Casio EX-Z6 Owner's Manual [nl]

Digitale Camera
EX-Z6/EX-Z7
Gebruiksaanwijzing
Gefeliciteerd met de aanschaf van dit CASIO product.
• Voordat u het in gebruik neemt dient u eerst de voorzorgsmaatregelen in deze gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen.
• Houd de gebruiksaanwijzing daarna op een veilige plaats voor latere naslag.
• Bezoek de officiële EXILIM website http://www.exilim.com/ voor de meest recentelijke informatie voor dit product.
Alle voorbeeldprocedures in deze gebruiksaanwijzing zijn gebaseerd op model EX-Z7. Dezelfde procedures zijn ook van toepassing op model EX-Z6 tenzij specifiek anders wordt vermeld.
D
K819PCM1DKX

INLEIDING

INLEIDING

Uitpakken

Controleer dat alle hier getoonde items inderdaad meegeleverd zijn met de camera. Mocht er iets missen, neem dan zo snel mogelijk contact op met de dealer.
Camera Polsriem
CD-ROM USB kabel Basisreferentie
Oplaadbare lithium-ion
Accu (NP-20)
Lithium-ion acculader
(BC-11L)
Netsnoer
* De vorm van de netstekker
hangt af van het land waar de camera wordt aangeschaft.
AV kabel
*
2
INLEIDING

