Casio EX-Z500 Owner's Manual [nl]

Digitale Camera
EX-Z500
Gebruiksaanwijzing
Gefeliciteerd met de aanschaf van dit CASIO product.
• Voordat u het in gebruik neemt dient u eerst de voorzorgsmaatregelen in deze gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen.
• Houd de gebruiksaanwijzing daarna op een veilige plaats voor latere naslag.
• Bezoek de officiële EXILIM website http://www.exilim.com/ voor de meest recentelijke informatie voor dit product.
D
K806FCM1DMX

INLEIDING

INLEIDING

Uitpakken

Controleer dat alle hier getoonde items inderdaad meegeleverd zijn met de camera. Mocht er iets missen, neem dan zo snel mogelijk contact op met de dealer.
Camera
CD-ROM AV kabel
Oplaadbare lithium-Ion Accu
(NP-40)
USB kabel Basisreferentie
USB slede
(CA-29)
• Merk op dat de vorm van de netadapter afhangt van het land waar de camera wordt aangeschaft.
○○○○○
Speciale netadapter (Insteek type)
(AD-C52J)
Speciale netadapter (Inlaat type)
(AD-C52G)
* De vorm van de
netstekker hangt af van het land waar de camera wordt aangeschaft.
Netsnoer
*
2
Polsriem
B
INLEIDING

