmiddellijk opnieuw te kunnen opstarten.
6 STBY : Standby-toets om de projector te starten wanneer de stroomschakelaar ingedrukt werd en om de projector uit te
schakelen zonder de stroomschakelaar uit te zetten.
Opgelet: Overschakelen naar Stand-by.
9
3-3
Wanneer de projector in werking is en u wilt naar Stand-by gaan, moet u 2 seconden op de toets Stand-by drukken tot de boodschap 'Saving data, please wait' verschijnt. Druk niet langer op de toets, anders zal de projector opnieuw opstarten.
7 Mute : druk op deze toets om de geluidsweergave te onderbreken.
8? : Auto image, om het beeld op het actieve LCD-oppervlak te centreren.
9 Cijfertoetsen: rechtstreeks kiezen van de bron.
10 Geluidafregelknoppen: gebruik deze toetsen om het gewenste geluidsniveau te bekomen (zie ook 'Bediening').
11 Beeldafregelknoppen: gebruik deze toetsen om het beeld in te stellen (zie ook 'Bediening').
5975879N BARCOGRAPHICS 6300 14072000
Plaats en functie van de connectoren en bedieningselementen
12 PHASE: druk op deze toets om de instabiliteit van het beeld op te heffen.
13 FREEZ: druk op deze toets om het beeld te bevriezen.
14 TEXT: bv. bij het afregelen van het beeld tijdens een vergadering, kunt u de weergegeven balk laten verdwijnen door eerst
op 'TEXT' te drukken. Om de balk opnieuw op het scherm af te beelden, drukt u nogmaals op de toets 'TEXT'.
15 ENTER: om de afregelmodus op te starten of om een selectie in de afstelmodus te bevestigen.
16 Pijltjestoetsen (op de afstandsbediening) of de toetsen '+' en '-' op het lokale toetsenbord: om menu-items te selecteren
in de afregelmodus of om in- en uit te zoomen en te focussen wanneer de directe-toegang modus actief is.
Vergelijking tussen de pijltjestoetsen en de toetsen '+' en '-' op het lokale toetsenbord: Afstandsbediening = lokaal toetsenbord pijltjestoets naar boven = '+' toets boven pijltjestoets naar beneden = '-' toets beneden pijltjestoets naar rechts = '+' toets rechts pijltjestoets naar links = '-' toets links
Gebruik van de toetsen '+' en '-' : om een analoge beeldinstelling (bijv. contrast) te verhogen of te verlagen nadat eerst een beeldafregelknop ingedrukt werd.
17 EXIT: gebruik deze toets om de afregelmodus te verlaten of om naar een vorig menu te gaan als u zich in de afregelmodus
bevindt.
18 Verklikkerlampje afstandsbediening : licht op wanneer een toets op de afstandsbediening wordt ingedrukt (dit is een visuele
manier om de werking van de afstandsbediening te controleren).
5975879N BARCOGRAPHICS 6300 14072000
3-4

Opstelling

4
OPSTELLING
Opstelling van de projector
De projector kan in vier verschillende opstellingen geplaatst worden om beelden projecteren : frontaal/tafel, frontaal/plafond, retro/tafel en retro/plafond.
Rear/Ceiling
Front/Ceiling
Rear/Table
De opstelling wijzigen:
Front/Table
Om de opstelling van de projector te wijzigen, ga als volgt te werk:
1 Druk op ENTER om de afregelmodus op te starten. 2 Druk op de pijltjestoetsen é of ê om Installation te selecteren. 3 Druk op ENTER om het Installatiemenu weer te geven. 4 Druk op de pijltjestoetsen é of ê om Configuration te selecteren. 5 Druk op ENTER om het Configuratiemenu weer te geven. De momenteel gebruikte opstelling zal oplichten. 6 Druk op de pijltjestoetsen é of ê om de gewenste opstelling te selecteren. 7 Druk op Adjust om de afregelmodus weer te verlaten.
ADJUSTMENT MODE
Select a path from below :
RANDOM ACCESS
INSTALLATION
SERVICE
Source 01
Select with or
then <ENTER>
<EXIT> to return.
INSTALLATION
INPUT SLOTS
800 PERIPHERAL
CONFIGURATION
OSD COLOR
INTERNAL PATTERNS
NO SIGNAL
LENS
Select with or
then <ENTER>
<EXIT> to return.