Inhoudsopgave

2 INLEIDING
Uitpakken ..................................................................... 2
Kenmerken ................................................................... 9
Voorzorgsmaatregelen ............................................... 12
17 SNELSTARTGIDS
Laad de accu eerst op! .............................................. 17
Configureren van de displaytaal en de
klokinstellingen ........................................................... 18
Opnemen van een beeld ............................................ 19
Bekijken van een opgenomen beeld ......................... 20
Wissen van een beeld ................................................ 20
21 VOORBEREIDINGEN
Betreffende deze gebruiksaanwijzing ........................ 21
Algemene gids ........................................................... 22
Camera 22 Lithium-ion acculader 24
Inhoud van het beeldscherm ..................................... 25
Opnamefunctie (REC) 25 Weergavefunctie (PLAY) 27 Veranderen van de inhoud van het beeldscherm 29
Vastmaken van de polsriem ....................................... 30
Spanningsvereisten ................................................... 31
Opladen van de accu 31 Inleggen van de accu 34 Lege accu indicator 36 Vervangen van de accu 37 Voorzorgsmaatregelen voor de stroomvoorziening 38 In- en uitschakelen van de camera 41 Configureren van de stroomspaarinstellingen 42
Gebruik van de in-beeld menu’s ................................ 44
Configureren van de displaytaal en de
klokinstellingen ........................................................... 46
Configureren van de displaytaal en de klokinstellingen 47
50 ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
Opnemen van een beeld ............................................ 50
Richten van de camera 50 Opnemen van een beeld 51 Gebruiken van de easy functie 55 Voorzorgsmaatregelen voor het opladen 57
Gebruiken van de zoom ............................................. 59
Optische zoom 59 Digitale zoom 61
3
INLEIDING
Gebruiken van de flitser ............................................. 63
Flitsereenheid status 65 Veranderen van de flitssterkte instelling 66 Gebruik van de flitserassistent (Flash Assist) 66
Gebruiken van de zelfontspanner .............................. 68
Specificeren van de beeldgrootte .............................. 71
Specificeren van de beeldkwaliteit ............................ 73
74 OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Selecteren van de scherpstelfunctie ......................... 74
Gebruik van autofocus 75 Gebruik van de macrofunctie 78 Het gebruik van panfocus 79 Gebruik van de oneindig-functie 79 Gebruik van handmatig scherpstellen 80 Gebruik van de scherpstelvergrendeling 81
Belichtingscompensatie (EV verschuiving) ............... 82
Bijstellen van de witbalans ......................................... 84
Handmatig configureren van de witbalans 85
Gebruik van de doorlopende sluiter........................... 87
Doorlopende sluiter met normale snelheid 88 Doorlopende sluiter bij hoge snelheid 88 Doorlopende sluiter met flits 88 Voorzorgsmaatregelen voor de doorlopende sluiter 89
Gebruiken van de BEST SHOT functie ..................... 89
Afzonderlijk tonen van de voorbeelddecors 92 Creëren van uw eigen BEST SHOT instelling 92 Wissen van een BEST SHOT functie
gebruikersinstelling 94
Verminderen van de effecten van het bewegen
van uw hand of het bewegen van het onderwerp ..... 94
Opnemen met een hogere gevoeligheid ................... 96
Opnemen van beelden van naamkaartjes en
documenten (Business Shot) ..................................... 97
Voordat u met Business Shot gaat opnemen 98 Gebruiken van de Business Shot instelling 98
Herstellen van een oude foto ..................................... 99
Voordat u probeert een oude foto te herstellen 99 Opnemen van een oude foto 100
Opnemen van een film ............................................. 102
Specificeren van de kwaliteit van het filmbeeld 103 Opnemen van een film 104
Opnemen van audio ................................................. 106
Toevoegen van geluid aan een snapshot 106 Opnemen van spraak 107
Gebruiken van het histogram ................................... 109
Camera instellingen van de
REC (opname) functie .............................................. 112
Toewijzen van functies aan de [] en [] toetsen 112 In- en uitschakelen van het in-beeld raster 113 In- en uitschakelen van beeldcontrole 114 Gebruik van icoonhulp 114 Specificeren van de default instellingen bij
inschakelen van de spanning 115 Specificeren van de ISO gevoeligheid 117 Selecteren van de meetfunctie 118 Gebruiken van de filterfunctie 120 Speciferen van de contourscherpte 120
4
INLEIDING
Specificeren van kleurverzadiging 121 Specificeren van het contrast 121 Foto’s met datumafstempeling 122 Terugstellen (reset) van de camera 123
124 WEERGAVE
Elementaire weergavebediening ............................. 124
Weergave van een audio snapshot 125
Inzoomen op het weergegeven beeld ..................... 126
Afmetingen van een beeld heraanpassen ............... 127
Trimmen van een beeld ........................................... 128
Keystone correctie ................................................... 130
Het gebruiken van kleurherstelling om de
kleuren van een oude foto te corrigeren.................. 131
Weergeven en bewerken van een film .................... 133
Weergeven van een film 133 Montage van een film 134 Vastleggen van een stilbeeld van een film
(MOTION PRINT) 138
Tonen van een 9-beelden scherm ........................... 139
Tonen van het kalenderscherm ................................ 140
Spelen van een Slideshow (diashow) ..................... 141
Roteren van het displaybeeld .................................. 144
Toevoegen van audio aan een snapshot ................. 145
Heropnemen van het geluid 146
Weergeven van een spraakopnamebestand ........... 147
Tonen van camerabeelden op een
televisiescherm ........................................................ 148
Selecteren van het
video-uitgangssysteem 150
152 WISSEN VAN BESTANDEN
Wissen van een enkel bestand ................................ 152
Wissen van alle bestanden ...................................... 153
154 BEHEER VAN BESTANDEN
Mappen ..................................................................... 154
Geheugenmappen en -bestanden 154
Beschermen van bestanden .................................... 155
Beveiligen van een enkel bestand 155 Beveiligen van alle bestanden 156
Gebruik van de FAVORITE folder ............................ 156
Kopiëren van een bestand naar de FAVORITE map 156 Tonen van een bestand in de FAVORITE map 158 Wissen van een bestand uit de FAVORITE map 159 Wissen van alle bestanden uit de FAVORITE map 159
160 ANDERE INSTELLINGEN
Configureren van de geluidsinstellingen ................. 160
Configureren van de geluidsinstellingen 160 Instellen van het geluidsniveau van de
bevestigingstoon 160
5
INLEIDING