Inhoudsopgave

2 INLEIDING
Uitpakken ..................................................................... 2
Kenmerken ................................................................... 9
Voorzorgsmaatregelen ............................................... 12
18 SNELSTARTGIDS
Laad de accu eerst op! .............................................. 18
Configureren van de displaytaal en de
klokinstellingen ........................................................... 19
Opnemen van een beeld ............................................ 20
Bekijken van een opgenomen beeld ......................... 21
Wissen van een beeld ................................................ 21
22 VOORBEREIDINGEN
Betreffende deze gebruiksaanwijzing ........................ 22
Algemene gids ........................................................... 23
Camera 23 USB slede 25
Inhoud van het beeldscherm ..................................... 26
Opnamefunctie (REC) 26 Weergavefunctie (PLAY) 28 Veranderen van de inhoud van het beeldscherm 30
Vastmaken van de polsriem....................................... 31
Spanningsvereisten ................................................... 32
Inleggen van de oplaadbare accu 32 Opladen van de accu 33 Vervangen van de accu 38 Voorzorgsmaatregelen voor de stroomvoorziening 39 In- en uitschakelen van de camera 42 Configureren van de stroomspaarinstellingen 44
Gebruik van de in-beeld menu’s ................................ 45
Configureren van de displaytaal en de
klokinstellingen ........................................................... 48
Configureren van de displaytaal en de klokinstellingen 49
51 ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
Opnemen van een beeld ............................................ 51
Richten van de camera 51 Opnemen van een beeld 52
Gebruiken van de zoom ............................................. 58
Optische zoom 58 Digitale zoom 60
Gebruiken van de flitser ............................................. 62
Flitsereenheid status 64 Veranderen van de flitssterkte instelling 65 Gebruik van de flitserassistent (Flash Assist) 65
3
INLEIDING
Gebruiken van de zelfontspanner .............................. 67
Specificeren van de beeldgrootte .............................. 70
Specificeren van de beeldkwaliteit ............................ 71
72 OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Selecteren van de scherpstelfunctie ......................... 72
Gebruik van autofocus 73 Gebruik van de macrofunctie 76 Het gebruik van panfocus 77 Gebruik van de oneindig-functie 77 Gebruik van handmatig scherpstellen 78 Gebruik van de scherpstelvergrendeling 79
Belichtingscompensatie (EV verschuiving) ............... 80
Bijstellen van de witbalans ......................................... 82
Handmatig configureren van de witbalans 83
Opnemen van achtereenvolgende beelden
(doorlopende sluiterfunctie) ....................................... 85
Gebruiken van de BEST SHOT functie ..................... 86
Afzonderlijk tonen van de voorbeelddecors 88 Creëren van uw eigen BEST SHOT instelling 89 Wissen van een BEST SHOT functie
gebruikersinstelling 90
Verminderen van de effecten van het bewegen van
uw hand of het bewegen van het onderwerp ............ 91
Opnemen met een hogere gevoeligheid ................... 92
Opnemen van beelden van naamkaartjes en
documenten (Business Shot) ..................................... 93
Gebruiken van de Business Shot instelling 94
Opnemen van een film ............................................... 95
Specificeren van de kwaliteit van het filmbeeld 96 Opnemen van een film 97
Opnemen van audio ................................................... 99
Toevoegen van geluid aan een snapshot 99 Opnemen van spraak 100
Gebruiken van het histogram ................................... 102
Camera instellingen van de REC (opname) functie 105
Toewijzen van functies aan de [] en [] toetsen 106 In- en uitschakelen van het in-beeld raster 107 In- en uitschakelen van beeldcontrole 107 Specificeren van de default instellingen bij
inschakelen van de spanning 108 Specificeren van de ISO gevoeligheid 110 Selecteren van de meetfunctie 111 Gebruiken van de filterfunctie 112 Speciferen van de contourscherpte 113 Specificeren van kleurverzadiging 113 Specificeren van het contrast 114 Terugstellen (reset) van de camera 114
4
INLEIDING
115 WEERGAVE
Elementaire weergavebediening .............................. 115
Weergave van een audio snapshot 116
Inzoomen op het weergegeven beeld ...................... 117
Afmetingen van een beeld heraanpassen ................ 118
Trimmen van een beeld ............................................ 119
Weergeven en bewerken van een film .................... 121
Weergeven van een film 121 Montage van een film 122 Vastleggen van een stilbeeld van een film
(MOTION PRINT) 126
Tonen van een 9-beelden scherm ........................... 127
Tonen van het kalenderscherm................................ 128
Spelen van een Slideshow (diashow) ..................... 129
Gebruik van de fotostandaardfunctie 132
Roteren van het displaybeeld .................................. 133
Toevoegen van audio aan een snapshot................. 134
Heropnemen van het geluid 135
Weergeven van een spraakopnamebestand ........... 136
Tonen van camerabeelden op een
televisiescherm ........................................................ 137
Selecteren van het
video-uitgangssysteem 138
140 WISSEN VAN BESTANDEN
Wissen van een enkel bestand ................................ 140
Wissen van alle bestanden ...................................... 141
142 BEHEER VAN BESTANDEN
Mappen ..................................................................... 142
Geheugenmappen en -bestanden 142
Beschermen van bestanden .................................... 143
Beveiligen van een enkel bestand 143 Beveiligen van alle bestanden 144
Gebruik van de FAVORITE folder ............................ 144
Kopiëren van een bestand naar de FAVORITE map 144 Tonen van een bestand in de FAVORITE map 146 Wissen van een bestand uit de FAVORITE map 147 Wissen van alle bestanden uit de FAVORITE map 147
148 ANDERE INSTELLINGEN
Configureren van de geluidsinstellingen ................. 148
Configureren van de geluidsinstellingen 148 Instellen van het geluidsniveau van de
bevestigingstoon 148 Instellen van het geluidsniveau voor de weergave van
films en audio snapshots 149
Specificeren van een beeld voor het