CONFIGURATION
FRONT/TABLE
FRONT/CEILING
REAR/TABLE
REAR/CEILING
4-1
Select with or
then <ENTER>
<EXIT> to return.
5979879N BARCOGRAPHICS 6300 120799

Aansluitingen

5
AANSLUITINGEN
Aansluiten van de stroom
Wisselstroomkabel
Gebruikt de meegeleverde stroomkabel om uw projector op een stopcontact aan te sluiten. Steek de vrouwelijke connector op de mannelijke connector aan de voorkant van de projector.
Het toestel heeft een automatisch spanningsbereik van 90 tot 130Vac
S-VIDEO
VIDEO
GBH/CV
R
43
SDI
6
TRIG
5
IEEE 1394
SDO
2
COMPUTER
1
RS232 IN RS232 OUT
MOUSE
MONITOR
AUDIO IN AUDIO IN AUDIO IN AUDIO IN
A
COMM. PORT
RC
CB
Zekeringen
Waarschuwing Voor een langdurige bescherming tegen brandgevaar:
- laat de installatie over aan gekwalificeerd technieker
- vraag om dezelfde soort smeltveiligheid te gebruiken. Type smeltveiligheid: T10 AH/250V
Aanschakelen
Gebruik de stroomschakelaar om het toestel aan te schakelen.
Wanneer de '0' zichtbaar is, is de projector uitgeschakeld.
Wanneer de '1' zichtbaar is, is de projector aangeschakeld. Wanneer u het toestel aanzet met de stroomschakelaar, start de projector op in standby-modus. Het verklikkerlampje dat de projectormodus aanduidt is rood. Om de beeldprojectie te starten: a. Druk eenmaal op de 'Stand-by'-toets op het lokale toetsenbord of op de afstandsbediening. Het verklikkerlampje is nu groen. b. Druk op een cijfer om een bron te selecteren. Het verklikkerlampje is groen.
100-240 V
VIDEO
S-VIDEO
SDI
43
Stand-by ke y
0
9 7 5 3 1
STANDBY
8 6
TEXT
4
SHARPN TINT BRIGHTN
2
ENTER
COLORPHASE
EXIT
PAUSE
CONTRAST
6-2.5 A 50-60 Hz
F2
F1
ADJ
PAUSE
90
78
6
5
34
2
1
TREBLE B A LANCE
BASS
F3
F4
F5
EXIT
ENTER
TEXT
PHASE
SHARPN
TINT
COLOR
BRIGHTN
CONTR
VOL
Projector mode indication
5975879N BARCOGRAPHICS 6300 120799
5-1
Aansluitingen
Gebruiksduur van de lamp
Wanneer de totale gebruiksduur van de lamp 720 uur of meer is, wordt het volgende bericht gedurende 1 minuut weergegeven Deze waarschuwing wordt om de 30 minuten herhaald. Druk op EXIT om de boodschap te laten verdwijnen voor de minuut om is. Wanneer de totale gebruiksduur van de lamp 750 uur of meer bedraagt, wordt de de volgende waarschuwing weergegeven. De exacte gebruikstijd wordt op het scherm weergegeven.
De gebruiksduur van de lamp bedraagt 750 uur. De lamp langer dan 750 uur gebruiken, kan schade veroorzaken aan de projector. Vervang de lamp.
Remaining Lamp run time 20 h
Wanneer OK (ENTER) wordt gedrukt, wordt de waarschuwing om de 30 min. herhaald.
De totale levensduur van de lamp voor een veilig gebruik is max. 750 uur. Gebruik de lamp
WARNING
niet langer dan dat. Vervang de lamp steeds door hetzelfde type lamp. Contacteer een door BARCO erkend technicus s om de lamp te vervangen.
Waarschuwing m.b.t. de gebruiksduur van de lamp
Een lamp langer dan 750 uur gebruiken is gevaarlijk aangezien ze kan
Lamp run time is 750 hours
Operating the lamp longer
than 1000 hours may damage
the projector.
Please replace the lamp
<ENTER> to continue
exploderen.
Overschakelen naar Stand-by
Wanneer de projector in bedrijf is en u wilt naar stand-by overschakelen, moet u gedurende twee seconden op de knop stand-by drukken tot de boodschap 'Saving data, please wait' wordt weergegeven. Druk niet langer op de standby-knop of de projector zal opnieuw starten.