Instellen van het geluidsniveau voor de
weergave van films en audio snapshots 161
Specificeren van een beeld voor het
beginscherm ............................................................. 161
Specificeren van de bestandsnaam
serienummer generatiemethode .............................. 162
Instellen van de klok ................................................ 163
Selecteren van uw thuistijdzone 163 Instellen van de huidige tijd en datum 164 Veranderen van de datumopmaak 164
Gebruiken van wereldtijd ......................................... 165
Tonen van het wereldtijdscherm 165 Configureren van wereldtijdinstellingen 165
Bewerken de datum en de tijd van een beeld ......... 166
Veranderen van de displaytaal ................................ 167
Veranderen van het protocol van de USB poort ...... 168
Configureren van de [ ] (REC) en
[ ] (PLAY) toets en spanning aan/uit functies...... 169
Formatteren van het ingebouwde geheugen........... 170
171 GEBRUIKEN VAN EEN GEHEUGENKAART
Gebruiken van een geheugenkaart ......................... 172
Insteken van een geheugenkaart in de camera 172 Vervangen van de geheugenkaart 173 Formatteren van een geheugenkaart 174
Kopiëren van bestanden .......................................... 175
Kopiëren van alle bestanden in het ingebouwde
geheugen naar een geheugenkaart 176 Kopiëren van een specifiek bestand van een
geheugenkaart naar het ingebouwde geheugen 177
178 AFDRUKKEN VAN BEELDEN
DPOF ........................................................................ 179
Configureren van de afdrukinstellingen voor een
enkel beeld 180 Configureren van de afdrukinstellingen voor alle
beelden 181
Gebruiken van PictBridge en
USB DIRECT-PRINT ................................................ 183
Datumafdruk 187
PRINT Image Matching III ........................................... 188
Exif Print ................................................................... 188
189 BEKIJKEN VAN BEELDEN MET EEN
COMPUTER
Gebruik van de camera met een
Windows computer ................................................... 189
Gebruik van de camera met een
Macintosh computer ................................................. 196
Gebruiken van een geheugenkaart om
beelden over te schrijven naar een computer ......... 200
6
INLEIDING
Geheugendata ......................................................... 201
DCF protocol 201 Geheugenmapstructuur 202 Door de camera ondersteunde beeldbestanden 203
205 GEBRUIKEN VAN DE CAMERA MET EEN
COMPUTER
Gebruik van de camera met een
Windows computer ................................................... 205
Selecteer het software dat u nodig heft 205 Systeemvereisten voor uw computer 207 Overbrengen van de beelden van de camera
en het beheer van beelden op een PC. 208 Retoucheren, oriënteren en afdrukken van foto’s 211 Weergeven van een film 213 Bekijken van gebruikersdocumentatie
(PDF bestanden) 214 Gebruikersregistratie 214 Verlaten van de menu applicatie 214
Gebruik van de camera met een
Macintosh computer ................................................. 215
Selecteer het software dat u nodig heft 215 Systeemvereisten voor uw computer 216 Overbrengen van de beelden van de camera
en het beheer van beelden op een Macintosh. 217 Weergeven van een film 218 Bekijken van gebruikersdocumentatie
(PDF bestanden) 218 Registreren als cameragebruiker 219
220 APPENDIX
Menureferentie ......................................................... 220
Indicator referentie ................................................... 223
Gids voor het oplossen van moeilijkheden .............. 226
Mocht u problemen ondervinden bij het
installeren van de USB driver… 231
Tonen van boodschappen 232
CA-32 USB slede/netadapter (optie) ....................... 234
Algemene gids 234 Gebruik de USB slede om de accu op te laden 235 Gebruik van de fotostandaardfunctie 238 De USB slede gebruiken om beelden op een
televisiescherm te tonen 239 De USB slede gebruiken om beelden af te drukken 240 De USB slede gebruiken om op een computer
aan te sluiten 241 Referentie voor de USB slede indicators 246
Technische gegevens .............................................. 247
7
INLEIDING
BELANGRIJK!
• The inhoud van deze gebruiksaanwijzing is onder voorbehoud en kan zonder voorafgaande mededeling worden veranderd.
• CASIO COMPUTER CO., LTD. aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor schade of verlies voortvloeiend uit het gebruik van deze gebruiksaanwijzing.
• CASIO COMPUTER CO., LTD. aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor verlies of eisen tot schadevergoeding door derden die voortvloeien uit het gebruik van of defecten aan de EX-Z6/EX-Z7.
• CASIO COMPUTER CO., LTD. zal niet aansprakelijk gesteld worden voor schade of verlies door u of door derden door het gebruik van Photo Loader en/of Photohands.
• CASIO COMPUTER CO., LTD. aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor schade of verlies door het wissen van data als gevolg van een defect, reparaties of het vervangen van de accu. Zorg er altijd voor een reservekopie te maken van belangrijke data op andere media om u in te dekken tegen verlies.
• Merk op dat de voorbeeldschermen en productafbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing ietwat kunnen afwijken van de schermen en configuratie van de camera in werkelijkheid.
• Het SDHC logo is een handelsmerk.
• Windows, Internet Explorer, Windows Media en DirectX zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
• Macintosh en QuickTime zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
• MultiMediaCard is een handelsmerk van Infineon Technologies AG van Duitsland en onder licentie bij MultiMediaCard Association (MMCA).
• Adobe en Reader zijn ofwel geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in the US en/of andere landen.
• Namen van andere fabrikanten, producten en diensten die gebruikt worden in deze gebruiksaanwijzing kunnen ook handelsmerken of dienst merken zijn van anderen.
• Photo Loader en Photohands zijn eigendom van CASIO COMPUTER CO., LTD. Met uitzondering van het bovengenoemde, vallen alle auteursrechten en andere gerelateerde rechten van deze applicaties aan CASIO COMPUTER CO., LTD.
8
INLEIDING
LCD paneel
Het LCD paneel is een product van de nieuwste LCD fabrikagetechnologie die een beeldpundeffecttiviteit van 99,99% behaalt. Dat betekent dat minder dat 0,01% van het totaal aan beeldpunten defect is (d.w.z. ze gaan niet branden of ze blijven juist altijd branden.
Door auteursrechten opgelegde beperkingen
Behalve met als doeleinde uw eigen persoonlijke genoegen is het kopiëren van snapshotbestanden, filmbestanden en audiobestanden zonder toestemming in overtreding met auteursrechten en internationale verdragen. Het tegen vergoeding of gratis distribueren van dergelijke bestanden aan derden via het internet zonder toestemming van de eigenaar van de auteursrechten is in overtreding met de wetgeving ten aanzien van auteursrechten en internationale verdragen.

