Casio EX-Z850 Owner's Manual [nl]

Digitale Camera
EX-Z850
Gebruiksaanwijzing
Gefeliciteerd met de aanschaf van dit CASIO product.
• Voordat u het in gebruik neemt dient u eerst de voorzorgsmaatregelen in deze gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen.
• Houd de gebruiksaanwijzing daarna op een veilige plaats voor latere naslag.
• Bezoek de officiële EXILIM website http://www.exilim.com/ voor de meest recentelijke informatie voor dit product.
D
K844FCM1DMX

INLEIDING

INLEIDING

Uitpakken

Controleer dat alle hier getoonde items inderdaad meegeleverd zijn met de camera. Mocht er iets missen, neem dan zo snel mogelijk contact op met de dealer.
Camera
CD-ROM AV kabel
Oplaadbare lithium-Ion Accu
(NP-40)
USB kabel Basisreferentie
USB slede
(CA-31)
Merk op dat de vorm van de netadapter afhangt van het land waar de camera wordt aangeschaft.
○○○○○
Speciale netadapter (Insteek type)
(AD-C52J)
Speciale netadapter (Inlaat type)
(AD-C52G)
* De vorm van de
netstekker hangt af van het land waar de camera wordt aangeschaft.
Netsnoer
*
2
Polsriem
INLEIDING