Uitschakelen
Om het toestel uit te schakelen:
- Druk eerst gedurende 2 seconden op STANDBY. Wanneer de boodschap 'Saving data, please wait' wordt weergegeven, moet u de standby-toets loslaten of de projector zal opnieuw opstarten. Laat de projector tenminste 10 minuten afkoelen.
- Schakel de projector uit met de stroomschakelaar.
Waarschuwing bij het overschakelen naar Standby Bij het overschakelen naar standby kunt u binnen de eerste 5 seconden de prrojectie weer starten. Doet u dat niet, wacht de projector 1 min vooraleer weer te starten. Tijdens deze periode ziet u een bewegend vierkant en een streep op het LED-display. Na één minuut, verschijnen er twee strepen en kunt u de projectie weer starten.
Saving data, Please wait
Aansluitingen
Voorziene ingangen: Video
Selectie van de ingang: De selectie kan manueel of automatisch gebeuren. Wanneer 'automatic' wordt geselecteerd in het menu Input slots, zoekt de projector bij het opstarten naar een bron. Zodra de projector de bron vindt, wordt die geprojecteerd. Indien er verscheidene bronnen worden gevonden, is de prioriteit als volgt:
1. Video
2. S-Video
3. Ingang met 5 BNC-connectoren
4. Computeringang
SDI-ingang en IEEE-ingang worden nooit automatisch geselecteerd.
Opmerking: Wanneer er een RCVDS op de projector is aangesloten, wordt de keuzemogelijkheid 'Automatic' uitgeschakeld.
S-Video 5-kabelingang Computer Seriële digitale ingang IEEE 1394 (nog niet actief)
ADJUSTMENT MODE
Select a path from below :
RANDOM ACCESS
INSTALLATION
Select with or
then <ENTER>
<EXIT> to return.
INSTALLATION
INPUT SLOTS
Instellen hoe de ingangen worden geselecteerd : 1 Druk op ENTER om de afregelmodus op te starten. 2 Druk op de pijltjestoetsen é of ê om Installation te selecteren. 3 Druk op ENTER om het installatiemenu weer te geven. 4 Druk op de pijltjestoetsen é of ê om Input Slots te selecteren. 5 Druk op ENTER om het menu Input slots weer te geven. 6 Druk op de pijltjestoetsen é of ê om Input Slots te selecteren. 7 Druk op ENTER om te kiezen tussen [Manual] of [Automatic]. 8 Druk verschillende malen op EXIT om de afregelmodus te
verlaten.
5-2
Select with or
then <ENTER>
<EXIT> to return.
INPUT SLOTS
SLOT SELECTOR [Automatic]
x 1. RGB [HS&VS]
- 2. RGB [HS&VS] x 3. VIDEO
- 4. S-VIDEO
- 5. DIGITAL INPUT
- 6. IEEE 1394 Select with or
<ENTER> to toggle
<EXIT> to return.
5975879N BARCOGRAPHICS 6300 120799
Aansluitingen
Gebruik van een RCVDS05 of VS05: Wanneer een RCVDS05 wordt gebruikt, is het aanbevolen om een uitgangsmodule met 5 BNC-connectoren in de RCVDS te gebruiken. De uitgangen van deze module moeten verbonden worden met de 5 BNC-connectoren (slot 1) van de projector. Om de projector in de 5-kabelmodus te zetten, zie hoofdstuk Installatiemodus.
5-kabel ingang (slot 1)
Slot 1 heeft 5 BNC-connectoren De volgende signalen kunnen aangesloten worden op de BNC­connectoren :
Naam van de connector R G B H V
Ingangssignaal
RGBHV R G B H V
RGBS R G B S -
RGsB R Gs B - -
Composiet Video - Video - - -
VIDEO
S-VIDEO
43
SDI
SDO
5
IEEE 1394
6
TRIG
M
Super-Video - Y - - C
Component Video - SS R-Y Y B-Y S -
Component Video - SOY R-Y Ys B-Y - -
Ingang 1 selecteren :
Druk op 1 op de afstandsbediening of op het lokale toetsenbord
Configuratie van de 5-kabelingang:
De configuratie gebeurt in het menu Input slot.
Om het signaalformaat te wijzigen: 1 Druk op de toetsen ADJUST of ENTER om de Afregelmodus
op te starten.