Kenmerken

• Effectieve beeldpunten
EX-Z6: 6,0 miljoen beeldpunten
(6,37 miljoen beeldpunten in het totaal)
EX-Z7: 7,2 miljoen beeldpunten
(7,41 miljoen beeldpunten in het totaal)
• 2,5-inch TFT LCD kleurenscherm
• 8,3 MB ingebouwd geheugen
Gebruik het ingebouwde geheugen voor het testen van de camera of om beelden op te nemen in noodgevallen wanneer de geheugenkaart vol of niet beschikbaar is.
• Opnamefunctie (REC) of weergavefunctie (PLAY) inschakelen (pagina 41)
Druk op de [ ] (REC) of op de [ ] (PLAY) om de camera in te schakelen en de gewenste functie in te schakelen.
• easy functie (pagina 55)
Dit attribuut elimineert problematische basisinstellingen.
• 12X naadloze zoom (pagina 59)
3X optische zoom, 4X digitale zoom
• Flitshulp (pagina 66)
Dit attribuut compenseert wanneer de flitsintensiteit niet sterk genoeg is zodat beelden beter belicht worden.
9
INLEIDING
• Drievoudige zelfontspanner (pagina 68)
De zelfontspanner kan ingesteld worden om drie maal automatisch te werken.
• Automatische macrofunctie (pagina’s 76, 78)
De automatische macrofunctie schakelt over naar de macrofunctie wanneer de afstand tussen de camera en het onderwerp korter is dan het automatische scherpstelbereik.
• Snelsluiter (pagina 76)
Wanneer u de sluitertoets in zijn geheel indrukt zonder te pauzeren zal de camera onmiddellijk het beeld opnemen zonder te wachten totdat het automatische scherpstellen (Auto Focus) uitgevoerd is. Dit maakt het mogelijk voor u die speciale momenten op te nemen zonder dat u hoeft te wachten voor automatische scherpstellen (Auto Focus).
• Selectie van het autofocusgebied (pagina 77)
Wanneer de instelling “ Multi” (multi-patroon) wordt ingesteld voor het autofocus kader, neemt de camera negen metingen op verschillende punten en selecteert automatisch de beste.
• Drie doorlopende sluiterfuncties (pagina 87)
Naast de doorlopende sluiter bij normale snelheid, kunt u ook de doorlopende sluiter bij hoge snelheid of de doorlopende sluiter met flits selecteren.
• Beste shot (BEST SHOT) (pagina 89)
Selecteer gewoonweg van de collectie ingebouwde voorbeeldscenes er één en de camera zal de instellingen maken voor de scene die u selecteerde. Dit is de handige manier om instellingen snel en gemakkelijk te maken voor mooie foto’s. Nieuwe BEST SHOT voorbeelddecors omvatten o.a. instellingen voor hoge gevoeligheid en de anti-trilfunctie. De [BS] (BEST SHOT) toets voorziet directe toegang tot de BEST SHOT voorbeelddecors.
• Business Shot (pagina 97)
De Business Shot instelling corrigeert automatisch rechthoekige vormen zoals de beelden van naamkaartjes, documenten, een witbord of soortgelijke voorwerpen wanneer deze vanuit een hoek worden opgenomen.
• Herstellen van een oude foto (pagina 99)
U kunt de procedure in dit hoofdstuk gebruiken om een oude, verbleekte foto te herstellen met de kleuren die worden verstrekt door de moderne digitale cameratechnologie.
• Filmopname met geluid (pagina 102)
VGA grootte, met 30 beelden/seconde in Motion JPEG formaat
• Audio Snapshot functie (pagina 106)
Gebruik deze functie om snapshots op te nemen die audio bevatten.
10
INLEIDING
• Spraakopname (pagina 107)
Snel en gemakkelijk opnemen van spraakdata.
• Real-time RGB histogram (pagina 109)
Een in-beeld histogram laat u de belichting bijstellen terwijl u bekijkt hoe dit de algehele beeldhelderheid beïnvloedt, hetgeen het maken van shots bij moeilijke belichtingsomstandigheden nu makkelijker maakt dan ooit te voren.
• Keystone correctie (pagina 130)
Met een eenvoudige bedieningshandeling kunt u keystone correctie aanbrengen, hetgeen nodig is wanneer u het beeld van een (school)bord of een poster vanuit een hoek opneemt.
• Kleurcorrectie (pagina 131)
Neem gewoonweg het beeld van een oude foto op om de kleuren ervan te herstellen.
• Bewegende afdrukfunctie (MOTION PRINT) (pagina 138)
Met deze functie worden bewegende beelden van een film in het geheugen opgeslagen waarvan stilbeelden worden gemaakt die geschikt zijn om te worden afgedrukt.
• Kalenderscherm (pagina 140)
Een simpele bedieningshandeling geeft een kalender met een volledige maand weer op het beeldscherm van de camera. Elk dag van de volledige maandkalender toont een thumbnail van het eerste bestand dat op die datum was opgenomen hetgeen het zoeken naar een bepaald bestand gemakkelijker en sneller.
• Sluit de camera aan op een TV en gebruik het beeld op het televisiescherm voor het opnemen en bekijken van beelden (pagina 148).
• Wereldtijd (pagina 165)
Door een eenvoudige bediening wordt de huidige tijd ingesteld voor de huidige plaats. U kunt uit 162 steden in 32 tijdzones kiezen.
• Ondersteuning voor SD geheugenkaarten, SDHC geheugenkaarten en MMC (MultiMediaCard = multimedia kaart) voor geheugenuitbreiding (pagina
171)
• Digital Print Order Format (DPOF) (pagina 179)
Beelden kunnen gemakkelijk afgedrukt worden in de gewenste volgorde door gebruik te maken van een DPOF-compatibele printer. DPOF kan ook gebruikt worden voor het specificeren van beelden en hoeveelheden door professionele afdrukdienstverleningen.
11
INLEIDING
• PictBridge en USB DIRECT-PRINT ondersteuning (pagina 183)
Sluit direct aan op een printer die compatibel is met PictBridge of USB DIRECT-PRINT en u kunt beelden afdrukken zonder dit via de computer te doen.
• PRINT Image Matching III Compatibel (pagina 188)
Beelden omvatten PRINT Image Matching III data (functie instelling en andere camera instelinformatie). Een printer die PRINT Image Matching III ondersteunt, leest deze data en stemt het afgedrukte beeld daarop af zodat de beelden er uit komen zoals u bedoeld had toen u ze opnam.
• Stuur beelden over naar een computer door gewoonweg de camera aan te sluiten (pagina’s 189,
196)
• DCF data opslag (pagina 201)
Het DCF (Design rule for Camera File system) data opslagprotocol voorziet in beeld compatibiliteit tussen camera en printers.
• Bijgesloten met Photo Loader en Photohands (pagina’s 208, 211, 217)
Uw camera wordt geleverd met Photo Loader, de populaire applicatie die automatisch beelden laadt van uw camera naar uw PC. Ook is Photohands bijgesloten, een applicatie die het retoucheren van beelden versnelt en vergemakkelijkt.