beginscherm ............................................................. 149
5
INLEIDING
Specificeren van de bestandsnaam serienummer
generatiemethode .................................................... 150
Instellen van de klok ................................................ 151
Selecteren van uw thuistijdzone 151 Instellen van de huidige tijd en datum 152 Veranderen van de datumopmaak 152
Gebruiken van wereldtijd ......................................... 153
Tonen van het wereldtijdscherm 153 Configureren van wereldtijdinstellingen 153
Veranderen van de displaytaal ................................ 154
Veranderen van de helderheid van het
beeldscherm ............................................................. 155
Veranderen van het protocol van de USB poort...... 155
Configureren van de [ ] (REC) en [ ] (PLAY)
toets en spanning aan/uit functies ........................... 156
Formatteren van het ingebouwde geheugen........... 157
159 GEBRUIKEN VAN EEN GEHEUGENKAART
Gebruiken van een geheugenkaart ......................... 160
Insteken van een geheugenkaart in de camera 160 Vervangen van de geheugenkaart 161 Formatteren van een geheugenkaart 162
Kopiëren van bestanden .......................................... 163
Kopiëren van alle bestanden in het ingebouwde
geheugen naar een geheugenkaart 164 Kopiëren van een specifiek bestand van een
geheugenkaart naar het ingebouwde geheugen 164
166 AFDRUKKEN VAN BEELDEN
DPOF ........................................................................ 167
Configureren van de afdrukinstellingen voor een
enkel beeld 168 Configureren van de afdrukinstellingen voor alle
beelden 169
Gebruiken van PictBridge en
USB DIRECT-PRINT................................................ 170
Datumafdruk 174
PRINT Image Matching III ............................................ 175
Exif Print ................................................................... 175
6
INLEIDING
176 BEKIJKEN VAN BEELDEN
MET EEN COMPUTER
Gebruik van de camera met een
Windows computer ................................................... 176
Gebruik van de camera met een
Macintosh computer ................................................. 184
Gebruiken van een geheugenkaart om
beelden over te schrijven naar een computer ......... 188
Geheugendata ......................................................... 189
DCF protocol 189 Geheugenmapstructuur 190 Door de camera ondersteunde beeldbestanden 191
193 GEBRUIKEN VAN DE CAMERA MET EEN
COMPUTER
Gebruik van de camera met een
Windows computer ................................................... 193
Aangaande de gebundelde CD-ROM 193 Systeemvereisten voor uw computer 195 Beheren van beelden op een PC 196 Retoucheren, oriënteren en afdrukken van foto’s 199 Weergeven van een film 201 Bekijken van gebruikersdocumentatie
(PDF bestanden) 202 Gebruikersregistratie 202 Verlaten van de menu applicatie 202
Gebruik van de camera met een
Macintosh computer ................................................. 203
Aangaande de gebundelde CD-ROM 203 Systeemvereisten voor uw computer 204 Beheren van beelden op een Macintosh 205 Weergeven van een film 206 Bekijken van gebruikersdocumentatie
(PDF bestanden) 206
Registreren als cameragebruiker 207
208 APPENDIX
Menureferentie ......................................................... 208
Indicator referentie ....................................................211
Gids voor het oplossen van moeilijkheden .............. 214
Mocht u problemen ondervinden bij het
installeren van de USB driver 219
Tonen van boodschappen 220
Technische gegevens .............................................. 222
7
INLEIDING
BELANGRIJK!
The inhoud van deze gebruiksaanwijzing is onder voorbehoud en kan zonder voorafgaande mededeling worden veranderd.
CASIO COMPUTER CO., LTD. aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor schade of verlies voortvloeiend uit het gebruik van deze gebruiksaanwijzing.
CASIO COMPUTER CO., LTD. aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor verlies of eisen tot schadevergoeding door derden die voortvloeien uit het gebruik van of defecten aan de EX-Z500.
CASIO COMPUTER CO., LTD. zal niet aansprakelijk gesteld worden voor schade of verlies door u of door derden door het gebruik van Photo Loader en/of Photohands.
CASIO COMPUTER CO., LTD. aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor schade of verlies door het wissen van data als gevolg van een defect, reparaties of het vervangen van de accu. Zorg er altijd voor een reservekopie te maken van belangrijke data op andere media om u in te dekken tegen verlies.
Merk op dat de voorbeeldschermen en productafbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing ietwat kunnen afwijken van de schermen en configuratie van de camera in werkelijkheid.
• Het SD logo is een geregistreerd handelsmerk.
• Windows, Internet Explorer, Windows Media en DirectX zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
• Macintosh en QuickTime zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
• MultiMediaCard is een handelsmerk van Infineon Technologies AG van Duitsland en onder licentie bij MultiMediaCard Association (MMCA).
• Adobe en Reader zijn ofwel geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in the US en/of andere landen.
• Namen van andere fabrikanten, producten en diensten die gebruikt worden in deze gebruiksaanwijzing kunnen ook handelsmerken of dienst merken zijn van anderen.
• Photo Loader en Photohands zijn eigendom van CASIO COMPUTER CO., LTD. Met uitzondering van het bovengenoemde, vallen alle auteursrechten en andere gerelateerde rechten van deze applicaties aan CASIO COMPUTER CO., LTD.
8
INLEIDING
LCD paneel
Het LCD paneel is een product van de nieuwste LCD fabrikagetechnologie die een beeldpundeffecttiviteit van 99,99% behaalt. Dat betekent dat minder dat 0,01% van het totaal aan beeldpunten defect is (d.w.z. ze gaan niet branden of ze blijven juist altijd branden.
Door auteursrechten opgelegde beperkingen
Behalve met als doeleinde uw eigen persoonlijke genoegen is het kopiëren van snapshotbestanden, filmbestanden en audiobestanden zonder toestemming in overtreding met auteursrechten en internationale verdragen. Het tegen vergoeding of gratis distribueren van dergelijke bestanden aan derden via het internet zonder toestemming van de eigenaar van de auteursrechten is in overtreding met de wetgeving ten aanzien van auteursrechten en internationale verdragen.

