Dank u wel voor het aankopen van dit CASIO product.
• Voordat u deze gebruikersgids gebruikt, dient u eerst de voorzorgsmaatregelen te
lezen.
• Houd de gebruikersgids op een veilige plaats voor latere naslag.
• Bezoek de officiele EXILIM Website op http://www.exilim.com/
recente informatie met betrekking tot dit product.
voor de meest
Page 2
Uitpakken
Terwijl u de camera uitpakt dient u te controleren dat alle hieronder getoonde items
aanwezig zijn. Mocht er iets missen, neem dan contact op met de winkel waar het
apparaat gekocht was.
Digitale camera
* De vorm van de netstekker kan
verschillen afhankelijk van het land
of het gebied.
Oplaadbare lithium-ion
accu (NP-60)
Bevestigen van de polsriem aan de camera
Acculader (BC-60L)
Bevestig de
polsriem hier.
NetsnoerRiem
USB kabelAV kabelCD-ROMBasisreferentie
2
Page 3
Lees dit eerst!
• De inhoud van deze handleiding is onder voorbehoud en kan zonder voorafgaande
mededeling worden veranderd.
• De inhoud van deze handleiding is bij elke stap van het productieproces
gecontroleerd. Neem a.u.b. contact op met ons mocht u iets opmerken dat
twijfelachtig of fout, enz. is.
• Het kopiëren van een gedeelte of de volledige inhoud van deze gebruikersgids is
verboden. Behalve voor uw persoonlijke gebruik is het gebruik van de inhoud van
deze handleiding zonder de uitdrukkelijke toestemming van CASIO COMPUTER
CO., LTD. verboden onder de wetgeving ten aanzien van auteursrechten.
• CASIO COMPUTER CO., LTD. zal niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
en of verliezen opgelopen door u of door derden die voortvloeien uit het gebruik
van dit product.
• CASIO COMPUTER CO., LTD. zal niet aansprakelijk worden gesteld voor schade,
verloren gegane winsten of eisen door derden die voortvloeien uit het gebruik van
Photo Transport of YouTube Uploader for CASIO.
• CASIO COMPUTER CO., LTD. zal niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
of verloren gegane winsten opgelopen door het verlies van de geheugeninhoud als
gevolg van een defect, reparaties of andere redenen.
• Merk op dat de voorbeeldschermen en productafbeeldingen in deze gebruikersgids
ietwat kunnen afwijken van de schermen en de configuratie van de camera in
werkelijkheid.
LCD paneel
Het vloeibaar kristal (LCD) paneel van het beeldscherm maakt gebruik van
precisietechnologie die voorziet in een beeldpunt opbrengst van meer dan 99,99%.
Dit betekent dat een heel klein aantal beeldpunten mogelijk niet zal branden of juist
altijd zal branden. Dit komt door de karakteristieken van het vloeibaar kristal (LCD)
paneel en duidt niet op een defect.
Neem testfoto’s
Voordat u de uiteindelijke opname maakt is het verstandig een testopname te
maken om er zeker van te zijn dat de camera op de juiste wijze opneemt.
Het beeldscherm maakt gebruik van verschillende indicators, iconen en waarden om
u op de hoogte te houden van de status van de camera.
• De voorbeeldschermen in dit hoofdstuk zijn bedoeld om de plaats van alle
indicators en cijfers te tonen die op het beeldscherm kunnen verschijnen tijdens de
verschillende functies. Ze stellen niet de schermen voor die in feite bij de camera
verschijnen.
. Foto opname
Scherpstelfunctie (pagina 79)
3
2 4561
78 9
cp
co
cn
ck
btbrcm cl
bs
LET OP
• Het halfdoorzichtige grijze kader op het beeldscherm geeft het gebied aan dat
wordt opgenomen tijdens het maken van een film. Het gebied binnen het kader
wordt opgenomen voor een film.
groep (pagina 95)
Doorlopende sluitericoon (pagina 95)
2
Weergavegids (pagina 95)
3
Doorlopende sluitertijd (pagina 95)
4
55,
1 34
2
9
. Bekijken van doorlopende sluiterbeelden
12
4
3
57, 58)
13
Page 14
Snelstartgids
Wat is een digitale camera?
Een digitale camera slaat beelden op een geheugenkaart op zodat u
beelden een ontelbaar aantal malen kunt opnemen en wissen.
Opnemen
Wissen
U kunt de beelden die u opneemt op verschillende manieren opnemen.
Opslaan van beelden op
uw computer.
Beelden afdrukken.Beelden als bijlage aan
14
Weergave
e-mail bijsluiten.
Snelstartgids
Page 15
Wat kunt u doen met uw CASIO camera
Uw CASIO camera zit vol met een krachtige selectie aan attributen en functies om
het opnemen van digitale beelden gemakkelijker te maken en de volgende drie
functies maken daar deel van uit.
Nu kunt u doorlopend beelden opnemen met een
hoge resolutie met een verbazingwekkende
snelheid van 30 beelden per seconde. Met
doorlopende sluiter Vooropname kunt u
vooropnames uitvoeren om er zeker van te zijn dat u
vrijwel nooit te laat bent met de sluitertoets.
1280x720 beeldpunten
Zie pagina
48 voor meer informatie.
Highspeed (HS) film
Films kunnen opgenomen worden met maximaal
1000 beelden per seconde. Dit maakt het mogelijk
om fenomenen duidelijk te zien in slow-motion die
gewoonlijk verborgen blijven voor het menselijke
oog.
Zie pagina 58 voor meer informatie.
Filmopname met een hoge
resolutie
U kunt films opnemen met een hoge-resolutie.
x
720 beeldpunten 30 fps)
(1280
Zie pagina
57 voor meer informatie.
15
Snelstartgids
Page 16
Laad voor het gebruik eerst de accu op.
Merk op dat de accu van een nieuw aangeschafte camera niet opgeladen is. Voer de
stappen onder “Opladen van de accu” uit om de accu volledig op te laden.
• Uw camera heeft voor de voeding een speciale CASIO oplaadbare lithium-ion accu
(NP-60) nodig. Probeer nooit een accu van een ander type te gebruiken.
Opladen van de accu
1. Plaats de positieve + en negatieve
- aansluitingen van de accu tegen
die van de oplaadeenheid en leg
de accu op die manier in de
oplaadeenheid.
2. Steek de oplaadeenheid in een
stopcontact.
Volledig opladen duurt ongeveer 90
minuten. De [CHARGE] indicator gaat
uit nadat het opladen voltooid is. Haal
de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact en verwijder de accu uit
de acculader.
Status van de indicator Omschrijving
Licht rood opOpladen
Knippert rood
Uit
Probleem met de oplaadeenheid of de accu
(pagina 162)
Volledig opgeladen of standby staan, hetgeen komt
door een abnormale hoge of lage
omgevingstemperatuur (pagina 162)
Oplaadindicator
[CHARGE]
16
Snelstartgids
Page 17
Overige voorzorgsmaatregelen betreffende het opladen
• Gebruik de speciale acculader (BC-60L) om de speciale lithium-ion accu (NP-60)
op te laden. Gebruik nooit een oplaadtoestel van een ander type. Als geprobeerd
wordt om een andere oplader te gebruiken kan dit tot een onverwacht ongeluk
leiden.
• Een accu die nog warm is door normaal gebruik kan mogelijk niet volledig opladen.
Geef de accu de tijd om af te koelen voordat u hem oplaadt.
• Een accu raakt langzamerhand leeg zelfs als deze niet in de camera geplaatst is.
Hierom wordt het aanbevolen om de accu op te laden onmiddellijk voordat u hem
wilt gebruiken.
• Het opladen van de accu kan storing veroorzaken bij de televisie en radioontvangst. Sluit in dit geval de acculader aan op een stopcontact dat zich verder
weg bevindt van de televisie of radio.
• De werkelijke oplaadtijd hangt af van de huidige accucapaciteit, de huidige
accucapaciteit en de oplaadomstandigheden.
Plaatsen van de accu
1. Open het accudeksel.
Schuif de schuifgrendel van het accudeksel in
de richting van OPEN en open het dan zoals
aangegeven door de pijlen in de afbeelding.
2. Opladen van de accu.
Houd met het EXILIM logo
op de accu naar boven (in
de richting van het
beeldscherm) de stopnok in
de richting van de pijl terwijl
u de accu in de camera
schuift. Druk de accu erin
totdat de stopnok stevig op
zijn plaats verankerd is.
Contactpunten
van de accu
EXILIM logo
Stopnok
Voorkant
1
2
Achterkant
17
Snelstartgids
Page 18
3. Sluit het accudeksel.
Sluit het accudeksel en schuif de schuifgrendel
in de richting van LOCK (vergrendelen).
• Zie pagina 163 voor informatie over het
vervangen van de accu.
2
1
Controleren van de resterende accuspanning
Terwijl de accustroom verbruikt wordt, geeft de lege accu indicator op het
beeldscherm de resterende accustroom aan zoals hieronder getoond.
Resterende accustroomHoogLaag
Lege accu indicator***
Kleur van de indicator
geeft aan dat de accuspanning laag is. Laad de accu zo snel mogelijk op.
Het is niet mogelijk op te nemen wanneer wordt aangegeven. Laad de accu
onmiddellijk op.
• Het door de accu indicator aangegeven niveau kan veranderen wanneer u tussen
de OPNAME en WEERGAVE modi heen en weer schakelt.
• Als de camera voor ongeveer twee dagen zonder spanning gelaten wordt terwijl de
accu leeg is zullen de instellingen voor de datum en de tijd worden gewist. De
volgende keer dat u de camera inschakelt na het herstellen van de spanning
verschijnt er een boodschap voor het configureren van de instellingen van de tijd
en de datum. Mocht dit gebeuren, configureer dan de instellingen van de datum en
de tijd (pagina 147).
• Zie pagina 182 voor informatie aangaande de levensduur en de
geheugencapaciteit van de accu.
Cyan
(blauwgroenig)
* Oranje * Rood * Rood
Tips om accustroom te sparen
• Selecteer wanneer u de flitser niet nodig heeft ? (flitser uit) als de flitsinstelling
(pagina 42).
• Activeer de automatische stroomonderbreker en de sluimerfuncties om u te
beschermen tegen het verspillen van stroom van de accu wanneer u vergeet de
camera uit te schakelen (pagina’s 149, 149).
• Selecteer “Uit” voor “Doorl. AF” (doorlopende autofocus) (pagina 86).
• Vermijd onnodige optische zoombewerkingen.
18
Snelstartgids
Page 19
Configureren van de basisinstellingen bij de eerste maal dat u
de camera inschakelt.
De eerste maal dat u een accu in de camera legt, verschijnt er een scherm voor het
configureren van de instellingen voor de taalkeuze van de schermtekst, de datum en
de tijd. Als het instellen van de datum en de tijd achterwege wordt gelaten, worden de
verkeerde datum- en tijddata opgenomen bij de beelden.
BELANGRIJK!
• Een scherm voor taalkeuze verschijnt niet in stap 2 van de onderstaande
procedure wanneer u een camera aanschafte die bedoeld was voor de Japanse
markt. Om in dit geval de taalkeuze voor de schermtekst te veranderen van het
Japans, volgt u de procedure onder “Specificeren van de displaytaal (Language)”
(pagina 148). Merk op dat een versie van deze gebruiksaanwijzing in de door u
gemaakte taalkeuze mogelijk niet inbegrepen kan zijn wanneer de camera voor de
Japanse markt bedoeld is.
1. Druk op [ON/OFF] om de camera in
[ON/OFF] (aan/uit)
te schakelen.
2. Selecteer de gewenste taalkeuze
[
d.m.v. [8], [2], [4] en [6] en druk
vervolgens op [SET] (instellen).
(BEST SHOT)
[BS]
SET
3. Selecteer d.m.v. [8] en [2] een datumstijl en druk daarna op [SET]
(instellen).
Voorbeeld: 30. 12. 09
JJ/MM/DD
DD/MM/JJ
MM/DD/JJ
* 09/12/30
* 30/12/09
* 12/30/09
4. Stel de datum en de tijd in.
Selecteer m.b.v. [4] en [6] instelling die u wilt
veranderen en verander deze dan d.m.v. [8] en [2].
Druk op [BS] om heen en weer te schakelen tussen
het 12-uren en 24-uren formaat.
5. Selecteer na het instellen van de datum en de tijd “Toepassen” d.m.v.
[4] en [6] en druk vervolgens op [SET].
Mocht u een fout maken bij het configureren van de taalkeuze van de schermtekst,
de datum of de tijdinstellingen met de bovenstaande procedure, verwijs dan naar
de volgende pagina’s voor informatie voor het corrigeren van de instellingen.
– Taalkeuze van de schermtekst: Pagina 148
– Datum en tijd: Pagina 147
]
19
Snelstartgids
Page 20
LET OP
• Elk land heeft controle over de plaatselijke tijdszones en het gebruik van zomertijd
en zijn dus onder voorbehoud.
• Wanneer de accu na de eerste maal dat de camera gebruikt wordt te snel na het
configureren van de instellingen van de tijd en de datum uit de camera wordt
gehaald, dan kan het voorkomen dat de instellingen teruggesteld worden naar die
oorspronkelijk in de fabriek werden gemaakt (default instellingen). Verwijder de
accu voor minstens 24 uur na het configureren van de instellingen niet.
Klaar maken van een geheugenkaart
Hoewel de camera voorzien is van ingebouwd geheugen dat gebruikt kan worden
voor het opslaan van beelden en films, wilt u waarschijnlijk een los verkrijgbare
geheugenkaart aanschaffen om de capaciteit te vergroten. Deze camera wordt niet
met een geheugenkaart geleverd. Beelden die opgenomen worden terwijl een
geheugenkaart ingelegd is, worden opgeslagen op de geheugenkaart. Wanneer
geen geheugenkaart ingelegd is, worden de beelden opgeslagen in het ingebouwde
geheugen.
• Zie pagina 176 voor informatie betreffende de capaciteit van de geheugenkaart.
Ondersteunde geheugenkaarten
– SD geheugenkaart
– SDHC geheugenkaart
Gebruik één van de bovengenoemde types geheugenkaarten.
• Gebruik enkel SD kaarten die overeenkomen met de
specificaties van de SD Card Association.
. Voorzorgsmaatregelen voor het hanteren van de geheugenkaart
Bij bepaalde types kaarten kan de verwerkingssnelheid vertraagd worden en het zelfs
onmogelijk zijn om hoge kwaliteits films correct op te slaan. Bij bepaalde types
geheugenkaarten zal het overbrengen van data vertraagd worden en zal het langer
duren om filmdata op te nemen hetgeen er toe kan leiden dat filmbeelden verloren
gaan. De “0REC” indicator op het beeldscherm wordt geel om aan te geven dat
filmbeelden verloren gaan. Om dergelijke problemen te voorkomen wordt het gebruik
van een SD geheugenkaart van een “Ultra High Speed” type (ultra snelle)
aanbevolen. Merk op dat CASIO geen garantie geeft inzake de werking van SD
geheugenkaarten van een “Ultra High Speed” type die met deze camera gebruikt
worden.
20
Snelstartgids
Page 21
Inleggen van een geheugenkaart
1. Druk op [ON/OFF] (aan/uit) om de
camera uit te schakelen en open
1
vervolgens het accudeksel.
Schuif de schuifgrendel van het accudeksel in
de richting van OPEN en open het dan zoals
aangegeven door de pijlen in de afbeelding.
2
2. Leg een geheugenkaart in.
Schuif de geheugenkaart met de
voorkant naar boven (naar de kant van
de camera waar het beeldscherm is)
geheel in de kaartgleuf en druk in totdat
de kaart stevig op zijn plaats vastklikt.
Voorkant Achterkant
3. Sluit het accudeksel.
Sluit het accudeksel en schuif de
schuifgrendel in de richting van LOCK
(vergrendelen).
• Zie pagina 164 voor informatie over het
vervangen van de geheugenkaart.
BELANGRIJK!
• Steek nooit iets anders dan een ondersteunde geheugenkaart (pagina 20) in de
geheugenkaartgleuf.
• Mocht water of een vreemd voorwerp ooit de kaartgleuf binnendringen, schakel
dan onmiddellijk de camera uit, verwijder de accu en neem contact op met uw
dealer of de dichtstbijzijnde erkende CASIO onderhoudswerkplaats.
Voorkant
2
1
21
Snelstartgids
Page 22
Formatteren (resetten) van een nieuwe geheugenkaart
Voordat u een nieuwe geheugenkaart voor de eerste maal in gebruik neemt dient u
deze te formatteren.
1. Schakel de camera in en druk op [MENU].
2. Selecteer bij de “Instellen” indextab “Formatteren” en druk vervolgens
op [6].
3. Selecteer “Formatteren” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET]
(instellen).
BELANGRIJK!
• Door een geheugenkaart te formatteren die reeds foto’s of andere bestanden
bevat, wordt de inhoud gewist. Gewoonlijk is het niet nodig een geheugenkaart
nogmaals te formatteren. Echter als het opslaan op een kaart langer duurt dan
gewoonlijk of als u andere abnormaliteiten bespeurt, formatteer dan de kaart.
• Zorg ervoor de camera te gebruiken om een geheugenkaart te formatteren. Het
formatteren van een geheugenkaart kan ook met een computer worden uitgevoerd
maar dan zal de dataverwerking door de camera vertraagd worden. Bij een SD of
SDHC geheugenkaart, als deze op een computer geformatteerd wordt, kan dit er
toe leiden dat de kaart niet meer voldoet aan het SD formaat, hetgeen problemen
kan veroorzaken met de compatibiliteit en andere problemen met de werking, enz.
• Voordat u een nieuwe Eye-Fi kaart formatteert om deze voor de eerste maal te
gebruiken dient u eerst de installeerbestanden van de Eye-Fi Manager te kopiëren
naar uw computer. Doe dit voordat u de kaart formatteert.
22
Snelstartgids
Page 23
In- en uitschakelen van de camera
Inschakelen van de spanning
Druk op [ON/OFF] (spanning aan/uit) of op [r]
(OPNAME) om de OPNAME modus in te schakelen.
Druk tijdens de WEERGAVE modus op [p]
(WEERGAVE).
De achterindicator licht tijdelijk (groen) op waarna
de camera ingeschakeld wordt.
• Door op [p] (WEERGAVE) te drukken tijdens de
OPNAME modus wordt overgeschakeld naar de
WEERGAVE modus.