Inhoudsopgave

2 INLEIDING
Uitpakken ..................................................................... 2
Kenmerken ................................................................. 10
Voorzorgsmaatregelen ............................................... 14
19 SNELSTARTGIDS
Laad de accu eerst op! .............................................. 19
Configureren van de displaytaal en de
klokinstellingen ........................................................... 20
Opnemen van een beeld ............................................ 21
Bekijken van een opgenomen beeld ......................... 22
Wissen van een beeld ................................................ 22
23 VOORBEREIDINGEN
Betreffende deze gebruiksaanwijzing ........................ 23
Algemene gids ........................................................... 24
Camera 24 USB slede 27
Inhoud van het beeldscherm ..................................... 28
Opnamefuncties (REC) 28 Weergavefunctie (PLAY) 32 Veranderen van de inhoud van het beeldscherm 33
Vastmaken van de polsriem....................................... 35
Spanningsvereisten ................................................... 35
Inleggen van de oplaadbare accu 35 Opladen van de accu 37 Vervangen van de accu 41 Voorzorgsmaatregelen voor de stroomvoorziening 42 In- en uitschakelen van de camera 45 Configureren van de stroomspaarinstellingen 47
Gebruik van de in-beeld menu’s ................................ 48
Configureren van de displaytaal en de
klokinstellingen ........................................................... 51
Configureren van de displaytaal en de klokinstellingen 52
54 ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
Opnemen van een beeld ............................................ 54
Specificeren van de opnamefunctie 54 Richten van de camera 55 Opnemen van een beeld 56
Gebruiken van de optische zoeker ............................ 62
Gebruiken van de zoom ............................................. 63
Optische zoom 63 Digitale zoom 65
3
INLEIDING
Gebruiken van de flitser ............................................. 67
Flitsereenheid status 70 Veranderen van de flitssterkte instelling 71 Gebruik van de flitserassistent (Flash Assist) 71
Gebruiken van de zelfontspanner .............................. 73
Specificeren van de beeldgrootte .............................. 76
Specificeren van de beeldkwaliteit ............................ 77
79 OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Selecteren van de scherpstelfunctie ......................... 79
Gebruik van autofocus 80 Gebruik van de macrofunctie 83 Het gebruik van panfocus 84 Gebruik van de oneindig-functie 85 Gebruik van handmatig scherpstellen 85 Gebruik van de scherpstelvergrendeling 87
Belichtingscompensatie (EV verschuiving) ............... 88
Bijstellen van de witbalans ......................................... 89
Handmatig configureren van de witbalans 91
Specificeren van de belichtingsfunctie ...................... 92
Gebruik van lensopening prioriteit AE 92 Gebruiken van sluitersnelheid prioriteit AE 94 Met de hand instellen van de belichtingsinstellingen 96 Voorzorgsmaatregelen voor opname met de
belichtingsfunctie 97
Gebruik van de doorlopende sluiter .......................... 97
Gebruiken van de doorlopende sluiterfunctie
met normale snelheid 98
De doorlopende sluiterfunctie met hoge snelheid
gebruiken 99 De doorlopende sluiterfunctie met flits gebruiken 99 Gebruik van de zoom doorlopende sluiterfunctie 100 25-shot stop-actie beelden
(m.b.v. de meervoudige doorlopende sluiterfunctie) 101 Voorzorgsmaatregelen voor de doorlopende sluiter 102
Gebruiken van de BEST SHOT functie ................... 103
Afzonderlijk tonen van de voorbeelddecors 105 Creëren van uw eigen BEST SHOT instelling 106 Wissen van een BEST SHOT functie
gebruikersinstelling 108
Verminderen van de effecten van het bewegen van uw hand of het bewegen van het onderwerp ... 108
Opnemen met een hogere gevoeligheid .................. 110
Opnemen van beelden van naamkaartjes en
documenten (Business Shot) .................................... 111
Voordat u met Business Shot gaat opnemen 112 Gebruiken van de Business Shot instelling 112
Herstellen van een oude foto .................................... 113
Voordat u probeert een oude foto te herstellen 113 Opnemen van een oude foto 114
Opnemen van een ID foto ......................................... 116
Afdrukken van een ID foto 118
Opnemen van een film .............................................. 118
Specificeren van de kwaliteit van het filmbeeld 119 Opnemen van een standaard film (filmfunctie) 120
4
INLEIDING
Directe filminstellingen
(MOVIE BEST SHOT functie) .................................. 123
Het afzonderlijk tonen van MOVIE BEST SHOT
voorbeeldscenes 124
Creëren van uw eigen MOVIE BEST SHOT
instellingen 125 Opnemen van een korte film 126 Opnemen van een voorafgaande film 129
Opnemen met de opnamelamp (REC) .................... 130
Opnemen van audio ................................................. 131
Toevoegen van geluid aan een snapshot 131 Opnemen van spraak 133
Gebruiken van het histogram ................................... 134
Camera instellingen van de
REC (opname) functie ............................................. 137
Toewijzen van functies aan de [] en [] toetsen 137 In- en uitschakelen van het in-beeld raster 138 In- en uitschakelen van beeldcontrole 139 Gebruik van icoonhulp 139 Specificeren van de default instellingen bij
inschakelen van de spanning 140 Specificeren van de ISO gevoeligheid 142 Selecteren van de meetfunctie 143 Gebruiken van de filterfunctie 145 Speciferen van de contourscherpte 145 Specificeren van kleurverzadiging 146 Specificeren van het contrast 146 Fotos met datumafstempeling 147 Terugstellen (reset) van de camera 148
Gebruiken van het snelkoppelmenu (EX Menu) ..... 149
150 WEERGAVE
Elementaire weergavebediening ............................. 150
Weergave van een audio snapshot 151
Inzoomen op het weergegeven beeld ..................... 152
Afmetingen van een beeld heraanpassen ............... 153
Trimmen van een beeld ........................................... 154
Keystone correctie ................................................... 156
Het gebruiken van kleurherstelling om de
kleuren van een oude foto te corrigeren.................. 157
Bijstellen van de witbalans van een
opgenomen beeld .................................................... 159
Instellen van de helderheid van het beeld ............... 161
Weergeven en bewerken van een film .................... 162
Weergeven van een film 162 Weergave van een film met de anti-trilfunctie 164 Montage van een film 165 Vastleggen van een stilbeeld van een film
(MOTION PRINT) 168
Tonen van een 9-beelden scherm ........................... 170
Tonen van het kalenderscherm................................ 171
Spelen van een Slideshow (diashow) ..................... 172
Gebruik van de fotostandaardfunctie 174
Roteren van het displaybeeld .................................. 175
Toevoegen van audio aan een snapshot ................. 177
Heropnemen van het geluid 178
5
INLEIDING
Weergeven van een spraakopnamebestand ........... 179
Tonen van camerabeelden op een televisiescherm 180
Selecteren van het
video-uitgangssysteem 181
183 WISSEN VAN BESTANDEN
Wissen van een enkel bestand ................................ 183
Wissen van alle bestanden ...................................... 184