Kenmerken

• 5,0 miljoen effectieve beeldpunten
De CCD voorziet in 5,25 miljoen beeldpunten voor beelden met een uitstekende resolutie en detail.
• 2,7-inch TFT LCD kleurenscherm
• 8,7 MB ingebouwd geheugen
Beelden kunnen opgenomen worden zonder gebruik van een geheugenkaart.
• Meegeleverd met een USB slede
De meegeleverd USB slede kan gebruikt worden voor het opladen van de accu van de camera (pagina 33) en om beelden via een televisietoestel te bekijken (pagina 137) en voor het oversturen van beelden naar een computer (pagina 176). Met de fotostandaardfunctie kunt u beelden bekijken terwijl de camera op staat te laden op de slede (pagina 132).
• Opnamefunctie (REC) of weergavefunctie (PLAY) inschakelen (pagina 156)
Druk op de [ ] (REC) of op de [ ] (PLAY) om de camera in te schakelen en de gewenste functie in te schakelen.
• AF hulpverlichting (pagina 65)
Verbetert de nauwkeurigheid van de autofocus bij het maken van foto’s als er weinig licht is.
9
INLEIDING
• 12X naadloze zoom (pagina 58)
3X optische zoom, 4X digitale zoom
• Drievoudige zelfontspanner (pagina 67)
De zelfontspanner kan ingesteld worden om drie maal automatisch te werken.
• Snelsluiter (pagina 74)
Wanneer u de sluitertoets in zijn geheel indrukt zonder te pauzeren zal de camera onmiddellijk het beeld opnemen zonder te wachten totdat het automatische scherpstellen (Auto Focus) uitgevoerd is. Dit maakt het mogelijk voor u die speciale momenten op te nemen zonder dat u hoeft te wachten voor automatische scherpstellen (Auto Focus).
• Selectie van het autofocusgebied (pagina 75)
Wanneer de instelling Multi (multi-patroon) wordt ingesteld voor het autofocus kader, neemt de camera negen metingen op verschillende punten en selecteert automatisch de beste.
• Beste shot (BEST SHOT) (pagina 86)
Selecteer eenvoudigweg het voorbeelddecor dat overeenkomt met het type beeld dat u probeert op te nemen en de camera voert ingewikkelde instellingen geheel automatisch uit om elke keer opnieuw mooie beelden te maken. Nieuwe BEST SHOT voorbeelddecors omvatten o.a. instellingen voor hoge gevoeligheid en de anti-trilfunctie.
• Business Shot (pagina 93)
De Business Shot instelling corrigeert automatisch rechthoekige vormen zoals de beelden van naamkaartjes, documenten, een witbord of soortgelijke voorwerpen wanneer deze vanuit een hoek worden opgenomen.
• Filmopname met geluid (pagina 95)
VGA grootte, met 30 beelden/seconde in Motion JPEG formaat
• Bewegende afdrukfunctie (MOTION PRINT) (pagina 126)
Met deze functie worden bewegende beelden van een film in het geheugen opgeslagen waarvan stilbeelden worden gemaakt die geschikt zijn om te worden afgedrukt.
• Audio Snapshot functie (pagina 99)
Gebruik deze functie om snapshots op te nemen die audio bevatten.
• Spraakopname (pagina 100)
Snel en gemakkelijk opnemen van spraakdata.
• Real-time RGB histogram (pagina 102)
Een in-beeld histogram laat u de belichting bijstellen terwijl u bekijkt hoe dit de algehele beeldhelderheid beïnvloedt, hetgeen het maken van shots bij moeilijke belichtingsomstandigheden nu makkelijker maakt dan ooit te voren.
10
INLEIDING
• Kalenderscherm (pagina 128)
Een simpele bedieningshandeling geeft een kalender met een volledige maand weer op het beeldscherm van de camera. Elk dag van de volledige maandkalender toont een thumbnail van het eerste bestand dat op die datum was opgenomen hetgeen het zoeken naar een bepaald bestand gemakkelijker en sneller.
• Na opname (pagina 134)
Gebruik deze functie om audio toe te voegen aan snapshots nadat u die heeft opgenomen.
• Selecteerbare geluidsinstellingen (pagina 148)
U kunt verschillende geluiden configureren die dan gespeeld worden telkens wanneer u de camera inschakelt, de sluitertoets halverwege of geheel indrukt of een toetsbewerking uitvoert.
• Wereldtijd (pagina 153)
Door een eenvoudige bediening wordt de huidige tijd ingesteld voor de huidige plaats. U kunt uit 162 steden in 32 tijdzones kiezen.
• Ondersteuning voor SD geheugenkaarten en MMC (MultiMediaCard = multimedia kaart) voor geheugenuitbreiding (pagina 159)
• Digital Print Order Format (DPOF) (pagina 167)
Beelden kunnen gemakkelijk afgedrukt worden in de gewenste volgorde door gebruik te maken van een DPOF-compatibele printer. DPOF kan ook gebruikt worden voor het specificeren van beelden en hoeveelheden door professionele afdrukdienstverleningen.
• PictBridge en USB DIRECT-PRINT ondersteuning (pagina 170)
Sluit direct aan op een printer die compatibel is met PictBridge of USB DIRECT-PRINT en u kunt beelden afdrukken zonder dit via de computer te doen.
• PRINT Image Matching III Compatibel (pagina 175)
Beelden omvatten PRINT Image Matching III data (functie instelling en andere camera instelinformatie). Een printer die PRINT Image Matching III ondersteunt, leest deze data en stemt het afgedrukte beeld daarop af zodat de beelden er uit komen zoals u bedoeld had toen u ze opnam.
• DCF data opslag (pagina 189)
Het DCF (Design rule for Camera File system) data opslagprotocol voorziet in beeld compatibiliteit tussen camera en printers.
11
INLEIDING
• Bijgesloten met Photo Loader en Photohands (pagina’s 196, 199, 205)
Uw camera wordt geleverd met Photo Loader, de populaire applicatie die automatisch beelden laadt van uw camera naar uw PC. Ook is Photohands bijgesloten, een applicatie die het retoucheren van beelden versnelt en vergemakkelijkt.