2 Druk op de pijltjestoetsen é of ê om Installation te selecteren 3 Druk op ENTER. 4 Druk op de pijltjestoetsen é of ê om Input Slots te
selecteren.
5 Druk op ENTER. Het systeem zal de ingangen overlopen en
de resultaten weergeven in het menu Input Slots.
6 Druk op de pijltjestoetsen é of ê om de eerste ingang te
kiezen.
7 Druk op ENTER om de prioriteit van de ingangssignalen in
te stellen.
Mogelijke formaten:
RGB [HS&VS] = analoge RGB-signalen, aparte verticale en
horizontale synchronisatie
RGB CS = analoge RGB-signalen, aparte sync is samengestelde
sync
RGB CV = analoge RGB-signalen, aparte sync is composiet video
of TriLevel-sync
RGB-SOG = analoge RGB-signalen, sync op groen is een
samengestelde sync
COMPONENT VIDEO - CS = aparte sync is een samengestelde
sync
COMPONENT VIDEO = component video met een samengestelde
sync op Y of een samengestelde TriLevel-sync op Y
VIDEO S-VIDEO
GB H/CV
R
ADJUSTMENT MODE
Select a path from below :
RANDOM ACCESS
INSTALLATION
SERVICE
Select with or
then <ENTER>
<EXIT> to return.
1
INSTALLATION
INPUT SLOTS
800 PERIPHIRAL CONFIGURATION
OSD COLOR
INPUT SLOTS
SLOT SELECTOR [Automatic]
x 1. RGB [HS&VS]
- 2. RGB [HS&VS] x 3. VIDEO
- 4. S-VIDEO
- 5. DIGITAL INPUT
- 6. IEEE 1394 Select with or
<ENTER> to toggle
<EXIT> to return.
COMPUTER
2
MONITOR
Indien u een RCVDS 05 met een 5-kabeluitgangsmodule gebruikt, verbindt u deze 5 kabels met de 5-kabelingang (slot1) van de projector. Alle bronnen van de RCVDS worden nu door de projector aanvaard.
Audio-aansluiting: Verbind de audio-kabel met een van de 3 audio-ingangen. Zie 'audio-configuratie' in dit hoofdstuk voor meer uitleg.
5975879N BARCOGRAPHICS 6300 120799
5-3
Aansluitingen
Computeringang/Monitoruitgang
Verbind de uitgang van de grafische kaart van de computer met de computeringang van de projector (verbinding < 60 cm) of plaats een interface tussen de uitgang van de computer en de ingang van de projector.
Sluit de monitor van de computer aan op de monitoruitgang van de projector. Deze monitoruitgang is enkel beschikbaar wanneer de computeringang als ingang wordt gebruikt.
RC
VIDEO
S-VIDEO
43
SDI
SDO
6
IEEE 1394
5
TRIG
RS232 IN RS232 OUT
MOUSE
COMM. PORT
GBH/CV
R
Pinconfiguratie van de 15-polige D-connector :
1 ROOD 2 GROEN 3 BLAUW 4 GROEN 5 aarde 6 aarde 7 aarde
9 doorschakeling monitor 10 aarde 11 doorschakeling monitor 12 doorschakeling monitor 13 hor./samengestelde sync 14 verticale synchronisatie 15 doorschakeling monitor
8 aarde
Ingang 2 selecteren :
Toets cijfer 2 in op de afstandsbediening of op het lokale toetsenbord.
Video-ingang
Ingangssignaal:
Composiet-videosignalen van een VCR, OFF-air-decoder, enz... 1 x BNC of cinch 1.0Vpp ± 3 dB Geen doorlussing.
2
MONITOR
AUDIO IN AUDIO IN AUDIO IN
COMPUTER
1
A
CB
AUDIO IN
Ingang 3 selecteren :
Toets het cijfer 3 in op de afstandsbediening of op het lokale toetsenbord.
5-4
43
S-VIDEO
VIDEO
RGBH/CV
SDI
SDO
Composite
or
Video
TV tuner, e.g. TVDM 40 stereo
RC
6
TRIG
IEEE 1394
5
MONITOR
2
COMPUTER
1
RS232 IN RS232 OUT
MOUSE
A
AUDIO IN AUDIO IN AUDIO IN AUDIO IN
COMM. PORT
CB
A, B or C
or
VCR
5975879N BARCOGRAPHICS 6300 120799
Loading...
+ 40 hidden pages