185 BEHEER VAN BESTANDEN
Mappen..................................................................... 185
Geheugenmappen en -bestanden 185
Beschermen van bestanden .................................... 186
Beveiligen van een enkel bestand 186 Beveiligen van alle bestanden 187
Gebruik van de FAVORITE folder ............................ 187
Kopiëren van een bestand naar de FAVORITE map 187 Tonen van een bestand in de FAVORITE map 189 Wissen van een bestand uit de FAVORITE map 190 Wissen van alle bestanden uit de FAVORITE map 190
191 ANDERE INSTELLINGEN
Configureren van de geluidsinstellingen ................. 191
Configureren van de geluidsinstellingen 191 Instellen van het geluidsniveau van de
bevestigingstoon 191
Instellen van het geluidsniveau voor de
weergave van films en audio snapshots 192
Specificeren van een beeld voor het
beginscherm ............................................................. 192
Specificeren van de bestandsnaam serienummer
generatiemethode .................................................... 193
Instellen van de klok ................................................ 194
Selecteren van uw thuistijdzone 194 Instellen van de huidige tijd en datum 195 Veranderen van de datumopmaak 195
Gebruiken van wereldtijd ......................................... 196
Tonen van het wereldtijdscherm 196 Configureren van wereldtijdinstellingen 196
Bewerken de datum en de tijd van een beeld ......... 197
Veranderen van de displaytaal ................................ 198
Veranderen van de helderheid van het
beeldscherm ............................................................. 199
Veranderen van het protocol van de USB poort...... 200
Configureren van de [ ] (REC) en [ ] (PLAY)
toets en spanning aan/uit functies ........................... 201
Formatteren van het ingebouwde geheugen........... 202
6
INLEIDING
203 GEBRUIKEN VAN EEN GEHEUGENKAART
Gebruiken van een geheugenkaart ......................... 204
Insteken van een geheugenkaart in de camera 204 Vervangen van de geheugenkaart 205 Formatteren van een geheugenkaart 206
Kopiëren van bestanden .......................................... 207
Kopiëren van alle bestanden in het
ingebouwde geheugen naar een geheugenkaart 208 Kopiëren van een specifiek bestand van een
geheugenkaart naar het ingebouwde geheugen 209
210 AFDRUKKEN VAN BEELDEN
DPOF ......................................................................... 211
Configureren van de afdrukinstellingen voor
een enkel beeld 212 Configureren van de afdrukinstellingen voor
alle beelden 213
Gebruiken van PictBridge en
USB DIRECT-PRINT................................................ 214
Datumafdruk 218
PRINT Image Matching III ........................................... 219
Exif Print ................................................................... 219
220 BEKIJKEN VAN BEELDEN MET EEN
COMPUTER
Gebruik van de camera met een
Windows computer ................................................... 220
Gebruik van de camera met een
Macintosh computer ................................................. 228
Gebruiken van een geheugenkaart om beelden
over te schrijven naar een computer ....................... 233
Geheugendata ......................................................... 234
DCF protocol 234 Geheugenmapstructuur 235 Door de camera ondersteunde beeldbestanden 236
7
INLEIDING
238 GEBRUIKEN VAN DE CAMERA MET EEN
COMPUTER
Gebruik van de camera met een
Windows computer ................................................... 238
Selecteren van het benodigde software 238 Systeemvereisten voor uw computer 240 Beheren van beelden op een PC 242 Retoucheren, oriënteren en afdrukken van foto’s 245 Weergeven van een film 247 Monteren van films 250 Bekijken van gebruikersdocumentatie
(PDF bestanden) 252 Gebruikersregistratie 252 Verlaten van de menu applicatie 252
Gebruik van de camera met een
Macintosh computer ................................................. 253
Selecteren van het benodigde software 253 Systeemvereisten voor uw computer 254 Beheren van beelden op een Macintosh 255 Weergave van een film op uw Macintosh 256 Bekijken van gebruikersdocumentatie
(PDF bestanden) 258 Registreren als cameragebruiker 258
259 APPENDIX
Menureferentie ......................................................... 259
Indicator referentie ................................................... 262
Gids voor het oplossen van moeilijkheden .............. 265
Mocht u problemen ondervinden bij het
installeren van de USB driver 270
Tonen van boodschappen 271
Technische gegevens .............................................. 273
8
INLEIDING
BELANGRIJK!
The inhoud van deze gebruiksaanwijzing is onder voorbehoud en kan zonder voorafgaande mededeling worden veranderd.
CASIO COMPUTER CO., LTD. aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor schade of verlies voortvloeiend uit het gebruik van deze gebruiksaanwijzing.
CASIO COMPUTER CO., LTD. aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor verlies of eisen tot schadevergoeding door derden die voortvloeien uit het gebruik van of defecten aan de EX-Z850.
CASIO COMPUTER CO., LTD. zal niet aansprakelijk gesteld worden voor schade of verlies door u of door derden door het gebruik van Photo Loader en/of Photohands.
CASIO COMPUTER CO., LTD. aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor schade of verlies door het wissen van data als gevolg van een defect, reparaties of het vervangen van de accu. Zorg er altijd voor een reservekopie te maken van belangrijke data op andere media om u in te dekken tegen verlies.
Merk op dat de voorbeeldschermen en productafbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing ietwat kunnen afwijken van de schermen en configuratie van de camera in werkelijkheid.
• Het SD logo is een geregistreerd handelsmerk.
• Windows, Internet Explorer, Windows Media en DirectX zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
• Macintosh en QuickTime zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
• MultiMediaCard is een handelsmerk van Infineon Technologies AG van Duitsland en onder licentie bij MultiMediaCard Association (MMCA).
• Adobe en Reader zijn ofwel geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in the US en/of andere landen.
• Ulead is een handelsmerk van Ulead Systems,Inc.
• Namen van andere fabrikanten, producten en diensten die gebruikt worden in deze gebruiksaanwijzing kunnen ook handelsmerken of dienst merken zijn van anderen.
• Photo Loader en Photohands zijn eigendom van CASIO COMPUTER CO., LTD. Met uitzondering van het bovengenoemde, vallen alle auteursrechten en andere gerelateerde rechten van deze applicaties aan CASIO COMPUTER CO., LTD.
9
INLEIDING
LCD paneel
Het LCD paneel is een product van de nieuwste LCD fabrikagetechnologie die een beeldpundeffecttiviteit van 99,99% behaalt. Dat betekent dat minder dat 0,01% van het totaal aan beeldpunten defect is (d.w.z. ze gaan niet branden of ze blijven juist altijd branden.
Door auteursrechten opgelegde beperkingen
Behalve met als doeleinde uw eigen persoonlijke genoegen is het kopiëren van snapshotbestanden, filmbestanden en audiobestanden zonder toestemming in overtreding met auteursrechten en internationale verdragen. Het tegen vergoeding of gratis distribueren van dergelijke bestanden aan derden via het internet zonder toestemming van de eigenaar van de auteursrechten is in overtreding met de wetgeving ten aanzien van auteursrechten en internationale verdragen.