Voorzorgsmaatregelen

Algemene voorzorgsmaatregelen
Let erop altijd de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen na te leven wanneer u de
Alle verwijzingen in deze gebruiksaanwijzing naar “camera” verwijzen naar de CASIO EX-Z6/EX-Z7 digitale camera.
• Probeer nooit beelden op te nemen of het ingebouwde display te gebruiken terwijl u een motorvoertuig aan het besturen bent of terwijl u aan het lopen bent. Dit creëert namelijk het gevaar op een ernstig ongeluk.
• Probeer nooit de behuizing van de camera te openen of zelf reparaties uit te voeren. Als de interne hoogspanningscomponenten ontbloot worden, creëert dit gevaar op elektrische schok. Laat onderhoud en reparatiewerkzaamheden altijd over aan door een CASIO erkende onderhoudswerkplaats.
• Houd de kleine onderdelen en accesoires van deze camera buiten het bereik van kleine kinderen. Mocht een klein onderdeel per ongeluk ingeslikt worden, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.
• Richt de flitser nooit op een persoon die een motorvoertuig aan het besturen is. Dit kan hinderlijk zijn en het gevaar op een ongeluk met zich meebrengen.
EX-Z6/EX-Z7
gebruikt.
12
INLEIDING
• Gebruik de flitser nooit als het te dicht bij de ogen van het onderwerp is. Intens licht kan schade toebrengen aan het gezichtsvermogen als de flitser op te korte afstand wordt gebruikt, in het bijzonder geldt dit voor kinderen. Bij gebruik van de flitser dient de camera minstens één meter van de ogen van het onderwerp gehouden te worden.
• Houd de camera uit de buurt van water en andere vloeistoffen en laat hem nooit nat worden. Vocht brengt het gevaar op elektrische schok en brand met zich mee. Gebruik de camera nooit buiten in de regen of sneeuw, bij de kust of op het strand, in de badkamer, enz.
• Mocht een vreemd voorwerp of water de camera binnendringen, schakel deze dan onmiddellijk uit. Verwijder daarna de accu uit de camera en/of het netsnoer uit het stopcontact en neem contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde erkende CASIO onderhoudswerkplaats. Als het gebruik van de camera onder deze omstandigheden wordt voortgezet, brengt dit het gevaar op elektrische schok en brand met zich mee.
• Mocht u ooit rook of een vreemde geur bespeuren bij de camera, schakel de camera dan onmiddellijk uit. Er daarbij op lettend dat u uw vingers niet brandt, verwijder daarna de accu uit de camera en/of de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en neem contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde erkende CASIO onderhoudswerkplaats. Als het gebruik van de camera onder deze omstandigheden wordt voortgezet, brengt dit het gevaar op elektrische schok en brand met zich mee. Overtuig u er eerst van dat er geen rook meer uit de camera komt en neem de camera dan ter reparatie mee naar de dichtstbijzijnde CASIO erkende onderhoudswerkplaats. Probeer onderhoud en reparaties nooit zelf uit te voeren.
• Trek de stekker van het netsnoer minstens eens per jaar uit het stopcontact en reinig het gedeelte bij de stekers van de stekker. Stof kan zich ophopen rond de stekers en gevaar op brand met zich meebrengen.
• Mocht de behuizing van de camera ooit breken doordat de camera gevallen is of op andere manier blootgesteld is aan een ruwe behandeling, schakel dan onmiddellijk de spanning uit. Verwijder daarna de accu van de camera en/of haal de stekker van het netnoer uit het stopcontact en neem contact op met de dichtstbijzijnde CASIO erkende onderhoudswerkplaats.
13
INLEIDING
• Gebruik de camera nooit in een vliegtuig of een andere plaats waar het gebruik ervan verboden is. Dit kan namelijk het gevaar op een ongeluk met zich meebrengen.
• Materiële schade en defecten van deze camera kunnen er toe leiden dat de in het geheugen opgeslagen data gewist wordt. Maak altijd reservekopieën van data door ze over te sturen naar het geheugen van een PC.
• Open nooit het accudeksel terwijl een beeld wordt opgenomen. Niet alleen maakt dit het onmogelijk de huidige beelden op te nemen, het kan ook de andere beelddata beschadigen die reeds opgeslagen waren in het bestandgeheugen van de camera.
Test voor het gebruik dat de camera goed
werkt!
Voordat u de camera gebruikt voor het maken van belangrijke opnemen dient u eerst een aantal testbeelden op te nemen om u zich er eerst van te overtuigen dat de resultaten naar wens zijn en de camera juist geconfigureerd is en u hem op de juiste wijze bediend.
Voorzorgsmaatregelen bij data foutlezingen
• Uw digitale camera is vervaardigd met digitale precisie­onderdelen. Bij elk van de volgende omstandigheden bestaat het gevaar op de beschadiging van data in het bestandgeheugen.
— Het verwijderen van de accu of de geheugenkaart
terwijl de camera zojuist bezig is met het opnemen van een beeld of toegang heeft tot het geheugen.
— Het verwijderen van de accu of de geheugenkaart
terwijl de bedrijfsindicator nog groen aan het knipperen is nadat u de camera uitgeschakeld heeft.
— Het verbreken van de aansluiting van de USB kabel
terwijl het versturen van data plaatsvindt. — Lage batterijspanning — Andere abnormale omstandigheden
Elk van de bovengenoemde omstandigheden kan er toe leiden dat een foutlezing op het scherm verschijnt (pagina
232). Volg de aanwijzingen in de melding om de oorzaak van de foutlezing te elimineren.
14
INLEIDING
Voorwaarden voor juiste werking
• Deze camera is ontworpen voor gebruik bij temperaturen tussen 0°C en 40°C.
• Gebruik de camera niet en berg hem niet op de volgende plaatsen op.
— Op plaatsen die blootstaan aan het directe zonlicht. — Op plaatsen die blootstaan aan hoge vochtigheid of
veel stof.
— In de omgeving van airconditionings, kachels of
andere plaatsen die blootstaan aan extreme temperaturen.
— Binnenin een gesloten voertuig, in het bijzonder
wanneer deze in de zon geparkeerd staat.
— Op plaatsen die blootstaan aan sterke trillingen.
Condens
• Wanneer u de camera binnen brengt op een koude dag of op een andere manier blootstelt aan plotselinge veranderingen in temperatuur, bestaat de mogelijkheid dat condens zich kan gaan vormen op de buitenkant of op de inwendige componenten. Condens kan defectieve werking veroorzaken zodat u moet vermijden dat de camera blootstaat aan omstandigheden die condens kunnen veroorzaken.
• Om te voorkomen dat condens überhaupt gevormd wordt, dient u de camera in een plastic tas te plaatsen voordat u hem naar een plaats brengt die veel warmer of kouder is dan de huidige plaats. Laat de camera in de plastic tas totdat de lucht in de tas de kans heeft gekregen om dezelfde temperatuur als die van de nieuwe plaats heeft bereikt. Mocht condens zich toch gevormd hebben, verwijder dan de accu van de camera en laat het accudeksel voor enkele uren open.
15
INLEIDING
Stroomvoorziening
• Gebruik enkel de speciale oplaadbare lithium-ion accu NP-20 om deze camera van stroom te voorzien. Het gebruik van een ander type accu wordt niet ondersteund.
• Deze camera heeft geen gescheiden batterij voor de klok. De instellingen voor de datum en de tijd worden teruggesteld telkens wanneer via de accu voor ongeveer 30 uur geen spanning wordt toegevoerd aan de camera. Zorg er voor deze instellingen opnieuw te configureren als de stroom wordt onderbroken (pagina 163).
• Probeer de accu nooit van de camera te ontkoppelen als deze ingeschakeld is. Hierdoor kan de camera beschadigd raken. Mocht u de accu toch per ongeluk verwijderen, plaats hem dan onmiddellijk terug in de camera en druk op de spanningstoets om de spanning opnieuw in te schakelen.
Lens
• Oefen nooit te veel kracht uit bij het reinigen van het oppervlak van de lens. Word dit toch gedaan, dan kan de lens bekrast raken en defecten worden veroorzaakt.
• U kunt mogelijk af en toe vervorming waarnemen in bepaalde soorten beelden waarbij er een kleine buiging optreedt bij lijnen die recht zouden moeten zijn. Dit komt door de karakteristieken van de lens/het objectief en duidt niet op een defect van de camera.
Onderhoud van uw camera
• Vingerafdrukken, stof en anderszins bevuilen van de lens kan op de juiste manier opnemen belemmeren. Raak de lens nooit met de vingers aan. U kunt stofdeeltjes van de lens verwijderen met een lensblazer. Veeg vervolgens het oppervlak van de lens af met een zachte lensdoek.
• Vingerafdrukken, vuil en andere ongewenste spullen op de flitser kunnen storing veroorzaken bij een juiste werking van de camera. Vermijd het aanraken van de flitser. Mocht de flitser toch vuil worden, veeg hem dan af met een zachte, droge doek.
• Als de buitenkant van de camera gereinigd dient te worden, veeg deze dan af met een zachte, droge doek.
Beelden op het beeldscherm
De beelden die gewoonlijk op het beeldscherm verschijnen tijdens de beeldweergave zijn kleiner dan gewoonlijk waardoor u alle details van het werkelijke beeld niet kunt zien. Uw camera is voorzien van een beeldzoom (pagina
126) die u kunt gebruiken om het beeld op het beeldscherm te vergroten. U kunt dit attribuut gebruiken om bij belangrijke beelden controles ter plekke uit te voeren.
Overige
• Tijdens het gebruik kan de camera ietwat warm worden. Dit duidt niet op een defect.
16