Voorzorgsmaatregelen

Algemene voorzorgsmaatregelen
Let erop altijd de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen na te leven wanneer u de EX-Z500 gebruikt.
Alle verwijzingen in deze gebruiksaanwijzing naar camera verwijzen naar de CASIO EX-Z500 digitale camera.
Probeer nooit beelden op te nemen of het ingebouwde display te gebruiken terwijl u een motorvoertuig aan het besturen bent of terwijl u aan het lopen bent. Dit creëert namelijk het gevaar op een ernstig ongeluk.
Probeer nooit de behuizing van de camera te openen of zelf reparaties uit te voeren. Als de interne hoogspanningscomponenten ontbloot worden, creëert dit gevaar op elektrische schok. Laat onderhoud en reparatiewerkzaamheden altijd over aan door een CASIO erkende onderhoudswerkplaats.
Houd de kleine onderdelen en accesoires van deze camera buiten het bereik van kleine kinderen. Mocht een klein onderdeel per ongeluk ingeslikt worden, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.
Richt de flitser nooit op een persoon die een motorvoertuig aan het besturen is. Dit kan hinderlijk zijn en het gevaar op een ongeluk met zich meebrengen.
12
INLEIDING
Gebruik de flitser nooit als het te dicht bij de ogen van het onderwerp is. Intens licht kan schade toebrengen aan het gezichtsvermogen als de flitser op te korte afstand wordt gebruikt, in het bijzonder geldt dit voor kinderen. Bij gebruik van de flitser dient de camera minstens één meter van de ogen van het onderwerp gehouden te worden.
Houd de camera uit de buurt van water en andere vloeistoffen en laat hem nooit nat worden. Vocht brengt het gevaar op elektrische schok en brand met zich mee. Gebruik de camera nooit buiten in de regen of sneeuw, bij de kust of op het strand, in de badkamer, enz.
Mocht een vreemd voorwerp of water de camera binnendringen, schakel deze dan onmiddellijk uit. Verwijder daarna de accu uit de camera en/of het netsnoer van de netadapter uit het stopcontact en neem contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde erkende CASIO onderhoudswerkplaats. Als het gebruik van de camera onder deze omstandigheden wordt voortgezet, brengt dit het gevaar op elektrische schok en brand met zich mee.
Mocht u ooit rook of een vreemde geur bespeuren bij de camera, schakel de camera dan onmiddellijk uit. Er daarbij op lettend dat u uw vingers niet brandt, verwijder daarna de accu uit de camera en/of het netsnoer van de netadapter uit het stopcontact en neem contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde erkende CASIO onderhoudswerkplaats. Als het gebruik van de camera onder deze omstandigheden wordt voortgezet, brengt dit het gevaar op elektrische schok en brand met zich mee. Overtuig u er eerst van dat er geen rook meer uit de camera komt en neem de camera dan ter reparatie mee naar de dichtstbijzijnde CASIO erkende onderhoudswerkplaats. Probeer onderhoud en reparaties nooit zelf uit te voeren.
Gebruik de netadapter nooit om andere apparatuur dan deze camera van spanning te voorzien. Gebruik ook nooit een andere netadapter dan de meegeleverde om deze camera van spanning te voorzien.
Bedek de netadapter nooit met een plaid, een deken of een andere afdekking terwijl hij gebruikt wordt en gebruik de adapter ook niet bij een kachel.
Trek de stekker van het netadaptersnoer minstens eens per jaar uit het stopcontact en reinig het gedeelte bij de stekers van de stekker. Stof kan zich ophopen rond de stekers en gevaar op brand met zich meebrengen.
13
INLEIDING
Mocht de behuizing van de camera ooit breken doordat de camera gevallen is of op andere manier blootgesteld is aan een ruwe behandeling, schakel dan onmiddellijk de spanning uit. Verwijder daarna de accu van de camera en/of haal de stekker van het netadaptersnoer uit het stopcontact en neem contact op met de dichtstbijzijnde CASIO erkende onderhoudswerkplaats.
Gebruik de camera nooit in een vliegtuig of een andere plaats waar het gebruik ervan verboden is. Dit kan namelijk het gevaar op een ongeluk met zich meebrengen.
Materiële schade en defecten van deze camera kunnen er toe leiden dat de in het geheugen opgeslagen data gewist wordt. Maak altijd reservekopieën van data door ze over te sturen naar het geheugen van een PC.
Open nooit het accudeksel, verbreek nooit de aansluiting van de netadapter met de camera en trek deze nooit uit het stopcontact terwijl een beeld wordt opgenomen. Niet alleen maakt dit het onmogelijk de huidige beelden op te nemen, het kan ook de andere beelddata beschadigen die reeds opgeslagen waren in het bestandgeheugen van de camera.
Test voor het gebruik dat de camera goed werkt!
Voordat u de camera gebruikt voor het maken van belangrijke opnemen dient u eerst een aantal testbeelden op te nemen om u zich er eerst van te overtuigen dat de resultaten naar wens zijn en de camera juist geconfigureerd is en u hem op de juiste wijze bediend.
14
INLEIDING
Voorzorgsmaatregelen bij data foutlezingen
Uw digitale camera is vervaardigd met digitale precisie­onderdelen. Bij elk van de volgende omstandigheden bestaat het gevaar op de beschadiging van data in het bestandgeheugen.
Het verwijderen van de accu of de geheugenkaart of
het plaatsen van de camera op de USB slede terwijl de camera zojuist bezig is met het opnemen van een beeld of toegang heeft tot het geheugen
Het verwijderen van de accu, het verwijderen van de
geheugenkaart of het plaatsen van de camera in de USB slede terwijl de bedrijfsindicator nog groen aan het knipperen is nadat u de camera uitgeschakeld heeft
Het verbreken van de aansluiting van de USB kabel of
het verwijderen van de camera uit de USB slede of het loskoppelen van de netadapter van de USB slede terwijl het versturen van data plaatsvindt
Lage batterijspanningAndere abnormale omstandigheden
Elk van de bovengenoemde omstandigheden kan er toe leiden dat een foutlezing op het scherm verschijnt (pagina
220). Volg de aanwijzingen in de melding om de oorzaak
van de foutlezing te elimineren.
Voorwaarden voor juiste werking
Deze camera is ontworpen voor gebruik bij temperaturen tussen 0°C en 40°C.
Gebruik de camera niet en berg hem niet op de volgende plaatsen op.
Op plaatsen die blootstaan aan het directe zonlicht.Op plaatsen die blootstaan aan hoge vochtigheid of
veel stof.
In de omgeving van airconditionings, kachels of
andere plaatsen die blootstaan aan extreme temperaturen.
Binnenin een gesloten voertuig, in het bijzonder
wanneer deze in de zon geparkeerd staat.
Op plaatsen die blootstaan aan sterke trillingen.
15
INLEIDING
Condens
Wanneer u de camera binnen brengt op een koude dag of op een andere manier blootstelt aan plotselinge veranderingen in temperatuur, bestaat de mogelijkheid dat condens zich kan gaan vormen op de buitenkant of op de inwendige componenten. Condens kan defectieve werking veroorzaken zodat u moet vermijden dat de camera blootstaat aan omstandigheden die condens kunnen veroorzaken.
Om te voorkomen dat condens überhaupt gevormd wordt, dient u de camera in een plastic tas te plaatsen voordat u hem naar een plaats brengt die veel warmer of kouder is dan de huidige plaats. Laat de camera in de plastic tas totdat de lucht in de tas de kans heeft gekregen om dezelfde temperatuur als die van de nieuwe plaats heeft bereikt. Mocht condens zich toch gevormd hebben, verwijder dan de accu van de camera en laat het accudeksel voor enkele uren open.
Stroomvoorziening
Gebruik enkel de speciale oplaadbare lithium-ion accu NP-40 om deze camera van stroom te voorzien. Het gebruik van een ander type accu wordt niet ondersteund.
Deze camera heeft geen gescheiden batterij voor de klok. De instellingen voor de datum en de tijd worden teruggesteld telkens wanneer via de accu en/of de USB slede voor ongeveer 30 uur geen spanning wordt toegevoerd aan de camera. Zorg er voor deze instellingen opnieuw te configureren als de stroom wordt onderbroken (pagina 151).
Lens
Oefen nooit te veel kracht uit bij het reinigen van het oppervlak van de lens. Word dit toch gedaan, dan kan de lens bekrast raken en defecten worden veroorzaakt.
U kunt mogelijk af en toe vervorming waarnemen in bepaalde soorten beelden waarbij er een kleine buiging optreedt bij lijnen die recht zouden moeten zijn. Dit komt door de karakteristieken van de lens/het objectief en duidt niet op een defect van de camera.
16
INLEIDING
Onderhoud van uw camera
Vingerafdrukken, stof en anderszins bevuilen van de lens kan op de juiste manier opnemen belemmeren. Raak de lens nooit met de vingers aan. U kunt stofdeeltjes van de lens verwijderen met een lensblazer. Veeg vervolgens het oppervlak van de lens af met een zachte lensdoek.
Vingerafdrukken, vuil en andere ongewenste spullen op de flitser kunnen storing veroorzaken bij een juiste werking van de camera. Vermijd het aanraken van de flitser. Mocht de flitser toch vuil worden, veeg hem dan af met een zachte, droge doek.
Als de buitenkant van de camera gereinigd dient te worden, veeg deze dan af met een zachte, droge doek.
Overige
Tijdens het gebruik kan de camera ietwat warm worden. Dit duidt niet op een defect.
17