Kenmerken

• 8,1 miljoen effectieve beeldpunten
De CCD voorziet in 8,32 miljoen beeldpunten voor beelden met een uitstekende resolutie en detail.
• 2,5-inch TFT LCD kleurenscherm
• 8,0 MB ingebouwd geheugen
Beelden kunnen opgenomen worden zonder gebruik van een geheugenkaart.
• Meegeleverd met een USB slede
De meegeleverd USB slede kan gebruikt worden voor het opladen van de accu van de camera (pagina 37) en om beelden via een televisietoestel te bekijken (pagina 180) en voor het oversturen van beelden naar een computer (pagina 238). Met de fotostandaardfunctie kunt u beelden bekijken terwijl de camera op staat te laden op de slede (pagina 174).
• Opnamefunctie (REC) of weergavefunctie (PLAY) inschakelen (pagina 45)
Druk op de [ ] (REC) of op de [ ] (PLAY) om de camera in te schakelen en de gewenste functie in te schakelen.
• AF hulpverlichting (pagina 59)
Verbetert de nauwkeurigheid van de autofocus bij het maken van foto’s als er weinig licht is.
10
B
INLEIDING
• 24X naadloze zoom (pagina 63)
3X optische zoom, 8X digitale zoom
• Flitshulp (pagina 71)
Dit attribuut compenseert wanneer de flitsintensiteit niet sterk genoeg is zodat beelden beter belicht worden.
• Drievoudige zelfontspanner (pagina 73)
De zelfontspanner kan ingesteld worden om drie maal automatisch te werken.
• Automatische macrofunctie (pagina’s 81, 83)
De automatische macrofunctie schakelt over naar de macrofunctie wanneer de afstand tussen de camera en het onderwerp korter is dan het automatische scherpstelbereik.
• Snelsluiter (pagina 81)
Wanneer u de sluitertoets in zijn geheel indrukt zonder te pauzeren zal de camera onmiddellijk het beeld opnemen zonder te wachten totdat het automatische scherpstellen (Auto Focus) uitgevoerd is. Dit maakt het mogelijk voor u die speciale momenten op te nemen zonder dat u hoeft te wachten voor automatische scherpstellen (Auto Focus).
• Selectie van het autofocusgebied (pagina 82)
Wanneer de instelling Multi (multi-patroon) wordt ingesteld voor het autofocus kader, neemt de camera negen metingen op verschillende punten en selecteert automatisch de beste.
• Drie belichtingsfuncties (pagina 92)
Er zijn drie belichtingsfuncties die de lensopening en de sluitersnelheid bepalen: lensopeningsprioriteit AE (A functie), sluitersnelheidprioriteit AE (S functie) en handmatige belichting (M functie).
• Vijf doorlopende sluiterfuncties (pagina 97)
Naast de sluiterfunctie met normale snelheid kunt u ook de doorlopende sluiterfunctie met hoge snelheid, de doorlopende sluiterfunctie met flits, de doorlopende sluiterfunctie met zoom of de meervoudige doorlopende sluiterfunctie selecteren.
• Beste shot (BEST SHOT) (pagina 103)
Selecteer gewoonweg van de collectie ingebouwde voorbeeldscenes er één en de camera zal de instellingen maken voor de scene die u selecteerde. Dit is de handige manier om instellingen snel en gemakkelijk te maken voor mooie fotos. Nieuwe BEST SHOT voorbeelddecors omvatten o.a. instellingen voor hoge gevoeligheid en de anti-trilfunctie.
• Business Shot (pagina 111)
De Business Shot instelling corrigeert automatisch rechthoekige vormen zoals de beelden van naamkaartjes, documenten, een witbord of soortgelijke voorwerpen wanneer deze vanuit een hoek worden opgenomen.
11
INLEIDING
• Herstellen van een oude foto (pagina 113)
U kunt de procedure in dit hoofdstuk gebruiken om een oude, verbleekte foto te herstellen met de kleuren die worden verstrekt door de moderne digitale cameratechnologie.
• ID fotofunctie (pagina 116)
Na opname van een portret kunt u een pagina afdrukken met een aantal verschillende versies met standaard afmetingen voor foto voor identiteitsbewijzen (ID).
• Filmopname met geluid (pagina 118)
VGA grootte, met 30 beelden/seconde in MPEG-4 formaat
• Een keuze van filmopnamefunctie (pagina 118)
Naast een filmfunctie (Movie) voor normale filmopname kunt u ook de MOVIE BEST SHOT functie gebruiken om één van de ingebouwde voorbeeldfilmscenes te selecteren voor het instellen van de scene die u selecteerde. MOVIE BEST SHOT scenes omvatten Short Movie (korte film - voor het opnemen van korte filmpjes) en Past Movie (voorafgaande film - waarvan de opname reeds vijf seconden begonnen is voordat u op de sluitertoets heeft gedrukt).
• Audio Snapshot functie (pagina 131)
Gebruik deze functie om snapshots op te nemen die audio bevatten.
• Spraakopname (pagina 133)
Snel en gemakkelijk opnemen van spraakdata.
• Real-time RGB histogram (pagina 134)
Een in-beeld histogram laat u de belichting bijstellen terwijl u bekijkt hoe dit de algehele beeldhelderheid beïnvloedt, hetgeen het maken van shots bij moeilijke belichtingsomstandigheden nu makkelijker maakt dan ooit te voren.
• EX menu (pagina 149)
Het EX menu geeft toegang tot vier vaak gebruikte instellingen.
• Keystone correctie (pagina 156)
Met een eenvoudige bedieningshandeling kunt u keystone correctie aanbrengen, hetgeen nodig is wanneer u het beeld van een (school) bord of een poster vanuit een hoek opneemt.
• Kleurcorrectie (pagina 157)
Neem gewoonweg het beeld van een oude foto op om de kleuren ervan te herstellen.
• Ingebouwde beeldbewerkingsfuncties
U kunt de witbalans (pagina 159) en helderheid (pagina
161) van beelden na opname met eenvoudige bewerkingen veranderen.
• Bewegende afdrukfunctie (MOTION PRINT) (pagina 168)
Neem beelden van een film op en creëer stilbeelden die geschikt zijn om te worden afgedrukt.
12
INLEIDING
• Kalenderscherm (pagina 171)
Een simpele bedieningshandeling geeft een kalender met een volledige maand weer op het beeldscherm van de camera. Elk dag van de volledige maandkalender toont een thumbnail van het eerste bestand dat op die datum was opgenomen hetgeen het zoeken naar een bepaald bestand gemakkelijker en sneller.
• Wereldtijd (pagina 196)
Door een eenvoudige bediening wordt de huidige tijd ingesteld voor de huidige plaats. U kunt uit 162 steden in 32 tijdzones kiezen.
• Ondersteuning voor SD geheugenkaarten en MMC (MultiMediaCard = multimedia kaart) voor geheugenuitbreiding (pagina 203)
• Digital Print Order Format (DPOF) (pagina 211)
Beelden kunnen gemakkelijk afgedrukt worden in de gewenste volgorde door gebruik te maken van een DPOF-compatibele printer. DPOF kan ook gebruikt worden voor het specificeren van beelden en hoeveelheden door professionele afdrukdienstverleningen.
• PictBridge en USB DIRECT-PRINT ondersteuning (pagina 214)
Sluit direct aan op een printer die compatibel is met PictBridge of USB DIRECT-PRINT en u kunt beelden afdrukken zonder dit via de computer te doen.
• PRINT Image Matching III Compatibel (pagina 219)
Beelden omvatten PRINT Image Matching III data (functie instelling en andere camera instelinformatie). Een printer die PRINT Image Matching III ondersteunt, leest deze data en stemt het afgedrukte beeld daarop af zodat de beelden er uit komen zoals u bedoeld had toen u ze opnam.
• DCF data opslag (pagina 234)
Het DCF (Design rule for Camera File system) data opslagprotocol voorziet in beeld compatibiliteit tussen camera en printers.
• Bijgesloten met Photo Loader en Photohands (pagina’s 242, 245, 255)
Uw camera wordt geleverd met Photo Loader, de populaire applicatie die automatisch beelden laadt van uw camera naar uw PC. Ook is Photohands bijgesloten, een applicatie die het retoucheren van beelden versnelt en vergemakkelijkt.
13
INLEIDING