SNELSTARTGIDS

SNELSTARTGIDS

Laad de accu eerst op!

1.
Laad de oplaadbare lithium-ion accu (NP-20) op die meegeleverd wordt met de camera (pagina 31).
Het kost ongeveer 90 minuten om de accu volledig op te laden.
2
[CHARGE] indicator licht rood op tijdens het opladen. De [CHARGE] indicator gaat uit nadat het opladen is voltooid.
1
-+
T
2.
Leg de accu in de camera (pagina
34).
1
2
3
Stopnok
(–) markeringen
17
SNELSTARTGIDS

Configureren van de displaytaal en de klokinstellingen

Let erop det volgende instellingen te configureren voordat u de camera gebruikt voor het opnemen van beelden. Zie pagina 47 voor details.
Maakt u een fout tijdens het instellen van de taal of de klok met de volgende procedure, dan dient u het menu van de camera te gebruiken om instellingen van de taal (pagina 167) of de klok (pagina 163) afzonderlijk te veranderen.
1
2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9
[]
[][왘]
[]
[SET]
1.
Druk op de spanningstoets om de camera in te schakelen.
2.
Gebruik [], [], [] en [] om de gewenste taal te selecteren.
3.
Druk op [SET] om de taalinstelling te registreren.
4.
Selecteer het gewenste geografische gebied m.b.v. [], [], [] en [] en druk vervolgens op [SET].
5.
Selecteer de gewenste stad m.b.v. [] en [] en druk vervolgens op [SET].
6.
Selecteer de gewenste zomertijdinstelling m.b.v. [] en [] en druk vervolgens op [SET].
7.
Selecteer de gewenste datumformaatinstelling m.b.v. [] en [] en druk vervolgens op [SET].
8.
Stel de datum en de tijd in.
9.
Druk op [SET] om de klokinstellingen te registreren en het instelscherm te verlaten.
18
SNELSTARTGIDS
3
24
12
38

Opnemen van een beeld

Zie pagina 50 voor details.
1.
Automatische
opname icoon
3
7
0606/
1212/
24
:
12
38
Scherpstelkader
N
2
1
Bedrijfsindicator
Het ingebouwde geheugen van de camera kan slechts enkele beelden opnemen en is enkel bedoeld voor het testen van de camera of bij noodgevallen. De geheugenkaart heeft een grotere capaciteit die u kunt gebruiken voor het opslaan van meer beelden, beelden van een hogere kwaliteit en beelden van een groter formaat en langere filmpjes. Om een in de handel verkrijgbare geheugenkaart te gebruiken dient u deze eerst te formatteren met de formaatprocedure van de camera. Zie pagina 174 voor details aangaande het formatteren van een geheugenkaart.
Druk op [ ] (REC).
Hierdoor wordt de REC (opname) functie ingeschakeld.
2.
Richt de camera op het onderwerp, gebruik het beeldscherm om het beeld te componeren en druk daarna de sluitertoets half in.
Nadat de camera klaar is met het automatische scherpstellen wordt het scherpstelkader groen en licht de bedrijfsindicator groen op.
3.
Houd de camera stil en druk de sluitertoets voorzichtig geheel in.
19
SNELSTARTGIDS

Bekijken van een opgenomen beeld

Zie pagina 124 voor details.
1
2
1.
Druk op [ ] (PLAY).
Hierdoor wordt de PLAY (weergave) functie ingeschakeld.
2.
Blader m.b.v. [] en [] door de beelden.

Wissen van een beeld

Zie pagina 152 voor details.
1
2, 3, 4, 5
1.
Druk op [ ] (PLAY).
2.
Druk op [] ( ).
3.
Laat het beeld zien dat u wilt uitwissen m.b.v. [] en [].
4.
Selecteer “Delete” (wissen) m.b.v. [] en [].
Selecteer Cancel (annuleren) om de beeldwisfunctie te verlaten zonder iets uit te wissen.
5.
Druk op [SET] om het beeld te wissen.
20

VOORBEREIDINGEN

VOORBEREIDINGEN
Dit hoofdstuk bevat informatie die u dient te weten aangaande het gebruik van de camera en wat u dient te doen voordat u daaraan gaat beginnen.