• De sluimerfunctie of de automatische
stroomonderbreker (pagina’s 149, 149) schakelt
de spanning uit als u geen bediening uitvoert voor
een bepaalde vooringestelde tijd.
[ON/OFF] (spanning aan/uit)
Achterindicator
[p]
(WEERGAVE)
[r]
(OPNAME)
Uitschakelen van de camera
Druk op [ON/OFF] (spanning aan/uit).
• U kunt de camera zodanig configureren dat de spanning niet ingeschakeld wordt
wanneer u op [r] (OPNAME) of [p] (WEERGAVE) drukt. U kunt de camera ook
zodanig configureren dat de spanning uitgeschakeld wordt wanneer u op [r]
(OPNAME) of [p] (WEERGAVE) (pagina 150) drukt.
23
Snelstartgids
Page 24
Opnemen van een foto
De volgende procedure geeft een beschrijving hoe u een enkele opname maakt. Zie
pagina 47 voor informatie betreffende het maken van een serie opnames
(Doorlopende Sluiter).
1. Druk op [r] (OPNAME) om de camera in te schakelen.
Let erop dat R (Automatisch) zich op de display bevindt. Zie pagina 63 als dit
niet het geval is.
Automatisch icoon
Resterende capaciteit van het
fotogeheugen (pagina 176)
Beeldscherm
Sluitertoets
[r] (OPNAME)
2. Richt de camera
op het
onderwerp.
U kunt op het beeld
inzoomen als u dat
wilt.
Zoomregelaar
w Groothoekz Telefoto
24
Snelstartgids
Page 25
3. Druk de sluitertoets halverwege in om op het beeld scherp te stellen.
Wanneer het scherpstellen voltooid is, zal de camera een pieptoon geven, zal de
achterindicator groen oplichten en het scherpstelkader groen worden.
• De instelling wordt oranje wanneer de sluitertoets halverwege ingedrukt wordt
terwijl de lensopening, de sluitertijd, de ISO gevoeligheid of de automatische
belichting niet correct is.
Achterindicator
Scherpstelkader
ISO gevoeligheid
Lensopeningwaarde
Sluitertijd
Halverwege indrukken
Licht
indrukken
totdat de toets
stopt.
Als u de sluitertoets halverwege indrukt, stelt
de camera de belichting automatisch bij en
stelt scherp op het onderwerp waarop de
camera op dat moment gericht is. Probeert u
zich meester te maken hoeveel druk nodig is
om de sluitertoets halverwege of volledig in te
drukken; dit is namelijk een belangrijke
(scherpgesteld op het beeld.)
Piep, piep
techniek die u nodig heeft om mooie beelden
te verkrijgen.
4. Houd de camera nog steeds stil en druk vervolgens de sluitertoets
geheel in.
Hierdoor wordt de foto opgenomen.
Volledig indrukken
(Beeld wordt opgenomen.)
Foto
B
25
Snelstartgids
Page 26
Opnemen van een film
Druk op [0] (Film) om het opnemen van een film te starten.
Druk nogmaals op [0] (Film) om te stoppen met de
filmopname. Refereer aan de volgende pagina’s voor details.
Standaard film (STD film): pagina 55
Hoge resolutie film (HD film): pagina 57
Snelle film (HS film): pagina 58
[0] (Film)
. Gebruiken van de snelsluiter
Bij volledig indrukken van de sluitertoets zonder te wachten tot autofocus gaat
werken, wordt opgenomen d.m.v. de snelsluiter (pagina 88).
• Met de snelsluiter stelt de camera sneller scherp dan met de normale autofocus
hetgeen betekent dat u snel bewegende actie gemakkelijker kunt opnemen. Merk
echter op dat sommige beelden onscherp kunnen zijn wanneer de snelsluiter wordt
gebruikt.
• Als het maar even mogelijk is, kunt u beter een beetje extra tijd gebruiken om de
sluitertoets halverwege in te drukken voor een juiste scherpstelling.
. Als niet op het beeld kan worden scherpgesteld...
Als het scherpstelkader rood blijft en de achterindicator groen knippert, betekent dat
er niet op het beeld scherpgesteld is (omdat het onderwerp te dichtbij is, enz.). Richt
de camera op het onderwerp en probeer opnieuw scherp te stellen.
. Als het onderwerp zich niet in het midden van het kader bevindt...
“Scherpstelvergrendeling” (pagina 81) is een techniek die u kunt gebruiken wanneer
u een beeld wilt opnemen waarbij het onderwerp waarop scherpgesteld moeten
worden zich niet bevindt in het scherpstelkader in het midden van het beeldscherm.
26
Snelstartgids
Page 27
De camera op de juiste wijze vasthouden
Uw beelden zullen niet duidelijk te zien zijn als u de camera beweegt terwijl u op de
sluitertoets drukt. Houd de camera tijdens het indrukken van de sluitertoets zoals
aangegeven in de onderstaande afbeelding en houd de camera stil door uw armen
stevig tegen beide zijden te houden terwijl u de opname maakt.
Houd de camera stil en druk voorzichtig op de sluitertoets en let er op om elke
beweging te vermijden terwijl de sluiter ontspant en enkele ogenblikken na het
ontspannen. Dit is in het bijzonder van belang wanneer de hoeveelheid belichting
laag is waardoor de sluitertijd trager wordt.
HorizontaalVerticaal
Houd de camera zodanig vast
dat de flitser zich boven de lens
bevindt.
LET OP
• Let erop dat uw vingers en de riem
niet in de weg zitten van plaatsen die
aangegeven zijn in de afbeelding.
• Maak de polsriem vast en zorg er
voor dat deze om uw vingers of pols
gewonden is om de camera tegen
onverhoeds vallen te beschermen
terwijl u de camera aan het bedienen
bent.
• Gebruik de riem nooit om de camera
mee rond te zwaaien.
• De meegeleverde riem is enkel
bedoeld voor gebruik met deze
camera. Gebruik de riem niet voor
andere toepassingen.
Flitser
Riem
Lens
Microfoon
Voorlamp
27
Snelstartgids
Page 28
Bekijken van foto’s
Volg de volgende procedure om foto’s te bekijken op het beeldscherm van de
camera.
• Zie pagina 94 voor informatie over het weergeven van films.
• Zie pagina 95 voor informatie betreffende beelden die opgenomen zijn met de
doorlopende sluiter (CS).
1. Druk op [p] (WEERGAVE) om
de WEERGAVE modus in te
schakelen.
• Hierdoor wordt één van de foto’s
getoond die op dat moment
opgeslagen is in het geheugen.
• Er wordt ook informatie gegeven bij
de getoonde foto (pagina 12).
• U kunt de informatie wissen als u
enkel de foto wilt bekijken (pagina 153).
• U kunt inzoomen op het beeld door de zoomregelaar in de richting van z
(pagina 100) te schuiven. Heeft u een foto opgenomen die heel belangrijk is
dan wordt het aanbevolen dat u op het beeld inzoomt en de details controleert
nadat u het beeld opgenomen heeft.
[p] (WEERGAVE)
2. U kunt d.m.v. [4] en [6] door beelden bladeren.
• Door één van beide toetsen ingedrukt te houden vindt het bladeren versneld
plaats.
[6]
[6]
[4]
B
28
[4]
Snelstartgids
Page 29
Wissen van beelden
Mocht het geheugen vol raken dan kunt u beelden wissen die u niet langer nodig
heeft om zo ruimte vrij te maken om nieuwe beelden op te nemen.
BELANGRIJK!
• Denk eraan dat de bewerking voor het wissen van een bestand (foto) niet
ongedaan kan worden gemaakt.
• Zie pagina 97 voor informatie betreffende beelden die opgenomen zijn met de
doorlopende sluiter (CS).
Wissen van een enkel bestand
1. Druk op [p] (WEERGAVE) om de WEERGAVE modus
in te schakelen en druk vervolgens op [2] ().
2. Blader d.m.v. [4] en [6] door de bestanden totdat het te wissen
bestand wordt getoond.
3. Selecteer “Wissen” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET]
(instellen).
• Herhaal stappen 2 en 3 om andere bestanden te wissen.
• Druk op [MENU] om de wisbewerking te beëindigen.
• Als een CS (doorlopende sluiter) groep (pagina 95) getoond wordt terwijl u de
bovenstaande procedure aan het uitvoeren bent, dan worden alle beelden van
die CS groep gewist.
Wissen van alle bestanden
1. Druk op [p] (WEERGAVE) om de WEERGAVE modus in te schakelen
en druk vervolgens op [2] ().
2. Selecteer “Alles wissen” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET]
(instellen).
3. Selecteer “Ja” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET] (instellen) om
alle bestanden te wissen.
Hierdoor verschijnt de boodschap “Er zijn geen bestanden.”.
29
Snelstartgids
Page 30
Voorzorgsmaatregelen voor het opnemen van foto’s
Bewerking
• Open het accudeksel nooit terwijl de achterindicator groen aan het knipperen is. Dit
kan er toe leiden dat het beeld dat u zojuist opnam niet juist wordt opgeslagen, dat
andere beelden die in het geheugen zijn opgeslagen beschadigd worden, dat er
defecten ontstaan bij de camera, enz.
• Mocht ongewenst licht direct in de lens schijnen, scherm de lens dan af met uw hand.
Beeldscherm tijdens het opnemen van foto’s
• De omstandigheden aangaande de helderheid van het onderwerp kunnen er de
oorzaak van zijn dat het beeldscherm traag reageert en dat digitale ruis verschijnt
in het beeld op het beeldscherm.
• Het beeld dat verschijnt op het beeldscherm is voor het samenstellen van het
beeld. Het werkelijke beeld wordt opgenomen bij de kwaliteit die ingesteld is als de
instelling voor de beeldkwaliteit (pagina 91).
Binnen opnemen bij TL verlichting
• Miniem flikkeren van de TL verlichting kan invloed hebben op de helderheid en de
kleur van een beeld.
Andere voorzorgsmaatregelen
• Door de karakteristieken van de halfgeleider in de camera kunnen langzame
sluitertijden digitale ruis op het beeld veroorzaken. De camera voert automatisch
ruisonderdrukking uit telkens wanneer de sluitertijd 1 seconde of langzamer is. Het
opslaan van beelden die bij een langzamere sluitertijd gefilmd werden, kan langer
duren door de extra tijd die nodig is voor ruisonderdrukking. Voer geen
toetsbediening uit terwijl beeldopname plaats aan het vinden is.
• Door de karakteristieken van het beeldelement dat deze camera gebruikt, kunnen
snel bewegende voorwerpen vervormd overkomen in beeld.
Beperkingen ten aanzien van de autofocus
• Eén van de volgende omstandigheden kan het scherpstellen onmogelijk maken.
– Effen gekleurde muur of andere onderwerpen met weinig contrast
– Onderwerpen met een sterk tegenlicht
– Bijzonder glimmende onderwerpen
– Jaloezieën (luxaflex) of andere onderwerpen met een patroon dat zich
horizontaal repeteert
– Meerdere onderwerpen die zich op verschillende afstanden van de camera
bevinden
– Onderwerpen op slecht verlichte plaatsen
– Onderwerpen die zich te ver weg bevinden om door de AF assistentielamp te
worden bereikt
– Bewegen van de camera tijdens het opnemen
– Snel bewegende onderwerpen
– Onderwerpen buiten het scherpstelbereik van de camera
• Als u niet goed kunt scherpstellen, probeer dan om scherpstelvergrendeling
(pagina 81) of handmatige scherpstelling (pagina 79).
30
Snelstartgids
Page 31
Foto leerprogramma
Gebruiken van het controlepaneel
Het controlepaneel kan gebruikt worden om de instellingen van de camera te
configureren.
1. Druk tijdens de OPNAME
modus op [SET] (instellen).
[8] [2] [4] [6]
Controlepaneel
2. Selecteer d.m.v. [8] en [2]
de instelling die u wilt
veranderen.
Hierdoor wordt één van de
iconen van het controlpaneel
geselecteerd en worden de
instellingen getoond.
Beeldformaat/Kwaliteit*1 (pagina’s 32, 91)
1
ISO gevoeligheid (pagina 35)
2
Witbalans (pagina 35)
3
EV verschuiving (pagina 37)
4
Slow-motion bekijken (pagina 38)*
5
Slow-motion Kijksnelheid (pagina 39)*
6
Vertragingscorrectie (pagina 40)*
7
Flitser (pagina 42)*
8
Datum/tijd (pagina 44)
9
*1 De beeldkwaliteit kan niet veranderd worden m.b.v. het controlepaneel.
*2 Welke items weergegeven worden in het controlepaneel hangt af van de
opnamemodus.
2
[SET] (instellen)
2
2
2
3. Verander d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling.
4. Herhaal stappen 2 en 3 als u andere instellingen wilt configureren.
5. Druk op [SET] (instellen) nadat alle instellingen naar wens zijn.
Hierdoor worden de instellingen uitgeoefend en teruggekeerd naar de OPNAME
modus.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
LET OP
• U kunt ook de in-beeld menu’s gebruiken om instellingen anders dan de hierboven
vermelde (pagina 77) te configureren.
31
Foto leerprogramma
Page 32
Veranderen van de beeldgrootte (Formaat)
. Beeldpunten
Een beeld van een digitale camera is een
verzameling van kleine punten die aangeduid
worden als “beeldpunten”. Hoe meer
beeldpunten er in een beeld te zien zijn, des
te meer detail er te zien zal zijn. In het
algemeen kunt u echter toe met minder
beeldpunten voor het afdrukken van een
beeld (L formaat) via een afdrukdienst, als
bijlage voor e-mail, voor het bekijken van het
beeld op een computer, enz.
. Betreffende beeldformaten
Het formaat van een beeld geeft aan hoeveel beeldpunten het beeld bevat en wordt
uitgedrukt als horizontale
x
verticale beeldpunten.
Beeldpunt
9M (3456x2592) formaat beeld =
Circa 9 miljoen beeldpunten
VGA (640x480) formaat beeld =
Circa 300.000 beeldpunten
3456*
2592*
640*
480*
* Eenheid:
beeldpunten
32
Foto leerprogramma
Page 33
Tips voor het kiezen van het beeldformaat
Merk op dat grotere beelden meer beeldpunten hebben zodat ze ook meer
geheugenruimte in beslag nemen.
Groot aantal
beeldpunten
Klein aantal
beeldpunten
• Zie pagina 176 voor informatie betreffende de beeldgrootte, de beeldkwaliteit en
het aantal beelden dat opgeslagen kan worden.
• Zie pagina 91 voor informatie betreffende de filmbeeldgrootte.
• Zie pagina 114 voor informatie betreffende het aanpassen van het formaat van
bestaande foto’s.
Meer detail, maar neemt meer
geheugenruimte in beslag. Best voor het
maken van grote afdrukken (zoals A3
formaat).
Minder detail, maar neemt minder
geheugenruimte in beslag. Best voor het
zenden van beelden met e-mail, etc.
. Om het beeldformaat te selecteren
1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen).
2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de bovenste optie van het controlepaneel
(beeldformaat).
3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] een beeldformaat en druk daarna op [SET]
(instellen).
33
Foto leerprogramma
Page 34
Beeldformaat
(beeldpunten)
9M
x
2592)
(3456
3:2
x
2304)
(3456
16:9
x
1944)
(3456
6M
x
2112)
(2816
4M
x
1728)
(2304
2M
x
1200)
(1600
VGA
x
480)
(640
Aanbevolen
afdrukformaat en
applicatie
A3 Afdruk
A3 Afdruk
HDTV
A3 Afdruk
A4 Afdruk
x
3.5"
5" Afdruk
E-mail
Omschrijving
Goed detail voor meer helderheid zelfs bij
beelden die getrimd (pagina 115) zijn van
het origineel
Goed detail
Dit is het beste wanneer besparing op
geheugencapaciteit relatief belangrijker is
dan de beeldkwaliteit.
Beeldbestanden zijn kleiner wat beter is
voor het bijsluiten van beelden bij e-mail.
Beelden zijn echter relatief groffer.
• Het defaultbeeldformaat dat oorspronkelijke in de fabriek ingesteld was, is 9M (9
miljoen beeldpunten).
• Door “3:2” te selecteren worden beelden opgenomen met een breedte-hoogte
verhouding van 3:2, hetgeen overeenkomt met de standaard breedte-hoogte
verhouding van papier dat gebruikt wordt voor het maken van afdrukken.
• De letters “HDTV” zijn de afkorting van “High Definition Television” (hoge resolutie
televisie). Een HDTV scherm heeft een breedte-hoogte verhouding 16:9, waardoor
ze breder zijn dan de standaard breedte-hoogte verhouding 4:3 die van toepassing
is op oudere televisieschermen. Uw camera kan beelden opnemen die compatibel
zijn met de breedte-hoogte verhouding van een HDTV scherm.
• U dient de voor het afdrukken gebruikte papierformaten die hier worden
aanbevolen slechts als richtlijn te beschouwen (200dpi afdrukresolutie).
• Bij bepaalde functies is het aantal beeldformaten beperkt zoals hieronder
beschreven.
Deze formatenKunnen niet geslecteerd worden bij het gebruikt van
9M, 3:2, 16:9
Slow-motion bekijken, Vertragingscorrectie, Doorlopende
sluiter bij hoge snelheid, bepaalde BEST SHOT scènes*
* Beschikbare BEST SHOT scènes: “Doorl. Sl. Onderwerp Verschijnt”, “Doorl. Sl.
Onderwerp Verdwijnt”, “Snelle Film Anti Shake” (Anti-Shake met Snelle Film),
“Snelle Film Nachtscène” (Nachtscène met Snelle Film), “Multimotion Beelden”,
“Snelle Film Beste Selectie” (Beste selectie met Snelle Film)
34
Foto leerprogramma
Page 35
Specificeren van de ISO gevoeligheid (ISO)
De ISO gevoeligheid is een waarde die de gevoeligheid voor licht uitdrukt.
1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen).
2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de tweede optie van boven in het
controlepaneel (ISO gevoeligheid).
3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling en druk daarna op
[SET] (instellen).
AUTO
ISO 100
ISO 200
ISO 400
ISO 800
ISO 1600
• “AUTO” ISO gevoeligheid wordt altijd gebruikt voor films, ongeacht de huidige
instelling van de ISO gevoeligheid.