Voorzorgsmaatregelen

Algemene voorzorgsmaatregelen
Let erop altijd de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen na te leven wanneer u de EX-Z850 gebruikt.
Alle verwijzingen in deze gebruiksaanwijzing naar camera verwijzen naar de CASIO EX-Z850 digitale camera.
Probeer nooit beelden op te nemen of het ingebouwde display te gebruiken terwijl u een motorvoertuig aan het besturen bent of terwijl u aan het lopen bent. Dit creëert namelijk het gevaar op een ernstig ongeluk.
Probeer nooit de behuizing van de camera te openen of zelf reparaties uit te voeren. Als de interne hoogspanningscomponenten ontbloot worden, creëert dit gevaar op elektrische schok. Laat onderhoud en reparatiewerkzaamheden altijd over aan door een CASIO erkende onderhoudswerkplaats.
Houd de kleine onderdelen en accesoires van deze camera buiten het bereik van kleine kinderen. Mocht een klein onderdeel per ongeluk ingeslikt worden, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.
Richt de flitser nooit op een persoon die een motorvoertuig aan het besturen is. Dit kan hinderlijk zijn en het gevaar op een ongeluk met zich meebrengen.
Gebruik de flitser nooit als het te dicht bij de ogen van het onderwerp is. Intens licht kan schade toebrengen aan het gezichtsvermogen als de flitser op te korte afstand wordt gebruikt, in het bijzonder geldt dit voor kinderen. Bij gebruik van de flitser dient de camera minstens één meter van de ogen van het onderwerp gehouden te worden.
Houd de camera uit de buurt van water en andere vloeistoffen en laat hem nooit nat worden. Vocht brengt het gevaar op elektrische schok en brand met zich mee. Gebruik de camera nooit buiten in de regen of sneeuw, bij de kust of op het strand, in de badkamer, enz.
Mocht een vreemd voorwerp of water de camera binnendringen, schakel deze dan onmiddellijk uit. Verwijder daarna de accu uit de camera en/of het netsnoer van de netadapter uit het stopcontact en neem contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde erkende CASIO onderhoudswerkplaats. Als het gebruik van de camera onder deze omstandigheden wordt voortgezet, brengt dit het gevaar op elektrische schok en brand met zich mee.
14
INLEIDING
Mocht u ooit rook of een vreemde geur bespeuren bij de camera, schakel de camera dan onmiddellijk uit. Er daarbij op lettend dat u uw vingers niet brandt, verwijder daarna de accu uit de camera en/of het netsnoer van de netadapter uit het stopcontact en neem contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde erkende CASIO onderhoudswerkplaats. Als het gebruik van de camera onder deze omstandigheden wordt voortgezet, brengt dit het gevaar op elektrische schok en brand met zich mee. Overtuig u er eerst van dat er geen rook meer uit de camera komt en neem de camera dan ter reparatie mee naar de dichtstbijzijnde CASIO erkende onderhoudswerkplaats. Probeer onderhoud en reparaties nooit zelf uit te voeren.
Gebruik de netadapter nooit om andere apparatuur dan deze camera van spanning te voorzien. Gebruik ook nooit een andere netadapter dan de meegeleverde om deze camera van spanning te voorzien.
Bedek de netadapter nooit met een plaid, een deken of een andere afdekking terwijl hij gebruikt wordt en gebruik de adapter ook niet bij een kachel.
Trek de stekker van het netadaptersnoer minstens eens per jaar uit het stopcontact en reinig het gedeelte bij de stekers van de stekker. Stof kan zich ophopen rond de stekers en gevaar op brand met zich meebrengen.
Mocht de behuizing van de camera ooit breken doordat de camera gevallen is of op andere manier blootgesteld is aan een ruwe behandeling, schakel dan onmiddellijk de spanning uit. Verwijder daarna de accu van de camera en/of haal de stekker van het netadaptersnoer uit het stopcontact en neem contact op met de dichtstbijzijnde CASIO erkende onderhoudswerkplaats.
Gebruik de camera nooit in een vliegtuig of een andere plaats waar het gebruik ervan verboden is. Dit kan namelijk het gevaar op een ongeluk met zich meebrengen.
Materiële schade en defecten van deze camera kunnen er toe leiden dat de in het geheugen opgeslagen data gewist wordt. Maak altijd reservekopieën van data door ze over te sturen naar het geheugen van een PC.
Open nooit het accudeksel, verbreek nooit de aansluiting van de netadapter met de camera en trek deze nooit uit het stopcontact terwijl een beeld wordt opgenomen. Niet alleen maakt dit het onmogelijk de huidige beelden op te nemen, het kan ook de andere beelddata beschadigen die reeds opgeslagen waren in het bestandgeheugen van de camera.
15
INLEIDING
Test voor het gebruik dat de camera goed werkt!
Voordat u de camera gebruikt voor het maken van belangrijke opnemen dient u eerst een aantal testbeelden op te nemen om u zich er eerst van te overtuigen dat de resultaten naar wens zijn en de camera juist geconfigureerd is en u hem op de juiste wijze bediend.
Voorzorgsmaatregelen bij data foutlezingen
Uw digitale camera is vervaardigd met digitale precisie­onderdelen. Bij elk van de volgende omstandigheden bestaat het gevaar op de beschadiging van data in het bestandgeheugen.
Het verwijderen van de accu of de geheugenkaart of
het plaatsen van de camera op de USB slede terwijl de camera zojuist bezig is met het opnemen van een beeld of toegang heeft tot het geheugen
Het verwijderen van de accu, het verwijderen van de
geheugenkaart of het plaatsen van de camera in de USB slede terwijl de groene bedrijfsindicator nog aan het knipperen is nadat u de camera uitgeschakeld heeft
Het verbreken van de aansluiting van de USB kabel of
het verwijderen van de camera uit de USB slede of het loskoppelen van de netadapter van de USB slede terwijl het versturen van data plaatsvindt
Lage batterijspanningAndere abnormale omstandigheden
Elk van de bovengenoemde omstandigheden kan er toe leiden dat een foutlezing op het scherm verschijnt (pagina
271). Volg de aanwijzingen in de melding om de oorzaak
van de foutlezing te elimineren.
16
INLEIDING
Voorwaarden voor juiste werking
Deze camera is ontworpen voor gebruik bij temperaturen tussen 0°C en 40°C.
Gebruik de camera niet en berg hem niet op de volgende plaatsen op.
Op plaatsen die blootstaan aan het directe zonlicht.Op plaatsen die blootstaan aan hoge vochtigheid of
veel stof.
In de omgeving van airconditionings, kachels of
andere plaatsen die blootstaan aan extreme temperaturen.
Binnenin een gesloten voertuig, in het bijzonder
wanneer deze in de zon geparkeerd staat.
Op plaatsen die blootstaan aan sterke trillingen.
Condens
Wanneer u de camera binnen brengt op een koude dag of op een andere manier blootstelt aan plotselinge veranderingen in temperatuur, bestaat de mogelijkheid dat condens zich kan gaan vormen op de buitenkant of op de inwendige componenten. Condens kan defectieve werking veroorzaken zodat u moet vermijden dat de camera blootstaat aan omstandigheden die condens kunnen veroorzaken.
Om te voorkomen dat condens überhaupt gevormd wordt, dient u de camera in een plastic tas te plaatsen voordat u hem naar een plaats brengt die veel warmer of kouder is dan de huidige plaats. Laat de camera in de plastic tas totdat de lucht in de tas de kans heeft gekregen om dezelfde temperatuur als die van de nieuwe plaats heeft bereikt. Mocht condens zich toch gevormd hebben, verwijder dan de accu van de camera en laat het accudeksel voor enkele uren open.
17
INLEIDING
Stroomvoorziening
Gebruik enkel de speciale oplaadbare lithium-ion accu NP-40 om deze camera van stroom te voorzien. Het gebruik van een ander type accu wordt niet ondersteund.
Deze camera heeft geen gescheiden batterij voor de klok. De instellingen voor de datum en de tijd worden teruggesteld telkens wanneer via de accu en/of de USB slede voor ongeveer 24 uur geen spanning wordt toegevoerd aan de camera. Zorg er voor deze instellingen opnieuw te configureren als de stroom wordt onderbroken (pagina 194).
Lens
Oefen nooit te veel kracht uit bij het reinigen van het oppervlak van de lens. Word dit toch gedaan, dan kan de lens bekrast raken en defecten worden veroorzaakt.
U kunt mogelijk af en toe vervorming waarnemen in bepaalde soorten beelden waarbij er een kleine buiging optreedt bij lijnen die recht zouden moeten zijn. Dit komt door de karakteristieken van de lens/het objectief en duidt niet op een defect van de camera.
Onderhoud van uw camera
Vingerafdrukken, stof en anderszins bevuilen van de lens kan op de juiste manier opnemen belemmeren. Raak de lens nooit met de vingers aan. U kunt stofdeeltjes van de lens verwijderen met een lensblazer. Veeg vervolgens het oppervlak van de lens af met een zachte lensdoek.
Vingerafdrukken, vuil en andere ongewenste spullen op de flitser kunnen storing veroorzaken bij een juiste werking van de camera. Vermijd het aanraken van de flitser. Mocht de flitser toch vuil worden, veeg hem dan af met een zachte, droge doek.
Als de buitenkant van de camera gereinigd dient te worden, veeg deze dan af met een zachte, droge doek.
Overige
Tijdens het gebruik kan de camera ietwat warm worden. Dit duidt niet op een defect.
18