SNELSTARTGIDS

SNELSTARTGIDS

Laad de accu eerst op!

1.
Leg de accu in de camera (pagina 32).
1
2
Stopnok
3
2.
Plaats de camera in de USB slede om de accu op te laden (pagina 33).
Merk op dat de vorm van de netadapter afhangt van het land waar de camera wordt aangeschaft.
Het kost ongeveer 180 minuten voor de accu om volledig op te laden.
1 Inlaat type
○○○○○○○○○○○○○○○○
1 Insteek type
Oplaadindicator [CHARGE] Opladen: licht rood op Opladen voltooid: licht groen op
2
18
SNELSTARTGIDS

Configureren van de displaytaal en de klokinstellingen

Let erop det volgende instellingen te configureren voordat u de camera gebruikt voor het opnemen van beelden. Zie pagina 48 voor details.
1
2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9
DISP
[]
[][왘]
[]
SET
[SET]
1.
Druk op de spanningstoets om de camera in te schakelen.
2.
Gebruik [], [], [] en [] om de gewenste taal te selecteren.
3.
Druk op [SET] om de taalinstelling te registreren.
4.
Selecteer het gewenste geografische gebied m.b.v. [], [], [] en [] en druk vervolgens op [SET].
5.
Selecteer de gewenste stad m.b.v. [] en [] en druk vervolgens op [SET].
6.
Selecteer de gewenste zomertijdinstelling m.b.v. [] en [] en druk vervolgens op [SET].
7.
Selecteer de gewenste datumformaatinstelling m.b.v. [] en [] en druk vervolgens op [SET].
8.
Stel de datum en de tijd in.
9.
Druk op [SET] om de klokinstellingen te registreren en het instelscherm te verlaten.
19
SNELSTARTGIDS
3

Opnemen van een beeld

Zie pagina 52 voor details.
Automatische
opname icoon
2
Scherpstelkader
Bedrijfsindicator
Vergeet niet voordat u een in de handel verkrijgbare geheugenkaart in gebruikt neemt, de kaart eerst te formatteren met de formatteerprocedure van de camera. Zie pagina 162 voor het formatteren van een geheugenkaart.
1.
Druk op [ ] (REC).
Hierdoor wordt de REC (opname) functie ingeschakeld.
2.
Richt de camera op het onderwerp, gebruik het beeldscherm om het beeld te componeren en druk daarna de sluitertoets half in.
Nadat de camera klaar is met het automatische
1
scherpstellen wordt het scherpstelkader groen en licht de bedrijfsindicator groen op.
3.
Houd de camera stil en druk de sluitertoets voorzichtig geheel in.
20
SNELSTARTGIDS

Bekijken van een opgenomen beeld

Zie pagina 115 voor details.
1
2
1.
Druk op [ ] (PLAY).
Hierdoor wordt de PLAY (weergave) functie ingeschakeld.
2.
Blader m.b.v. [] en [] door de beelden.