Betreffende deze gebruiksaanwijzing

Dit hoofdstuk bevat informatie over de afspraken die in deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt.
Terminologie
De volgende tabel definiëert de terminologie die in deze gebruiksaanwijzing wordt gebruikt.
Deze term wordt in deze gebruiksaanwijzing gebruikt:
camera
bestandgeheugen
accu
digitale ruis
Betekenis:
De CASIO EX-Z6/EX-Z7 digitale camera
De plaats waar de camera op het ogenblik beelden opslaat die u opneemt (pagina 51)
De NP-20 oplaadbare lithium­ion accu
Kleine spikkels of “sneeuw” in het opgenomen beeld of op het beeldscherm waardoor het beeld er korrelig uitziet.
Toetsbediening
De bediening van toetsen wordt aangegeven door de toetsnaam binnen haakjes ([ ]).
In-beeld tekst
De in-beeld tekst wordt altijd door dubbele aanhalingstekens (“ ”) omsloten.
Aanvullende informatie
BELANGRIJK! geeft belangrijke informatie aan
die u dient te weten om de camera op de juiste manier te gebruiken.
LET OP geeft informatie aan die handig is bij het
bedienen van de camera.
Betreffende de beelden op de beeldschermen in deze gebruiksaanwijzing
Alle beelden op de beeldschermen in deze gebruiksaanwijzing geven model EX-Z7 weer. Zie de begeleidende tekst voor verschillen in de informatie tussen model EX-Z6 en EX-Z7.
21
VOORBEREIDINGEN
5
Bestandgeheugen
De term bestandgeheugen in deze gebruiksaanwijzing is een algemene term die slaat op de huidige plaats waar uw camera de beelden die u opneemt aan het opslaan is. Dit kan één van de volgende drie locaties betreffen.
Het ingebouwde geheugen van de camera
Een SD geheugenkaart of SDHC geheugenkaart die in de
camera geladen is
Een MultiMediaCard die in de camera geladen is
Zie pagina 201 voor meer informatie aangaande hoe de camera beelden opslaat.

Algemene gids

De volgende afbeeldingen tonen de namen van elk component, elke toets en elke schakelaar op de camera.

Camera

Voorkant
1 Sluitertoets 2 Spanningstoets
1
2
3
3 Zelfontspannerindicator 4 Microfoon 5 Lens 6 Flitser
6
22
4
VOORBEREIDINGEN
IJKLM
Achterkant Onderkant
7
8
9 : A
F
E
D
B
C
7 Bedrijfsindicator 8 Zoomtoets 9 Polsriemring 0 [ ]
(PLAY – weergave)
toets
A [ ] (REC – opname) toets
B [][][][] toetsen
C Insteltoets [SET] D [BS] (BEST SHOT) toets E [MENU] toets F Beeldscherm
[]
[][왘]
[]
[SET]
G Geheugenkaartsleuf H Stopnok I Accudeksel J Accuvak K USB/AV aansluiting L Statiefschroefgat
* Gebruik dit gat bij montage van een statief.
M Luidspreker
GH
23
VOORBEREIDINGEN
3

Lithium-ion acculader

2
1
1 [CHARGE] (oplaad)
indicator
2 Contactpunten 3 Netadapter
24
VOORBEREIDINGEN

Inhoud van het beeldscherm

Het beeldscherm houdt u via verschillende indicatoren en iconen op de hoogte van de status van uw camera.
Merk op dat de voorbeeldschermen in dit hoofdstuk enkel dienen ter illustratie. Ze komen niet precies overeen met de inhoud van het scherm dat geproduceerd wordt door de camera.

Opnamefunctie (REC)

Indicators op het scherm
35
2 467
9
81
J I
H
G
F
E
1 Flitserfunctie indicator
(pagina 63)
Auto Flash (automatisch flitsen)
0
A B C
D
Flash Off (flitser uit)
Flash On (flitser aan)
Soft Flash (milde flits)
Vermindering van het rode ogen effect
verschijnt tijdelijk wanneer u Auto flash (automatisch flitsen) selecteert als de flitsfunctie en verdwijnt daarna.
Als de camera signaleert dat de flitser gebruikt moet worden terwijl automatisch flitsen geselecteerd is, verschijnt de flitser aan indicator wanneer de sluitertoets halverwege wordt ingedrukt.
2 Scherpstelfunctie
indicator (pagina 74)
Autofocus
Macro
Panfocus
Oneindig
Handmatig sherpstellen
verschijnt enkel kort en verdwijnt dan uit het display als u autofocus (automatisch scherpstellen) selecteert met de toetsaanpassingsfunctie (pagina 112).
3 Witbalansindicator
(pagina 84)
Automatisch
AWB
Daglicht
Bewolkt
Schaduw
Daglicht TL verlichting
Dagwit TL verlichting
Gloeilamp
Handmatig
4 Doorlopende
5 Zelfontspanner
verschijnt enkel kort en
AWB
verdwijnt dan uit het display als u Auto (automatisch) selecteert met de toetsaanpassingsfunctie (pagina 112).
sluiterfunctie (pagina 87)
Geen Enkele snapshot
Doorlopende sluiter bij normale snelheid
Doorlopende sluiter bij hoge snelheid
Doorlopende sluiter met flits
(pagina 68)
Geen 1-beeld
Zelfontspanner 10 sec.
10
s
Zelfontspanner 2 sec.
2
s
Drievoudige
x3
zelfontspanner
25
VOORBEREIDINGEN
6 Opnametypes
Automatische opname (Auto recording)
BEST SHOT
easy
Film
Spraakopname (Voice Recording)
7 Meetfunctie indicator
(pagina 118)
Geen Multi-patroon meten
Centrum-georiënteerd meten
Puntmeten
8 • Snapshots: Beeldformaat
(pagina 71)
9 • Snapshots: Geheugencapaciteit
(paginas 53, 247)
Films: Resterende opnametijd (pagina 104)
0 • Snapshots: Beeldkwaliteit
(pagina 73) F : Fijn N : Normaal E : Economisch
Films: Beeldkwaliteit (pagina 103) HQ : Hoge kwaliteit NORMAL : Normaal LP : Langzame snelheid
A ISO gevoeligheid
(pagina 117)
B Lensopeningwaarde
(pagina 53)
C Sluitersnelheidwaarde
(pagina 53)
D Datum en tijd
(pagina 166)
E Tijdstempelindicator
(alleen voor model EX-Z7) (pagina 122)
F EV waarde (pagina 82)
G Accucapaciteit
(pagina 36)
H Histogram (pagina 109)
I Anti-trilindicator
(pagina 94)
J Scherpstelkader
(pagina 52)
Scherpstellen voltooid: groen
Scherpstelstoring: rood
LET OP
Bij een lensopening, sluitersnelheid of ISO gevoeligheid die buiten het bereik ligt, wordt de corresponderende waarde in het beeldscherm oranje.
Als de instelling van één van de volgende functies veranderd wordt, verschijnt een icoongids hulpboodschap (pagina 114) op het beeldscherm. U kunt icoonhulp uitschakelen als u dat wilt. Flitserfunctie, scherpstelfunctie, witbalans, zelfontspanner, opnametype, EV verschuiving
26
VOORBEREIDINGEN