SNELSTARTGIDS

SNELSTARTGIDS

Laad de accu eerst op!

1.
Leg de accu in de camera (pagina 35).
1
2
2.
Plaats de camera in de USB slede om de accu op te laden (pagina 37).
Merk op dat de vorm van de netadapter afhangt van het land waar de camera wordt aangeschaft.
Het kost ongeveer 180 minuten voor de accu om volledig op te laden.
21 Inlaat type
3
Stopnok
○○○○○○○○○○○○○○○○
1 Insteek type
19
Oplaadindicator [CHARGE] Opladen: licht rood op Opladen voltooid: licht groen op
SNELSTARTGIDS

Configureren van de displaytaal en de klokinstellingen

• Let erop det volgende instellingen te configureren voordat u de camera gebruikt voor het opnemen van beelden. Zie pagina 51 voor details.
• Maakt u een fout tijdens het instellen van de taal of de klok met de volgende procedure, dan dient u het menu van de camera te gebruiken om instellingen van de taal (pagina 198) of de klok (pagina 194) afzonderlijk te veranderen.
1
2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9
[]
[][왘]
[]
[SET]
1.
Druk op de spanningstoets om de camera in te schakelen.
2.
Gebruik [], [], [] en [] om de gewenste taal te selecteren.
3.
Druk op [SET] om de taalinstelling te registreren.
4.
Selecteer het gewenste geografische gebied m.b.v. [], [], [] en [] en druk vervolgens op [SET].
5.
Selecteer de gewenste stad m.b.v. [] en [] en druk vervolgens op [SET].
6.
Selecteer de gewenste zomertijdinstelling m.b.v. [] en [] en druk vervolgens op [SET].
7.
Selecteer de gewenste datumformaatinstelling m.b.v. [] en [] en druk vervolgens op [SET].
8.
Stel de datum en de tijd in.
9.
Druk op [SET] om de klokinstellingen te registreren en het instelscherm te verlaten.
20
C
SNELSTARTGIDS