• Een hogere ISO gevoeligheid heeft de neiging tot meer digitale ruis in beeld.
Stelt de gevoeligheid automatisch in afhankelijk van de
omstandigheden
Lagere
gevoeligheid
Hogere
gevoeligheid
Langzamere sluitertijd
Snellere sluitertijd (instellen
voor het opnemen op slecht
verlichte plaatsen.)
Minder ruis
Enige grofheid
(meer digitale ruis)
Bijstellen van de witbalans (Witbalans)
U kunt de witbalans bijstellen voor aanpassing aan de lichtbron die beschikbaar is
waar u aan het opnemen bent zodat u de blauwe schaduwen kunt vermijden die het
resultaat zijn van filmen buiten terwijl het bewolkt is en de groene schaduwen die het
resultaat zijn van filmen onder TL verlichting.
1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen).
2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de derde optie van boven in het
controlepaneel (Witbalans).
35
Foto leerprogramma
Page 36
3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste filmomstandigheden en druk
daarna op [SET] (instellen).
Autom.
Witbalans
DaglichtBuiten opnemen op een heldere dag
Bewolkt
Schaduw
DaglichtWit TLFilmen onder wit of daglicht witte TL verlichting
Daglicht TLFilmen onder daglicht TL verlichting
GloeilampFilmen onder een gloeilamp
Handm.
Witbalans
• Wanneer “‡ Autom. Witbalans” geselecteerd is als de instelling van de
witbalans, bepaalt de camera automatisch het witpunt van het onderwerp.
Bepaalde kleuren van het onderwerp en bepaalde omstandigheden van de
lichtbron kunnen echter problemen veroorzaken wanneer de camera dit
witpunt probeert vast te stellen, wat het dan onmogelijk maakt om een goede
instelling van de witbalans te verkrijgen. Mocht dit gebeuren, selecteer dan de
instelling van de witbalans die overeenkomt met de omstandigheden tijdens
het opnemen (Daglicht, Bewolkt, enz.).
Configureert de camera om automatisch de witbalans bij
te stellen
Buiten opnemen op een bewolkte of regenachtige dag,
in de schaduw van een boom, enz.
Filmen op een heldere dag in de schaduw van bomen of
gebouwen
Om de camera handmatig te configureren voor
aanpassing aan een bepaalde lichtbron.
Selecteer “· Handm. Witbalans”.
1
Richt onder dezelfde
2
lichtomstandigheden waarbij u van
plan bent te gaan opnemen de
camera op een vel wit papier zodat
dit het gehele beeldscherm vult en
druk vervolgens op de sluitertoets.
Druk op [SET] (instellen).
3
De witbalansinstelling blijft behouden zelfs na het
uitschakelen van de camera.
Leeg vel wit
papier
36
Foto leerprogramma
Page 37
Corrigeren van de beeldhelderheid (EV verschuiving)
U kunt de belichtingswaarde (EV waarde) van een beeld met de hand bijstellen
voordat u het opneemt.
• Bereik van de belichtingscompensatie: –2.0EV tot +2.0EV
• Eenheid: 1/3EV
1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen).
2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de vierde optie van boven in het
controlepaneel (EV verschuiving).
3. Stel d.m.v. [4] en [6] de belichtingscompensatiewaarde bij.
[6]: Verhoogt de EV waarde. Een hogere
EV waarde kan het best gebruikt
worden bij lichtgekleurde onderwerpen
en onderwerpen met tegenlicht.
[4]: Verlaagt de EV waarde. Een lagere EV
waarde is het beste voor
donkergekleurde onderwerpen en voor
het opnemen buiten op een heldere
dag.
Verander de EV waarde naar 0.0 om de
belichtingscompensatie te annuleren.
Belichtings compensatiewaarde
4. Druk op [SET] (instellen).
Dit oefent de belichtingscompensatiewaarde uit. De
belichtingscompensatiewaarde die u instelt blijft van kracht totdat u deze
verandert.
LET OP
• Bij het opnemen onder bijzonder donkere of juist bijzonder lichte omstandigheden
kunt u mogelijk geen bevredigende resultaten verkrijgen zelfs nadat
belichtingscompensatie uitgevoerd is.
37
Foto leerprogramma
Page 38
Opnemen tijdens Slow-motion bekijken
Als u op [SLOW] (Slow-motion bekijken) drukt,
begint de camera vooropname beelden voortdurend
op te nemen in een buffergeheugen waarna ze bij
lage snelheid worden weergegeven. Er bevinden
zich maximaal drie seconden aan vooropgenomen
beelden in het buffergeheugen. Door de sluitertoets
geheel in te drukken worden het op dit moment
weergegeven vooropnamebeeld opgeslagen. U kunt
kiezen uit acht weergavesnelheden voor de
vooropnamebeelden.
[SLOW]
(Slow-motion bekijken)
. Voorbereidingen om op te nemen met Slow-motion bekijken
1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen).
2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de vijfde optie van
boven in het controlepaneel (Slow Motion zien).
3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de vooropnametijd (buffergrootte) voor
Slow-motion Bekijken.
U kunt kiezen tussen 1 seconde (30 fps), 2 seconden (15 fps) en 3 seconden
(10 fps).
Als u op [SLOW] (pagina 39) drukt worden de beelden die u opgenomen heeft in
overeenstemming met de tijd (en Doorl. Sl. fps) die u hier specificeert, in
slowmotion weergegeven op het beeldscherm.
* fps (frames per second = beelden per seconde) is een eenheid voor het meten
van het aantal beelden dat opgenomen of weergegeven wordt per seconde.
4. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de vierde optie van onderen in het
controlepaneel (Slow Motion Controlesnelh.).
5. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste
weergavetijd voor Slow-motion bekijken en druk
vervolgens op [SET] (instellen).
U kunt kiezen uit acht snelheden, nl. 1 - 8. Een nummer van een hoger niveau
betekent een snellere weergavesnelheid.
38
Foto leerprogramma
Page 39
. Opnemen tijdens Slow-motion bekijken
1. Richt de camera op het onderwerp.
2. Druk op [SLOW] (Slow-motion bekijken).
Hierdoor wordt slow motion weergave van
vooropnamebeelden gestart op het beeldscherm.
• U kunt d.m.v. [4] en [6] de weergavesnelheid
veranderen terwijl de weergave voor Slow-motion
bekijken aan de gang is.
3. Druk op de sluitertoets wanneer het
voorbespeelde beeld weergegeven wordt dat
Weergavesnelheidstaafindicator
u wilt opslaan.
Hierdoor wordt het weergegeven beeld opgeslagen
als een foto en Slow-motion Bekijken verlaten. Druk
op [SLOW] om Slow-motion Bekijken te verlaten
zonder beelden op te slaan.
LET OP
• Druk op [SLOW] juist voor het moment waarop u wilt gaan opnemen.
• Na [SLOW] te hebben ingedrukt, houd de camera op het onderwerp voor minstens
de tijdsduur die gespecificeerd wordt door de (buffergrootte) instelling van de
vooropnametijd voor Slow-motion bekijken.
• Nadat u [SLOW] ingedrukt heeft, blijft de slow-motion beeldweergave doorgaan op
het scherm totdat u de sluitertoets indrukt om één van de beelden op te slaan. Druk
nogmaals op [SLOW] om de slow-motion beeldweergave te stoppen zonder één
van de beelden op te slaan.
• De instellingen voor de scherpstelling en de belichting blijven wat ze waren toen u
op [SLOW] drukte.
• Om scherp te stellen tijdens een bewerking met Slow-motion Bekijken, wordt het
aanbevolen dat u de sluitertoets half indrukt voordat u op [SLOW] drukt (het is niet
nodig om de sluitertoets half ingedrukt te houden nadat eenmaal scherpgesteld is),
of dat u de “Doorl. AF” instelling op “Aan” zet.
• Wanneer “Aan” geselecteerd is als de “Doorl. AF” instelling, zal het ietwat langer
duren voordat de weergave van de vooropgenomen beelden in slow-motion begint
nadat u op [SLOW] drukt.
• Als de beeldformaatinstelling van de camera 9M, 3:2 of 16:9 is tijdens het
opnemen van een beeld met Slow-motion Bekijken, zal het formaat van het
resulterende beeld 6M zijn.
• Het opneembereik van Slow-motion Bekijken is smaller dan dat van een beeld met
de Enkele Foto modus.
• Door over te schakelen naar Slow-Motion Bekijken zal de instelling voor de flitser
automatisch ingesteld worden op
?
(Flits Uit).
39
Foto leerprogramma
Page 40
Gebruiken van Vertragingscorrectie (Vertragingscorrectie)
De Vertragingscorrectiefunctie laat u correcties aanbrengen voor de vertragingstijd
vanaf het moment dat u besloten heeft te gaan opnemen tot het moment dat de
sluiter daadwerkelijk ontspant. Deze functie versnelt het ontspannen van de sluiter in
werkelijkheid niet maar maakt vooropnamen in een buffergeheugen wanneer u de
sluiter half indrukt en slaat datgene op dat gebeurde juist voordat u de sluitertoets
indrukt.
1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen).
2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de derde optie van
onderen in het controlepaneel
(Vertragingscorrectie).
3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste vertragingscorrectietijd en
druk vervolgens op [SET] (instellen).
U kunt een correctietijd selecteren van “–0.1”, “–0.2”, of “–0.3” seconden.
Selecteer “ÓUit” om vertragingscorrectie te deactiveren.
4. Druk de sluitertoets halverwege in.
Hierdoor wordt vooropgenomen in overeenstemming met de correctietijd die u in
stap 3 selecteerde.
5. Druk de sluitertoets geheel in wanneer u wilt gaan opnemen.
Dit neemt het beeld op dat zich op dat moment in de geheugenbuffer bevindt.
40
Foto leerprogramma
Page 41
LET OP
• Vertragingscorrectie wordt niet uitgevoerd als u de sluitertoets geheel indrukt
zonder hem eerst half te hebben ingedrukt.
• Als de beeldformaatinstelling van de camera 9M, 3:2 of 16:9 is tijdens het
opnemen met vertragingscorrectie, zal het formaat van het resulterende beeld 6M
zijn.
• Het opneembereik van Vertragingscorrectie is smaller dan dat van de Enkele Foto
modus.
• De vertragingscorrectietijd die u selecteert, hangt af van een aantal factoren. De
vertraging vanaf het moment dat u heeft besloten om op te nemen tot het moment
dat de sluiter feitelijk ontspant, verschilt per individu en hangt ook af van de
omstandigheden rond de opname. Experimenteer met verschillende instellingen
totdat u er één vindt die u het meest geschikt acht.
• Als niet voldoende aandacht geschonken wordt aan het onderwerp kan dit de
vertragingstijd aanzienlijk verlengen.
• Merk het volgende op bij het selecteren van een vertragingscorrectietijd.
– Probeer bij het bekijken van het onderwerp via een beeldscherm “
–0.2” in te
stellen als de vertragingscorrectietijd. Als u direct naar het onderwerp kijkt,
probeer dan “
–0.1”.
– Als de timing niet goed is met de bovenstaande instellingen, probeer dan de
vertragingscorrectietijd te veranderen naar “
beeldscherm en “
–0.2” wanneer u direct naar het onderwerp kijkt.
–0.3” bij gebruik van het
• Door Vertragingscorrectie te gebruiken wordt de instelling voor de flitser
automatisch ingesteld op ? (Flits Uit).
41
Foto leerprogramma
Page 42
Gebruiken van de flitser (Flits)
1. Druk tijdens de OPNAME
modus één maal op [2] ().
2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de
gewenste flitserinstelling en
druk daarna op [SET]
(instellen).
Autom.
Flits
Flits UitDe flitser flitst niet.
Flits Aan
Rode Ogen
Reductie
De flitser flitst automatisch in overeenstemming met de
belichting (hoeveelheid licht en de helderheid).
De flitser flitst altijd. Deze instelling kan gebruikt worden om
een onderwerp helderder te maken dat gewoonlijk donker
uitvalt wat te wijten is aan het daglicht of tegenlicht (daglicht
synchroon flitsen).
De flitser flitst automatisch. Dit type flits kan gebruikt worden
om de kans te verminderen dat de ogen van het onderwerp
rood te zien zullen zijn.
[2] ()
3. Druk op de sluitertoets om op te nemen.
Achterindicator
Knippert rood terwijl de flitser aan het opladen is om aan te geven
dat beeldopname niet mogelijk is.
• Het is niet mogelijk een ander beeld op te nemen met flits totdat
de indicator stopt met rood knipperen, hetgeen aangeeft dat het
opladen voltooid is.
< geeft aan dat de flitser gaat flitsen.
• Zie pagina 180 voor informatie betreffende het flitsbereik.
Flitser
42
Foto leerprogramma
Page 43
LET OP
• Let er op dat uw vingers en de riem niet in de weg zitten van de flitser.
• Het gewenste effect kan mogelijk niet worden verkregen wanneer het onderwerp
zich te ver weg of te dichtbij bevindt.
• De oplaadtijd voor de flitser (pagina 180) hangt af van de omstandigheden tijdens
de werking (conditie van de accu, omgevingstemperatuur, enz.)
• Als een foto opgenomen wordt terwijl de belichting te laag en de flitser
uitgeschakeld is, wordt dit gedaan bij een langzame sluitertijd hetgeen beeldwaas
kan veroorzaken door het bewegen van de hand. Zet de camera in dergelijke
omstandigheden op een statief, enz.
• Bij het attribuut voor vermindering van het rode ogeneffect flitst de flitser
automatisch afhankelijk van de belichting. De flitser flitst niet op plaatsen die reeds
helder verlicht zijn.
• De aanwezigheid van daglicht van buiten, TL verlichting of andere lichtbronnen kan
abnormale kleuren in beeld veroorzaken.
• Selecteer ? (Flits Uit) voor de flitserinstelling wanneer u opneemt op plaatsen
waar fotograferen met flits verboden is.
Vermindering van het rode ogeneffect
Wanneer u gebruik maakt van de flitser om ’s nachts of in een slecht verlichte kamer
op te nemen, kan dit rode vlekken veroorzaken in de ogen van de mensen in het
beeld. Dit wordt veroorzaakt door het weerkaatsen van het licht tegen het netvlies
van de ogen. Als vermindering van het rode ogeneffect geselecteerd wordt als de
flitserfunctie, dan zal de camera een voorflits uitzenden waardoor de iris (het
regenboogvlies) zich sluit in de ogen van alle mensen in het beeld, wat de kans op
het rode ogeneffect terugdringt.
Merk de volgende belangrijke punten op bij het gebruik van dit attribuut dat het rode
ogeneffect vermindert.
• Het rode ogeneffect wordt niet verminderd tenzij de mensen in het beeld direct
naar de camera (de flitser) kijken.
• Het attribuut voor het verminderen van het rode ogeneffect werkt niet goed als de
onderwerpen zich ver van de camera bevinden.
Andere handige attributen van de flitser
• Veranderen van de flitsintensiteit (pagina 93)
B
43
Foto leerprogramma
Page 44
Veranderen van de Datum/Tijd stijl van het controlepaneel
1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen).
2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de onderste optie van het controlepaneel
(Datum/Tijd).
U kunt de datum en de tijd instellen d.m.v. [4] en 6].
LET OP
• U kunt kiezen tussen twee weergavestijlen (pagina 148) voor de datum: Maand/
Dag of Dag/Maand.
• De tijd wordt getoond d.m.v. het 24-uren formaat.
Opnemen met zoom
Uw camera geeft u 3X optische zoom (die de brandpuntsafstand van de lens
verandert) hetgeen gebruikt kan worden in combinatie met digitale zoom (die het
middengedeelte van het beeld digitaal verwerkt om dat te vergroten) voor een totale
zoomcapaciteit van 3X tot en met 47,8X. Het punt waarop kwaliteitsverlies plaatsvindt
hangt af van de beeldgrootte (pagina 45).
1. Schuif de zoomregelaar tijdens de OPNAME modus om te zoomen.
w Groothoekz Telefoto
w (Groothoek) : Verkleint de grootte van het onderwerp en vergroot het bereik.
z (Telefoto): Vergroot het onderwerp en verkleint het bereik
Zoomregelaar
2. Druk op de sluitertoets om het beeld op te nemen.
44
Foto leerprogramma
Page 45
LET OP
• Hoe groter de digitale zoomfactor, des te groffer het opgenomen beeld. Merk op
dat de camera ook een functie heeft waarmee u op kunt nemen met digitale zoom
zonder beeldverslechtering (pagina 46).
• Het wordt aanbevolen een statief te gebruiken om beeldwaas te vermijden wat kan
optreden wanneer de camera tijdens het opnemen met telefoto wordt bewogen.
• Door een zoombewerking uit te voeren wordt de lensopening veranderd.
• Zowel de optische als de digitale zoom zijn gedeactiveerd tijdens filmopname met
snelle film (highspeed opname).
Overschakelpunt tussen optische zoom/digitale zoom
Als u de zoomregelaar in de richting van z (Telefoto) houdt, zal de zoombewerking
stoppen wanneer de optische zoomfactor de maximale waarde bereikt. Door de
zoomregelaar even los te laten en vervolgens opnieuw in de richting van z
(Telefoto) te houden wordt overgeschakeld naar digitaal zoomen, dat u dan kunt
gebruiken om een nog grotere zoomfactor te verkrijgen.
• Wilt u digitaal zoomen gebruiken, verander dan de “Digitale zoom” instelling naar
“Aan” (pagina 87).
• Tijdens zoomen toont een zoomstaafindicator op het beeldscherm de huidige
zoominstelling.
Beeldkwaliteitsverlies indicator
Scherpstelbereik
(Getoond voor Autofocus, Macrofocus en Handmatig
scherpstellen.)
* Producten die in bepaalde landen en gebieden verkocht
worden, geven de afstand in inches en voeten aan.
Zoomstaafindicator
45
Foto leerprogramma
Page 46
Digitaal zoomen zonder kwaliteitsverlies
Beeldkwaliteitbereik zonder
kwaliteitsverlies
Beeldkwaliteitbereik waarin
kwaliteitsverlies optreedt
1X
Overschakelpunt tussen
optische/digitale zoom
* 3X optische zoompunt
Punt waarop kwaliteitsverlies plaatsvindt
• Het punt waarop kwaliteitsverlies
optreedt, hangt af van het huidige
beeldformaat (pagina 32). Hoe
kleiner de instelling van de
beeldgrootte, des te hoger de
zoomfactor die u kunt gebruiken
voordat het punt wordt bereikt
waarop kwaliteitsverlies van het
beeld optreedt.