Weergavefunctie (PLAY)

K 12 3
L
K Digitale zoomindicator (pagina 61)
L Zoomindicator (pagina 61)
De linkerkant geeft optische zoom aan.
De rechterkant geeft digitale zoom aan.
F
E
1 Weergavefunctie (PLAY)
bestand type
Snapshot
Film
Audio snapshot
Spraakopname
2 Beeldbeveiligingindicator
(pagina 155)
27
D
C
4 5
6 7 8 9
0AB
3 Mapnaam/bestandnaam
(pagina 154)
Voorbeeld: Wanneer een bestand dat CIMG0023.JPG heet opgeslagen is in een map die 100CASIO heet
100-0023
Mapnaam Bestandnaam
4 • Snapshots: Beeldkwaliteit
(pagina 73) F : Fijn N :Normaal E : Economisch
Films: Opnametijd (pagina 104)
VOORBEREIDINGEN
5 Snapshots: Beeldformaat
(pagina 71)
Films: Beeldkwaliteit (pagina 103) HQ : Hoge kwaliteit NORMAL : Normaal LP : Langzame snelheid
6 ISO gevoeligheid
(pagina 117)
7 Lensopeningwaarde
(pagina 53)
8 Sluitersnelheidwaarde
(pagina 53)
9 Datum en tijd
(pagina 166)
0 Meetfunctie indicator
(pagina 118)
Multi-patroon meten
Centrum-georiënteerd meten
Puntmeten
A Witbalansindicator
(pagina 84)
Automatisch
AWB
Daglicht
Bewolkt
Schaduw
Daglicht TL verlichting
Dagwit TL verlichting
Gloeilamp
Handmatig
B Flitserfunctie indicator
(pagina 63)
Flash On (flitser aan)
Flash Off (flitser uit)
Soft Flash (milde flits)
Vermindering van het rode ogen effect
C Opnametypes
Automatische opname, easy
BEST SHOT
D Accucapaciteit (pagina 36)
E Histogram (pagina 109)
F EV waarde (pagina 82)
BELANGRIJK!
Sommige informatie wordt mogelijk niet juist getoond als het een beeld betreft dat opgenomen was met een ander model camera.
28
VOORBEREIDINGEN

Veranderen van de inhoud van het beeldscherm

Telkens bij indrukken van [] (DISP) verandert de inhoud van het beeldscherm zoals hieronder aangegeven.
Opnamefunctie (REC)
Indicators aan Histogram aan
Indicators uit
Weergavefunctie (PLAY)
Indicators aan Histogram/details aan
Indicators uit
29
VOORBEREIDINGEN
BELANGRIJK!
Door indrukken van [왖] (DISP) zal de inhoud van het beeldscherm niet veranderen tijdens standby of opname van een audio snapshot.
U kunt het beeldscherm enkel m.b.v [왖] (DISP) uitschakelen wanneer de opnamefunctie (REC) ingeschakeld is bij spraakopname. U kunt het beeldscherm tijdens andere opnamefuncties niet uitschakelen.
Door indrukken van [왖] (DISP) tijdens de spraakopnamefunctie (REC) wordt het beeldscherm (indicators aan) in- en uitgeschakeld. Door indrukken van [] (DISP) tijdens tonen van een spraakopnamebestand van de weergavefunctie (PLAY) wordt heen en weer geschakeld tussen
indicators aan en indicators uit”.
Bij afspelen van de inhoud van een
spraakopnamebestand terwijl indicators uit geselecteerd is (alleen spraakopnamebestandicoon op het beeldscherm) zal het beeldscherm ongeveer twee seconden nadat u op [SET] drukt om de weergave te starten donker worden. De spraakopnamebestandicoon (indicators uit) zal opnieuw te voorschijn komen nadat de weergave voltooid is.

Vastmaken van de polsriem

Maak de polsriem vast aan de polsriemring zoals aangegeven in de afbeelding.
Polsriemring
BELANGRIJK!
Zorg ervoor de polsriem om uw pols te houden wanneer u de camera aan het gebruiken bent om te voorkomen dat hij onverhoeds valt.
De meegeleverde polsriem is enkel bedoeld voor gebruik met deze camera. Gebruik de polsriem niet voor andere toepassingen.
Gebruik de polsriem nooit om de camera mee rond te zwaaien.
30
Loading...
+ 223 hidden pages