Opnemen van een beeld

Zie pagina 54 voor details.
Snapshotfunctie icoon
Groene bedrijfsindictator
Scherpstelkader
2
Vergeet niet voordat u een in de handel verkrijgbare geheugenkaart in gebruikt neemt, de kaart eerst te formatteren met de formatteerprocedure van de camera. Zie pagina 206 voor het formatteren van een geheugenkaart.
1
3
1.
Druk op [ ] (REC).
Hierdoor wordt de REC (opname) functie ingeschakeld.
4
2.
Zet de functiedraairegelaar op (snapshot functie).
3.
Richt de camera op het onderwerp, gebruik het beeldscherm of druk op de zoeker om het beeld te componeren en druk daarna de sluitertoets half in.
Nadat de camera klaar is met het automatische scherpstellen wordt het scherpstelkader groen en gaat de groene bedrijfsindicator branden.
4.
Houd de camera stil en druk de sluitertoets voorzichtig geheel in.
21
SNELSTARTGIDS

Bekijken van een opgenomen beeld

Zie pagina 150 voor details.
1
2
1.
Druk op [ ] (PLAY).
Hierdoor wordt de PLAY (weergave) functie ingeschakeld.
2.
Blader m.b.v. [] en [] door de beelden.

Wissen van een beeld

Zie pagina 183 voor details.
1
2, 3, 4, 5
1.
Druk op [ ] (PLAY).
2.
Druk op [] ( ).
3.
Laat het beeld zien dat u wilt uitwissen m.b.v. [] en [].
4.
Selecteer Delete (wissen) m.b.v. [] en [].
Selecteer Cancel (annuleren) om de beeldwisfunctie te verlaten zonder iets uit te wissen.
5.
Druk op [SET] om het beeld te wissen.
22

VOORBEREIDINGEN

VOORBEREIDINGEN
Dit hoofdstuk bevat informatie die u dient te weten aangaande het gebruik van de camera en wat u dient te doen voordat u daaraan gaat beginnen.

Betreffende deze gebruiksaanwijzing

Dit hoofdstuk bevat informatie over de afspraken die in deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt.
Terminologie
De volgende tabel definiëert de terminologie die in deze gebruiksaanwijzing wordt gebruikt.
Deze term wordt in deze gebruiksaanwijzing gebruikt:
camera
bestandgeheugen
accu
oplader
Betekenis:
De CASIO EX-Z850 digitale camera
De plaats waar de camera op het ogenblik beelden opslaat die u opneemt (pagina 56)
De NP-40 oplaadbare lithium-ion accu
De los verkrijgbare CASIO BC-30L
oplader
Deze term wordt in deze gebruiksaanwijzing gebruikt:
een opnamefunctie (REC)
digitale ruis
Betekenis:
De op dat moment geselecteerde opnamefunctie (Snapshot, BEST SHOT, filmopname, MOVIE BEST SHOT, spraakopname)
Kleine spikkels of sneeuw in het opgenomen beeld of op het beeldscherm waardoor het beeld er korrelig uitziet.
Toetsbediening
De bediening van toetsen wordt aangegeven door de toetsnaam binnen haakjes ([ ]).
In-beeld tekst
De in-beeld tekst wordt altijd door dubbele aanhalingstekens (“ ”) omsloten.
23
VOORBEREIDINGEN
7
Aanvullende informatie
BELANGRIJK! geeft belangrijke informatie aan
die u dient te weten om de camera op de juiste manier te gebruiken.
LET OP geeft informatie aan die handig is bij het
bedienen van de camera.
Bestandgeheugen
De term bestandgeheugen in deze gebruiksaanwijzing is een algemene term die slaat op de huidige plaats waar uw camera de beelden die u opneemt aan het opslaan is. Dit kan één van de volgende drie lokaties betreffen.
Het ingebouwde flash-geheugen van de camera
Een SD geheugenkaart die in de camera geladen is
Een MultiMediaCard die in de camera geladen is
Zie pagina 235 voor meer informatie aangaande hoe de camera beelden opslaat.

Algemene gids

De volgende afbeeldingen tonen de namen van elk component, elke toets en elke schakelaar op de camera.

Camera

Voorkant
3 652
4
1
8
1 Zoomregelaar
2 Sluitertoets
3 Spanningstoets 4 Flitser
5 AF hulpverlichting/
opnamelamp (REC)/ zelfontspanner indicator
6 Zoeker
7 Lens 8 Microfoon
24
VOORBEREIDINGEN
F
Achterkant Zijkant
A B C
09
I
H
G
9 Zoeker 0 Bedrijfsindicator
A [ ]
(PLAY – weergave)
toets
B [ ] (REC – opname)
toets
C Functiedraairegelaar
D Polsriemring E Insteltoets [SET]
D
[]
[][왘]
E
[]
F [][][][] toetsen G Displaytoets [DISP] H [MENU] toets I Beeldscherm
[SET]
25
J K
L
J Luidspreker K [ ] (doorlopende
sluiter) toets
L [EX] toets
VOORBEREIDINGEN
ONPQR
Onderkant
M Stopnok N Geheugenkaartsleuf O Accuvak P Accudeksel Q Aansluiting R Statiefschroefgat
* Gebruik dit gat bij montage van een statief.
M
26
VOORBEREIDINGEN
8
4