• Hoewel bij digitaal zoomen in het
algemeen kwaliteitsverlies optreedt
in het beeld is digitaal zoomen
zonder dat kwaliteitsverlies optreedt
in het beeld soms mogelijk bij
3X - 16,2X
Zoomaanwijzer
(geeft de huidige zoomfactor aan.)
Beeld-
formaat
9M12X3X
3:212X3X
16:912X3X
6M14,7X3,7X
4M18X4,5X
2M25,9X6,5X
VGA47,8X16,2X
12,0X - 47,8X
Maximale
zoomfactor
Punt waarop
kwaliteitsverlies
plaatsvindt
beeldformaten van “6M” en kleiner.
Het bereik waar binnen u digitaal
kunt zoomen zonder kwaliteitsverlies
wordt aangegeven in het display. Het
punt waarop kwaliteitsverlies
optreedt hangt af van het beeldformaat.
• Wanneer “HD/STD” geselecteerd is als de filmmodus, is minimaal beeldverlies tot
een zoomfactor 16,2X enkel mogelijk bij STD filmen (met standaard resolutie).
46
Foto leerprogramma
Page 47
Gebruiken van Doorlopende Sluiter
Door op Ç (Doorlopende sluiter) te drukken wordt heen
en weer geschakeld tussen de Doorlopende
sluitermodus en de Enkele Fotomodus (pagina 24).
Ç (Doorlopende Sluiter)
Gebruiken van de doorlopende sluiter bij normale snelheid
Bij de doorlopende sluiter bij normale snelheid (Norm. snelh. doorl.) kunt u een serie
beelden opnemen bij een snelheid van ongeveer één beeld per seconde zolang er
geheugen beschikbaar is voor het opslaan van beelden.
1. Druk tijdens de OPNAME modus op [MENU].
2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de “OPNAME” indextab.
3. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Doorl. Sluiter” (doorlopende sluiter) en
druk daarna op [6].
4. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Norm. snelh. doorl.” in en druk
vervolgens op [SET] (instellen).
5. Druk op Ç (Doorlopende Sluiter).
• Hierdoor wordt Z (Norm. snelh. doorl.) getoond
met een geel kader om het beeldscherm. Mocht
dit gebeuren, druk dan nogmaals op
6.
Houd de sluitertoets ingedrukt om op te nemen.
Beelden worden opgenomen zolang u de
sluitertoets ingedrukt houdt en er geheugen
beschikbaar is om ze op te slaan. Door de
sluitertoets los te laten wordt het opnemen gestopt.
BELANGRIJK!
• Het met de hand combineren van Doorlopende Sluiterbeelden bij Normale
Snelheid in een Doorlopende Sluiter groep (pagina 95) op het weergavescherm
wordt niet ondersteund.
• Bij Doorlopende sluiter met normale snelheid (Norm. Snelh. Doorl.) kunt u het
aantal beelden per seconden (fps) niet specificeren.
• Het aantal beelden per seconde (fps) bij Doorlopende sluiter met normale snelheid
(Norm. Snelh. Doorl.) verschilt lichtelijk afhankelijk van het type geheugenkaart dat u
gebruikt en de huidige conditie (resterende capaciteit, mate van fragmentatie, enz.)
• U kunt de doorlopende sluiter bij normale snelheid (Norm. snelh. doorl.) niet in
combinatie gebruiken met de doorlopende sluiter met vooropname (Doorl. Sl.
Vooropn.).
Ç.
47
Norm. snelh. doorl. icoon
Geel kader
Foto leerprogramma
Page 48
Gebruiken van de snelle doorlopende sluiter (Snelle Doorl. Sl.)
en de doorlopende sluiter met vooropname (Doorl. Sl. Vooropn.)
Bij de doorlopende sluiter met hoge snelheid kunt u de camera configureren op een
snelheid van 3, 5, 10, 15 of 30 beelden per seconde, zolang u de sluitertoets ingedrukt
houdt en er geheugen beschikbaar is om ze op te slaan. Door de sluitertoets tijdens deze
de doorlopende sluiter vooropname modus halverwege in te drukken wordt doorlopende
vooropname van beelden naar een tijdelijk buffergeheugen gestart. Wanneer u de
sluitertoets vervolgens geheel indrukt, slaat de camera op wat zich op dat moment in de
buffer bevindt en begint met het opnemen in real-time van nieuwe beelden met de
doorlopende sluiter. Het opnemen in real-time gaat door totdat u de sluitertoets loslaat of
totdat in het totaal maximaal 30 beelden (bufferbeelden plus nieuwe beelden) opgenomen
zijn. U kunt de doorlopende sluiter met vooropname modus configureren om te specificeren
hoeveel van de 30 beelden in het buffergeheugen worden opgenomen en hoeveel nadat u
de sluitertoets geheel indrukt. Gebruik de doorlopende sluiter met vooropname modus
wanneer u er zeker van wilt zijn dat u geen actie met snel bewegende beelden gaat
missen.
Halverwege indrukken
van de sluitertoets
Vooropgenomen beelden
Volledig indrukken
van de sluitertoets
Opgenomen beelden (maximaal 30 beelden)
Doorlopende opname van beelden
totdat de sluitertoets wordt losgelaten*
Loslaten van de sluitertoets
* U kunt maximaal 30 beelden opnemen (vooropgenomen buffer beelden plus real-time
beelden) voor elke Doorlopende Sluiter vooropname bewerking.
• U kunt 5, 10, 20 of 30 specificeren als het maximale aantal opnames voor elke
doorlopende sluiterbewerking.
• U kunt tussen 1 seconde en 30 seconden specificeren als de opnametijd met de
doorlopende sluiter hetgeen de tijdsduur is van het vooropname buffergeheugen
plus de tijdsduur tijdens welke doorlopende sluiteropname plaatsvindt nadat de
sluitertoets geheel ingedrukt wordt. De maximale opnametijd hangt af van de
geselecteerde tijd voor de doorlopende sluiter. U kunt een doorlopende sluitertijd
selecteren van 3 - 30 fps.
30 beelden per seconde
(30 fps)
3 beelden per seconde
(3 fps)
U kunt maximaal 30 beelden in één seconde
opnemen.
U kunt maximaal 30 beelden gedurende 10 seconden
opnemen.
48
Foto leerprogramma
Page 49
• U kunt de modus zodanig configureren dat maximaal 25 beelden vooropgenomen
worden in het buffergeheugen totdat u de sluitertoets volledig indrukt.
• Het minimale aantal vooropgenomen bufferbeelden dat u kunt specificeren is drie.
De totale opnametijd hangt af van de huidige (fps) instelling voor het aantal
beelden per seconde bij de doorlopende sluiter.
• Door nul te specificeren voor het aantal vooropgenomen beelden wordt de
doorlopende sluiter met vooropname modus gedeactiveerd en wordt een
doorlopende sluiterbewerking bij hoge snelheid (zonder vooropname) uitgevoerd.
1. Druk tijdens de OPNAME modus op [MENU].
2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de “OPNAME” indextab.
3. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Doorl. Sluiter” (doorlopende sluiter) en
druk daarna op [6].
4. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Hoge snelh. doorl.” in en druk vervolgens
op [SET] (instellen).
5. Druk op Ç (Doorlopende Sluiter).
• Hierdoor wordt É (Hoge snelh. doorl.) getoond
met een geel kader om het beeldscherm. Mocht
dit gebeuren, druk dan nogmaals op
Ç.
Snelle Doorl. Sl. icoon
6. Druk op [SET] (instellen).
7. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de vijfde optie
van boven in het controlepaneel (Snelle
Doorl. Sl. fps).
8. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste
doorlopende sluitertijd in en druk vervolgens
op [SET] (instellen).
AUTO
3 - 30 fps
* fps (frames per second = beelden per seconde) is een eenheid voor het meten
van het aantal beelden dat opgenomen of weergegeven wordt per seconde.
De camera bepaalt de Doorlopende Sluitertijd door het
omringende lichtniveau vast te stellen en dan automatisch een
sluitertijd te configureren die onderbelichting voorkomt.
Staat het specificeren toe van het aantal doorlopende
sluiterbeelden dat per seconde wordt opgenomen.
49
Geel kader
Doorlopende sluitertijd
Foto leerprogramma
Page 50
9. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de zesde optie van
boven in het controlepaneel (Max Doorl. Sl.
Foto’s).
10.
Selecteer d.m.v. [4] en [6] het maximale aantal opnames voor elke
doorlopende sluiterbewerking en druk daarna op [SET] (instellen).
11.
Selecteer d.m.v. [8] en [2] de zevende optie van boven in het
controlepaneel (Vooropg..Doorl. Sl. Foto’s).
12.
Specificeer d.m.v. [4] en [6] hoeveel van de 30 beelden en gedurende
hoelang beelden in het buffergeheugen vooropgenomen moeten
worden.
• Doorlopende Sluiter Vooropname wordt niet uitgevoerd als het aantal beelden
in het buffergeheugen en de opnametijd beide nul zijn.
Volledig indrukken van de sluitertoets
vooropnamebeelden en
(Wordt niet getoond
wanneer “AUTO”
geselecteerd is bij
“Snelle Doorl. Sl. fps”.)
13.
Druk op [SET] (instellen).
• Het geschatte aantal
opneembare doorlopende
sluiterbeelden verschijnt op
het beeldscherm.
Aantal
vooropnametijd
Aantal opneembare doorlopende
sluiterbeelden (Als u niet filmt met
Doorlopende sluiter met vooropname,
wordt de toegestane doorlopende
Aantal resterende beelden en
resterende opnametijd na
volledig indrukken van de
sluitertoets (Wordt niet
getoond wanneer “AUTO”
geselecteerd is bij
“Snelle Doorl. Sl. fps”.).
sluitertijd ook getoond.)
Resterende fotogeheugencapaciteit
50
Foto leerprogramma
Page 51
14.
Druk de sluitertoets halverwege in.
Hierdoor begint de camera met vooropname van beelden.
• De camera zal geen sluitergeluiden weergeven wanneer u de sluitertoets
halverwege indrukt terwijl Doorlopende Sluiter Vooropname geselecteerd is.
15.
Druk wanneer u klaar bent voor het opnemen de sluitertoets geheel in
zonder te pauzeren.
Hierdoor worden de beelden opgenomen in het vooropnamebuffergeheugen en
begint de opname van nieuwe beelden in real-time. Er worden beelden
opgenomen zolang u de sluitertoets ingedrukt blijft houden.
16.
Opname in real-time wordt gestopt wanneer u de sluitertoets loslaat of
wanneer het maximale aantal opnames bereikt is.
17.
Sla de beelden met doorlopende sluiter (pagina 52) op.
LET OP
• Merk het volgende op wanneer een instelling voor een doorlopende sluitertijd met
een hoge snelheid (fps) geselecteerd wordt.
– Gebruik een snellere instelling voor de tijd (fps) van de doorlopende sluiter bij
hoge snelheid wanneer u een snel bewegend onderwerp opneemt.
– Gebruik een langzamere instelling voor de tijd (fps) van de doorlopende sluiter
bij hoge snelheid wanneer u een langzamer bewegend onderwerp opneemt.
• Merk het volgende op wanneer een instelling voor een maximaal aantal opnames
voor de doorlopende sluiter met een hoge snelheid geselecteerd wordt.
– Hoe groter het aantal opnames, des te langer het duurt om ze op te slaan nadat
de opname zelf voltooid is.
• Merk het volgende op bij het specificeren van de instelling van een Foto met
Doorlopende Sluiter Vooropname.
– Een instelling die resulteert in een Foto met Doorlopende Sluiter Vooropname
van minstens 0,3 seconden wordt aanbevolen doordat er een minale vertraging
van 0,1 - 0,3 seconden is tussen het moment dat u besluit om op te nemen en
het moment dat de sluitertoets volledig ingedrukt wordt.
51
Foto leerprogramma
Page 52
Specificeren van de methode voor het opslaan van
doorlopende sluiterbeelden
Volg de onderstaande procedure om te specificeren hoe beelden opgeslagen dienen
te worden na een Doorlopende sluiterbewerking bij hoge snelheid.
1. Druk tijdens de OPNAME modus op [MENU].
2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de “OPNAME” indextab.
3. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Doorl. Sl. Bldn Opsln” en druk daarna op
[6].
4. Verander d.m.v. [8] en [2] de gewenste instelling.
Normaal (Batch)
Alle beelden die opgenomen waren worden opgeslagen nadat de werking van
de doorlopende sluiter voltooid is.
52
Foto leerprogramma
Page 53
Selecteren & Opslaan
Nadat de doorlopende sluiteropname voltooid is worden de opgenomen
beelden vertraagd weergegeven zodat u de beelden die u wilt opslaan kunt
selecteren.
• Terwijl u met Doorlopende Sluiter Vooropname opneemt, wordt het eerste
beeld dat opgeslagen wordt bij geheel indrukken van de sluiter aangegeven
door een “S” teken zodat u weet wanneer de Doorlopende Sluitermodus
startte.
Druk op de sluitertoets als een beeld verschijnt dat u
1
wilt opslaan terwijl de opgenomen beelden
weergegeven worden. Elk beeld dat u selecteert door
op de sluitertoets te drukken zal voorzien worden van
een merkteken.
Druk op [MENU] na eerst alle beelden te hebben
2
geselecteerd die u wilt opslaan.
Toetsen die gebruikt worden voor beeldselectie
Tijdens de weergave veranderen deze toetsen de
[4] [6]
[SET]
(instellen)
Sluitertoets
[MENU]
weergaverichting en de weergavesnelheid.
Deze toetsen bladeren heen en terug terwijl de weergave
gepauzeerd is.
Om tussen pauzeren en weergeven heen en weer te
schakelen.
Geheel indrukken om een beeld te selecteren dat
opgeslagen moet worden.
Om de geselecteerde beelden op te slaan en de bediening
voor beeldselectie te verlaten.
Merkteken
Selecteer d.m.v. [8] en [2] de gewenste opslagmethode en druk daarna op
3
[SET] (instellen).
Alles Opslaan: Voor het opslaan van alle beelden.
Selectie Opslaan : Voor het opslaan van geselecteerde beelden.
Achter: Keert terug naar beeldselectie.
Opslag Annuleren : Om geen van de beelden op te slaan.
Altijd Vragen
Nadat doorlopende sluiteropname voltooid is, verschijnt een prompt waarmee u
Normaal (Batch) of Selecteren & Opslaan kunt selecteren.
Seleteer de gewenste opslagmethode en druk vervolgens op [SET] (instellen).
Selectie Opslaan : Voor het opslaan van geselecteerde beelden.
Alles Opslaan: Voor het opslaan van alle beelden.
Opslag Annuleren : Om geen van de beelden op te slaan.
5. Op [SET] (instellen) drukken om de instelling uit te voeren.
53
Foto leerprogramma
Page 54
Voorzorgsmaatregelen voor de doorlopende sluiter
• U kunt mogelijk niet het aantal doorlopende sluiterbeelden opnemen dat
aangegeven wordt op het beeldscherm als er niet genoeg capaciteit beschikbaar is
op de geheugenkaart. Controleer dus eerst date r genoeg capaciteit beschikbaar is
op de geheugenkaart voordat u gaat opnemen met de doorlopende sluiter.
• Bij de doorlopende sluiter worden de belichting en de scherpstelling voor het
eerste beeld ook toegepast op de navolgende beelden.
• Houd bij het gebruik van een doorlopende sluiterfunctie de camera stil totdat de
opname voltooid is.
• Tijdens de Doorlopende Sluiter modus wordt de flitserinstelling automatisch
? (Flits uit).
• Het zoomen werkt niet tijdens werking van de doorlopende sluiter.
• De instellingen 9M, 3:2 of 16:9 kunnen niet worden geselecteerd terwijl de Snelle
Doorlopende Sluiter gebruikt wordt. Als u de modus voor de Snelle Doorlopende
Sluiter inschakelt terwijl één van deze beeldformaten geselecteerd is, zal de
camera beelden van het 6M formaat opnemen.
• Het maximale aantal beelden dat opgenomen wordt tijdens elke Snelle
Doorlopende Sluiter sessie is beperkt, ongeacht hoeveel opslagcapaciteit
beschikbaar is op de geheugenkaart.
Hoge snelh. doorl.
Het aantal beelden is nog beperkter en het opnemen kan zelfs onmogelijk worden
wanneer de resterende capaciteit van de geheugenkaart minder is dan het
toegestane aantal beelden voor een bepaalde doorlopende sluitermodus.
• De drievoudige zelfontspanner kan niet worden gebruikt tijdens de modus voor de
Snelle Doorlopende Sluitermodus.
• De zelfontspanner kan niet worden gebruikt tijdens de Doorlopende Sluiter
Vooropname modus bekijken.
Specificeert het maximale aantal doorlopende
sluiterfoto’s (Max Doorl. Sl. Foto’s)
B
54
Foto leerprogramma
Page 55
Opnemen van films
Opnemen van een film
De volgende procedure geeft een beschrijving van hoe u een standaard (STD) film
opneemt.
Zie de hieronder aangegeven pagina’s voor nadere informatie aangaande films.
Hoge resolutie film (HD film): pagina 57
Snelle film (HS film): pagina 58
[0] (Film)
1. Zet tijdens de OPNAME
modus de modus
draairegelaar op ³
(HD/STD).
2. Druk op [MENU].
3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de “Kwaliteit” indextab.
4. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “» Kwaliteit” en druk daarna op [6].
5. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “STD”
(Standaard) en druk daarna op [SET]
(instellen).
• Het opnemen wordt uitgevoerd met een breedte/
hoogte verhouding van 4:3, een beeldgrootte
x
van 640
van 30 beelden per seconde (STD Film). De
instelling voor het beeldformaat kan niet
veranderd.
• Het halfdoorzichtige grijze kader op het
beeldscherm geeft het gebied aan dat wordt
opgenomen tijdens het maken van een film. Het
gebied binnen het kader wordt opgenomen voor een film.
480 beeldpunten en een beeldsnelheid
Halfdoorzichtige grijs
kader
Filmmodusschakelaar
6. Druk op [0] (Film).
Hierdoor begint de opname en wordt Y op het
beeldscherm weergegeven.