Wissen van een beeld

Zie pagina 140 voor details.
1
2, 3, 4, 5
1.
Druk op [ ] (PLAY).
2.
Druk op [] ( ).
3.
Laat het beeld zien dat u wilt uitwissen m.b.v. [] en [].
4.
Selecteer Delete (wissen) m.b.v. [] en [].
Selecteer Cancel (annuleren) om de beeldwisfunctie te verlaten zonder iets uit te wissen.
5.
Druk op [SET] om het beeld te wissen.
21

VOORBEREIDINGEN

VOORBEREIDINGEN
Dit hoofdstuk bevat informatie die u dient te weten aangaande het gebruik van de camera en wat u dient te doen voordat u daaraan gaat beginnen.

Betreffende deze gebruiksaanwijzing

Dit hoofdstuk bevat informatie over de afspraken die in deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt.
Terminologie
De volgende tabel definiëert de terminologie die in deze gebruiksaanwijzing wordt gebruikt.
Deze term wordt in deze gebruiksaanwijzing gebruikt:
camera
bestandgeheugen
accu
oplader
Betekenis:
De CASIO EX-Z500 digitale camera
De plaats waar de camera op het ogenblik beelden opslaat die u opneemt (pagina 53)
De NP-40 oplaadbare lithium-ion accu
De los verkrijgbare CASIO BC-30L
oplader
Deze term wordt in deze gebruiksaanwijzing gebruikt:
digitale ruis Kleine spikkels of sneeuw
Betekenis:
in het opgenomen beeld of op het beeldscherm waardoor het beeld er korrelig uitziet.
Toetsbediening
De bediening van toetsen wordt aangegeven door de toetsnaam binnen haakjes ([ ]).
In-beeld tekst
De in-beeld tekst wordt altijd door dubbele aanhalingstekens (“ ”) omsloten.
Aanvullende informatie
BELANGRIJK! geeft belangrijke informatie aan
die u dient te weten om de camera op de juiste manier te gebruiken.
LET OP geeft informatie aan die handig is bij het
bedienen van de camera.
22
VOORBEREIDINGEN
6
Bestandgeheugen
De term ‘bestandgeheugen’ in deze gebruiksaanwijzing is een algemene term die slaat op de huidige plaats waar uw camera de beelden die u opneemt aan het opslaan is. Dit kan één van de volgende drie locaties betreffen.
• Het ingebouwde geheugen van de camera
• Een SD geheugenkaart die in de camera geladen is
• Een MultiMediaCard die in de camera geladen is
Zie pagina 189 voor meer informatie aangaande hoe de camera beelden opslaat.

Algemene gids

De volgende afbeeldingen tonen de namen van elk component, elke toets en elke schakelaar op de camera.

Camera

Voorkant
2
3
4
5
1
1 Zoomregelaar
2 Sluitertoets 3 Spanningstoets
7
4 Microfoon 5 AF hulpverlichting/
zelfontspannerindicator
6 Lens 7 Flitser
23
VOORBEREIDINGEN
H
Achterkant Onderkant
8
9
0
A B
F
E
C
D
8 Bedrijfsindicator 9 [ ]
(PLAY – weergave)
toets
0 [ ] (REC – opname) toets A [BS] (BEST SHOT) toets
B Polsriemring
C [][][][] toetsen D Insteltoets [SET] E [MENU] toets F Beeldscherm
DISP
[]
[][왘]
[]
SET
[SET]
G Stopnok H Geheugenkaartsleuf I Accuvak J Accudeksel K Statiefschroefgat
* Gebruik dit gat bij montage van een statief.
L Aansluiting
M Luidspreker
24
G
IJKLM
VOORBEREIDINGEN
6
2

USB slede

Door de CASIO digitale camera eenvoudigweg op de USB slede te plaatsen wordt u in staat gesteld de volgende taken te verrichten.
Opladen van de accu (pagina 33)
Bekijken van de beelden m.b.v. de Photo Stand diashow
functie (pagina 131).
Aansluitbaarheid op een televisie om beelden via het beeldscherm van een televisietoestel te bekijken (pagina
137).
Direct aansluiten op een printer om afdrukken te maken (pagina 170)
Automatisch oversturen van beelden naar een computer (pagina 176)
BELANGRIJK!
Gebruik enkel de met de camera meegeleverde USB slede (CA-29). Een slede van een ander type wordt niet ondersteund.
Voorkant
5
Achterkant
8
25
7
4
1
1 Camera aansluiting 2 [USB] indicator 3 [USB] toets 4 Fototoets [PHOTO] 5 Oplaadindicator [CHARGE]
3
6 [DC IN 5.3V]
gelijkspanningsingang (netadapteraansluiting)
7 AV uitgangsaansluiting
[AV OUT]
8 [ ] (USB poort)
VOORBEREIDINGEN

Inhoud van het beeldscherm

Het beeldscherm houdt u via verschillende indicatoren en iconen op de hoogte van de status van uw camera.
Merk op dat de voorbeeldschermen in dit hoofdstuk enkel dienen ter illustratie. Ze komen niet precies overeen met de inhoud van het scherm dat geproduceerd wordt door de camera.