USB slede

Door de CASIO digitale camera eenvoudigweg op de USB slede te plaatsen wordt u in staat gesteld de volgende taken te verrichten.
Opladen van de accu (pagina 37)
Bekijken van de beelden m.b.v. de Photo Stand diashow
functie (pagina 174).
Aansluitbaarheid op een televisie om beelden via het beeldscherm van een televisietoestel te bekijken (pagina
180).
Direct aansluiten op een printer om afdrukken te maken (pagina 215)
Automatisch oversturen van beelden naar een computer (pagina 220)
BELANGRIJK!
Gebruik enkel de met de camera meegeleverde USB slede (CA-31). Een slede van een ander type wordt niet ondersteund.
Voorkant
Achterkant
6
27
5
7
1
2
3
1 Camera aansluiting 2 [USB] indicator 3 [USB] toets 4 Oplaadindicator
[CHARGE]
5 Fototoets [PHOTO]
6 [DC IN 5.3V]
gelijkspanningsingang (netadapteraansluiting)
7 [ ] (USB poort)
8 AV uitgangsaansluiting
[AV OUT]
VOORBEREIDINGEN

Inhoud van het beeldscherm

Het beeldscherm houdt u via verschillende indicatoren en iconen op de hoogte van de status van uw camera.
• Merk op dat de voorbeeldschermen in dit hoofdstuk enkel dienen ter illustratie. Ze komen niet precies overeen met de inhoud van het scherm dat geproduceerd wordt door de camera.

Opnamefuncties (REC)

Indicators op het scherm
81 35
2 467
9
F E
D
C
1 Flitserfunctie indicator
(pagina 67)
Geen Automatisch flitsen
Flitser uit
0 A
B
Flitser aan
Krachtflitser
Milde flits
Vermindering van het rode ogen effect
• Als de camera signaleert dat de flitser gebruikt moet worden terwijl automatisch flitsen geselecteerd is, verschijnt de flitser aan indicator wanneer de sluitertoets halverwege wordt ingedrukt.
2 Scherpstelfunctie
indicator (pagina 79)
Autofocus
Macro
Panfocus
Oneindig
Handmatig sherpstellen
verschijnt enkel tijdens het opnemen van films.
verschijnt enkel kort en verdwijnt dan uit het display als u autofocus (automatisch scherpstellen) selecteert met de toetsaanpassingsfunctie (pagina 137).
3 Witbalansindicator
(pagina 89)
Automatisch
AWB
Daglicht
Bewolkt
Schaduw
Daglichtwit
Daglicht
Gloeilamp
Handmatig
verschijnt enkel kort en
AWB
verdwijnt dan uit het display als u Auto (automatisch) selecteert met de toetsaanpassingsfunctie (pagina 137).
4 Doorlopende
sluiterfunctie (pagina 97)
Enkele snapshot
Doorlopende sluiter bij normale snelheid
Doorlopende sluiter bij hoge snelheid
Doorlopende sluiter met flits
Doorlopende sluiter
Z
met zoom
Meervoudige doorlopende sluiter
5 Zelfontspanner
(pagina 73)
Geen 1-beeld
Zelfontspanner 10 sec.
10
s
Zelfontspanner 2 sec.
2
s
Drievoudige
x3
zelfontspanner
28
VOORBEREIDINGEN
6 Opnamefuncties (REC)
(pagina 54)
Snapshot
BEST SHOT
Lensopeningsprioriteit AE
Sluitersnelheidsprioriteit AE
Handmatige belichting
Film
MOVIE BEST SHOT functie
Korte filmfunctie
Voorafgaande filmfunctie
Audio snapshot
Spraakopname
De en iconen verschijnen wanneer u Short Movie (korte film) of Past Movie (voorafgaande film) selecteert als MOVIE BEST SHOT scene (pagina 123).
7 Meetfunctie indicator
(pagina 143)
Geen Multi-patroon meten
Centrum-georiënteerd meten
Puntmeten
8 • Snapshots: Beeldformaat
(pagina 76)
Films: Opnametijd (pagina 121)
9 • Snapshots: Geheugencapaciteit
(paginas 58, 273)
Films: Resterende opnametijd (pagina 120)
0 • Snapshots: Beeldkwaliteit
(pagina 77) F : Fijn N : Normaal E : Economisch
Films: Beeldkwaliteit (pagina 119) HQ : Hoge kwaliteit NORMAL : Normaal LP : Langzame snelheid
A Opnamelampindicator
(REC) (pagina 130)
Auto (automatisch)
On (aan)
Geen Off (uit)
B Datum en tijd
(pagina 194)
C Accucapaciteit
(pagina 40)
D Histogram (pagina 134)
E Anti-trilindicator
(pagina 108)
F Scherpstelkader
(pagina 57)
Scherpstellen voltooid: groen
Scherpstelstoring: rood
LET OP
Als de instelling van één van de volgende functies veranderd wordt, verschijnt een icoongids hulpboodschap (pagina 139) op het beeldscherm. U kunt icoonhulp uitschakelen als u dat wilt. Scherpstelfunctie, witbalans, zelfontspanner,
Metering (meten), opnamefuncties
Image size (beeldformaat), white balance
(witbalans), AF area (autofocusgebied) van het EX menuscherm (pagina 149)
29
VOORBEREIDINGEN
G
Belichtingspaneel
Het belichtingspaneel is een gebied in de rechter benedenhoek van het beeldscherm tijdens de opnamefuncties (REC) dat verschillende instelbare parameters aangeeft. U kunt het belichtingspaneel ook gebruiken om belichtingsinstellingen bij te stellen.
H I J
K
G Digitale zoomindicator (pagina 65)
H ISO gevoeligheid (pagina 142)
I Lensopeningwaarde (paginas 31, 58, 93, 96)
J Sluitersnelheidwaarde (paginas 31, 58, 95, 96)
K Zoomindicator (pagina 65)
De linkerkant geeft optische zoom aan.
De rechterkant geeft digitale zoom aan.
LET OP
Bij een sluitersnelheid, lensopening of ISO gevoeligheid die buiten het bereik ligt, wordt de corresponderende waarde in het beeldscherm oranje.
Belichtingspaneel
De volgende uitleg betreft de items die verschijnen op het belichtingspaneel. Merk op dat de huidige opnamefunctie (REC) bepaalt welke items verschijnen.
30
Loading...
+ 249 hidden pages