De filmopname heeft geluid in mono.
7. Druk nogmaals op [0] om te stoppen met de
filmopname.
• Elke film kan maximaal 10 minuten lang zijn. De
filmopname stopt automatisch na 10 minuten
opnemen. De filmopname stopt automatisch als
het geheugen vol raakt voordat u de filmopname
stopt door nogmaals op [0].
55
Resterende opnametijd
(pagina 177)
Opnametijd
Opnemen van films
Page 56
Opnemen met BEST SHOT
Met BEST SHOT (pagina 63) kunt u de voorbeeldscène selecteren die past bij het
type film dat u probeert op te nemen en de camera zal de instelling overeenkomstig
veranderen om elke keer weer mooie films te kunnen maken. Wanneer bijvoorbeeld
de “Natuurlijk Groen” BEST SHOT scène wordt geselecteerd, worden beelden
gemaakt met levendig groene bomen en gras.
Minimaliseren van de effecten van het bewegen van de camera tijdens
filmopname
U kunt de de camera zodanig configureren dat de effecten van het bewegen van de
camera geminimaliseerd worden tijdens HD en STD filmopname (pagina 83). Merk
op dat dit geen beeldwaas voorkomt die veroorzaakt wordt door het bewegen van het
onderwerp.
Audio (geluid)
Uw camera heeft een ingebouwde microfoon die gebruikt kan worden om (mono)
geluid op te nemen tijdens filmopname.
. Voorzorgsmaatregelen voor opname
De camera neemt het geluid ook op. Merk de volgende
punten op wanneer u films aan het opnemen bent.
– Zorg ervoor dat de microfoon niet door uw vingers, enz.
wordt geblokkeerd.
– Er kunnen geen goede resultaten voor de
geluidsopname worden verkregen wanneer de camera
te ver weg is van wat u probeert op te nemen.
– Het bedienen van de toetsen van de camera kan er de oorzaak van zijn dat het
geklik van toetsen opgenomen wordt op het geluidsspoor.
• De geluidsopname kan niet worden uitgevoerd worden terwijl “HS” geselecteerd is
als de filmmodus.
Microfoon
56
Opnemen van films
Page 57
LET OP
• Als lange filmopnamen worden gemaakt zal de camera warm aanvoelen. Dit is
normaal en duidt niet op een defect.
• Bij het gebruik van bepaalde types geheugenkaarten wordt de
verwerkingssnelheid vertraagd en duurt het langer om filmdata op te nemen
hetgeen er toe kan leiden dat filmbeelden verloren gaan. De “0REC” indicator op
het beeldscherm wordt geel om aan te geven dat filmbeelden verloren gaan. Om
dergelijke problemen te voorkomen wordt het gebruik van een SD geheugenkaart
van een “Ultra High Speed” type (ultra snelle) aanbevolen. Merk op dat CASIO
geen garantie geeft inzake de werking van SD geheugenkaarten van een “Ultra
High Speed” type die met deze camera gebruikt worden.
• De effecten van het bewegen van de camera worden nog duidelijker in een beeld
wanneer u een close-up maakt of met een grote zoomfactor opneemt. Daarom
wordt het gebruik van een statief aanbevolen onder deze omstandigheden.
• Gezichtsdetectie werkt niet tijdens filmopname.
• Wanneer “Q Autom. Scherpstellen” of “´ Macro” geselecteerd is als de
“Scherpstellen” instelling, wordt doorlopende autofocus uitgevoerd tijdens het
opnemen van HD en STD films ongeacht de huidige “Doorl. AF” instelling (pagina
86).
Opnemen van een film met een hoge resolutie
Deze camera ondersteunt het opnemen van HD (hoge resolutie) films. De breedtehoogte verhouding van een HD film is 16:9, het beeldformaat is 1280
beeldpunten en de beeldsnelheid is 30 fps (beelden per seconde). De instellingen
voor de beeldkwaliteit en het beeldformaat kunnen niet worden veranderd.
1.
Zet tijdens de OPNAME modus de modus draairegelaar op ³ (HD/STD).
x
720
2. Druk op [MENU].
3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de “Kwaliteit” indextab.
4. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “» Kwaliteit” en druk daarna op [6].
5. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “HD” en druk daarna op [SET] (instellen).
6. Neem de film op dezelfde wijze op als een normale film (pagina 55).
Druk op [0] om het opnemen te starten en te stoppen.
57
Opnemen van films
Page 58
Opnemen van een Snelle Film
Deze camera ondersteunt opname van HS (highspeed) films bij tot een maximale
snelheid van 1000 fps (beelden per seconde). De breedte/hoogte verhouding van
films opgenomen met deze modus hangt af van de beeldsnelheid (opnamesnelheid).
• Er wordt tijdens deze modus geen geluid opgenomen.
3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de “Kwaliteit” indextab.
4. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “HS » Snel” en druk daarna op [6].
5. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de
gewenste beeldsnelheid
(opnamesnelheid) en druk
vervolgens op [SET] (instellen).
Een grotere beeldsnelheid (zoals 1000
fps) leidt tot een kleiner beeldformaat.
* fps (frames per second = beelden per
seconde) is een eenheid voor het meten
van het aantal beelden dat opgenomen
of weergegeven wordt per seconde.
Filmbeeld-
snelheid
210 fps480
420 fps224
1000 fps224
30-210 fps480
Beeldformaat
(beeldpunten)
x
360
x
168
x
64
x
360
6. Neem de film op dezelfde wijze op als een normale film (pagina 55).
Druk op [0] om het opnemen te starten en te stoppen.
• Bij een HS (highspeed) film met “30-210 fps” (30-210 beelden per seconde) is
de beeldsnelheid altijd vastgesteld op 30 fps wanneer u begint met opnemen.
U kunt enkel overschakelen naar de beeldsnelheid tussen 30 fps en 210 fps
(beelden per seconde) terwijl het opnemen plaats aan het vinden is. Verander
de snelheid d.m.v. [4] en [6] of door op [SET] (instellen) te drukken.
58
Opnemen van films
Page 59
LET OP
• Hoe hoger de de beeldsnelheid, des te meer belichting er nodig is tijdens het
opnemen. Maak opnames in een goed verlichte omgeving wanneer u een snelle
(HS = highspeed) film opneemt.
• Tijdens het opnemen van bepaalde types films kan het beeld dat op het
beeldscherm verschijnt kleiner zijn dan gewoonlijk. Bij het opnemen van een snelle
film (hoge resolutie) zijn er zwarte balken boven, onder, links en rechts in het
beeld.
• Bij het opnemen van een snelle film kan flikkeren van de lichtbron er toe leiden dat
horizontale balken in beeld verschijnen. Dit duidt niet op een defect van de camera.
• Tijdens snelle (highspeed) filmopname blijven de Autofocus en belichting op de
niveau’s waar ze oorspronkelijk waren toen u begon met opnemen. Het
overschakelen tussen de inhoud van zoom en beeldscherm is gedeactiveerd.
• Voordat u begint met snelle (highspeed) filmopname dient u om scherp te stellen
op het beeld de sluitertoets halverwege in te drukken voor Autofocus of met de
hand scherp te stellen.
Gebruiken van vooropname (Vooropname (Film))
Met dit attribuut maakt de camera gedurende maximaal vijf seconden een
vooropname van hetgene wat er gebeurt voor de lens en stuurt die data naar een
buffer waarvan de data doorlopende vernieuwd wordt. Door op [0] te drukken wordt
de vooropgenomen actie (bufferinhoud) opgeslagen, gevolgd door opname in realtime. De real-time opname wordt voortgezet totdat u deze stopt. Vooropname Film
kan worden gebruikt bij het maken van een standaard (STD) film, een hoge resolutie
(HD) film of een snelle (HS = highspeed) film.
• Wanneer Vooropname Film in combinatie met snelle (highspeed) film wordt
gebruikt, zal het buffergeheugen twee seconden vooropname i.p.v. de normale vijf
seconden opslaan.
[0]
[0]
Film
Begin van het opnemen
in real-time
Vooropgenomen gedeelte van 5 seconden (van het buffergeheugen)
Einde van het opnemen
in real-time
* Ongeveer twee seconden voor snelle (highspeed) film
59
Opnemen van films
Page 60
. Instellen van de camera om met Vooropname Film op te nemen
1. Stel tijdens de OPNAME modus de gewenste filmmodus in door de
3. Selecteer d.m.v. [8], [2], [4] en [6] de “Vooropname (Film)” scène en
druk vervolgens op [SET] (instellen).
Hierdoor verschijnt ‰ op het beeldscherm om aan te geven dat de camera een
vooropname aan het maken is naar het buffergeheugen.
. Opname van een Vooropname Film
1. Richt de camera op het onderwerp nadat u de bovenstaande procedure
heeft gebruikt om de camera in te stellen voor Vooropname Film.
2. Druk op [0] wanneer u klaar bent om op te nemen.
Hierdoor wordt ongeveer vijf seconden actie opgeslagen die in het
buffergeheugen was vooropgenomen voordat u op [0] drukte (twee seconden
als u snelle (highspeed) film gebruikt) en daarmee de opname in real-time startte.
3. Druk nogmaals op [0] om te stoppen met de filmopname.
• Druk op [BS] en selecteer daarna R (Automatisch) om opname van de
Vooropname Film te stoppen.
• Tijdens het filmen met de snelle film “30-210 fps” instelling kunt u de
beeldsnelheid (fps) niet veranderen wanneer u de vooropname naar het
buffergeheugen maakt in stap 1 van de bovenstaande procedure. U kunt de
beeldsnelheidinstelling (fps) veranderen nadat u [0] indrukt om opname in
real-time te starten.
LET OP
• Als u op de sluitertoets drukt terwijl de camera ingesteld staat voor opnemen met
Vooropname Film wordt geen foto gemaakt tenzij de filmopname aan de gang is.
Tijdens het maken van films bij hoge resolutie (HD) en standaard resolutie (STD)
kunt u stilbeelden opnemen terwijl de filmopname in real-time plaats aan het
vinden is.
60
Opnemen van films
Page 61
Opnemen van een Film voor YouTube (For YouTube)
De “For YouTube” scène neemt films op in een formaat dat optimaal is voor het
oploaden naar de YouTube film site, die beheerd wordt door YouTube, LLC. “For
YouTube” kan worden gebruikt bij het maken van een standaard (STD) film, een
hoge resolutie (HD) film of een snelle (HS = highspeed) film.
1. Zet tijdens de OPNAME modus de film modusschakelaar op
3. Selecteer d.m.v. [8], [2], [4] en [6] de “For YouTube” scène en druk
vervolgens op [SET] (instellen).
Hierdoor verschijnt Ê op het beeldscherm.
4. Neem de film op.
Het filmbestand wordt opgeslagen in een cameramap die “100YOUTB” heet.
• Het installeren van YouTube Uploader for CASIO van de CD-ROM die
meegeleverd wordt met uw camera maakt het eenvoudiger om filmbestanden
die u eerst opgenomen heeft met de “For YouTube” scène te uploaden naar
YouTube (pagina 131).
• Druk op [BS] en selecteer daarna R (Automatisch) om “For YouTube” te
verlaten.
LET OP
• Films die opgenomen zijn met de “For YouTube” scène worden opgeslagen in een
speciale map zodat ze gemakkelijk te vinden zijn om te uploaden (pagina 142).
“For YouTube” films worden opgenomen met het beeldformaat, de
opnamesnelheid en de kwaliteitsinstellingen die geconfigureerd waren in de
Filmmodus (pagina 55).
• Er kunnen geen foto’s worden gemaakt (ongeacht of u al dan niet aan het
opnemen bent) terwijl de “For YouTube” scène geselecteerd is.
61
Opnemen van films
Page 62
Opnemen van een foto terwijl u een film aan het opnemen bent
1. Druk op de sluitertoets terwijl een film
opgenomen wordt.
Het opnemen van de film wordt voortgezet
nadat de foto is opgenomen.
Aantal opneembare foto’s
LET OP
• U kunt maximaal 10 foto’s per film opnemen. Het aantal foto’s wordt ook beperkt
door de hoeveelheid beschikbare ruimte op de geheugenkaart.
• Merk op dat de flitser niet gebruikt kan worden tijdens het opnemen van een Fotoin-Film.
• Een foto kan niet worden genomen tijdens het opnemen van een snelle
(highspeed) film of tijdens het opnemen met de “For YouTube” BEST SHOT scène.
• U kunt Foto in Film niet gebruiken om een foto te maken tijdens het opnemen met
“Vooropname (Film)” terwijl de film naar het buffergeheugen vooropgenomen wordt
voordat u op [0] drukt. U kunt geen foto’s opnemen tijdens filmopname in real-time
die start wanneer u op [0] drukt.
• Het formaat van de opgeslagen foto is van het beeldformaat dat gespecificeerd is
bij de camera voordat u de filmopname startte. Merk echter op dat wanneer een
beeldformaat van 9M, 3:2 of 16:9 geselecteerd is, het formaat van de opgeslagen
foto 6M is.
• Het opneembereik van het opnemen van een foto terwijl de filmopname aan de
gang is, is smaller dan dat van de Enkele Foto modus.
• Bij foto’s die gemaakt worden met Foto in Film kan niet afzonderlijk worden
scherpgesteld. De scherpstelling zal hetzelfde zijn als bij de film die wordt
opgenomen.
62
Opnemen van films
Page 63
Gebruiken van BEST SHOT
Wat behelst BEST SHOT?
BEST SHOT voorziet u in een verzameling “scènes” die verschillende types
omstandigheden voor de opname toont. Als het nodig is om de instellingen van de
camera te veranderen kunt u gewoonweg de scène opzoeken die overeenkomt met
wat u probeert te bereiken en de camera maakt de instellingen dan automatisch. Dit
verkleint de kans dat de beelden onbruikbaar zijn door een slechte instellingen voor
de belichting en de sluitertijd.
Enkele voorbeeldscènes
PortretLandschap
Snelle Film
Nachtscène
Opnemen met BEST SHOT
1. Druk tijdens de OPNAME modus op [BS].
Hierdoor wordt een menu weergegeven met
BEST SHOT scènes.
• De oorspronkelijke defaultselectie is R
(Automatisch).
2. Verplaats de grenslijn d.m.v. [8], [2], [4]
en [6] naar de scène die u wilt selecteren.
• Het scènemenu heeft meerdere pagina’s. U
kunt d.m.v. [
bladeren.
• U kunt informatie bekijken betreffende op dat
moment geselecteerde scène. Zie pagina 64
voor nadere details.
• Selecteer Scène 1 R (Automatisch) om terug
te keren naar het opnemen van normale foto’s.
Door op [MENU] te drukken terwijl het scène
selectiescherm of het scène informatiescherm
zich op het beeldscherm bevindt, springt de
grenslijn direct door naar R (Automatisch).
8] en [2] door menupagina’s
Nachtscène Portret
[BS] (BEST SHOT)
Op dit moment
geselecteerde scène
(met grenslijn)
Scènenaam
Scènenummer
63
Gebruiken van BEST SHOT
Page 64
3. Druk op [SET] om de camera te configureren met de instellingen voor
de op dat moment geselecteerde scène.
Hierdoor wordt teruggekeerd naar de OPNAME modus.
• De instellingen van de scène die u selecteerde blijven van kracht totdat u een
andere scène selecteert.
• Herhaal de bovenstaande procedure vanaf stap 1 om een andere BEST SHOT
scène te selecteren.
4. Druk op de sluitertoets (als u een foto aan het opnemen bent) of op [0]
(als u een film aan het opnemen bent).
. Gebruiken van het scène informatiescherm.
Om meer van een scène te weten te komen, kunt u deze
selecteren met de grenslijn op het scènemenu en
vervolgens de zoomregelaar in één van beide richtingen
schuiven.
• Verschuif de zoomregelaar nogmaals om terug te keren
naar het scènemenu.
• Voer het bladeren tussen scènes uit d.m.v. [
• Druk op [SET] om de camera te configureren met de
instellingen voor de op dat moment geselecteerde scène.
Druk op [BS] om terug te keren naar het scène
informatiescherm voor de op dat moment geselecteerde
BEST SHOT scène.
4] en [6].
64
Gebruiken van BEST SHOT
Page 65
. BEST SHOT voorzorgsmaatregelen
• BEST SHOT scènebeelden werden niet opgenomen met deze camera.
• Beelden die opgenomen worden met een BEST SHOT scène kunnen mogelijk niet
het verwachte (gehoopte) resultaat geven door de omstandigheden tijdens het
opnemen en door andere factoren.
• U kunt de bij de camera geconfigureerde instellingen veranderen wanneer u een
BEST SHOT scène selecteert. Merk echter op dat de BEST SHOT instellingen
terugkeren naar hun default (oorspronkelijke) instellingen telkens wanneer u een
andere BEST SHOT scène selecteert of u de camera uitschakelt.
• 9M, 3:2 en 16:9 kunnen niet worden geselecteerd voor het beeldformaat terwijl de
“Snelle Film Anti Shake”, “Snelle Film Nachtscène”, “Doorl. Sl. Onderwerp
Verdwijnt”, “Doorl. Sl. Onderwerp Verschijnt” of “Multimotion Beelden” “Snelle Film
Beste Selectie” BEST SHOT scène geselecteerd wordt. De instelling 6M wordt
gebruikt als het beeldformaat als één van de bovenstaande beeldformaten reeds
geselecteerd werd voordat één van de bovenstaande BEST SHOT scènes werd
geselecteerd.
• De volgende BEST SHOT scènes kunnen niet worden gebruikt tijdens het
opnemen van een foto:
Vooropname (Film), For YouTube.
• Als één van de bovenstaande BEST SHOT scènes geselecteerd wordt, zal de
camera de instelling maken voor de vooropnamemodus van die scène, ongeacht
de huidige instelling voor de Enkele Foto/Doorlopende Sluiter modus van de
camera. “Snelle Film Nachtscène” (Nachtscène met Snelle Film), “Vuurwerk”,
“Nachtscène Portret”, “Snelle Film Anti Shake” (Anti-Shake met Snelle
Film),“Doorl. Sl. Onderwerp Verdwijnt”, “Doorl. Sl. Onderwerp Verschijnt”,
“Multimotion Beelden”, “Snelle Film Beste Selectie” (Beste selectie met Snelle
Film) Bij keuze van een BEST SHOT scène anders dan de hierboven genoemde
(behalve voor “Vooropname (Film)” en “For YouTube”) worden Enkele Foto’s of
Doorlopende Sluiter beelden opgenomen afhankelijk van de huidige instelling.