Opnamefunctie (REC)

Indicators op het scherm
35
2 467
9
81
I H
G
F
E
1 Flitserfunctie indicator
(pagina 62)
Automatisch
Flitser uit
0
A B C
D
Flitser aan
Vermindering van het rode ogen effect
verschijnt tijdelijk wanneer u Auto (automatisch) selecteert als de flitsfunctie en verdwijnt daarna.
Als de camera signaleert dat de flitser gebruikt moet worden terwijl automatisch flitsen geselecteerd is, verschijnt de flitser aan indicator wanneer de sluitertoets halverwege wordt ingedrukt.
2 Scherpstelfunctie
indicator (pagina 72)
Autofocus
Macro
Panfocus
Oneindig
Handmatig sherpstellen
verschijnt tijdelijk wanneer u autofocus (automatische scherpstelling) selecteert en verdwijnt daarna.
3 Witbalansindicator
(pagina 82)
Automatisch
AWB
Daglicht
Bewolkt
Schaduw
Daglichtwit
Daglicht
Gloeilamp
Handmatig
verschijnt tijdelijk
AWB
wanneer u de automatische witbalans selecteert en verdwijnt daarna.
4 Doorlopende
sluiterfunctie (pagina 85)
Geen Enkele snapshot
Doorlopende sluiter
5 Zelfontspanner
(pagina 67)
Geen 1-beeld
Zelfontspanner 10 sec.
10
s
Zelfontspanner 2 sec.
2
s
Drievoudige
x3
zelfontspanner
6 Opnametypes
Automatische opname (Auto)
BEST SHOT
Film
Spraakopname (Voice Recording)
26
VOORBEREIDINGEN
7 Meetfunctie indicator
(pagina 111)
Multi-patroon meten
Centrum-georiënteerd meten
Puntmeten
8 • Snapshots: Beeldformaat
(pagina 70)
9 • Snapshots: Geheugencapaciteit
(paginas 54, 222)
Films: Resterende opnametijd (pagina 97)
0 • Snapshots: Beeldkwaliteit
(pagina 71)
F : Fijn N : Normaal E : Economisch
Films: Beeldkwaliteit (pagina 96)
HQ : Hoge kwaliteit NORMAL : Normaal LP : Langzame snelheid
A ISO gevoeligheid
(pagina 110)
B Lensopeningwaarde
(pagina 54)
C Sluitersnelheidwaarde
(pagina 54)
D Datum en tijd
(pagina 151)
E EV waarde (pagina 80)
F Accucapaciteit
(pagina 38)
G Histogram (pagina 102)
H Anti-trilindicator
(pagina 91)
I Scherpstelkader
(pagina 53)
Scherpstellen voltooid: groen
Scherpstelstoring: rood
LET OP
Bij een lensopening, sluitersnelheid of ISO gevoeligheid die buiten het bereik ligt, wordt de corresponderende waarde in het beeldscherm oranje.
Als de instelling van één van de volgende functies veranderd wordt, verschijnt een icoongids hulpboodschap op het beeldscherm. Flitserfunctie, scherpstelfunctie, witbalans, zelfontspanner, opnametype, EV verschuiving
27
VOORBEREIDINGEN

Weergavefunctie (PLAY)

K
L
K Digitale zoomindicator (pagina 60)
L Zoomindicator (pagina 60)
De linkerkant geeft optische zoom aan.
De rechterkant geeft digitale zoom aan.
F
E
1 Weergavefunctie (PLAY)
bestand type
Snapshot
Film
Audio snapshot
Spraakopname
2 Beeldbeveiligingindicator
(pagina 143)
28
D
C
12 3
4 5
6 7 8 9
0AB
3 Mapnaam/bestandnaam
(pagina 142)
Voorbeeld: Wanneer een bestand dat CIMG0023.JPG heet opgeslagen is in een map die 100CASIO heet
100-0023
Mapnaam Bestandnaam
4 • Snapshots: Beeldkwaliteit
(pagina 71) F : Fijn N :Normaal E : Economisch
Films: Opnametijd (pagina 97)
VOORBEREIDINGEN
5 Snapshots: Beeldformaat
(pagina 70)
Films: Beeldkwaliteit (pagina 96) HQ : Hoge kwaliteit NORMAL : Normaal LP : Langzame snelheid
6 ISO gevoeligheid
(pagina 110)
7 Lensopeningwaarde
(pagina 54)
8 Sluitersnelheidwaarde
(pagina 54)
9 Datum en tijd
(pagina 151)
0 Meetfunctie indicator
(pagina 111)
Multi-patroon meten
Centrum-georiënteerd meten
Puntmeten
A Witbalansindicator
(pagina 82)
Automatisch
AWB
Daglicht
Bewolkt
Schaduw
Daglichtwit
Daglicht
Gloeilamp
Handmatig
B Flitserfunctie indicator
(pagina 62)
Flitser aan
Flitser uit
Vermindering van het rode ogen effect
C Opnametypes
Automatische opname
BEST SHOT
D Accucapaciteit (pagina 38)
E Histogram (pagina 102)
F EV waarde (pagina 80)
BELANGRIJK!
Sommige informatie wordt mogelijk niet juist getoond als het een beeld betreft dat opgenomen was met een ander model camera.
29
VOORBEREIDINGEN

Veranderen van de inhoud van het beeldscherm

Telkens bij indrukken van [] (DISP) verandert de inhoud van het beeldscherm zoals hieronder aangegeven.
Opnamefunctie (REC)
Indicators aan Histogram aan
Indicators uit
Weergavefunctie (PLAY)
Indicators aan Histogram/details aan
Indicators uit
30
Loading...
+ 197 hidden pages