Andere instellingen en parameters kunnen echter beïnvloed worden door de
geselecteerde BEST SHOT scène.
• Filmopname wordt niet ondersteund bij de volgende BEST SHOT scènes: “Snelle
Film Anti Shake” (Anti-Shake met Snelle Film),“Doorl. Sl. Onderwerp Verdwijnt”,
“Doorl. Sl. Onderwerp Verschijnt”, “Multimotion Beelden”, “Snelle Film Beste
Selectie” (Beste selectie met Snelle Film)
• Wanneer de filmmodus HD/STD is, worden films opgenomen met de instellingen
van de geselecteerde BEST SHOT scène. Bij opnemen met snelle (highspeed) film
worden de instellingen van de BEST SHOT scène genegeerd en wordt de
filmopname uitgevoerd zoals die gewoonlijk zal zijn.
• Als [SLOW] (Slow-motion Bekijken) gebruikt wordt terwijl één van de volgende
BEST SHOT scènes geselecteerd is, wordt instelling van de BEST SHOT scène
geannuleerd en wordt oppgenomen met Slow-motion Bekijken.
“Snelle Film Nachtscène”, “Nachtscène Portret”, “Vuurwerk”, “Snelle Film Anti
Shake”, “Multimotion Beelden”, “Snelle Film Beste Selectie”, “Doorl. Sl. Onderwerp
Verdwijnt”, “Doorl. Sl. Onderwerp Verschijnt”, “Vooropname (Film)”, “For YouTube”
65
Gebruiken van BEST SHOT
Page 66
Uw eigen BEST SHOT instellingen creëren
U kunt maximaal 999 camera basisinstellingen opslaan als gebruiker’s BEST SHOT
scènes die u onmiddellijk kunt oproepen wanneer u ze nodig heeft.
1. Selecteer op het BEST SHOT scènemenu de scène die BEST SHOT
(Registreren Gebruikers Scène) heet.
2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de foto film waarvan u de basisinstelling
wilt opslaan.
3. Selecteer “Opslaan” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET]
(instellen).
Aan uw BEST SHOT scène zal de naam “Oproepen Gebruikers Scène” samen
met een scènenummer worden toegewezen.
LET OP
• Het is alleen mogelijk om een BEST SHOT instelling te creëren voor foto’s. Het is
niet mogelijk een BEST SHOT instelling te creëren voor een film.
• U kunt de instellingen van de op dat moment geselecteerde BEST SHOT scène
controleren door de instelmenu’s van de camera te tonen en te kijken naar de
instellingen.
• Aan gebruiker’s fotoscènes worden nummers toegewezen in de volgorde: U1, U2,
enzovoort.
• Hieronder volgen de instellingen die opgeslagen worden voor elke gebruiker’s foto
BEST SHOT scène.
Gezichtsdetec., Scherpstelling, EV verschuiving, Witbalans, Flits, ISO, Meten,
Belichting, Flitsintensiteit, Kleurenfilter, Scherpte, Verzadiging, Contrast
• Gebruiker’s BEST SHOT scènes worden opgeslagen in het ingebouwde geheugen
(pagina 142) in de SCENE map (foto’s).
• Door het ingebouwde geheugen van de camera (pagina 152) te formatteren
worden alle BEST SHOT gebruikersscènes gewist.
• Voer de volgende procedure uit wanneer u een gebruiker’s BEST SHOT scène wilt
wissen.
Geef het informatoescherm (pagina 64) van de gebruiker’s BEST SHOT scène
1
weer die u wilt wissen.
Druk op [2] (), selecteer “Wissen” en druk daarna op [SET] (instellen).
2
66
Gebruiken van BEST SHOT
Page 67
Filmen met de Nachtscène met Snelle Film (HS Nachtscène)
Bij de Nachtscène met Snelle Film detecteert de camera automatisch of hij met de
hand vastgehouden wordt of op een statief gemonteerd is. Bij indrukken van de
sluitertoets neemt de camera een serie beelden op en combineert ze op een
dusdanige manier dat beeldwaas door slechte belichtingsomstandigheden
geminimaliseerd wordt. Als de camera detecteert dat hij op een statief staat, zal hij
een enkel beeld opnemen met een langere belichtingstijd (in plaats van het opnemen
en combineren van meerdere beelden), hetgeen leidt tot een nog scherper beeld.
1. Druk op [BS] en selecteer dan de “Snelle Film Nachtscène”
(HS Nachtscène).
2. Druk op de sluitertoets wanneer u klaar bent om te filmen.
• Nadat u de sluitertoets ingedrukt heeft, zal de boodschap “Druk... Wachten
a.u.b...” op het beeldscherm verschijnen om aan te geven dat het opnemen
plaatsvindt. Houd de camera stil terwijl deze boodschap getoond wordt. Het
duurt nog enige tijd voordat de opname zelf voltooid is nadat de boodschap is
verschenen.
LET OP
• Deze BEST SHOT scène slaat slechts een enkel uiteindelijk beeld op.
• Druk op Ç (Doorlopende Sluiter) om deze BEST SHOT scène te annuleren en de
Doorlopende Sluitermodus in te schakelen.
• Het opnemen met de BEST SHOT scène maakt het opnamebereik kleiner dan
gewoonlijk.
• Mocht de camera bewogen worden terwijl deze op een statief gemonteerd is, dan
kan de camera een verkeerde beoordeling maken en tot de conclusie komen dat
hij met de hand wordt vastgehouden.
• De flitser is altijd uitgeschakeld en de flitserinstelling kan niet worden veranderd
terwijl Nachtscène met Snelle Film geactiveerd is.
• Deze BEST SHOT scène kan mogelijk niet het belichtingsniveau produceren voor
een scherp, helder beeld als de camera met de hand wordt vastgehouden terwijl
de belichting laag is. Bij lage belichtingsomstandigheden wordt het gebruik van een
statief aanbevolen.
67
Gebruiken van BEST SHOT
Page 68
Opnemen met Anti Shake met Snelle Film (HS Anti Shake)
Wanneer u de sluitertoets indrukt terwijl Anti Shake met Snelle Film ingeschakeld is,
neemt de camera meerdere beelden op en combineert deze automatisch op een
manier dat het uiteindelijke beeld zo weinig mogelijk waas heeft. Dit attribuut kan
worden gebruikt om de effecten van het bewegen van de camera te minimaliseren
tijdens het filmen wanneer optische anti shake om de een of andere reden niet het
gewenste resultaat geeft.
1. Druk op [BS] en selecteer “Snelle Film Anti Shake” (Anti Shake met
Snelle Film).
2. Druk op de sluitertoets wanneer u klaar bent om te filmen.
• Nadat u de sluitertoets ingedrukt heeft, zal de boodschap “Druk... Wachten
a.u.b...” op het beeldscherm verschijnen om aan te geven dat het opnemen
plaatsvindt. Houd de camera stil terwijl deze boodschap getoond wordt. Het
duurt nog enige tijd voordat de opname zelf voltooid is nadat de boodschap is
verschenen.
LET OP
• Deze BEST SHOT scène slaat slechts een enkel uiteindelijk beeld op.
• Druk op Ç (Doorlopende Sluiter) om deze BEST SHOT scène te annuleren en de
Doorlopende Sluitermodus in te schakelen.
• Het opnemen met de BEST SHOT scène maakt het opnamebereik kleiner dan
gewoonlijk.
• Anti Shake met Snelle Film werkt niet correct terwijl de camera op een statief
bevestigd is.
• Anti Shake met Snelle Film kan mogelijk niet correct werken waardoor toch wazige
beelden worden verkregen als de camera verder bewogen wordt dan de
toegestane afstand of als het onderwerp tijdens het filmen beweegt.
68
Gebruiken van BEST SHOT
Page 69
Isoleren van bewegende onderwerpen (Multi-motion Beeld)
Multi-motion Beeld kan gebruikt worden om een bewegend
onderwerp te isoleren binnen een serie beelden om dit
bewegende beeld te plaatsen tegen een stilstaande
achtergrond. Zorg er voor dat de camera niet kan bewegen
of trillen door hem op een statief te monteren o.i.d. wanneer
u met Multi-motion Beeld filmt.
Basisprocedure voor Multi-motion Beeld
1. Druk op [BS] en selecteer dan “Multimotion Beelden”.
2. Houd de sluitertoets ingedrukt om op te nemen.
3. Laat de sluitertoets los.
Het filmen met doorlopende sluiter stopt en de resulterende beeldmontage
verschijnt op het beeldscherm.
• De bovenstaande procedure filmt meerdere beelden en combineert ze
automatisch tot een slotbeeld. Beweeg de camera niet totdat het filmen
voltooid is.
• U kunt de instellingen voor het maximale aantal doorlopende sluiteropnames,
de Doorl. Sl. fps en de opnames van Vooropn. Doorl. Sl. op dezelfde manier
configureren als de instelling van de Doorl. Sl. met Snelle Film (pagina 48).
Merk echter op dat het maximale aantal Doorlopende Sluiter opnames voor
“Multimotion Beelden” 28 is i.p.v. 30.
69
Gebruiken van BEST SHOT
Page 70
LET OP
• Deze BEST SHOT scène slaat slechts een enkel uiteindelijk beeld op.
• Druk op Ç (Doorlopende Sluiter) om deze BEST SHOT scène te annuleren en de
Doorlopende Sluitermodus in te schakelen.
• Het opnemen met de BEST SHOT scène maakt het opnamebereik kleiner dan
gewoonlijk.
• Bij filmen met “Multimotion Beelden” wordt aangenomen dat het onderwerp zich
bweegt en van plaats verandert. Als geprobeerd wordt deze functie te gebruiken
om een onderwerp op te nemen dat op zijn plaats beweegt (zoals een golf swing,
het slaan van een bal met een honkbalknuppel, enz.), verschijnt een foutmelding
op het beeldscherm terwijl de beeldopname mis zal gaan of er wordt een beeld
geproduceerd waarbij de filmbeelden van het onderwerp verkeerd gearrangeerd
zijn.
• Multi-motion Beeld kan niet correct functioneren als de camera trilt of als u de
camera meebeweegt met de beweging van het onderwerp.
• Mocht een foutlezing op het beeldscherm verschijnen, bevestig de camera dan
zodanig dat deze niet kan bewegen of film tegen een ander type achtergrond.
• Als er niet genoeg doorlopende sluiterbeelden worden opgenomen, wordt een fout
aangegeven voordat de camera het geïsoleerde onderwerp tegen een stilstaande
achtergrond plaatst. Dit kan gebeuren als u de sluitertoets te snel indrukt bij het
opnemen van het bewegende onderwerp. Houd de sluitertoets lang genoeg
volledig ingedrukt zodat meerdere beelden kunnen worden opgenomen.
• Kies een opnamehoek zodat de kleuren, de vormen en de patronen van het
bewegende onderwerp zo goed mogelijk contrasteren vergeleken met de
achtergrond.
• Vermijd een filmhoek waarbij de achtergrond slechts een kleur of een patroon heeft
(zoals een helder blauwe hemel).
• De camera kan de compositie van het laatste beeld mogelijk niet verwerken als de
intervallen tussen de bewegingen zo smal zijn dat de filmopnames overlappen.
Mocht dit het geval zijn vergroot het interval dan door een langzamere “Snelle
Doorl. Sl. fps” instelling (pagina 48) in te stellen d.m.v. het controlepaneel.
70
Gebruiken van BEST SHOT
Page 71
Opnemen met prioriteit voor Onderwerp Gezichten
(Hoge Snelheid Beste Selectie)
Bij Hoge Snelheid Beste Selectie neemt de camera een serie beelden op en
selecteert automatisch het beste beeld gebaseerd op beeldwaas bij het gezicht en
gezichtsuitdrukking (of het onderwerp glimlacht of knippert met de ogen).
1. Druk op [BS] en selecteer dan de “Snelle Film Beste Selectie” scène.
2. Druk op de sluitertoets om op te nemen.
• Hierdoor verschijnt de boodschap “Druk... Wachten a.u.b...”. Beweeg de
camera niet terwijl deze boodschap getoond wordt. Het duurt nog enige tijd
voordat de opname zelf voltooid is nadat de boodschap is verschenen.
LET OP
• Deze BEST SHOT scène slaat slechts een enkel uiteindelijk beeld op.
• Druk op Ç (Doorlopende Sluiter) om deze BEST SHOT scène te annuleren en de
Doorlopende Sluitermodus in te schakelen.
• Als één of meer van de gezichten wazig zijn in alle opgenomen beelden, dan zullen
die gezichten ook wazig zijn in het uiteindelijke beeld.
• Onder de volgende omstandigheden kan het onmogelijk zijn voor de camera om
vast te stellen of het onderwerp aan het lachen is of dat zij met de ogen knippert.
Dit kan er in het uiteindelijke beeld toe leiden dat het onderwerp aan het knipperen
is met de ogen of niet lacht.
– Gezichten die gedeeltelijk of geheel donker zijn gemaakt door schaduwen, enz.
– Haar dat de ogen bijna of gedeeltelijk bedekt.
–Brillen
– Kleine gezichten
– Gezichten die niet direct naar de camera kijken
• Bij het opnemen van een grote groep mensen zal het verwerken van het beeld na
het opnemen langer duren.
71
Gebruiken van BEST SHOT
Page 72
Opnemen van een beeld in overeenstemming met bewegen
van het onderwerp (Doorl. Sl. Onderwerp Verdwijnt, Doorl. Sl.
Onderwerp Verschijnt)
U kunt deze attributen gebruiken om een beeld automatisch op te nemen telkens
wanneer het onderwerp in het gebied van het beeldscherm of er uit beweegt. U kunt
de camera ook configureren om beelden op te nemen van wat er gebeurt juist
voordat en juist nadat het onderwerp beweegt.
Doorl. Sl. Onderwerp
Verdwijnt
Doorl. Sl. Onderwerp
Verschijnt
Neemt automatisch op wat er gebeurt onmiddellijk voordat
en nadat het onderwerp buiten een gebied op het
beeldscherm beweegt.
Neemt automatisch op wat er gebeurt onmiddellijk voordat
en nadat het onderwerp binnen een gebied op het
beeldscherm beweegt.
. Instellen van de camera
1. Druk op [BS] en selecteer “Doorl. Sl. Onderwerp Verdwijnt” of “Doorl.
Sl. Onderwerp Verschijnt”
2. Druk op [SET] (instellen).
3. Configureer de instellingen voor het gebied en
de afmetingen.
[8] [2] [4] [6]Verplaatst de grenslijn.
Zoomregelaar
Stelt de afmetingen van de
grenslijn opnieuw in.
Grenslijn
4. Druk op [SET] (instellen).
• Start nogmaals vanaf stap 2 als u de instellingen opnieuw wilt configureren.
5. Druk op [2].
6. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de vijfde optie van boven in het
controlepaneel (Snelle Doorl. Sl. fps).
72
Gebruiken van BEST SHOT
Page 73
7. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste
doorlopende sluitertijd in en druk vervolgens
op [SET] (instellen).
Doorlopende sluitertijd
AUTO
3 - 30 fps
* fps (frames per second = beelden per seconde) is een eenheid voor het meten
van het aantal beelden dat opgenomen of weergegeven wordt per seconde.
De camera meet lichtniveau’s en configureert de snelst mogelijke
doorlopende sluiterinstelling automatisch.
Staat het specificeren toe van het aantal doorlopende
sluiterbeelden dat per seconde wordt opgenomen.
8. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de zesde optie van
boven in het controlepaneel (Max Doorl. Sl.
Foto’s).
9. Selecteer d.m.v. [4] en [6] het maximale aantal opnames voor elke
doorlopende sluiterbewerking en druk daarna op [SET] (instellen).
10.
Selecteer d.m.v. [8] en [2] de zevende optie van boven in het
controlepaneel (Vooropg..Doorl. Sl. Foto’s).
11.
Specificeer d.m.v. [4] en [6] hoeveel van de 30 beelden en gedurende
hoelang beelden in het buffergeheugen vooropgenomen moeten
worden.
• U kunt niet een waarde van “0” instellen voor het aantal Doorlopende Sluiter
Vooropname beelden.
Volledig indrukken van de sluitertoets
vooropnamebeelden
Aantal
en vooropnametijd
(Wordt niet getoond
wanneer “AUTO”
geselecteerd is bij
“Snelle Doorl. Sl. fps”.)
Aantal resterende beelden en
resterende opnametijd na
volledig indrukken van de
sluitertoets (Wordt niet
getoond wanneer “AUTO”
geselecteerd is bij “Snelle
Doorl. Sl. fps”.).
12.
Druk op [SET] (instellen).
• Het geschatte aantal opneembare
doorlopende sluiterbeelden verschijnt op
het beeldscherm.
73
Aantal opneembare
doorlopende
sluiterbeelden
Resterende fotogeheugencapaciteit
Gebruiken van BEST SHOT
Page 74
13.
Selecteer d.m.v. [8] en [2] de tweede optie van onderen in het
controlepaneel (Trekker Gevoeligheid).
14.
Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gevoeligheid voor bewegingen van het
onderwerp en druk daarna op [SET] (instellen).
• U kunt één van de volgende drie gevoeligheidsniveau’s selecteren: “Hoog”,
“Normaal” of “Laag”.
• Doorl. Sl. Onderwerp Verdwijnt instelgids
Hoog : Voor een onderwerp dat snel over de grenslijn verdwijnt
Laag : Voor een onderwerp dat langzaam over de grenslijn verdwijnt
• Doorl. Sl. Onderwerp Verschijnt instelgids
Hoog : Voor een onderwerp dat snel binnen de grenslijn verschijnt of voor een
klein onderwerp (relatief t.o.v. het kader (de grenslijnen))
Laag : Voor een onderwerp dat langzaam binnen de grenslijn verschijnt of
voor een klein onderwerp (relatief t.o.v. het kader (de grenslijnen))
. Opnemen m.b.v. Doorl. Sl. Onderwerp Verdwijnt
1. Stel het beeld zodanig samen dat het onderwerp zich binnen het
gebied op het beeldscherm bevindt.
2. Druk de sluitertoets halverwege in.
• De camera zal de belichting en scherpstelling automatisch bijstellen.
3. Druk de sluitertoets geheel in wanneer de
grenslijn op het beeldscherm groen wordt.
Op dat moment zal de opnamestandby modus van de
camera ingeschakeld worden en wordt het
vooropnemen van beelden gestart die in een
buffergeheugen worden opgeslagen in
overeenstemming met de Doorlopende Sluiter
Vooropname instelling die u configureerde in stap 11
onder “Instellen van de camera” op pagina 72. Nadat
het buffergeheugen volgeraakt is worden nieuwe
beelden constant toegevoegd terwijl oudere beelden
onafgebroken worden gewist.
De camera zal automatisch starten met het opslaan van beelden vanaf het
moment dat de camera detecteert dat het onderwerp zich het gebied uit beweegt.
•“0 AUTO” knippert op het beeldscherm tijdens het opnamestandby en tijdens
automatisch opnemen.
74
Gebruiken van BEST SHOT
Page 75
4. Beeldopname wordt voortgezet totdat het einde van de opnametijd
bereikt is.
• Terwijl de camera standby staat voor Doorl. Sl. Onderwerp Verdwijnt, kunt u
standby annuleren door de sluitertoets geheel in te drukken. U kunt de beelden
dan gewoon opnemen.
• Druk om een opname in real-time die op dat moment plaatsvindt te stoppen op
[SET] (instellen).
5. Sla de beelden met doorlopende sluiter (pagina 52) op.
. Opnemen m.b.v. Doorl. Sl. Onderwerp Verschijnt
1. Stel het beeld samen op een plaats waar u verwacht dat het onderwerp
de grens op het beeldscherm zal binnengaan.
2. Druk de sluitertoets halverwege in.
• De camera zal de belichting en scherpstelling automatisch bijstellen.
• In dit geval wordt het aanbevolen d.m.v. handmatig scherpstellen (pagina 79)
een vaste scherpstelling aan te houden.
3. Druk de sluitertoets geheel in wanneer de
grenslijn op het beeldscherm groen wordt.
Op dat moment zal de opnamestandby modus van de
camera ingeschakeld worden en wordt het
vooropnemen van beelden gestart die in een
buffergeheugen worden opgeslagen in
overeenstemming met de Doorlopende Sluiter
Vooropname instelling die u configureerde in stap 11
onder “Instellen van de camera” op pagina 72. Nadat
het buffergeheugen volgeraakt is worden nieuwe
beelden constant toegevoegd terwijl oudere beelden
onafgebroken worden gewist.
De camera zal automatisch beginnen met het opslaan van beelden naar het
geheugen vanaf het moment dat de camera detecteert dat het onderwerp zich tot
binnen de grenslijn verplaatst heeft.
•“0 AUTO” knippert op het beeldscherm tijdens het opnamestandby en tijdens
automatisch opnemen.
Grenslijn
75
Gebruiken van BEST SHOT
Page 76
4. Beeldopname wordt voortgezet totdat het einde van de opnametijd
bereikt is.
• Terwijl de camera standby staat voor Doorl. Sl. Onderwerp Verschijnt, kunt u
standby annuleren door de sluitertoets geheel in te drukken. U kunt de beelden
dan gewoon opnemen.
• Druk om een opname in real-time die op dat moment plaatsvindt te stoppen op
[SET] (instellen).
5. Sla de beelden met doorlopende sluiter (pagina 52) op.
LET OP
• Stel het beeld zodanig samen dat het gehele onderwerp en de achtergrond zich
binnen de grenslijn bevinden. Het opnemen kan mogelijk niet juist worden
uitgevoerd als er weinig onderscheid is tussen het onderwerp en het deel van de
achtergrond dat omsloten wordt door de grenslijn. Doorl. Sl. Onderwerp Verdwijnt
kan mogelijk niet correct opnemen als het onderwerp zich niet in het midden van
het kader (de grenslijnen) bevindt.
• “Doorl. Sl. Onderwerp Verdwijnt” en “Doorl. Sl. Onderwerp Verschijnt” werken niet
correct als u de toets geheel indrukt. Druk de sluitertoets halverwege in. Druk de
sluitertoets geheel in nadat vooropname van de beelden voltooid is.
• Houd de camera stil nadat u de sluitertoets geheel ingedrukt heeft om de
opnamestandby functie in te schakelen. Opnemen kan niet correct uitgevoerd
worden als u de camera beweegt tijdens opnamestandby.
• De camera neemt enkel op met Doorlopende Sluiter (CS) terwijl deze BEST SHOT
scène geselecteerd is.
• Druk op Ç (Doorlopende Sluiter) om deze BEST SHOT scène te annuleren en de
Doorlopende Sluitermodus in te schakelen.
• De sluimermodus en Automatisch Spanning Uit worden uitgeschakeld terwijl de
camera in opnamestandby staat.
• De camera kan mogelijk niet automatisch gaan opnemen of de spanning van de
camera kan uitgeschakeld worden wanneer de accuspanning laag is. Let er op dat
de accu altijd voldoende opgeladen is voordat u deze attributen gebruikt.
• Selecteer “Alles Opslaan” (pagina 52) als de doorlopende sluiter
beeldopslagmethode om alle doorlopende sluiterbeelden op te slaan. Doet u dat,
let er dan op dat de geheugenkaart die zich in de camera bevindt genoeg ruimte
heeft om de beelden op te slaan.
• Zoomen werkt niet en de scherpstelling en belichting zijn vast ingesteld terwijl de
camera standby staat voor opname.
76
Gebruiken van BEST SHOT
Page 77
Geavanceerde instellingen
Hieronder volgen menu bewerkingen die u kunt gebruiken om de instellingen van de
camera te configureren.
Gebruiken van menu’s op het scherm
. Menuscherm bewerkingsvoorbeeld
Druk op [MENU] om het menuscherm weer te geven.
• De inhoud van de menu’s is anders bij de OPNAME modus en bij de WEERGAVE
modus.
Voorbeeld: Menu van de OPNAME modus
[8] [2] [4] [6]
[MENU]
[SET] (instellen)
Bedieningstoetsen van het menuscherm
[4] [6]
[8] [2]Selecteer een insteloptie.
[SET] (instellen) Registreert de geselecteerde instelling.
[MENU]Verlaat het menuscherm.
Selecteert indextabs. [
te geven die beschikbaar zijn voor een instelling.
6] wordt ook gebruikt om de opties weer
1. Druk tijdens de OPNAME modus op [MENU].
Hierdoor wordt het menuscherm weergegeven.
2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de indextab waar het item zich bevindt dat u
wilt configureren.
77
Geavanceerde instellingen
Page 78
3. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de gewenste
instelling van het menu en druk daarna op
[6].
Voorbeeld:
Wanneer “Zelfontspanner”
geselecteerd is op de
“OPNAME” indextab.
4. Verander d.m.v. [8] en [2] de gewenste
instelling.
Indextabs
5. Druk op [SET] (instellen) wanneer de
instelling naar wens is.
• Door op [4] te drukken wordt de geselecteerde
instelling geregistreerd en wordt teruggekeerd
naar het menu.
• Om instellingen te configureren op een andere
indextab na indrukken van [
naar het menu, kunt u m.b.v. [
item op de indextabs verplaatsen en daarna
4] en [6] de gewenste indextab selecteren.
d.m.v. [
. Menubewerkingen in deze handleiding
Menubewerkingen worden in deze handleiding voorgesteld zoals hieronder getoond.
De volgende bewerking is dezelfde als die beschreven onder “Menuscherm
bewerkingsvoorbeeld” op pagina 77.
Het scherpstelbereik is de afstand tot het lensoppervlak.
*1
Wanneer u met de
hand wilt
scherpstellen
Handmatig
Ongeveer 10 cm - 9
(oneindig)
2
*
*2 Het minimum verandert samen met de instelling van de optische zoom.
B
79
Geavanceerde instellingen
Page 80
Scherpstellen met de hand
1. Stel het beeld op het beeldscherm zodanig
samen dat het onderwerp waarop u wilt
scherpstellen zich binnen de gele grenslijn
bevindt.
2. Kijk naar het beeld op het beeldscherm en stel
scherp d.m.v. [4] en [6].
• Op dat moment wordt het gedeelte van het beeld
dat zich binnen de grenslijn bevindt groter en vult
het gehele beeldscherm, hetgeen helpt bij het
scherpstellen. Als u deze bewerking niet binnen
twee seconden uitvoert terwijl het vergrootte beeld
getoond wordt, verschijnt stap 1 opnieuw.
LET OP
• Het automatische macro attribuut detecteert hoever het onderwerp zich van de
lens bevindt en selecteert overeenkomstig daarmee Macrofocus of Autofocus.
• Als de flitser gebruikt worden met macrofocus kan het licht van de flitser worden
geblokkeerd worden, hetgeen ongewenste schaduwen van de lens in beeld kan
produceren.
• Automacro kan enkel gebruikt worden tijdens het opnemen van foto’s.
• Telkens wanneer u een optische zoombewerking uitvoert tijdens het opnemen met
Autofocus, Macrofocus of Handmatige scherpstelling verschijnt een waarde op het
beeldscherm zoals hieronder aangegeven om het scherpstelbereik aan te geven.
Voorbeeld: oo cm tot 9
* oo is de werkelijke waarde van het scherpstelbereik.
• De bewerkingen die aan de [
instelling (pagina 88) zijn gedeactiveerd terwijl Handmatige scherpstelling
geselecteerd is als de scherpstelmodus.
• De selectie van de scherpstelmodus is gedeactiveerd terwijl gezichtsdetectie
ingeschakeld is.
4] en [6] toetsen toegewezen zijn met de “L/R toets”
Gele grenslijn
80
Geavanceerde instellingen
Page 81
Gebruiken van scherpstelvergrendeling
“Scherpstelvergrendeling” is de naam van een techniek
die u kunt gebruiken wanneer u een beeld wilt
samenstellen waarbij het onderwerp waarop
scherpgesteld moeten worden zich niet bevindt in het
scherpstelkader in het midden van het beeldscherm.
• Selecteer om scherpstelvergrendeling te gebruiken
U Puntmeten” of “O Traceren” voor het autofocus
“
gebied (pagina 84).
1. Pas het scherpstelkader van het beeldscherm
Onderwerp waarop moet
worden scherpgesteld
Scherpstelkader
op het onderwerp waarop u wilt scherpstellen
en druk de sluitertoets dan halverwege in.
2. Houd de sluitertoets halverwege ingedrukt
(waardoor de scherpstelinstelling behouden
blijft) en beweeg de camera om het beeld
samen te stellen.
•Als “O Traceren” geselecteerd is als het autofocus
gebied, beweegt het scherpstelkader automatisch
om het onderwerp te volgen.
3. Druk de sluitertoets geheel in zonder te pauzeren wanneer u klaar bent
voor het opnemen van het beeld.
LET OP
• De scherpstelvergrendeling vergrendelt de belichting ook (AE).
Wanneer de Zelfontspanner ingeschakeld is, wordt een timer gestart door op de
sluitertoets te drukken. De sluiter ontspant en het beeld wordt opgenomen na verloop
van een ingestelde tijd.
10 sec10-seconden Zelfontspanner
2-seconden Zelfontspanner
2 sec
X3
(Drievoudige
Zelfontspanner)
UitDe zelfontspanner is uitgeschakeld.
• De voorlamp knippert terwijl de zelfontspanner aan het
aftellen is.
• U kunt het aftellen van de zelfontspanner onderbreken
door op [SET] te drukken.
LET OP
• De zelfontspanner kan niet samen met de volgende functies gebruikt worden.
Vertragingscorrectie (bij het opnemen van enkele foto’s), Snelle Doorl. Sl. met
Doorlopende Sluiter Vooropname, Vooropname (Film), Doorl. Sl. Onderwerp
Verdwijnt, Doorl. Sl. Onderwerp Verschijnt, Multimotion Beelden, Slow-motion
Bekijken
• De drievoudige zelfontspanner kan niet samen met de volgende functies gebruikt
worden.
Doorl. Sl. met Snelle Film, Doorlopende Sluiter bij Normale Snelheid, Film,
bepaalde BEST SHOT scènes (Snelle Film Beste Selectie, For YouTube)
• Als een foto opgenomen wordt onder omstandigheden die de
sluitertijd vertragen kunt u deze instelling gebruiken ter
voorkoming van beeldwaas door het bewegen van uw hand.
Neemt drie beelden op: een beeld 10 seconden na indrukken
van de sluitertoets en de volgende twee beelden zodra de
camera klaar is na het opnemen van het voorafgaande beeld.
Hoe lang het duurt voor de camera om weer klaar te zijn om op
te nemen hangt af van de instellingen van het beeldformaat en
de beeldkwaliteit, of een geheugenkaart zich al dan niet in de
camera bevindt en van de conditie van de flitslading.
Voorlamp
B
82
Geavanceerde instellingen
Page 83
Verminderen van de effecten van het bewegen van de camera
of het bewegen van het onderwerp (Anti Shake)
Procedure
[r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Anti Shake
U kunt de Anti Shake functie van de camera inschakelen om beeldwaas te reduceren
die optreedt door het bewegen van het onderwerp of door bewegen van de camera
tijdens het opnemen d.m.v. telefoto van een onderwerp dat beweegt, tijdens het
opnemen van een snel bewegend onderwerp of tijdens het opnemen terwijl de plaats
van opname slecht verlicht is.
Automatisch
Minimaliseert de effecten van het bewegen van de hand en het
onderwerp.
UitSchakelt Anti Shake instellingen uit.
LET OP
• Tijdens filmopname kan alleen Camera Stabilisatie gebruikt worden.
• De instelling voor de ISO gevoeligheid (pagina 35) dient “AUTO” te zijn voor Anti
Shake om te kunnen werken.
• Anti Shake wordt niet ondersteund tijdens het opnemen met Snelle Film.
• Door met de Anti Shake op te nemen kan het beeld er ietwat groffer uitzien dan
gewoonlijk met een ietwat lagere beeldresolutie.
• Anti Shake kan de effecten van het bewegen van de camera of het onderwerp
mogelijk niet elimineren wanneer de bewegingen heftig zijn.
B
83
Geavanceerde instellingen
Page 84
Specificeren van het Autofocus gebied (AF gebied)
Procedure
[r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * AF gebied
U kunt de volgende procedure volgen om het Autofocus meetgebied aan te passen
voor het opnemen van foto’s.
• Bij het opnemen van films is het Autofocus meetgebied altijd “
U
Puntmeten”.
Puntmeten
Vrij
Traceren
Deze modus verzamelt metingen van een klein gebied in het
midden van het beeld. Deze instelling werkt goed met
scherpstelvergrendeling (pagina 81).
U kunt d.m.v. [8], [2], [4] en [6] het scherpstelkader
verplaatsen om het scherpstelpunt te verplaatsen en vervolgens
op [SET] (instellen) drukken. Selecteer om de stand van het
scherpstelpunt te veranderen nogmaals “— Vrij” en selecteer
vervolgens de gewenste stand d.m.v. [8], [2], [4] en [6].
Wanneer u de sluitertoets halverwege indrukt terwijl deze
instelling geselecteerd is, volgt het scherpstelkader de
bewegingen van het onderwerp.
“U Puntmeten” of “O Traceren”
Scherpstelkader
“—Vrij”
*
[SET]
(instellen)
ScherpstelpuntScherpstelkader
O
•
“
Traceren” kan niet gebruikt worden in combinatie met de volgende attributen.
Doorlopende Sluiter Vooropname, bepaalde BEST SHOT scènes (Doorl. Sl.
Onderwerp Verdwijnt, Doorl. Sl. Onderwerp Verschijnt, Multimotion Beelden, For
YouTube, Vooropname (Film)), Vertragingscorrectie
•“— Vrij” kan niet worden geselecteerd voor het AF gebied terwijl gezichtsdetectie
ingeschakeld is.
84
Geavanceerde instellingen
Page 85
Gebruiken van het Autofocus hulplamp (AF Assist. Lamp)
Bij halverwege indrukken van de sluitertoets terwijl deze
instelling geselecteerd is, gaat de voorlamp branden die dan
zorgt voor de belichting om scherp te kunnen stellen op
plaatsen waar de belichting laag is. Het wordt aanbevolen
deze functie uitgeschakeld te laten bij opnemen van
portrerren van korte afstand, enz.
BELANGRIJK!
• Kijk nooit direct in de voorlamp terwijl deze aan is.
• Let er op dat uw vingers de voorlamp niet blokkeren.
Bij het opnemen van mensen detecteert het gezichtsdetectie attribuut de gezichten
van maximaal 10 aparte mensen en stelt de scherpstelling en de helderheid daarop
af.
1. Selecteer d.m.v. [4] en [6] “Aan” en druk daarna op [SET] (instellen).
2. Richt de camera op het onderwerp (de
onderwerpen).
De camera zal de menselijke gezichten detecteren
en ze weergeven met een kader er om heen.
3. Druk de sluitertoets halverwege in.
De camera stelt scherp en de kaders rond de
gezichten waarop scherpgesteld is worden groen.
4. Druk de sluitertoets nu geheel in.
85
Gezichtsdetectie icoon
Geavanceerde instellingen
Page 86
Tips voor de beste resultaten met gezichtsdetectie
• Als deze geen gezicht detecteert, voert de camera scherpstelling uit op het midden
van het beeld.
• Let er altijd op te contoleren dat Autofocus (AF) geselecteerd is als de
scherpstelfunctie wanneer u opneemt met gezichtsdetectie.
• Het detecteren van de volgende types gezichten wordt niet ondersteund.
– Een gezicht dat niet goed te zien is door haar, een zonnebril, een hoed, enz. of
een gezicht in een donkere schaduw.
– Een profiel of een gezicht dat zich in een hoek bevindt t.o.v. de camera.
– Een gezicht dat heel ver weg en klein is of juist te dichtbij en groot is
– Een gezicht op een plaats waar het bijzonder donker is.
– Het gelaat van een huisdier of een ander niet-menselijk onderwerp
BELANGRIJK!
• Gezichtsdetectie kan niet in combinatie met één van de volgende attributen
worden gebruikt.
– Vertragingscorrectie (bij het opnemen van enkele foto’s)
– Bepaalde BEST SHOT scènes (Doorl. Sl. Onderwerp Verdwijnt, Doorl. Sl.
Onderwerp Verschijnt, Multimotion Beelden, For YouTube, Vooropname (Film))
– Filmmodus
– Snelle Doorl. Sl. met Doorlopende Sluiter Vooropname
• De selectie van de scherpstelmodus op het menu is gedeactiveerd terwijl
gezichtsdetectie ingeschakeld is.
Opnemen met de Doorlopend Autofocus (Doorl. AF)
Procedure
[r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Doorl. AF
Wanneer een foto wordt gemaakt terwijl “Aan” geselecteerd is voor de Doorl. AF,
wordt Autofocus uitgevoerd en vindt het scherpstellen doorlopend plaats totdat u de
sluitertoets half indrukt.
Wanneer “Q Autom. Scherpstellen” of “´ Macro” geselecteerd is als de
“Scherpstellen” instelling, wordt doorlopende autofocus uitgevoerd tijdens het
opnemen van HD en STD films ongeacht de huidige “Doorl. AF” instelling.
• Voordat u de sluitertoets halverwege indrukt, blijft de camera scherpstellen op het
midden van het beeld. Als “— Vrij” geselecteerd wordt voor de instelling van het
“AF gebied” (pagina 84) bij halverwege indrukken van de sluiter, dan wordt het
scherpstellen uitgevoerd voor het gebied dat gespecificeerd wordt “— Vrij”. Het
scherpstellen wordt uitgevoerd in het gebied waar een gezicht gedetecteerd wordt
als “Gezichtsdetec.” ingeschakeld is.
86
Geavanceerde instellingen
Page 87
Veranderen van de Doorlopende Sluiter modus
(CS = Continuous Shutter)
Voer de volgende stappen uit om de doorlopende sluitermodus te veranderen.
Maakt het mogelijk om maximaal 30 doorlopende sluiterbeelden op
te nemen bij een hogere snelheid dan bij Doorlopende Sluiter bij
Hoge
snelh. doorl.
Norm.
snelh. doorl.
Normale snelheid. Beelden die met deze modus worden
opgenomen kunnen niet in één van de volgende formaten zijn. 9M,
3:2, 16:9. Als de beeldformaatinstelling van de camera ingesteld
staat op één van deze formaten zullen bij Doorlopende Sluiter bij
Hoge Snelheid beelden van 6M worden opgenomen. Zie pagina 48
voor nadere details.
Maakt het mogelijk
zolang er geheugenruimte beschikbaar is om beelden op te slaan.
Zie pagina 47 voor nadere details.
ongeveer één beeld per seconde op te nemen
Configureren van de Doorlopende Sluiter Beeldopslagmethode
(Doorl. Sl. Bldn Opsln)
Wanneer de Snelsluiter ingeschakeld is kunt u de sluiter geheel indrukken zonder te
wachten op Autofocus. Hierdoor wordt opgenomen d.m.v. een versnelde
scherpstelbewerking die veel sneller is dan Autofocus.
Schakelt de Snelsluiter in
Aan
• Sommige beelden kunnen onscherp zijn wanneer de Snelsluiter wordt
gebruikt.
Schakelt de Snelsluiter uit zodat het scherpstellen uitgevoerd wordt met
normale Autofocus voordat het beeld opgenomen wordt.
• Er worden beelden opgenomen zonder scherpstellen als u de sluitertoets
Uit
volledig indrukt terwijl de Snelsluiter uitgeschakeld is.
• Als het maar even mogelijk is, kunt u beter een beetje extra tijd gebruiken
om de sluitertoets halverwege in te drukken voor een juiste scherpstelling.
LET OP
• De Snelsluiter is gedeactiveerd wanneer de zoomfactor groter is. Het opnemen
wordt op dat moment uitgevoerd d.m.v. Autofocus.
88
Geavanceerde instellingen
Page 89
Weergeven van een schermraster (Raster)
Procedure
[r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Raster
Het schermraster kan op het OPNAME modus beeldscherm
worden weergegeven om het verticaal en horizontaal passen
gemakkelijker te maken bij het samenstellen van beelden.
Terwijl Beeldcontrole ingeschakeld is, geeft de camera een beeld gedurende
ongeveer één seconde weer onmiddellijk nadat u op de sluitertoets drukt om het
beeld op te nemen.
• Beeldcontrole is enkel beschikbaar voor het opnemen van enkele beelden. Dit
werkt niet tijdens de Doorlopende Sluiter.
Terwijl de Icoonhulp ingeschakeld is, verschijnt een tekstbeschrijving op het display
voor bepaalde iconen wanneer u tussen OPNAME functies overschakelt.
Functies die worden ondersteund door Icoonhulp
• OPNAME modus
• Beschikbare opties voor de instelling van “L/R Toets”
89
Geavanceerde instellingen
Page 90
Configureren van de default instellingen bij inschakelen van de
spanning (Geheugen)
Met deze instelling specificeert u of de camera instellingen onthouden moeten
worden door de camera wanneer deze wordt uitgeschakeld en de volgende keer bij
inschakelen dienen te worden hersteld. U dient het geheugen van een instelling te
activeren om de camera een instelling te laten onthouden. Als het geheugen van een
bepaalde instelling gedeactiveerd is, wordt de betreffende instelling teruggesteld op
de oorspronkelijke waarde telkens wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
Deze instelling kan worden gebruikt om HD of STD te specificeren voor de
beeldkwaliteit bij filmopname wanneer HD/STD geselecteerd is als de filmmodus.
Selecteer deze instelling voor het opnemen van HD films (hoge resolutie)
HD
(pagina 57). De breedte/hoogte verhouding van films bij deze instelling is
16:9.
Gebruik deze instelling voor standaard filmopname. Het opnemen met deze
instelling wordt uitgevoerd met een breedte/hoogte verhouding van 4:3, een
STD
beeldgrootte van 640x480 beeldpunten en een beeldsnelheid van 30
beelden per seconde. De instellingen voor de beeldkwaliteit en het
beeldformaat kunnen niet worden veranderd.
91
Geavanceerde instellingen
Page 92
Instellen van de HS Film Beeld Snelheid (HS » Snel)
De meetfunctie bepaalt welk gedeelte van het onderwerp gemeten wordt voor de
belichting.
Multi-patroon meten verdeelt het beeld in secties en meet het
Meervoudig
Centrum-
georiënteerd
Puntmeten
licht bij elke sectie voor een gebalanceerde belichtingsmeting.
Dit type meten voorziet u van foutvrije belichtingsinstellingen
voor een groot scala aan opname omstandigheden.
Centrum-georiënteerd meten concentreert zich op het midden
van het scherpstelkader en meet het licht daar. Dit type meten is
het meest geschikt wanneer u enige mate van controle wilt
hebben over het contrast.
Puntmeten verzamelt opnemingen van een bijzonder beperkt
gebied. Gebruik deze meetmethode wanneer u de belichting
ingesteld wilt hebben op de helderheid van een bepaald
onderwerp zonder te worden beïnvloed door omringende
omstandigheden.
Optimaliseren van de helderheid van het beeld (Belichting)
U kunt één van de vijf instellingen van +2 (grootste contrast tussen licht en donker) tot
en met –2 (kleinste contrast tussen licht en donker) specificeren voor het contrast.
93
Geavanceerde instellingen
Page 94
Bekijken van Foto’s en Films
Bekijken van foto’s
Zie pagina 28 voor de procedure voor het bekijken van foto’s.
Bekijken van een film
1. Druk op [p] (WEERGAVE) en toon vervolgens m.b.v. [4] en [6] de
film die u wilt bekijken.
2. Druk op [SET] (instellen) om
de weergave te starten.
Filmweergave bedieningsorganen
[4] [6] (Weergave aan de gang.)
Versneld
voorwaarts/versneld
achterwaarts
Weergave/pauze[SET] (instellen)
1 filmbeeld
voorwaarts/
achterwaarts
Bijstellen van het
volume
Informatiedisplay
aan/uit
Zoom
Stoppen van de
weergave
• Telkens bij indrukken van één van beide toetsen wordt
het weergeven in voorwaartse of achterwaartse richting
versneld.
• Druk op [2] (instellen) om terug te keren naar de
normale weergavesnelheid.
[4] [6] (Weergave is gepauzeerd.)
• Door één van beide toetsen ingedrukt te houden wordt
doorlopend doorgebladerd.
Druk op [2] en druk vervolgens op [8] [2]
• Het volume kan alleen worden bijgesteld terwijl de
filmweergave aan de gang is.
[8] (DISP)
Verschuif de zoomregelaar in de richting van z ([).
• U kunt d.m.v. [8], [2], [4] en [6] bladeren door het
ingezoomde beeld op het beeldscherm. U kunt inzoomen
op een filmbeeld tot maximaal 4,5 maal de normale
grootte.
[MENU]
Filmicoon: »
Opnametijd
Beeldkwaliteit
• Films die niet met deze camera opgenomen zijn, kunnen mogelijk niet
weergegeven worden.
94
Bekijken van Foto’s en F ilms
Page 95
Bekijken van doorlopende sluiterbeelden
Telkens bij het uitvoeren van een doorlopende sluiterbewerking creëert de camera
een doorlopende sluitergroep die alle beelden omvat voor die bepaalde doorlopende
sluitersessie. U kunt de volgende procedure volgen om beelden van een bepaalde
doorlopende sluitergroep weer te geven.
1. Druk op [p] (WEERGAVE) en toon vervolgens m.b.v. [4] en [6] de
doorlopende sluitergroep waarvan u de beelden wilt bekijken.
Aantal beeldbestanden in
de doorlopende
sluitergroep
Doorlopende sluiter
groepicoon
Eerste beeld in de
doorlopende sluitergroep
2. Ongeveer een seconde nadat u een doorlopende sluitergroep
selecteert zal de weergave van de beelden automatisch beginnen.
• De weergave van de groep blijft zich herhalen hetgeen betekent dat weer
vanaf het begin wordt begonnen telkens wanneer het laatste beeld van de
groep bereikt is. De eerste weergave is bij hoge snelheid terwijl de tweede en
navolgende weergaves bij een langzamere snelheid worden uitgevoerd.
• Merk op dat u niet met de hand door de beelden kunt scrollen en dat u de
weergavesnelheid niet kunt veranderen terwijl de weergave plaatsvindt.
• Beeldinformatie wordt niet weergegeven tijdens de automatische weergave
van beelden van de Doorlopende Sluitergroep.
• Door op [SET] (instellen) te drukken wordt de weergave gepauzeerd. Terwijl de
weergave gepauzeerd is, kunt u de weergavesnelheid veranderen, de
weergaverichting specificeren, voorwaarts of achterwaarts scrollen, inzoomen
op beelden en beelden wissen.
Huidig beeldnummer/
aantal beelden in de groep
Doorlopende sluitertijd
95
Weergavegids
Bekijken van Foto’s en F ilms
Page 96
Hieronder worden bewerkingen gegeven die ondersteund worden nadat u
op [SET] (instellen) drukt om de weergave van beelden te starten.
Om tijdens de weergave de weergaverichting en de
weergavesnelheid te veranderen.
[4] [6]
Om heen en terug te bladeren terwijl de weergave gepauzeerd
is.
• De weergavesnelheid kan niet worden ingesteld wanneer op
het getoonde beeld is ingezoomd.
[SET] (instellen) Om tussen pauzeren en weergeven heen en weer te schakelen.
Om in te zoomen op het beeld.
Zoomregelaar
• U kunt d.m.v. [8], [2], [4] en [6] bladeren door het
ingezoomde beeld op het beeldscherm.
[MENU]Om de weergave van de doorlopende sluitergroep te verlaten.
[8] (DISP)
Om in volgorde door de verschillende informatie
displayformaten te bladeren.
[2]Geeft het “CS Fotomontage” menu weer.
LET OP
• Meerdere beelden die opgenomen zijn met de doorlopende sluiter met normale
snelheid worden afzonderlijk opgeslagen en niet als groep. Dit betekent dat ze
afzonderlijk kunnen worden getoond (pagina 28) maar niet als een doorlopende
sluitergroep.
96
Bekijken van Foto’s en F ilms
Page 97
Wissen van doorlopende sluiterbeelden
U kunt de volgende procedure volgen om beelden te wissen terwijl het weergeven
plaatsvindt of terwijl gepauzeerd wordt.
. Wissen van een specifiek bestand in de doorlopende sluitergroep
1. Druk op [2] terwijl Doorlopende Sluiter beeldweergave aan de gang is
of gepauzeerd is (in- of uitschakelen door op [SET] te drukken).
Dit geeft het “CS Fotomontage” menu weer.
2. Selecteer “Wissen” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET]
(instellen).
3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] het beeld dat u wilt wissen.
4. Selecteer “Wissen” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET]
(instellen).
• Herhaal stappen 3 en 4 om andere bestanden te wissen.
• Druk op [MENU] om de wisbewerking te beëindigen.
LET OP
• Een van de volgende twee methodes wordt aanbevolen wanneer u slechts één van
de beelden in een doorlopende sluitergroep wilt behouden en alle andere wilt
uitwissen.
– Kopieer het beeld dat u wilt behouden naar een bestand dat zich buiten de
doorlopende sluitergroep bevindt en wis vervolgens de doorlopende
sluitergroep.
– Beveilig het beeld dat u wilt behouden en wis vervolgens de doorlopende
sluitergroep.
. Wissen van alle bestanden in een doorlopende sluitergroep
1. Druk op [2] terwijl Doorlopende Sluiter beeldweergave aan de gang is
of gepauzeerd is (in- of uitschakelen door op [SET] te drukken).
Dit geeft het “CS Fotomontage” menu weer.
2. Selecteer “Wissen” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET]
(instellen).
3. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Groepbeelden Wissen” en druk daarna op
[SET] (instellen).
4. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Ja” en druk daarna op [SET] (instellen).
97
Bekijken van Foto’s en F ilms
Page 98
Opdelen van een doorlopende sluitergroep
Gebruik het volgende om een doorlopende sluitergroep op te delen in afzonderlijke
beelden.
. Opdelen van een bepaalde doorlopende sluitergroep
1. Druk op [MENU] terwijl een doorlopende sluitergroep wordt
weergegeven of terwijl de beelden van een doorlopende sluitergroep
over het beeldscherm scrollen.
2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de “WEERGAVE” indextab.
3. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Groep Opdelen” en druk daarna op [6].
4. Toon d.m.v. [4] en [6] de doorlopende sluitergroepmap waarvan u de
doorlopende sluitergroep wilt opdelen.
5. Selecteer “Opdelen” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET]
(instellen).
• Herhaal de stappen 4 en 5 om andere doorlopende sluitergroepbestanden op
te delen.
. Opdelen van alle doorlopende sluitergroepen
1. Druk op [MENU] terwijl een doorlopende sluitergroep wordt
weergegeven of terwijl de beelden van een doorlopende sluitergroep
over het beeldscherm scrollen.
2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de “WEERGAVE” indextab.
3. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Groep Opdelen” en druk daarna op [6].
4. Selecteer “Alle Groepen Opdelen” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op
[SET] (instellen).
5. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Ja” en druk daarna op [SET] (instellen).
• Al seen doorlopende sluitergroep eenmaal opgedeeld is, kan hij niet opnieuw
worden gegroepeerd.
98
Bekijken van Foto’s en F ilms
Page 99
Kopiëren van een doorlopende sluitergroepbeeld
Volg de volgende procedure om een beeld in een doorlopende sluitergroep te
kopiëren naar een plaats buiten de groep.
1. Druk op [2] terwijl Doorlopende Sluiter beeldweergave aan de gang is
of gepauzeerd is (in- of uitschakelen door op [SET] te drukken).
Dit geeft het “CS Fotomontage” menu weer.
2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Kopiëren” en druk daarna op [SET]
(instellen).
3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] het beeld dat u wilt kopiëren.
4. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Kopiëren” en druk daarna op [SET]
(instellen).
LET OP
• De hieronder staande functies kunnen niet worden uitgevoerd bij foto’s binnen een
doorlopende sluitergroepmap. Voer de bovenstaande procedure om het beeld
eerst te kopiëren uit voordat u één van deze functies uitvoert.
Witbalans, Helderheid, Trimmen, rotatie, heraanpassen van het formaat
99
Bekijken van Foto’s en F ilms
Page 100
Inzoomen op een beeld op het scherm
1. Blader tijdens de WEERGAVE modus d.m.v. [4] en [6] door de
beelden totdat het gewenste wordt getoond.
2. Schuif de zoomregelaar nogmaals in de richting
van z ([) om in te zoomen.
U kunt d.m.v. [8], [2], [4] en [6] bladeren door het
ingezoomde beeld op het beeldscherm. Schuif de
zoomregelaar in de richting van w om uit te zoomen.
– Als de inhoud van het beeldscherm ingeschakeld
is, verschijnt er een grafiek in de rechter
onderhoek van het beeldscherm die laat zien welk
deel van het ingezoomde beeld op dat moment
wordt getoond.
– Druk op [MENU] om het zoomscherm te verlaten.
– Hoewel de maximale beeldzoomfactor 8X is,
kunnen bepaalde beeldformaten mogelijk niet
toestaan dat tot 8X wordt ingezoomd.
• Door op [SET] te drukken wordt de huidige zoomfactor voor het beeld op het
beeldscherm vergrendeld. U kunt d.m.v. [4] en [6] scrollen tussen de beelden
en daarbij dezelfde zoomfactor aanhouden. Door nogmaals op [SET] te
drukken wordt de zoomfactor ontgrendeld en kunt u m.b.v. [8], [2], [4] en [6]
bewegen tussen de op dat moment getoonde beelden. Deze functie kan niet
worden gebruikt tijdens het bekijken van films of van beelden in een
Doorlopende Sluitergroep. Films en beelden in een Doorlopende Sluitergroep
zullen ook niet verschijnen wanneer u door beeld scrolt d.m.v. [4] en [6].
Tonen van het beeldmenu
1. Schuif de zoomregelaar tijdens de WEERGAVE
modus naar w (]).
Verplaats de selectiegrenslijn d.m.v. [8], [2], [4] en
[6] rondom het beeldmenu.
Verplaats om een bepaald beeld te bekijken de selectie
grenslijn d.m.v. [8], [2], [4] en [6] naar het gewenste
beeld en druk vervolgens op [SET] (instellen).
• Bij een film of een bestand van een doorlopende
sluitergroep wordt het eerste filmbeeld van het
bestand getoond.
Beeldgebied
Huidige displaygebied
Grenslijn
Zoomfactor
100
Bekijken van Foto’s en F ilms
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.